De nieuwe staat Israël voerde
een harde realpolitiek
VAN TRAMWAGEN TOT LANDHUIS
Bevolkingsvraagstuk is van
klemmende actualiteit
Als één lid
lijdt het ganse
lijdt,
lichaam
Hoe mensen wonen
72 mil Hoen in 1980
Isonevo-congres te Amsterdam
Unieke gebeurtenis
in kloosterleven
In de Engelse regering trok men aan
verschillende touwtjes
VAN HET LEVENDE LAND
I
(Van onze eigen redacteur)
OOK vóór de tweede wereldoorlog hadden de vraagstukken
met betrekking tot een verantwoorde arbeidsvoorziening
en de koers die bij de spreiding der bevolking moest worden
ingeslagen, de aandacht van overheid en sociologen. Want in
feite houden de verschillende sociale verschijnselen ten nauwste
verband met de bevolkingsgroei en de eigen plaats die de ver
scheidenheid van bevolkingsgroepen in het maatschappelijk
bestel innemen. Ging men bij beschouwingen over het bevol
kingsvraagstuk voorheen uit van het feit dat ons geboortecijfer
zich in dalende lijn bewoog, de hoge geboortecijfers na de
oorlog gaven de problemen die daarvan het gevolg kunnen zijn,
een klemmende actualiteit.
Deze niet voorziene ontwikkeling
vergt blijvende aandacht van de
Overheid, waarvan een vooruit
ziende -blik wordt geëist bij het
vinden van uitwegen voor ons ge
boorte-overschot. Zij zal voortdu
rend nieuwe maatregelen moeten
beramen en stimuleren, om econo
mische en sociale botsingen te kun
nen ondervangen. Voorzieningen
ten dienste van het bedrijfsleven
de emigratie-politiek, school- en
woningbouw, moeten aan de be
hoefte worden aangepast en de har
monieuze ontwikkeling van econo
mische elementen, zoals techniek,
kapitaalvorming en export, dienen
met de bevolkingsaanwas in over
eenstemming te worden gebracht.
Globale cijfers illustreren de ernst
van de situatie. Omstreeks 1800 tel
de de Nederlandse bevolking 2.1
millioen zielen en was- de bevol
kingsdichtheid 64 per 100 H.A. De
cijfers voor 1947 waren resp. 9.7
millioen en 292. De sterfte daalde
van 30 per duizend tot 7. Terwijl
de bevolking boven verwachting
groeit, zijn de bestaansmogelijkhe
den ingekrompen. Statistici hebben
uitgerekend, dat van 19551960 de
1418-jarigen met 23 pet. zullen
toenemen, terwijl de toeneming
thans slechts enkele procenten be
draagt.
Waar moeten wij heen met onze
bevolking, die binnen 30 jaar tot
12 millioen zal zijn gegroeid? Hot
Instituut voor sociaal onderzoek
van het Nederlandse volk (Isonevo)
heeft Zaterdag j.l. in Krasnapolsky
te Amsterdam een wetenschappe
lijk congres belegd, waarop alle
vraagstukken, die met de bevol
kingsgroei verband houden, aan de
orde wer'den gesteld. De opzet was
niet, de oorzaken van bevolkings
vermeerdering na te gaan, nog min
der om suggesties te doen, die de
igeboorten zouden kunnen beper
ken (ofschoon sommige debaters
zich niet konden weerhouden hun
visie op dit laatste te geven). Het
doel van dit congres was de bevor
dering van het inzicht in de be
tekenis van het bevolkingsvraag
stuk. Als prae-adviseurs traden op
prof. dr. W. R. Heere, drs. W. J.
v. d. Woestijne, dr. W. Steigengaen
ir. L. H. J. Angenot.
Onder de belangstellenden be
vonden zich de consul-generaal van
België, de Leuvense hoogleraar
Mertens, de Commissaris van de
Koningin in de provincie Noord-
Holland en vertegenwoordigers van
vrijwel alle departementen.
Het congres werd geopend met 'n
rede van de Minister van Sociale
Zaken. mr. A. M. Joekes, die be
vestigde dat de regering zich voort
durend bezighoudt met de vraag,
hoe de bestaansmogelijkheid voor
ons volk gehandhaafd, c.q. verhoogd
kan worden. ZE. schetste de na
oorlogse mogelijkheden voor werk
gelegenheid jn vergelijking met de
abnormale situatie gedurende de
jaren 1940'45 en noemde de eco
nomische omstandigheden zodanig,
dat de regering de gevolgen van
een conjunctuuromslag reeds onder
de ogen ziet.
