iJ JAN GROENHAAR DE LAATSTE MAN UIT DE KERMIS DER WERELD IN CANADA IS VOORLOPIG GEEN OVERPRODUCTIE teiAimrikflrnise sow werd rte^koninq von Samoa 1111 fa Is U bang voor rode bond? ,'Wfc L6 /"VARfcevua! Als kleine zus en broer uitgaan Er z!ya nog |apperi dk rii&Q&o- \0i dot z£ verta hebben A-M-W-B fillip by pech onik waj wDRlt steeds bfter DE LITURGIE VAN DE DAG (hopelijk...klq)5U3Qflr f PAG. 4 NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Dinsdag 20 Januari 1948 H r m Hot vsrkeer te Meppel eiste dat aan de bestaande toestand betref- fende d.e bodediensten een einde kwam. De autoriteiten hebben nu een oplossing gevonden in een centraal bodeterrein waar alle wagens en auto's een vaste standplaats hebben gekregen. VI IEMAND zal wel ooit nog horen van Jan Schuijt, de machinist I van trein 3051, die op de middag, dat de aardbol ophield te bestaan, helemaal alleen achter zijn machine stond. Er is nie-. mand, die hem heeft zien voorbijkomen, langs de in onbruik ge- raakte halteplaatsen van wel^pr, en niemand, die zijn stoomfluit heeft horen krijsen langs de onbewaakte overwegen. Allen waren reeds verzameld om te worden geoordeeld en gescheiden. Allen, op een na een, die over 't hoofd was gezien. Jan Schuijt was de laatste man. En hij was met zijn machine alleen op het traject die weinige kilometers met de polders aan weerszijden. c ue marshal fcSf/^oRT WELKE REDEN? WIJ GAVEN, aan de hand van gegevens van een der deel- nemers, een kort verslag van de inleiding, welke ir. Jacobs hield voor de vereniging van oud-leerlingen van de Katholieke Landbouwwinterschool te Voorhout, over de emigratiemogelijk- heden in Canada. Op deze inleiding volgde een interessant debat, waarbij vele vragen werden gesteld, die ir. Jacobs vlot beant- woordde. Het lijkt ons voor vele lezers belangwekkend, van deze vragen en de daarop gegeven antwoorden kennis te nemen. Pachtprijzen bij deelpacht De afwikkeling der geldzuivering EXPORTCONTROLE IN DE VER. STATEN beginfr 1 Maart a.s. Levert Uw oude Girogidsen in Belgische treintarieven verhoogd 1\ 3] t< 11 e m e e D U ir :c e e o 1 a j G F t( I F e e ii n C e a ii it S o r e e lT C e C ii li o D li F V .11 A C e e H o C u n E o •e E e ei e' il a, "V w coget omnes ..Achter klaar?" riep de rode pet, van't perron. „Achter klaar" echode de treinconducteur. Er klapte een portier. „Ja, vooruit'\ riep de stem. „Wat klinkt 't hoi",' dacht Schuyt, dp machinist van 3051. En toen, dat was me wat, toen wilden die grote wielen niet pakken op de sllpperige rails. Klagend sloegen ze door, en nog eens. De stoker sprong naar beneden. Jgn Schuyt draaide de kraan voorzichtig open, hij voelde eqn zachte trilling in de machine, t wilde niet. Minder stoom, minder stoom, kerel, wat 'n druk was er in dat kwartier op gekomen. Daar had je *t! Langs 't stalen laddertje week de dwarsligger traag terug. Daar, de volgende. En nu weer een, nog een. De gang kwam erin. Was de trein dan zo vol? 't Kon bijna niet; de werklui kwamen eerst na vijven. Geregend had 't niet, dat wist hij zeker al was 't kil buiten. 't Zou wel mistig wor den tegen de avond, meende hij. 'n Paar extra fluitstoten bij de overwegen; nog een keer heen en weer, dan zat de dienst erop. Er kwam een zwaar gerucht van de perrons achter hem; Jan Schuijt keek er half-vragend van op. paar was de klok aan de garage: twintig over vier. Vijf minuten te laat. Meer stoom; hij zou't inhalen. Want J?n Schuijt was nog jong, al reed hij nu wel drie jaar op dit vak. jyechts eenmaal was hij met ver traging binnengekomen. 