Het parlementaire onderzoek naar het militaire beleid in de jaren 1939-1940 De benoeming van generaal Reynders desillusie was een Wees derhalve hedennacht op uw hoede Onvoldoende optreden tegen spionnage? Moerdijkbruggen vielen snel in Duitse handen 1 PAG. 3 Generaal Reynders voerde een kabinetsopdracht Duitsers hadden kaarten bijgewerkt tot 15 niet uit Maart 1940 Waarom volgde niet eerder ontslag? Commandant Luchtverdediging gaf bericht Opperbevelhebber niet door Ruïneuze gevolgen op vliegveld Bergen Een boomgaard mocht niet worden opgeruimd 7 De strijd aan de Grebbe-linie Onze troepen waren niet gealarmeerd Duits toneelgezelschap reed dwars door de Brabantse linies ERINCSVERBOD JISTILLEERD ganisatie heeft de fa- an gedistilleerde dran- jdelijk afleveringsver- d in verband met de n accijns in het kader slux. C.-KEURINGEN Cinema American: 4 jr. (B); Victoria: In r van de nacht, 18 jr. aatjongens, 14 jr. (L>; Mrs. Parkington, 18 mentsvoorstelling ulden Vlies nlijn Begeerte" nnesee Williams Door de oude bin- in New-Orleans, het tarter" de geboorte- .e Jazz, rammelt een iele electrische tram, als vroeger de spoor- i) een naam heeft: „De- idpunt van die lijn. langs de uitgesleten zij naar het eindpunt, n paar haltes in die waar alle rassen wo- irtisten leven aan de et jachtende leven, de de haltes zijn „Kerk- melrijk". Williams heeft in die nd. Met zijn wijsgerige reef hij rond die tram at ieder van ons aan- idat ieder van ons er van zichzelf in terug wij allemaal die tram at wij allemaal met die den naar dat eeuwige esire". e abonrfementsvoorstel- zal „Comedia" Dinsdag roering geven van dit veelbesproken stuk. De worden vertolkt door d. Moer, Truus Dekker rmus. met de lange duur van 'int de voorstelling om ure kaasjes R. Tegen een kaas- hier ter stede werd lal opgemaakt omdat zo duur verkocht aan it de prijs nog hoger onsumentenprijs. Hoe 'n de detaillist er dan loesten komen, liet hij uitzoeken. HOF TE BERGEN icht over 't Oude Hof ner van gisteren zijn niet op de juiste ien. De eerste 19 af- els dient men in te de 10e en 11e regel in de 2de kolom van Dan is dit duidelijk te LIJST P.V.D.A. VERKIEZINGEN Op een leden van de Partij van de eling Alkmaar, is de de aanstaande Ge- erkiezing als volgt 1 M. Coerts; 2 A. Bakker; 4 K. Kir- Couwenhoven; 6 A. Koot; 8 J. Wiese; 9 3ós; 10 A. Erikëj 11 ig;12 J. H. Meyer; 13 ian; 14 Mevr. A. Kos- 15 Mevr. J. H. Kom- Zwaard; 16 E. J. M. W. S. van Rutten Jr. sman; 19 C. Blaauw; 21 M. Radsma. rde van deze candi- nog wijziging- ko onder de leden te endum. mmissic Alkmaar Hoewel minder komt het nog regel- t kopers, vooral die aardewerk, te noge hun leverancier moe- Nog steeds zijn er om welke reden n hun prijzen hoger ion dan officieel is aarmede de economie l in gevaar brengend, rden b.v. twee eafé- drie banketbakkers wegens te hoge prij- Ook kappers, er wer- korte tijd 13 be- als slachtoffer van rende ambtenaren, liers in huishoude- n en zelfs prijkte de- de lijst een hande motorrijwiel voor luur verkocht had. goed, in geval van verbinding te stel- irijzencommissie Alk- loor bemiddelend op- teleurstelling en on- den kunnen worden >ONSTELLING IALE RAAD zen Naastenliefde In het Stedelijk lkmaar wordt heden- tentoonstelling ge- oor Alkmaar iets bij- Wen krijgt er name- alleen aan de hand grafieken, een over- geveer tien eeuwen en charitatief werk, )rg, ziekenzorg, hulp en wezen, kortom, itwikkeling van het werk werd er in tot de eerste ar- wjj bij de ingang losterpoort, de eerste ir de hulpverlening fend. Dan volgen de istellingen, die onder ddeleeuwen uitgroei- c grote en machtige zien er de hofjes en rusthuizen in bonte eid langs de wanden, oek van de Bootsge- nhuizen, die onder verzekering tegen zee hadden, schil- stichteres van het van de stichter manshof en de Pius- werk van verschil- ngen en instellingen bied, de vroegere en van zieken verple tstuk een overzicht an de Sociale Raad Arbeid. Een zeer maar vooral ook in- itoonstelling, die de het bekijken zeker tentoonstelling is de nog geopend van Maart en wel des 9 tot 12 uur, des tot 6 uur én des tot 9 uur. Zoterdog 19 Maort 1949 DE MINISTERRAAD, zo vertelt het enquête-rapport, voorge licht door minister Dyxhoorn, heeft de