Miinster's nieuwe Bisschop:
MGR. MICHAeL KELLER
T ROPENRIJMKRABBEL
De Vrouw en de Naastenliefde
G RE PEN UIT DE PERS
Dr. Baruch met vacantie
naar Amerika
TWEEDAAGSE VELDTOCHT
1
NIEUW NOORDHOLLANDS DACBLAD - Zaterdag 3 Januari 1948
PAG.
„ONZE MARINE"
dient klacht in
Dieven van bandenbonnen
gepakt
Liturgische Kalender
Geestelijke en materiele nood
in het oude diocees
3 Doden en 22 gewonden
tussen Oud en Nieuw
Rozen om Mariabeeld
nog steeds niet verwelkt
Telefoonstaking
te New York
Joodse immigranteru
,,breken door"
Het aanvragen van
werkkleding
Maar een deel van zijn hart blijft hier
Waardering voor ons land
1947: Slag om Haarle
„ALLES P'SSENT(V)
Een lichtstraaltje
Rustige Oudejaarsavond
te Eatavia
Het Alg. Nedertl. Comite „Onze
Marine" heeft bij de Justitie een
klacht ingediend tegen een drietal
bla&en, welke artikelen hebben ge-
publiceerd, waarin naar het oordeel
van dit comite de eer en de goede
naam van het Alg. Nederl. Comite
„Onze Marine" worden aangetast.
In een der bewuste artikelen
wordt o.m. gezegd, dat men met
stijgende verwondering in marine-
kringen „d|e manipulaties van „On-
ze Marine (heeft) gadegeslagen.
„Wij vragen ons af" aldus deze
publicatie „hoe lang het nog zal
duuen 'totdat de overheid in deze
zaak zal ingrijpen en klaarheid zal
brengen over deze duistere prak-
tijken".
Vier Zaankanters, te weten G. W.,
A. van K. en P. G. uit Wormer en
K. S. uit Krommenie namen 2400
bandenbonnen uit de vernietigings-
machines van de papierfabriek van
Gelder en Zn te Wormer. Zij brach-
ten ze in Purmerend aan de man,
doch konden daar worden gepakt.
Na te zijn voorgeleid in Haarlem,
zijn er drie voorlopig op vrije voe-
ten gesteld. De vierde werd vast-
gehouden in verband met een ander
delict.
ZONDAG 3 JANUARI: Zondag
tussen 's Heren Besnijdenis en
Drie Koningen Evangelie van de
Besnijdenis en de Naam van Jezus
Op deze Zondag of op 2 Januari:
feest van de Zoete Naam Jesus.
DINSDAG 6 JANUARI: Epiphani,
dat is: Verschijning des Heren.
Oorspronkelijk werd niet de Ge-
boorte des Heren gevierd, maar
zijn verschijnen op aarde. Dit
verschijnen was drievoudig: Ge-
boorte, Doop en Eerste Wonder.
Dit feest der drievoudige verschij
ning des Verlossers werd gevierd
op 5, elders op 6 Januari. 't Wes-
ten bleef Kerstmis op deze van
het Oosten genomen wijze vieren
tot in de IVe eeuw. Toen begon
het Westen de Geboorte te vieren
op een eigen feest: 25 December.
Het Oosten nam dit geboortefeest
over. Op het Verschijningen-feest
van 6 Jan. werd dus de viering
van de le Verschijning (door ge
boorte) overbodig. Men bleef er
de rest van het Kerstgebeuren op
herdenken: de aanbiddin£ der
Wijzen. Dit werd zelfs in het
Westen, en dan in het Oosten, de
hoofdinhoud van het feest. 6 Ja
nuari werd en bleef Driekonin-
gen-Dag; Epiphanie betekende
voortaan: Verschijning aan de
heidenen.
SEDERT 28 October hebben we een nieuwe butir gekregen:
wij bedoelen de nieuwe bisschop van Miinster, Dr. Michael
Keller. Het is geen gemakkelijke taak, welke God deze betrekke-
lijk nog jeugdige priester (51 jaren) op de schouders heeft gelegd.
Daar is in de eerste plaats de grote voorganger. Mgr. von Galen,
die tot ver over de grenzen, dus zelfs bij de vijanden van Duits-
land. vermaard en geliefd was. En daar is de oorlog, welke ver-
loren werd op een wijze, zoals nog nooit een grote mogendheid
een oorlog verloor.
De nood is zeer hoog in Munster-
land. zoals overal in Duitsland. De
stad zelf behoort met 64 pet. ver-
woest gebied tot een van de meest
getroffen steden van Duitsland.
Doch de nood onder de bevolking
is veel groter dan men slechts op
grond van de tot het oog zo sterk
sprekende verwoestingen alleen zou
kunnen gissen. Deze nood is te on-
derscheiden in een materiele en mo.
rele, en de laatste is veelal gevolg
van de eerste. De bevolking is met
ongeveer 70 pet. vermeerderd, door-
dat het Miinsterland enige honderd-
duizenden Duitsers uit de door Rus-
land en Polen bezette gebieden heeft
opgenomen. De woning nood is zo
nijpend, dat men in doorsnede
slechts enkele vierkante meters
woonruimte tot zijn beschikking
heeft.