'n Klein meisje had op de rails zitten spe- len en., hoe hij 't gedaan had. wist- ie nog niet, maar hij had de 3051 gestopt, op twintig meter van 't kind, 't Was doofstom, dat herin- nerde hij zich nog wel, maar hij I a 9 13 BI ffl 13 «ndr'n fi was als 'n lijk van de machine ge- stapt en had bij een boerderij wa ter gedronken. Nu lag de kleine stad achter hem en hij zette de toevoer vol-open. De maximale snelhgid maar even, dan hoefde er bij de volgende halte al niemand te wachten. Hij draaide zich half naar de tender. Daar was niemand. In 'n leeg gebaar stak hij de arm uit, liet hem vallen. Hij slikte kort en keerde zich rPsoluut naar de manometers. Toen, met 'n ruk, naar de tender. Er was niemand. Hij had geen stoker, niemand om het vuur te onderhouden. Niemand om naast hem te staan. Eerst minuten later realiseerde hij zich. dat hij nu een fout beging. Zonder stoker mocht hij niet ver- der. En buiten dat: hij kon zelfs niet verder. Zelfs al redde hij dit traject zonder vertraging. dan zou 't minstens een half uur kosten om straks de machine op een zodanige druk te krijgen, dat hij weer kon vertrekken. Machinist Jan Schuijt, die nog maar eenmaal vertraging had op- gelopen, al deze drie jaar, zuchtte heel diep. En hij keek naar z'n handles, de peilglazen, de vuil-witte wijzerplaten. En hij keek om zich heen. Hij kop 't niet helpen. Er was maar 64n weg: vooruit. Hij kon niet remmen; iets anders zou hem in halen, 't zou hem grijpen, 't zou hem vermorzelen. Er was maar een weg. Vooruit! De lassen in de stalen staven donderden onder z'n voeten weg. Achter de tender klotsten de wagons wiegend op de maat van de cadans. Rechts van de lijn draaide een kerk voorbij, 'n dorpskerk. Hoog ratelde 't gekletter op bij het passeren van een blokpost. De post- wachter stak er iedere middag z'n hop uit 't raam. Nu was hij er niet. Hij liet zeker de afsluitbomen neer bij de overweg. Daar kwam 't dorp en cie overweg. Jan Schuijt wierp een blik uit 't raampje en z'n hart Stond stil. De bomen waren open.... Instinctief greep hij naar de stoomtoevoer. 't Was te laat, o, veel te laat. De overweg glimpte voorbij; de weg was verlaten, dat zag hij nog niet. Maar hij was niet bij machte zich opgelucht te voelen. Hij kuchte en was schor. Hij kuchte weer en wilde zijn eigen stem ho ren boven het gehamer van iizer op ijzer. ..Martha" zei hij benauwd en beverig. „Martha" meer niet. Hij kuchte weer en 't prikte in z'n ogen. Z'n hoofd was groot en hoi en er zoemde iets met 'n hoge, ijle toon. De tweede overweg. Al uit de verte zag hij 't rood-wit van de bomen verticaal. Hij greep naar 't koord. Snerpend gilde de fluit over het land, een hoog. hoog gegil, vol van de niea te beheersen snelheid, waarmee het gevaar naderde. Na- derde en voorbij was. En als er mensen geweest waren op het land en tussen de huizen, dan hadden zij het gillen kunnen horen aangroei- en uit de verte; ze hadden het met een wapperende stoompluim langs zien Snellen en het horen afzakken naar de horizon. Ja.. en ze zouden tot elkaar gezegd hebben: „Hoor je de trein? 't Lijkt of er iemand in nood is. zo gilt-ie." Maar er was niemand meer om de trein te ho ren; geen man en geen mens. Er was alleen Jan Schuijt, de machinist, en zijn levend mecha- niek. 