chef van de generale staf, generaal Reynders, voorgedragen voor een benoeming tot opperbevelhebber, omdat men niet het risico wilde lopen van een mislukking der mobilisatie. Voorts vreesde men bij de be noeming van een ander actief officier teveel opschuivingen in de hogere rangen en tenslotte werd de heer Reynders niet onbe kwaam geacht. Een groot enthousiasme voor de benoeming van de eerste opperbevelhebber heeft de commissie niet kunnen ontdekken. Het benoemen van een opperbevelhebber op deze gronden acht de commissie een onvoldoende basis voor een wederzijds vertrouwen, terwijl het duidelijk is, dat het een strikte voorwaarde is voor een juiste en verantwoorde verhou ding tussen ministerraad en opperbevelhebber. De basis, waarop de regering in 1939 begon met de nieuwbenoemde opperbevel hebber, was niet die van een groot vertrouwen. Dit acht de commissie een fout van de regering. Toen de eerste bespreking met de inmiddels benoemde opperbevel hebber op 9 September 1939 plaats vond. bleek onmiddellijk, dat de gevoelens der regering en die van de opperbevelhebber niet harmo nieerden. Het spreekt vanzelf, dat dit foutieve begin niet nagelaten heeft invloed te oefenen op het verdere verloop van de zaken. Ge heel afgezien van de vraag, of de twijfel aan de algehele geschiktheid van de heer Reijnders voor de functie van opperbevelhebber juist was of niet, de regering had hem nietmogen aanstellen als zodanig, als de benoeming niet met volle overtuiging kon geschieden. De desillusie, welke de benoe ming van de heer Reijnders is ge worden, kan de commissie dan ook niet anders beschouwen, dan als een te voorzien gevolg van de wijze waarop en de omstandigheden waarin, deze benoeming heeft plaats gevonden. De spoedig ont stane latente crisis en de reeds aan het einde van 1939 duidelijk ge- Generaal Reynders, over wie in het enquête-rapport nogal een boekje wordt opengedaan! worden breuk tussen de minister van Defensie en de opperbevelheb ber zijn mede veroorzaakt door het weinig vooruitziende en niet door tastende beleid van de regering in Augustus 1939. Meningen botsen Al dadelijk botsten de meningen over de te volgen strategie. Als resultaat van een, op 8 September 1939 onder voorzitterschap van H.M. de Koningin gehouden be spreking van de regering met de opperbevelhebber, werd aan gene raal Reijnders de opdracht gege ven: Bij een overmachtige aanval uit het Oosten op het hart des lands neemt het veldleger in de Grebbelinie geen beslissende slag aan, doch trekt tijdig met de hoofd macht van de ten Noorden van de Maas opgestelde troepen terug naar het Oostfront van de vesting Hol land onder achterlating van een achterhoede in de Grebbelinie. Generaal Reijnders had een an dere mening: hij wilde principieel met dezelfde troepen achtereen volgens de Grebbelinie en het Oost front van de vesting Holland ver dedigen, terwijl de minister van Defensie op het standpunt stond, dat in verband met het aantal be schikbare troepen tussen deze beide linies een keuze diende te worden gemaakt. De commissie acht het begrijpe lijk, dat de regering er van uitging, dat de opperbevelhebber loyaal de orders zou uitvoeren, welke vooral hierop neerkwamen, dat niet een situatie mocht ontstaan, waarin de legerkorpsen eerst in de Grebbe linie zouden vechten en daarna op nieuw van het Oostfront van de vesting Holland. Opdracht niet uitgevoerd Men zou menen, opdracht is op dracht, maar de generaal dacht daar anders over. Bij een bezoek van de minister aan de comman dant van het veldleger bleek, dat de opdracht niet was uitgevoerd! Had de opperbevelhebber de draag wijdte ervan niet begrepen of. niet willen begrijpen? Het bleek, dat generaal Reijnders ondanks de opdracht van 9 September het plan had opgevat, om eerst met twee legerkorpsen de Grebbe te verde digen, daarna de gevechten af te breken, terug te trekken en ten slotte met dezelfde legercorpsen weerstand te bieden in de nieuwe Hollandse waterlinie. Naar aanleiding van dit bezoek heeft daarop op 30 December on der leiding van H. M. de Koningin een bespreking plaats gehad tussen de regering en de opperbevelheb ber. Hierbij vroeg de minister van De fensie aan de opperbevelhebber waar