KOHINGIN WILHELHINA
CONSTITUTIONEEL
w
VORSTIN
HET KERKEtlJK LEVEN
van Koningin
W ilhelittinci
N hei Huis des Heren
leg! Zij haar
hroon af
KATHOIIEK
NOOROHOILANO
IN
RADJA
PILLEMIEN
NIEUW NOORDHOLLANDS DACBLAD
ZATERDAC 28 AUGUSTUS 1948
„Die Mij voor de
mensen zal belijden"
ONZE KONINGIN heeft haar kerkelijke belijrienis rooit op een
opvallende wijze uitgedragen, maar wij weten, dat haar
levensprincipe, haar sterk Godsvertrouwen en voortdurend ge-
tuigen voor Christus in een daadwerkelijke godsdienstbeleving
wortelt. Het was Haar onvergetelijke Moeder, wijlen koningin
Emma, die Haar dochtertje leerde bidden gelijk alle echte goede
moeders doen en die haar in een bevattelijke trant verhaalde
uit het leven van de Zaligmaker. Want diezelfde koninklijke
Moeder had op 12 October van het Jaar onzes Heren 1880, toen
zij heur kind in de Haagse Willemskerk boven het Doopbekken
hief, beloofd „dit kind, als het tot zijn verstand gekomen is, in
de christelijke leer te onderwijzen of te doen onderwijzen" met
een volmondig „ja". Het Doopsel werd toen toegediend door
de hofprediker C. van Koetsveld, de schrijver van het bekende
boek „De pastorie van Mastland".
Id
verantwoordeliik, aldus bepaalt onze hoogste Staats-
wet sinds de wijziging van 1848. De invoering van
dit Grondwetsartikel bracht een radicale verandering in ons
staatsrechtelijk bestel. Met dit voorschrift immers werd een einde
gemaakt aan de persoonliike regering van de Koning. De ver-
houding Koning en Ministers werd totaal gewijzigd. In plaats
van dienaren van de Koning, die verplicht waren alleen uit te
voeren, wat de Vorst hen opdroeg, werden de ministers nu wer-
kelijke leden der Regering, verantwoordelijk voor het regerings-
beleid in zijn voile omvang.
'Maar door het feit, dat het ambt
van minister van karakter veran-
derde, kwam er ook in de Komnk-
liike functie een belangrijke wij
ziging. De positie van de drager van
de Kroon werd zeer delicaat. Dc
Koning zag zich nu geplaatst voor
de noodzaak, ook bij de uitvoermg
van zijn persoonlijke opvatting om-
trent het te voeren staatsbeleid, zich
steeds te verzekeren van de mede-
werkmg van een minister. Ja ook
iedere meningsuiting van de Koning
in het openbaar, moest de instem-
ming hebben van zijn ministcis.
Door de invoering van de Konink-
lijke onschendbaarheid en de ml"
nisteriele verantwoordeiijkheid zou
immers critiek op het regeringsbe-
ieid alleen de ministers kunnen tref-
len.
De reden waarom men overgmg
tot invoering van Koninklijke on
schendbaarheid en ministeriele ver
antwoordeiijkheid was, dat men in
vi ijheid critiek zou kunnen uitoefe
nen op het regeringsbeleid, dus zon-
der vrees, dat men bij zijn critiek,
de kans zou lopen Majesteitsschen-
nis te plegen.
Wanneer men echter weet hoe
vooral Koning Willem I zijn taak
opvatte, als men zich herinnert. dat
onze eerste Koning een verlicht
despoot zelt de verantwoordeiijk
heid voor het bestuur van de Staat
wilde dragen en ook heeft gedragen
volgens het adagium: „alles voor 't
volk, niets ddor het volk", dan zal
men begrijpen, dat Willem I en ook
Willem II niets moesten hebben
van de ministeriele verantwoorde
iijkheid. En het wordt dan ook al-
leszins verklaarbaar, dat toen grond-
wettelijk een eind was gekomen aan
de persoonlijke regering van de
vorst. het vooral Koning Willem III
was, die enige tijd nodig heeft gehad
om aan het nieuwe staatsrechtelij-
ke bestel te wennen.
En zo zijn er onder de regering
van Koning Willem III wel enkele
feiten aan te wijzen Koninklijke
daden die niet in overeenstem-
ming waren met de in 1848 inge-
voerde nieuwe beginselen. Wanneer
in 1853 het herstel der Bisschoppe-
lijke Hierarchie in ons land een
storm van verontwaardiging doet
cpgaan onder onze protestantse me-
deburgers, in onze geschiedenis be-
kend als de Aprilbeweging, maakt
Willem III zijn eerste staatsrechte-
lijke fout onder het nieuwe bestel.
