Miinster's nieuwe Bisschop: MGR. MICHAeL KELLER T ROPENRIJMKRABBEL De Vrouw en de Naastenliefde G RE PEN UIT DE PERS Dr. Baruch met vacantie naar Amerika TWEEDAAGSE VELDTOCHT 1 NIEUW NOORDHOLLANDS DACBLAD - Zaterdag 3 Januari 1948 PAG. „ONZE MARINE" dient klacht in Dieven van bandenbonnen gepakt Liturgische Kalender Geestelijke en materiele nood in het oude diocees 3 Doden en 22 gewonden tussen Oud en Nieuw Rozen om Mariabeeld nog steeds niet verwelkt Telefoonstaking te New York Joodse immigranteru ,,breken door" Het aanvragen van werkkleding Maar een deel van zijn hart blijft hier Waardering voor ons land 1947: Slag om Haarle „ALLES P'SSENT(V) Een lichtstraaltje Rustige Oudejaarsavond te Eatavia Het Alg. Nedertl. Comite „Onze Marine" heeft bij de Justitie een klacht ingediend tegen een drietal bla&en, welke artikelen hebben ge- publiceerd, waarin naar het oordeel van dit comite de eer en de goede naam van het Alg. Nederl. Comite „Onze Marine" worden aangetast. In een der bewuste artikelen wordt o.m. gezegd, dat men met stijgende verwondering in marine- kringen „d|e manipulaties van „On- ze Marine (heeft) gadegeslagen. „Wij vragen ons af" aldus deze publicatie „hoe lang het nog zal duuen 'totdat de overheid in deze zaak zal ingrijpen en klaarheid zal brengen over deze duistere prak- tijken". Vier Zaankanters, te weten G. W., A. van K. en P. G. uit Wormer en K. S. uit Krommenie namen 2400 bandenbonnen uit de vernietigings- machines van de papierfabriek van Gelder en Zn te Wormer. Zij brach- ten ze in Purmerend aan de man, doch konden daar worden gepakt. Na te zijn voorgeleid in Haarlem, zijn er drie voorlopig op vrije voe- ten gesteld. De vierde werd vast- gehouden in verband met een ander delict. ZONDAG 3 JANUARI: Zondag tussen 's Heren Besnijdenis en Drie Koningen Evangelie van de Besnijdenis en de Naam van Jezus Op deze Zondag of op 2 Januari: feest van de Zoete Naam Jesus. DINSDAG 6 JANUARI: Epiphani, dat is: Verschijning des Heren. Oorspronkelijk werd niet de Ge- boorte des Heren gevierd, maar zijn verschijnen op aarde. Dit verschijnen was drievoudig: Ge- boorte, Doop en Eerste Wonder. Dit feest der drievoudige verschij ning des Verlossers werd gevierd op 5, elders op 6 Januari. 't Wes- ten bleef Kerstmis op deze van het Oosten genomen wijze vieren tot in de IVe eeuw. Toen begon het Westen de Geboorte te vieren op een eigen feest: 25 December. Het Oosten nam dit geboortefeest over. Op het Verschijningen-feest van 6 Jan. werd dus de viering van de le Verschijning (door ge boorte) overbodig. Men bleef er de rest van het Kerstgebeuren op herdenken: de aanbiddin£ der Wijzen. Dit werd zelfs in het Westen, en dan in het Oosten, de hoofdinhoud van het feest. 6 Ja nuari werd en bleef Driekonin- gen-Dag; Epiphanie betekende voortaan: Verschijning aan de heidenen. SEDERT 28 October hebben we een nieuwe butir gekregen: wij bedoelen de nieuwe bisschop van Miinster, Dr. Michael Keller. Het is geen gemakkelijke taak, welke God deze betrekke- lijk nog jeugdige priester (51 jaren) op de schouders heeft gelegd. Daar is in de eerste plaats de grote voorganger. Mgr. von Galen, die tot ver over de grenzen, dus zelfs bij de vijanden van Duits- land. vermaard en geliefd was. En daar is de oorlog, welke ver- loren werd op een wijze, zoals nog nooit een grote mogendheid een oorlog verloor. De nood is zeer hoog in Munster- land. zoals overal in Duitsland. De stad zelf behoort met 64 pet. ver- woest gebied tot een van de meest getroffen steden van Duitsland. Doch de nood onder de bevolking is veel groter dan men slechts op grond van de tot het oog zo sterk sprekende verwoestingen alleen zou kunnen gissen. Deze nood is te on- derscheiden in een materiele en mo. rele, en de laatste is veelal gevolg van de eerste. De bevolking is met ongeveer 70 pet. vermeerderd, door- dat het Miinsterland enige honderd- duizenden Duitsers uit de door Rus- land en Polen bezette gebieden heeft opgenomen. De woning nood is zo nijpend, dat men in doorsnede slechts enkele vierkante meters woonruimte tot zijn beschikking heeft. De materiele nood nit zich ver- der natuurlijk in gebrek aan voed- sel, kleding en huisraad. Dit ver- oorzaakt een strijd om het naakte bestaan, zozeer, dat er voor de gees telijke dingen geen tijd. lust en be- langstelling meer overblijft. Hier gaat de materiele nood reeds over in de geestelijke: men is door de verloren oorlog niet tot inzicht en inkeer gekomen, integendeel, een honger naar het materiele heeft al- le mensen, vooral