1
1
OM ERICS LIEFDE
Honderd jaar geleden stierf de pionier
der Katholieke Pers
EEN STRIJD VOOR WAARHEID
Drs. Schiphorst spreekt voor de
K.V.P.-Jongeren
ONS ME
r
NIEUW NOORDHOLLANDS DACBLAD - Dinsdag 27 januori 1948
PAG. 3
Joseph von G or res
Spreek-uur
Gezinszorg in de practijk
In verbcmd met ons artikel over Katholieke Gezinszorg plaatsen
wij hier nog een foto uit de praktijk van het Opleidingsinstituut
in den Haag, waarover onze reportage van Zaterdag mededelin-
gen deed. Ook in het eigen huis van de verzorgsters is er volop
werk. Een gezinsverzorgster, beladen met boodschappen, verrast
haar collega's die de gang een extra beurt geven!
WIERIN GERMEER
Trygve Lie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, is
▼an Schiphol vertrokken naar Praag.
Engels schip op een mijn
Minister Fievez
bezocht Belgie
Koningin met Prinsessen
ter kerke
Michael trouwt
voorlopig niet
De sinaasappelen zijn er
LI J K CEVONDEN
van vermiste vrouw
uit Almelo
Rijkslandbouwarchitect
70 jaar
Ongewenste
bont-veilingen
KORT VERHAAL
▼■gap
De republikeinse regering heeft de Staat Oost-Indonesie erkend
als deel van de Verenigde Staten van Indonesie. Te Batavia
werd na de plechtigheid geklonken door J. Latuharhari, verte-
genwoordiger van de Republiek en Anek Agoeng, minister-
president van Oost-Indonesie.
Hof stelt Lunshof in
het ongelijk
J
Het „plan-Bevin
OOSTENRIJK VRAACT
UITLEVERING
Van von Papen en
von Schirach
FEDILLETON
door HARRIS BURLAND
Joseph van Gorres heeft aange-
toond welk een macht de pers
kan vertegenwoordigen en welke
invloed ze kan uitoefenen in het
politieke en cnltnrele leven.
Voor Gorres was een krant ofwel
spreekbuis van regeringsinstanties,
ofwel een verzameling van nieuws-
berichten zonder meer; zij gaf „les
nouvelles courantes" (de lopende
nieuwtjes), zoals ook de naam „cou-
rant" aanduidde, ofwel ze was een
vrij onbeduidend niemendalletje. In
ieder geval een slaaf of een nieuws-
venter of een min of meer amu-
sante praatvaer. Door Gorres is de
emancipatie van de krant en van
de journalist begonnen en dat op
indrukwekkende wijze. De trommels
roffelden, Napoleon was bij Leipzig
verslagen, een algemeen verzet
kwam los in de bezette landen en
in deze maanden stichtte Gorres te
Coblenz zijn „Rheinischen Merkur",
waarin hij sprak als een, die macht
heeft. Voor waarheid, vrijheid en
recht zou zijn krant strijden, de
zaak der bevrijding moest gediend
worden, maar ook moesten de rech-
ten en plichten van vorsten en on-
derdanen worden omschreven. Dat
hield in: afschaffing der censuur op
de pers, waarborgen voor volks-
rechten, onafhankelijkheid en steun
aan de Kerk. Van dit plan is Gorres
nooit afgeweken. Toen de „Merkur"
op 23 Januari 1814 voor het eerst
uitkwam, was de strijd tegen Napo
leon nog hoofdzaak, en dat ge-
schiedde met zo'n overtuiging, zulk
een diepe kennis van het verleden
en helder begrip van het heden, als
nog in geen enkele krant ooit was
gedemonstreerd. De „Merkur" oefen-
de een invloed uit, die wij ons nau-
welijks kunnen voorstellen. Napo
leon zelf noemde het blad en zijn
ledacteur „de vijfde grootmacht",
waar de vier andere geallieerden
Engeland, Rusland, Oostenryk en
Pruisen eerst raad gingen vragen.
„Vulkanische Predigten", zo doopte
Brentano de artikelen van Gorres.
Blucher, Stein, Scharnhorst, alien
lazen de „Merkur". Zelfs Goethe,
„der Altmeister van Weimar", ver-
waardigde zich de geweldenaar te
Coblenz een bezoek te brengen.
Jacob Grimne zei eenvoudig: „Zo'n
krant is er nog nooit geweest" en
bood zich aan als medewerker. Hele
artikelen uit de „Merkur" werden
door Engelse bladen in vertaling
overgenomen. Maar Waterloo
kwam en toen hadden vorsten en
regeringen dat geweldige woord
van Gorres niet meer nodig de
tyran was we; en vrijheid voor
Kerk en volk liet men liever buiten
discussie. Gorres werd lastig, de
Pruisische staatsminister Harden-
berg zond hem een aantal richtlij-
nen, volgens welke de „Merkur"
voortaan geredigeerd moest worden,
wilde het blad blijven bestaan. Door
rijke aanbiedingen zocht Pruisen
het tot een loontrekkend regerings-
orgaan te maken. Gorres weigerde:
„De „Merkur" is van edele stand en
wenst zich niet tot de rol van een
gemuilkorfd koninklijk Pruisisch
regeringsblad te verlagen". Daar-
mee tekende hij het doodvonnis. Op
12 Januari 1816 volgde de kabinets-
order, waarbij de „Merkur" in be-
slag genomen en verboden werd.