ADVOCAAT WERD DE
ZAAL UITGESTUURD
Doodstraf-eis tegen Velsense
politieman gehandhaafd
De advocaat-fiscaal bij het Am
sterdams Bijzonder Gerechtshof,
mr. B. J. Besier, die reeds twee
maal de doodstraf tegen Jacobus
J. Langendijk uit IJmuiden, lid
van de beruchte groep van Kamer
21 op het Velsense hoofdbureau
van politie, had geëist, persisteer
de Vrijdagmiddag, toen de zaak
voor de vierde keer werd voortge
zet, bij zijn eis. 5 November 1948
had het Hof interlocutoir 't dood
vonnis gewezen.
Mr. G. Ionker, die de verdedig
ster, mevr. mr. G. Hartkamp-Don
ker Duyvis, op haar verzoek assis
teerde, hield het eerste deel van
het pleidooi. Hij zeide o.m., dat
zich om de figuur van L. in de loop
der jaren een locaal patriottisme,
een mythe heeft gevormd. Ver
dachte was een bekende figuur in
Beverwijk en daarom herkenden
de getuigen L. ook direct als er
gens een groep politiemannen op
trad. Hij meende dat een aantal
getuigenverklaringen niet geheel
betrouwbaar was. Toen hij over
dit punt verder wilde spreken,
verzocht de president, mr. E. H.
F. W. van Schaeck Mathon, hem
het kort te maken. Mevr. mr. Hart
kamp bepaalde zich tot de kwestie
of L. bij alle hem ten laste gelegde
punten zelf tot zijn daden het
initiatief had genomen.
Tijdens een discussie tussen de
president en haar zeide mr. van
Schaeck Mathon plotseling: „Als
u zit te lachen kunt u beter de
zaal verlaten, want u verstoort de
orde".
Mr. Ionker, die op dat ogenblik
naast zijn vrouwelijke confrère
stond, vroeg daarop: „Is dit tegen
mij gericht, meneer de president?"
President: „Ja, u verstoort de
orde, welke ik hier heb te hand
haven en ik verzoek u de zaal te
verlaten".
Mr. Ionker tot president: „Ik ga,
maar zal mij hierover bij de deken
beklagen". Hij verliet daarop de
zaal.
De president bepaalde na het
laatste woord van verdachte de
uitspraak op 8 April a.s.
De agrarische sector biedt in
Nederland geringe kansen tot op
neming van nieuwe arbeidskrach
ten. Verdere inpoldering van de
Zuiderzee brengt geen ingrijpende
oplossing; uitbreiding van de in
dustrieën, het leveren van kwa-
liteits- inplaats van massa-produc
ten, de opleiding van Aieuwc ar
beidskrachten en het bevorderen
van de emigratie vooral van agra
riërs, ziet de regering als een drin
gende noodzaak.
In afzonderlijke nabeschouwingen
hopen we terug te komen op de
meningen van de prae-adviseurs en
de belangwekkende gezichtspunten
die uit de debatten naar voren kwa
men. Er is tijdens dit congres veel
gezegd dat de moeite van herhaling
loont, al werden er en we cite
ren hier de voorzitter, prof. dr. J.
P. Kruit weinig ongearticuleerde,
maar veel ongeargumenteerde ge
luiden gehoord!
Het is wel zeer uniek, dat een va
der van 15 kinderen in het klooster
treedt. Deze vader is de bijna 67-
jarige Koos Bastiaansen uit Rijs
bermen, die ingetreden is als broe
der in het klooster waar zijn oud
ste zoon reeds jarenlang pater is.
Op de Eerste Kerstdag van het
jaar 1925 verloor de man zijn vrouw
bij de geboorte van zijn vijftiende
kind, een meisje. Hij nam het be
sluit zijn verdere levensjaren te
slijten tussen de stille kloostermü-
ren.
De burgemeester van Rijsbergen
vond het een eer de nieuwe kloos
terling zelf naar het Trappisten
klooster te Zundert te rijden, waar
zij met grote hartelijkheid door Va
der Abt en Pater Bastiaansen zijn
ontvangen.
