Wettelijke regeling inzake vervreemding van landbouwgronden as DWAZEANNE Bevordering van rationeel grondgebruik; Grondkamer houdt toezicht op PENSIOENVOORZIENING IN DE LANDBOUW Debutanten in de K.V.P.-fractie v.. rmwi nog nvey gshoorp. op> N1EUW NQQRDHOLLANPS DACBLAD - Zaterdog 10 jdi 1948 PAG. 3 Verdere voorkoming van splitsing van bedrijven DE MINISTERS van Landbouw, van Justitie, van Economische Zaken, van Financien, van Binnenlandse Zaken en van Wederopbouw ziln van oordeel, dot wettelijke bepalingen ten aanzien van de vervreemding van landbouwgronden voor de Nederlandse landbouw noodzakelijk zijn. In de landbouw dient voor alles naar verlaging van de kostprijzen gestreefd te worden, wil concurrentie met het buitenland mogelijk zijn en afzet in het buitenland kunnen geschieden. Verschillende van de factoren, welke de kostprijs bepalen, komen niet voor verlaging in aan- merking. De lonen van de landarbeiders zijn na de bevrijding aanzienlijk verhoogd en hiermede is tegemoet gekomen aan een reeds lange tijd bestaande dringende behoefte. Vrijwillige registratie een groot belong voor de landarbeiders mwm. De nieuwe verkeersbrug over de IJssel te Deventer is zo goed als gereed. De brug wordt thans geschilderd. De volgende maand zal zij voor het verkeer worden opengesteld. In de Detmarkazerne te Eefde worden dienstplichtigen opgeleid tot militair kok, bestemd voor de dienst in de tropen. In 12 weken tijd worden de soldaten, alien afkomstig uit de levensmiddelen- branche, geschoold in het bereiden van maaltijden onder alle omstandigh?'1 -i, slagerswerkzaamheden, receptenleer, waren- kennis, E.H.B.O., administrate enz. De voormalige kruideniers, slagers, bakkers en koks doen voor hun examen de laatste proe- ven van bekwaamheid in de openlucht. Ondernemingsraden Coloradokevers Gerrit de Stotteraar weer oritsnapt Britse Ambossadeur naar de Mijnstreek QQRL06Tg-6^1?L»JAj U weer NATUURLyK WAT HEEY IS EN 00£K WAT K0U£) IS eN VAN KUWT oofc U PPAVEN DOCH VA0J \cout>e OOt?J.O& HAD WfciiieUT KjoirUlo t M M KouDE n/ ooruoG* Doe erTnoct) EEN SCHEPJ E EN DAN NOG frQQlZ WEEI? yN rCHEpjE.ToT PAN. UlTSpJRlNCrEfO.' FEUILLETON DOOR A. DUNCAN Voorts zijn de pachtprijzen sinds 1940 slechts betrekkelijk weinig ge- stegen, terwijl anderzijds de lasten van de eigenaar een grotere stijging hebben ondergaan. Verlaging van pachtprijs zal in het algemeen niet in aanmerking komen. De maatregelen, welke in een thans ingediend wetsontwerp wor den voorgesteld. beogen nu een ra tioneel gebruik van de grond te handhaven en te bevorderen. In vele streken van het land laat de verkaveling van de gronden, in ge bruik bij het landbouwbedrijf, veel te wensen over. Een snellere en ruimere toepas- sing v. de ruilverkaveling is voors- hands niet mogelijk, dit houdt ver- band met het gebrek aan arbeids- krachten voor de uit te voeren cul- tuurtechnische maatregelen en het ■tekort aan landmeters van het ka- daster, waardoor de ruilverkave-1 lingsdienst niet belangrijk kan wor den uitgebreid. Voorts eist de ruil verkaveling een langdurige voorbe- reiding In dit verband dient tevens het licnt te vallen op een princi- pieel onderscheid tussen de ruil verkaveling en de bij dit ontwerp voorgestelde bepalingen. Door de ruilverkaveling wordt in het gebied waarover de ruilverkaveling zich uitstrekt, op een bepaald ogenblik de verkavelingstoestand verbeterd. Deze gunstige toestand kan echter na verloop van tijd door rechtshan- delingen worden te niet gedaan. Dit ontwerp nu beoogt de eigen- domsoverdraehten aan 't toezieht van de Grdndkamer te onderwer- pen. Op