Wanneer de Koning een Adres wordt
aangeboden, waarin protest wordt
aangetekend tegen het besluit van
de Paus in Nederland Bi^schoppen
te benoemen, dan volgt de Koning
bij zijn antwoord niet het advies en
de juiste opmerkingen van de lei-
her van het kabinet, mr. J. R. Thor-
becke Deze had immers de Koning
geadviseerd te antwoorden, dat de
Katholieken slechts gebruik maak-
ten van een bij de Grondwetsherzie-
ning van 1848 gegeven recht: de
vrijheid van godsdienst, dat Ko
ninklijke goedkeuring op de invoe
ring der Bisschoppelijke Hierarchie
grondwettelijk dus, niet was ver-
eist en dat de Regering alleen tot
taak had zorg te dragen, dat de
rechten van anderen niet zouden
worden geschonden. De Koning ging
echter zijn eigen weg hoewel hij
trachtte door de klippen heen te
zeilen. Willem III geeft een. wat men
kan noemen, neutraal antwoord. De
Koning zegt, dat hij ..doordrongen
is van het gewicht van de gedane
stap". dat hij zich verheugt in de
..hartelijke" en „kinderlijke" liefde
van zijn volk en dat deze dag "do
Pand tussen het Huis van Oranje en
het Vaderland nog hechter vastge-
snoerd en dierbaarder aan (zijn)
hart heeft gemaakt". Het kabinet
vindt dit antwoord een negatie van
zijn advies, vraagt opheldering en
wanneer deze uitblijft, treedt het af.
Wanneer in de jaren 1866—1868
de strijd om het parlementaire stel-
sel is ontbrand en de Kamer twee-
maal achtereen wordt ontbonden,
dan handelt Willem III opnieuw
anti-constitutioneel door zich mid-
dels een proclamatie. zij het met in-
stemming van zijn ministers, in de
politieke strijd te werpen.
Maar hoe heel anders steekt hier-
tegen af de houding van H. M Ko-
ningin Wilhelmina. In haar lange
regering van vijftig jaar is geen en
kele daad aan te wijzen, waarbij zij
is afgeweken van het parlementair-
constitutionele stelsel. Zij heeft con-
stitutioneel geregeerd zonder ech
ter haar persoonlijke overtuiging
prijs te geven. Want er zij op ge-
wezen, dat ministeriele verantwoor
deiijkheid en Koninklijke onschend
baarheid geenszins betekenen, dat
de Kroon geen persoonlijke invloed
meer zou kunnen uitoefenen op het
Regeringsbeleid of erger nog, dat de
drager van de Kroon afstand zou
moeten doen van zijn persoonlijke
mening.
De Grondwettelijke bepalingen
betekenen alleen, dat eer^ Konink
lijke daad nooit aanleiding mag zijn
van critiek op de Vorst, omdat
iedere Koninklijke daad gesteund
wordt door de verantwoordeiijkheid
van een minister.
Nu is het juist de grote verdienste
van Koningin Wilhelmina geweest,
maar ook haar grootste kunst in
het regeren, dat zij, zonder afstand
te doen van eigen mening, heeft
kunnen regeren en niet in conflict
is gekomen met haar ministers. Ko
ningin Wilhelmina bleef, ondanks
de ministeriele verantwoordeiijk
heid, een persoonlijkheid met eigen
oordeel Vooral is dit tot uiting ge
komen 'in de achter ons liggende
oorlogsjaren. De Koningin toonde
zich een persoonlijkheid, toen zij
zich met haar ministers in de oor-
logsdagen van Mei 1940 naar Lon-
den begaf om daar de Regering
voort te zetten. Niet alleen dat
daardoor werd voorkomen, dat
haar hoge persoon in handen kwam
van de verachtelijke leiders van het
Moffendom, welk tragisch lot wel
Kpning Leopold van Belgie over-
kwam en waardoor deze vorst in
conflict geraakte met zijn ministers;
maar bovendien, dat zij haar hoge
invloed kon uitoefenen bij Regeer-
ders van andere vrije volkeren om
haar Volk en Land van de tyrannic
te bevrijden.
