1 1 OM ERICS LIEFDE Honderd jaar geleden stierf de pionier der Katholieke Pers EEN STRIJD VOOR WAARHEID Drs. Schiphorst spreekt voor de K.V.P.-Jongeren ONS ME r NIEUW NOORDHOLLANDS DACBLAD - Dinsdag 27 januori 1948 PAG. 3 Joseph von G or res Spreek-uur Gezinszorg in de practijk In verbcmd met ons artikel over Katholieke Gezinszorg plaatsen wij hier nog een foto uit de praktijk van het Opleidingsinstituut in den Haag, waarover onze reportage van Zaterdag mededelin- gen deed. Ook in het eigen huis van de verzorgsters is er volop werk. Een gezinsverzorgster, beladen met boodschappen, verrast haar collega's die de gang een extra beurt geven! WIERIN GERMEER Trygve Lie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, is ▼an Schiphol vertrokken naar Praag. Engels schip op een mijn Minister Fievez bezocht Belgie Koningin met Prinsessen ter kerke Michael trouwt voorlopig niet De sinaasappelen zijn er LI J K CEVONDEN van vermiste vrouw uit Almelo Rijkslandbouwarchitect 70 jaar Ongewenste bont-veilingen KORT VERHAAL ▼■gap De republikeinse regering heeft de Staat Oost-Indonesie erkend als deel van de Verenigde Staten van Indonesie. Te Batavia werd na de plechtigheid geklonken door J. Latuharhari, verte- genwoordiger van de Republiek en Anek Agoeng, minister- president van Oost-Indonesie. Hof stelt Lunshof in het ongelijk J Het „plan-Bevin OOSTENRIJK VRAACT UITLEVERING Van von Papen en von Schirach FEDILLETON door HARRIS BURLAND Joseph van Gorres heeft aange- toond welk een macht de pers kan vertegenwoordigen en welke invloed ze kan uitoefenen in het politieke en cnltnrele leven. Voor Gorres was een krant ofwel spreekbuis van regeringsinstanties, ofwel een verzameling van nieuws- berichten zonder meer; zij gaf „les nouvelles courantes" (de lopende nieuwtjes), zoals ook de naam „cou- rant" aanduidde, ofwel ze was een vrij onbeduidend niemendalletje. In ieder geval een slaaf of een nieuws- venter of een min of meer amu- sante praatvaer. Door Gorres is de emancipatie van de krant en van de journalist begonnen en dat op indrukwekkende wijze. De trommels roffelden, Napoleon was bij Leipzig verslagen, een algemeen verzet kwam los in de bezette landen en in deze maanden stichtte Gorres te Coblenz zijn „Rheinischen Merkur", waarin hij sprak als een, die macht heeft. Voor waarheid, vrijheid en recht zou zijn krant strijden, de zaak der bevrijding moest gediend worden, maar ook moesten de rech- ten en plichten van vorsten en on- derdanen worden omschreven. Dat hield in: afschaffing der censuur op de pers, waarborgen voor volks- rechten, onafhankelijkheid en steun aan de Kerk. Van dit plan is Gorres nooit afgeweken. Toen de „Merkur" op 23 Januari 1814 voor het eerst uitkwam, was de strijd tegen Napo leon nog hoofdzaak, en dat ge- schiedde met zo'n overtuiging, zulk een diepe kennis van het verleden en helder begrip van het heden, als nog in geen enkele krant ooit was gedemonstreerd. De „Merkur" oefen- de een invloed uit, die wij ons nau- welijks kunnen voorstellen. Napo leon zelf noemde het blad en zijn ledacteur „de vijfde grootmacht", waar de vier andere geallieerden Engeland, Rusland, Oostenryk en Pruisen eerst raad gingen vragen. „Vulkanische Predigten", zo doopte Brentano de artikelen van Gorres. Blucher, Stein, Scharnhorst, alien lazen de „Merkur". Zelfs Goethe, „der Altmeister van Weimar", ver- waardigde zich de geweldenaar te Coblenz een bezoek te brengen. Jacob Grimne zei eenvoudig: „Zo'n krant is er nog nooit geweest" en bood zich aan als medewerker. Hele artikelen uit de „Merkur" werden door Engelse bladen in vertaling overgenomen. Maar Waterloo kwam en toen hadden vorsten en regeringen dat geweldige woord van Gorres niet meer nodig de tyran was we; en vrijheid voor Kerk en volk liet men liever buiten discussie. Gorres werd lastig, de Pruisische staatsminister Harden- berg zond hem een aantal richtlij- nen, volgens welke de „Merkur" voortaan geredigeerd moest worden, wilde het blad blijven bestaan. Door