hij de verdediging wilde voe ren, in de vesting Holland of in de Grebbelinie. De opperbevelhebber antwoordde, dat hij een uitsluiten de verdediging van de vesting Hol land thans als afgedaan beschouw de Er was voortdurend gewerkt aan de Grebbelinie en de troepen hadden gerekend op een verdedi ging van deze stelling. Om deze reden achtte hij de zaak beslist Hij deelde nog mede, dat hij het ge deelte van de opdracht, waaruit volgt, dat hij voor overmacht van het Oostfront naar de vesting Hol land moest terugtrekken, als ver vallen beschouwde. De regering heeft verklaard, dat, indien generaal Reijnders er prijs op stelde, zowel in de Grebbelinie als in de waterlinie een ernstige verdediging te voeren, harerzijds hiertegen geen principieel bezwaar bestond, mits voor de tweede stel ling andere troepen gebruikt zou den worden. Het systeem, dat generaal Reijn ders verdedigde, achtte de minis ter van Defensie onverantwoord tegenover het Nederlandse volk, daar dit niet zou leiden tot een maximum weerstand, maar tot no deloze verliezen. Dit was het kernpunt. Hierbij wilde de heer Reijnders zich niet neerleggen en dit is dan ook, aldus de heer Dijxhoorn, de hoofdreden van het ontslag van de heer Reijn ders geweest De commissie is van mening, dat toen bleek, dat de strategische in zichten van de regering en de op perbevelhebber tegen elkaar bot sten, onmiddellijk ontslag had moe ten volgen. Dit conflict heeft, mede in verband met de internationale toestand, betrekkelijk lang getrai neerd. Intussen dient vastgesteld, dat generaal Winkelman in Mei 1940 toch de terugtocht op de vesting Holland heeft bevolen aan de troe pen die op de Grebbe gevochten hadden. Dit berust echter niet op de overtuiging, dat daar nog een krachtige verdediging kon worden gevoerd, maar alleen op de om standigheid, dat de troepen in de doorbroken Grebbelinie niet kon den blijven, daar zij dan verloren waren. De oud-commandant van het veldleger verklaart het slagen van deze terugtocht uit de omstandig heid. dat in de vroege ochtend van de 14de Mei. toen de laatste Ne derlandse soldaten in de nacht van 13 op 14 Mei reeds uit de Grebbe linie waren verdwenen, de Duit sers, gezien het feit, dat zij nog een zwaar vuur hebben afgegeven op het gebied ten Oosten van Rhenen, blijkbaar nog in de mening ver keerden, dat de stelling nog ver dedigd werd Om deze reden is het dan ook verklaarbaar, dat van een ernstige achtervolging hunnerzijds geen sprake is geweest. De commissie voegt hier aan toe, dat het haar uit de verhoren wel duidelijk is geworden, dat, indien de Duitsers onmiddellijk met pant sers en vliegtuigen een achtervol ging op de terugtrekkende leger korpsen hadden ingezet, onze de bacle volkomen zou zijn geweest. GEEN ANTWOORD! Generaal Reynders vroeg in 1939 om art. 12 van de Oor- logswet te mogen toepassen. Dit regelt de bevoegdheden van het militair gezag om trent het vorderen van bur ger-werkkrachten. Die brief is door het departement van defensie nimmer beant woord! Volgens het verslag van de Enquête-commissie is komen vast te staan, dat de minister van defensie op dracht had gegeven om aan de bevelhebber te schrijven, dat de regering geen be zwaar had. Dit antwoord heeft de opperbevelhebber echter nooit ontvangen, om dat vergeten is te antwoor den! De ambtenaar, aan wie de opdracht was verstrekt, heeft deze blijkbaar niet uit gevoerd. Vreemde toestan den op een duur departe ment. En waarom kon de O.L.Z. niet even met een telefoontje vragen, hoe het eigenlijk zat? Twee instan ties verstonden elkaar niet, ten koste van veel belangen Voorstel tot conferentie van kerkelijke leiders NEW-YORK, 17 Maart (A.F.P.) Het bestuur van de Bondsraad der protestantse kerken van de Ver. Staten, zal in de Wereldraad der kerken, die in Augustus 1948 te Am sterdam in het leven werd geroepen, de organisatie voorstellen van een conferentie van protestantse en Rooms-Katholieke kerkelijke leiders met het oog op het onderzoek van 't probleem van de godsdienstvrijheid in de verschillende landen der we reld. WEDEROM GELDSANERING IN BERLIJN In gewoonlijk betrouwbare weste lijke kringen te Berlijn wordt te kennen gegeven, dat de westelijke markt Zondag a.s. 