Koningin Wilhelmina heeft de
vrucht van haar wijze regering
reeds tijdens haar bewind mogen
smaken. Zij heeft de achting ge-
wonnen van de aanhangers van
iedere politieke partij. Vooral moet
hier gewezen worden op de veran-
derde houding van de sociaal-demo-
craten, van wie velen hoewel
van huis uit principieel-republikein
reeds voor de tweede wereld-
oorlog, hartelijke waardering be
gonnen te koesteren voor de per
soon en de regering van H. M. Ko
ningin WilEelmina, een waardering.
die zelfs geleid heeft tot een meer
positieve verdediging van het Ko-
ningsschap
Nu na vijftig jaar mag geconsta
teerd worden, dat het Huis va:
Oranje nog hechter dan voorheen
verbonden is aan het Nederlandse
Volk. Door haar constitutioneel
juiste houding heeft Koningin Wil
helmina de Kroon der Nederlanden
voor het Huis van °vanie behouden.
En ons volk is daardoor'in het ge-
lukkig bezit gebleven van de mo-
narchale staatsvorm met de parle
mentaire democratic, een staats
vorm, die juist voor ons volk met
zijn diepgaande religieuse ver^''"
len zo uitermate geschikt is. Want
bij alle verschil in inzicht zijn wij.
door de wijze regering van Hare
Majesteit, gelukkig gespaavd geble
ven voor een strijd om de staats
vorm, een strijd, die in andere lan-
den zoveel ellende heeft veroor-
zaakt.
Dat ons land, met de invoering
van de Constitutionele Monarchie
de juiste weg Ts opgegaan is op 20
November 1918 in de Tweede Ka
mer kernachtig uiteengezet door de
leider der Christelijke Historische
Unie, De Savornin ^ohman. Na er
aan herinnerd te hebben, dat de
rechterzijde vroeger veelal de per
soonlijke wil van de Kroon heeft
verdedigd, waartegen de liberalen
zich steeds hebben verzet, wijst de
Savornin Lohman op de gebeurte-
nissen, die in de dagen van Novem
ber 1918 plaats hadden in Duitsland.
waar steeds op de voorgrond trad
de persoonlijke wil van de Kroon.
De val van de staatsinstellingen in
Duitsland moet, aldus ging de Sa
vornin Lohman terecht verder,
vooral daaraan geweten worden,
dat op de Kroon en op de Duitse
Bondsraad een veel te zware ver
antwoordeiijkheid heeft gerust, een
verantwoordeiijkheid. die niet vol-
doende met de Rijksdag werd ge-
deeld. Het gevolg hiervan is ge
weest: het verlies van de Kroon
zelf De Savornin Lohman komt dan
ook' tot de conclusie, dat wij moe
ten voortgaan op de weg, die sedert
1848 door ons is ingeslagen.
Inderdaad. Maar dat Nederland
nog volgens de gezondc, parlemen
taire democratic wordt geregeerd,
dankt het aan het wijze optreden
van onze jubilerende Vorstin, Hare
Majesteit Koningin Wilhelmina.
M. P. JANSSEN
DAT IS naar de uit-
spraak der Maleis-
sprekende Indonesiers
„Koningin Wilhelmi
na" „Pesta Mas Radja
Pillemien", het gouden
feest van Koningin
Wilhelmina, en ik kan
mij voorstellen, als
vandaag nog het grote
percentage der Indone-
sische inheemse bevol-
king, dat als overal
buiten de politiek
leeft, de kans kreeg,
het Gouden Jubileum
mee te vieren, dit weer
dan ook in het Koning-
schap meer uitkomt.
't Is bij hem het na-
tuurlijk gevoel voor de
waarheid: „omnis po-
testas a Deo" (alle ge-
zag komt van God), 'n
gevoel bij de Oosterse
volken sterk ontwik-
V°ld, bii d° Japanners
bijv. wel heel sterk;
tot in de kleinste des- een gevoel bij de Wes- Koningsplein
i i .1 1a tnuin1 TTi htt
sa's met rustdag en
optocht en wajangspel
en eetpartijen zou wor
den herdacht.
Radja Pillemien was
voor de Indonesier de
verpersoonlijking van
het Gezag, boven Re
gent en Gouverneur
en Resident, en het
Gezag is naar de adat
der inheemse bevol-
king in hoog aanzien;
eerbied voor en volg-
zaamheid aan het Ge
zag zit hem iri het
bloed is hem 'n twee
de natuur. Dat ontzag,
die eerbied toonden
zij aan iedere gezags-
drager. van de eigen
ouders' tot de regent,
en al wat daartussen
in gezag is gesteld;
maar bov'enal voor
Radja Pillemien.
In het Gezag zit de
Indonesier iets verhe-
vens, iets bovenna-
tuurlijks, als een af-
straling van het God-
delijk Gezag. lets wat
terse vdlken gekneusd
door de zo gemakke-
lijke en wisselende
eigen aanwijzing van
leider. aanvoerder of
president, waardoor
het persoonlijke ele
ment sterker naar vo-
ren komt.