rijke aanbiedingen zocht Pruisen het tot een loontrekkend regerings- orgaan te maken. Gorres weigerde: „De „Merkur" is van edele stand en wenst zich niet tot de rol van een gemuilkorfd koninklijk Pruisisch regeringsblad te verlagen". Daar- mee tekende hij het doodvonnis. Op 12 Januari 1816 volgde de kabinets- order, waarbij de „Merkur" in be- slag genomen en verboden werd. Slechts twee jaren heeft het blad bestaan, toch lang genoeg om te laten zien wat de betekenis van een krant kan zijn. Gorres heeft school gemaakt niet in het politie-Pruisen, maar elders: le Sage ten Broei^ Lamen- nais, Louis Veuillot, Mgr. Smits werkten naar het model van de grootmeester te Coblenz. Gorres zelf is na 1816 een zwerver geworden, 't was hem te benauwd in Pruisen erg vond hij het niet, want zwer- ven lag wel in zijn aard. En niet alleen in dit opzicht. Want Gorres heeft op geestelijk terrein lang ge- zocht eer hij de waarheid vond. Te Coblenz geboren op 25 Januari 1776 „in Conversione S. Pauli Apostoli", een symbool, zoals hij later zegt, was Gorres van alles geweest: godloochenaar, Jacobijn, romanticus, Godzoeker, tot hij rond 1810 tot de Moederkerk terugkeerde en Haar al de krachten en gaven schonk waar- over hij beschikte. Toen nam zijn geestelijk zwerven een einde, over- tuigd van de waarheid, zal hij er voor strijden tot zijn dood, zijn leven wordt „a struggle for truth". Door de „Merkur-episode" leert hij het apostolaat van de pers, en als rond 1823 een beroep op hem wordt ge- daan, is hij bereid. Als balling ver- bleef Gorres toen in Straatsburg en ontmoette daar een andere balling: „Der Katholik", twee jaren tevoren door jonge priesters te Mainz be gonnen, maar spoedig verbannen. Op aandringen van Overberg, Sailer, Droste Visschering trad Gorres tot de redactie toe en werd de pionier der katholieke pers. „Der Katholik" groeide uit tot het leidende tijd- schrift in katholiek Duitsland. Nog eens verhuisde Gorres; Lodewijk I, de Beierse koning, benoemde hem tot professor in de geschiedenis te Munchen. Daar was hij in z'n ele ment, om hem heen vormde zich de „Gorreskreis". die op politiek ge- bied de leiding kreeg in Beieren tot 1847 toe, zulks tot grote erger- nis van de polities taat Pruisen. Gorres en Pruisen raakten weer slaags in de „Rolner Wirren". Het conflict over de gemengde huwe- lijken was zo hoog gelopen, dat de Berlijnse regering de aartsbisschop van Keulen gevangen zette. De oude leeuw te Munchen schudde zijn ma- nen en brulde. ..Athanasius", het heerlijkste van Gorres' geschriften, kwam van de pers, werd binnen het jaar viermaal herdrukt. De rechten der Kerk en de Pruisische dwinge- landij kwamen in het juiste licht te staan. Berlijn mocht contra-be- togen laten opstellen, het baatte niet, de openbare mening had haar oordeel gevormd. In datzelfde jaar 1938 stichtte Gorres een tijdschrift ..Historisch Politische Blatter", de later zo beroemde „gele bladen", die tot aan het Hitler-regime de trots van katholiek Duitsland waren en daarnaast een krant de „Augsburger Postzeitung", een voortzetting van de oude ..Merkur". Toen de „Atha- nasius" verscheen, werd het boek in de herbergen van Westfalen door onderwijzers aan de boeren voor- gelezen. Kwam er een passage waar de voorlezer struikelde over de on- gewone, vreemdklinkende woorden, of wanneer de gedachtengang te moeilijk was voor het eenvoudig boerenverstand, dan barstte er een luid gejubel los en onder de kreten ,.Jetzt geht er wieder einmal hoch! Nun, er soli leben", dronken de boe ren op Gorres' gezondheid. Gorres heeft het nog beleefd, dat Pruisen toegaf en Mgr. Droste in vrijheid stelde; op 29 Januari 1848 het feest van St. Franciscus van Sales, de patroon der katholieke schrijvers terwijl men op zijn verzoek voorlas uit de brieven van die andere grote publicist Sint Pau- lus, is de grootmeester der journa- listen gestorven. Was Gorres popu- lair? Niet in de zin dat hij de harts- tochten vleide van „la grande popu- lair et la sainte