D y z z z z z KALENDER optaiai 4 11 18 25 Z 1 8 15 22 29 z 7 14 21 28 Z| 4 11 18 25 5 12 19 26 M 2 9 16 23 M 1 8 15 22 29 M 5 12 19 26 6 13 20 27 D 3 10 17 24 D 2 9 16 23 30 P 6 13 20 27 7 14 21 28 W 4 11 18 25 W 3 10 17 24 31 W 7 14 21 28 1 8 15 22 29 D 5 12 19 26 D 4 11 18 25 D 1 8 15 22 29 2 9 16 23 30 V 6 13 20 27 5 12 19 26 V 2 9 16 23 30 3 10 17 24 31 Z 7 14 21 28 Z 6 13 20 27 Z 3 10 17 24 2 9 16 23/30 Z 6 13 20 27 4 11 18 25 Z 8 15 22 29 3 10 17 24/31 M 7 14 21 28 M 5 12 19 26 M 2 9 16 23 30 4 11 18 25 D 8 15 22 29 D 6 13 20 27 D 3 10 17 24 31 1 5 12 19 26 W 2 9 16 23 30 W 7 14 21 28 W 4 11 18 25 6 13 20 27 D 3 10 17 24 D I 8 15 22 29 5 12 19 26 7 14 21 28 4 11 18 25 V 2 9 16 23 30 6 13 20 27 1 8 15 22 29 5 12 19 26 Z 3 10 17 24 31 7 14 21 28 5 12 19 26 6 13 20 27 7 14 21 28 1 8 15 22 29 2 9 16 23 30 3 10 17 24 4 11 18 25 3 10 17 24/31 Z 7 14 21 28 Z 5 12 19 26 4 11 18 25 M 1 8 15 22 29 M 6 13 20 27 5 12 19 26 D 2 9 16 23 30 D 7 14 21 28 6 13 20 27 W 3 10 17 24 W 1 8 15 22 29 7 14 21 28 D 4 11 18 25 D 2 9 16 23 30 8 15 22 29 y 5 12 19 26 y 3 10 17 24 31 9 16 23 30 6 13 20 27 4 11 18 25 BAKEN IN DE ZEE VAN DE TIJD Mi 0 ttubm «nfe ttï V Z 2 PAG. 4 NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD OOK IN UW KRANT cnjj fieerfn 3efu Door den feer ghcleerden MccftcrPec- Ier Apianus. tgtmftcfep jfrerman Ban 3goytila.| JANUARI FEBRUARI MAART ALKMAAR DEN HELDER SCHAGEN APRIL MEI JUNI JULI AUGUSTUS SEPTEMBER OCTOBER NOVEMBER DECEMBEB M D W D V Z 1 De Almanakmakers en Kun duistere kunst ELEENS opnieuw, als het jaar óp is en t' enden geleefd, als het met de dag kortademiger wordt en vroeg naar bed gaat, om de volgen de ochtend weer bij de pinken te kunnen zijn, komen de kalendermakers uit hoeken en gaten te voorschijn gekropen waar ze een jaar lang hun -üd hebben afgewacht en stellen een kalender samen voor het komende jaar. En zo in de dagen dat vóór de oorlog het leven aangenamer werd door de banketletters en de kortstondige vloed van bokbier zo in het begin December stroomt over de wereld de papieren vloedgolf van nieuwe kalenders. In allerlei vormen en gedaanten komen ze op ons aan. Als dikbuikige dagkalenders, de gelijke huishoudelijke weekkalen ders als nuffige maandkalenders met een artistiek airtje. Of als neuswijze zakkalenders die zich tussendoor ook nog met uw titula tuur bemoeien en alle wijsheid in pacht menen te hebben ten aan zien van posttarieven en de eerste hulp bij alle mogelijke ongevallen. Zij hebben iets van hun neefjes, de almanakken, die zakkalenders. Maar zij trachten hun waanwijsheid aannemelijk te maken door hun keurige, modern-zakelijke manier van doen. Zij hebben efficiënte handelsreizigers-allures, zij willen indruk maken door hun gefixeerde haren, hun modern gesneden col bertje, hun zilveren potloden, hun nieuwe puntschoenen. De almanak ken daarentegen zoeken het in die zelfde onmogelijke, hulpeloos ouder wetse slipjassen en die zelfde voort- wereldlijke boordjes en antieke dassen, als waarmee uw overgroot vader zich liet fotograferen in de gloriedagen van de dagucrrotype en gij verdenkt hen er va»!, stie- kum nog te snuiven. (Ze doen het niet maar ze gloriëren, wanneer