LUXEMBURGSE PREMIER IS
EEN PANTALON KWIJT
't Waren in begin Maart drukke
dagen voor de minister-president
van Luxemburg, de heer F. Du-
pont. Op 12 Maart Benelux-confe-
rentie in 's-Gravenhage en daarna
naar Londen voor verdere bespre
kingen. Toen de heer Dupont per
K.L.M. naar Londen was gevlo
gen, miste hij daar na aankomst
een pantalon, een jasje, verschil
lende dassen en een paar hand
schoenen. De minister-president
had weliswaar de beschikking over
meer dan één costuum, doch het
voorval was toch zeer onaange
naam, te meer daar de Luxembur
ger politicus er van overtuigd was,
dat de kledingstukken tijdens zijn
verblijf bij de Benelux-partner
Nederland gestolen waren. De
politie werd verwittigd en stelde
een uitgebreid onderzoek in op
Schiphol en in het Scheveningse
hotel, waar de minister-president
had gelogeerd. Dit onderzoek is
thans afgesloten. De politie heeft
niets kunnen vinden wat op dief
stal wees, zodat de ministeriële
pantalon nog steeds op mysterieu
ze wijze zoek is.
(Van een bijzondere medewerker)
ISRAËL is hef jongste lid van de statengemeenschap dezer
woelige wereld. Bescheidenheid is niet zijn meest in het oog
springende deugd. Eer schijnt het nieuwe lid te lijden aan jeug
dige overmoed. Israel's pleegvader, Engeland, heeft er het meest
van te verduren. Ten dele is de houding van het nieuwe land wel
te verklaren uit zijn wordingsgeschiedenis,-maar toch slechts ten
dele. Het mag gerust gezegd worden, dat Israël van de spanning
tussen Oost en West gebruik maakt om een harde „realpolitik"
te volgen en zijn tijdelijk op handige wijze verkregen overwicht
onbarmhartig uit te buiten.
Vanmorgen om zes uur is de
Iwede ploeg „kompels" de „schicht"
ingegaan. Hun pneumatische ha
mers ratelen tegen de kolenlaag.
Een uur vroeger schoof in Wer-
vershoof of Blauwhuis een boeren
zoon onder zijn tweede koe, trok de
spanriem strak om de achterpoten
en molk het witte voedzame vocht
in de emmer.
Om kwart voor zeven trok een
zorgzame moederhand het dasje
recht van haar zoontje en stuurde
hem onder de hoede van een ouder
broertje, met kerkboek en rozen
krans. naar de H. Mis van zeven
uur. Het ganse leven van het Ne
derlandse volk, zijn heden en toe
komst liggen besloten in honderd
duizenden kleine en ongeachte fei
ten en feitjes, zoasl deze. Al ons
doen en als ons werk is een deel
van het grote volksleven, bepaalt
zijn stoffelijke en geestelijke
kracht, vermeerdert of vermindert
deze en niets daarvan blijft onge
registreerd. Niets mist invloed
niets is waardeloos. Niet alleen in
de ogen van Hem, Die ons allen
kent en voor Wiens alziend oog
niets verborgen kan blijven, maar
ook niet in de waarneembare tota
liteit van ons volksbestaan. Er is
een wezenlijke en alomvattende
verbondenheid tussen alles en allen,
er is een onontkoombaar gevolg
van iedere juiste handeling en ie
der gepleegd verzuim. Alleen, wij
zien het niet, wij zien het niet di
rect, wij zien het misschien nim
mer. Maar het is er!
En zo is er ook die diepe reflex
van alles, wat geschiedt in de een
voudige tuinderswoning in De
Streek, in de warme koestal van
een Friese stelphuizinge, in het mo
derne poterhok van de aardappel
selecteur of in het biggenhok van
een Stellingwerfse ontginner, met
het leven en strijden in onze grote
steden en industriegebieden. Velen
ontgaat zelfs de materiële samen
hang dezer dingen, nog meerderen
beseffen niet, dat de sociale ver
houdingen staan onder dien invloed
en maar weinigen zien de noodza
kelijke wetmatigheid van morele
en godsdienstige teruggang in
verband met de situatie der men
sen in de agrarische gebieden. Stad
en land, hoe innig is hun verbon
denheid, hoe noodzakelijk hun een
dracht, hoe onmiskenbaar hun we
derkerige afhankelijkheid.
De redactie heeft mij verzocht
in deze rubriek bijzonder aandacht
te wijden aan de vraagstukken van
het levende land, aan de agrarische
vraagstukken dus. Zij meent te
recht dat ons Katholiek Dagblad in
dit opzicht een voorname taak
heeft. Maar ik hecht er bijzonder
aan bij de aanvang van deze ge
waardeerde opdracht, uit te spre
ken, dat ik deze taak enkel zien
kan in het licht van het gehele
volksbestaan. Aan groepsegoïsme
en begripsversmalling hebben Wij
waarlijk in onze katholieke ge
meenschap geen behoefte.