't Was hem gegeven om door hem beheerst te worden, om door zijn hand en zijn hersens te worden ge- leid. En Jan Schuijt, de machinist, stond daar achter zijn machine en hij mocht 'r niet uit zijn handen laien gaan. Er waren dingen ver- keerd nu, langs de lijn, dat wist hij, maar hijzelf had de plicht om vol- ledig te zijn wat van hem geeist werd. Meer dan dat: ver boven de honderd procent moest hij komen om datgene goed te -maken, wat anderen nalieten. Hij moest z'n armen optillen en was dof-verwonderd. hoe zwaar en werkeloos ze waren. Maar hij dwong ze; hij zou de machine dwingen. Hij leidde de 3051 niemand anders. Niemand? Nee, er was niemand om naast hem te staan, niemand om bii hem te zijn. Hij kneep de ogen fel samen en zag vooruit. De zwart- witte waarschuwingsborden schoten op hem aan. Signaal. Toen werkte hij en minderde vaart. En er was aan trein 3051 niets onregelmatigs, toen Jan Schuijt hem zachtjes knar- send langs het klinkerstenen perron- netje tot stilstand bracht. De machine pafte rustend na. ter- wijl de machinist naar buiten leun- de en niets zag. Zijn ogen waren star gericht op het gewicht van de signaalklok naast de wachttoren. Het was er volkomen stil. op dat kleine station. Niemand stapte uit niemand stapte in. Er was geen chef en geen vrolijke jongeman. die. zoals anders. de post aannam. Het was als op een zeer hete zomermid- dag, wanneer elk levend wezen in de schaduw is gevlucht en er niets beweegt dan het getril van de lucht. Het station lag al ver achter Jan Schuijt. toen hem dit alles bewust werd. De trein gromde zwaar over een brug. Onder Was een schip vastgelopen in de walkant. Er hin- gen kleurige doeken aan de droog- lijn. En terwijl Jan Schuijt daar op de geribde stalen plaat achter zijn hef- bomen en instrumenten heen en weer wiegde nu de loc' in 'n goed- moedige gang naar het eindstation kroop, begreep hij veel. Hij wist nu dat toestanden en omstandigheden. feiten en factoren de mensen uit de handen genomen waren. Hij zag zichzeif als een heel klein mannetje in een peuterig klein rupsie over twee minuscuul-smalle draadjes glij- den. temidden van een klein groen vlakje op de aardbol. een speel-bal in het heelal. En dat besef maakte hem zeer wijs: zo wijs als maar wei- nig mensen voor hun dood worden. En toen het donker uit het oosten opkwam, liep de 3051 langzaam naar het lange grijze lint van z'n laatste perron. Onder de bekapping vielen schuin de rosse stralen van een ster- vende zon. En Schuijt. de machinist, zette zijn 3051 op de plaats, waar hij dagelijks had gestaan. de koplam- pen van de machine naast de rode Uin in de tegels van het perron. En hij ging langs de wagons als een conducteur. maar ..uitstappen" durf- de hij niet te roepen. In de zachte wind, die uit het westen kwam. klan oerde hoog een raam. lo«gelaten bii het vertrek van hen. die er eens woonden en die nu waren opgeroe- pen. Hii controleerde de assen op het celuid; hij inspecteerde de koppe- lingen de schakels tussen de wa gons. En hii stak het rode licht aan on de laatste wagen. Moe ging hij naar het seinhuis. de tran on. en verzette de wissels De hefboom bood wperstand: misschien was de stroom uitgevallen Hii scha- keide het sianaal on veilig. En op rip overweg liet hii de bomen neer. Navel kwam nu op en intenser dan ooit eioeide de laatste zon, purper- rood. En toen hii dit allemaai gedaan had. was hij zeer vermoeid en het was hem of er vele, vele jaren op hem drukten. Toen is .Tan Schuijt. de machinist van de 3051 opnieuw het stalen lad- dertie oneeklommen. Heet stootte nu de piip de wolken werveiende damp omhoog. Nooit heeft een hand de