w
Het korte verhaal, een moderne prozavorm
Ljy
Grepen uit onze vaderlandse
kerkgeschiedenis
De trots van de Boekenvriend
UCTu
FFERANT
Bomans,de nar onzer letterkun
De roman op het tweede plan?
Aantrekkelijk beeld van het verleden
WEE U,
lezer en lener....
Erik, Pieter Bas en Pinkelman
Anna en de Koning
van Siam
Boekenweek-
gedachten
v.
J
DE VRIJHEID
als hoogste got
BATAVIA SACRA
Het geschenk in de
Boekenweek
VELE MOGELIJKHEDEN
HET EXLIBRIS
Humor, fantasie er
dwaas geluk
HET KLEINE CESCHENK
Te hoog gegrepen
1948 - DE WEEK VAN HET BOEK -194{
j^E NEDERLANDSE kerkgeschiedenis is, ook voor de meer ont-
U wikkelde lezer een veelal nog onbekend terrein, dat slechts
weinig betreden werd. Dit was niet zozeer te wijten aan te weinig
interesse voor een dergelijk onderwerp, als wel meer aan het
feit, dat het tot nu toe heeft ontbroken aan voor iedereen leesbare
lectuur. De uitgave van de serie „Batavia Sacra" door het Spec
trum te Utrecht, onder redactie van Dr. J. Timmers en M. P. van
Buytenen, brengt daarin wel een grote verandering.
In het begin van de achttiende
eeuw verscheen in Brussereen be-
schrijving van het Bisdom Utrecht
van de hand van H. van Heussen.
Dit eerste, goed gedocumenteerde
boek droeg de titel ..Batavia Sacra"
en baande voor de geleerden eigen-
lijk de weg tot verdere studie van
deze materie. In de daarop volgende
tijden, ruim twee eeuwen, heeft
men de resultaten van de studie der
Kerkgeschiedenis eigenlijk nooit op
de juiste wijze aan de man weten te
brengen. Zou de tijd daarvoor niet
rijp zijn geweest. De vraag is moei-
lijk te beantwoorden. In ieder geval
staan de zaken op het moment ai
ders. Men stelt allerwege belang in
de rijkdommen der beschavingsge-
schiedenis van ons land, het publiek
bleek in staat gemakkelijker toe-
gankelijk te zijn voor de dingen die
langzamerhand ook buiten vaklui
meerdere bekendheid verdienen en
men wordt niet meer afgeschrikt
door het praedicaat: wetenschap.
Voor hen die te weinig gelegenheid
hebben dikke studieboeken door te
werken, maar toch hun weetje wil-
len weten is de kerkgeschiedenis.
zoals die in de serie ..Batavia Sacra"
verwerkt werd, wel zeer aantrek
kelijk.
De serie. die voorlopig uit tien
delen zal bestaan. opent met een
boekje van Dr. P. Polman O.F.M.,
De Godsdienst der Gonden Eeuw
Hierin krijgen we op een duide-
lijke, overzichtelijke wijze een beeld
van de kerkgeschiedenis van de ze-
ventiende eeuw. een boeiende weer-
gave van de voornaamste godsdien-
stige stromingen uit die tijd. Scherp
stelt de schrijver de katholieke en
protestantse godsdiensten tegenover
elkaar. Het wezen van het Calvi;
nisme dier dagen, dat van grote in-
vloed was op alle cultuur-uitingen
der „Gouden Eeuw" tekent pater
Polman met grote nauwkeurigheid.
Daarbij doet hij vooral uitkomen
dat het bij de Calvinisten er meer
om ging, het karakter der zonde te
bepalen dan een bovennatuurlijk
leven te leven. Verder behandelt hij
ook de interne onenigheid tussen de
reguliere en seculiere geestelijkheid
van ons land, die streden over de
vraag of ons land een missiegebied
moest worden of dat men nog reke-
ning moest houden met een hierar-
chische kerk. Daarbij komt dan nog
het Jansenisme de verwarring ver-
groten. Dr. Polman heeft zijn bron-
nen goed gekozen en het werkje,
dat keurig gelllustreerd werd, is
dan ook een fraai bezit voor de
liefhebber.
Het tweede deel
..Cornelius Musius''
van pater A. van Dijk O.F.M. is
voor de geschiedkundige wellicht
van meer belang, dan voor de ge-
middelde lezer, waarvoor deze serie
uiteindelijk toch bestemd is. Het is
de geschiedenis van de rector van
het St. Agatha-klooster te Delft, die
ten offer viel aan Lumey's Geuzen.
serieus vergeleken met de uit die
tijd beschikbare bronnen. Het on-
derwerp heeft menigmaal zand doen
opwaaien, vboral in verband met
de vraag of en in hoeverre de Prins
van Oranje met deze lafhartige
moord betrokken is geweest. Dit
De novelle, die dit jaar als
geschenk wordt gegeven in de
boekenweek van 26 Februari tot
6 Maart is van een geheel ander
genre dan die van het vorig jaar.