deze wijze kan worden zorggedragen, dat de bereikte re- sultaten op het gebied van de ruil verkaveling nie<t in gevaar ge- bracht worden, terwijl overigens kan worden tegengegaan, dat de versnippering voortgang vindt. In het 'Pachtbesluit is reeds de mogelijkheid geopend hiermede re- kening te houden. Artikel 41 van het Pachtbesluit bepaalt namelijk, dat de goedkeuring voor een pacht- overeenkomst slechts verleend wordt wanneer onder meer de al- gemene belangen van de landbouw niet worden geschaad. Deze wet nu beoogt soortgelijke regelen te stellen omtrent eigendomsoverdracht. Met behulp van de nieuwe be palingen zal allereerst het slechter worden van de verkaveling kunnen worden tegengegaan. Behalve ten aanzien van de ver kaveling stelt het ontwerp ook re gelen met betrekking tot de verde- ling van 't land over de landbouw- bedrijven. Hierbij wordt vooral be- oogd om verdere splitsing van be drijven, waardoor deze niet renda- bel geSxploiteerd kunnen worden, te voorkomen. Door de steeds verder- gaande splitsing van de bedrijven wordt het probleem nog meer ver- waard. Het is derhalve beslist noodzakelijk, dat het aantal oneco- nomische bedrijven niet groter wordt. Als norm nemen de minis ters aan, dat een landbouwbedrijf tenminste aan de ondernemer en zijn gezin een volledig bestaan moet kunnen verschaffen. De Grond kamer zal in het concrete geval moeten beoordelen, waar de mini- mumgrens gelegen is en daarbij rekening houden met de grondsoort de aard van het bedrijf het bedrijfs- type van de streek en andere in aanmerking komende omstandig- heden. Waar vergroting: van het aantal onrendabele bedrijven zeer onge- wenst is, zal de Grondkamer in het algemeen aan deze minimum- grens streng de hand moeten hou den. Voorts is het van betekenis de omvang van de te kleine bedrijven zoveel mogelijk te vergroten. De ministers zijn zich bewust, dat de mogelijkheid daartoe slechts in beperkte mate aanwezig is. Immers er zijn streken in het land men denke onder meer aan vele zand- gebieden waar het kleine bedrijf overheerst, zodat er geen of weinig bedrijven zijn, die grond zouden kunnen missen voor vergroting van de te kleine bedrijven. De in deze wet voorgestelde bevoegdheden van de Grondkamer zijn dan ook niet toereikend om in deze streken het vraagstuk van de te kleine bedrij ven tot een oplossing te brengen. In andere streken echter, waar naast zeer kleine ook middelgrote en grote bedrijven voorkomen, kan de mogelijkheid zich voordoen, grond aan kleine bedrijven toe te voegen. Wordt nu door de eigenaar van eeri middelgroot bedrijf een overeenkomst bij de Grondkamer ingezonden, waarbij grond aan een ander groot of middelgroot bedrijf wordt overgedragen, terwijl de Grondkamer tegen deze overeen komst met betrekking tot het be drijf van de verkoper geen econo mische bezwaren heeft, dan kan on- derzocht worden, of in de nabijheid van 't over te dragen perceel kleine bedrijven zijn, die in verband met de hiervoren uiteengezette norm, uitbreiding behoeven. Blijkt dit nu MAAK SCHATT1NG is rtiim 100.000 h.a. eul- tuurgrond in gebruik bij personen, die hun hoofd- beroep niet in de land bouw vinden. Wegens het gebrek aan cultuurgrond achten de ministers het wenselijk te bevorderen, dat de grond, voorzover die voor de landbouw in aanmerking komt, zoveel mogelijk wordt gebruikt door hen, die hun hoofd- beroep in de landbouw hebben en dat de Grond kamer onder omstandig- heden de samenvoeging van grote bedrijven kan tegengaan. het geval te zijn, en is de eigenaar van het kleine bedrijf bereid het bedoelde perceel te kopen, dan