't enige wettige betaalmiddel in de westelijke secto ren van Berlijn zal worden. Op die datum zou Berlijn daar door zijn vierde geldsanering in minder dan een jaar hebben. V binnen. Wees derhalve hedennacht op uw hoede". Dit bericht werd in de avond van de 9e Mei 1940 door de opper bevelhebber verzonden aan de commandant van de luchtver dediging. Maar de commandant gaf deze mededeling niet door aan zijn onder-commandanten. Want hij was er van overtuigd, dat de onderdelen van de 8e Mei af reeds alle maatregelen hadden getroffen. Bovendien waren er, volgens de commandant, in de nacht van 9 op 10 Mei van zijn commandanten verschil lende berichten uitgegaan, waaruit men kon concluderen, dat de toestand gespannen was. In de nacht is reeds om zes minuten over half twee de hek senketel boven Nederlands grond gebied opengebarsten. Er bewoog zich toen een groot aantal vlieg tuigen in de richting Oost-West. Men overwoog, dat de oorzaak van de schendingen een gevolg kon zijn van een aanval op Engeland. Om ongeveer kwart over drie ein digde het overvliegen en eerst om tien minuten over vier kwam het bericht van de landmacht binnen, dat grensoverschrijdingen hadden plaats gevonden. Het commando Luchtverdediging werd om vijf voor vier gewaarschuwd, doch toen was het reeds te laat, daar enkele minuten tevoren de aan vallen uit de lucht op de meeste vliegvelden reeds waren ingezet. Als gevolg daarvan ging een aan tal vliegtuigen verloren. Op het vliegveld Bergen b.v. stonden de vliegtuigen zowel op als naast 't vliegveld. De moderne G-l-vliegtuigen stonden op het veld. De commandant had des nachts reeds enkele keren aan Commando Luchtverdediging ge vraagd of hij in verband met het overtrekken van de vliegtuigen moest laten opstijgen. Maar hij kreeg van het commando geen bevel, omdat men geen zekerheid had dat de oorlog tegen Nederland was begonnen. Toen de Duitse toestellen plotseling van zee uit een aanval op het vliegveld deden, waren de gevolgen ruïneus: van de opgestelde toestellen bleef er slechts één gespaard. Op Waalhaven werd 's morgens in alle vroegte een groots opge zette aanval van Duitse parachu tisten en luchtlandingstroepen on dernomen. Van een verrassing was geen sprake, daar de manschap pen zich in de rond het vliegveld aangelegde stellingen bevonden Na een bombardement van een uur werd een bataljon parachu tisten neergelaten. Deze werden onmiddellijk onder vuur genomen Later daalden Duitse transport vliegtuigen, waaruit zwaarbewa pende manschappen stroomden, die de verdediging na hardnek kige gevechten buiten gevecht stelden. Het is betreurenswaardig ge weest, dat de bezetting het vlieg veld Waalhaven niet heeft kun nen behouden. De vijand kreeg gelegenheid een steunpunt in te richten, waardoor hij regelmatig zijn troepen en maieriaal heeft kunnen aanvullen. Generaal Winkelman, de opper bevelhebber van onze strijd macht in de Meidagen, die er van maakte wat mogelijk was. Op dezelfde wijze als andere vliegvelden is ook het vliegveld Ypenburg uit de lucht aangeval len. Na een hevig bombardement van een half uur a drie kwartier volgde een beschieting van de ge vechtsopstellingen op het vlieg veld met boord wapenen uit jacht vliegtuigen. Daarna vond een lan ding plaats van parachutisten, waarop verscheidene transport vliegtuigen op het vliegveld land den. De bezetting zag kans deze toestellen voor een groot gedeelte in brand te schieten evenals de daaropvolgende. De beschieting was zo effectief, dat een derde poging om met transportvliegtuigen te dalen mis lukte en deze, na laag over het veld gestreken te zijn, verdwenen. Verscheidene van de met de trans portvliegtuigen gedaalde Duitsers werden gevangen genomen, waar bij men nauwkeurige kaarten van de omgeving op hen vond. Toch hebben de Duitsers kans gezien een groot gedeelte van het vliegveld met parachutisten te veroveren en tijdelijk in handen te houden. De groep, welke deze verovering heeft uitgevoerd kwam van de kant van Delft en dreef ongeveer 30 a 40 Nederlandse krijgsgevangenen voor zich uit. De pantserwagens, die tegen deze groep Duitsers werden ingezet, durfden niet op deze colonne te vuren, daar zij bang waren de ontwapende Nederlandse soldaten te