De totaliteit der dingen, min
stens van de belangrijke zaken van
ons goede Nederlandse volk, staan
ons hierbij voor ogen en het alge
meen welzijn, al is deze term ook
nog zo vaak misbruikt, mag alleen
het criterium zijn, waaraan alle
speciale verlangens getoetst mogen
worden. Maar dan ligt hier ook
in dat licht nog een ontzaglijke
taak van dringend noodzakelijke
voorlichting. Want duizenden Ne
derlanders zien alleen hun deel van
het leven, voor de rest hebben zij
geen belangstelling. Doch bij tien
duizenden anderen is het dikwijls
de onkunde die hen belet ruimer
en beter te zien. Ons appél is aan
hen gericht. Wanneer zij eenmaal
gegrepen zullen zijn door de vrucht
bare gedachte, dat het gehele li
chaam lijdt, wanneer een der delen
ziek is, kan er over en weer veel
meer begrip groeien voor eikaars
problemen en verlangens, zal er
meer doeltreffend worden opgetre
den en wat niet het minst is, zal
er een gefundeerde tevredenheid
kunnen groeien waar nu opstan
digheid en wrevel heerst. Nederland
roept op ieder terrein om toewij
ding en inspanning voor de zaak
van het gemenebest. De lamlendig
heid en het smalle, onvruchtbare
egïsme zijn nationale vijanden. Uit
een overspannen en vaak dolge
draaid staatssocialistisch systeem
moeten wij weer naar de gebon
denheid van een sociaal georiën
teerd volksleven, dat in eigen no
den wil ovenvinnen. Daarbij is de
maatschappelijke mobilisatie van
het levende landvolk onmisbaar.
Want daar ligt de wortel van onze
volkskracht. W\j willen naar best
vermogen in deze rubriek hiertoe
een steentje bedragen, in het be
sef, dat ieder dienen moet, naar de
mate van de hem geschonken ta
lenten. Moge het onder Gods zegen
vruchtbaar zijn.
TJEBBE DE JONG.
Niemand zal ontkennen, dat dooi
de Zionistenbeweging een merk
waardig stuk werk tot stand ge
bracht is in korte tijd. De eerste
pogingen om de wereld te interes
seren voor de stichting van een
Joods tehuis in Palestina dateren
van het laatste kwart der negen
tiende eeuw. Het eerste Zionisten
congres werd een halve eeuw gele
den te Basel gehouden. Het toen
weerspiegelde ideaal scheen onver-
wezenlijkbaar. In enkele tientallen
jaren tijds werd het tot werkelijk
heid. Merkwaardig blijft het, dat
het .plan voor een Joods tehuis op
gezet werd in een periode, toen het
Jodendom in de wereld minder ge
plaagd en vervolgd werd en meer
aanzien genoot, dan ooit te voren.
Onf begrijpelijke redenen verko
zen de Zionisten Palestina voor
hun kolonisatie boven de hun in
Afrika aangeboden gebieden. In het
begin dezer eeuw was geheel Voor-
Azië nog onder Turks gezag. De
Arabische bevolking was politiek
nog zonder betekenis en het scheen
weinig waarschijnlijk, dat ze dat
ooit worden zou. Toen kwam de
eerste wereldoorlog, waarin Enge
land alle krachten zocht te mobi
liseren voor zjjn zaak. Blijkbaar
ontbrak er iets aan de coördinatie
der Britse regeringsbureaux, want
tezelfdertijd werd onder leiding van
het Colonial Office het nationalis
me der Arabieren aangewakkerd
(aan wie vrijheid en het gezag over
Syrië en Mesopotamië werd be
loofd) en aan de Joden door de
befaamde Declaratie van Balfour
het vestigingsrecht toegekend in
Palestina, dat naar Arabische be
grippen een deel van Syrië was.