zal de Grondkamer goedkeuring aan de ingezonden overeenkomst kunnen onthouden. Deze afstand van grond door grotere bedrijven aan kleine bedrijven komt uiteraard alleen in aanmerking, wanneer de economi sche grondslag van het grote of middelgrote bedrijf niet wordt aan- getast. Bij een bedrijf van 35 H.A. twee H.A. afstaan aan een klein be drijf, dan zal hieruit voor het eer- ste bedrijf als regel nauwelijks enig nadel voortvloeien. Wenst de eigenaar echter niet te verkopen aan degene, die daarvoor naar het oordeel van de'Grondka mer in aanmerking komt, dan is hij vrij niet tot verkoop over te gaan. De eigenaar of pachter van het kleine bedrtjf is evenwel gebonden aan zijn toezegging. De ministers achten het wense lijk, dat de middelgrote en grote bedrijven niet worden verkleind be- neden een omvang, welke voor de streek en het bedrijfstype als nor- maal mag worden beschouwd. Eni- ge verkleining ontmoet geen be- zwaar, doch deze mag niet zover gaan, dat ook deze bedrijven gelei- delijk tot de minimumgrens afdalen Om deze reden zal de Grondkamer ook hier op de verkleining van het bedrijf acht slaan. Met betrekking tot de prijsvor- ming van landbouwgronden zijn de ministers van mening, dat hiervoor in het ontwerp bepalingen dienen te worden opgenomen. Het is echter bezwaarjijk een be paald prijsniveau in de wet te fixe- ren, daar, indien de omstandigheden tot wljziging van dit niveau aan- leiding geven, dan wetswijziging noodzakelijk zou zijn, de nadere uit- werking is derhalve aan een alge- mene maatregel van bestuur over- gelaten. Het llgt in het voornemen van de regering, daarin voorshands in het algemeen het prijsniveau, ze als dit op 9 Mei gebruikelUk was als basis te nemen, waarbij een verhoging van 10 pet. voor land- bouwgrond en van 20 pet. voor woeste grond in aanmerking ge- nomen zal worden. Tot een hoger niveau der koop- prijzen dan hierboven aangegeven bestaat naar het oordeel van de mi nisters geen aanleiding, wanneer men bedenkt, dat de stijging, welke de eigenaarslasten sedert 1940 heb ben ondergaan, niet of soms nau welijks is gecompenseerd door de stijging der pachtprijzen, waardoor de netto-pachtwaarde van landbouw gronden in vele gevallen lager ligt, dan v66r 1940 het geval was. De ministers achten het (echter niet juist, om de maxfrnumprljzen op grond van de eventuele daling der netto-pachtwaarde op een lager niveau dan in 1940 vast te stellen. Zulks zou toch een daling van de waarde van het landelijk bezit ten opzichte van 1940 met zich mede brengen, waardoor in de eerste plaats degenen. wier bezit met hy- potheekschuld is bezwaard, ernstig zouden worden getroffen. De ministers hebben gemeend aan de pachter een recht van voor- rang bij verkoop te moeten verle- nen. Zij hebben zich hierbij laten leiden door overwegingen zowel van billijkheid. 7 Terwijl in de donkere en smar- telijke bezettingstijd de Duitsers nog zwoegden voor hun overwin- ning en tevergeefs poogden ons te laten delen in hun overtuiging. dat Duitsland winnen zou op alle fron- ten, vonden er in Nederland reeds besprekingen plaats tussen vader- landers. niet alleen van zeer uiteen- lopende godsdienstige en politieke richting, maar ook van sterk ver schillende maatschappelijke positie. Doel dezer bijeenkomsten was zich te beraden over de toekomst van ons volk na het einde van de oor- log, te bespreken wat er voor or- ganisatorische vormen nodig zou den zijn om met behoud van het vele goede, hetwelk het Nederland van voor 1940 bezat, een nieuw begin te kunnen maken waar ande re dingen beter gedaan zouden worden dan in