Duizelingwekkende hoogten van raketten
en vanreiskosten
vak
Modeschoeisel in Nederland
DE WITTE HANDSCHOEN
Een klemmend probleem
Wij zullen onze fantasie wel wat
moeten beteugelen
LENTE
Een spannend avontuur van Gert
Propag<
Bon
Retour naar de maan?
Verstotelingen?
De missionering der Islamietische landen
Tegenstellingen moeten worden uitgewist
PAG. b
Vrijdag 8 April 1949
HOGER EN HOGER stijgen de
raketten en daarmee gaat de ver
beelding en het verlangen van de
mens steeds verder en verder de
wereldruimte in. Reeds nu gaat
onze verbeelding uit naar ruimte
schepen, waarmede we de wereld
ruimte zouden kunnen doorkrui
sen. Laten we echter onze fantasie
beteugelen en ons gaan beperken
tot het binnen afzienbare tijd mo
gelijke. Vooral gaan we echter
eerst na, wat reeds bereikt is met
de raket-proefnemingen te White
Sands, een woestijnvlakte in de
Verenigde Staten.
Ongeveer een dertigtal raketten
van een verbeterd V 2-model zijn
daar nu afgevuurd, die bijna alle
maal hoogten hebben bereikt van
meer dan 80.000 meter. Elk van
deze raketten was beladen met
wetenschappelijke instrumenten
om temperatuur, samenstelling
van de hogere luchtlagen, zonne
straling, cosmische straling, e.d. te
meten op grote hoogte van de
aarde. Men heeft foto's kunnen
maken van de aarde op een af
stand van 150 km. en zelfs heeft
men geprobeerd uit het raket
kunstmatige meteoren af le schie
ten.
Zo's reis per raket is echter een
kostbare geschiedenis, men bere
kent deze op een gemiddelde van
£3000.en meer per km. In de
kringen van raket-deskundigen
gelooft men nu reeds in staat te
zijn een voorwerp naar de maan
te sturen. Dit zou echter bijzonder
kostbaar zijr. (ong. f 1.152.900.000.-
zou alleen een enkele reis naar de
maan voor een onbemande raket
moeten kosten); niemand kan
echter een reden bedenken om
naar de maan te gaan. Natuurlijk,
interessant zou het zeker zijn;
maar weegt het belang, dat we in
de maan stellen, wel op tegen de
kosten, de moeite en het risico?
De grootste moeilijkheid bij een
reis naar de maan zou het ontsnap
pen aan de aantrekkingskracht
van de aarde leveren. Kunnen we
hier het hoofd aan bieden, dan
zou men niet alleen de maan, doch
ook Mars en eventueel andere pla
neten kunnen bereiken. Doch
welk een moeilijkheden zijn aan
een dergelijke reis verbonden!
Stel u voor, dat u de reis zoudt
willen ondernemen. U hebt u ge
wapend tegen de koude op Mars
40° C), of de tropische hitte
op Venus 130° F), of de ge
weldige temperatuurswisselingen
op de maan, dan vormt toch nog
het grootste probleem de atmos
feer van de aarde. Eerst houdt
deze ons ruimteschip tegen en
daarna, als deze tegendruk over
wonnen is, moet u er een grote
hoeveelheid van meenemen, om
dat u nengens in de wereldruimte
genoeg lucht om van te leven
zult aantreffen. Zelfs al zoudt u
ook voor dit probleem een oplos
sing weten en zoudt u een manier
vinden om de geweldige versnel
lingen te overleven, die het raket
nodig heeft om de aarde te ver
laten, dan zijn er nog andere ge
varen in de wereldruimte.
Een wel zeer groot gevaar is
het, dat ons schip getroffen zal
worden door meteoren, die met
een snelheid van minstens 50.000
km/uur door het wereldruim
zweven. Een botsing met zo'n me
teoor zou direct ons ruimteschip
vernietigen. Er zijn dus weinig
practische en meer onpractische
aspecten van een reis door het
wereldruim, vooral_indien men be
mande projectielen" zou gebruiken
Laat ons nu eens beschouwen,
wat binnen afzienbare tijd wel
mogelijk zal zijn.