Slechts twee jaren heeft het blad
bestaan, toch lang genoeg om te
laten zien wat de betekenis van een
krant kan zijn.
Gorres heeft school gemaakt
niet in het politie-Pruisen, maar
elders: le Sage ten Broei^ Lamen-
nais, Louis Veuillot, Mgr. Smits
werkten naar het model van de
grootmeester te Coblenz. Gorres zelf
is na 1816 een zwerver geworden,
't was hem te benauwd in Pruisen
erg vond hij het niet, want zwer-
ven lag wel in zijn aard. En niet
alleen in dit opzicht. Want Gorres
heeft op geestelijk terrein lang ge-
zocht eer hij de waarheid vond. Te
Coblenz geboren op 25 Januari 1776
„in Conversione S. Pauli Apostoli",
een symbool, zoals hij later zegt,
was Gorres van alles geweest:
godloochenaar, Jacobijn, romanticus,
Godzoeker, tot hij rond 1810 tot de
Moederkerk terugkeerde en Haar al
de krachten en gaven schonk waar-
over hij beschikte. Toen nam zijn
geestelijk zwerven een einde, over-
tuigd van de waarheid, zal hij er
voor strijden tot zijn dood, zijn leven
wordt „a struggle for truth". Door
de „Merkur-episode" leert hij het
apostolaat van de pers, en als rond
1823 een beroep op hem wordt ge-
daan, is hij bereid. Als balling ver-
bleef Gorres toen in Straatsburg en
ontmoette daar een andere balling:
„Der Katholik", twee jaren tevoren
door jonge priesters te Mainz be
gonnen, maar spoedig verbannen.
Op aandringen van Overberg, Sailer,
Droste Visschering trad Gorres tot
de redactie toe en werd de pionier
der katholieke pers. „Der Katholik"
groeide uit tot het leidende tijd-
schrift in katholiek Duitsland. Nog
eens verhuisde Gorres; Lodewijk I,
de Beierse koning, benoemde hem
tot professor in de geschiedenis te
Munchen. Daar was hij in z'n ele
ment, om hem heen vormde zich de
„Gorreskreis". die op politiek ge-
bied de leiding kreeg in Beieren
tot 1847 toe, zulks tot grote erger-
nis van de polities taat Pruisen.
Gorres en Pruisen raakten weer
slaags in de „Rolner Wirren". Het
conflict over de gemengde huwe-
lijken was zo hoog gelopen, dat de
Berlijnse regering de aartsbisschop
van Keulen gevangen zette. De oude
leeuw te Munchen schudde zijn ma-
nen en brulde. ..Athanasius", het
heerlijkste van Gorres' geschriften,
kwam van de pers, werd binnen het
jaar viermaal herdrukt. De rechten
der Kerk en de Pruisische dwinge-
landij kwamen in het juiste licht
te staan. Berlijn mocht contra-be-
togen laten opstellen, het baatte
niet, de openbare mening had haar
oordeel gevormd. In datzelfde jaar
1938 stichtte Gorres een tijdschrift
..Historisch Politische Blatter", de
later zo beroemde „gele bladen", die
tot aan het Hitler-regime de trots
van katholiek Duitsland waren en
daarnaast een krant de „Augsburger
Postzeitung", een voortzetting van
de oude ..Merkur". Toen de „Atha-
nasius" verscheen, werd het boek
in de herbergen van Westfalen door
onderwijzers aan de boeren voor-
gelezen. Kwam er een passage waar
de voorlezer struikelde over de on-
gewone, vreemdklinkende woorden,
of wanneer de gedachtengang te
moeilijk was voor het eenvoudig
boerenverstand, dan barstte er een
luid gejubel los en onder de kreten
,.Jetzt geht er wieder einmal hoch!
Nun, er soli leben", dronken de boe
ren op Gorres' gezondheid.
Gorres heeft het nog beleefd, dat
Pruisen toegaf en Mgr. Droste in
vrijheid stelde; op 29 Januari 1848
het feest van St. Franciscus van
Sales, de patroon der katholieke
schrijvers terwijl men op zijn
verzoek voorlas uit de brieven van
die andere grote publicist Sint Pau-
lus, is de grootmeester der journa-
listen gestorven. Was Gorres popu-
lair? Niet in de zin dat hij de harts-
tochten vleide van „la grande popu-
lair et la sainte canaille", daarvoor
achtte hij zijn pen te kostbaar; wel
was hij populair bij hen die het ge-
loof en de geordende vrijheid als
heilig erfgoed beschouwden. Het
eenvoudige volk gevoelde als bij
intui'tie, al begrepen ze hem soms
niet, dat hij in zijn artikelen de
hoogste goederen verdedigde.