Niet weinig vermeer-
derde de lange duur
vgn Koningin Wilhel-
mina's regering dat
ontzag en die eerbied
voor de opperste ge-
zagdraagster 50 ja
ren. Geen Indonesier
haast kan zich het
hoogste gezag anders
indenken dan in han
den van Koningin Wil
helmina, de grote on-
zichtbare. waaraan dan
rust en vrede onder-
ling. en welvaart en
groei en bloei in In
die te danken waren.
Wij herinneren ons
de feesten bij het 40-
jarig regerings-jubi-
leum, de optocht op 't
te Ba-
tavia! Uitbundig was
de feestviering tot in
de verste hoeken en
dessa's van het grote
eilandenrijk. spontaan
en ongedwongen. Ken-
nen wij in Nederland
onze Oranjeliefde, ge
zoudt verbluft staan
te aanschouwen de
blijken van intense
aanhankelijkheid aan
Oranje en Vaderland
van Menadonezen en
Ambonezen, doch van
hen niet alleen. maar
van heel de bevolking.
van Chinees tot Ara-
bier toe. Van enige
nationalistische stre-
Pater Victorius Beekman O.F.M., die 17 Jaar op
Java heeft gewerkt en eerst na de oorlog voor
herstel van gezondheid moest repatrieren, heeft
voor ons Jubileumnummer bijgaande karak-
terlsering willen schrijven van de verhoudmg
tussen de gemiddelde Javaan en Koningin
Wilhelmina. Pater Beekman is tijdens zijn
verblijf op Java pastoor geweest te Batavia en
Tjandoer.
ving was dan wel niets
te merken, of zelfs
maar te horen.
Dat door de Neder-
landers tijdens het ko-
loniale tijdperk veel
sympathie is gekweekt
zouden wij niet durven
beweren. Maar de
naam en de faam van
Radja Pillemien was
hoog en onaantastbaar.
Na de inval der Hun-
nep in Nederland in
1940 bleef Indie nog
anderhalf jaar vrij, en
talloos waren toen de
bewijzen van trouw en
aanhankelijkheid.
waarin de eenvoudig-
sten, juist de eenvou-
digen. de armsten der
armen. zo sterk zijn.
Deze eenvoudigen en
armen onder de mil-
lioenen bleven nim-
mer achter, als het
toen er om ging een
penningske bij te dra
gen aan een der fond-
sen, die waren gesticht
om onze strijders in
•Europa te voorzienvan
wapenen ter bevrijding
»Rn „het land waar de
Koninein woont".
De Hudson-bommen-
werpers. waarmede on
ze Marine de Duitse
scheepvaart langs de
Europese kust aanviel,
en de ..Indische" Spit
fires. welke meestre-
den in de slag om En-
geland, werden deels
betaald uit de gaven
van Kromo, de dessa-
man. Amat, de haven-
arbeider of de huis-
jongen.
Het eigenlijke godsdienstonder-
richt ontving de toekomstige konin
gin van dr. ds. G. J. v. d. Flier, nadat
deze in 1894 was aangesteld tot hof-
kapelaan, zoals de officiele titel nog
altijd luidt. Koningin Emma was
altijd bij die lessen tegenwoordig.
Dezelfde hofptediker mocht de
prinses op 26 October 1896 tot ker-
kelijk lidmaat bevestigen, een plech-
tigheid, die zich in niets van de
gewone bevestigingsdiensten onder-
scheidde maar die afgestemd was
op de „innerlijke heilservarmg", de
religieuze bewustwording, die naar
Calvinistische opvatting het wezen
van de godsdienst raakt. Wij kun
nen hetzelfde zeggen van de huwe-
lijksinzegening die op 7 Februari
1901 plaats vond, toen dezelfde hof-
predikant zijn handen op de hoof-
den van de voor hem knielende
Wilhelmina en Hendrik legde, om
Gods bijstand voor dit jonge men-
senpaar af te smeken. Wel waren
er wat palmen rond de kansel ge-
jjlaatst, wel zong een koor het Wil-
helmus, maar de trouwdienst ver-
liep gelijk die voor andere gelovi-
gen gehouden wordt. Dit is zo bij-
zonder kenmerkend voor het kerke
lijke leven van onze vorstin: In het
huis des Heren legt Zij haar kroon
af, daar is slechts een Koning en
knielt Zij als een dienares van de
Heiland onder de gemeente vom- de
troon van Hem die ,.den koningen
heil verschaft". Zij zit als een ge-
woon gemeentelid onder de bedie-
ning des Woords en nadert met en
onder de gemeente de disch van het
H. Avondmaal. Een bijzondere voor-
keur voor predikanten kent Zij niet,
Zij houdt van een flinke degelijk
heldere verkondiging, een Evange-
lie-interprelatie, die niets en me-
mand anders dan Jezus Christus als
Middelpunt heeft. Rotsvast staat
Haar orthodoxie boven welk soort
van modernisme verheven; nimmer
zag een vrijzinnige prediker Haar
onder zijn gehoor. Haar kerkelijke
hoogdagen in verband met Haar fa-
milieleven waren tevens hoogdagen
voor het ganse Nederlandse volk.