de jeugd. aange- grepen. Daardoor moet de Kerk als hoedster der waarheid en Liefde haar heilige zending vervullen. Doch de Kerk ontmoet groeiend wantrou- wen inplaats van de ondersteuning .welke zij zo nodig heeft. Want slechts de Kerk beschikt over de krachten, welke tot vernieuwing van de innerlijke mens kurnien lei- den. De groet van de nieuwe her der aan zijn schapen, ter gelegen- heid van zijn wijding op 20 October 3-1., gaf dan ook blijk van de gro te noden, welke het volk drukken en van de dienovereenkomstige gro te zorgen, aan het herdersambt ver- bonden. De levensloop van Mgr. Keller. Mgr. Keller werd op 16 Febr. 1896 te Siegen geboren. Doch reeds in 1900 werd de vader, die rechter van beroep was, naar Miinster over- geplaatst. Hoewel dr. Keller te Sie gen werd geboren, kan men hem gerust een Miinsterlander noemen, immers zijn vader en diens geslacht komen wel uit Munster en ook zijn moeder is uit deze streek afkomstig. Lang duurde het jeugdverblijf niet. De ene overplaatsing na de andere volgde naar Hamm en Leipzig. Te Paderborn studeerde Keller theolo- gie, doch deze studie moest, nauwe- lijks aangevangen, reeds worden onderbroken, daar de eerste we- reldoorlog de student opeiste. Doch theoloog bleef de student ook als officier te velde. Na de oorlog werd de studie te Innsbruck voortgezet en in 1921 met de priesterwijding afgesloten. Rome zag de jeugdige pt-iester daama onder zijn studen- ten, tot ten slotte te Innsbruck de graad van doctor in de theologie werd behaald. De practische beoefening van het priesterambt geschiedde vooral te Hamburg en omgeving. Doch reeds in 1933 op 37-jarige leeftijd Mgr. Michael Keller, Bisschop van Munster. werd de priester belast met de op- voeding van seminaristen, een ambt, waartoe de allerbesten wor den geroepen. Dit geschiedde als subregens van het seminarium te Osnabruck. In de nood was niettemin de wij- dingsdag voor heel het Miinsterland een feestdag. Het kreeg immers weer een herder. De wijding had plaats door Kardinaal Frings. Het was een grote dag voor het oude Miinster. De Nederlandse verliezen op 31 December en 1 Januari bedroegen 3 gesneuvelden en 22 gewonden. Nederlandse posten en patrouilles ondervonden ..de gebruikelijke vij- andelijkheden". De kroon van rozen, die volgens jaarlijks terugkerend gebruik ze- ven maanden geleder cp net Maria beeld te Stockport werd geplaatst, blijft nog altijd fris. Nog geen en- kel rozenb'aauje is afgevallen. Sedert begin October jl. werd de Mariakerk te Heaton Norris. waar in het beeld zich bevindt, bezocht door 60.000 tot 80.000 pelgrims uit alle delen van Engeland en Ierland. De pastoor van Stockport, P. J. Turner, wordt letterlijk over- stroomd met brieven uit alle delen van de wereld, die aanvragen be- vatten voor rozenblaadjes, ingeval hij deze zou willen wegschenken. Hij is echter niet voornemens dit te doen. De telegraafemployes van drie in- ternationale telefoon- en telegraaf- maatschappijen te New York zijn te middernacht in staking gegaan. De betrokken maatschappijen zijn: de Mackay Radio Incorporated, de Commercial Cable Company en de All America Cables Radio Incorpo rated. Een schip met illegale joodse im- migranten is Donderdagmiddag door de Britse blokkade heen ge- broken en te Nahariya, een kolonie van Duitse joden ten noorden van Haifa, geland. De immigranten werden door „commissies van ont- vangst" begroet. Een aantal Britse luchtlandings- troepen spoedden zich naar het strand en zette onmiddellijk de om geving af. De 500 joden, die zich nog aan boord bevonden, werd de ontscheping belemmerd. Op de 200, die reeds landinwaarts waren ge- vlucht, werd een vervolging inge- zet. Het oude jaar is weer vervlogen, 't Nieuwe diende zich weer aan, Thuis in Holland, in de Tropen, 't Oude jaar is van de baan! Honderdduizend en meer brieven Vlogen snel weer overzee. En zij brachten voor u alien De allerbeste wensen mee. De 6en schreef z6 en die weer anders, Maar allemaal is 't goed bedoeld, U zult het zelf 6ok wel weten, Hoe de soldaat hier schrijft en voelt: „Zalig Nieuwjaar lieve Ouders, „Zalig Nieuwjaar, lieve vrouw. ..Meisje, ik bleef het hele jaar steeds „Jou als mijn verloofde trouw. „Zal je in 't Nieuwe jaar veel schrijven, „Krijg ik iedere dag een brief? „Kinderen zijn jullie voor mamma „Ook in 't nieuwe jaar weer lief? „Zal je ook pappa niet vergeten? „Schrijf hem toch zoveel je kan. „Ook jouw brief kan hij niet missen, „Wees daar maar verzekerd van. „Thuisfront, ook nog wel bedankt hoor, „Voor