W.
VAN
DE PAS
WIERIN GERMEER. Een klei-
ne 50 jongeren, waaronder slechts
een meisje, had gevolg gegeven aan
de uitnodiging van de K.V.P. via
de pers (ons Blad plaatste zelfs 2
maal een bericht) om te komen
luisteren naar de Algemeen Jonge-
ren-Commissaris.
Voorzitter F. J. A. van Dam opent
en geeft meteen het woord aan de
inleider, die met z'n prettige stem
en zijn sympathiek begin direct al
contact had met alien. In een ge-
noeglijke causerie zagen we de
wordingsgeschiedenis van de K.V.P.
uitgetekend. Dr. Schaepman's strijd
ook tegen eigen mannen het
verdwijnen van de kiesdistricten
het vormen van de R.K. Staatspar-
tii die in 1926 pas zijn reglement
kreeg het prachtige werk van
mr. Goseling z.g. die in 1935 voor
zitter was en tenslotte de moeilijk-
heden na 1945 het N.V.B.-stre-
ven volgen of een eigen staatkun-
dige organisatie in het leven. Na
ampele besprekingen en tientallen
rapporten van een 160 plaatsen
bleek duidelijk dat tot het vormen
van een eigen partij moest worden
overgegaan. De naam werd nu de
Katholieke Volkspartij waarin ligt
uitgedrukt dat de nadruk valt op
„de massa" n.l. die groep van ons
volk die toevallig niet de rijk met
aardse goederen bedeelde behoort
(d.w.z. 80%).
In 1946 kreeg de Volkspartij zijn
definitief beslag en staat vanaf die
tijd ook open voor andersdenken-
den op geloofssebied. Naast de
wordingsgeschiedenis behandelde
drs. Schiphorst het Jongerenvraag-
stuk. Spr. noemde o.a. Ant. van
Duinkerken (uit de jaren I925—
1930) de mislukte poging om de
standsorganisaties met deze groep
te belasten en in 19391940 het
eindelijke besef van een aparte
Jongerenorganisatie.
In 1945 heeft Jan Robert, helaas
ook al z.g. ontzaggelijk veel gepres-
teerd. En als grondslagen tot vor-
ming van Jongerenafdeling dien-
den:
a. de Jongeren horen in eigen
verband.
b. de ouderen hebben ze nodig
(niet alleen in de oorlog maar ook
nu).
Het werk der Jongeren is te split-
sen in: /-
a. vorming. De jongeren moeten
weten!, dus de vragen naar het
waarom worden behandeld.
b. zelf politiek meewerken in
het belang van eigen streek is er
zeer veel te doen. Een van de mar-
kantste voorbeelden noemde spr.
de vragen die de afd. Hem-Ven-
huizen stelde betreffende de tuin-
bouwstand.
c. boven 21 jaar is iedereen vol-
waardig lid, dus propagandawerk
verrichten, z'n stem geven, candi-
doten stellen, leden winnen enz.
Vanuit Den Haag komen: eenvou
dige politieke cursus; brochures
over communisme en publiekrech-
telijke bedrijfsorganisatie.
Tenslotte hield inleider een vurig
pleidooi voor de politieke scholing
van 't meisje. Onze meisjes in de
Polder zullen er wel meer van ho
ren.
Enkele practische vragen kwa
men na de prachtige causerie naar
voren.
De heer J. van Don werd toe-
gevoegd als bestuurslid bij de Jon
gerenafdeling. De contributie bleek
slechts f 0.25 per maand te bedra-
gen. Enkele jongeren wilden ook
graag naar de Politieke School in
Hoorn (zeer aanbevolen door drs.
Schiphorst). Met eigen vorming
wordt Vrijdag a s. al begonnen.
Drs. Schiphorst bracht aan het
eind in fiingekozen woorden de
Apostolaatsgedachte naar voren.
Onze politiek is gebouwd opeeuwige
waarheden en rechtvaardigheid en
naastenliefde zijn onze gidsen. (cfr.
Engelse politiek in India)Niet al
leen voor ons katholieken, maar
voor ons hele land, ja voor de we-
reld is het van het grootste belang,
dat de regering steunt op deze
eeuwige waarheden.
Voorzitter van Dam dankte zeer
hartelijk en vol goede voornemens
togen de Jongeren huiswaarts. En
nu aan de slag mannen en
meisjes!!