„De Ontmoeting", geschreven
door Antoon Coolen, was een
verhaal uit de bezettingstijd,
sterk, spannend, hier en daar
zelfs lyrisch. „Oeroeg", dat nu
zal worden uitgereikt, is de
naarn van een lndonesische jon-
gen, die somen met een Hol-
landse knaap opgroeit, totdat
hun wegen noodzakelijk uit el
kaar moeten lopen, omdat hun
karakter, aanleg en nationale
inslag een geheel andere is. Na
de bevrijding ontmoeten ze el
kaar weer ergens in de binnen-
landen ixm Java, in een toe-
stand, die hen als twee vijanden
tegenover elkaar had gezet. Een
ontmoeting om niet te vergeten,
zoals die er in beschreven wordt.
Ook dit t>erhaal is sterk ge
schreven in een vlotte taal en
met een vaart, die in een ruk
naar de climax groeit. De no-x
velle doet de schrijver openba-
ren als iemand, met een diepe
liefde voor volk, land, gewoon-
ten en karakter van dat schone
land aan de evenaar. In felle
flitsen worden verschillende
episoden behandeld uit het leven
van deze twee, die naast en met
elkaar opgroeien tot volwasse-
nen. Dit gegeven verdiende uit-
gebreid te worden tot een vol-
dragen roman.
Ook nu kan men uit een aan-
tal schrij vers de auteur van
„Oeroeg" kiezen.
blykt echter niet het geval te zijn
geweest.
Het best geslaagde deel is wel het
derde
De geschiedenis van de orde
der Kruisheren
door de Kruisheer J. Francmo met
grote pieteit geschreven. Het is een,
weliswaar beknopt, doch niettemin
goed gedocumenteerd werk over de
historie van de oudste en enige Ne-
derlandse orde. Deze orde met haar
uitgesproken Nederlandse karakter,
heeft ook haar perioden van bloei
en verval medegemaakt, die ook
andere hebben doorstaan. Met dat
al is zij in ons land weinig bekend
gebleven. De bakermat der orde, die
geen heiligen telt, ligt in Hoey,
waar Theodoras de Celles zich in
1210 met enige broeders vestigde
om van daar uit de kruistocht tegen
de Albigenzemte prediken. In 1248,
de orde bestaat dus juist zevenhon-
derd jaar, keurde de Paus de regel,
op de grondslag van die van St.
Augustinus samengesteld, goed. Ook
Dominicaanse invloed is er bij de
Kruisheren te bespeuren.
De orde verspreidde zich over
West Europa en telde vele kloosters
waaronder dat van St. Agatha te
Cuyk a/d Maas wel het voornaam
ste was. Het wel en wee van dit
klooster vindt men uitvoerig be
schreven en we vernamen ook hoe
het verwoest werd in de afgelopen
oorlog.
In de 19de eeuw was er nog
slechts £6n klooster met een klein
aantal monniken over. Doch onder
Henricus van den Wijmelenberg
herstelden de Kruisheren zich en
hun groei blijkt wel uit de vele
stichtingen. ook in de Nieuwe We-
Wereld. Een zeer interessant boekje
dat gaarne en veel gelezen zal wor
den.
Zo staan er'nog verschillende an
dere werken op stapel. Elk onder
werp wordt deskundig behandeld
en men zal in de serie ..Batavia
Sacra" de belangrijke plaats die de
Kerk in de ontwikkeling en be-
schaving van ons land heeft ingeno-
men getrouw zien weerspiegeld.
L. S.
Tien dagen lang viert het
Nederlandse boek feest. Tien
dagen prijken de brengers van
het geluk in het schoonste
kleed, dat hun makers voor
hen uitdachten achter de glan-
zende ramen der uitgedoste
vitrines. De geheimste ont-
roeringen der dichters, de ge-
niale gedachten der weten-
schapsvorsers, de ongelofelijke
belevenissen der ontdekkings-
reizigers en de rijke verhalen
der romanciers staan in hun
fonkelend gewaad van zware
band met mysterieuze titel en
goudgebiesde rug op de stan-
daards te lokken. Er is geen
mens, die niet even de be-
geerte in zich voelt opkomen
naar het bezit van deze in
materie gestolde schoonheid.