de pakjes die ik kreeg. „Jammer, vrouwtje, dat mijn haardstoel „Oudejaarsavond n6g was leeg. „Zal ik volgend jaar weer thuis zijn? „Heus ik twijfel er nog aan, ,.Wat de grote heren zeggen, „Kan je toch niet van op aan. „Stond er laatst niet in de kranten, „Met grote koppen als een huis: „In negentien acht en veertig komen „D'eerste dienstplichtigen weer thuis? „Ik had er toch zo op gerekend, „Twee jaar vind ik lang genoeg, ..Maar 't werd later 6ven anders, „En mijn vreugde kwam te vroeg. „Als het weer eens Nieuwe jaar wordt, „Dan beginnen zij met spoed, ,„t Valt natuurlijk erg tegen, „Maar wij houden toch wel moed. „Het is nu echter maar te hopen, ..Deze regering nog wat blijft. „Veronderstel eens dat een „nieuwe" „Het nu weer eens anders schrijft? „Zeg, wat zijn de sigaretten „Die wij krijgen nu toch slecht. „Geloof je dat niet voor soldaten? ,,'t Is toch waar hoor, ja, heus echt. „Hoe 't Sint Nicola^sfeest dit jaar was? „In de cantine dansen hier „Maar de Sint was niet gekcrmen, „Had in dansen geen plezier. „Gisteren was hier weer zo'n avond, „Ja weer dansen met Hawai „Nee, ik ging vroeg onder de klamboe „Want ik houd niet van lawaai. „Je ziet dus dat er voor ontspanning „Ook nog wel wat wordt gedaan, „Ja, het zal met de soldaten „Toch waarachtig nog wel gaan! „Ach er valt wel eens te mopperen, „Maar dat geeft je toch geen snars „En als ze 't in de gaten hebben, „Zitten ze je ook nog dwars. „Ja, wij krijgen dit jaar alien „Nu een Niwin-Kerstpakket „Als er niets van wordt gestolen „En er goed wordt opgelet!" Ik liet voor de variatie Hier een paar man aan het woord. Maar U wist het toch al lang al, Dus ik ga er niet mee voort. Maar dit kan ik wel vertellen, Iedereen gaat graag naar huis, 't Mag bij U niet alles wezen, ,.H i e r is 't ook nog lang niet pluis. Ik eindig nu maar mijn gekrabbel Maar mijn wens voor U is klaar: Ik wens U alien een Gelukkig, Zalig en een goed Nieuwjaar! D. VAN VEEN B a t a v i a, 19 Dec. 1947. Is er wel ooit een tijd geweest, waarin men aan de zorg voor de evenmens zulke vele en grote eisen stelt als tegenwoordig? Onze tijd dringt naa? ontbinding, naar los- making. Overal ontmoeten we leed, nood, ziekte en sleclite behuizing; dit alles heeft de mens versteend, verbitterd. Goddank is er een grote actie in het leven geroepen waar- aan velen gevolg en gehoor geven. Ook heeft men de vrouwen opge- roepen, voor hen die hulp en troost nodig hebben. Ja, altijd heeft de vrouw zich aan charitatieve arbeid gewijd. Ik denk hierbij aan St. Elisabeth, die broden naar de armen droeg die in rozen veranderden. De arme is door God in een nederige positie geplaatst; hij heeft geen kracht, geen geld om in eigen levensonderhoud te voor- zien. In de sleur van onze dagelijkse bezigheden denken we er nooit aan, dat God aan ons tijd en geld heeft gegeven, verstand en aanleg of ge- zondheid. God heeft de vrouw in 't leven op verschillende posten ge plaatst, die ieder een andere taak meebrengen en verschillend werk vragen. Maar God had onze ziel kunnen neerleggen in het kind van de arme, onze talenten kunnen ge ven aan de idioot, of onze gezond- heid aan de altijd zieke, onze ar- beidskracht aan hen, die geen werk te produceren weet. Is het voor ons niet gemakkelijk, wanneer we wo- nen in een behoorlijk huis, waar de goede toon ons voor de ruwe aanra- king met het kwaad bewaard. Wat zou er van ons en onze kin- deren terecht komen, als we moes- ten wonen in een huis waar 6 of 7 gezinnen gehuisvest waren, moesten leven in e6n kamer en wanneer de kinderen sjofel gekleed, 's avonds hun bed moesten vinden, groten en kleinen, jongens en meisjes, alien te samen op een zolder zonder af- scheidingen. Groot is de ellende en dringend de hulp, die velen ver- wachten. De nood te lenigen, de arme te helpen, is de schoonste taak, die God de vrouw op aarde te doen heeft gegeven. Uw aandacht zou ik willen vra gen voor de armen buiten hun schuld, de „Stille armen". De armen die na een langdurige ziekte van de overledene plotseling weduwe zijn geworden en alleen komen te staan voor de zorg van het grote gezin. De armen die na jarenlang in een concentratiekamp te hebben doorgebracht, door de ellende hun gezondheid niet terug krijgen en het brood voor zich en de zijnen niet meer kunnen verdienen. Arm zijn ook zij, die misleid zijn gewor den en nu voor hun kindje, dat in een Doorgangshuis verblijft uit Vanaf 15 Januari 1948 zal door de Distributiediensten wederom gele- genheid worden gegeven voor het collectief aanvragen van