Het Engelse s.s. ..Landaff" liep in
de vroege Zondagmorgen op een
mijn. Het schip, waarvan de ma-
chinekamer water maakte, seinde
echter om 7.07, anderhalf uur later,
dat het geen sleepboot meer nodig
had en binnen een uur zijn reis zou
vervolgen.
De minister van Oorlog, luitenant
kolonel A. H. J. L. Fievez bracht
Zaterdag j.l. een kort bezoek aan
zijn Belgische ambtsgenoot, voor
het voeren van besprekingen in het
kader der BelgischNederlandse
samenwerking.
H.M. de Koningin, H.K.H. Prinses
Juliana en de drie oudste prinsesjes
hebben Zondagmorgen de kerk-
dienst bijgewoond in de Nieuwe
Zijdskapel op het Rokin, waar voor-
ging ds. Evenhuis. De Koninklijke
Familie begaf zich te voet van het
paleis naar de kapel.
Volgens de vleugeladjudant van
ex-koning Michael, wiens verloving
Vrijdag voor het eerst officieel er-
kend is, zal het huwelijk de eerste
maanden niet plaats hebben, aange-
zien de koning niet de indruk wil
wekken, dat hij om zijn huwelijks-
plannen Roemenie heeft verlaten.
|yj EEN, DAT HOUDT Marcus
er niet op na. Hij is geen
dokter en ook geen pastoor, wat
u ook van hem mag denken.
Maar wel weet hij de waarde
van wat men noemt „zich eens
uitpraten". Een mens is geen
eenzaat. We hebben er natuur-
lijkerwijze behoefte aan, ons te
uiten. Het is onmogelijk, dat een
mens zich zo opsluit in zichzelf
en zich zo afzondert van de
anderen, dat hij alles alleen wil
verwerkeiy, zijn vreugde zowel
als zijn vetdriet. Onze natuur is
zo gemaakt, dat we de dingen,
ons zelf wel moeten meedelen
aan anderen, die ons op een of
andere manier nabij zijn of die
ons vertrouwen hebben. Nie-
mand is zichzelf voldoende. Op-
kroppen vooral van leed houdt
men niet vol en is niet goed.
Praat u eens uit. Dat klaart op.
Dat geeft verlichting.
MARCUS
Zaterdag is het s.s. „Titus" van
de KNSM te Amsterdam aangeko-
men met een voile lading Jaffa-
sinaasappelen, omvattende 33.600
kisten. Dit is de eerste zending van
de Palestina-oogst die naar Amster
dam komt, zodat de hoofdstedelin-
gen deze sappige vruchten binnen-
kort bij hun groentenhandelaren
kunnen verwachten.
Het stoffelijk overschot van me-
vrouw H. B. A. uit Almelo, die sinds
Kerstmis van het vorig jaar uit het
R.K. ziekenhuis werd vermist, is
Zondagmiddag omstreeks vier uur
door een landbouwer in de Vecht
onder Oud-Leusden gevonden. Het
stoffelijk overschot is naar Almelo
overgebracht, waar het ter aarde
besteld zal worden.
Naar wjj vernemen, viert 2 Febr.
a.s. de Rijkslandbouwarchitect, de
heer H. J. van Houten te Wage-
ningen, zijn zeventigste verjaardag.
De Heer van Houten, die tevens
Lector aan de Landbouwhogeschool
is, geniet in kringen van de land-
bouwvoorlichting een grote bekend-
heid, dat hij gedurende bijna 30
jaar zeer actief is geweest voor de
verbetering van de landbouwge-
bouwen.
De prijzencontrole te Utrecht
heeft proces-verbaal opgemaakt te
gen de heer W. H. C. S. uit Den
Haag, die overal in het land bont-
en textielveilingen organiseert.
Gebleken is, dat reeds gedurende
de drie aan de veilingen vooraf
gaande kijkdagen de meeste goede
ren onderhands werden verkocht en
dat daarvoor veilingkosten in reke-
ning werden gebracht. Naar schat-
ting heeft S. door deze practijken
ruim zes duizend gulden te veel
provisie ge'incasseerd. Ook is geble
ken, dat goederen dubbel werden
geveild, waardoor een der kopers
dan in het geheel niets kreeg of ge-
tracht werd hem een ander dan het
gekochte artikel af te leveren.
WE NOEMDEN HAAR „ons
Meiske", al was ze dan ook
de twintig reeds gepasseerd. Ik
herinner me nog goed die middag,
toen ze voor het eerst bij ons thuis
kwam. Vragen naar een les, die ze
had overgeslagen om met een
vriendin te kunnen gaan schaatv
sen. Mijn vrouw mocht haar direct;
toen ik 's avonds thuis kwam zat
ze er nog. Van die les is op die
avond, in het begin van de oorlog,
niet veel meer terecht gekomen.
Dat haalden we later in.
We spraken over toneel, muziek,
over mooie boeken en tijdens zulke
gesprekken voelde je dubbel, dat
heel het culturele leven in Neder-
land eigenlijk lam gelegd was.
