w Het korte verhaal, een moderne prozavorm Ljy Grepen uit onze vaderlandse kerkgeschiedenis De trots van de Boekenvriend UCTu FFERANT Bomans,de nar onzer letterkun De roman op het tweede plan? Aantrekkelijk beeld van het verleden WEE U, lezer en lener.... Erik, Pieter Bas en Pinkelman Anna en de Koning van Siam Boekenweek- gedachten v. J DE VRIJHEID als hoogste got BATAVIA SACRA Het geschenk in de Boekenweek VELE MOGELIJKHEDEN HET EXLIBRIS Humor, fantasie er dwaas geluk HET KLEINE CESCHENK Te hoog gegrepen 1948 - DE WEEK VAN HET BOEK -194{ j^E NEDERLANDSE kerkgeschiedenis is, ook voor de meer ont- U wikkelde lezer een veelal nog onbekend terrein, dat slechts weinig betreden werd. Dit was niet zozeer te wijten aan te weinig interesse voor een dergelijk onderwerp, als wel meer aan het feit, dat het tot nu toe heeft ontbroken aan voor iedereen leesbare lectuur. De uitgave van de serie „Batavia Sacra" door het Spec trum te Utrecht, onder redactie van Dr. J. Timmers en M. P. van Buytenen, brengt daarin wel een grote verandering. In het begin van de achttiende eeuw verscheen in Brussereen be- schrijving van het Bisdom Utrecht van de hand van H. van Heussen. Dit eerste, goed gedocumenteerde boek droeg de titel ..Batavia Sacra" en baande voor de geleerden eigen- lijk de weg tot verdere studie van deze materie. In de daarop volgende tijden, ruim twee eeuwen, heeft men de resultaten van de studie der Kerkgeschiedenis eigenlijk nooit op de juiste wijze aan de man weten te brengen. Zou de tijd daarvoor niet rijp zijn geweest. De vraag is moei- lijk te beantwoorden. In ieder geval staan de zaken op het moment ai ders. Men stelt allerwege belang in de rijkdommen der beschavingsge- schiedenis van ons land, het publiek bleek in staat gemakkelijker toe- gankelijk te zijn voor de dingen die langzamerhand ook buiten vaklui meerdere bekendheid verdienen en men wordt niet meer afgeschrikt door het praedicaat: wetenschap. Voor hen die te weinig gelegenheid hebben dikke studieboeken door te werken, maar toch hun weetje wil- len weten is de kerkgeschiedenis. zoals die in de serie ..Batavia Sacra" verwerkt werd, wel zeer aantrek kelijk. De serie. die voorlopig uit tien delen zal bestaan. opent met een boekje van Dr. P. Polman O.F.M., De Godsdienst der Gonden Eeuw Hierin krijgen we op een duide- lijke, overzichtelijke wijze een beeld van de kerkgeschiedenis van de ze- ventiende eeuw. een boeiende weer- gave van de voornaamste godsdien- stige stromingen uit die tijd. Scherp stelt de schrijver de katholieke en protestantse godsdiensten tegenover elkaar. Het wezen van het Calvi; nisme dier dagen, dat van grote in- vloed was op alle cultuur-uitingen der „Gouden Eeuw" tekent pater Polman met grote nauwkeurigheid. Daarbij doet hij vooral uitkomen dat het bij de Calvinisten er meer om ging, het karakter der zonde te bepalen dan een bovennatuurlijk leven te leven. Verder behandelt hij ook de interne onenigheid tussen de reguliere en seculiere geestelijkheid van ons land, die streden over de vraag of ons land een missiegebied moest worden of dat men nog reke- ning moest houden met een hierar- chische kerk. Daarbij komt dan nog het Jansenisme de verwarring ver- groten. Dr. Polman heeft zijn bron- nen goed gekozen en het werkje, dat keurig gelllustreerd werd, is dan ook een fraai bezit voor de liefhebber. Het tweede deel ..Cornelius Musius'' van pater A. van Dijk O.F.M. is voor de geschiedkundige wellicht van meer belang, dan voor de ge- middelde lezer, waarvoor deze serie uiteindelijk toch bestemd is. Het is de geschiedenis van de rector van het St. Agatha-klooster te Delft, die ten offer viel aan Lumey's Geuzen. serieus vergeleken met de uit die tijd beschikbare bronnen. Het on- derwerp heeft menigmaal zand doen opwaaien, vboral in verband met de vraag of en in hoeverre de Prins van Oranje met deze lafhartige moord betrokken is geweest. Dit De novelle, die dit jaar als geschenk wordt gegeven