het verleden het geval was geweest. Als een van de belangrijke vruch- ten van dit overleg tijdens de oor- log is de Stichting voor de Land bouw te voorschijn gekomen, en waarin de werkgevers en de werk- nemers van de drie ideologische hoofdrichtingen van ons volk el- kander gevonden hebben, teneinde de belangen te behartigen van al ien die betrokken zijn bij de Land bouw in de ruimste zin van het woord. Een van de dingen waarover men het in de kringen van de Stichting voor de Landbouw reeds spoedig eens was, en die zou gaan behoren tot die dingen in bevrijd Nederland die anders en beter zouden worden gedaan dan in' het verleden het ge val was geweest, was een betere oudedagsverzorging voor de land- arbeider. Waren er in de steden en grotere plaatsen van ons land over het al gemeen instellingen, die zich bezig hielden met de verzorging van de ouden van dagen, op het platteland had in menige streek het „oud dus arm" nog niets van zijn verschrik- kingen verloren. Duizendtallen van oude bedrijfsgenoten, niet meer in staat zich door arbeid nog het no- dige levensonderhoud te verschaf fen. leefden hier aan de rand van de grootste ontberingen. Ze. gevoel- den zich vaak tot last van hun kin- deren, hoezeer ook de kinderplicht nog wel in die mate gemeengoed is op het platteland. dat in het al gemeen oude landarbeiders in het gezin hunner kinderen nog wel een liefdevolle plaats vinden. Het is echter de vaste wil geweest van werkgevers en werknemers in de landbouw, aan de afhankelijk- heidsverhouding der oude arbeider een einde te maken, en wel door het stichten van een Bedrijfspen- sioenfonds voor de Landbouw. Uit de middelen van dit Bedrijfspensi- oenfonds kan de oude landarbeider een bedrag worden uitgekeeid, dat een bijdrage kan vormen voor een betere oudedagsverzorging, en die als straks de Noodvoorziening voor Ouden van Dagen, die slechts voor drie jaar zal gelden, haar werking beeindigd ziet, de gevolgen hiervan kan opvangen. Een groot aantal commissies, sa- mengesteld uit werkgevers en uit werknemers in de Landbouw, is alom in het land bezig de namen te verzamelen van hen, die op eni- ge wijze in loondienst in de Land bouw werkzaam zijn, teneinde te kunnen vaststellen wie, en hoe groot het aantal zal zijn van hen die onder de Pensioenregeling in de Landbouw zullen vallen. Landarbeiders en boerenknechts, 17 jaar en ouder tot de leeftijden van hen, die op 30 April 1947 de leeftijd van 65 jaar bereikten, doen terwille van zichzelve en mogelijk later hun nabestaanden er goed aan zich te laten inschrijven bij deze commissies. Dit is de inventarisatie die vooraf moet gaan aan het vele werk, dat in de toekomst nog ver- richt moet worden teneinde ook aan de landarbeiders een zonnige oude dag in eigen kring te kunnen geven. Het is van belang voor de ouderen om zich aan te melden; hun oude dag nadert en ze zullen een uitkering krijgen, die niet even- redig is aan de tijd dat ze in het Bedrijfspensioenfonds opgenomen zijn geweest. Echter ook de jongeren dienen zich in hun eigen belang te melden. Ook zij hopen eens oud te zullen worden, en zullen dan een betere oudedagsverzorging genieten, naar gelang hun aanspraken op pensioen eerder opgebouwd zijn, dus naar- mate zij zich eerder hebben laten inschrijven. Inwonende knechts bij boeren behoren eveneens in het Bedrijfs pensioenfonds te worden opgeno men. Een groot gedeelte van hen hoopt eens eigen boer te zullen worden, en een deel van hen zal dat ook wel gelukken. Een ander deel bereikt dit echter mede als gevolg van de schaarste aan cul- tuurgronden nooit. Wij kunnen