Er kwamen meer van die avon-
den, soms twee in enkele dagen.
dan zagen wij haar weer in weken
niet. Tenminste niet thuis.
In het klasje van verpleegsters,
dat ik op het ziekenhuis les gaf.
verscheen ze altijd trouw. En het
was een hele toer om ze altijd bij
elkaar te krijgen. Vooral later. De
een moest kousen stoppen. de an
der een schort verstellen. de derde
naar een onderduiker, steeds was
er wat. Bertha, „Bertje" zeiden we
altijd, dat klonk gezelliger, sloeg
echter zeiden over. Ze kwam ei
genlijk van een klein dorpje bui
ten de stad, zo'n beetje achteraf
gelegen. En ze kon er niet aarden.
Het was haar te stil. te muffig. Ze
kwam naar de stad. naar het grote
ziekenhuis. Het ging goed en ze
studeerde veel. Toen wij haar leer-
den kennen was ze tweede jaars.
Ze groeide in haar werk en ze ge-
noot van het stadsleven. Concerten.
opera,toneel, een nieuwe wereld
ging voor het eenvoudige dorps-
meisje open. Wij namen haar mede
naar vrienden. schilders. schrijvers
en ze genoot ervan, van die uren-
lange betogen.
In haar vri.ie uurtjes nam zij met
mijn vrouw haar studie-stof door.
Dat gim? pomakkeliiV. want d'e
kende het klappen van de zweep
in een ziekenhuis. Als Bertie, die
bij ons langzamerhand kind in huis
was geworden, haar vrije wacht-
dagen had. kon ik er zeker van
zijn dat ze 's avonds bij mijn thuis-
knmst samen stonden te kokke-
rellen.
Later, toen onze kleine geboren
werd. ze was toen al derde jaars.
hielp ze dapper mede en mijn
vrouw heeft toen een grote steun
aan haar gehad in die moeilijke
daeen.
Al werd ze ook met de jaren ou-
der, Bertje bleef het impulsieye.
frisse dorpskind. Dat is misschien
wel de reden waarom wij ons zo
tot haar voelden aangetrokken.
Haar woord was waar en haar hou-
dirm was geen pose. Ze deed nooit
alshf.
Toen ze haar ..Witte kruisje" en
haar ..ooievaartje" achter de rug
had. kwam ze aan de gemeente.
Ze bntrok een kamer in de stad en
wij hielpen haar met de installa-
tie Miin vrouw. die op huishoude-
lijk gebied ook langzamerhand
meer ervaren was geworden, gaf
haar menige nuttige wenk.
Het was daar op de Oude Singel
een centrum van gezellieheid. On
ze vrienden waren Bertjes vrien
den en Berties vrienden waren
bii ons kind in bins To V.-.H
af en toe een „vlam". Ik mocht
dat nooit weten alvorens miin
vrouw in vertrouwen genomen
was. Ze zei altijd: ..Zou hii
het wel wat voor me vinden, wat
denk je?"
Dat kwam omdat ik eens gezegd
had toen we over het huwelijk
spraken: ..Je kunt beter vijf jaar
wacbten. totdat je de ware Jacob
vindt. dan je bals over kop in de
ellende te storten."
Toen de situatie eritieker werd.
althans voor mii. tegen het eind
van de oorlog. en ik niet meer naar
b"iten kon. ik had geen ..Ausweiss"
of zoiets, kwam ze 's avonds met
haar radiotje, gewoonweg in haar
plunjezak gestoken, op de fiets
naar ons toe. Dan luisterden we
naar de berichten, die in die don-
kere dagen nog het enige licht-
puntje waren. Voor onze kleine
„organiseerde" ze in die dagen het
zo nodige voedsel waarvoor wij
haar tot op de dag van vandaag
nog dankbaar zijn.
En toen kwam de bevrijding.
Voor Bertje een tijd van hard wer-
ken. Ze kruiste met Canadese en
Engelse teams de stad af, op zoek
naar ondervoede kinderen en ou-
den van dagen. Ongelooflijk veel
werk verzette ze. Doodmoe kwam
„ons Meiske", zoals mijn vrouw al
tijd zo hartelijk zei, dan 's avonds
naar ons toe. Maar als ze ging ver-
tellen van haar ervaringen van de
dag, dan leefde ze weer op.
Vaak moest mijn vrouw al haar
overredingskracht gebruiken om
haar op tijd naar bed te krijgen.
Het werd eind 1945 en het voor-
naamste werk was gedaan. Dat
dachten wij tenminste, maar ons
meiske dacht er anders over. Ze
moest en ze zou naar Indie. Daar
was dringend hulp nodig!