De materiele nood nit zich ver-
der natuurlijk in gebrek aan voed-
sel, kleding en huisraad. Dit ver-
oorzaakt een strijd om het naakte
bestaan, zozeer, dat er voor de gees
telijke dingen geen tijd. lust en be-
langstelling meer overblijft. Hier
gaat de materiele nood reeds over
in de geestelijke: men is door de
verloren oorlog niet tot inzicht en
inkeer gekomen, integendeel, een
honger naar het materiele heeft al-
le mensen, vooral de jeugd. aange-
grepen. Daardoor moet de Kerk als
hoedster der waarheid en Liefde
haar heilige zending vervullen. Doch
de Kerk ontmoet groeiend wantrou-
wen inplaats van de ondersteuning
.welke zij zo nodig heeft. Want
slechts de Kerk beschikt over de
krachten, welke tot vernieuwing
van de innerlijke mens kurnien lei-
den.
De groet van de nieuwe her
der aan zijn schapen, ter gelegen-
heid van zijn wijding op 20 October
3-1., gaf dan ook blijk van de gro
te noden, welke het volk drukken
en van de dienovereenkomstige gro
te zorgen, aan het herdersambt ver-
bonden.
De levensloop van
Mgr. Keller.
Mgr. Keller werd op 16 Febr.
1896 te Siegen geboren. Doch reeds
in 1900 werd de vader, die rechter
van beroep was, naar Miinster over-
geplaatst. Hoewel dr. Keller te Sie
gen werd geboren, kan men hem
gerust een Miinsterlander noemen,
immers zijn vader en diens geslacht
komen wel uit Munster en ook zijn
moeder is uit deze streek afkomstig.
Lang duurde het jeugdverblijf niet.
De ene overplaatsing na de andere
volgde naar Hamm en Leipzig. Te
Paderborn studeerde Keller theolo-
gie, doch deze studie moest, nauwe-
lijks aangevangen, reeds worden
onderbroken, daar de eerste we-
reldoorlog de student opeiste. Doch
theoloog bleef de student ook als
officier te velde. Na de oorlog werd
de studie te Innsbruck voortgezet
en in 1921 met de priesterwijding
afgesloten. Rome zag de jeugdige
pt-iester daama onder zijn studen-
ten, tot ten slotte te Innsbruck de
graad van doctor in de theologie
werd behaald.
De practische beoefening van het
priesterambt geschiedde vooral te
Hamburg en omgeving. Doch reeds
in 1933 op 37-jarige leeftijd
Mgr. Michael Keller, Bisschop
van Munster.
werd de priester belast met de op-
voeding van seminaristen, een
ambt, waartoe de allerbesten wor
den geroepen. Dit geschiedde als
subregens van het seminarium te
Osnabruck.
In de nood was niettemin de wij-
dingsdag voor heel het Miinsterland
een feestdag. Het kreeg immers weer
een herder. De wijding had plaats
door Kardinaal Frings. Het was een
grote dag voor het oude Miinster.
De Nederlandse verliezen op 31
December en 1 Januari bedroegen
3 gesneuvelden en 22 gewonden.
Nederlandse posten en patrouilles
ondervonden ..de gebruikelijke vij-
andelijkheden".
De kroon van rozen, die volgens
jaarlijks terugkerend gebruik ze-
ven maanden geleder cp net Maria
beeld te Stockport werd geplaatst,
blijft nog altijd fris. Nog geen en-
kel rozenb'aauje is afgevallen.
Sedert begin October jl. werd de
Mariakerk te Heaton Norris. waar
in het beeld zich bevindt, bezocht
door 60.000 tot 80.000 pelgrims uit
alle delen van Engeland en Ierland.
De pastoor van Stockport, P. J.
Turner, wordt letterlijk over-
stroomd met brieven uit alle delen
van de wereld, die aanvragen be-
vatten voor rozenblaadjes, ingeval
hij deze zou willen wegschenken.
Hij is echter niet voornemens dit te
doen.
De telegraafemployes van drie in-
ternationale telefoon- en telegraaf-
maatschappijen te New York zijn
te middernacht in staking gegaan.
De betrokken maatschappijen zijn:
de Mackay Radio Incorporated, de
Commercial Cable Company en de
All America Cables Radio Incorpo
rated.
Een schip met illegale joodse im-
migranten is Donderdagmiddag
door de Britse blokkade heen ge-
broken en te Nahariya, een kolonie
van Duitse joden ten noorden van
Haifa, geland. De immigranten
werden door „commissies van ont-
vangst" begroet.
Een aantal Britse luchtlandings-
troepen spoedden zich naar het
strand en zette onmiddellijk de om
geving af. De 500 joden, die zich
nog aan boord bevonden, werd de
ontscheping belemmerd. Op de 200,
die reeds landinwaarts waren ge-
vlucht, werd een vervolging inge-
zet.
Het oude jaar is weer vervlogen,
't Nieuwe diende zich weer aan,
Thuis in Holland, in de Tropen,
't Oude jaar is van de baan!
Honderdduizend en meer brieven
Vlogen snel weer overzee.
En zij brachten voor u alien
De allerbeste wensen mee.
De 6en schreef z6 en die weer anders,
Maar allemaal is 't goed bedoeld,
U zult het zelf 6ok wel weten,
Hoe de soldaat hier schrijft en voelt:
„Zalig Nieuwjaar lieve Ouders,
„Zalig Nieuwjaar, lieve vrouw.
..Meisje, ik bleef het hele jaar steeds
„Jou als mijn verloofde trouw.
„Zal je in 't Nieuwe jaar veel schrijven,
„Krijg ik iedere dag een brief?