kranen en hrfbomen zo zacht en met zoveel wiiding beroerd. De man, die nu de 3051 leidde, was zeer oud. Hij leidde vastbera- den al wat hem was toevertrouwd. Hii leidde zichzeif in de oneindic- heid. J. R- „WAT ZEI BABY?" Wat betekenen de ver-, schillende huilgeluiden" van een baby? Een Londense kinderarts heeft het idee geopperd een speciale serie gra- mofoonplaten te laten vervaardigen met op- namen van deze groe- pen geluiden, waarme- de een baby bepaalde wensen tracht kenbaar te maken. .Bij de pla ten gaat natuurlijk de bijbehorende uitleg. Al dus zullen de moeders in staat worden gesteld de door baby geuite opmerkingen naar be- horen te beantwoorden, mits de moeders zich ook in het voortbren- gen van des baby's ge luiden hebben be- kwaamd. Een Amerikaans piloot steeg op om een vlie- gende schotel, die bo ven Ohio gesignaleerd werd, achterna te gaan. Door onbegrijpelijke oorzaak kwam hij met de geheimzinnige scho tel in botsing en stort- te neer. Waarom deze piloot eigenlijk het pro- jectiel achterna ging is niet bekend, maar spulbaas veronderstelt: gebrek aan serviespun- ten. 8CHADE- VEKUOEDlNti Twee baby's, die thuis door ratten werden ge- beten hebbey bij mon- de van hun moeder schadevergoeding ge eist van de huiseige- naar. Of ze het gekre gen hebben is een an dere kwestle. NIEUWE DANS. Er is toestemming ver- leend om een nieuwe Engelse dans, ,de Her- tog en Hertogin van Edinburgh" te noemen. Aangezien deze naam Spulbaas nog al erg lang en onpractisch voorkomt en de jeugd dezer dagen kennende, kan hij zich goed voor- stellen dat men spoedig de ..Flipperdeflippie" of de ..Heibetserio" zal dansen, terwijl de naam ..Edinburgh rhapsodie" niet onmogelijk moet worden geacht. DAT KOMT ER VAN Enige tijd geleden wist de Portugees Francis co de Cavalbo, zich te Lissabon in een K.L.M. toestel te verbergen en op deze wijze naar Na tal (£d.-Amerika) te vliegen. De autoriteiten in Natal schenen derge- lijke staaltjes wel te apprecieren, hij werd althans op enthousiaste wijze ontvangen en kreeg het beste hotel van de stad. Geduren- de enige tijd hield hij hier verblijf, zijn da gelijks brood verdie- nend met het zingen van de ,.fado". Dezer dagen arriveerde hij op wat langzamer wij ze, n.l. per boot weer in Lissabon en werd ook hier op enthousi aste wijze ontvangen. Thans echter door de politie. Instede van in een prachtige hotelka- mer resideert Francis co thans in een kale politiecel, waar hij over de gevolgen van zijn onwettige daad kan nadenken. Hij zingt niet meerZo vergaat het verstekelingen! SPULBAAS 1. zijn Verlecfen jaar Februari werd ons volk verblijd door de geboorte van onze jongste Prinses, Marijke. Nau- welijks echter was de belangstelhng voor deze blijde gebeurtenis eniger- mate geluwd, of we werden opge- schrikt door een officieel commu nique, dat mededeelde, dat de kleine Marijke een oogbehandeiing moest ondergaan. Duizenden vaders en moeders hebben in die dagen hun eigen spruiten aangezien, en zijn dankbaar geweest, dat hun km- deren normale ogen hadden, en ze hebben meegeleefd met de vorste- lijke ouders in deze beproeving. Maar tot weinig mensen drong goed door wat de oorzaak was van Marijke's oogafwijking. De oorzaak leek zo onschuidig: de moeder, Prinses Juliana was, in de eerste tijd, dat de blijde ver- wachting zekerheid was geworden, een beetje ziek geweest: met erg, niet lang, het was zo'n onschuidig kwaaltje, waar niemand bang voor is: Rode Hond, eigenlijk een kin- derziekte, maar