canaille", daarvoor achtte hij zijn pen te kostbaar; wel was hij populair bij hen die het ge- loof en de geordende vrijheid als heilig erfgoed beschouwden. Het eenvoudige volk gevoelde als bij intui'tie, al begrepen ze hem soms niet, dat hij in zijn artikelen de hoogste goederen verdedigde. W. VAN DE PAS WIERIN GERMEER. Een klei- ne 50 jongeren, waaronder slechts een meisje, had gevolg gegeven aan de uitnodiging van de K.V.P. via de pers (ons Blad plaatste zelfs 2 maal een bericht) om te komen luisteren naar de Algemeen Jonge- ren-Commissaris. Voorzitter F. J. A. van Dam opent en geeft meteen het woord aan de inleider, die met z'n prettige stem en zijn sympathiek begin direct al contact had met alien. In een ge- noeglijke causerie zagen we de wordingsgeschiedenis van de K.V.P. uitgetekend. Dr. Schaepman's strijd ook tegen eigen mannen het verdwijnen van de kiesdistricten het vormen van de R.K. Staatspar- tii die in 1926 pas zijn reglement kreeg het prachtige werk van mr. Goseling z.g. die in 1935 voor zitter was en tenslotte de moeilijk- heden na 1945 het N.V.B.-stre- ven volgen of een eigen staatkun- dige organisatie in het leven. Na ampele besprekingen en tientallen rapporten van een 160 plaatsen bleek duidelijk dat tot het vormen van een eigen partij moest worden overgegaan. De naam werd nu de Katholieke Volkspartij waarin ligt uitgedrukt dat de nadruk valt op „de massa" n.l. die groep van ons volk die toevallig niet de rijk met aardse goederen bedeelde behoort (d.w.z. 80%). In 1946 kreeg de Volkspartij zijn definitief beslag en staat vanaf die tijd ook open voor andersdenken- den op geloofssebied. Naast de wordingsgeschiedenis behandelde drs. Schiphorst het Jongerenvraag- stuk. Spr. noemde o.a. Ant. van Duinkerken (uit de jaren I925— 1930) de mislukte poging om de standsorganisaties met deze groep te belasten en in 19391940 het eindelijke besef van een aparte Jongerenorganisatie. In 1945 heeft Jan Robert, helaas ook al z.g. ontzaggelijk veel gepres- teerd. En als grondslagen tot vor- ming van Jongerenafdeling dien- den: a. de Jongeren horen in eigen verband. b. de ouderen hebben ze nodig (niet alleen in de oorlog maar ook nu). Het werk der Jongeren is te split- sen in: /- a. vorming. De jongeren moeten weten!, dus de vragen naar het waarom worden behandeld. b. zelf politiek meewerken in het belang van eigen streek is er zeer veel te doen. Een van de mar- kantste voorbeelden noemde spr. de vragen die de afd. Hem-Ven- huizen stelde betreffende de tuin- bouwstand. c. boven 21 jaar is iedereen vol- waardig lid, dus propagandawerk verrichten, z'n stem geven, candi- doten stellen, leden winnen enz. Vanuit Den Haag komen: eenvou dige politieke cursus; brochures over communisme en publiekrech- telijke bedrijfsorganisatie. Tenslotte hield inleider een vurig pleidooi voor de politieke scholing van 't meisje. Onze meisjes in de Polder zullen er wel meer van ho ren. Enkele practische vragen kwa men na de prachtige causerie naar voren. De heer J. van Don werd toe- gevoegd als bestuurslid bij de Jon gerenafdeling. De contributie bleek slechts f 0.25 per maand te bedra- gen. Enkele jongeren wilden ook graag naar de Politieke School in Hoorn (zeer aanbevolen door drs. Schiphorst). Met eigen vorming wordt Vrijdag a s. al begonnen. Drs. Schiphorst bracht aan het eind in fiingekozen woorden de Apostolaatsgedachte naar voren. Onze politiek is gebouwd opeeuwige waarheden en rechtvaardigheid en naastenliefde zijn onze gidsen. (cfr. Engelse politiek in India)Niet al leen voor ons katholieken, maar voor ons hele land, ja voor de we- reld is het van het grootste belang, dat de regering steunt op deze eeuwige waarheden. Voorzitter van Dam dankte zeer hartelijk en vol goede voornemens togen de Jongeren huiswaarts. En nu aan de slag mannen en meisjes!! Het Engelse s.s. ..Landaff" liep in de vroege Zondagmorgen op een mijn. Het schip, waarvan de ma- chinekamer water maakte, seinde echter om 7.07, anderhalf uur later, dat