in de boekenweek van 26 Februari tot 6 Maart is van een geheel ander genre dan die van het vorig jaar. „De Ontmoeting", geschreven door Antoon Coolen, was een verhaal uit de bezettingstijd, sterk, spannend, hier en daar zelfs lyrisch. „Oeroeg", dat nu zal worden uitgereikt, is de naarn van een lndonesische jon- gen, die somen met een Hol- landse knaap opgroeit, totdat hun wegen noodzakelijk uit el kaar moeten lopen, omdat hun karakter, aanleg en nationale inslag een geheel andere is. Na de bevrijding ontmoeten ze el kaar weer ergens in de binnen- landen ixm Java, in een toe- stand, die hen als twee vijanden tegenover elkaar had gezet. Een ontmoeting om niet te vergeten, zoals die er in beschreven wordt. Ook dit t>erhaal is sterk ge schreven in een vlotte taal en met een vaart, die in een ruk naar de climax groeit. De no-x velle doet de schrijver openba- ren als iemand, met een diepe liefde voor volk, land, gewoon- ten en karakter van dat schone land aan de evenaar. In felle flitsen worden verschillende episoden behandeld uit het leven van deze twee, die naast en met elkaar opgroeien tot volwasse- nen. Dit gegeven verdiende uit- gebreid te worden tot een vol- dragen roman. Ook nu kan men uit een aan- tal schrij vers de auteur van „Oeroeg" kiezen. blykt echter niet het geval te zijn geweest. Het best geslaagde deel is wel het derde De geschiedenis van de orde der Kruisheren door de Kruisheer J. Francmo met grote pieteit geschreven. Het is een, weliswaar beknopt, doch niettemin goed gedocumenteerd werk over de historie van de oudste en enige Ne- derlandse orde. Deze orde met haar uitgesproken Nederlandse karakter, heeft ook haar perioden van bloei en verval medegemaakt, die ook andere hebben doorstaan. Met dat al is zij in ons land weinig bekend gebleven. De bakermat der orde, die geen heiligen telt, ligt in Hoey, waar Theodoras de Celles zich in 1210 met enige broeders vestigde om van daar uit de kruistocht tegen de Albigenzemte prediken. In 1248, de orde bestaat dus juist zevenhon- derd jaar, keurde de Paus de regel, op de grondslag van die van St. Augustinus samengesteld, goed. Ook Dominicaanse invloed is er bij de Kruisheren te bespeuren. De orde verspreidde zich over West Europa en telde vele kloosters waaronder dat van St. Agatha te Cuyk a/d Maas wel het voornaam ste was. Het wel en wee van dit klooster vindt men uitvoerig be schreven en we vernamen ook hoe het verwoest werd in de afgelopen oorlog. In de 19de eeuw was er nog slechts £6n klooster met een klein aantal monniken over. Doch onder Henricus van den Wijmelenberg herstelden de Kruisheren zich en hun groei blijkt wel uit de vele stichtingen. ook in de Nieuwe We- Wereld. Een zeer interessant boekje dat gaarne en veel gelezen zal wor den. Zo staan er'nog verschillende an dere werken op stapel. Elk onder werp wordt deskundig behandeld en men zal in de serie ..Batavia Sacra" de belangrijke plaats die de Kerk in de ontwikkeling en be- schaving van ons land heeft ingeno- men getrouw zien weerspiegeld. L. S. Tien dagen lang viert het Nederlandse boek feest. Tien dagen prijken de brengers van het geluk in het schoonste kleed, dat hun makers voor hen uitdachten achter de glan- zende ramen der uitgedoste vitrines. De geheimste ont- roeringen der dichters, de ge- niale gedachten der weten- schapsvorsers, de ongelofelijke belevenissen der ontdekkings- reizigers en de rijke verhalen der romanciers staan in hun fonkelend gewaad van zware band met mysterieuze titel en goudgebiesde rug op de stan- daards te lokken. Er is geen mens, die niet even de be- geerte in zich voelt opkomen naar het bezit van deze in materie gestolde schoonheid. De boeken roepen ons op hun feest toe, dat de dwaal- tocht door de wereld van de geest het aan rijkdom en af- wisseling wint van die door de wereld der materie. De materie is log en belemmert ons in onze bewegingen. De geest is licht, sprankelend en jeugdig als een leeuweiik, die