misschien v^gl de ongevaarjijkste' der kinderziekten. Wie er door aangetast wordt, Jong of oud, is een paar dagen hangerig, een beetje koortsig, maar met erg, er komt een uitslag bij, die wel iets lijkt op mazelen, maar minder hef- tig, soms komt er een beetje stijf- heid in gewrichten bij, maar nu ja, Rode Hond, dat Is zo'n kwaaltje, niet waar, waar geen resoluut mens bang voor is. Rode Hond is ook met gevaarljjk, althans voor de patient zelve, maar wanneer de patiente een verwach- I tende moeder is, en speciaal in de eerste maanden der zwangerschap, dan wordt de zaak heel anders. Dan i bedreigt deze ongevaarlijke ziekte het ongeboren kind met afwijkin- gen, van de ogen, van de hersens, van het hart, van de oren. Het staat bijvoorbeeld vast, dat vele doofge- boren kinderen (doofstommcn dus) het slachtoffer zijn van Rode Hond der moeder tijdens de zwanger schap. En het is dan ook van het grootste belang, dat de verwachten- de moeder beschermd wordt tegen dit gevaar. Hoe is dat te bereiken? Het spreekt in de eerste plaats van. zelf, dat te grofe ongerustheid, angstigheid niet op haar plaats is. In de eerste plaats kunnen we zeg- gen. dat bedoelde afwijkingen mo- gelijk zijn, maar in het geheel niet zeker. In de tweede plaats mogen we wel aannemen, dat een moeder, die vroeger Rode Hond heeft gehad, zelfs als kind, in hoge mate onvat- baar is voor de besmetting. Alleen dus zwangere vrouwen, die de ziek te niet gehad hebben, moeten dus hun uiterste best doen, besmetting te vermijden. Besmetting wordt al leen overgebracht door direct con tact met een lijder aan Rode Hond, maar waarschijnlijk kan de ziekte al worden overgebracht in het eer ste stadium, wanneer de besmette nog niet ziek is. Is er dus een epi- demie, „regeert" dus Rode Hond, dan is oppassen de boodschap. En of er besmettingsgevaar aanwezig is. weet de arts, de zuster van het Wit-Gele Kruis, de werkers en werksters in de praenatale zorg te vertellen. En er mag wel eens op gewezen worden, dat dit gevaar weer een reden te meer is, om tijdig zekerheid te hebben of zwanger schap bestaat, en dat kan alleen de arts uitmaken. En wanneer een a.s. moeder aan besmetting heeft bloot- gestaan, dus kans ioopt besmet te zijn, dan is het nog mogelijk om, door inspuiting van het serum van genezen patienten, de ontwikkeling der ziekte te stuiten of het uitbre- ken te voorkomen. Maar ook hier is de arts de raadsman. Niet alleen de a.s. moeder moet hier voorzichtig zijn: iedereen die aan besmetting heeft biootgestaan, moet alles doen om te zorgen, dat hij of zij, de zwangere niet besmet. Men is hier dus de hoeder. niet zijns broeders maar van zijn zuster de verwachtende moeder. Genezen patienten doen een goe- ile daad, wanneer. ze. door bemidde- ling van hun huisarts een weinig serum afstaan om in noodgevallen Zo luidde de eerste vraag: Hoe de economische vooruitzichten in Canada; zal men daar bij een uit- breiding van de productie (door de immigratie te verwachten) niet met een overproductie komen te zitten? Antwoord: Canada is op de eerste plaats een exportland, vooral van tarwe, vlees en zuivelyroducten. Er zou dus op een gegeven moment een overproductie kunnen komen, maar er bestaat ook in Canada het stre- ven naar onafhankelijkheid door de volledige zelfvoorziening. Het we- reldgebrek is momenteel zeer groot en dit is de eerste jaren niet ver- anderd in overvloed. Komt er ech ter een crisis, dan valt ook Canada daar onder. Maar waar is het dan wel goed? Groenten en fruit zijn hoofdzake- lijk voor het bipnenland bestemd, maar men vindt er practisch geen specifieke tuinbouwbedrijven (tuin- bouw wel als onderdeel van de ge- mengde landbouwbedrijven. 