De boeken roepen ons op
hun feest toe, dat de dwaal-
tocht door de wereld van de
geest het aan rijkdom en af-
wisseling wint van die door
de wereld der materie. De
materie is log en belemmert
ons in onze bewegingen. De
geest is licht, sprankelend en
jeugdig als een leeuweiik, die
met bedauwde veren uitstijgt
boven het land. Het boek is
die leeuwerik, aan geen raim-
te en stof gebonden Het boek,
het goede boek, is de eerste
trede omhoog naar God!
t, ryk beziit; vooral
als de inhoud telkens
weer kan bijdragen
tot onze geestelijke
verrijking. Ook de
architectuur van het
boek, zoals de typo-
grafische en uiter-
lijke verzorging er-
van wordt aangeduid
is van belang. Een
mooie band is een
bekoring voor 't oog
van de boekenlief-
hebber. Maar is het
niet jammer, dat de
schoonheid van me-
nig mooi boek ge-
schonden wordt,
doordat de eigenaar
er met een potlood-
krabbel of met zijn
vulpen zjjn naam in
schrijft? Dat doet de
echte, de kunstzin-
nige boekenvriend
niet. Die schaft zich
een ex libris aan, of
laat er een ontwer-
pen door een beel-
dend kunstenaar.
Reeds vanaf de
tijd van de papyrus-
rol had het geschrift
zijn merk, doch eerst
sedert de uitvinding
van de boekdruk-
kunst werd het ex libris, het boek-
merk, de trouwe gezel van het boek.
Wat is een ex libris? Het is een
eigendomsbewijs van de boekbezit-
ter; het is zijn eigen boekmerk.
Letterlijk betekent het: ex libris
uit de boeken (van). Deze woorden
moeten daarom op het boekmerk
steeds van elkaar gescheiden wor
den aangebracht. Het is een grafisch
kunstwerkje, dat zijn bestaan dankt
aan het contact tussen opdrachtge-
ver en kunstenaar en het ex libris,
waarin het beeld van beiden het
dichtst benaderd wordt, kan dan
ook als het best geslaagde worden
beschouwd.
De kunstenaar, die het ex libris
ontwerpt, mag echter niet te veel
door de opdrachtgever gebonden
zijn; al naar gelang hij op de voor-
grond treedt, wint het ex libris aan
betekenis. Het biedt, ondanks het
klein bestek, dat de kunstenaar ge-
laten wordt en de bondige uitdruk-
king van de sententie van de op
drachtgever, vele mogelijkheden.
Het behoort niet uitsluitend een
grafisch kunstwerk te zijn; hoofd-
zaak is, dat het een persoonlijk ca
chet draagt en dat het door eenheid
van tekst en beeld kenmerkend is-
voor de boekbezitter.
Het beeld kan de naam of het
beroep van de boekbezitter tot uit-
drakking brengen; een spreuk, ge-
vormd uit zijn initialen, kan het
persoonlijk cachet verhogen. Wordt
de naam van de eigenaar van het
boek in beeld gebracht, zonder dat
deze op het ex libris is vermeld, dan
spreekt men van een parlant motief.
Vele mogelijkheden
Hoewel het ex libris uiteindelijk
een grafisch product is, kunnen er
verschillende technieken aan ten
grondslag liggen.
Naast het zuiver-grafische ex li
bris, dat slechts uit letterbeelden is
samengesteld, onderscheidt men de
originele houtsnede, die zich het
meest aanpast bij de typografische
tekst; voorts de linoleumsnede, de
hout- en kopergravure, de gecli-
cheerde tekening, de ets, de litho
(steendruk) en het fotografisch ex
libris, waarin foto-techniek en typo-
grafie gecombineerd zijn.
De geschiedenis van het ex libris
is een weerspiegeling van de men-
selijke beschavingsgeschiedenis; aan-
vankelijk was het ex libris van
heraldische aard en leek het 't pri
vilege van adel en hoge geestelijk
heid. Later trad de allegorische en
symbolische betekenis meer op de
voorgrond. Nu een eigen boekerij
het gelukkig bezit is van ieder be-
schaafd mens, is het gebruik van
het ex libris algemeen. Vooral de
laatste halve eeuw is het gebruik
er van sterk toegenomen en het zijn
bekende beeldende kunstenaars in
binnen- en buitenland, die hun ta-
lenten aan de ex-libris-kunst gewijd
hebben, De kunst is meer een plaats
gaan innemen in ons dagelijkse le
ven en het is zowel uit eigen aes-
thetische overwegipgen als uit so-
ciale overwegingen, dat de ex-libris-
kunst in onze dagen meer belang-
stelling geniet. Er zijn zelfs boeken-
liefhebbers, die voor hun boekerij
meerdere ex libris gebruiken, al
naar gelang de aard en de grootte
van het boek. Voor de meesten ech
ter is het aanschaffen van een eigen,
artistiek verantwoord ex libris maar
een eenmalige gebeurtenis; voor
alien echter is het ex libris een rijk
en persoonlijk bezit.