treffen. Daardoor konden de Duitsers op het vliegveld door dringen en hebben zij de batal jonscommandant krijgsgevangen kunnen maken. Desondanks heeft een eerste-luitenant zich met een aantal manschappen, voorzien van mitrailleurs, gehandhaafd, totdat Nederlandse troepen het vliegveld heroverden. De vijand heeft ook kans gezien het vliegveld Ockenburg, na een zeer hevige weerstand van de be zetting, tijdelijk te veroveren. Daar echter de troepen te Loos duinen onmiddellijk gewaar schuwd werden, heeft men de toe gang tot Den Haag tijdig kunnen afsluiten. Hierdoor en door de taaie verdediging van de depót troepen mislukte de opzet van de Duitsers om zo snel mogelijk een landingshoofd in de richting van Den Haag in te richten. Nadat het vliegveld met succes door de artillerie was gebombar deerd, heeft men het kunnen her overen en het terrein in de om geving daarvan van de vijand weten te zuiveren. Evenals de andere vliegvelden in de omgeving van Den Haag werd omstreeks vier uur 't vlieg veld Valkenburg aangevallen. Na een behoorlijke verdediging van de troep bleek de overmacht van dc Duitsers te groot, zodat de be zetting de weerstand niet kon vol houden. Bij de herovering heeft de artillerie krachtdadig kunnen medewerken en tenslotte werden de Duitsers van het vliegveld ver dreven. Zij hebben zich in het dorp Valkenburg verschanst, doch zagen tot aan dc capitulatie geen kans hier uit te breken. Uit bovenstaande volgt dat de pogingen van de Duitsers om bij verrassing de vliegvelden rond om Den Haag vast in handen te krijgen, mislukt zijn. Hierdoor werd voorkomen, dat zij met hun luchtlandingstroepen van de drie vliegvelden rondom Den Haag uit met succes konden doorstoten naar het regeringscentrum. Bij de beoordeling van de Nederlandse luchtverdedi ging in de Meidagen van 1940 moet niet uit het oog worden verloren, dat de Ne derlandse luchtvloot bestond uit 120 gevechtsgerede toe stellen, nl. 28 D-21 toestellen (kleine verouderde jagers), 22 zeer moderne G-1's, 11 Douglas-toestellen, 9 moder ne bombardeurs, 10 verou derde verkenningstoestellen en 4 groepen oude verken ningstoestellen. WERELDCONGRES VOOR KATHOLIEKE MANNEN VATICAANSTAD, 16 Maart (A.P.). In 1950 zal in Rome het eerste wereldcongres voor katho lieke mannen worden gehouden, aldus werd vandaag door Radio Vaticana medegedeeld. Het con gres wordt gehouden in het kader van de plechtigheden van het H. Jaar. De plannen voor dit congres zullen a.s. Zaterdag worden uit gewerkt tijdens een bijeenkomst van het bestuur der internationale federatie van katholieke mannen. De federatie werd het vorig jaar September in Lourdes opgericht. NADELIGE INVLOED OP DE GEVECHTEN IN HET VERSLAG van de en quête-commissie wordt verteld, dat Kolonel A. A. M. van Loon. oud- commandant van de IVe Divisie, mededeelde, dat voor het acces, waar twee regimenten van zijn di visie lagen (de Betuwe en Z.O.- ütrecht), waartegen de hoofdaanval van de Duitsers was gericht, een boomgaard lag, welke tegen een schadevergoeding van f 400.kon worden opgeruimd. Op zijn desbe treffend verzoek is nimmer ant woord ontvangen. De commandant va„ het veldleger verklaarde hier omtrent, dat de regering niet heeft toegestaan, dat dit soort opruimin gen werd uitgevoerd, op plaatsen, waar geen inundatie was gesteld. Een van de ernstigste bezwaren, die dan ook tegen de regering inge bracht kunnen worden, acht de commissie het niet toestaan van de noodzakelijke opruimingen voor de stellingen. Speciaal wordt geklaagd over het feit. dat de boomgaarden voor de Grebbelinie niet opgeruimd mochten worden, hoewel de plaat selijke commandant zulks heeft verzocht, en dit verzoek doorgege ven is naar Den Haag. De regering ging er echter van uit, dat in het Grebbegebied slechts opruimingen mochten geschieden in de geïnun deerde gebieden. Dit heeft een zeer nadelige invloed gehad op de hier geleverde gevechten. Hoewel de commissie zeer wel beseft, dat, ook indien de opruimin gen uitgevoerd waren, de strijd op de Grebbe in ons nadeel zou zijn beslist, betreurt zij deze gang van zaken in hoge mate. Het moet im mers wel zeer demoraliserend wer ken op de soldaat, indien hij reeds bij de aanvang van de strijd be merkt. dat hij