Wij konden onze teleurstelling
moeilijk verbergen, toen Bertje op
een zonnige Octoberdag bij ons
achter in de tuin verscheen, in het
khaki! Ze was trots op haar luite-
nantsuniform en we moesten haar
van alle kanten bewonderen. De
muts stond guitig op haar blonde
krullen, de uniform deed haar
slanke en toch krachtige figuur
beter uitkomen dan het stijve ver-
pleegstersschort. Zo was Bertje
een paar dagen lang het parade-
paardje in onze vriendenkring. Een
paar dagen maar, toen nam een
grote, glanzende K.L.M.-vogel haar
onder haar zilveren vleugels mee
naar de Oost.
We hebben arm in arm gestaan,
mijn vrouw en ik, we slikten bei-
den iets weg en we hebben geen
woord gesproken, die minuten op
het vliegveld. Het was of er iets
uit ons eigen leven werd weggeno-
men. Daar gaat nu ons Meiske!
Verscheidene malen is Bertje nog
in Nederland geweest. Met haar
uniform en haar cadeautjes uit de
Oost. Mijn zoontje zei toen ze de
kamer binnen stapte: „Dat is sol-
daat, pappie." We hebben er har
telijk om gelachen.
Toen ze de laatste keer bij ons
was, was ze niet zo vrolijk als an
ders. Voelde ze het naderend ein
de?
We hoorden lange tijd niets meer
van ons meiske. Tot op zekere dag
een brief kwam uit het plaatsje m
de buurt. Of we wilden komen,
daar en daar. Bij de ouders van
Bertje. We hebben ei* gestaan m
die kleine kamer. Haar vader
sprak het eerst: „Jullie waren haar
beste vrienden, jullie moet hett
eerst weten. Ons Bertje, jullie
meiske, is niet meer...."
In de garnizoenskerk bij de pa
ters, waar ze altijd zo graag kwam,
hebben wij een H. Mis voor haar
laten lezen. Alle vrienden waren
er.
In de la van de linnenkast ligt
een uniform-pet, groen khaki, Ber-
tje's muts. En 's avonds. hij ver-
geet het nooit, moet mijn zoontje
het portretje op de schoorsteen een
kusje geven. „Dat is soldaatje.
zegt hij dan. En dan brengt mijn
vrouw hem maar gauw naar bo
ven. alleen ik merk dat ze daarbi.1
op haar lip bijt.
LOU STEYGER
Het Amsterdamse Gerechtshof
heeft Maandag het vonnis van de
rechtbank van 15 October 1947
van f 10.boete subsidiair 10 da
gen hechtenis tegen de journalist
H. A. Lunshof bevestigd.
Zoals men weet, weigerde Luns
hof destijds tegenover de justitie
de naam te noemen van hem, die
hem de geheime notulen van Ling-
gad jati had verstrekt. Het Hof over-
woog in het arrest, dat Lunshof zich
niet kan beroepen op verschonings
recht, omdat de verplichting tot
geheimhouding voor journalisten
niet algemeen erkend is, in tegen-
stelling tot die van artsen en van
advocaten. Het beroep van journa
list staat voor iedereen open. Ook
verwierp het Hof het beroep op
overmacht van de heer Lunshof, die
had aangevoerd. dat hij in de ogen
van beroepsgenoten onmogelijk zou
worden, indien hij de naam van
zijn zegsman had genoemd. Het Hof
was van oordeel, dat Lunshof door
eigen vrije daad de geheime notu
len had gepublieeerd en zich dus
uit eigen vrije wil in de positie had
gebracht, waarin hij gedwongen
kon worden mededelingen over de
bron(nen) van deze publicatie te
doen.
Lunshof zal nu in cassatie gaan,
zodat de Hoge Raad in deze kwes-
tie het eindoordeel zal moeten vel-
len.
HEX
WERELD-
GEBEUREN
We moeten de bladen van het
boek der wereldpolitiek enkele ja
ren terugslaan om voor het eerst te
kunnen lezen, dat Churchill zyn
pleidooi hield voor een „Verenigd
West Europa". Ofschoon met veel
sympathie ontvangen waren we
echter nog niet veel verder geko
men dan de Nederlands-Belgisch-
Luxemburgse Tolunie en een veel-
omvattend verdrag van Duinkerken
tussen Frankrijk en Engeland.
Het is thans Churchill's politieke
opponent, Ernest Bevin, die in zijn
belangrijkste rede na de oorlog, de
mededeling heeft gedaan, de tijd
voor een Westerse Unie gekomen te
achten. Openlijk werd nu door de
Britse regering bij monde van haar
Minister van Buitenlandse Zaken
erkend, dat de politiek van de Sov-
jet-Unie erop gericht is, het Wes-
ten, met alle middelen te onderwer-
peri aan de communistische dicta-
tuur. Als zodanig is het ..Plan Be
vin" voor de consolidatie van West-
Europa als tegenwicht te beschou-
wen van de invloed der Sovjet-Ume
en bovendien als een krachtige aan-
vulling en logisch gevolg van het
plan-Marshall.