2. Een andere vraag luidde: En welke is de beste training voor een toekomstige emigrant? Vraag: Leer Engels. Verder is een tjjdlang werken op grote bedrijven met machines zeer nuttig. Voor de vrijgezellen is de N.O.P. aan te be- velen, men leert met mensen om- gaan en men went er aan van huis te zijn, want heimwee is zeer moei- lijk te overwinnen (de beruchte emigrantenkoorts)En van te voren kan men niet zeggen.of men daar last van heeft of niet. 3. Van wie is het land in Ca nada? Antwoord: Het meeste land is in handen van particulieren, van wie men het zal moeten kopen. Oppas sen is de boodschap, omdat er ook in Canada slecht. goed, beter en best land ligt. En die kwaliteiten hebben de mersen ook, zodat er "oms overvraagd wordt. 4. Hoe is de credietverlening? Antwoord: Deze is geheel afhan- keliik van persoonlijke omstandig heden Vooreerst van de werklust en de bekwaamheden van de immi- erant en verder van het vertrouwen dat de Canadcse credietgever in de immisrant stelt. 5. Emiereren in groepsverband of individueel? Antwoord: De Canadese regering is geen voorstander van immigratie in groepsverband. Men moet op de duur Canadees staatsburger wor den. 6. Welke eiscn worden aan de emigrant gesteld? AntwoordrEisen van'vakbekwaam heid worden niet gesteld. Men kan (ook al is "men in Nederland nog zo'n grote boer) slechts immigreren als landarbeider. Industriearbeiders hebben geen toegang. 7. Kan men ook borgen krijgen in Canada? Antwoord: Wil men naar Canada emigreren. dan moet daar iemand earant ziin. dat de emigrant de eer ste vijf jaar niet armlastig ■wordt. Heeft men daar geen familie of kennisser die willen helpen. dan zorfft de Emigrantieorganisatie daar voor. 3. Is deelpacht onbeperkt moge lijk? Antwoord: Ja, het aangaan van deelpacht is een volkomen persoon- Hike kwestie De prijzen varieren van 1530 dollar per acre (pl.m. f 100—f 500 per ha.T. In de inten- sieve tabaksstreken loopt de priis soms op tot 1200 dollar per acre is pi m. f 7000 per ha. 0 Is het voor een ongehuwde emigrant mogelijk in C3nada aan een goede vrouw te komen? Antw.: Ook in Canada zijn vele, besmette moeders te kunnen helpen. Er is practisch niemand, die zulk een serum afgifte niet zou verdra- gen. en het is een liefdedaad van de eerste orde. En tenslotte nog een goede r.aad aan meisjes en jonge vrouwen die niet in gezegende omstandigheden verkeren. Voor hen geldt het omge- keerde als het ware als voor de verwachtende vrouwen. ze doen verstandig om het besmettingsge vaar niet uit de weg te gaan. om dat zij, door een aanval der voor hen onschadelijke ziekte te door- staan, zelve onvatbaar worden, en dus. als zij op hun beurt eens de weelde van het moederschap deel- achtig worden, deze bron van onge rustheid hebben qjtgeschakeld. Wanneer alien meewerken, kan op deze wijze enorm veel gedaan worden om te voorkomen, dat kin deren, door de ..onschuldige" Rode Hond der zwangeren hun leven lang behept worden met min of meer ernstige afwijkingen. vele vrouwen, maar, zo drukte ir Jacobs zich voorzichtig uit, ze zien er anders uit en over 't algemeen zal de Nederlandse emigrant een andere smaak hebben. Het hebben van verkering vobr vertrek naar Canada werkt bovendien dikwijls als een stimulans. Want als men hier een trekpleister achterlaat, die waard is dat men zijn uiterste krachten daar geeft, dan is het ri- sico om onder te gaan (ook moreel) zeer gering. 