werkkle ding. Alle bedrijven, waarin 5 of meer werkkleding dragende arbei- ders (sters) werkzaam zijn, moeten voor al deze werknemers per for- mulier MD 33326. vergezeld van een formulier MD 33327, een aan- vraag indienen op een door de distributiedienst nog nader bekend te maken plaats en tijdstip. Filiaal- bedrijven dienen afzonderlijk aan te vragen. Omtrent de uitreiking der bonnen en de indeling van indivi- duele aanvragen voor werkkleding zullen nog nadere mededelingen volgen. werken moeten gaan. Ook deze vrouwen mogen we niet verstoten en zij verdienen onze hulp. Eeil be- zoek aan een Doorgangshuis doet ons de ogen en harten openen, voor die stumperds. Na deze korte opsomming is 't niet zo moeilijk meer te begrijpen wat een arme, maar vooral een „stille arme" is. Het is vanzelf sprekend, dat de vrouw een eerste plaats moet in- nemen bij de Armenzorg. Wie zal evenals St. Elisabeth de rozen van barmhartigheid beter kunnen uit- strooien dan de vrouw, die gewoon is elke uiting van liefde gepaard te doen gaan met pijn en offer, opdat de belangloosheid ervan tot ieder spreken zou? Is niet in elk gezin de vrouw in alle nood, de toevlucht? Laten wij vrouwen in deze tijd van nood en ellende onze sociale plicht ver- staan. De gevallene oprichten, zie- ken en zwakken verzorgen, hulp brengen bij hen, die buiten hun schuld in nood verkeren, de „stille armen". De strenge winterkou sTaat voor de deur, nog zijn er mensen, die geen warm onder of bovengoed hebben, nog zijn er kinderen, die met een versleten dun jasje naar school moeten gaan. Kijken wij nu onze kasten na, wellicht vinden we iets voor onze arme medemensen. Laten we naar het voorbeeld van St. Elisabeth de deugd der christe- lijke naastenliefde beoefenen opdat God aan het einde van ons leven tot ons zal kunnen zeggen: „Ik was hongerig en gij hebt mij gespijzigd, „Ik was naakt en gij hebt mij ge kleed, kom binnen in mijn Rijk en neem bezit van de plaats die Ik voor U heb bereid." Leiden, 30 December 1947. M. E. Steyger-Asperslagh De NIEUWE EEUW die een mooi Kerstnummer had, met interessante en belangwekkende artikelen en beschouwingen en lezenswaardige verhalen wijdt haar Nieuwjaarshoofdartikel in het laatste nummer voor een deel aan de samenwerking tussen K.V.P. en P.v.d.A. Het blad is terecht van mening, dat de oplossing van het Indische drama en de regeling der onderlinge verhoudingen in het maatschappelijk leven naar recht en billijkheid (publiekrechtelijke be- drijfsorganisatie) twee enorme vraagstukken zijn. waarbij vele katholieken de gedachte hebben, dat zij, met name voor de oplossing van Indie, bekocht zijn geweest door hun gebondenheid met de poli- tieke partner. Schr. meent, dat de politiek weliswaar de kunst van 't bereikbare is, maar dat men ook moet denken aan een politiek van idealen, al zou men dan w^t minder bereiken. (Dat is heel schoon, maar niet practisch! Red.). Er zijn. meent de N.E.. momenten geweest in de samenwerking, dat een stugge weigering van katholieke zijde, ver- der mee te werken met zijn poli tiek. op haar plaats ware geweest. En dan meent de N.E. ook, dat men de oppositie dank mag weten. dat zij haar idealen (in de Indische kwestie) hoger stelde. (Het is sterk de vraag, of dat juist is. Ook de oppositie, die geen verantwoorde- lijkheid draagt, voert politiek en dat is tenslotte altijd een zaak van feiteliik handelen! En of de oppo sitie dan altijd werkelijk door idea- lisme werd geleid.... Red.). Het blad meent voorts. dat de komende verkiezingen wellicht ver- schuivingen zullen brengen in de parlementaire verhoudingen. Interessant is verder in het num mer van deze week, een artikel van ..zeer geachte" priesterlijke zijde, naar aanleiding van een boek van Dick Ouwedijk, waarin wordt be- toogd, dat het formlisme de grootste vijand is van het Christendom. De priester-schrijver in de N.E. gaat zelfs zover, dat hij het formalisme een grotere vijand noemt dan het communisme of humanisme. hetgeen ons wel wat overdreven voorkomt. Maar een waarschuwing is zeker op haar plaats: ,.er is teveel zelfge- noegzaamheid, zich uitend op na- ieve wijze vaak, in zelfverheerlij- king. Gezagsdragers trachten hun prestige te handhaven door elkan- der te verheerlijken of voortduvend aan anderen daartoe de gelegenheid te geven." En dan dit: „Het ge- loofsleven wordt maar al te zeer verlegd naar uiterlijke gehoorzaam- heid aan het Gezag in de Kerk", doch „deze moet niet Haar kracht zoeken in massale manifestaties en bijeenkomsten, maar in de