Men zou een projectiel, voorzien
van radiobesturing tot op enige
duizenden kilometers buiten de
aarde kunnen zenden en men zou
dit zo kunnen doen, dat dit pro
jectiel alleen onder invloed van
de zwaartekracht als een tweede
maan rondom de aarde zou gaan
draaien. Dit zou een prachtig zon-
ne-observatorium kunnen zijn, in
dien we de juiste meetapparaten
konden meegeven, want juist een
groot ,deel van het zonnelicht
wordt door de onderste lagen van
onze atmosfeer opgeslorpt.
Een andere proefneming is die
van de kunstmatige meteoren
Deeltjes, die op grote hoogten uit
het raket afgeschoten worden,
zouden gelijken op de werkelijke
meteoren in onze dampkring. Op
17 Dec. 1946 heeft men dit reeds
geprobeerd, maar de kogels, die
uit het raket zouden worden af
geschoten, heeft men niet verder
kunnen waarnemen.
En dan bestaat er natuurlijk nog
onze grote interesse voor de maan.
Als het mogelijk is een projectiel
naar de maan te zenden, dan is
het eefste plan, om dit te Iaden
met een atoombom, zodat op de
maan een ontploffing zou ontstaan,
waardoor stukken van de maan
worden afgeslingerd. Men hoopt
nu, dat enkele van die stukken
onze aarde zonder ongelukken
zullen bereiken, zodat we de stuk
ken zullen kunnen onderzoeken.
Zo zouden we iets te weten kun
nen komen over de oppervlakte
van de maan, waarvan tot nu toe
nog zeer weinig bekend is. De
moeilijkheid van een dergelijk
projectiel naar de maan is echter,
dat we wel heel zeker moeten we
ten, dat dit op de maan terecht
zal komen, want de ramp zou niet
te overzien zijn, als het projectiel
zich omkeerde en naar de aarde
terug zou vallen. Daarom zal ook
dit laatste plan wel niet binnen
enkele jaren te verwezenlijken
zijn.
In ons blad van Maandag
14 Maart j.l. plaatsten wij
een artikel getiteld „Over 2
jaar retour naar de maan".
Van wetenschappelijke zijde
meent men, dat de populaire
voorlichting, welke hiermee
werd beoogd, de weten
schappelijke voorlichting
over dit belangrijke pro
bleem wel wat geweld heeft
aangedaan. Een deskundige,
de heer B. Dechesne te Gro
ningen, verzoekt ons daarom
plaatsing van het onder
staand artikel, dat enkele z.i
wat al te scheef getrokken
stellingen weer overeind wil
zetten.
Als echter dit plan zou kunnen
slagen, dan zouden we weten wel
ke stoffen zich op de maan be
vonden en we zouden daaruit de
geschiedenis van de maan kunnen
toetsen aan de theorie. Men neemt
aan, dat de maan ontstaan is uit
de aarde. De maan werd afgewor
pen, toen de aarde nog vloeibaar
was en veel sneller rondwentelde,
dan nu het [geval is. Al gauw, na
dat de maan van de aarde geschei
den was, is ze snel afgekoeld,
vooral aan de oppervlakte, zodat
de maankorst ons nog een ver
stard beeld geeft van een koken
de brij.
Uit stukjes van de maankorst
zou men nu iets, kunnen opmaken,
omtrent de praehistorie van onze
eigen planeet, de aarde. Of we
echter iets te weten zullen
komen over de gebeurtenissen op
aarde, sinds de scheiding tussen
maan en aarde, dat is al te fantas
tisch en deze verwachting behoort
zeker tot hel rijk der fabelen
Groningen. B. C. Dechesne.
De uit een groot aantal Franse
films bekende, jonge filmster
Simone Signoret is door de
Zwitserse film-maatschappij
..Prasens" geëngageerd voor de
hoofdrol in „Swiss Tour B XV".
Deze rolprent heeft tot onder
werp het leven van Amerikaan
se verlofgangers in Zwitserland
en is de eerste Zwitserse film,
waarin Franse, Amerikaanse en
West-Zwitserse elementen van
taal, handeling en sfeer zijn
verenigd. Simone Signoret tij
dens een draaipauze van de bui
tenopnamen in de buurt van
Zermatt.