Wij denken hier op de eerste plaats
aan de Huweliiksinzegening van
H.K.H. Prinses Juliana en Prins
Bernhard. dan aan de Doopbedie-
ningen aan de Prinsesjes, en niet in
het minst aan die schone dag. nu
ook al weet zo lang geleden. toen
de Koningin Haar Eigen Dochterke,
Juliana, in dezelfde kerk, waarin
ook Zijzelve het H. Doopsel ontvmg,
boven het vont hief. En zeker her
innert ieder Nederlander zich hoe
hij door middel van de radio de
Doopdienst voor Beatrix gehouden
beluisterde Het was de oude grijze
Ds. Welter, die deze leidde, de oud-
hofprediker, wiens gedicht, in de
zomer van 1940 clandestien ver-
spreid, ons zo goed deed: ,,'t Was
geen vlucht die U deed gaan Wij
denken aan de doop van Irene, van
Margriet in de ballingschap en de
Kerstening van Marijke, nog geen
jaar geleden, in de Domkerk yan
Utrecht. Het waren lichte vreugdige
uren voor onze Vorstin. toen de
verzamelde gemeente Haar klein-
kinderen het „Dat s Heren zegen
op U daal" toezong.
Maar zij heeft ook droeve kerk-
gangen gedaan. toep God in Zijn
ondoorgrondelijke wijsheid Konin
gin Emma en Prins Hendrik van
Haar wegnam. en men hun stoffe-
lijke resten in het mausoleum van
de Nieuwe Kerk binnen Delft ter
ruste legde. Hoe moet het Haar te
moede zijn geweest. als zi), m die
plechtige rouwdiensten wellicht ge-
dacht heeft aan die andere stralen-
de godsdienstoefeningen waarbij de
geliefde doden nog aan haar zijde
aezeten waren, de feestelijke her-
denkingsdiensten ter gelegenheid
van vroegere regeringsjubilea ge
houden!
Die mogen we zeker tot haar
schoonste kerkelijke hoogdagen
rekenen, niet om de uiterlljke
luister, die er straalde, maar om
dat in die plechtige bljeenkom-
sten op de eerste plaats Gode de
eer en de dank werd gegeven, die
Hem als hoogste Souvcrein alleen
loekomt. Niet in het minst den
ken de katholieken aan het plech
tige Te Deum in tegenwoordig-
heid van Hare Majesteit in de
Kathedraal van Breda gezongen
op 27 Mei 1945, om God te danken
voor de bevrijding van Zuid Ne
derland. Christ avant tout is on-
denkbaar zonder Soli Deo Gloria!
„Die mij voor de mensen
zal belijden".
Christus heeft nadrukkelijk ge-
zegd, dat wij van Hem moeten ge-
tuigen. Godsdienst kan geen prive
eigendommetje zijn, dat we veilig
opbergen in ons hart om er niets
van te tonen aan de wereld. Wij
moeten in daad en woord laten zien,
dat wij Christus volgen. Onze ko
ningin heeft dat zeer wel begrepen
en ten alle tijde heeft zij getuigd
voor.Jezus Christus.
Het is ten enemale ondoenlijk om
hier citaten uit Haar ontelbare re-
devoeringen. radiotoespraken en
Kerstboodschappen aan te halen;
het zou ook niet nodig zijn, zij blij-
ven bewaard in het geheugen van
ieder Nederlander. Sterker dan ooit
kon het Vaderland in de bange en
droeve bezettingsjaren ervaren, dat
Zij ..rustig temidden van de woe-
dende baren", het oog op God ge-
richt hield en blijmoedig de vaste
hoop te kennen gaf, dat Hij in het
eind de rechtvaardige overwinning
geven zou. De ontroerende verma-
ning, uitgesproken in het opperste
der geuzenliederen, het oude Wil-
helmus, was ook de geruststellende
en moedschenkende verzekering, die
Zij ons geven wilde: ..Leidt u, mijn
Ondersaten, Die oprecht zijt van
Aert, Godt sal u niet verlaten. Al
zijt ghy nu beswaert". Vooral in deze
moeilijke regeringsperiode kreeg
haar geloof en Godsvertrouwen zulk
een geweldige bezielende kracht, de
kracht die haar in staat stelde voort
te strijden 66k in uren toen die
strijd een hopeloze scheen. Christ
avant tout! straalde sterker dan ooit
voor Haar uit. God op het eerste
plan en dan haar volk. het volk
waarover Hij Die alles in zijn han
den houdt haar aangesteld had om
het in rechtmatigheid en wijsheid
te leiden.