persoon- lijk beoefende zielzorg." Wij moe ten ons niet „verschuilen achter uitwendige trouw aan gezag" en niet opgaan in het „opbrengen van mechanisch herhaalde plichten". (Wat de soms te grote aandacht voor de macht van het getal en voor uiterlijke demonstraties betreft, be schouwingen daarover zijn niet nieuw: wij moeten o.i. het een doen en het ander niet laten, maar zeker waken tegen dat dodende formalis me, dat trouwens niet alleen een beletsel voor de voile ontplooiing van het Christendom is, maar ook het algemeen-maatschappelijk leven bedreigt (red.). Van de Nieuwjaarsbeschouwingen uit de dagbladen refereren wij ons aan de conclusie van „De Tijd", die schrijft, dat 1948 een beslissend jaar zal worden: „Men kan niet aanne- men, dat het probleem Indonesie dit nieuwe jaar niet zus of zo zijn op lossing zal vinden. Het zal een jaar zijn van verkiezingen, waarbij een nieuwe samenwerking op het spel staat. die, naar onze vaste overtui- ging, veel zegen voor Nederland in- houdt en het met name kan behoe- den voor, al is het langs oppositio- nele weg, communistische dwinge- landij. Het zal vooral zijn een jaar van soberheid, waarin wij t.erug- keren of daarin falen tot de relaiteitszin, die zo kenmerkend is voor dit hoekige, nuchtere volk van de lage landen. Wij kunnen ons, in klaar besef van de risico's, die het met zich meebrengt, met het aan- breken van dit nieuwe, beslissende jaar, geluk wensen. Het zal ons volk de hoogste eisen stellen. Maar wie dit volk kent, weet, dat het tegen die eisen is opgewassen." De Amerikaanse ambassadeur, dr. Herman B. Baruch, is Vrijdag voor een korte vacantie met de Nieuw Amsterdam naar de Ver. Staten vertrokken. Hij verwacht naar ons land terug te keren rond de eerste Februari. Voor zijn ver- trek vertelde hij aan vrienden, dat hjj Nederland als zijn tweede te nuis beschouwde. „Toen ik in April in Nederland arriveerde, om er mijn functie als Amerikaans ambassadeur te aan- vaarden, deelde ik mee, dat ik voel- de, dat ik Nederland kende. Zulks in verband met mijn bezoeken aan Nederland voor de oorlog en in ver band met het feit, dat ik het voor- recht had vele Nederlanders voor tal van jaren te kennen. Ik vertelde toen, dat ik wist dat ik mij hier thuis zou voelen. Nu ik met mijn fa- milie voor een kort bezoek aan de Ver. Staten vertrek, heb ik het ge- voel, dat ik een deel van mijn hart achterlaat. De ambassadeur zei ver der. dat de tijd, welke hij nu in ons land heeft doorgebracht een van de prettigste uit zijn leven is. „In de tijd dat ik hier was, heb ik het voorrecht gehad het grootste deel van Nederland te bezoeken en het prachtige werk te zien, dat gij ge daan hebt met betrekking tot de wederopbouw van dit waarlijk mooie land tot vooroorlogse stan- daarden. Het is mij een voorrecht geweest oude vriendschappen te hernieuwen, vele nieuwe vrienden te maken en uw dappere en god- vrezende landgenoten te kennen, die onversaagd verder gaan om het doel te bereiken waarvoor wij staan." „Ik heb altijd waardering gehad voor Nederland. Ik voeg daaraan thans mijn onverholen be- wondering toe voor zijn bewoners voor hetgeen zij zijn, voor wat zij gedaan hebben en voor wat zij naar ik weet zullen doen." ,.Daar ik vandaag vertrek zijn mijn gedachten reeds gericht op de terugkeer naar deze kusten. Op die terugkeer zie ik reeds yooruit en ik kan u verzekeren, dat ik u. die het hier voor mij tot een tweede tehuis gemaakt hebben, zeer zal missen. 'T IS DRUILERIG weer vandaag en extra druilerig, nu we zeer alleen zijn in een bijna lege kazeme. Het is Zaterdag en heden- morgen werd ons het vervullen van de weekdienst opgedragen, 'n baantje, dat op gezette tijden vele onderofficieren van goed- moedige, vriendelijke kerels doet veranderen in zure, droefgees- tige ellendigen. Dat komt ervan, wanneer de legerleiding u een rang toebedeelL ..Private is the best rank in the Army" heeft een of andere war-press.correspondent eens gezegd; de man had gelijk. de druppels in de rondte vlogen. Maar ach, tenslotte was het niet onze taak om pieren en krengen te delven voor onze C.C., nee, onze taak was geheel anders. ,,Begeef u naar massagraf ten Noorden van weiland (volgden zes cijfers) en richt u daar in ter verdediging en voor verblijf tijdens de nacht. zo luidde de opdracht. En wij weg, naar massagraf nummer zoveel en zoveel en bij iedere stap dichterbij was 't ons meer te moede, alsof we bezig waren ons eigen massagraf te graven. Niettemin, we kwamen er, achter- volgd door de bulderbassen van 'n dozijn