niet in de toekomst zien, en weten dus niet wie de gelukkigen zullen zijn, maar juist daarom is het hoogst gewenst dat alien zich laten in schrijven. Onder de 32 thans gekozen R.K. Kamerleden beVinden zich 23 zit- tende leden, t.w. de heren v. Vliet, v. d. Zanden, Sassen, Mol, Serra- rens, De Kort, Romme, v. Schaik, Engelbertink, Stokman, IJsselmui- den, Andriessen, Lucas, Koersen, Bachg, Groen, Steinmetz, Hooy, Kor tenhorst, Maenen, Droesen, Peters en Dassen. Voorts zijn gekozen de Ministers Beel, Fievez, Gielen en v. Maarse- veen. Nieuwe verschijningen in de Ka mer voor de K.V.P. zijn mejuffrouw Nolte en de heren Janssen, v. d. Heuvel, v. Thiel en De Haas. A. H. NOLTE. Mej. Agnes Helene Nolte werd 26 Juli 1896 geboren. Zij is in het bezit van de acte Geschiedenis M.O. en Staatsinrichting M.O. Mej. Nolte is secretaresse van de Kring Am sterdam der K.V.P. en lid van de Partijraad. Mej. Nolte was 22 jaar verbonden aan het R.K. Lyceum voor Meisjes te Amsterdam en was ook lerares aan de R.K. School voor Maatschappelijk Werk. Drs. M. M. A. A. JANSSEN. Martinus Maria Aloysius Anto- nius Janssen werd 13 Juni 1903 te Breda geboren. Na het behalen van het einddiploma aan de R.K. HBS te Breda ging hij studeren aan de Ned. Handelshogeschool te Rotter dam, waar hij in 1926 promoveerde in de economische wetenschap. In 1929 behaalde hij het Accountants- diploma. De heer Janssen was en- kele jaren werkzaam bij Philips en heeft zich in 1942 gevestigd als ac countant te Utrecht. Tijdens te honger-winter was hij werkzaam in verschillende organisaties op nood- voedselgebied. In 1946 werd hij gekozen tot ge- meenteraadslid en wethouder van de gemeente Zeist. Eind 1946 trad hij als zodanig af, omdat hij be- noemd werd tot lector aan de Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg. Mr. N. H. L. v. d. HEUVEL. Mr. Nicolaas Henricus Lodovicus van den Heuvel werd 21 Januari 1907 geboren te Huybergen (N.Br.) studeerde aan het Gymnasium te Eindhoven en de Rijksuniversiteit te Leiden. Na beeindiging van zijn studies vestigde hij zich als advo- caat en procureur te 's Hertogen- bosch. Hij werd gekozen tot Rechts- kundig Adviseur van de R.K. Mid- denstandsvereniging te Den Bosch. Na de bevrijding werd mr. v. d. Heuvel benoemd tot directeur van de R.K. Middenstandsbond in het Bisdom Den Bosch. De heer Van den Heuvel is secre- taris van de R.K. Raadsfractie van Den Bosch. Mr. F. J. M. VAN THIEL. Mr. F. J. M. van Thiel werd in 1906 te Helmond geboren, de plaats waar hij thans- nog woont. Hij door- liep het Gymnasium „St. Willebror. dus" te Katwijk, studeerde rechten aan de R.K. Universiteit te Nijme- gen en vertoefde vervolgens enige tijd in het buitenland. Mr. Van Thiel bekleedt tal van maatschappelijke functies en is lid van de gemeenteraad en van het provinciaal bestuur van de Noord- Brabantse Bond van het Wit-Gele Kruis, van de Welvaartstichting Noord-Brabant en het Diocesane maatschappelijke centrum in het Diocees Den Bosch. Na de bevrij ding was hij de stuwende voorzitter van het Brabants Volksherstel. Mr. J. C. DE HAAS. J. C. de Haas is geboren 16 April 1905. Hij bezocht het Gymnasium te Utrecht en studeerde rechtsweten- schappen aan de Universiteit aldaar. Na het beeindigen van zijn studies was hij werkzaam in het bearijfs- leven. In de Noodraad werd hij ge kozen tot Wethouder van Sociale Zaken te Nijmegen. bij gemeente- raadsverkiezingen tot Wethouder van Onderwijs en Financien van die gemeente. In April 1947 we'd hij Referendaris bij -het Departe- ment van O., K. en W., speciaal belast met jeugdzaken. HOEWEL de