En na de bevrijding, na de uitein-
delijke overwinning, bleef zij getui-
gen en opwekkend vermanen, dat
niemand op eigen krachten vertrou-
wen kan en mag en dat alleen een
wederopbouw, met Gods hulp ter
hand genomen, kans tot slagen
heeft. De getuigenis voor Christus
is meer dan een persoonlijke erken-
ning, het is altijd een krachtdadige
opwekking, een voorgaan, een doel
wijzen. Vooral hierin tekende Wil
helmina zich af als een grote vor
stin die over en door de begrenzin-
gen van rulmte en tijd heenblikt
naar het eeuwige Vaderland, omdat
wij, hetzij wij koning of onderdaan
zijn. hier maar een tijdelijke woon-
plaats hebben.
„Dit sublieme principe. dit Christus
v6or alles, dat tegelijkertijd ook al
les omvat, tekent eveneens de vol-
komen levensvervulling van Konin
gin Wilhelmina.
Moge ons ganse volk zijn bestaan
naar dit uitzonderlijk opwaartsstre-
vend Exempel richten! jNsidER.
m i
geloof,
ring
van
BIJ DE OPENING van het Vredespaleis in Den Haag gaf Hare
Majesteit de Koningin als haar persoonlijk geschenk een
levensgroot Christusbeeld met als onderschrift: „Le Christ avant
tout", de Christus voor alles. Het was een belijdenis van haar
>f, maar ook de uitdrukking van het beginsel, dat haar rege-
tekende. Vijftig jaar lang immers was dit het hoofdmotief
iedere Troonrede, vijftig jaar lang spoorde zij haar volk m
haar toespraken aan, zich op Christus in te stellen en zi, was
dankbaar, wanneer haar onderdanen luisterden en in hun prac-
tische levensbeschouwingen rekening hielden met Hot, Die de
volkeren bestuurt. Heeft het katholieke volk van Noord-Holland
geleefd volgens deze koninklijke wens? Een overzicht van het
katholieke denken en doen in Noord-Holland in deze vilhigiaren
zal U ervan overtuigen. dat juist door de katholieken het komnk-
lijk slagwocrd het beste is verstaan: De Christus voor alles.
Groei van het katholieke leven
In de verhoudmg tussen katho
lieken en niet-kaholieken is in zo-
verre een belangrijke verandering
gekomen, dat vele dorpen, met na
me rondom Hoorn in oe Stieek,
sterk-overwegend Kathoiiek gewor-
den zijn; de verhouding heeft zich
bier en daar frappant ten gunste
van de katholieken gewijzigd, al
zijn er, zoals Obdam, Spierdyk,
Spanbroek, die vanouds een katho
lieke meerderheid hadden. Nog
echter steken de dorpen rond Den
Helder, rond Medemblik en de
kuststrook bij Hoorn ongunstig af
tegenover de andere plaatsen, maai
toch is de levensopvatting van de
niet-katholieken zo geworden, dat
de katholieken de leiding hebben
genomen.
Want de niet katholieken hebben,
mede onder invloed van ongelovige
predikanten, hun geloof verloren en
onder die bevolkingsgroep nam de
onkerkelijkheid toe. De volkstelling
van 1931 noteerde dat in Den Hel
der en omgeving 37.2 van de be
volking zich had opgegeven als be-
horend tot geen enkel kerkgenoot-
schap. Het kerkbezoek van de niet-
katholieken in de kop van Noord-
Holland is dan ook allertreurigst.
Het komt voor, dat in de hervorm-
de gemeenten niet meer dan vijftien
kerkgangers zijn op een Zondag-
morgen. Tegen dit betreurenswaar-
dige verval van de hervormde kerk
in Noord Holland steekt de katho
lieke kerk met haar gestadige groei
sterk af. De toename van het aan-
tal gelovigen was de oorzaak. dat
in de afgelopen vijftig jaren het
aantal parochies sterk moest wor-
den uitgebreid Nieuwe parochies
werden opgericht in Alkmaar (kt.