Het plan om tot samenwerking
van West-Europa te komen kondigt
een nieuwe faze aan in de geschie
denis van het na-oorlogse Europa,
maar tevens met de waarschuwing,
dat er geei:
eenvoudige
korte weg naai
de verwezen-
lijking van het
plan bestaat.
Het zal van vi-
taal belang
bnjken, Duitslands problemen op te
iossen en tevens met dit land poli
tieke en economische betrekkingen
te onderhouden, wil het plan zich
met succes kunnen ontwikkelen.
Wordt hiertoe een gezonde basis
geschapen, dan zou het „plan Be
vin" een aanmoediging kunnen zijn
voor het Amerikaanse congres het
plan Marshall zo spoedig mogelijk
goed te keuren.
Het door Bevin aangekondigde
nieuwe verdragsstelsel voor West-
Europa kan eerder op een conferen-
tie der betrokken landen besproken
worden dan iangs diplomatieke ka-
nalen. Afgaande op de readies van
net Britse parlement zal het Brits-
Franse aanbod aan de andere lan
den door alle schakeringen der
Britse openbare mening worden ge-
steund. Ongetwijfeld zal Bevin de
gelegenheid krijgen de critiek, als
zouden zijn voorstellen te schuchter
zijn om de bedreiging van econo
mische en politieke cnaos in West-
Europa af te kunnen wenden, te
weerieggen door zijn plannen een
vastere vorm te geven.
Volgens Reuter zijn vele politieke
waarnemers van gevoelen, dat prac
tische zowel als geografiscne over-
wegingen de oorzaak waren, dat de
Beneiux-landen als de eerste toe-
komstige partners in een West-
Europese Unie gekozen werden. Als
buunanden van Duitsland, die reeds
nerhaaide malen het recnt opgeeisi
nebben by de behandeling van de
Duitse kwestie gehoord te wordew
zijn zij de meest voor de hand li^
gende candidaten voor het lidmaat-
;chap van een eventuele internatio-
nale controleraad voor het Ruhr-
gebied. Nu de economische verde-
nng van Duitsland een voldongen
feit schijnt te zijn, zou een Interna
tionale controle met de Benelux-
groep als mede-oprichter Frankryk
een heel eind tegemoet komen wat
betreft zijn bezorgdheid voor zyu
veiligheid, uit hoofde waarvan het
een internationaal beheer van het
Ruhrgebied eist. Ongetwijfeld zal
een uitbreiding van het verdrag
van Duinkerken een volledige om-
mekeer teweeg brengen in de neu-
traliteitspolitiek. Doch nu het Oos-
ten zo onomwonden een blok heeft
gevormd onder communistische lei
ding, waarom zouden de West-Euro-
pese landen dan nog langer de ver-
antwoording dragen verdeeld tegen
over het duidelyk omschreven ge-
vaar te staan. Het „plan Bevin" is
een te duidelijk antwoord om ge-
negeerd te mogen worden.
SIC TRANSIT
Oostenrijk heeft aan de geallieer-
de militaire autoriteiten de uitleve-
ring gevraagd van Von Papen, die
van 1934 tot 1938 Duits Ambassa-
deur te Wenen was en van Von
Schirach, die tijdens de oorlog
Gouwleider van Wenen was. Von
Papen zou men hoogverraad ten
laste willen leggen en Von Schirach
het feit de stad Wenen tot defensie-
gebied verklaard te hebben alsmede
rasvervolging en confiscate van
goederen van de katholieke kerk.
18.
Ze scheidden bij een bruggetje
over een arm van de Linon en in
minder, dan een kwartier zat Tre-
gat op zijn kamertje in 't dorps-
logement. Hij had veel te denken,
voordat hij in slaap viel. Hij kon
niet uitgedacht komen over zijn
grote geluk. Doch toen hij insliep
kwam er een schaduw overheen in
zijn dromen en heel de nacht welde
hem in zijn slaap het harige gezicht
van het monster.
HOOFDSTUK VI
De verkeerde weg
De volgende morgen wandelde
Tregat naar Lafihan. een stadje op
enige afstand en kocht er een vol
ledige uitzet. Hij was zich er nooit
van bewust geweest, hoe duur dat
was, voordat hij alles had. Het was
maar gelukkig. dat hij niet contant
hoefde te betalen. Maar de winke-
liers waren hem graag ter wille en
hij keerde beladen met pakjes terug
en liet ze naar Huize Tregat bren
gen. Maar hij kon geen gemaakt
costuum krijgen. Die waren hem
alle te klein. Hij moest het dus
voorlopig doen met het blauwe pak,
dat de seheepskleermaker voor hem
gemaakt had.
Om vijf uur verliet hij het loge-
ment en begaf zich naar zijn oude
huis.