Ook in ons gewest kennen wij
verschillende beeldende kunstenaars,
in Alkmaar zowel als in Bergen,
die gaarne een opdracht tot het ver-
vaardigen van een ex libris aan-
vaarden. Het spreekt echter, dat
men, nadat de artist zijn taak vpl-
bracht heeft, met een bekwame
drukker in zee gaat, die aan de
reproductie van het origineel de
nodige zorg besteedt.
Fr. O.
Dat ook doktoren menig keer van
hun leven voor een volkomen raad-
sel staan is een algemeen bekend
feit.
Dokter Pilleman zal tenminste
die ene dag van zijn leven, waarop
Joris Boekletter zijn spreekkamer
binnenstapte nooit vergeten, mis-
schien wel eens diep in zijn hart
verwensen als de zwartste dag uit
zijn artsenloopbaan.
H«t is eigenlijk te mooi gezegd,
binnenstapte, want Joris sleepte
zichzelf naar binnen, met een af-
grijselijk vertrokken gezicht en
met een blik in zijn ogen, die zo
ongelukkig en zo treurig stond dat
iedere voorbijganger op staande
voet in huilen zou zijn uitgebars-
ten.
Zelfs doktar Pilleman moest twee
drie keer slikken, voor hij de man
voor hem in zijn ogen durfde blij-
ven kijken, om het verhaal van
zijn kwalen en lijden aan te horen.
„Ik ben gelynchd", stootte Joris
moeizaam uit, terwijl hij beefde en
rilde als een riet. „Totaal gelynchd
en op wat voor een manier. Het
was tegen middernacht", ging hij
met moede stem verder, nadat hij
enige versterkende druppels in een
klein glas had gekregen, „toen ik
plotseling een hevige klap op mijn
achterhoofd voelde, juist, waar het
verstand zijn hoogtepunt bereikte.
Ik kon me nog omdraaien, voordat
er een slag midden in mijn gezicht
volgde, maar dat hielp weinig, want
onverwacht voelde ik een hevige
greep om mijn polsen en enkels en
toen ik even de moed had om te
kijken, zag ik om mij heen grote
en kleine boeken, met zwaarden en
houwelen in uitgegroeide handen
en tussen de bladzijden door scho-
ten wilde vlammetjes recht op mij
af. Overal trokken en scheurden
ze, tot van alle kanten zweet en
tranen uit mijn lichaam werden
geperst en allerlei edele delen in
de gapende muilen van de boeken
verdwenen".
Joris viel enige tellen van zioh
zelf, omdat de herinnering aan dit
vreselijk gebeuren hem al te mach-
tig werd. Maar dokter, vlugzout en
ijverige verpleegstershanden trok
ken hem weer in het ondermaan-
se terug.
Hij, snikte even, om zijn pijnen
enigszins te kunnen uiten en toen
vervolgde hij: „Ik werd naar mijn
bed gesleept en daarna onder een
lawine van papieren, bladzijden,
boekjes en boeken bedolven en van
alle kanten grijnsden ze me tegen
en schreeuwden de namen van de
mensen, waar de boeken vandaan
kwamen. Ik kende er heel wat,
maar anderen kwamen pas in mijn
geheugen, toen het eindeloos lang
werd uitgeschreeuwd, terwijl ze
met hun vlijmscherpe bladen over
mijn lichaam sneden. Die marteling
duurde tot de ochtend, maar van
-binnen heb ik nu een gevoel, of al
die monsters van papier in mijn
lichaam zijn binnengeslopen, om
me langzaam maar zeker te ver-
giftigen".
Voor de tweede en laatste maal
zeeg Joris Boekletter ineen en hij
bleef liggen, voorgoed. De boeken
hadden hun giftige werkzaamheden
al gedaan.
Dr. Pilleman kreeg nadien ont-
zettend veel last van autorite'iten,
antiquairs en dergelijke lieden, die
hun rechtmatig eigendom weer
wilden terughebben en die dacht/i.
dat hij. arts Pilleman. de hele in-
ventaris zou hebben overgekregen.
Toen hij weer in ere hersteld
was, heeft hij een naam voor deze
vreselijkste aller ziekten gevonden
en deze prijkt nu in de weten-
schappelijke encyclopaedien, maar
nog steeds zonder geneeswijze.
..Libri lenitis". staat er in dik-
rode letters met als vertaling er-
achter. Boekenleen-vergiftiging.
Sindsdien is dokter Pilleman een
specialist geworden in deze inwen-
dige ziekte, omdat ze als een splijt-
zwam over de aarde uitgroeide.