het geen sleepboot meer nodig had en binnen een uur zijn reis zou vervolgen. De minister van Oorlog, luitenant kolonel A. H. J. L. Fievez bracht Zaterdag j.l. een kort bezoek aan zijn Belgische ambtsgenoot, voor het voeren van besprekingen in het kader der BelgischNederlandse samenwerking. H.M. de Koningin, H.K.H. Prinses Juliana en de drie oudste prinsesjes hebben Zondagmorgen de kerk- dienst bijgewoond in de Nieuwe Zijdskapel op het Rokin, waar voor- ging ds. Evenhuis. De Koninklijke Familie begaf zich te voet van het paleis naar de kapel. Volgens de vleugeladjudant van ex-koning Michael, wiens verloving Vrijdag voor het eerst officieel er- kend is, zal het huwelijk de eerste maanden niet plaats hebben, aange- zien de koning niet de indruk wil wekken, dat hij om zijn huwelijks- plannen Roemenie heeft verlaten. |yj EEN, DAT HOUDT Marcus er niet op na. Hij is geen dokter en ook geen pastoor, wat u ook van hem mag denken. Maar wel weet hij de waarde van wat men noemt „zich eens uitpraten". Een mens is geen eenzaat. We hebben er natuur- lijkerwijze behoefte aan, ons te uiten. Het is onmogelijk, dat een mens zich zo opsluit in zichzelf en zich zo afzondert van de anderen, dat hij alles alleen wil verwerkeiy, zijn vreugde zowel als zijn vetdriet. Onze natuur is zo gemaakt, dat we de dingen, ons zelf wel moeten meedelen aan anderen, die ons op een of andere manier nabij zijn of die ons vertrouwen hebben. Nie- mand is zichzelf voldoende. Op- kroppen vooral van leed houdt men niet vol en is niet goed. Praat u eens uit. Dat klaart op. Dat geeft verlichting. MARCUS Zaterdag is het s.s. „Titus" van de KNSM te Amsterdam aangeko- men met een voile lading Jaffa- sinaasappelen, omvattende 33.600 kisten. Dit is de eerste zending van de Palestina-oogst die naar Amster dam komt, zodat de hoofdstedelin- gen deze sappige vruchten binnen- kort bij hun groentenhandelaren kunnen verwachten. Het stoffelijk overschot van me- vrouw H. B. A. uit Almelo, die sinds Kerstmis van het vorig jaar uit het R.K. ziekenhuis werd vermist, is Zondagmiddag omstreeks vier uur door een landbouwer in de Vecht onder Oud-Leusden gevonden. Het stoffelijk overschot is naar Almelo overgebracht, waar het ter aarde besteld zal worden. Naar wjj vernemen, viert 2 Febr. a.s. de Rijkslandbouwarchitect, de heer H. J. van Houten te Wage- ningen, zijn zeventigste verjaardag. De Heer van Houten, die tevens Lector aan de Landbouwhogeschool is, geniet in kringen van de land- bouwvoorlichting een grote bekend- heid, dat hij gedurende bijna 30 jaar zeer actief is geweest voor de verbetering van de landbouwge- bouwen. De prijzencontrole te Utrecht heeft proces-verbaal opgemaakt te gen de heer W. H. C. S. uit Den Haag, die overal in het land bont- en textielveilingen organiseert. Gebleken is, dat reeds gedurende de drie aan de veilingen vooraf gaande kijkdagen de meeste goede ren onderhands werden verkocht en dat daarvoor veilingkosten in reke- ning werden gebracht. Naar schat- ting heeft S. door deze practijken ruim zes duizend gulden te veel provisie ge'incasseerd. Ook is geble ken, dat goederen dubbel werden geveild, waardoor een der kopers dan in het geheel niets kreeg of ge- tracht werd hem een ander dan het gekochte artikel af te leveren. WE NOEMDEN HAAR „ons Meiske", al was ze dan ook de twintig reeds gepasseerd. Ik herinner me nog goed die middag, toen ze voor het eerst bij ons thuis kwam. Vragen naar een les, die ze had overgeslagen om met een vriendin te kunnen gaan schaatv sen. Mijn vrouw mocht haar direct; toen ik 's avonds thuis kwam zat ze er nog. Van die les is op die avond, in het begin van de oorlog, niet veel meer terecht gekomen. Dat haalden we later in. We spraken over toneel, muziek, over mooie boeken en tijdens zulke gesprekken voelde je dubbel, dat heel het culturele leven in Neder- land eigenlijk lam gelegd was. Er kwamen meer van die avon- den, soms twee in enkele dagen. dan zagen wij haar weer in weken niet. Tenminste niet