met bedauwde veren uitstijgt boven het land. Het boek is die leeuwerik, aan geen raim- te en stof gebonden Het boek, het goede boek, is de eerste trede omhoog naar God! t, ryk beziit; vooral als de inhoud telkens weer kan bijdragen tot onze geestelijke verrijking. Ook de architectuur van het boek, zoals de typo- grafische en uiter- lijke verzorging er- van wordt aangeduid is van belang. Een mooie band is een bekoring voor 't oog van de boekenlief- hebber. Maar is het niet jammer, dat de schoonheid van me- nig mooi boek ge- schonden wordt, doordat de eigenaar er met een potlood- krabbel of met zijn vulpen zjjn naam in schrijft? Dat doet de echte, de kunstzin- nige boekenvriend niet. Die schaft zich een ex libris aan, of laat er een ontwer- pen door een beel- dend kunstenaar. Reeds vanaf de tijd van de papyrus- rol had het geschrift zijn merk, doch eerst sedert de uitvinding van de boekdruk- kunst werd het ex libris, het boek- merk, de trouwe gezel van het boek. Wat is een ex libris? Het is een eigendomsbewijs van de boekbezit- ter; het is zijn eigen boekmerk. Letterlijk betekent het: ex libris uit de boeken (van). Deze woorden moeten daarom op het boekmerk steeds van elkaar gescheiden wor den aangebracht. Het is een grafisch kunstwerkje, dat zijn bestaan dankt aan het contact tussen opdrachtge- ver en kunstenaar en het ex libris, waarin het beeld van beiden het dichtst benaderd wordt, kan dan ook als het best geslaagde worden beschouwd. De kunstenaar, die het ex libris ontwerpt, mag echter niet te veel door de opdrachtgever gebonden zijn; al naar gelang hij op de voor- grond treedt, wint het ex libris aan betekenis. Het biedt, ondanks het klein bestek, dat de kunstenaar ge- laten wordt en de bondige uitdruk- king van de sententie van de op drachtgever, vele mogelijkheden. Het behoort niet uitsluitend een grafisch kunstwerk te zijn; hoofd- zaak is, dat het een persoonlijk ca chet draagt en dat het door eenheid van tekst en beeld kenmerkend is- voor de boekbezitter. Het beeld kan de naam of het beroep van de boekbezitter tot uit- drakking brengen; een spreuk, ge- vormd uit zijn initialen, kan het persoonlijk cachet verhogen. Wordt de naam van de eigenaar van het boek in beeld gebracht, zonder dat deze op het ex libris is vermeld, dan spreekt men van een parlant motief. Vele mogelijkheden Hoewel het ex libris uiteindelijk een grafisch product is, kunnen er verschillende technieken aan ten grondslag liggen. Naast het zuiver-grafische ex li bris, dat slechts uit letterbeelden is samengesteld, onderscheidt men de originele houtsnede, die zich het meest aanpast bij de typografische tekst; voorts de linoleumsnede, de hout- en kopergravure, de gecli- cheerde tekening, de ets, de litho (steendruk) en het fotografisch ex libris, waarin foto-techniek en typo- grafie gecombineerd zijn. De geschiedenis van het ex libris is een weerspiegeling van de men- selijke beschavingsgeschiedenis; aan- vankelijk was het ex libris van heraldische aard en leek het 't pri vilege van adel en hoge geestelijk heid. Later trad de allegorische en symbolische betekenis meer op de voorgrond. Nu een eigen boekerij het gelukkig bezit is van ieder be- schaafd mens, is het gebruik van het ex libris algemeen. Vooral de laatste halve eeuw is het gebruik er van sterk toegenomen en het zijn bekende beeldende kunstenaars in binnen- en buitenland, die hun ta- lenten aan de ex-libris-kunst gewijd hebben, De kunst is meer een plaats gaan innemen in ons dagelijkse le ven en het is zowel uit eigen aes- thetische overwegipgen als uit so- ciale overwegingen, dat de ex-libris- kunst in onze dagen meer belang- stelling geniet. Er zijn zelfs boeken- liefhebbers, die voor hun boekerij meerdere ex libris gebruiken, al naar gelang de aard en de grootte van het boek. Voor de meesten ech ter is het aanschaffen van een eigen, artistiek verantwoord ex libris maar een eenmalige gebeurtenis; voor alien echter is het ex