T. v. d. H.
Godfried Bomans is een eenzame
in onze huidige letterkunde. Een
gelukkige eenzame. die zich echter
niet in een ..Splendid Isolation"
opsluit, maar integendeel al zijn
krachten inspant, om de mensen
rond zich heen in zijn dwaas geluk
van fantasien en sprookjes te doen
delen. Deze man is op het ogenblik
de prettigste Katholieke schrijver
van Nederland. zegt van Duinker-
ken, die -een ..Verdediging van Car-
naval" schreef, en iets afweet van
sotternij's dwaas geluk.
Bomans is in enkele jaren de
lieveling van lezend Nederland ge
worden, de olijke jongeling waar-
om men lacht omdat hij zo prach-
tig de gevoelige plekken van
's mensen gemoed weet te treffen
en zo koddig een loopje weet te
nemen met de protserige gewich-
tigheid der hedendaagse bescha-
ving. In Pa Pinkelman heeft hij
zich zelf gepersonifieerd. Want
deze beroemde man heeft niet al-
leen maling aan alle voorschriften
van een moderne gecompliceerde
samenleving, maar hij gooit zelfs de
wetten der physica over boord en
tovert met zijn bolhoed. op een
wijze, .die geen goochelaar hem
verbetert.
Is het wonder, dat thans ter ge
legenheid van de Boekenweek reeds
de dertiende druk van „Erik" is
verschenen en ae derde van
ter Bas". Hoe\ee? duizenden j
nog eens duizendtn hebben j
jongetje Erik Pinksterblom nie
volgd op zijn ontdekkingstocl
het schilderij „Wollewei". En
velen hebben zich zelf niet her
in de gewichtigdoende insecten
Erik op zijn tocht ontmoet?
spiegel is dit boek, zoals de Vos
naerdt een spiegel was. Wel
zo scherp, doch meer een
spiegel.
En ..Pieter Bas" gaat ten c
male de wereld in, Bomans ee
ling, die aansluit bij de traditie
de studentenhumor van Nic
Beets' en de Schoolmeester.
boek, dat alleen reeds door
technische uitmonstering en
dwaze tekeningen van Prenen
verademing voor deze tijd is.
De Uitgeverij Het Spectrum
goed ter gelegenheid van de
k&nweek voor deze twee gee
kinderen van Bomans nog
speciaal onze aandacht te vrag'
V. c
Een merkwaardige histo-
rische roman over de sla-
vernij in het 19e eeuwse
Siam, onder de regering
van Koning Mongkoet.
Met grote interesse hebben wij
de lijvige historische roman „Anna
en de Koning van Siam'' gelezen,
welke van de hand van Margaret
Landon in de vertaling van C. Vor-
rink en M. Mok onlangs verscheen
bij de N.V. Intern. Uitgeversmaat-
schappij ,.Het Wereld venster" te
Amsterdam.
Deze roman is 'n samenvatting van
twee 'n halve eeuw geleden ver
schenen romans „de Engelsche Gou-
vernante aan het Siamesche Hof en
„de Romance van de Harem'', waar
in Anna Leonomens, die van 1862
tot 1867 als gouvernante aan het
Siamesche Hof vertoefde, haar
merkwaardigegeschiedenis be-
schrijft.
In Siam heerste ten tijde van
Koning Mongkoet nog volledige
slavernij en heidendom. De weinige
handelsrelaties, die Siam met de
Europese landen, voornamelijk En-
geland en Frankrijk had, was voor
de Koning van Siam aanleiding zijn
vele vrouwen en kinderen een meer
Westerse opvoeding te geven. Een
jonge officiersweduwe kwam in 1862
als gouvernante aan het Hof van
de oppermachtige heerser, wiens
Een prijzenswaardig idee van de
Commissie voor de Propaganda van
het Nederlandse boek is, ook de
jeugd, en men had hier speciaal
het oog op hen. die straks de ban-
ken der Middelbare scholen zullen
verlaten, te laten delen in de gees
telijke vreugde. Anne H. Mulder
schreef voor deze categorie „Lo-
garithmen en Rozen", dat voor de
lu'.tele som van drie dubbeltjes aan
de jeugd wordt uitgereikt. Er is
hier aandacht gevraagd voor het
boek, vooral het boek als jeugd-
vriend. En het geschiedt op een
aardige vlotte wijze. Hoe hoog we
een en anaei ook waarderen, we
kunnen ens niet onttrekken aan
de gedachte dat er hier echter te
hoog gegrepen is. De titels der ver-
melde boeken zijn hier en daar o.i.
niet altijd geschikt voor de jeugd.
Maar al met al kunnen we toch
voor hen, die geestelijk iets rijper
zijn, dit werkje gerast aanbevelen.