honden uit de streek, die zich niet konden herinneren ooit wezens te hebben gezien, die een glimmende groene huid bezaten, op de beide achterpoten liepen en Hol lands spraken, Maar ze zaten goed aan de ketting, die honden, en we lieten ze bulken zoveel ze maar wilden. Ieder voor zich hoopte ech ter slechts, dat 'n ander 't zou zijn, die gedurende de nacht op patrouil- le zou moeten gaan. Want het is in die streek van 't land de gewoonte, dat bij het invallen van de duister- nis niet alleen de soldaten op pa- trouille gaan, maar ook de honden. En gerust, 't is geen pretje om in het donker met zo'n tamme baviaan in contact te komen. Het massagraf was, precies zoals we gevreesd hadden, een soort be- renkuil temidden van wat losse sparren. Er waren wat gaten in de bodem en daaroverheen spreidden Maar omdat het nu toch druile rig weer is vandaag, moeten we iets vertellen uit de tijd, dat men tracht- te ons van „private" manschap, zeggen wij maar tot een hogere stiel te brengen. In de dagen waar in ,,'t" gebeurde, was 't ook druile rig en we bevonden ons op de be wuste morgen onverwacht aan een kruising van vier zandweggetjes, helemaal in het Oosten van 't land, waar we in het geheel geen bood- schap zouden hebben gehad, als de legerleiding er niet tussengekomen Was. Motregen drizzelde over onze gascapes en tot in de lopen van onze geweren en aan de rand van de weg lag een dood kalf. Het weer was nog te chagrijnig voor de vlie- gen, die, naar men weet, de ge woonte hebben met hele eskaders neer te strijken op zo'n fris boutje en er een groot feest aan te rich- ten. Nee, 't kalf lag daar dood en eenzaam langs de kleffe weg en 't keek ons aan met een troebel oog, vol waterige verbazing. We waren met drieen en hielden raad. Zouden we 't beest opsturen naar de kapitein, die niets ongedaan liet om ons op te heffen uit de poel van burgerlijkheid, waarin wij nog steeds na meer dan een half jaar dienst in die splinternieuwe Land- macht waren ondergedompeld? We zagen 't kalff al met imponerende blik op 's mans bureau liggen en sloegen elkaar op de schouders, dat we onze grondzeilen,- schoven de uitrusting er onder en gingen op patrouille, een geweer in de rech- teh en een boterham met jam in de linkerhand. Daar liepen we, loerend over heide en savanne, speurend langs bosranden en onbelstemde hellingen en smakkend op het zo doorweekte brood. We flodderden nu nonchalant door de aller)iatste plekken, zomp, zomp, zomp en de blaasjes borrelden uit de kieren van onze schoenen. De toestand was ernstig, however, l en de vijand naakte. Het was zaak de stelling gereed te hebben voor het eerste gevechtscontact. Daarom waaen de drie voorlopige bewoners van de berenkuil ook meer dan verheugd, toen de bulderbasen an- dermaal hun alarm de wereld in- zonden en uit het bos een zware afdeling medestrijders voorvaarts kwam trekken. Zwaar ja, van be- wapening, van de nattigheid en van de schimpscheuten, die uit de man- haftige colonne opstegen. Binnen een kwartier was iedereen op zijn post. Wij waren paraat. Nu wilde het ongeluk, dat ook de vijand inmiddels paraat was g>- komen en het eeiiste gevecht, dat wij met jeugdige overmoed tijdens een almachtige plasregen uitvoer- den, eindigde dan ook met ons aller gevangenneming. Wij trokken luid knallend uit honderden losse flod- ders op een verdachte boerderij aan, stootten door tot in het woon- huis, waau ettelijke boerendochters onder heerlijke consternatie tot op de zolder vluchtten entroffen er van alles, behalve „de Feind". Hij was er niet, maar toen we weer buiten kwamen, was hij er wel. We zakten tot over de oren in de schande en de boerendochters tri- omfeerden achter onze rug. „Die Walder steh*n im weiten (Rund und traumen in die Nacht 't Was echter oorlog nog twee dagen lang, dus werd de schare weer vrijgelaten en marcheerde af naar het eigen hoofdkwartier. De avond viel en de schemering begon zachtjes de aarde toe te dekken. De regen was uitgeregend, alleen een vage vochtige sluier waarde nog tussen bomen en struiken. De heuvels groeiden naar het vallende donker toe en vielen weg. Het hout in het rond verloor zijn grenzen; de nacht nam het op. Het werd heel stil daar in het land van Over- ijsel; de druppels tikten van de hoge takken. Daar stond nu dit zeer bijzondere peloton. deze keurtroep van de Landmacht rond een hoop sissende en knisperende takken, waaruit wolken verstikkende rook ploften en waarin amper een vuurtje gloor- de. Er moesten aardappelen gekookt worden en groenten gesloofd, maar och arme. 