Jozef), Egmond aan de Hoef, in
Heer Hugowaard (H. Hart en de
H. Familie), in de Schermer, in
Onderdijk, in Andijk, In Zuider-
meer, in Hoogkarspel, in Zwaag,
(Westeind),^ in Breezand, in Den
Helder (O. L. Vr. Onbevl. Ontv.) in
de Wieringermeer. In verschillende
plaatsen was de kerk te klein om
het aantal gelovigen te omvatten en
werden er in deze jaren nieuwe
kerken gesticht, waarvan we vooral
noemen de prachtige kerk van
Grootebroek, de stijlvolle Martinus-
kerk in Zwaag en de witte mergel-
stenen dorpskerk te Heiloo. Na de
financfble gelijkstellmg van het on-
derwijs in 1920 werden bijna overal
de katholreke scholen vernieuwd ox
vei^ioot. Bekeringswerk
Met de steun van de apologetL
sche vereniging ..Petrus Canisius
die zich richt tot de protestanten en
tot die katholieken, wier geloofs-
leven verflauwd re, stichtten de
Franciscanen in Nieuwe Niedorp.
een dorp met 30% onkerkelijken.
een klooster, van waaruit de beke-
ringsactie van Noord Honand moest
worden geleid_ Omdat er echter e
weinig priesters voor dit wel'k bt;-
schikbaar waren en de Noora-Hoi-
landers over het algemeen met toe-
schietelijk waren voor de paters
had deze stichting met dat sacces
wat men ervan verwaehtte. loch
kan men, onder invloed van de
Franciscanen wel bemerken. dat
vele niet-katholieken niet meer zo
veel vooroordelen hebben tegen de
katholieke kerk.
Een grote invloed op het geeste-
lijk leven van het Noord-Hollandse
volk oefent de priory van St. Adel-
bert in Egmond uit. Een vijltien
jaar geleden kwamen de BenedictiJ-
nen, die voor de reformatie met hun
klooster te Egmond een geestelijk
steunpunt vormden voor de omge
ving, naar het oude Egmond terug
en begonnen in hun kale klooster
hun leven van gebed en boete voor
Noord-Holland onder leiding van
de vrome prior Dom J. J- Huyben
(1935-1948). Vele niet-katholieken
kwamen daar kijken en kwamen tot
andere gedachten_
De devoties.
Meer kenmerkend voor de diep-
godsdienstige geest van het Noord-
Hollandse volk zijn de devoties. die
onder de getrouwe katholieken vaste
voet hebben gekregen.
De liefde voor het H.
Sacrament.
Er schuilt in de wonderbare groei
van de verering van Jezus in het
H. Sacrament in de laatste vijftig
jaar iets wat ons tot diepe dank-
baarheid stemt. Naast de verspiei-
ding van de veelvuldige H. Com-
munie en de steeds meer luister-
rijke vieringen van aanbiddingsda-
gen en veertigurengebeden, kwam
bij de rnannen het verlangen op om
zich aan te sluiten bij de viienden
van het H. Sacrament van Mwakel
in Amsterdam, die jaarlijks op de
herdenkingsdag een stille processie
hielden door de straten van Amster
dam. Vanuit Alkmaar gingen er m
1911 voor hot eerst rnannen met dc
stille omgan.g mee en om dit te be-
In nevenstaand artikel geeft
onze medewerker, kapelaan
B. Voets, bekend om zijn ken-
nis van de geschiedenis van
ons Bisdom, een interessante
beschouwing over het leven
en de groei der katholieke be
volking van Noord-Holland en
de verhouding tegenover de
niet-katholieken in de achter
ons liggende vijftig jaren.
vorderen stic'nfte men twee vereni-
gingen n 1. le vijwielclub in 1912 cn
het genoocschap van do Stille Om-
gang in 1913. In 1917 nam dit ge-
nootschap het initiatief om in de
stad Alkmaar ter ere van het H.
Bloed, welk wonder vooral door
het werk van de Alkmaarder Mgr.
Bottemanne groter bekendheid had
verkregen, in de stad op de ,.Meie-
dag" een stille omgang te houden.
Mannen uit Alkmaar en omgeving
stemden er mee in en ieder jaar
breidt het aantal pelgrims zich uit.
Maar ook bleef men trouw gaan ter
beevaart naar Amsterdam. Volgens
de laatste gepubliceerde gegevens
waren er in 1938 1200 pelgrims uit
Alkmaar en 2200 uit West-Fries-
land naar de stad van het mirakel
gekomen.
De verering van de H. Maagd.