10. Worden er ook eisen gesteld aan de credietwaardigheid van de emigrant? Antw.: Hieraan worden g6en ei sen gesteld. 11. Zijn de perspectieven in Ca nada beter dan in Frankrijk? Antw.: De perspectieven zijn in Canada zeker niet minder dan in Frankrijk, en bovendien is het in Canada gemakkelijker om zich op te werken, daar de loonstandaard in Frankrijk zeer laag is. Ik wU besluiten met een zin uit het prachtboek van dr Van der Sleen over Canada. ..Canada is het land van melk en honing, maar vergeet de koeien en de bijen niet." Ook daar vliegen de gebraden vo- gels niet in de mond. S. Het ministerie van financier* deelt het volgende mede: Artikel 16 van de beschikking afwikkeling geldzuivering 1947 regelt de af wikkeling van restanten op optie- rekening en geblokkeerde reke- ning, die op een nader aan te kondigen datum nog aanwezig zul len zijn. Ter vermijding van misverstand zij er op gewezen. dat deze regeling niet in werking zal treden voor de desbetreffende bepalingen bij de wet, die betrekking zal hebben op de definitieve afsluiting der geld zuivering en waarvan de totstand- koming voor 4 Augustus 1948 zal worden bevorderd, zullen zijn be- krachtigd Ten aanzien van de re geling, welke is getroffen voor de inschrijvingen in net Grootboek '46, is hier en daar opgemerkt, dat deze regeling niet in overeenstemming zou zijn met de te dezer zake ge- dane toezeggingen. Zulks is ten enenmale onjuist. Onverminderd blijft namelijk van kracht, dat overeenkomstig de voor- waarden vervat in het prospectus de inschrijvingen in het Grootboek '46 uiterlljk 1 Maart 1949 vrij verhan- delbaar zullen worden. De thans gegeven mogelijkheid, inschrijvin gen over te dragen voor betaling van aan anderen opgelegde aanslagen in de heffingen, is te beschouwen als een tegemoetkoming voor diegenen die reeds nu behoefte hebben aan het door hen in het Grootboek 1946 belegde geld. Om zuiver technische redenen is deze overdracht voorshands be- perkt tot een bedrag van f 10.000 per inschrijver voor eenmaal. Ten aanzien van de in principe geopende mogelijkheid, tegoeden op optierekening te beleggen in cf- fecten zij opgemerkt, dat het feit dat tot dusverre geen effecten wer den aangewezen, welke met tegoed op optierekening kunnen worden gekocht, niet betekent dat zou zijn afgezien van het in werking stellen van deze optie. Hiertoe zal worden overgegaan. zodra de omstandighe den zulks toelaten. Met ingang van 1 Maart a.s. zal de gehele commerciele export uit de V. S. naar de 16 landen van het plan-Marshall, de Sovjet Unie en Sateliet-staten, Spanje en nog een aantal andere gebieden, onderhevig zijn aan controle door middel van exportvergunningen. Een van de niet-aangegeven redenen voor de opsfelling van het plan zou zijn het instellen van een positleve controle op ieder artikel, dat naar de Sov- jet Unie gaat en naar de onder communistische controle staande grensstaten. Een ander hoofddoel is om de verzending van goederen, die niet kunnen bijdragen tot het wereldherstel te beperken. Op 16 Januari j.l. begon de Post- cheque- en Girodienst met het ver- zenden van de nieuwe „Naamlijst van de rekeninghouders bij de Post- cheque- en Girodienst". In verband met de nog steeds nfjpende papier- positie wordt het publiek verzocht de verouderde gidsen terug te ge- ven. Kinderen zijn geen kasplanten. Een kind behoort iedere