„Kinderen zijn jullie voor mamma
„Ook in 't nieuwe jaar weer lief?
„Zal je ook pappa niet vergeten?
„Schrijf hem toch zoveel je kan.
„Ook jouw brief kan hij niet missen,
„Wees daar maar verzekerd van.
„Thuisfront, ook nog wel bedankt hoor,
„Voor de pakjes die ik kreeg.
„Jammer, vrouwtje, dat mijn haardstoel
„Oudejaarsavond n6g was leeg.
„Zal ik volgend jaar weer thuis zijn?
„Heus ik twijfel er nog aan,
,.Wat de grote heren zeggen,
„Kan je toch niet van op aan.
„Stond er laatst niet in de kranten,
„Met grote koppen als een huis:
„In negentien acht en veertig komen
„D'eerste dienstplichtigen weer thuis?
„Ik had er toch zo op gerekend,
„Twee jaar vind ik lang genoeg,
..Maar 't werd later 6ven anders,
„En mijn vreugde kwam te vroeg.
„Als het weer eens Nieuwe jaar wordt,
„Dan beginnen zij met spoed,
,„t Valt natuurlijk erg tegen,
„Maar wij houden toch wel moed.
„Het is nu echter maar te hopen,
..Deze regering nog wat blijft.
„Veronderstel eens dat een „nieuwe"
„Het nu weer eens anders schrijft?
„Zeg, wat zijn de sigaretten
„Die wij krijgen nu toch slecht.
„Geloof je dat niet voor soldaten?
,,'t Is toch waar hoor, ja, heus echt.
„Hoe 't Sint Nicola^sfeest dit jaar was?
„In de cantine dansen hier
„Maar de Sint was niet gekcrmen,
„Had in dansen geen plezier.
„Gisteren was hier weer zo'n avond,
„Ja weer dansen met Hawai
„Nee, ik ging vroeg onder de klamboe
„Want ik houd niet van lawaai.
„Je ziet dus dat er voor ontspanning
„Ook nog wel wat wordt gedaan,
„Ja, het zal met de soldaten
„Toch waarachtig nog wel gaan!
„Ach er valt wel eens te mopperen,
„Maar dat geeft je toch geen snars
„En als ze 't in de gaten hebben,
„Zitten ze je ook nog dwars.
„Ja, wij krijgen dit jaar alien
„Nu een Niwin-Kerstpakket
„Als er niets van wordt gestolen
„En er goed wordt opgelet!"
Ik liet voor de variatie
Hier een paar man aan het woord.
Maar U wist het toch al lang al,
Dus ik ga er niet mee voort.
Maar dit kan ik wel vertellen,
Iedereen gaat graag naar huis,
't Mag bij U niet alles wezen,
,.H i e r is 't ook nog lang niet pluis.
Ik eindig nu maar mijn gekrabbel
Maar mijn wens voor U is klaar:
Ik wens U alien een Gelukkig,
Zalig en een goed Nieuwjaar!
D. VAN VEEN
B a t a v i a, 19 Dec. 1947.
Is er wel ooit een tijd geweest,
waarin men aan de zorg voor de
evenmens zulke vele en grote eisen
stelt als tegenwoordig? Onze tijd
dringt naa? ontbinding, naar los-
making. Overal ontmoeten we leed,
nood, ziekte en sleclite behuizing;
dit alles heeft de mens versteend,
verbitterd. Goddank is er een grote
actie in het leven geroepen waar-
aan velen gevolg en gehoor geven.
Ook heeft men de vrouwen opge-
roepen, voor hen die hulp en troost
nodig hebben.
Ja, altijd heeft de vrouw zich aan
charitatieve arbeid gewijd. Ik denk
hierbij aan St. Elisabeth, die broden
naar de armen droeg die in rozen
veranderden. De arme is door God
in een nederige positie geplaatst;
hij heeft geen kracht, geen geld om
in eigen levensonderhoud te voor-
zien. In de sleur van onze dagelijkse
bezigheden denken we er nooit aan,
dat God aan ons tijd en geld heeft
gegeven, verstand en aanleg of ge-
zondheid. God heeft de vrouw in 't
leven op verschillende posten ge
plaatst, die ieder een andere taak
meebrengen en verschillend werk
vragen. Maar God had onze ziel
kunnen neerleggen in het kind van
de arme, onze talenten kunnen ge
ven aan de idioot, of onze gezond-
heid aan de altijd zieke, onze ar-
beidskracht aan hen, die geen werk
te produceren weet. Is het voor ons
niet gemakkelijk, wanneer we wo-
nen in een behoorlijk huis, waar de
goede toon ons voor de ruwe aanra-
king met het kwaad bewaard.
Wat zou er van ons en onze kin-
deren terecht komen, als we moes-
ten wonen in een huis waar 6 of 7
gezinnen gehuisvest waren, moesten
leven in e6n kamer en wanneer de
kinderen sjofel gekleed, 's avonds
hun bed moesten vinden, groten en
kleinen, jongens en meisjes, alien
te samen op een zolder zonder af-
scheidingen. Groot is de ellende en
dringend de hulp, die velen ver-
wachten. De nood te lenigen, de
arme te helpen, is de schoonste taak,
die God de vrouw op aarde te doen
heeft gegeven.