door nalatigheid van hogerhand in een nadelige positie komt, doordat de vijand profijt kan trekken van het terrein. De commissie acht het dan ook onjuist, dat de regering de hoogste drager van het militair gezag in deze bevoegdheid niet meer de vrije hand heeft gelaten. Bevoegd heden als deze dienen, zo vaak dit noodzakelijk is. ook uitgeoefend te worden. De vrijheden van het volk behoeven door de Oorlogswet niet meer dan noodzakelijk is, te wor den aangetast, indien een krachtige regering daarvoor, als hoogste lei ding van het militair gezag, blijft waken. Waardering voor de mobilisatievoorbereidingen. De commissie constateert, dat de regering met wijs beleid het tijdstip heeft gekozen (29 Aug. 19394waar op zij de krijgsmacht van Neder land heeft gemobiliseerd. Immers, op 3 September verklaarden Enge land en Frankrijk aan Duitsland de oorlog. Tevens bleek, dat de voor bereidingen tot deze mobilisatie, getroffen door het Departement van Defensie en de Generale Staf, deug delijk waren geweest. Zweedse communisten huilen mee STOCKHOLM, 16 Maart (A.P.). De Zweedse communisten hebben vanavond formeel de gelofte afge legd met de Sowjet-Unie te zullen samenwerken, indien „de kapitalis tische wereld Zweden in een oorlog tegen Rusland stort". Minister H. Dyxhoorn, die in de roemruchte dagen van Mei 1940 mede een grote verant woordelijkheid droeg als minis ter van defensie. VERLOOR WEL IETS VAN ZIJN HEROÏSCHE GLANS Over de verdediging van de Grebbeberg in de fatale Meidagen van 1940 hebben heel wat verhalen de ronde gedaan en naarmate de jaren verstreken hebben deze ver halen zelfs een min of meer heroï sche tint gekregen. Zonder enige afhreuk te doen aan de individuele moed en het plichtsbesef, dat vele soldaten in de wanhopige strijd te gen de overmacht aan de dag heb ben gelegd, is echter uit het onder zoek, dat de Enquêtecommissie over het regeringsbeleid in de jaren 19401945 heeft ingesteld, en waar in de zaken doodnuchter werden be keken, wel scherp naar voren geko men, dat de strijd op de Grebbeberg door onze troepen op de duur niet zozeer ging tegen de vijand, maar veeleer tegen de chaos in de eigen gelederen. Een panische toestand, die met. 't uur toenam en die het toch niet krachtige moreel van onze troepen op de meest noodlottige wijze on dermijnde. Onvoldoende contact tus sen de verschillende commandan ten, gebrek aan goede leiders, slecht uitgeruste en verre voor hun taak bekwame manschappen, onvol doende bewapening, onderdelen, die hoofdzakelijk uit oude lichtingen waren geformeerd, kortom, allerlei factoren, welke de chaos wel in de hand moésten werken. En om dit proces nog te versnellen, kwamen tegenover deze weinig homogene legermacht troepen te staan, die reeds in Polen in het vuur wareil geweest, die een uitnemende oplei ding hadden genoten, voorzien wa ren van de meest moderne wagens, en tot slot de steun hadden van 'n perfecte luchtmacht, welke aan Ne derlandse zijde practisch geheel ontbrak. Om aan het ordeloos terugtrek ken paal en perk te stellen, kreeg een commandant van een mare- chaussée-detachement de opdracht zich naar de stelling te begeven en, de troepen te dwingen stand te ho;«den. „Iedereen, die terugloopt, schiet u onvermijdelijk neer"In Rhenen stuitte deze commandant op de in paniek vluchtende soldaten. Het gelukte hem met veel moeite deze totaal gedemoraliseerde massa naar het bekende dierenpark te voeren. Het bleef echter vluchte lingen 'stromen, soms 80 a 90 man, zonder officieren. Bi.i het vallen van de avond posteerde de commandant zich bij het viaduct, vlak bij het station te Rhenen. In wilde vlucht kwamen er eerst kleine groepjes, waaronder ook officieren, later massa's. Het gelukte hem de onge ordende massa bij de spoorlijn te verzamelen. Enige tijd bleef het stil, waarna plotseling een storm loop op het prikkeldraad, waarach ter de marechausée lag, werd on dernomen. De totaal uit het lood ge slagen soldaten liepen echter het vuur der eigen mitrailleurs tege moet en weken daarop terug. De volgende dag kreeg hij een hevig Duits artillerievuur te verwerken. Op een aan de andere zijde van het viaduct liggend fabrieksterrein stel den de Duitsers 30 a 40 krijgsgevan genen