DE BOEKENWEEK, die de „Commissie voor de Propaganda van
het Nederlandse Boek" van 26 Februari lot 6 Maart organi-
seert, is behalve een tijd van verhoogde activiteit voor de boek-
verkopers, ook een tijd van bezinning, want het is een zich
assimileren aan de gedachten, de emoties en de bewustwordin-
gen van de schrijvers. Lezen is een bron van wetenschap en
een middel tot schoonheidsontroering. En daarom zijn lezende
mensen ook gelukkige mensen.
Het kan zijn zin hebben in de
dagen, dat het Nederlandse boek in
het midden der belangstelling staat,
aan een bijzondere verschijnings-
vorm van het moderne proza, name-
lijk het korte verhaal, aparte aan
dacht te besteden. Het korte verhaal
wordt nog al eens verguisd om zijn
gebrek aan stijl en- diepte, en het
wordt vaak gedoodverfd als het
litterair surrogaatproduct van het
hedendaagse „journaille". Dat is
natuurlijk een misvatting, die ge-
tuigt van een volslagen gebrek aan
inzicht in het wezen van de Short
Story, welke immers elementen be-
vat, die de roman of de novelle
missen.
Voorlopers van de Short Story
Het begrip „Short Story" moge
men Beschouwerv als iets van de
laatste tijd, de verhaalvorm echter,
die docjr dit begrip wordt aange
duid, was reeds eeuwen geleden in
de mode. Het sprookje, de parabel,
de legende, de sage, zij alien ver
halen in het kort een voorval, een
gelijkenis, een gebeuren in de die-
renwereld, de moedige daad van
een held, een episode uit het rijk
der schimmen. Reeds Boccacio bun-
delde in de 14e eeuw een honderd-
tal van deze verhalen in zijn Deca-
merone.
De grootmeester van de Short
Story was echter de Amerikaan
Edgar Allan Poe, die in 1809 te
Boston werd geboren en in 1849 op
40-jarige leeftijd, lichamelijk uitge-
put door verslaafdheid aan de drank,
te Baltimore stierf.
Tegelijkertijd werd in Frankrijk
het kort verhaal populair door Pros
per Merimee en Guy de Maupassant
(Contes choisis), in Rusland vooral
door Tsjechow en in mindere mate
ook door Poesjkin, Gogol j en Gorky.
Onder de moderne Angelsaksen o.a.
door O'Henry, Ernest Hemingway,
Katherine Mansfield en Somerset
Maugham. In ons eigen land en in
Vlaanderen hebben velen zich even-
eens op deze vorm van litteraire
kunst toegelegd, maar slechts zeer
weinigen konden zich opwerken tot
het plan der grote meesters. We
noemen Helman, Bordewijk, van
Schendel, Werameus Buning, Wil-
lem ten Berge, Lode Cantens e.a.
Wat is een kort verhaal?
Het is niet zo gemakkelijk aan de
hand van de litteraire producten
dezer over zoveel nationaliteiten
verspreide short story-schrijvers een
definitie van het korte verhaal te
geven. De Fransen doorsprenkelen
het met hun beroemde esprit, de
Russen, vooral die der klassieke
periode, voelen zich tot de satyre
aangetrokken en zij zijn sterk in
de karakteruitbeelding, de Engelsen
houden van het griezelverhaal en
de Amerikanen hebben een zwak
voor het blufferige, het sensationele,
het grootse, het immense.
In Nederland heeft het korte ver-
haal geen eigen karakter, daar is
het nog te jong voor, te weinig ont-
wikkeld. Maar toch is er reeds een
neiging op te merken naar het be-
schouwelijke, waardoor het minder
vaart heeft dan het Angelsaksische,
en veel van het rhythme inboet,
dat bijvoorbeeld de Franse stijlvorm
van dit genre kenmerkt.
Het verschil tussen de roman en
de novelle enerzijds, en de short
story anderzijds is niet alleen van
kwantitatieve, doch ook en veel
meer van kwalitatieve aard. Een
kleine roman of novelle is geen
short story, en een grote short story
is geen novelle of roman. Het ver
schil schuilt in de innerlijke struc-
tuur, de doelstelling en de techniek.
De short story is een kernachtig
verhaal. dat met zo weinig moge-
lijk middelen een zo sterk mogelijk
effect oplevert. Het is dus een ge-
concentreerd verhaal, waarbij de ge-
hele handeling op het ene doel wordt
gericht en alle afleidende acties
worden vermeden om de indruk
van het geheel niet te schaden.