Uw aandacht zou ik willen vra
gen voor de armen buiten hun
schuld, de „Stille armen". De armen
die na een langdurige ziekte van
de overledene plotseling weduwe
zijn geworden en alleen komen te
staan voor de zorg van het grote
gezin. De armen die na jarenlang in
een concentratiekamp te hebben
doorgebracht, door de ellende hun
gezondheid niet terug krijgen en
het brood voor zich en de zijnen
niet meer kunnen verdienen. Arm
zijn ook zij, die misleid zijn gewor
den en nu voor hun kindje, dat in
een Doorgangshuis verblijft uit
Vanaf 15 Januari 1948 zal door de
Distributiediensten wederom gele-
genheid worden gegeven voor het
collectief aanvragen van werkkle
ding. Alle bedrijven, waarin 5 of
meer werkkleding dragende arbei-
ders (sters) werkzaam zijn, moeten
voor al deze werknemers per for-
mulier MD 33326. vergezeld van
een formulier MD 33327, een aan-
vraag indienen op een door de
distributiedienst nog nader bekend
te maken plaats en tijdstip. Filiaal-
bedrijven dienen afzonderlijk aan te
vragen. Omtrent de uitreiking der
bonnen en de indeling van indivi-
duele aanvragen voor werkkleding
zullen nog nadere mededelingen
volgen.
werken moeten gaan. Ook deze
vrouwen mogen we niet verstoten
en zij verdienen onze hulp. Eeil be-
zoek aan een Doorgangshuis doet
ons de ogen en harten openen, voor
die stumperds.
Na deze korte opsomming is 't
niet zo moeilijk meer te begrijpen
wat een arme, maar vooral een
„stille arme" is.
Het is vanzelf sprekend, dat de
vrouw een eerste plaats moet in-
nemen bij de Armenzorg. Wie zal
evenals St. Elisabeth de rozen van
barmhartigheid beter kunnen uit-
strooien dan de vrouw, die gewoon
is elke uiting van liefde gepaard te
doen gaan met pijn en offer, opdat
de belangloosheid ervan tot ieder
spreken zou?
Is niet in elk gezin de vrouw in
alle nood, de toevlucht? Laten wij
vrouwen in deze tijd van nood en
ellende onze sociale plicht ver-
staan. De gevallene oprichten, zie-
ken en zwakken verzorgen, hulp
brengen bij hen, die buiten hun
schuld in nood verkeren, de „stille
armen". De strenge winterkou sTaat
voor de deur, nog zijn er mensen,
die geen warm onder of bovengoed
hebben, nog zijn er kinderen, die
met een versleten dun jasje naar
school moeten gaan. Kijken wij nu
onze kasten na, wellicht vinden we
iets voor onze arme medemensen.
Laten we naar het voorbeeld van
St. Elisabeth de deugd der christe-
lijke naastenliefde beoefenen opdat
God aan het einde van ons leven
tot ons zal kunnen zeggen: „Ik was
hongerig en gij hebt mij gespijzigd,
„Ik was naakt en gij hebt mij ge
kleed, kom binnen in mijn Rijk en
neem bezit van de plaats die Ik
voor U heb bereid."
Leiden, 30 December 1947.
M. E. Steyger-Asperslagh
De NIEUWE EEUW die een
mooi Kerstnummer had, met
interessante en belangwekkende
artikelen en beschouwingen en
lezenswaardige verhalen wijdt
haar Nieuwjaarshoofdartikel in het
laatste nummer voor een deel aan
de samenwerking tussen K.V.P. en
P.v.d.A. Het blad is terecht van
mening, dat de oplossing van het
Indische drama en de regeling der
onderlinge verhoudingen in het
maatschappelijk leven naar recht en
billijkheid (publiekrechtelijke be-
drijfsorganisatie) twee enorme
vraagstukken zijn. waarbij vele
katholieken de gedachte hebben,
dat zij, met name voor de oplossing
van Indie, bekocht zijn geweest
door hun gebondenheid met de poli-
tieke partner. Schr. meent, dat de
politiek weliswaar de kunst van 't
bereikbare is, maar dat men ook
moet denken aan een politiek van
idealen, al zou men dan w^t minder
bereiken. (Dat is heel schoon, maar
niet practisch! Red.). Er zijn.
meent de N.E.. momenten geweest
in de samenwerking, dat een stugge
weigering van katholieke zijde, ver-
der mee te werken met zijn poli
tiek. op haar plaats ware geweest.
En dan meent de N.E. ook, dat men
de oppositie dank mag weten. dat
zij haar idealen (in de Indische
kwestie) hoger stelde. (Het is sterk
de vraag, of dat juist is. Ook de
oppositie, die geen verantwoorde-
lijkheid draagt, voert politiek en
dat is tenslotte altijd een zaak van
feiteliik handelen! En of de oppo
sitie dan altijd werkelijk door idea-
lisme werd geleid.... Red.).
Het blad meent voorts. dat de
komende verkiezingen wellicht ver-
schuivingen zullen brengen in de
parlementaire verhoudingen.
Interessant is verder in het num
mer van deze week, een artikel van
..zeer geachte" priesterlijke zijde,
naar aanleiding van een boek van
Dick Ouwedijk, waarin wordt be-
toogd, dat het formlisme de grootste
vijand is van het Christendom. De
priester-schrijver in de N.E. gaat
zelfs zover, dat hij het formalisme
een grotere vijand noemt dan het
communisme of humanisme. hetgeen
ons wel wat overdreven voorkomt.