libris een rijk en persoonlijk bezit. Ook in ons gewest kennen wij verschillende beeldende kunstenaars, in Alkmaar zowel als in Bergen, die gaarne een opdracht tot het ver- vaardigen van een ex libris aan- vaarden. Het spreekt echter, dat men, nadat de artist zijn taak vpl- bracht heeft, met een bekwame drukker in zee gaat, die aan de reproductie van het origineel de nodige zorg besteedt. Fr. O. Dat ook doktoren menig keer van hun leven voor een volkomen raad- sel staan is een algemeen bekend feit. Dokter Pilleman zal tenminste die ene dag van zijn leven, waarop Joris Boekletter zijn spreekkamer binnenstapte nooit vergeten, mis- schien wel eens diep in zijn hart verwensen als de zwartste dag uit zijn artsenloopbaan. H«t is eigenlijk te mooi gezegd, binnenstapte, want Joris sleepte zichzelf naar binnen, met een af- grijselijk vertrokken gezicht en met een blik in zijn ogen, die zo ongelukkig en zo treurig stond dat iedere voorbijganger op staande voet in huilen zou zijn uitgebars- ten. Zelfs doktar Pilleman moest twee drie keer slikken, voor hij de man voor hem in zijn ogen durfde blij- ven kijken, om het verhaal van zijn kwalen en lijden aan te horen. „Ik ben gelynchd", stootte Joris moeizaam uit, terwijl hij beefde en rilde als een riet. „Totaal gelynchd en op wat voor een manier. Het was tegen middernacht", ging hij met moede stem verder, nadat hij enige versterkende druppels in een klein glas had gekregen, „toen ik plotseling een hevige klap op mijn achterhoofd voelde, juist, waar het verstand zijn hoogtepunt bereikte. Ik kon me nog omdraaien, voordat er een slag midden in mijn gezicht volgde, maar dat hielp weinig, want onverwacht voelde ik een hevige greep om mijn polsen en enkels en toen ik even de moed had om te kijken, zag ik om mij heen grote en kleine boeken, met zwaarden en houwelen in uitgegroeide handen en tussen de bladzijden door scho- ten wilde vlammetjes recht op mij af. Overal trokken en scheurden ze, tot van alle kanten zweet en tranen uit mijn lichaam werden geperst en allerlei edele delen in de gapende muilen van de boeken verdwenen". Joris viel enige tellen van zioh zelf, omdat de herinnering aan dit vreselijk gebeuren hem al te mach- tig werd. Maar dokter, vlugzout en ijverige verpleegstershanden trok ken hem weer in het ondermaan- se terug. Hij, snikte even, om zijn pijnen enigszins te kunnen uiten en toen vervolgde hij: „Ik werd naar mijn bed gesleept en daarna onder een lawine van papieren, bladzijden, boekjes en boeken bedolven en van alle kanten grijnsden ze me tegen en schreeuwden de namen van de mensen, waar de boeken vandaan kwamen. Ik kende er heel wat, maar anderen kwamen pas in mijn geheugen, toen het eindeloos lang werd uitgeschreeuwd, terwijl ze met hun vlijmscherpe bladen over mijn lichaam sneden. Die marteling duurde tot de ochtend, maar van -binnen heb ik nu een gevoel, of al die monsters van papier in mijn lichaam zijn binnengeslopen, om me langzaam maar zeker te ver- giftigen". Voor de tweede en laatste maal zeeg Joris Boekletter ineen en hij bleef liggen, voorgoed. De boeken hadden hun giftige werkzaamheden al gedaan. Dr. Pilleman kreeg nadien ont- zettend veel last van autorite'iten, antiquairs en dergelijke lieden, die hun rechtmatig eigendom weer wilden terughebben en die dacht/i. dat hij. arts Pilleman. de hele in- ventaris zou hebben overgekregen. Toen hij weer in ere hersteld was, heeft hij een naam voor deze vreselijkste aller ziekten gevonden en deze prijkt nu in de weten- schappelijke encyclopaedien, maar nog steeds zonder geneeswijze. ..Libri lenitis". staat er in dik- rode letters met als vertaling er- achter. Boekenleen-vergiftiging. Sindsdien is dokter Pilleman een specialist geworden in deze inwen- dige ziekte, omdat ze als een splijt- zwam over de aarde uitgroeide. T. v. d. H. Godfried Bomans is een eenzame in onze huidige letterkunde. Een gelukkige eenzame. die zich echter niet in een ..Splendid