op, om het vuur van de Ne derlandse troepen onmogelijk t° maken, Toen de commandant om hulp vroeg en die niet kwam, nam hij verder poolshoogte. Het bleek, <jat er reeds opdracht was gegeven om terug te trekken achter de water linie. Door de achtergebleven man schappen der marechaussée en an dere militairen werd de stelling zo lang gehouden tot de mitrailleur weigerde. Men was juist aan de laatste patroontrommel toe Op de 14e Mei gaven de Duitsers pas het bericht door, dat de Hol landers de Grebbeberg ontruimden. Op dat moment zat het veldleger echter al in de vesting Holland. De Moerdjjkbruggen in het Zuidfront van de vesting Holland vormden de belangrijkste toe gangsweg over de grote rivieren. In deze bruggen werd een aantal ladingen aangebracht, welke in kastjes waren opgeborgen. Zo had de verkeersbrug aan weers kanten twee maal negentien la dingen. Wanneer men de brug wilde laten springen, moesten die ladingen echter verbonden wor den met slagsnoer. In elk kastje moesten slagpijpjes worden ge draaid, waartoe de manschappen boven op de bruggen moesten klauteren en er onder door. Om 'n boog te laten springen moest een tijdsduur van een uur be schikbaar zjjn. Hetzelfde gold voor de spoorbrug. De commissie, voorgelicht door enige deskundigen, acht het, wat betreft de staatsrechtelijke positie van de opperbevelhebber van land en zeemacht (O.L.Z.) redelijk, dat de opperbevelhebber verantwoorde lijk is aan de Ministerraad, dat de politieke verantwoordelijkheid draagt voor het beleid, dus de O.L.Z. is niet ondergeschikt aan de Minister van Defensie als zodanig. Staat de O.L.Z. dus hiërarchisch onder het kabinet, het zou van wijs beleid getuigen, als de minis ters aan de opperbevelhebber een grote mate van vrijheid zouden ge ven. Hier zit blijkbaar ook de kern van vele moeilijkheden tussen re gering, althans de Minister van Defensie en Generaal Reynders, die begin September 1939 tot O.L.Z. werd benoemd. Op 28 Augustus 1939 werd de al gemene mobilisatie afgekondigd, doch slechts enkele artikelen van de Oorlogswet-1899 werden van kracht verklaard. Dit was in strijd met de mening van de Generale Staf, die meende, dat op die ma nier niet voldoende kon worden op getreden tegen spionnage. Er weid een „gentlemens agreement" geslo ten tussen de regering en Generaal Reynders! Dat werd geleidelijk uit gebreid, tot op 19 April het gehele land in staat van beleg werd ver klaard. Maar onderwijl had Gene raal Reynders het „agreement" op gezegd op 30 December 1939 en zich voorbehouden, gebruik te ma ken van alle bevoegdheden, welke de Oorlogswet hem gaf. De com missie spreekt haar bevreemding uit over deze handelwijze van de O.L.Z., maar nog meer bevreemdt het haar, dat haar niets is gebleken van een ondubbelzinnige reactie van de zijde van de regering. De bevoegdheid van de regering, om het Opperbevel opdracht te geven, van bepaalde bevoegdheden van de Oorlogswet geen gebruik te maken, acht de commissie vaststaand, maar het is de vraag, of dat beleid juist geweest is; dit is nu echter niet meer uit te maken. De commissie heeft geen bewondering voor de geste van de regering, die de staat land van beleg voor het gehele eerst op 19 April afkondigde. Een veel gehoorde bewering der militaire autoriteiten was, dat de gedeeltelijke toepassing van de Oor logswet, de spionnage zeer in de hand werkte. Gebleken is, dat de Duitsers kaar ten hadden van de verdedigings werken van de Grebbelinie, welke tot 15 Maart 1940 waren bijgewerkt. Luit.-generaal J. Wilson haalde 't voorbeeld aan van een Duits toneel gezelschap, dat omstreeks de No- vembercrisis, toen een Duitse inval verwacht werd, per autobus, dwars door dc verdedigingslinies in Bra bant reed, om in Tilburg of Breda een uitvoering te geven! Ook de commissie is van oordeel, dat tegen deze reis had moeten worden opge treden. Nu de militairen daartoe niet de bevoegdheid hadden, had men toch de Vreemdelingenwet kunnen toepassen. De procureur-generaal, fungerend directeur van politie te Amsterdam, mr dr. J. A. van Thiel, deelde mede, dat in zijn ressort 328 staats gevaarlijke Nederlanders bekend waren. Het zou absoluut verant woord zijn. indien dezen werden opgepakt. Na de integrale