dag, weer of geen weer, even buiten te komen. Een goede moeder zorgt er voor dat haar kind (ziekte natuurlijk uitgeslo ten) geen huis- kleur krijgt. Een gezond kind zal er heus geen scha- de van ondervin- den wanneer het een beetje waait of vriest. Integen- deel zij zullen veel minder last van kouvatten hebben dan.de kleinen die alleen als het zon- netje mooi schijnt naar buiten mogen en anders angst- vallig binnen in een warme kamer worden gehouden. En vindt u het zelf niet leuk, zus in zo'n aardig manteltje en met een lekker warm zittende muts op, mee te nemen? Beide manteltjes hebben een ta- melijk glad bovenstuk met een klokkend rokje. Het bovenstukje van no. 1043 heeft een lage taillelijn en wordt naar het midden toe rond geknipt. Het grappige puntmutsje heeft van voren een overslag, die eventueel van andere stof of van stof in een afstekende kleur kan worden gemaakt. Het mutsje wordt met een grote strik gesloten. No. 1044. Hier wordt het boven stukje in punten op het rokje ge- zet. Het aardige, eenvoudige bobbed kraagje dat onze kleintjes zo lief staat, siert het halsje. Het mutsje bestaat uit een rechte lap met twee roiide oorlapjes en een bandje voor het vastmaken. Dit modelletje kan uitstekend door jongens en meisjes worden gedragen. Onze tekenares gaf het model dan ook met jongenssluiting. De patronen zijn voor de leeftijd van 24 en 46 jaar a f 1.bij onze administratie verkrijgbaar. cLaor ^^ll-OChd. IS Zoo van. makoor menser on.. 't kost tuaw St. Agnes, marteldood plm. 250 of plm. 300. Nog zeer jong, nog geen 15 jaar, met woryierlijke heldhaftig- heid gestorven. Haar Passio lijdensverhaal), dat van vele heili- gen eerst eeuwen later is opgesteld en dan vaak tot legende uitgebreid, is zeer oud, sober en betrouwbaar. Haar verering nog tijdens haar eigen generatie begonnen en nooit gewe- ken. St. Ambrosius (330-399) spreekt gaarne over haar. Nadat de Belgische regering, ten einde de koopkracht der bevolking te verhogen, m.i.v. 20 Mei 1946 alle prijzen, met inbegrip van de tarie- ven der spoorwegen, met 10 procent had verlaagd, heeft de Nationale Maatschappij der Belgische Spoor wegen zich evenwel genoodzaakt gezien, als gevolg van de stijging der wereldprijzen voor spoorweg- materiaal en de uitbreiding van het spoorwegnet, met ingang van Maan- dag j.l. de oude tarieven weer in te voeren. 6— 41. Ze durfden niet eens meer hard op te praten. Heel zacht fluisterend spraken ze over dat vreselijke spook. Geen man en geen vrouw kon er die nacht nog slapen. Wat wa ren alle mensen de volgende dag zenuwachtig! De bakkers vergaten brood te bakken en de melkboeren brachten geen melk. Iedereen was van streek. De moeders dachten niet aan eten koken en niemand had er honger. Toen 't donker be gon te worden, werd iedereen al bang. Alle ramen deden de mensen dicht en de deuren op slot. Geen mens durfde naar bed te gaan. Eindelijk! Daar sloeg de klok twaalf uur. Zou 't spook weer komen? dacht iedereen. Waar- achtig! Daar had je 't al! Boem! Boem! Jan zat al weer op de klok en speelde zijn een- tonig liedje. Nu durfden de mensen niet in huis te blij- ven. Zij mochten van 't spook niet weg blij- ven. Binnen een paar minuten stond 't kerk- plein vol mensen. En nog kwamen er steeds meer bij 't Plein werd stampvol. Maar nie mand durfde de toren in te gaan. Iedereen wachtte bang af ,wat 't spook zou doen. Goed zo, dacht Jan, ze durven niet meer naar boven te komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 4