Isolation" opsluit, maar integendeel al zijn krachten inspant, om de mensen rond zich heen in zijn dwaas geluk van fantasien en sprookjes te doen delen. Deze man is op het ogenblik de prettigste Katholieke schrijver van Nederland. zegt van Duinker- ken, die -een ..Verdediging van Car- naval" schreef, en iets afweet van sotternij's dwaas geluk. Bomans is in enkele jaren de lieveling van lezend Nederland ge worden, de olijke jongeling waar- om men lacht omdat hij zo prach- tig de gevoelige plekken van 's mensen gemoed weet te treffen en zo koddig een loopje weet te nemen met de protserige gewich- tigheid der hedendaagse bescha- ving. In Pa Pinkelman heeft hij zich zelf gepersonifieerd. Want deze beroemde man heeft niet al- leen maling aan alle voorschriften van een moderne gecompliceerde samenleving, maar hij gooit zelfs de wetten der physica over boord en tovert met zijn bolhoed. op een wijze, .die geen goochelaar hem verbetert. Is het wonder, dat thans ter ge legenheid van de Boekenweek reeds de dertiende druk van „Erik" is verschenen en ae derde van ter Bas". Hoe\ee? duizenden j nog eens duizendtn hebben j jongetje Erik Pinksterblom nie volgd op zijn ontdekkingstocl het schilderij „Wollewei". En velen hebben zich zelf niet her in de gewichtigdoende insecten Erik op zijn tocht ontmoet? spiegel is dit boek, zoals de Vos naerdt een spiegel was. Wel zo scherp, doch meer een spiegel. En ..Pieter Bas" gaat ten c male de wereld in, Bomans ee ling, die aansluit bij de traditie de studentenhumor van Nic Beets' en de Schoolmeester. boek, dat alleen reeds door technische uitmonstering en dwaze tekeningen van Prenen verademing voor deze tijd is. De Uitgeverij Het Spectrum goed ter gelegenheid van de k&nweek voor deze twee gee kinderen van Bomans nog speciaal onze aandacht te vrag' V. c Een merkwaardige histo- rische roman over de sla- vernij in het 19e eeuwse Siam, onder de regering van Koning Mongkoet. Met grote interesse hebben wij de lijvige historische roman „Anna en de Koning van Siam'' gelezen, welke van de hand van Margaret Landon in de vertaling van C. Vor- rink en M. Mok onlangs verscheen bij de N.V. Intern. Uitgeversmaat- schappij ,.Het Wereld venster" te Amsterdam. Deze roman is 'n samenvatting van twee 'n halve eeuw geleden ver schenen romans „de Engelsche Gou- vernante aan het Siamesche Hof en „de Romance van de Harem'', waar in Anna Leonomens, die van 1862 tot 1867 als gouvernante aan het Siamesche Hof vertoefde, haar merkwaardigegeschiedenis be- schrijft. In Siam heerste ten tijde van Koning Mongkoet nog volledige slavernij en heidendom. De weinige handelsrelaties, die Siam met de Europese landen, voornamelijk En- geland en Frankrijk had, was voor de Koning van Siam aanleiding zijn vele vrouwen en kinderen een meer Westerse opvoeding te geven. Een jonge officiersweduwe kwam in 1862 als gouvernante aan het Hof van de oppermachtige heerser, wiens Een prijzenswaardig idee van de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse boek is, ook de jeugd, en men had hier speciaal het oog op hen. die straks de ban- ken der Middelbare scholen zullen verlaten, te laten delen in de gees telijke vreugde. Anne H. Mulder schreef voor deze categorie „Lo- garithmen en Rozen", dat voor de lu'.tele som van drie dubbeltjes aan de jeugd wordt uitgereikt. Er is hier aandacht gevraagd voor het boek, vooral het boek als jeugd- vriend. En het geschiedt op een aardige vlotte wijze. Hoe hoog we een en anaei ook waarderen, we kunnen ens niet onttrekken aan de gedachte dat er hier echter te hoog gegrepen is. De titels der ver- melde boeken zijn hier en daar o.i. niet altijd geschikt voor de jeugd. Maar al met al kunnen we toch voor hen, die geestelijk iets rijper zijn, dit werkje gerast aanbevelen. DE BOEKENWEEK, die de „Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek" van 26 Februari lot 6 Maart organi- seert, is behalve een tijd van verhoogde activiteit voor de