Maugham sprak van een eenheid
van effect en indruk. En Poe drukte
het aldus.uit: In het korte verhaal
mag geen woord geschreven zijn,
dat niet, direct of indirect, op het
beoogde effect is gericht. Gebeurt
dit wel, dan verwatert het verhaal
tot een schets, een portret of een
impressie. Uitgebreide karakteront-
ledingen, diepgaande beschouwin-
gen en in het algemeen iedere vorm
van lyriek zijn voor de short story
dus taboe.
Mode-verschijnsel
Rest ons nog na te gaan door
welke oorzaken de short story in
de laatste jaren zulk een grote op-
gang heeft gemaakt in vrijwel alle
landen ter wereld. Veel litteratoren,
cultuurhistorici en essayisten zijn
van mening, dat de liefde tot deze
prozavorm verband houdt met de
samengesteldheid van het moderne
leven. De techniek, de wetenschap
en allerlei uitvindingen hebben de
gang van dit leven versneld en
hebben er de rust, welke zo nodig
is voor bezinning en zelfreflexie,
aan ontnomen. Nervositeit, gejaagd-
heid en spanning zijn juist het
tegendeel van de voorwaarden welke
de rustige lectuur van een roman
vereist. Het was de mens niet meer
mogelijk zijn aandacht voor lange
tijd gespannen te houden. Hij eiste
een bondige vorm en een pregnan-
ter uitdrukking. Hij wilde het leven
in een klein, doch afgerond geheel
vo6r zich hebben, zoals dit in een
film het geval is.
Een tweede oorzaak van de plot-
selinge opkomst van de short story
was de uitgroei der tijdschriften.
Kleine verhalen, welke in e6n sessie
kunnen uitgelezen wordgn, lenen
zich uiteraard voor opname in een
tijdschrift. Het grotere verhaal
moest men bij gedeelten van num-
mer tot nummer aan de lezer voor-
zetten, men ontkwam niet aan de
noodzakelijkheid het te moeten ver-
brokkelen in vaak onafgeronde
fragmenten. waardoor aan de totaal-
indruk grote afbreuk werd gedaan.
Het klein verhaal daarentegen ver
scheen in de kolommen der tijd
schriften als eenheid en kreeg door
deze gemakkelijke soort van publi-
catie ook reden van bestaan. Het
bundelen van kleine verhalen tot
een boek heeft altijd iets onbevre-
digends. De eenheid van een no-
vellenbundel is meestal slechts ac-
cidenteel en de auteur vindt vaak
nauwelijks een titel waaronder hij
de gezamenlijke verhalen kan rang-
schikken. Zonder de tijdschriften
had de short story nooit zulk een
hoge vlucht kunnen nemen.
Als derde oorzaak noemen som-
mige critici nog de traditie van het
..sterke staaltje", de tall tale, zoals
de Amerikanen zeggen. De gebon-
denheid en de concentratie van het
verhaal eisen als het ware een sterk
stukje, een griezelgeschiedenis, een
oorlogsepisode, een spionnagegeval
of een fantasie, welke zich afspeelt
in het rijk der schimmen. Dit sterke
staaltje hu, dat men elkander ver-.
telt binnen de tijdsspaijne van een
telefoongesprek of dat men elkander
schrijft in een brief, vindt zijn litte
raire evenwaardigheid in de short
story.
De roman verdrongen?
Men heeft beweerd, dat het korte
verhaal binnen niet al te lange tijd
de roman gaat verdringen. Deze be-
wering mist natuurlijk elke grond.
De roman immers is in geen enkel
opzicht met de short story te ver-
gelijken. In de roman is plaats voor
psychologische analyse, hij peilt de
karakters en dringt door tot de diep-
ste roerselen van de menselijke ziel.
Van de roman kan men zeggen, wat
Goethe zei van Shakespeare's dra
ma's, welke hij vergeleek met een
klok, een uurwerk van glas, dat
ons niet alleen de voortgaande wij-
zers toont, maar ook de veer en het
raderwerk die dit voortgaan ver-
oorzaken. In de roman kan de mens
zich weerspiegelen met al zijn eigen-
schappen van liefde en haat. De
roman vermag te schilderen de na-
tuur en het leven der dieren, beter
dan de schilder. In de roman spreekt
de stem der mensheid met duizend
tongen van haat, van toorn. van
angst, van spijt, van verdriet. In de
roman leeft een ganse schepping.
en er bestaat geen zo onbeduidend
mens of men vindt hem daarin
terug.
Wat zal men dus gaan voorspel-
len, dat het kort verhaal de roman
als litterair vormbeginsel zal ver
dringen! Noch de een zal de ander
verdringen, noch de ander de een
overbodig maken. Doch beiden zul
len ieder op zijn apart terrein en
ieder op zijn eigen wijze het middel
blijven waardoor de door schoon
heid ontroerde kunstenaar zich uit.