Sindsdien is het in Londen „touw-
tjestrekken" gebleven tussen ver
schillende machten in de regering,
waarvan de ene de Joden, de an
dere, voornamelijk het Colonial Of
fice, de Arabieren begunstigde. Ge
leidelijk won het Colonial Office
terrein, de immigratie van Joden
werd beperkt en de vestiging van
een onafhankelijke Joodse staat te
gengegaan. Vandaar een groeiende
antipathie bij de Palestijnse Joden
tegen Engeland. De tweede wereld
oorlog bracht nieuwe verwiklcelin
gen. De Arabische staatjes, in
Voor-Azië na 1918 gevormd, ble
ken ten dele onbetrouwbare bond
genoten voor het Britse Rijk en
voor Frankrijk, dat het mandaat
uitoefende over Syrië en de Liba
non. Slechts koning Abdullah van
Transjordanië, heerser over een
bevolking van 350.000 zielen, was
geheel in handen van Engeland
dat hem door een zware subsidie in
staat stelde een goed geoefende le
germacht van 8000 man onder
Britse officieren te ondejrhouden
Znder de subsidie en die Troepen
zou Transjordanië al lang van de
kaart verdwenen zijn. Noodge-
(Van een onzer redacteuren)
ER LEEFDE EENS een jortg echtpaar met een klein jongetje in
Augustinusga, gemeente Buitenpost. Het gezin leefde van
wat de man met een vrachtauto verdiende voor zijn vrouw en
dat lekkere blozende kereltje. Ze leidden een tevreden bestaan
in een net huis. Het was zo goed te leven, ach, ze wilden wel,
dat het altijd zo blijven zou. Maar zie, op zekere dag kwam er
een brief, een zeer gewichtige brief, want hij kwam van het
gemeentebestuur. De man zette de duim van zijn vereelte hand
in het couvert. Hij haalde de brief er uit en las. En toen zei hij
tegen zijn vrouw: „We moeten er uit, wicht".
Zo begon een van "de vele tragi
sche, echt-gebeurde verhalen uit
de koolzwarte geschiedenis van de
woningnood in Nederland. Wat
was het geval? Het huis, dat ons
echtpaar bewoonde, was van een
N.S.B.-er. En toen deze terugkwam
uit het kamp, deed hij rechten gel
den op het huis en dat recht werd
erkend. Daar is het tenslotte een
recht voor. Het echtpaar ging naar
de burgemeester van Buitenpost
en zei, dat men met alle plezier 't
huis zou verlaten, wanneer het
recht dat eiste. Maar wat met dat
andere recht, het recht om te wo
nen? Of de burgemeester hen dan
maar een andere woongelegenheid
zou willen aanwijzen.
„Nog geen kippenhok", zei de
edelachtbare heer.
De man ging naar buiten. Hij
spierste op de grond. Hij stak de
handen in zijn broekzakken. Hij
ging de weg terug naar huis en
onderweg gromde hij: dat het alle
maal zo verduiveld, verduiveld,
jammer was.
Zo ging het verder, lezer. Het
echtpaar ging uit het huis, het
kraaiende kereltje op de arm der
moeder. De man had eerst zijn
vrachtauto verkocht, er zat niet
anders op. De bulletjes gingen naar
Hoogkerk. Daar lag een schuit in
het Hoendiep, de drijvende woning
van de schoonouders van de vrouw.
Daar trokken ze zolang bij in. Men
accordeerde uitstekend, het ging
goed, maar, mijn hemel, een Fries
wil de vrijheid, en dat wilden ook
deze Friezen. De man van ons ver
haal legde een bunker bloot en
daar trok het echtpaar in. Daar
wonen ze nu in een betonnen spe
lonk en wat een heerlijkheid
vrij! Er zijn twee vertrekken in die
bunker. In het ene woont men, het
andere is slaapkamer-keuken-berg
plaats voor de bulletjes. Het is er
kil en akelig en het is er netjes,
maar als ge er binnentreedt dan
denkt ge: hoe is het mogelijk.
En ge verwacht wat ge van elk
Nederlander verwacht die in
dergelijke of ook wel duizendmaal
betere omstandigheden verkeert:
kankeren. Maar dan vergist ge u
in de nobele mentaliteit van deze
eenvoudige werkmensen.
„In Hoogkerk zijn 400 mensen,
die een huis zoeken. Die gaan
voor. En de burgemeester heeft
het grootste gelijk van de wereld
dat hij al die mensen laat voor
gaan. Hij is reuze goed voor ons,
de burgemeester."
Dit zegt de vrouw. En ze lacht
vrolijk en in een bewonderenswaar
dige berusting. Ze hebben butagas.
Het water halen ze bij een boer
aan de andere oever. En de dokter
heeft de vrouw een pluim gegeven,
omdat ze de boel zo netjes houdt in
die bunker, in dat betonnen, mens
onwaardige kille hol, dat als een
graf oprijst in het wijde land
Tramlijn Begeerte.
In het open veld aan de Kielster-
achterweg nabij Hoogezand staat
een wagen van de Groninger tram.
Lijn 3. Wel, deze lijn 3 heeft zich
laten omscholen, je moet wat doen
vandaag de dag om van nut te blij
ven. Lijn 3 is woning geworden
Een landarbeidersgezin van vijf
personen heeft er zich geïnstalleerd,
er kan geen mens meer bij. Daar
vandaan het bordje „vol" op het
voorbalcon. Dat is nu washuis ge
worden. Als we er op visite komen
is moeder de vrouw juist bezig, de
hempjes en de broekjes uit te wrin
gen. De piloot van lijn 3 zou zijn
cabine nauwelijks meer herkennen.