boek- verkopers, ook een tijd van bezinning, want het is een zich assimileren aan de gedachten, de emoties en de bewustwordin- gen van de schrijvers. Lezen is een bron van wetenschap en een middel tot schoonheidsontroering. En daarom zijn lezende mensen ook gelukkige mensen. Het kan zijn zin hebben in de dagen, dat het Nederlandse boek in het midden der belangstelling staat, aan een bijzondere verschijnings- vorm van het moderne proza, name- lijk het korte verhaal, aparte aan dacht te besteden. Het korte verhaal wordt nog al eens verguisd om zijn gebrek aan stijl en- diepte, en het wordt vaak gedoodverfd als het litterair surrogaatproduct van het hedendaagse „journaille". Dat is natuurlijk een misvatting, die ge- tuigt van een volslagen gebrek aan inzicht in het wezen van de Short Story, welke immers elementen be- vat, die de roman of de novelle missen. Voorlopers van de Short Story Het begrip „Short Story" moge men Beschouwerv als iets van de laatste tijd, de verhaalvorm echter, die docjr dit begrip wordt aange duid, was reeds eeuwen geleden in de mode. Het sprookje, de parabel, de legende, de sage, zij alien ver halen in het kort een voorval, een gelijkenis, een gebeuren in de die- renwereld, de moedige daad van een held, een episode uit het rijk der schimmen. Reeds Boccacio bun- delde in de 14e eeuw een honderd- tal van deze verhalen in zijn Deca- merone. De grootmeester van de Short Story was echter de Amerikaan Edgar Allan Poe, die in 1809 te Boston werd geboren en in 1849 op 40-jarige leeftijd, lichamelijk uitge- put door verslaafdheid aan de drank, te Baltimore stierf. Tegelijkertijd werd in Frankrijk het kort verhaal populair door Pros per Merimee en Guy de Maupassant (Contes choisis), in Rusland vooral door Tsjechow en in mindere mate ook door Poesjkin, Gogol j en Gorky. Onder de moderne Angelsaksen o.a. door O'Henry, Ernest Hemingway, Katherine Mansfield en Somerset Maugham. In ons eigen land en in Vlaanderen hebben velen zich even- eens op deze vorm van litteraire kunst toegelegd, maar slechts zeer weinigen konden zich opwerken tot het plan der grote meesters. We noemen Helman, Bordewijk, van Schendel, Werameus Buning, Wil- lem ten Berge, Lode Cantens e.a. Wat is een kort verhaal? Het is niet zo gemakkelijk aan de hand van de litteraire producten dezer over zoveel nationaliteiten verspreide short story-schrijvers een definitie van het korte verhaal te geven. De Fransen doorsprenkelen het met hun beroemde esprit, de Russen, vooral die der klassieke periode, voelen zich tot de satyre aangetrokken en zij zijn sterk in de karakteruitbeelding, de Engelsen houden van het griezelverhaal en de Amerikanen hebben een zwak voor het blufferige, het sensationele, het grootse, het immense. In Nederland heeft het korte ver- haal geen eigen karakter, daar is het nog te jong voor, te weinig ont- wikkeld. Maar toch is er reeds een neiging op te merken naar het be- schouwelijke, waardoor het minder vaart heeft dan het Angelsaksische, en veel van het rhythme inboet, dat bijvoorbeeld de Franse stijlvorm van dit genre kenmerkt. Het verschil tussen de roman en de novelle enerzijds, en de short story anderzijds is niet alleen van kwantitatieve, doch ook en veel meer van kwalitatieve aard. Een kleine roman of novelle is geen short story, en een grote short story is geen novelle of roman. Het ver schil schuilt in de innerlijke struc- tuur, de doelstelling en de techniek. De short story is een kernachtig verhaal. dat met zo weinig moge- lijk middelen een zo sterk mogelijk effect oplevert. Het is dus een ge- concentreerd verhaal, waarbij de ge- hele handeling op het ene doel wordt gericht en alle afleidende acties worden vermeden om de indruk van het geheel niet te schaden. Maugham sprak van een eenheid van effect en indruk. En Poe drukte het aldus.uit: In het korte verhaal mag geen woord geschreven zijn, dat niet, direct of indirect, op het beoogde effect is gericht. Gebeurt dit