commissie-van Rhijn op't standpunt stond, dat de on dernemingsraden een onderdeel be- hoorden uit te maken van de pu- bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie, is minister Drees toch met een af- zonderlijk wetsontwerp gekomen. De hiervoor in de memorie van toe- lichting gegeven motivering is niet sterk: Het verband was toch reeds losser gemaakt dan door de com- missie was voorzien en ook de pu- blieke opinie zou van invloed zijn geweest. Overigens verzwakt de minister deze bewijsgrond nog door toe te geven, dat er inderdaad een zeker verband bestaat, een verband, dat de bewindsman nog eens extra onderstreept wanneer hij zegt, dat de taak van de overkoepelende be- drijfscommissies mettertijd zal wor den overgedragen aan de daarvoor in aanmerking komende publiek- rechtelijke bedrijfsorganen. Ook uit de functie die de Soc. Economische Raad in dit ontwerp uitoefent, (het toporgaan van de bedrijfsorganisatie bepaalt samenstelling en werkwijze van de bedrijfscommissies en wijst de organisaties aan, die de leden hiervan mogen benoemen) blijkt de nauwe verwantschap. Het meest steekhoudende argu ment van de minister is dat de in- stelling van ondernemingsraden op deze wijze niet afhankelijk wordt van de totstandkoming der ver schillende bedrijfsschappen, hetgeen inderdaad nog wel wat voeten in de aarde zal hebben. Enige tijd ge- leden spraken wij reeds het ver- moeden uit, dat de minister wel met dit argument zou komen In- tusgsen zal ook de practijk nog moe ten leren of deze ontwikkeling los van elkander wel zonder moeilijk- heden kan verlopen. De minister is er zelf blijkbaar niet zo gerust op, want hij begint reeds met in art. 2 de mogelijkheid van tijdelijke ont- heffing vast te leggen, terwijl hij ook de bepaling van het tijdstip, waarop de raad moet ingesteld zijn, aan zich houdt, „een tijdstip dat door delen van het bedrijfsleven verschillend kan zijn". Ten overvloede wordt in de me morie van toelichting hierbij nog aangetekend, dat men aldus „vol- doende ruimte wil laten aan de or- ganische groei van het instituut der ortdernemingsraden. Ook door een afzonderlijk ontwerp zullen de on dernemingsraden dus wel niet op stel en sprong tot stand komen. Eenmaal van de wenselijkheld van een aparte behandeling uit- gaande was de minister verplicht, nu ook met een gedetailleerder taakomschrijving te komen, hetgeen in elk geval deze aantrekkelijke zijde heeft, dat men op deze wijze de bevoegdheden van de onderne mingsraden reeds aardig uit de verf ziet komen. De algemene clau- sule is overgenomen uit het rapport van Rhijn: ..door overleg, toezicht op en uitvoering of regeling van alle aangelegenheden, de onderne- ming betreffende, welke in ver band met haar aard en met de om standigheden daarvoor in aanmer king komen en door het bevorderen van een goede verstandhouding en ssmenwerking, naar vermogen bij te dragen tot een zo goed mogelijk functioneren der onderneming". Daarnaast worden de volgende be voegdheden nader aangeduid: Be handeling van wensen, bezwaren en opmerkingen, overleg oyer vacantie, werkroosters enz., toezicht op de naleving van arbeidsvoorwaarden en op de bedrijfshygiene, deelne- men in het beheer van eigen in stellingen, het geven van advies De Britse autoriteiten melden, dat een geheimzinnige ontdekking is gedaan in een aardappelveld nabij Duisburg, nl. een zakje met vijftigtal levende coloradokevers. Een dergelijke ontdekking wordt uit Detmold gemeld. Een onderzoek is ingesteld. De in Amsterdam opgesloten be- ruchte inbreker Gerrit de Stotte raar heeft voor de derde maal kans gezien te