Maar een waarschuwing is zeker
op haar plaats: ,.er is teveel zelfge-
noegzaamheid, zich uitend op na-
ieve wijze vaak, in zelfverheerlij-
king. Gezagsdragers trachten hun
prestige te handhaven door elkan-
der te verheerlijken of voortduvend
aan anderen daartoe de gelegenheid
te geven." En dan dit: „Het ge-
loofsleven wordt maar al te zeer
verlegd naar uiterlijke gehoorzaam-
heid aan het Gezag in de Kerk",
doch „deze moet niet Haar kracht
zoeken in massale manifestaties en
bijeenkomsten, maar in de persoon-
lijk beoefende zielzorg." Wij moe
ten ons niet „verschuilen achter
uitwendige trouw aan gezag" en
niet opgaan in het „opbrengen van
mechanisch herhaalde plichten".
(Wat de soms te grote aandacht
voor de macht van het getal en voor
uiterlijke demonstraties betreft, be
schouwingen daarover zijn niet
nieuw: wij moeten o.i. het een doen
en het ander niet laten, maar zeker
waken tegen dat dodende formalis
me, dat trouwens niet alleen een
beletsel voor de voile ontplooiing
van het Christendom is, maar ook
het algemeen-maatschappelijk leven
bedreigt (red.).
Van de Nieuwjaarsbeschouwingen
uit de dagbladen refereren wij ons
aan de conclusie van „De Tijd", die
schrijft, dat 1948 een beslissend jaar
zal worden: „Men kan niet aanne-
men, dat het probleem Indonesie dit
nieuwe jaar niet zus of zo zijn op
lossing zal vinden. Het zal een jaar
zijn van verkiezingen, waarbij een
nieuwe samenwerking op het spel
staat. die, naar onze vaste overtui-
ging, veel zegen voor Nederland in-
houdt en het met name kan behoe-
den voor, al is het langs oppositio-
nele weg, communistische dwinge-
landij. Het zal vooral zijn een jaar
van soberheid, waarin wij t.erug-
keren of daarin falen tot de
relaiteitszin, die zo kenmerkend is
voor dit hoekige, nuchtere volk van
de lage landen. Wij kunnen ons, in
klaar besef van de risico's, die het
met zich meebrengt, met het aan-
breken van dit nieuwe, beslissende
jaar, geluk wensen. Het zal ons volk
de hoogste eisen stellen. Maar wie
dit volk kent, weet, dat het tegen
die eisen is opgewassen."
De Amerikaanse ambassadeur,
dr. Herman B. Baruch, is Vrijdag
voor een korte vacantie met de
Nieuw Amsterdam naar de Ver.
Staten vertrokken. Hij verwacht
naar ons land terug te keren rond
de eerste Februari. Voor zijn ver-
trek vertelde hij aan vrienden, dat
hjj Nederland als zijn tweede te
nuis beschouwde.
„Toen ik in April in Nederland
arriveerde, om er mijn functie als
Amerikaans ambassadeur te aan-
vaarden, deelde ik mee, dat ik voel-
de, dat ik Nederland kende. Zulks
in verband met mijn bezoeken aan
Nederland voor de oorlog en in ver
band met het feit, dat ik het voor-
recht had vele Nederlanders voor
tal van jaren te kennen. Ik vertelde
toen, dat ik wist dat ik mij hier
thuis zou voelen. Nu ik met mijn fa-
milie voor een kort bezoek aan de
Ver. Staten vertrek, heb ik het ge-
voel, dat ik een deel van mijn hart
achterlaat. De ambassadeur zei ver
der. dat de tijd, welke hij nu in ons
land heeft doorgebracht een van de
prettigste uit zijn leven is. „In de
tijd dat ik hier was, heb ik het
voorrecht gehad het grootste deel
van Nederland te bezoeken en het
prachtige werk te zien, dat gij ge
daan hebt met betrekking tot de
wederopbouw van dit waarlijk
mooie land tot vooroorlogse stan-
daarden. Het is mij een voorrecht
geweest oude vriendschappen te
hernieuwen, vele nieuwe vrienden
te maken en uw dappere en god-
vrezende landgenoten te kennen, die
onversaagd verder gaan om het
doel te bereiken waarvoor wij
staan." „Ik heb altijd waardering
gehad voor Nederland. Ik voeg
daaraan thans mijn onverholen be-
wondering toe voor zijn bewoners
voor hetgeen zij zijn, voor wat zij
gedaan hebben en voor wat zij naar
ik weet zullen doen."
,.Daar ik vandaag vertrek zijn
mijn gedachten reeds gericht op de
terugkeer naar deze kusten. Op die
terugkeer zie ik reeds yooruit en ik
kan u verzekeren, dat ik u. die het
hier voor mij tot een tweede tehuis
gemaakt hebben, zeer zal missen.
'T IS DRUILERIG weer vandaag en extra druilerig, nu we zeer
alleen zijn in een bijna lege kazeme. Het is Zaterdag en heden-
morgen werd ons het vervullen van de weekdienst opgedragen,
'n baantje, dat op gezette tijden vele onderofficieren van goed-
moedige, vriendelijke kerels doet veranderen in zure, droefgees-
tige ellendigen. Dat komt ervan, wanneer de legerleiding u een
rang toebedeelL ..Private is the best rank in the Army" heeft een
of andere war-press.correspondent eens gezegd; de man had
gelijk.
de druppels in de rondte vlogen.