thuis. In het klasje van verpleegsters, dat ik op het ziekenhuis les gaf. verscheen ze altijd trouw. En het was een hele toer om ze altijd bij elkaar te krijgen. Vooral later. De een moest kousen stoppen. de an der een schort verstellen. de derde naar een onderduiker, steeds was er wat. Bertha, „Bertje" zeiden we altijd, dat klonk gezelliger, sloeg echter zeiden over. Ze kwam ei genlijk van een klein dorpje bui ten de stad, zo'n beetje achteraf gelegen. En ze kon er niet aarden. Het was haar te stil. te muffig. Ze kwam naar de stad. naar het grote ziekenhuis. Het ging goed en ze studeerde veel. Toen wij haar leer- den kennen was ze tweede jaars. Ze groeide in haar werk en ze ge- noot van het stadsleven. Concerten. opera,toneel, een nieuwe wereld ging voor het eenvoudige dorps- meisje open. Wij namen haar mede naar vrienden. schilders. schrijvers en ze genoot ervan, van die uren- lange betogen. In haar vri.ie uurtjes nam zij met mijn vrouw haar studie-stof door. Dat gim? pomakkeliiV. want d'e kende het klappen van de zweep in een ziekenhuis. Als Bertie, die bij ons langzamerhand kind in huis was geworden, haar vrije wacht- dagen had. kon ik er zeker van zijn dat ze 's avonds bij mijn thuis- knmst samen stonden te kokke- rellen. Later, toen onze kleine geboren werd. ze was toen al derde jaars. hielp ze dapper mede en mijn vrouw heeft toen een grote steun aan haar gehad in die moeilijke daeen. Al werd ze ook met de jaren ou- der, Bertje bleef het impulsieye. frisse dorpskind. Dat is misschien wel de reden waarom wij ons zo tot haar voelden aangetrokken. Haar woord was waar en haar hou- dirm was geen pose. Ze deed nooit alshf. Toen ze haar ..Witte kruisje" en haar ..ooievaartje" achter de rug had. kwam ze aan de gemeente. Ze bntrok een kamer in de stad en wij hielpen haar met de installa- tie Miin vrouw. die op huishoude- lijk gebied ook langzamerhand meer ervaren was geworden, gaf haar menige nuttige wenk. Het was daar op de Oude Singel een centrum van gezellieheid. On ze vrienden waren Bertjes vrien den en Berties vrienden waren bii ons kind in bins To V.-.H af en toe een „vlam". Ik mocht dat nooit weten alvorens miin vrouw in vertrouwen genomen was. Ze zei altijd: ..Zou hii het wel wat voor me vinden, wat denk je?" Dat kwam omdat ik eens gezegd had toen we over het huwelijk spraken: ..Je kunt beter vijf jaar wacbten. totdat je de ware Jacob vindt. dan je bals over kop in de ellende te storten." Toen de situatie eritieker werd. althans voor mii. tegen het eind van de oorlog. en ik niet meer naar b"iten kon. ik had geen ..Ausweiss" of zoiets, kwam ze 's avonds met haar radiotje, gewoonweg in haar plunjezak gestoken, op de fiets naar ons toe. Dan luisterden we naar de berichten, die in die don- kere dagen nog het enige licht- puntje waren. Voor onze kleine „organiseerde" ze in die dagen het zo nodige voedsel waarvoor wij haar tot op de dag van vandaag nog dankbaar zijn. En toen kwam de bevrijding. Voor Bertje een tijd van hard wer- ken. Ze kruiste met Canadese en Engelse teams de stad af, op zoek naar ondervoede kinderen en ou- den van dagen. Ongelooflijk veel werk verzette ze. Doodmoe kwam „ons Meiske", zoals mijn vrouw al tijd zo hartelijk zei, dan 's avonds naar ons toe. Maar als ze ging ver- tellen van haar ervaringen van de dag, dan leefde ze weer op. Vaak moest mijn vrouw al haar overredingskracht gebruiken om haar op tijd naar bed te krijgen. Het werd eind 1945 en het voor- naamste werk was gedaan. Dat dachten wij tenminste, maar ons meiske dacht er anders over. Ze moest en ze zou naar Indie. Daar was dringend hulp nodig! Wij konden onze teleurstelling moeilijk verbergen, toen Bertje op een zonnige Octoberdag bij ons achter in de tuin verscheen, in het khaki! Ze was trots op haar luite- nantsuniform en we moesten haar van alle kanten bewonderen. De muts stond guitig op haar blonde krullen, de uniform deed haar slanke en toch krachtige figuur beter uitkomen dan het stijve ver- pleegstersschort. Zo was Bertje een paar dagen lang het parade- paardje in onze vriendenkring. Een paar dagen maar, toen nam een grote, glanzende K.L.M.