'n handige jongen, die het klaarspeelde alleen-maar zijn siga- ret in de brand te krijgen aan dit formaat fornuis. En allengs moest de stilte wijken voor menige knet- terende term, betrekking hebbende op 't klimaat van dit herfstige land. Er daagde redding. Daar kwam over de ongerepte zandweg een fifteenhunderd-weight aangereden met de luitenant. D» luitenant nu, een waardig bondgenoot van de ka pitein in diens pogingen de burger* lijkheid uit onze bolsters te ruimen, werd op dit uitgezochte ogenblik in onze ogen de man met de reddings- boei. de strohalm. Hij overzag de situatie snel en efficient. Hij zag hoe het moreel van de troep er voorstond. Hij sloeg in zijn brein de plannen voor de komende nacht op. Hij overlegde met zichzelf. En concludeerde. Zo kwam het dat wij enkele mi- nuten later met' de hele onganse bende, die een soldaat in de strijd behoort mede te slepen een boeren- hofstede binnenvielen aan de grens van de gemeente Haarle zonder m. De boer en z'n vrouw stonden ons zonder aarzelen de stal af. Zij gaven ons aardappelen en sla, leen- den enige kookketels voor veevoe- der en daar ging het zeer bijzondere peloton aan zijn culinaire bezighe den. Man, man, als onze meisjes, verloofden en vrouwen ons hadden bezig gezien Twee heren kookten; dat was hun alleenrecht. De rest schilde aard appelen en pelde sla. Wijzelf? Onze vingers, die zo bedreven worden geacht met de pen en op de toets van de typewriter, grepen in de sla en maakten deze panklaar. Wel, toevallig zat daar naast ons een snuiter, die op dat ogenblik eveneens in sla deed. En telkens wanneer hij een krop behandeld had, staarden wij naar hem, omdat wij in die periode al drie kroppen uitgemest hadden en wij voelden ons een hele Piet. Het huishouden ging ons goed af en we sloegen ons op de borst en zeiden tegen de an der, die langzame, die de-kantjes- eraf-loper: „Zeker nooit eerder ge daan he? 't Geeft niet hoor, doe 't maar kalm-aan en vergeet de rotte blaadjes niet." En de makker hief zijn kippige ogen van- de krop-in- operatie, keek ons aan met een blik, waarin we de afgunst van een ach- terblijver, van een brekebeen jegens zijn zoveel behendiger kameraad meenden te zien en hij kuchte mee- lij-wekkend en zei: „Die blaadjes, dat is niks. Maar dat ongedierte. dat is het verschrikkelijke". en hij veegde gelijk een hele familie oor- wurmen, die uit de sla aan het eva- cueren was, van zijn blote arm. Maar hoe 't nu kwam of wij nu werkelijk geen beestjes in de sla hadden, of dat het gedierte ons aan hoorde komen, en bijtijds de wijk nam naar holen en grotten, dieper in de krop 't was ons on- mogelijk een ongerechtigheid aan te treffen. Derhalve namen we het mes en hakten het hele zaakje fijn. 'n Slok azijn erover en klaar waren we. De maaltijd was alleen al een feest door het milieu, waarin hij werd genoten. Alle manschappen rond de glimmend geboende tafel, onder het licht van een koperen petroleumlamp. 'n Antieke schouw met tegels. Delfts blauw aan de muren en twee gekruiste jachtgewe- ren boven de deur. Hier moest alles smaken. En dat deed 't. Uit de fifteen- hundred kwam een gamel met pap en een schaal met brokjes vlees. Stralend en zwetend droegen de koks hun glorie binnen. En dra zat Jan en alleman duchtig te schran- sen van hoog tot laag. Zelfs de onderofficieren en de luitenant had den goedgevonden aan onze tafel plaats te nemen; de democratic vierde hoogtij. (Slot volgt.) VEEL woorden zijn er bij de jaarwisseling gezegd en nog veel meer geschreven. Jammer, dat over het algemeen er een zeker defaitisme en neigingen tot pessi- misme in doorklonk. De meesten van deze nieuwjaarsbetogen zijn terug te brengen tot het falen der Verenigde Volkeren om een snel- werkend geneesmiddel te vinden voor de kwalen der wereld. Moeten wij dit echtetf niet aan- vaarden als het gevolg van een hoogst vernietigende en noodlottige oorlog in de geschiedenis der mens- heid, die het grootste deel van Europa en grote gedeelten van Azie vernietigde en aan wanhoop prijs gaf? Nooit tevoren heeft de weneld zulke slagen gekend en het herstel, dat veel tijd vergt. kan niet in een nacht geschieden. Er bestaat geen snelwerkend genees middel, dat door de Verenigde Vol keren of welke organisatie ook, kan worden toegediend. Bovendien be- vinden wij ons temidden van een grote wereldrevolutie. De minder bevoorrechten verlangen gelijkheid op economisch, opvoedkundig en sociaal gebied. Wie zal ontkennen, dat zij hier recht op hebben? Doch dit resulteert