Maar ach, tenslotte was het niet
onze taak om pieren en krengen te
delven voor onze C.C., nee, onze
taak was geheel anders. ,,Begeef u
naar massagraf ten Noorden van
weiland (volgden zes cijfers) en
richt u daar in ter verdediging en
voor verblijf tijdens de nacht. zo
luidde de opdracht. En wij weg,
naar massagraf nummer zoveel en
zoveel en bij iedere stap dichterbij
was 't ons meer te moede, alsof we
bezig waren ons eigen massagraf te
graven.
Niettemin, we kwamen er, achter-
volgd door de bulderbassen van 'n
dozijn honden uit de streek, die
zich niet konden herinneren ooit
wezens te hebben gezien, die een
glimmende groene huid bezaten, op
de beide achterpoten liepen en Hol
lands spraken, Maar ze zaten goed
aan de ketting, die honden, en we
lieten ze bulken zoveel ze maar
wilden. Ieder voor zich hoopte ech
ter slechts, dat 'n ander 't zou zijn,
die gedurende de nacht op patrouil-
le zou moeten gaan. Want het is in
die streek van 't land de gewoonte,
dat bij het invallen van de duister-
nis niet alleen de soldaten op pa-
trouille gaan, maar ook de honden.
En gerust, 't is geen pretje om in
het donker met zo'n tamme baviaan
in contact te komen.
Het massagraf was, precies zoals
we gevreesd hadden, een soort be-
renkuil temidden van wat losse
sparren. Er waren wat gaten in de
bodem en daaroverheen spreidden
Maar omdat het nu toch druile
rig weer is vandaag, moeten we iets
vertellen uit de tijd, dat men tracht-
te ons van „private" manschap,
zeggen wij maar tot een hogere
stiel te brengen. In de dagen waar
in ,,'t" gebeurde, was 't ook druile
rig en we bevonden ons op de be
wuste morgen onverwacht aan een
kruising van vier zandweggetjes,
helemaal in het Oosten van 't land,
waar we in het geheel geen bood-
schap zouden hebben gehad, als de
legerleiding er niet tussengekomen
Was. Motregen drizzelde over onze
gascapes en tot in de lopen van
onze geweren en aan de rand van
de weg lag een dood kalf. Het weer
was nog te chagrijnig voor de vlie-
gen, die, naar men weet, de ge
woonte hebben met hele eskaders
neer te strijken op zo'n fris boutje
en er een groot feest aan te rich-
ten. Nee, 't kalf lag daar dood en
eenzaam langs de kleffe weg en 't
keek ons aan met een troebel oog,
vol waterige verbazing.
We waren met drieen en hielden
raad. Zouden we 't beest opsturen
naar de kapitein, die niets ongedaan
liet om ons op te heffen uit de poel
van burgerlijkheid, waarin wij nog
steeds na meer dan een half jaar
dienst in die splinternieuwe Land-
macht waren ondergedompeld? We
zagen 't kalff al met imponerende
blik op 's mans bureau liggen en
sloegen elkaar op de schouders, dat
we onze grondzeilen,- schoven de
uitrusting er onder en gingen op
patrouille, een geweer in de rech-
teh en een boterham met jam in de
linkerhand. Daar liepen we, loerend
over heide en savanne, speurend
langs bosranden en onbelstemde
hellingen en smakkend op het zo
doorweekte brood. We flodderden
nu nonchalant door de aller)iatste
plekken, zomp, zomp, zomp en de
blaasjes borrelden uit de kieren
van onze schoenen.
De toestand was ernstig, however,
l en de vijand naakte. Het was zaak
de stelling gereed te hebben voor
het eerste gevechtscontact. Daarom
waaen de drie voorlopige bewoners
van de berenkuil ook meer dan
verheugd, toen de bulderbasen an-
dermaal hun alarm de wereld in-
zonden en uit het bos een zware
afdeling medestrijders voorvaarts
kwam trekken. Zwaar ja, van be-
wapening, van de nattigheid en van
de schimpscheuten, die uit de man-
haftige colonne opstegen. Binnen
een kwartier was iedereen op zijn
post. Wij waren paraat.
Nu wilde het ongeluk, dat ook
de vijand inmiddels paraat was g>-
komen en het eeiiste gevecht, dat
wij met jeugdige overmoed tijdens
een almachtige plasregen uitvoer-
den, eindigde dan ook met ons aller
gevangenneming. Wij trokken luid
knallend uit honderden losse flod-
ders op een verdachte boerderij
aan, stootten door tot in het woon-
huis, waau ettelijke boerendochters
onder heerlijke consternatie tot op
de zolder vluchtten entroffen
er van alles, behalve „de Feind".
Hij was er niet, maar toen we weer
buiten kwamen, was hij er wel. We
zakten tot over de oren in de
schande en de boerendochters tri-
omfeerden achter onze rug.
„Die Walder steh*n im weiten
(Rund
und traumen in die Nacht
't Was echter oorlog nog twee
dagen lang, dus werd de schare
weer vrijgelaten en marcheerde af
naar het eigen hoofdkwartier. De
avond viel en de schemering begon
zachtjes de aarde toe te dekken.
De regen was uitgeregend, alleen
een vage vochtige sluier waarde
nog tussen bomen en struiken. De
heuvels groeiden naar het vallende
donker toe en vielen weg. Het hout
in het rond verloor zijn grenzen;
de nacht nam het op. Het werd
heel stil daar in het land van Over-
ijsel; de druppels tikten van de
hoge takken.