Het lange gedeelte van de wagen
Hoe een Groninger zich behielp
-
Een omgebouwde tramwagen van de firma Smit te Winschoten
is huiskamer geworden.
Zes brede vensters, wie heeft ze
vandaag de dag. Voor het eerst
breekt nu de zon een beetje door en
de tramwoning is eensklaps een
serre van licht, 'n Tafel, 'n paar
stoelen en 'n kacheltje, ziedaar het
simpel meubilair. Achter de huis
kamer ligt het achterbalcon, dat is
de bijkeuken. Daar stalt de heer
des tramwagens zijn fiets en hij
stapelt er de kluiten turf. En nu,
eerste opening links. De slaapka
mer. Het is een vrachtwagen van
de EDS, donker als een kelder, het
duurt even alvorens ge voorwerpen
onderscheidt, want er is geen ven
ster, geen spleet waardoor het licht
binnen komt Er staan vier zelfge-
timmerde bedden.
De bewoners van deze tramwa
gen danken deze merkwaardige
woning aan de orkaan, die enkele
weken geleden als een geweldige
dronken reus razend over het land
ging en alles te pletter sloeg, wat
hem voor de voeten kwam. Het huis
van deze landarbeidersfamilie
stortte ineen en deze tramwagen
was niet minder dan een genade
van de hemel. Ze zijn er trots op,
als op een buitenverblijf, dat ze
Tramlijn Begeerte zouden kunnen
noemen. Want nu zijn ze vrij, denk
u in wat dat zeggen wil, vrij in
eigen huis, en eerst hadden ze in
woning.
„Vindt u 't niet jammer, dat uw
huis verwoest is?" informeer ik.
,Nee, man. Ik wil d'r nait meer
inwas het spontane antwoord.
Daar komt nog bij dat deze tram
woning na drie jaar hun eigendom
zal zijn. De toeslag voor hun drie
kinderen, dat is dus drie maal f 2,40
per week, vormt de afbetaling aan
de gemeente Hoogezand, zodat
huize Tramlijn Begeerte uiteinde
lijk een goede f 1000.kost.
En dan komt een groot moment.
Moeder en de spruiten op de foto.
'n Kam door het haar, drie snot
neusjes afgeveegd, de poppenwagen
erbij.... knip.... het is gebeurd.
Een vriendelijk lachende arbeiders
vrouw keert terug naar het was-
huisje, lijn 3 voorbalcon. Vol.
Van tramwagen tot landhuis.
„Komt er in, heren", zegt de heer
W. C. de Kok, die thans namens
de firma L. Smit te Nijmegen de
scepter zwaait op het emplacement
van de Oost Groningse Trammaat-
schappij, waar hij de leiding heeft
over de sloopwerkzaamheden van
de lijn DelfzijlTer Ap.el. Komt er
in, heren. En wij komen er in en
kijken onze ogen uit. Is dit een
tramwagen? Van binnen wijst daar
alleen maar de breedte van 2.20 M.
op. die geringer is dan van een
gewoon huis. Maar voor het overige
is deze wagen een luxe landhuis
geworden. Een halletje, een com
fortabele keuken, een gezellige
woonkamer met een gemetselde
schoorsteen, een haard, parket
vloer. een werkkamertje (met tele
foon een slaapkamer en een
bergkamer. electrisch licht, gas en
waterleiding, dubbele wanden, de
binnenste betimmerd met blank
eiken. Wij zitten daar knus aan de
thee in comfortabele kelimfau
teuils en de heer De Kok vertelt.
Voor ons zijn al honderden mensen
bij hem op bezoek geweest en ze
hebben verbaasd gestaan over zo
veel vindingrijkheid en zoveel mo
gelijkheden. Want de tramhuizen,
waarvan de heer De Kok er een
bewoont en welke hij compleet
voor f 6000.inclusief betimmerig,
licht, stopcontacten, sceptic tank,
WC met closet en spoelbak, par
ketvloer levert, kunnen gemakke
lijk een gezin met twee kinderen
huisvesten.