niet alleen in een gezonde vooruitgang doch ook in rustverstoringen, onlusten en onrecht. Toch zal de mensheid met Gods hulp het einddoel, een hoger leven en de emancipatie van hon derden millioenen onzer medemen sen, bereikt kunnen worden. O We dienen verder in het oog te houden, dat als gevolg van de laat ste wereldoorlog drastische veran- deringen in de machtsverhoudin- gen hebben plaats gevonden Drie grote mogendheden, Duitsland, Ja pan en Italie zijn zo goed als uit- geschakeld. Twee andere grote mogendheden, Engeland en Frank- rijk werden ernstig verzwakt. Twee mogendheden, de Sowjet Ume en de Ver. Staten, zijn uit de oorlog te voorschijn gekomen als de groot- sten der aarde. Met de aanpassing der toestan- den zijn jaren gemoeid. O De uitvinding van de atoombom vormt een g*oot gevaar. De wei gering van Rusland om in te stem- men met een internationale con- trole Vieeft internationale veilig- heidsmaatregelen onmogelijk ge maakt. Ook de hardnekkige nega- tieve houding van Rusland met be trekking tot de samenwerking om een nieuwe wereld op te bouwen, gegrondvest op goede wil en per* soonlijke vrijheid vormt een ern stig obstakel voor de wereldvrede. O Ook in onszelf vinden we be- lemmeringen. Slechts een krachtig en doeltref- fend program- L ma kan de te- WPRFT n genwoordige rFRFTRFV zielsziekte van GEBEUREN de wereld ge_ J nezen. Aangezien de veiligheid der wereld heden ten dage afhangt van de ontwikkeling der nationale en internationale pro- gramma's, welke in het algemeen belang worden opgesteld. wordt een van de ernstigste bedneigingen te gen het verkrijgen van vrede ge- vormd door de houding van be- paalde groepen in elk land, die uit zelfzuchtige motieven druk uitoefe- nen en de nationale programma's zodanig uit hun verband rukken, dat deze inplaats van het algemeen belang van het mensdom te dienen, dienstbaar worden gemaakt aan hun eigen groepsbelangen. O De Amerikaan Francis Sayze, voorzitter van de raad voor Trus- teeschappen der U.N.O., noemde de volgende hoopgevende factoren: 1. Het blijkt vrij duidelijk, dat ondanks haar uitdagende toespra- ken en handelingen de Sowjet Ume thans niet gereed is om oorlog te voeren met een eerste klas macht. Rusland weet dat het thans nog niet gereed is. Er is nog een klei- ne tijdmarge beschikbaao, om be- vredigende oplossingen te zoeken, indien zulks mogelijk is. 2. De machtigste landen der wereld, behalve Rusland, zijn aan- gewezen op het behoud van de vrede. Europa heeft beslist vrede nodig om te voorkomen dat het in de afgrond wordt gedrevenDe enige kans voor de toekomst, die er voor Engeland nog overblijft, is om oorlog te voorkomen. 3. Amerika is thans op een In ternationale politiek ingesteld. Zo- genaamde buitenlandse problemen zijn voor de V.S. geen problemen meer. Deze zijn thans zelfs van grotere invloed op de beurzen, op het gezinsleven en het dagelijks be staan der Amerikanen, dan de meeste kwesties op het gebied van de politieken een van de diep- ste verlangens van de doorsnee Amerikaan gaat uit naar een blij- vende vrede, gegrondvest op ge zonde fundamenten. O Het belangrijkste en meest inte ressante feit is, dat 'n grote meer* derheid van de volkeren thans eerlijke pogingen doet om de we- reldproblemen tot een oplossing te brengen, niet door middel van de wapenen. doch langs redelijke we- gen op basis van het recht. In dit licht bezien betekent het plan Marshall oneindig veel meer dan het verlenen van directe hulp in de nood. Het is een stap van de meest constructieve aard en wijs staatsbeleid in het belang van de wereldvrede. De Sowjet-Unie is zich hiervan ten voile bewust. Een hersteld Europa zal het einde be- tekenen van de Russische plannen voor wereldoverheersing. O z Concluderend mogen we ons hoofd niet afwenden van het kleine lichtstraaltje dat aan de donkere hemel der wereldpolitiek door- breekt, doch ons in het zwakke licht ervan koesteren, hopend, dat het spoedig tot een flinke licht- bundel moge aangroeien. Sic transit. De jaarwisseling te Batavia is dit jaar rustig verlopen. Door het ver- bod tot vuurwerk en schieten met revolvers, karabijnen en artillerie ging middernacht practisch onhoor- baar voorbij. Door de hoge prijzen te Batavia konden de grote hotels geen champagne schenken of uit- zonderlijke diners geven. In de par- ticuliere huizen werd meer gedanst dan gedronken, daar de prijs van een kruik bols op de zwarte markt te Batafia thans vijf en twintig gulden ta'draagt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 3