Daar stond nu dit zeer bijzondere
peloton. deze keurtroep van de
Landmacht rond een hoop sissende
en knisperende takken, waaruit
wolken verstikkende rook ploften
en waarin amper een vuurtje gloor-
de. Er moesten aardappelen gekookt
worden en groenten gesloofd, maar
och arme. 'n handige jongen, die het
klaarspeelde alleen-maar zijn siga-
ret in de brand te krijgen aan dit
formaat fornuis. En allengs moest
de stilte wijken voor menige knet-
terende term, betrekking hebbende
op 't klimaat van dit herfstige land.
Er daagde redding. Daar kwam
over de ongerepte zandweg een
fifteenhunderd-weight aangereden
met de luitenant. D» luitenant nu,
een waardig bondgenoot van de ka
pitein in diens pogingen de burger*
lijkheid uit onze bolsters te ruimen,
werd op dit uitgezochte ogenblik in
onze ogen de man met de reddings-
boei. de strohalm.
Hij overzag de situatie snel en
efficient. Hij zag hoe het moreel
van de troep er voorstond. Hij sloeg
in zijn brein de plannen voor de
komende nacht op. Hij overlegde
met zichzelf. En concludeerde.
Zo kwam het dat wij enkele mi-
nuten later met' de hele onganse
bende, die een soldaat in de strijd
behoort mede te slepen een boeren-
hofstede binnenvielen aan de grens
van de gemeente Haarle zonder
m. De boer en z'n vrouw stonden
ons zonder aarzelen de stal af. Zij
gaven ons aardappelen en sla, leen-
den enige kookketels voor veevoe-
der en daar ging het zeer bijzondere
peloton aan zijn culinaire bezighe
den. Man, man, als onze meisjes,
verloofden en vrouwen ons hadden
bezig gezien
Twee heren kookten; dat was hun
alleenrecht. De rest schilde aard
appelen en pelde sla. Wijzelf? Onze
vingers, die zo bedreven worden
geacht met de pen en op de toets
van de typewriter, grepen in de sla
en maakten deze panklaar.
Wel, toevallig zat daar naast ons
een snuiter, die op dat ogenblik
eveneens in sla deed. En telkens
wanneer hij een krop behandeld
had, staarden wij naar hem, omdat
wij in die periode al drie kroppen
uitgemest hadden en wij voelden
ons een hele Piet. Het huishouden
ging ons goed af en we sloegen ons
op de borst en zeiden tegen de an
der, die langzame, die de-kantjes-
eraf-loper: „Zeker nooit eerder ge
daan he? 't Geeft niet hoor, doe 't
maar kalm-aan en vergeet de rotte
blaadjes niet." En de makker hief
zijn kippige ogen van- de krop-in-
operatie, keek ons aan met een blik,
waarin we de afgunst van een ach-
terblijver, van een brekebeen jegens
zijn zoveel behendiger kameraad
meenden te zien en hij kuchte mee-
lij-wekkend en zei: „Die blaadjes,
dat is niks. Maar dat ongedierte.
dat is het verschrikkelijke". en hij
veegde gelijk een hele familie oor-
wurmen, die uit de sla aan het eva-
cueren was, van zijn blote arm.
Maar hoe 't nu kwam of wij
nu werkelijk geen beestjes in de
sla hadden, of dat het gedierte ons
aan hoorde komen, en bijtijds de
wijk nam naar holen en grotten,
dieper in de krop 't was ons on-
mogelijk een ongerechtigheid aan te
treffen. Derhalve namen we het
mes en hakten het hele zaakje fijn.
'n Slok azijn erover en klaar waren
we.
De maaltijd was alleen al een
feest door het milieu, waarin hij
werd genoten. Alle manschappen
rond de glimmend geboende tafel,
onder het licht van een koperen
petroleumlamp. 'n Antieke schouw
met tegels. Delfts blauw aan de
muren en twee gekruiste jachtgewe-
ren boven de deur. Hier moest alles
smaken.
En dat deed 't. Uit de fifteen-
hundred kwam een gamel met pap
en een schaal met brokjes vlees.
Stralend en zwetend droegen de
koks hun glorie binnen. En dra zat
Jan en alleman duchtig te schran-
sen van hoog tot laag. Zelfs de
onderofficieren en de luitenant had
den goedgevonden aan onze tafel
plaats te nemen; de democratic
vierde hoogtij. (Slot volgt.)
VEEL woorden zijn er bij de
jaarwisseling gezegd en nog
veel meer geschreven. Jammer, dat
over het algemeen er een zeker
defaitisme en neigingen tot pessi-
misme in doorklonk. De meesten
van deze nieuwjaarsbetogen zijn
terug te brengen tot het falen der
Verenigde Volkeren om een snel-
werkend geneesmiddel te vinden
voor de kwalen der wereld.
Moeten wij dit echtetf niet aan-
vaarden als het gevolg van een
hoogst vernietigende en noodlottige
oorlog in de geschiedenis der mens-
heid, die het grootste deel van
Europa en grote gedeelten van
Azie vernietigde en aan wanhoop
prijs gaf? Nooit tevoren heeft de
weneld zulke slagen gekend en het
herstel, dat veel tijd vergt. kan
niet in een nacht geschieden. Er
bestaat geen snelwerkend genees
middel, dat door de Verenigde Vol
keren of welke organisatie ook, kan
worden toegediend. Bovendien be-
vinden wij ons temidden van een
grote wereldrevolutie. De minder
bevoorrechten verlangen gelijkheid
op economisch, opvoedkundig en
sociaal gebied. Wie zal ontkennen,
dat zij hier recht op hebben?