-vogel haar onder haar zilveren vleugels mee naar de Oost. We hebben arm in arm gestaan, mijn vrouw en ik, we slikten bei- den iets weg en we hebben geen woord gesproken, die minuten op het vliegveld. Het was of er iets uit ons eigen leven werd weggeno- men. Daar gaat nu ons Meiske! Verscheidene malen is Bertje nog in Nederland geweest. Met haar uniform en haar cadeautjes uit de Oost. Mijn zoontje zei toen ze de kamer binnen stapte: „Dat is sol- daat, pappie." We hebben er har telijk om gelachen. Toen ze de laatste keer bij ons was, was ze niet zo vrolijk als an ders. Voelde ze het naderend ein de? We hoorden lange tijd niets meer van ons meiske. Tot op zekere dag een brief kwam uit het plaatsje m de buurt. Of we wilden komen, daar en daar. Bij de ouders van Bertje. We hebben ei* gestaan m die kleine kamer. Haar vader sprak het eerst: „Jullie waren haar beste vrienden, jullie moet hett eerst weten. Ons Bertje, jullie meiske, is niet meer...." In de garnizoenskerk bij de pa ters, waar ze altijd zo graag kwam, hebben wij een H. Mis voor haar laten lezen. Alle vrienden waren er. In de la van de linnenkast ligt een uniform-pet, groen khaki, Ber- tje's muts. En 's avonds. hij ver- geet het nooit, moet mijn zoontje het portretje op de schoorsteen een kusje geven. „Dat is soldaatje. zegt hij dan. En dan brengt mijn vrouw hem maar gauw naar bo ven. alleen ik merk dat ze daarbi.1 op haar lip bijt. LOU STEYGER Het Amsterdamse Gerechtshof heeft Maandag het vonnis van de rechtbank van 15 October 1947 van f 10.boete subsidiair 10 da gen hechtenis tegen de journalist H. A. Lunshof bevestigd. Zoals men weet, weigerde Luns hof destijds tegenover de justitie de naam te noemen van hem, die hem de geheime notulen van Ling- gad jati had verstrekt. Het Hof over- woog in het arrest, dat Lunshof zich niet kan beroepen op verschonings recht, omdat de verplichting tot geheimhouding voor journalisten niet algemeen erkend is, in tegen- stelling tot die van artsen en van advocaten. Het beroep van journa list staat voor iedereen open. Ook verwierp het Hof het beroep op overmacht van de heer Lunshof, die had aangevoerd. dat hij in de ogen van beroepsgenoten onmogelijk zou worden, indien hij de naam van zijn zegsman had genoemd. Het Hof was van oordeel, dat Lunshof door eigen vrije daad de geheime notu len had gepublieeerd en zich dus uit eigen vrije wil in de positie had gebracht, waarin hij gedwongen kon worden mededelingen over de bron(nen) van deze publicatie te doen. Lunshof zal nu in cassatie gaan, zodat de Hoge Raad in deze kwes- tie het eindoordeel zal moeten vel- len. HEX WERELD- GEBEUREN We moeten de bladen van het boek der wereldpolitiek enkele ja ren terugslaan om voor het eerst te kunnen lezen, dat Churchill zyn pleidooi hield voor een „Verenigd West Europa". Ofschoon met veel sympathie ontvangen waren we echter nog niet veel verder geko men dan de Nederlands-Belgisch- Luxemburgse Tolunie en een veel- omvattend verdrag van Duinkerken tussen Frankrijk en Engeland. Het is thans Churchill's politieke opponent, Ernest Bevin, die in zijn belangrijkste rede na de oorlog, de mededeling heeft gedaan, de tijd voor een Westerse Unie gekomen te achten. Openlijk werd nu door de Britse regering bij monde van haar Minister van Buitenlandse Zaken erkend, dat de politiek van de Sov- jet-Unie erop gericht is, het Wes- ten, met alle middelen te onderwer- peri aan de communistische dicta- tuur. Als zodanig is het ..Plan Be vin" voor de consolidatie van West- Europa als tegenwicht te beschou- wen van de invloed der Sovjet-Ume en bovendien als een krachtige aan- vulling en logisch gevolg van het plan-Marshall. Het plan om tot samenwerking van West-Europa te komen kondigt een nieuwe faze aan in de geschie denis van het na-oorlogse Europa, maar tevens met de waarschuwing, dat er geei: eenvoudige