zij U ertoe gebracht hebben, het te verwachten!). Alles is er bij hen om' begonnen, ouderwets te lijken, want zij verbeelden zich dat ouder wets synoniem is met solied en vertrouwenswaardig. Ze zijn zelfs jonger dan hun neven, de kalenders, al zijn die laatsten met hun tijd meegegaan. Almanak, leugenzak De eerste ons bekende almanak zo beweert men werd in het jaar 1640 te Weenen door een ze kere Georg von Purbach gedrukt. Dat is iiiet eens zo verschrikkelijk lang geleden, de wereld begon toen al enigszins een modern aanzien te krijgen. Hij droeg de titel: Pro an- nis pluribus voor meerdere ja ren (de boekdrukkers hadden toen nog niet ontdekt, dat het voor hen voordeliger was elk jaar een nieu we te brengen). En in Koningsber gen verscheen er rond die tijd ook al een. Hij was toen niet ouderwets, maar hyper modern. Een snufje! En daarom kostte hij niet minder dan twaalf goudguldens. Maar men kon er dan ook dertig jaar mee doen! Een der eersten wie weet was het niet de eerste die in ons land verscheen was de „Nieuwen ende ouden Almanak". Deze werd in het jaar 1601 te Utrecht uitge geven en de alom vermaarde „Enk- huizer Almanak" is ongeveer van gelijke leeftijd. Het lag in hun be moeizieke aard, dat zij zich niet al leen met de kalendervormige tijd tafels, de zonne- en maanstanden, de watergetijden en desnoods ook met de kermissen en markten inlie ten, maar dat ze zich met veel aplomb gingen toeleggen op het voorspellen van het weer, van de gunstige dagen voor het kopen van een paard of het uitzaaien van de tarwe, het voorzeggen van oorlogen en schrikkelijke pestziekten en het spuien van veel twijfelachtige maar zwaarwichtige wijsheid omtrent de bomen en kruiden, over ziekte en gezondheid. We willen ze niet kwijt Het is iets wonderlijks met al die kalenders. We lachen er mee en toch willen wij ze niet kwijt. Want wij kunnen er niet goed buiten. Zij vertellen ons of het jaar ditmaal 365 dagen zal tellen of 366, ze noe men ons zonder horten of stoten al de feesten der heiligen op en ze zeggen ons, wanneer het Pasen zal zijn in het nieuwe jaar, op welke dag van de week wij jarig zullen zijn, hoeveel Zondagen er ditmaal met Kerstmis achter elkaar zullen vallen en nog vele andere wetens waardige en aangename zaken meer. We kunnen er zelfs in vinden met welk gezicht de maan onze aardse paden zal gelieven te be schijnen in de een of andere nacht, voor het geval wij soms naar deze kennis mochten dorsten. En wat zijn wij daar niet benieuwd naar geweest in de dagen van de ver- duisterings-nachtmerrie! Onze kalenders zijn bakens in de zee van de tijd. Zonder kalender zouden alle da gen hetzelfde grauwe, wezenloze aangezicht hebben. Alleen het wisselende lichtspel der maan in de nachten en het trage, nauw merkbare verglijden der seizoenen, zij zouden de een tonig voortvloeiende stroom der naamloze dagen doorbreken. Bekijk uw kalender maar eens goed Nu brengen, in die donkere da gen, dat de witte schimmel van de goedheiligman over de daken da vert, de kalendermakers puttend uit de volheid van hun wondere wetenschap met vaste hand lof werk en ornament aan op het naak te lijf van zo'n nog onvolschapen