wel, dan verwatert het verhaal tot een schets, een portret of een impressie. Uitgebreide karakteront- ledingen, diepgaande beschouwin- gen en in het algemeen iedere vorm van lyriek zijn voor de short story dus taboe. Mode-verschijnsel Rest ons nog na te gaan door welke oorzaken de short story in de laatste jaren zulk een grote op- gang heeft gemaakt in vrijwel alle landen ter wereld. Veel litteratoren, cultuurhistorici en essayisten zijn van mening, dat de liefde tot deze prozavorm verband houdt met de samengesteldheid van het moderne leven. De techniek, de wetenschap en allerlei uitvindingen hebben de gang van dit leven versneld en hebben er de rust, welke zo nodig is voor bezinning en zelfreflexie, aan ontnomen. Nervositeit, gejaagd- heid en spanning zijn juist het tegendeel van de voorwaarden welke de rustige lectuur van een roman vereist. Het was de mens niet meer mogelijk zijn aandacht voor lange tijd gespannen te houden. Hij eiste een bondige vorm en een pregnan- ter uitdrukking. Hij wilde het leven in een klein, doch afgerond geheel vo6r zich hebben, zoals dit in een film het geval is. Een tweede oorzaak van de plot- selinge opkomst van de short story was de uitgroei der tijdschriften. Kleine verhalen, welke in e6n sessie kunnen uitgelezen wordgn, lenen zich uiteraard voor opname in een tijdschrift. Het grotere verhaal moest men bij gedeelten van num- mer tot nummer aan de lezer voor- zetten, men ontkwam niet aan de noodzakelijkheid het te moeten ver- brokkelen in vaak onafgeronde fragmenten. waardoor aan de totaal- indruk grote afbreuk werd gedaan. Het klein verhaal daarentegen ver scheen in de kolommen der tijd schriften als eenheid en kreeg door deze gemakkelijke soort van publi- catie ook reden van bestaan. Het bundelen van kleine verhalen tot een boek heeft altijd iets onbevre- digends. De eenheid van een no- vellenbundel is meestal slechts ac- cidenteel en de auteur vindt vaak nauwelijks een titel waaronder hij de gezamenlijke verhalen kan rang- schikken. Zonder de tijdschriften had de short story nooit zulk een hoge vlucht kunnen nemen. Als derde oorzaak noemen som- mige critici nog de traditie van het ..sterke staaltje", de tall tale, zoals de Amerikanen zeggen. De gebon- denheid en de concentratie van het verhaal eisen als het ware een sterk stukje, een griezelgeschiedenis, een oorlogsepisode, een spionnagegeval of een fantasie, welke zich afspeelt in het rijk der schimmen. Dit sterke staaltje hu, dat men elkander ver-. telt binnen de tijdsspaijne van een telefoongesprek of dat men elkander schrijft in een brief, vindt zijn litte raire evenwaardigheid in de short story. De roman verdrongen? Men heeft beweerd, dat het korte verhaal binnen niet al te lange tijd de roman gaat verdringen. Deze be- wering mist natuurlijk elke grond. De roman immers is in geen enkel opzicht met de short story te ver- gelijken. In de roman is plaats voor psychologische analyse, hij peilt de karakters en dringt door tot de diep- ste roerselen van de menselijke ziel. Van de roman kan men zeggen, wat Goethe zei van Shakespeare's dra ma's, welke hij vergeleek met een klok, een uurwerk van glas, dat ons niet alleen de voortgaande wij- zers toont, maar ook de veer en het raderwerk die dit voortgaan ver- oorzaken. In de roman kan de mens zich weerspiegelen met al zijn eigen- schappen van liefde en haat. De roman vermag te schilderen de na- tuur en het leven der dieren, beter dan de schilder. In de roman spreekt de stem der mensheid met duizend tongen van haat, van toorn. van angst, van spijt, van verdriet. In de roman leeft een ganse schepping. en er bestaat geen zo onbeduidend mens of men vindt hem daarin terug. Wat zal men dus gaan voorspel- len, dat het kort verhaal de roman als litterair vormbeginsel zal ver dringen! Noch de een zal de ander verdringen, noch de ander de een overbodig maken. Doch beiden zul len ieder op zijn apart terrein en ieder op zijn eigen wijze het