afkondi ging van de staat van beleg op 19 April 1940 werd, na overleg me* de generale staf besloten 21 personen, afkomstig uit verschillende delen des lands, te interneren. Besloten werd o.m. om Mussert niet met die 21 lieden te arresteren, daar die te onbenullig werd geacht. Voor de afweer van spionnage acht te hij de staat van beleg met nodig daar de geroutineerde rijksrecher cheurs hierin doorkneed waren. De commissie bestrijdt de opvat- ting van mr. v. Thiel. in zake de afweer van spionnage. Zij stelt vast, dat, na het afkondigen van de staat van beleg op 19 April 1940 met an dere staatsgevaarlijke personen een aantal hoofdpersonen van de um- formsmokkelzaak op grond van de bepalingen van 6e Oorlogswet moest worden geïnterneerd; dit bewijst, dat het civiele gezag in za ken als deze niet voldoende be voegdheden had. Op last van de Opperbevelhebber, drager van het militair gezag, wer den slechts 21 personen, als zijnde staatsgevaarlijk, geïnterneerd. Deze gedragslijn werd gevolgd, ondanks Toen in de vroege ochtend van de tiende Mei 1945 bij het aanbre ken van de dag Duitse luchtstrijd krachten boven het Zuidfront van de vesting Holland verschenen, was men op deze aanval niet voorbereid. De vijand kon in de loop van de morgen vele parachutisten afwer pen, zonder dat hij hierin ernstig werd gestoord. De commandant van de politietroepen heeft, toen de Duitsers zich op beide helften van de omgeving der brug hadden ge nesteld, onmiddellijk getracht de slagsnoerleiding aan de bruggen aan te brengen. Daar de Duitse pa rachutisten de bruggen onmiddel lijk onder vuur namen, is hem dit echter niet gelukt. De commandant heeft daarna het vuur laten uit brengen op de bruggen. Ben po ging van het zesde grensbataljon, dat gelegerd was aan de Belgische grens, om in de loop van de vol gende dagen het bruggenhoofd aan de Zuidzijde te hernemen, is mis lukt. Het bataljon is vastgelopen tegen de Duitse troepen, die zich in de Nederlandse versterkingen ge nesteld hadden. De Franse pantser wagens die daar in de buurt waren, hebben de aanval tegen de Duitsers evenmin ingezet Ook aan de Noordzijde zijn de Duitsers èrin ge slaagd alle belangrijke Nederlandse stellingen te nemen. Een Oberleut- nant die bij de gevechten rond de Moerdijkbruggen werd neergescho ten had jarenlang tot 1939 in deze omgeving gewoond. Nadat derhalve zowel de troepen ten Zuiden als ten Noorden van de Moerdijkbruggen en tevens het de tachement politietroepen buiten ge vecht waren gesteld waren de brug gen vast in handen van de Duitsers Ook in de volgende oorlogsdagen hebben de Nederlandse troepen deze niet kunnen hernemen, deson danks heeft echter de bemanning van een vaartuig kans gezien onder de bruggen door te varen onder dekking van een kleine torpedoja ger, welke in de grond werd ge boord. Dit vaartuig heeft onder het Duitse vuur munitie vervoerd naar Strijen en deze daar ontladen. De commissie is van oordeel dat het verloop van de gebeurte nissen rond de Moerdijkbruggen bijzonder teleurstellend is ge weest, dat zjj op wel zeer snelle wijze in handen van de Duitsers gevallen zqn, vindt zyn oorzaak vooral hierin, dat men de troepen bjj deze bruggen niet had gealar meerd, zodat zij op de avond van de negende Mei geheel onbekend waren van het feit, dat de vol gende dag met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de oorlog zou uitbreken. het feit, dat vanwege het departe ment van Justitie, dat lijsten van deze lieden had aangelegd, was voorgesteld er enige honderden te arresteren (gezien onze neutrali teitspolitiek geen Duitsers). De Op perbevelhebber wenste echter slechts te interneren op grond van feiten en gedragingen" van de be trokkenen. niet wegens „politieke gezindheid". De regering heeft zich accoora verklaard met dit stand punt, hetgeen de commissie be treurt. De commissie stelt dan vast, dat het militair gezag steeds heèft aan gedrongen op toepassing van ver dergaande bevoegdheden en toen deze eenmaal verleend waren, heeft het er een gebruik van gemaakt, dat in verband met de hoogst ern stige toestand van dat ogenblik als niet voldoende moet worden gekwa lificeerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1949 | | pagina 3