jaar en als volleerde beeldhouwers snijden zij elk jaar een sierlijk, hem passend aangezicht. Speels aangebracht lijkt dat lof werk en schijnbaar op goed geluk met een artistieke zwaai ergens vastgeprikt maar de schijn be driegt hier weer. 1948 Bekijk uw kalender maar eens goed. October en Januari, April en Juli, December en September, ook Februari, Maart en November la ten zij steeds met dezelfde weekdag aanvangen. En altijd weefl eindigt het gewone jaar met dezelfde werk dag waarmee het begon. Geen eeuw beginnen zij ooit met een Woens dag, een Vrijdag of een Zondag. En telkens na acht en twintig jaren beginnen zij alle maanden weer opnieuw met dezelfde weekdag, zodat wij dan dus rustig onze oude kalender van acht en twintig jaar geleden zouden kunnen gebruiken, ware het niet, dat niemand die be waard heeft, want geen mens die het wist. Aan dit alles, en nog veel meer, hebben de kalendermakers te denken, dat zijn de regels van het ambacht. Bier en kalender Waar toch die kalendermakers hun duistere kunst leerden en waar ze hun wondere wetenschap van daan haalden? Is het soms uit het geestrijke, blonde schuim van het pittige bokbier? Er is een zekere overeenkomst tussen het bier en de kalender. Dat is hun beider eer biedwaardige oudheid, al wint het bier het misschien van de kalender. Reeds drie duizend jaar vóór de geboorte van Onze Heer toch wist men in Egypte van bier en tussen Eufïlaat en Tigris, in het oude twee stromenland was de bierbrouwerij in die dagen al een gewichtig on derdeel van het bedrijfsleven en trof men onder de Babyloniërs ook schommelende bierbuiken. Ja, het bier heeft wel een heel lange geschiedenis Zo is ook de levensloop van de kalender een belangrijk stuk be schavingsgeschiedenis. Het is een boeiend verhaal. De jagers, en herdersvolken uit het grijze verleden, de nomaden der voorhistorie, hebben aan de wieg van de kalender gestaan en de baardige gezichten der Chaaldeeuw- se magiërs uit Ninivé en Babyion hebben zorgzaam zijn eerste schre den bewaakt. En het verhaal ein digt bij de kortgeknipte en glad geschoren haren met colberts en stropdassen, die vandaag de dag de Uno zouden willen verleiden een wereld-kalender hervorming op touw te zetten. Wij kunnen het verhaal heden niet doen. Maar wij hopen nog meer keren samen in de krant het ouwe jaar te vieren. Henri van Mandele. fth tl Ü4 <1 fe(?öten-^onöec£ m&s een. Nieuwen ende Ouden Almanac/ opt Jaer ons Heeren Jesu Christi sesthien-hondert ende een ■^=5» oor den seer gheleerden Meester Peeter Apianus, l/Sy zo luidt de naam van de Nederlandse almanak ff®/? "li 1601, waarover in ons artikel sprake is en 8*^®% waarvan wij hier het titelblad afdrukken. Zij werd „ghedruckt te Utrecht by Herman van Borculo". Het blad vertoont voorts de beeltenis van meester Apianus. Het randschrift, dat vertelt, dat de vreze des Heren het begin is der wijsheid, vermeldt tevens, dat wij hem zien, zoals hij was in het jaar onzes Heren 1600, 57 jaar oud. SKiSHHHnn Langestr. 42 A - Tel. 2046 (K 2200) Keizerstraat 89 - Tel. 2800 (K 2230) Molenstraat 52 - Tel. 459 (K 2240) Via '.«I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1947 | | pagina 12