Of er belangstelling voor is? Wat
dacht u. Er zijn ver over de dui
zend aanvragen voor een tramwo
ning, maar er komt weinig van te
recht, omdat bij de gemeentebestu
ren nog altijd een conservatieve
mentaliteit overheerst, welke deze
fris geschilderde, luxueuse tram
woningen niet verantwoord acht uit
aesthetische overwegingen. Is het
niet om te huilen? Wie spreekt er
van aesthetische motieven wanneer
mensen soms zeven a acht jaren
verloofd rondlopen en een aardig
sommetje hebben gespaard, maar
niet kunnen trouwen, omdat ze
geen woning kunnen krijgen? Men
sen, wier stemming voortdurend
geprikkeld is, die humeurig en op
standig zijn, vervelend de dagen
door gaan en de hoop verliezen.
Wie spreekt er van aesthetische
motieven in een tijd van woning
ellende, die met geen pen te be
schrijven is.
In zulk een hopeloze stemming
kwam daar een bericht, dat de
hoop opnieuw deed leven in de
harten van vele verloofden. Ze zijn
elkaar bm de hals gevlogen, ge
kunt het u voorstellen, en ze heb
ben gezegd: lieverd, zie je, nu zal
het er toch nog van komen. Want
zie, daar op het tramwegemplace
ment in Winschoten staan tramwa
gens van 15 M. lang, 2.50 hoog en
2.20 breed, die als woningen be
schikbaar zijn. De onderstellen van
die wagens zijn verkocht naar In-
dië en naar de Congo. Daar gaan
de carosserieën ook naar toe, als
de gemeenten doorgaan, deze tram
huizen uit het stadsbeeld te weren
en de jarenlang verloofden daar
door nog een trapje dieper in de
ellende duwen. Men zou zeggen, dat
de gemeentebesturen de directie
van de fa. Smit zouden voordragen
voor de Ridderorde van Oranje
Nassau, uit erkentelijkheid voor
de ontzaglijke gevaren, die door
hun vindingrijkheid kunnen wor
den gekeerd en om het geluk en de
klare vreugde, welke zij bezorgt
aan zovele verloofde mensen.
Er is nog kans, dat het gemeen
tebestuur van Winschoten tot
andere gedachten komt. Want
naar wij vernemen, zijn er in de
boezem van de gemeenteraad
stemmen opgegaan, acht a tien
wagens te kopen, deze op een be
tonnen fundering te zetten en ze
op te stellen in de villawijk, aan
gepast aan de omgeving.
Kijk, dat zou een compliment
waard zijn. Dan zouden acht a tien
paien eindelijk, eindelijk kunnen
trouwen. En ze zouden een vrij
huis hebben.
Hoe reëel is het geluk, dat af
hangt van een beetje eigen ruimte.
.y* i 'n'4 M'X
BIJEN ZWERMDEN REEDS
Normaal zwermen brf&n eerst in
de zomer. Zijn ze erg vroeg, dan
zwermen ze ook wel eens in Mei,
maar in Maart vrijwel nooit. Dc
heer Jan Soetendaal, landbouwer
aan de Doornesteeg op de grens
Barneveld-Luntcren, was dan ook
stomverbaasd thans reeds zijn
bijen te zien zwermen. Misschien
kwam het door het prachtige
lenteweer. In elk geval een grote
zeldzaamheid.
De „Groote Beer" gearriveerd
Het hospita al-troepentransport-
schip de Groote Beer, met aan
boord ongeveer 600 afgekeurde en
zieke militairen uit Indonesië, is
Zaterdagmacht in IJmuiden bin
nengekomen. Zondagmorgen om
streeks negen uur meerde het
schip aan de Javakade te Amster
dam, waarna direct met de debar-
katie werd begonnen, a
Post voor ,,Kota Inten"
Doordat de „Kota Inten" is in
gelopen op de vaartijd, komt het
schip op 7 April in plaats van op
9 April in Port Said aan. Brieven
voor opvarenden moeten in verband
hiermede, uiterlijk op 31 Maart a.s.
worden gepost inplaats van op 3
April.
v -1 -
w 1
Een bunker omgetoverd tot een woonverblijf
dwongen moest Engeland toen ook
waarop het onder alle omstandig-
de Joden van Palestina bewapenen,
heden tegen Hitler's legers rekenen
kon.
Na de oorlog werden dc Joden
niet ontwapend. Ondanks dat aou
hun strijdmacht weinig kans gehad
hebben tegen de Transjordaniërs
met hun tanks en Britse leiders,
wanneer internationale verhoudin
gen de Engelsen niet gedwongen
hadden alle wapenleveranties aan
de Arabieren stop te zetten. De
Verenigde Staten volgden een pro-
Joodse politiek, in hoofdzaak om
dat in het jaar der Presidentsver
kiezingen Truman het niet aan
durfde om de in New York zo tal
rijke en machtige Joodse bevol
kingsgroep tegen zich in het har
nas te jagen. De Joodse strijd
macht werd voortdurend versterkt
door materiaal en vrijwilligers uit
Amerika en door aanvoer uit Oost-
Europese landen, terwijl de Arabi
sche kracht lam gelegd werd door
stopzetten van alle toevoer.