Doch dit resulteert niet alleen in
een gezonde vooruitgang doch ook
in rustverstoringen, onlusten en
onrecht. Toch zal de mensheid met
Gods hulp het einddoel, een hoger
leven en de emancipatie van hon
derden millioenen onzer medemen
sen, bereikt kunnen worden.
O
We dienen verder in het oog te
houden, dat als gevolg van de laat
ste wereldoorlog drastische veran-
deringen in de machtsverhoudin-
gen hebben plaats gevonden Drie
grote mogendheden, Duitsland, Ja
pan en Italie zijn zo goed als uit-
geschakeld. Twee andere grote
mogendheden, Engeland en Frank-
rijk werden ernstig verzwakt. Twee
mogendheden, de Sowjet Ume en
de Ver. Staten, zijn uit de oorlog
te voorschijn gekomen als de groot-
sten der aarde.
Met de aanpassing der toestan-
den zijn jaren gemoeid.
O
De uitvinding van de atoombom
vormt een g*oot gevaar. De wei
gering van Rusland om in te stem-
men met een internationale con-
trole Vieeft internationale veilig-
heidsmaatregelen onmogelijk ge
maakt. Ook de hardnekkige nega-
tieve houding van Rusland met be
trekking tot de samenwerking om
een nieuwe wereld op te bouwen,
gegrondvest op goede wil en per*
soonlijke vrijheid vormt een ern
stig obstakel voor de wereldvrede.
O
Ook in onszelf vinden we be-
lemmeringen. Slechts een krachtig
en doeltref-
fend program-
L ma kan de te-
WPRFT n genwoordige
rFRFTRFV zielsziekte van
GEBEUREN de wereld ge_
J nezen.
Aangezien de
veiligheid der wereld heden ten
dage afhangt van de ontwikkeling
der nationale en internationale pro-
gramma's, welke in het algemeen
belang worden opgesteld. wordt een
van de ernstigste bedneigingen te
gen het verkrijgen van vrede ge-
vormd door de houding van be-
paalde groepen in elk land, die uit
zelfzuchtige motieven druk uitoefe-
nen en de nationale programma's
zodanig uit hun verband rukken,
dat deze inplaats van het algemeen
belang van het mensdom te dienen,
dienstbaar worden gemaakt aan
hun eigen groepsbelangen.
O
De Amerikaan Francis Sayze,
voorzitter van de raad voor Trus-
teeschappen der U.N.O., noemde de
volgende hoopgevende factoren:
1. Het blijkt vrij duidelijk, dat
ondanks haar uitdagende toespra-
ken en handelingen de Sowjet Ume
thans niet gereed is om oorlog te
voeren met een eerste klas macht.
Rusland weet dat het thans nog
niet gereed is. Er is nog een klei-
ne tijdmarge beschikbaao, om be-
vredigende oplossingen te zoeken,
indien zulks mogelijk is.
2. De machtigste landen der
wereld, behalve Rusland, zijn aan-
gewezen op het behoud van de
vrede. Europa heeft beslist vrede
nodig om te voorkomen dat het in
de afgrond wordt gedrevenDe
enige kans voor de toekomst, die
er voor Engeland nog overblijft, is
om oorlog te voorkomen.
3. Amerika is thans op een In
ternationale politiek ingesteld. Zo-
genaamde buitenlandse problemen
zijn voor de V.S. geen problemen
meer. Deze zijn thans zelfs van
grotere invloed op de beurzen, op
het gezinsleven en het dagelijks be
staan der Amerikanen, dan de
meeste kwesties op het gebied van
de politieken een van de diep-
ste verlangens van de doorsnee
Amerikaan gaat uit naar een blij-
vende vrede, gegrondvest op ge
zonde fundamenten.
O
Het belangrijkste en meest inte
ressante feit is, dat 'n grote meer*
derheid van de volkeren thans
eerlijke pogingen doet om de we-
reldproblemen tot een oplossing te
brengen, niet door middel van de
wapenen. doch langs redelijke we-
gen op basis van het recht.
In dit licht bezien betekent het
plan Marshall oneindig veel meer
dan het verlenen van directe hulp
in de nood. Het is een stap van de
meest constructieve aard en wijs
staatsbeleid in het belang van de
wereldvrede. De Sowjet-Unie is
zich hiervan ten voile bewust. Een
hersteld Europa zal het einde be-
tekenen van de Russische plannen
voor wereldoverheersing.
O z
Concluderend mogen we ons
hoofd niet afwenden van het kleine
lichtstraaltje dat aan de donkere
hemel der wereldpolitiek door-
breekt, doch ons in het zwakke
licht ervan koesteren, hopend, dat
het spoedig tot een flinke licht-
bundel moge aangroeien.
Sic transit.
De jaarwisseling te Batavia is dit
jaar rustig verlopen. Door het ver-
bod tot vuurwerk en schieten met
revolvers, karabijnen en artillerie
ging middernacht practisch onhoor-
baar voorbij. Door de hoge prijzen
te Batavia konden de grote hotels
geen champagne schenken of uit-
zonderlijke diners geven. In de par-
ticuliere huizen werd meer gedanst
dan gedronken, daar de prijs van
een kruik bols op de zwarte markt
te Batafia thans vijf en twintig
gulden ta'draagt.