ontsnappen, gisterennacht ontdekten de bewakers van het Huis van Bewaring aan de Wete- ringschans dat Gerrit was ontko- men. Hij wachtte in het Huis van Be waring op de berechting van een groot aantal insluipingen, welke hij op zijn geweten heeft. Volgens schatting van de politie was zijn activiteit zeer groot. Twee of drie diefstallen per dag was wel onge- veer zijn gemiddelde. En hoewel hij nimmer sensationele kraken zette bracht zijn werk hem zoveel op, dat na zijn arrestatie twee schuilplaatsen vol gestolen goed werden ontdekt, terwijl Gerrit bo- vendien in het bezit bleek te zijn van een auto en een flinke bank- rekening. De Britse Ambassadeur te 's Gra- venhage, Sir Philip Nichols, zal Maandag en Dinsdag a.s. een bezoek brengen aan de Mijnstreek. ten aanzien van de technische en economische gang van zaken. Het hoofd van de ondernemer krijgt de verplichting de raad periodiek me- dedeling te doen omtrent de stand van het bedrijf. Alle zaken, die straks bedrijfs- takgewijs behandeld worden en waar de arbeiders toch ook mee- spreken. vallen vanzelfsprekend buiten de bevoegdheden van de on dernemingsraden. Zo ook de ar beidsvoorwaarden, die meestal col- lectief geregeld worden en ten aan zien waarvan ook de vakorganisa- ties hun eigen taak behouden. Deze omschrijving van bevoegdheden en plichten beantwoordt wel zo onge- veer aan hetgeen men in dit sta dium zou willen verwachten. Zij komt by. ook overeen met de wen sen, die enige tijd geleden als zo danig door het Chr. Nat. Vakver- bond werden geuit. Op voorstel van de overkoepelen de bedrijfscommissies, kan de Soc. Economische Raad deze bevoegdhe den intussen nog uitbreiden. Wel zou er, o.i_ reeds zonder be- zwaar toe kunnen worden overge- gaan om de ondernemingsraad ook te horen bij ontslagen. Dit zou te- meer nuttig zijn omdat het ontslag- recht, waarop dezer dagen nog wij- zigingen zijn voorgesteld, een seyie bepalingen bevat, die beter in eer ste aanleg door een ondernemings raad dan door de rechter aan de feiten kunnen worden getoetst. Hoe zal de rechter b.v. uitmaken of iemand bekwaamheid of geschikt- heid mist, of hij geweigerd heeft een opdracht te vervullen, enz. Der gelijke ontslagen in de onderne mingsraad brengen zal vaak tot ge volg kunnen hebben, dat de zaak in der minne wordt geschikt, blijkt dit niet mogelijk, dan kan de rechter in elk geval met vrucht op het advies van de ondernemingsraad steunen. m 24. Hij was er m geslaagd, al de andere vogeltjes uit het nest te dringen en lag er nu heleemasi alleen in. En toch scheen zijn pleegmoeder, hoewel hij al haar andere kinderen vermoord had, hem dat niet kwalijk te nemen. Terwijl ik lag toe te kijken, kwam ze met een vette worm naar het nest ge- vlogi® en gaf die aan de koekoek, die zonder haar zorgen gestorven zou zijn." Anne wendde het gelaat af. „Ik veronderstel, dat je me dat vertelt, om aan te tonen, dat zelfs redeloze wezens als de vogels geen wraak op hun vijanden nemen, mompelde ze voor zich heen. Hij stond uit zijn stoel op. - „Vergeven bnengt veel geluk, An ne," zei hij zachtjes. „Misschien leer je dat mettertijd ook nog eens." ..Niemand heeft de arme Pierre vergiffenis geschonken," zei ze lang- zaam. „hij moest de dood ingedre- ven worden. Mevrouw Pritere wist niet, wat medelijden was, toen ze van zijn moeilijkheden hoorde. Ze zocht alleen naar een wapen, om mij te kunnen treffen. Welnu ik bezit eindelijk e.en wapen, om terug te slaanen daarvan zal ik gebruik maken." Hij veranderde van onderwerp. „Mag ik je even thuis brengen?" vroeg hij en na enige aarzeling wendde ze zich naar