korte weg naai de verwezen- lijking van het plan bestaat. Het zal van vi- taal belang bnjken, Duitslands problemen op te iossen en tevens met dit land poli tieke en economische betrekkingen te onderhouden, wil het plan zich met succes kunnen ontwikkelen. Wordt hiertoe een gezonde basis geschapen, dan zou het „plan Be vin" een aanmoediging kunnen zijn voor het Amerikaanse congres het plan Marshall zo spoedig mogelijk goed te keuren. Het door Bevin aangekondigde nieuwe verdragsstelsel voor West- Europa kan eerder op een conferen- tie der betrokken landen besproken worden dan iangs diplomatieke ka- nalen. Afgaande op de readies van net Britse parlement zal het Brits- Franse aanbod aan de andere lan den door alle schakeringen der Britse openbare mening worden ge- steund. Ongetwijfeld zal Bevin de gelegenheid krijgen de critiek, als zouden zijn voorstellen te schuchter zijn om de bedreiging van econo mische en politieke cnaos in West- Europa af te kunnen wenden, te weerieggen door zijn plannen een vastere vorm te geven. Volgens Reuter zijn vele politieke waarnemers van gevoelen, dat prac tische zowel als geografiscne over- wegingen de oorzaak waren, dat de Beneiux-landen als de eerste toe- komstige partners in een West- Europese Unie gekozen werden. Als buunanden van Duitsland, die reeds nerhaaide malen het recnt opgeeisi nebben by de behandeling van de Duitse kwestie gehoord te wordew zijn zij de meest voor de hand li^ gende candidaten voor het lidmaat- ;chap van een eventuele internatio- nale controleraad voor het Ruhr- gebied. Nu de economische verde- nng van Duitsland een voldongen feit schijnt te zijn, zou een Interna tionale controle met de Benelux- groep als mede-oprichter Frankryk een heel eind tegemoet komen wat betreft zijn bezorgdheid voor zyu veiligheid, uit hoofde waarvan het een internationaal beheer van het Ruhrgebied eist. Ongetwijfeld zal een uitbreiding van het verdrag van Duinkerken een volledige om- mekeer teweeg brengen in de neu- traliteitspolitiek. Doch nu het Oos- ten zo onomwonden een blok heeft gevormd onder communistische lei ding, waarom zouden de West-Euro- pese landen dan nog langer de ver- antwoording dragen verdeeld tegen over het duidelyk omschreven ge- vaar te staan. Het „plan Bevin" is een te duidelijk antwoord om ge- negeerd te mogen worden. SIC TRANSIT Oostenrijk heeft aan de geallieer- de militaire autoriteiten de uitleve- ring gevraagd van Von Papen, die van 1934 tot 1938 Duits Ambassa- deur te Wenen was en van Von Schirach, die tijdens de oorlog Gouwleider van Wenen was. Von Papen zou men hoogverraad ten laste willen leggen en Von Schirach het feit de stad Wenen tot defensie- gebied verklaard te hebben alsmede rasvervolging en confiscate van goederen van de katholieke kerk. 18. Ze scheidden bij een bruggetje over een arm van de Linon en in minder, dan een kwartier zat Tre- gat op zijn kamertje in 't dorps- logement. Hij had veel te denken, voordat hij in slaap viel. Hij kon niet uitgedacht komen over zijn grote geluk. Doch toen hij insliep kwam er een schaduw overheen in zijn dromen en heel de nacht welde hem in zijn slaap het harige gezicht van het monster. HOOFDSTUK VI De verkeerde weg De volgende morgen wandelde Tregat naar Lafihan. een stadje op enige afstand en kocht er een vol ledige uitzet. Hij was zich er nooit van bewust geweest, hoe duur dat was, voordat hij alles had. Het was maar gelukkig. dat hij niet contant hoefde te betalen. Maar de winke- liers waren hem graag ter wille en hij keerde beladen met pakjes terug en liet ze naar Huize Tregat bren gen. Maar hij kon geen gemaakt costuum krijgen. Die waren hem alle te klein. Hij moest het dus voorlopig doen met het blauwe pak, dat de seheepskleermaker voor hem gemaakt had. Om vijf uur verliet hij het loge- ment en begaf zich naar zijn oude huis. Huize Tregat was een der oudste huizen der streek en lag een minuut of vijf van de kust af. Men verhaal- de, dat er reeds een Tregat leefde in de tiende