En daarom zullen beide pfozavor-
men ook met de maatstaf, welke
men hen behoort aan te leggen, ge-
meten moeten worden.
VICTOR DE JONGE
weelderig paleis tempel en he
tegelijk was. Behalve de leerrr
teres van de koningskinderen
hun moeders was Anna ook de
cretaresse van de Koning, die
despoot was voor zijn volk, docl
vergeefs trachtte de moedige
gelse gouvernante aan zich te
derwerpen. De belevenissen
Anna in deze geheimzinnige Oo;
se wereld vormen de boeiende
van deze 460 biz. dikke ror
waarin zij zowel de persoon vai i
Koning en zijn ministers als he;
ven aan het Hof in levendige k
ren schildert. De vijf jaren, dit
in Bangkok verbleef voerde zij
geestelijke strijd tegen de m
onwaardige slavernij en door de
sen, die zij de Kroonprins gaf, h
zij de grote stoot gegeven, om
de slavernij van dit Oosterse i
lioenenvolk een einde te maken
De beide autobiografieen, w;
aan Margaretha Landon haar
voor deze historische roman -
leende, waren reeds lang verge
uitverkocht en nog in bibliothe
ter inzage. De Siamese Regering
destijds al het mogelijke ged;
om de publicatie van de boeken
Anna Leonomens te beletten, 1
geen zich na lezing ervan
begrijpen.
Nu veler belangstelling uitf
naar het Verre Oosten, heeft c
stof nieuwe actualiteit gekregen.
authentieke feiten geven aan d
historische roman zowel bekor
als belangrijkheid. In Amerika w
het boek in een oplage van 600
exemplaren verspreid; het is in
talen vertaald en de gelijknarr
film maakt een zegetocht door
wereld. Voor volwassenen kun:
wij het boek van harte aanbeve'
Fr.
Victor Kravchenko
verkoos de Vrijheid". 1
gave: H. Nelissen, A'dt
Het is over het algemeen niet
gewoonte over herdrukken veel c
hef te maken en het ligt dan o<
niet in onze bedoeling om ov
Victor Kravchenko's ..I chc
freedom" een uitgebreid betoog
gaan houden. Maar toch past 1
deze tweede druk, voor een aa
merkelijk lagere prijs verkrijgba
gesteld dan de eerste en derhal
dus voor meerderen te verkriige
nog wel een enkel begeleidei
woord.
Toen wij enkele tientallen bla
zijden van deze „volksuitgave" ha
den gelezen, jpoesten wij onwill
keurig 'denken aan Alja Rachm
nova's ..Fabriek van Nieuwe Me
schen". en haar ..Liefde, Tchel
en Dood" boeken die in de dertig-
jaren van deze eeuw nogal opgat
maakten. Dezelfde feiten. dezelf(,
gewelddaden. hetzelfde beeld v;
verschrikkingen zet Kravchen!
ons voor. nu echter zonder enif
romantiek. zonder pogen om c
gebeurtenissen, die ieder lezer m<
angst en vreeze. maar nog met
met afschuw zal vervullen. te vei
klaren. Neen, deze sovjetfunctii
naris geeft de naakte werkelijkhei
en niets dan dat.
We kunnen er in dit korte b(
stek weinig van zeggen. Slechts c
lezer aansporen het te lezen tot h<
einde toe. Nog lang zal u die krei
in de oren klinken: ..Mammoschk
mammoschka", ..Moedertje". doc
duizenden en duizenden kinde
mondjes in bittere wanhoop gc
slaakt. En het woord ..kameraad
knalt er als een korte zweepslag va
een nagaika doorheen.
Deze communist, met zuiver revo
lutionnaire ideeen. gesproten ui
een revolutionnair geslacht, kon zii
geest niet onderwerpen aan d
mensonterende practijken van mer
sen. die niets meer met een men
gemeen hebben. Er zijn dan oot
althans in de hogere regionen e
onder de partij lui, die in dit boe'
voorkomen weinig svmpathieke fi
guren. Of het moet zijn dat de kei
harde. maar eerlrjk en voor zii'
land strijdende Ordzoni Lidze. di
op vreemde manier sterft, nog on
ze waardering kan hebben. Zielic
dieptreurig is de figuur van Elien
Petrovna, die gedwongen werd. al
zovele anderen, van verraad te le
ven.
Het hele boek is een aanklacht, eei
snijdende gil tegen het onrecht da
de mensheid wordt aangedaan doo
hen. die voorgeven juist voor di
mens te vechten. Mocht iedereen
vooral zij die niet vrij zijn vai
zekeri sympathien. dit werk me
aandacht lezen. En er uit leren
L. S
l