middel blijven waardoor de door schoon heid ontroerde kunstenaar zich uit. En daarom zullen beide pfozavor- men ook met de maatstaf, welke men hen behoort aan te leggen, ge- meten moeten worden. VICTOR DE JONGE weelderig paleis tempel en he tegelijk was. Behalve de leerrr teres van de koningskinderen hun moeders was Anna ook de cretaresse van de Koning, die despoot was voor zijn volk, docl vergeefs trachtte de moedige gelse gouvernante aan zich te derwerpen. De belevenissen Anna in deze geheimzinnige Oo; se wereld vormen de boeiende van deze 460 biz. dikke ror waarin zij zowel de persoon vai i Koning en zijn ministers als he; ven aan het Hof in levendige k ren schildert. De vijf jaren, dit in Bangkok verbleef voerde zij geestelijke strijd tegen de m onwaardige slavernij en door de sen, die zij de Kroonprins gaf, h zij de grote stoot gegeven, om de slavernij van dit Oosterse i lioenenvolk een einde te maken De beide autobiografieen, w; aan Margaretha Landon haar voor deze historische roman - leende, waren reeds lang verge uitverkocht en nog in bibliothe ter inzage. De Siamese Regering destijds al het mogelijke ged; om de publicatie van de boeken Anna Leonomens te beletten, 1 geen zich na lezing ervan begrijpen. Nu veler belangstelling uitf naar het Verre Oosten, heeft c stof nieuwe actualiteit gekregen. authentieke feiten geven aan d historische roman zowel bekor als belangrijkheid. In Amerika w het boek in een oplage van 600 exemplaren verspreid; het is in talen vertaald en de gelijknarr film maakt een zegetocht door wereld. Voor volwassenen kun: wij het boek van harte aanbeve' Fr. Victor Kravchenko verkoos de Vrijheid". 1 gave: H. Nelissen, A'dt Het is over het algemeen niet gewoonte over herdrukken veel c hef te maken en het ligt dan o< niet in onze bedoeling om ov Victor Kravchenko's ..I chc freedom" een uitgebreid betoog gaan houden. Maar toch past 1 deze tweede druk, voor een aa merkelijk lagere prijs verkrijgba gesteld dan de eerste en derhal dus voor meerderen te verkriige nog wel een enkel begeleidei woord. Toen wij enkele tientallen bla zijden van deze „volksuitgave" ha den gelezen, jpoesten wij onwill keurig 'denken aan Alja Rachm nova's ..Fabriek van Nieuwe Me schen". en haar ..Liefde, Tchel en Dood" boeken die in de dertig- jaren van deze eeuw nogal opgat maakten. Dezelfde feiten. dezelf(, gewelddaden. hetzelfde beeld v; verschrikkingen zet Kravchen! ons voor. nu echter zonder enif romantiek. zonder pogen om c gebeurtenissen, die ieder lezer m< angst en vreeze. maar nog met met afschuw zal vervullen. te vei klaren. Neen, deze sovjetfunctii naris geeft de naakte werkelijkhei en niets dan dat. We kunnen er in dit korte b( stek weinig van zeggen. Slechts c lezer aansporen het te lezen tot h< einde toe. Nog lang zal u die krei in de oren klinken: ..Mammoschk mammoschka", ..Moedertje". doc duizenden en duizenden kinde mondjes in bittere wanhoop gc slaakt. En het woord ..kameraad knalt er als een korte zweepslag va een nagaika doorheen. Deze communist, met zuiver revo lutionnaire ideeen. gesproten ui een revolutionnair geslacht, kon zii geest niet onderwerpen aan d mensonterende practijken van mer sen. die niets meer met een men gemeen hebben. Er zijn dan oot althans in de hogere regionen e onder de partij lui, die in dit boe' voorkomen weinig svmpathieke fi guren. Of het moet zijn dat de kei harde. maar eerlrjk en voor zii' land strijdende Ordzoni Lidze. di op vreemde manier sterft, nog on ze waardering kan hebben. Zielic dieptreurig is de figuur van Elien Petrovna, die gedwongen werd. al zovele anderen, van verraad te le ven. Het hele boek is een aanklacht, eei snijdende gil tegen het onrecht da de mensheid wordt aangedaan doo hen. die voorgeven juist voor di mens te vechten. Mocht iedereen vooral zij die niet vrij zijn vai zekeri sympathien. dit werk me aandacht lezen. En er uit leren L. S l

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 3