eeuw, toen het gebouw nog slechts bestond uit een ronde toren van zware gemetselde blok- ken. Een deel van die toren was nog blijven staan. bijna op de rand der rotsen. Het huis zelf vertoonde de tijden der opeenvolgende eeuwen en iedere vleugel verhaalde van een nieuw tijdperk in de familiehisto- rie. De Tregat's waren er groots op, dat zij leden waren van een aloud geslacht en hun stamboom, geschil- derd op een antiek schild, liep te rug tot de allervroegste geschiede nis. De gronden rondom het huis wa ren dicht met hout begroeid, om beschutting te bieden tegen de stor- men en het huis was van zee uit nauwelijks zichtbaar. De oude bouwmeesters gaven weinig om vergezichten en zochten slechts naar bescherming tegen re- gen, wind en vijanden. Met gemengde gevoelens van schaamte en trots keerde Tregat naar zijn oud huis terug. Van jongs- af kende hij er ieder hoekje en gaatje. Toen hij de oprijlaan inging en de grote poort zag. in de zeven- tiende eeuw gebouwd. kreeg hij een hoge kleur. Vreselijk, in zo'n huis de gast van een vreemde te moeten zijn! Toch was hij blij, dat het nog niet reddeloos voor hem verloren was en dat hij nog steeds hoop kon koesteren, de schulden. die er op drukten, mettertijd af te lossen en er zelf weer in te gaan wonen. Het was een bittere gedachte, dat hij de eerste van zijn geslacht was, die 't huis aan vreemden had moeten verhuren. De Vallon's ontvingen hem echter met zoveel hartelijkheid, dat die sombere gedachten al spoedig uit zijn geest verdwenen. Ze hadden een helen vleugel tot zijn beschik- kig gesteld, hem een eigen lijf- knecht gegeven en deden alles, om te tonen, dat zij eigenlijk de gasten en hij de heer des huizes was. Na het diner bleven ze nog lang napraten. Tegen half tien werd er uit het dorp een brief voor Tregat gebracht. Hij keek naar het hand- schrift en herkende dat van Solange Hij stak de brief in zijn zak. Om elf uur ging Jean naar bed. Charles stelde voor, naar de zitka- mer van Tregat te gaan en daar nog wat over zaken te praten. Hij liet er sigaren, wijn en glazen brengen. Die kamer lag in het oudste ge- deelte van het huis. dat in de 12e eeuw door Mahon Tregat gebouwd was. Muren en vloer waren van steen en het enige boogvenster was zonder stijlen of maaswerk. Het ondergedeelte was nu voorzien van een stuk spiegelglas in een ijzeren raam gevat. dat naar buiten kon draaien. Tegenover de ingang van het vertrek was een andere deur in de dikke muur. die toegang gaf tot het slaapvertrek. Daarachter was nog een klein vertrek niet meer dan een cel. Dat was tot badkamer inge- richt. Alle kamers bevonden zich gelijkvloers. Van jongaf had Tregat voor deze kamers een bijzondere voorliefde gehad. Hij stelde zich allerlei avon- turen voor, in deze sombere ver- trekken afgespeeld. De zitkamer was toen zijn slaap- vertrekken dienden als rommel- kamer geweest en de twee andere bergplaats. Nu waren ze met de meeste weelde ingericht. Dikke, Turkse tapijten bedekten de vloer en wandtapijten hingen tegen d> muren. Het electrische licht schee uit alle hoeken. Prachtige, eike meubelen vulden het vertrek en d slaapkamer was in Louis XV stij ingericht. De Vallon's hadden he huis voor veertien jaar gehuurd er geen kosten gespaard aan de luxu euze mrichting. Enige tijd zaten de beide manner zwijgend te roken en Tregat's ge dachten dwaalden terug tot jeugd. Vallon scheen in ernstig na- denken verzonken. „Ik heb u een voorstel te doen, mijnheer Tregat", zei hij eindelijk, „U moet er natuurlijk eerst rustig over nadenken, want het is nogal van belang. U zult me. hoop ik, niet kwalijk nemen, als ik maar| ronduit met u praat. Ik verzeker u dat ik u niet wil kwetsen." „Dan zal ik het ook niet al kwetsend opvatten, mijnheer Val Ion." „Ik betaal voor dit huis een huur zoals u van niemand anders zoudtl krijgen. Maar toch denk ik, dat die som niet genoeg is, om de rente te betalen van de schulden, die op 6it huis drukken." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 3