Dit is de verklaring van de m#i- -
taire successen van de nieuwe staat
Israël. In wezen is die staat nog
altijd zo zwak, dat één modern be
wapende pantserdivisie met steun
uit de lucht in enkele dagen Lgds
het nieuwe land van noord tot. Zuid
zou kunnen doormarcheren. Tegen
de nog zwakkere Arabieren was
zijn macht echter voldoende.
Wat er nu in Palestina ontstaan
is, is een zonderling omgrensd po
litiek geheel, omringd door een
ring van veel talrijker en uiteinde
lijk machtiger en verbitterde vijan
den. Daarom is met het herstel van
een eigen Joodse staat de lijdens
weg van het oude volk nog wel
niet ten einde. Bijzondere verbit
tering heeft de hardhandige poto-
tiek der leiders van Israël tenop-
zichte van de Arabische inwoners
van het aan de Joden toegewezen
land gewekt. Achthonderdduizend
mensen zijn van huis en hof ver
jaagd en velen van hen hebben
geen ander toevluclitsoord dan Het
gebergte of de woestijn.
Na duizenden jaren beschavings
ontwikkeling is het weer zo ver
gekomen, dat land belangrijker is
dan de mens en det de volken der
wereld elkaar weer beoorlogen em
hun akkerland uit te breiden en de
ingezeten bevolking meedogenloos
aan hun zucht tot laMduitbreidinff
opofferen.
Er is nu reeds geen plaats meer
In dc nieuwe staat Israël en nog
een millioen Joden uit de Oost-
Europese landen, die ten dele in
kampen in Duitsland en Oostenrijk
verblijven, wil men opnemen. De
extremistische groepen in Israël
hebben dikwijls openlijk getuigd
van hun ideaal om geheel Palestina
en zo nodig ook Transjordanië tot
Israelietisch gebied te maken.
De berichten der laatste weken
schijnen erop te wijzen, dat deze
groepen opnieuw invloed beginnen
ie krijgen en dat de regering te
Tell-Aviv bereid is om enige risi
co's te nemen voor een poging, een
uitweg te veroveren naar de Rode
Zee en om, eventueel, de Arabische
macht minstens terug te dringen
tot over de Jordaan. Welke politiek
zal de nieuwe staat voeren op in
ternationaal gebied, teneinde deze
gebiedsuitbreiding een kans te ver
schaffen! Want op afronding van
zijn gebied moet Israël bedacht
zjjn, de tegenwoordige grens is zó,
dat tegen een goedbewapende vij
and het land geheel onverdedig
baar is.
Bedenkt men dan, dat het over
grote deel der kolonisten in Israël
uit Oost-Europa afkomstig is, en
dat het wel even zal duren eer al
de heterogene elementen in de
nieuwe staat tot een natie zijn sa
mengesmolten, dan moet men re
kenen met een lavcer-politiek tus
sen Oost en West. Amerika en
Rusland waren accoord om Israël
toe te laten tot de Verenigde Na
ties. Ze konden moeilijk anders
doen, gezien hun vroegere houding.
Zullen ze nu om 3trijd gaan dingen
naar de gunst van het nieuwe lid?
Rusland is dan in het voordeel,
want het behoeft niet, zoals Ame
rika rekening te houden met de
Arabieren. Duizenden Amerikanen
zijn reeds werkzaam in Saoedi-Ara-
bië ter exploitatie van de petro-
leum-rijkdom van dat land.
Een ander aspect van het pro
bleem heeft betrekking op de Vei
ligheidsraad. Volgens de bepalingen
wordt bij keuze der niet-permancn-
te leden rekening gehouden met dc
ligging der landen. Zo had het Na
bije Oosten altijd één vertegen
woordiger in de Raad. Dit was al-
lijd een Arabische staat en gaf dus
geen aanleiding tot meningsver
schil. Zal men nu straks, wanneer
er een nieuwe vertegenwoordiger
voor dit deel der werekl wordt
aangewezen, een mededinging
gaan zien tussen Israël en zjjn
Arabische vijanden? Het lijkt on
vermijdelijk. De toch al ao gecom
pliceerde wereld is nog wat inge
wikkelder geworden.