Ook de verering van Maria van
West-Friesland. de Nood Gods in
Hoorn, werd in ere hersteld. Onder
deken van der Wiel kreeg het Ma-
riabeeld een passende plaats achter
in de kerk en deken van der Meer
bracht in de kapel mooie voorstel-
lingen aan, die betrekking hebben
op de geschiedenis van O. L.
Vrouw van Hoorn. Hierover hebben
U enkele weken al wat vert
teld. Maar vooral werd O. L.
Vrouw ter Nood te Oesdom, een
geliefkoosd oord voor de katholie
ken van Noord-Holland. Na de op
wekking van de oude devotie voor
O. L. Vrouw in dit genade-oord
onder de missie te Heiloo in 1886,
kon men eindelijk in 1901 de ver-
waarloosde gronden van Runxputte
in bezit krijgen. De 2e Maart 1905
werd de miraeuleuse put terugge-
vonden en op verzoek yan de gelo
vigen werd door de bisschop van
Haarlem in dat jaar een comite in-
gesteld, om de devotie te bevorde-
ren en te komen tot de bouw van
een kapel op die plaats. In 1909
werd de houten kapel gesticht en
vooral sinds die tijd trekken alle
pdrochies in Noord-Holland naai
Heiloo. om hun belangen te beplel
ten bij moeder Maria. Uitgezonderd
de bedevaarten van L.T.B. en K.A.B.
nemen over het algemeen meer
vrouwen aan deze oefeningen deel.
St. Adelbert.
In 1909 werd de St. Adelbert-
stichting opgericht, die niet alleen
de terugkeer van de Benedictijnen
naar Egmond had te bevorderen,
maar ook de verering van deze
heilige wilde verspreiden. Zij was
eigenaar van de St. Adelbertus-
akker met St. Adelbertusput in de
Egmondse duinen. de plaats waar
in 740 het lijk van St. Adelbert
was begraven en waar bij de opgra-
vingen van zijn relieken voor de
abdij van Egmond, een twee hon-
derd jaar later, een bron was ont-
sprongen. Telkenjare worden er
plechtigheden op deze akker ge
houden op zijn feestdag en niet al
leen uit Noord-Holland, ook van
andere plaatsen- komen intellectue-
len, die Adelbertus als hun patroon
kozen, naar Egmond om hem daar
te vereren.
Alkxnaarse martelaren.
In deze periode begon1 men met
het canonisatieproces van de vijf
Franciscanen uit het Alkmaarse
convent, die in 1573 in Enkhuizen
voor het stadhuis waren opgehan-
gen. Gegevens om ook de laatste
pastoor van de oude Laurentius,
Eylardus van Waterland, en zijn
kapelaan, David Leenderts, op deze
lijst te plaatsen. waren niet aanwe-
zig. Het ware te wensen, dat door
deze arbeid velen in Alkmaar en
Enkhuizen worden aangespoord om
deze martelaren meer te vereren.
Geestelijk leven.
De verschillende statische gege
vens tonen aan, dat de katholieken
van Noord-Holland getrouwe kerk-
bezoekers zijn, Uitgezonderd deste-
den, vooral Den Helder, komen ge-
mengde huwelijken weinig voor.
Een journalist heeft met betrekking
tot de levensopvatting van het
Noord-Hollandse volk eens opge-
merkt: „Wanneer ge in dorpen
komt waar veel klompen voor de
deur staan, dan kunt ge gerust zeg
gen, dat ge in een katholiek dorp
zijt". Inderdaad, de levenshouding
van onze katholieken is goed. In de
Streek belijdt men openlijk zijn ge
loof door I.H.S. in het deurraam te
schilderen.
Vele priesters kwamen uit, deze
streken voort. Ook missionarissen,
vooral van de Congregatie van het
Goddelijk Woord. die hun streekge-
noten eer hebben gedaan, door hun
moedige houding in de wereldoor-
log onder Japanse bezetting. Met
grote eerbied was West-Friesland
getuige. dat Mgr. Huibers in het
oer-katholieke dorp Wervershoof
het vorige jaar een van haar zonen,
Mgr. Grent, tot bisschop wijdde.
Dankbaarhcid.
Het godsdienstig leven in Noord-
Holland in de afgelopen vijftig jaar
stemt tot diepe dankbaarheid. Ge-
trouw aan het devies van H. M.
de Koningin, bouwden de katholie
ken in de laatste vijftig jaar hun
godsdienstig leven verder uit en
vervulden door hun leven het pro
gram van deze Koningin, die al
haar werken en haar streven heeft
willen samenvatten in die korte
veelbetekenende spreuk: „De Chris
tus voor alles".
Kap. B. Voets.