Huize Tregat was een der oudste
huizen der streek en lag een minuut
of vijf van de kust af. Men verhaal-
de, dat er reeds een Tregat leefde
in de tiende eeuw, toen het gebouw
nog slechts bestond uit een ronde
toren van zware gemetselde blok-
ken. Een deel van die toren was nog
blijven staan. bijna op de rand der
rotsen. Het huis zelf vertoonde de
tijden der opeenvolgende eeuwen en
iedere vleugel verhaalde van een
nieuw tijdperk in de familiehisto-
rie. De Tregat's waren er groots op,
dat zij leden waren van een aloud
geslacht en hun stamboom, geschil-
derd op een antiek schild, liep te
rug tot de allervroegste geschiede
nis.
De gronden rondom het huis wa
ren dicht met hout begroeid, om
beschutting te bieden tegen de stor-
men en het huis was van zee uit
nauwelijks zichtbaar.
De oude bouwmeesters gaven
weinig om vergezichten en zochten
slechts naar bescherming tegen re-
gen, wind en vijanden.
Met gemengde gevoelens van
schaamte en trots keerde Tregat
naar zijn oud huis terug. Van jongs-
af kende hij er ieder hoekje en
gaatje. Toen hij de oprijlaan inging
en de grote poort zag. in de zeven-
tiende eeuw gebouwd. kreeg hij een
hoge kleur. Vreselijk, in zo'n huis
de gast van een vreemde te moeten
zijn! Toch was hij blij, dat het nog
niet reddeloos voor hem verloren
was en dat hij nog steeds hoop kon
koesteren, de schulden. die er op
drukten, mettertijd af te lossen en
er zelf weer in te gaan wonen. Het
was een bittere gedachte, dat hij
de eerste van zijn geslacht was, die
't huis aan vreemden had moeten
verhuren.
De Vallon's ontvingen hem echter
met zoveel hartelijkheid, dat die
sombere gedachten al spoedig uit
zijn geest verdwenen. Ze hadden
een helen vleugel tot zijn beschik-
kig gesteld, hem een eigen lijf-
knecht gegeven en deden alles, om
te tonen, dat zij eigenlijk de gasten
en hij de heer des huizes was.
Na het diner bleven ze nog lang
napraten. Tegen half tien werd er
uit het dorp een brief voor Tregat
gebracht. Hij keek naar het hand-
schrift en herkende dat van Solange
Hij stak de brief in zijn zak.
Om elf uur ging Jean naar bed.
Charles stelde voor, naar de zitka-
mer van Tregat te gaan en daar nog
wat over zaken te praten. Hij liet
er sigaren, wijn en glazen brengen.
Die kamer lag in het oudste ge-
deelte van het huis. dat in de 12e
eeuw door Mahon Tregat gebouwd
was. Muren en vloer waren van
steen en het enige boogvenster was
zonder stijlen of maaswerk. Het
ondergedeelte was nu voorzien van
een stuk spiegelglas in een ijzeren
raam gevat. dat naar buiten kon
draaien. Tegenover de ingang van
het vertrek was een andere deur in
de dikke muur. die toegang gaf tot
het slaapvertrek. Daarachter was
nog een klein vertrek niet meer dan
een cel. Dat was tot badkamer inge-
richt. Alle kamers bevonden zich
gelijkvloers.
Van jongaf had Tregat voor deze
kamers een bijzondere voorliefde
gehad. Hij stelde zich allerlei avon-
turen voor, in deze sombere ver-
trekken afgespeeld.
De zitkamer was toen zijn slaap-
vertrekken dienden als rommel-
kamer geweest en de twee andere
bergplaats. Nu waren ze met de
meeste weelde ingericht. Dikke,
Turkse tapijten bedekten de vloer
en wandtapijten hingen tegen d>
muren. Het electrische licht schee
uit alle hoeken. Prachtige, eike
meubelen vulden het vertrek en d
slaapkamer was in Louis XV stij
ingericht. De Vallon's hadden he
huis voor veertien jaar gehuurd er
geen kosten gespaard aan de luxu
euze mrichting.
Enige tijd zaten de beide manner
zwijgend te roken en Tregat's ge
dachten dwaalden terug tot
jeugd. Vallon scheen in ernstig na-
denken verzonken.
„Ik heb u een voorstel te doen,
mijnheer Tregat", zei hij eindelijk,
„U moet er natuurlijk eerst rustig
over nadenken, want het is nogal
van belang. U zult me. hoop ik,
niet kwalijk nemen, als ik maar|
ronduit met u praat. Ik verzeker
u dat ik u niet wil kwetsen."
„Dan zal ik het ook niet al
kwetsend opvatten, mijnheer Val
Ion."
„Ik betaal voor dit huis een huur
zoals u van niemand anders zoudtl
krijgen. Maar toch denk ik, dat die
som niet genoeg is, om de rente te
betalen van de schulden, die op 6it
huis drukken."
(Wordt vervolgd.)