hem toe. Tot zijn verbazing stonden haar ogen vol tranen. Hij omvatte haar armen. „Lief kind, zo erg moet je het niet opvatten", mompelde hij. Zijn vriendelijk gelaat stond bezorgd, „als je er nu eenmaal zo over denkt ga dan maar door, totdat het vergif uitgewerkt is." „Ja, dat doe ik ook", zei ze met een bevestigend knikje, waarna ze haar hoed ging halen en woedend de tranen terugdrong, die George's medelijden hadden opgewekt. HOOFDSTUK XII Wanhopig De volgende morgen waren alle prijzen bij Pritere verlaagd tot het- zelfde peil, als die aan de overkant. Anne kreeg het te horen, zodra ze in haar winkel verscheen. Ze liet mijnheer Morier komen en gaf hem haar orders. „Maar, juffrouw Hebler, als we nog meer verlagen, gaan we met verlies verkopen!" verklaarde hij met nadruk. Anne knikte grimmig. ,.Dat weet ik wel. Maar doe toch maar, wat ik gezegd heb." Hij verliet haastig haar kantoor en zijn gezicht stond heel bezorgd. Dit stond gelijk met zelfmoord.. zo gingen ze hun ondergang tege moet. Ook Anne staarde strak voor zich uit en was eigenlijk zelf bang voor wat ze gedaan had. Ze gokte met andermans geld. Ze gooide feitelijk een grote som zo maar weg, elke dag, dat de winkel geopend bleef. Als dat geld haar eigen geld was geweest, zou ze zich er niet om bekommerd hebben. Maar het was van George en deze keurde haar handelwijze niet goed! Ze liep naar een spiegel en be- keek haar gelaat. Toen ze die mor gen opstond, was ze geschrokken van de verandering in haar uiterlijk Haar gezicht was bleek en betrok ken: ze had kringen onder haar oogen. Ze was meer dan erg veran- derd en dat besefte ze heel goed. Vroeger was ze zachtaardig. lief en beminnelijk geweest. Nu was ze gejaagd, zenuwachtig en vaak vin- nig. Ze dacht aan niets anders, dan aan haar wraak. Ongeduldig wend de zij zich van de spiegel af. Ze had eenmaal haar weg gekozen; ze zou hem tot het blttere einde vol- gen. Aan de overzijde keek Arthur Pritere zijn moeder aan. ,.Ze hebben hun prijzen nog weer met tien percent verlaagd, moeder" zei hij. „Ik ben juist even gaan kij ken". „Datdat kunnen ze niet vol- houden! Dat is krankzinnig! Ik moet George Callon spreken. Als dat meisje zijn geld misbruikt, dan moet hij toch begrijpen, dat hij het op deze manier kwijt raakt!" Ze zette haar hoed op en ging naar beneden. Ze vroeg niet, of Arthur met haar meeging. De ty- piste van George Callon zei, dat hij er nog was. „Ik ben mevrouw Pritere", zei Claire, „zeg hem, dat ik hem voor een uiterst dringende zaak moet spreken". Het meisje kwam terug. „Mijnheer Callon kan u nu meteen ontvangen", zei ze. George Callon stond op, toen Claire Pritere binnenkwam. „U zult wel verwonderd staan. mij hier te zien, mijnheer Callon!" zei Claire Pritere stroef. „Neen, dat geloof ik toch niet, mevrouw", antwoorde hij, haar een' stoel aanbiedend bij zijn lessenaar. Ze nam plaats en keek hem door- dringend aan. „Ik wou graag we ten, waarom u uzelf er toe leent, een poging te doen. mij te rui'neren mijnheer Callon, zei ze uiterlijk be- daard. George gaf geen antwoord, maar een ogenblik betrok zijn gezicht. „Ik vermoed, dat u degene bent die achter Anne Hebler staat", ver- volgde Clarie, „heb ik daarin gelijk of niet?" ..Ja, mevrouw Prltfere, juffrouw Hebler heeft haar geld van mij en mijn steun en toestemming bo- vendien". „Ze boog zich voorover naar hem toe. „Waarom....? Waarom?" riep ze met verheffing van stem uit, ..wat heb ik jegens u misdaan, mijn heer Callon, dat u uw eigen geld er aan waagt, om mij naar de kelder te helpen?" (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 3