In hotel Kurhaus te Schevenin-
gen is de eerste show van mode
schoeisel in Nederland gehouden,
waarvoor zeer grote belangstelling
bestond.
Vier bekende fabrikanten van
modeschoeisel, de firma's H. J.
van Bladel, J. Blok van Heyst, A.
H. van Schijndel en G. L. Smits
en Cie te Dongen hadden in sa
menwerking met de Nederlandse
Vereniging van Winkeliers in
Luxe-Schoeisel en de N.V. Uitge
versmaatschappij „De Gelderlan
der", die het maandblad voor
schoenwinkeliers en schoenindus
triëlen „De Pasbank" uitgeeft, het
initiatief tot deze show genomen,
die in de eerste plaats beoogde
duidelijk te maken, dat het schoei
sel, in het bijzonder het mode-
schoeisel een niet te verwaarlozen
onderdeel van de kleding is en in
de tweede plaats de aandacht te
vestigen op de rijk gevarieerde
mogelijkheden, die de schbenen-
mode dit jaar biedt.
In Engeland en Amerika worden
eeds sinds vele jaren schoenen-
shows gehouden, doch uitsluitend
voor de handel. Voor het eerst
werd nu in Nederland ook een
show van schoeisel gehouden, doch
naast de voorlichting van de han
del was deze show tevens en in de
voornaamste plaats bedoeld als
voorlichting van het publiek. Aan
juiste voorlichting over het mode
schoeisel is het Nederlandse da-
mespubliek tot nu toe aanzienlijk
tekort gekomen.
Bij de talrijke textielshows, die
in ons land worden gehouden,
speelt het schoeisel slechts een on
dergeschikte rol. Zo weinig is men
zich bewust van de betekenis van
het schoeisel in verband met de
kleding, dat onlangs een radio
spreekster in een modepraatje kon
verklaren, dat de schoenenmode
thans erg gemakkelijk is, daar
men vrijwel bij ieder toilet een
paar zwarte pumps zou kunnen
dragen. Tegen dergelijke volko
men onjuiste opvattingen heeft de
schoendetailhandel thans de strijd
aangebonden.
In deze trant sprak de heer W.
Bons. de voorzitter van de Neder
landse Vereniging van Winkeliers
in Luxe-Schoeisel, op een oerscon-
ferentie, die voor de aanvang van
de show te Scheveningen werd
gehouden. De heer Bons heeft er
in zijn uiteenzetting voorts nog de
aandacht op gevestigd, dat het
schoeisel, op de show getoond, bij
de winkeliers in luxe-schoeisel ook
werkelijk verkrijgbaar is of oin-
nenkort verkrijgbaar zal zijn. Men
heeft persé geen modellen of pas
vormen willen brengen, die wel
licht een attractie hadden kunnen
zijn, doch voor het doel van de
show ten enenmale waardeloos
zouden zijn geweest.
Deze eerste show mocht zich in
een grote belangstelling verheu
gen, terwijl ook voor de show te
Amsterdam, die de volgende dag
plaatsvond, de belangstelling groot
was.
Een verslaggeefster schrijft ons
naar aanleiding van deze show nog
het volgende:
De show in het Kurhaus heeft be
wezen, dat het schoentje meer is
dan aileen maar gebruiksvoorwerp.
En wij konden onze neiging, om
onze ogen af te laten glijden
beter nog „op" te laten glijden
naar de japonnen, mantels en tail
leurs (meest Zwitserse modellen
van Nieuwendijk Modes N.V. te
Amsterdam) niet onderdrukken.
We kwamen hierbij tot de ontdek
king, dat het geheel steeds harmo
nieus was, hetgeen uiteraard ook
in de bedoeling van deze show
lag. De organisatoren zijn dan ook
zeker geslaagd in hun opzet om het
publiek te laten zien, dat schoenen
niet zomaar „gebruiksvoorwerpen"
zijn, maar wel degelijk een belang
rijk onderdeel van de kleding vor-
men.
Er wordt allerwege nog re weinig
aandacht aan het schoeisel ge
schonken. In deze lacune moet
worden voorzien. We moesten we
ten, dat bij een geklede japon of
mantel met succes een laaggehakte
schoen gedragen kan worden. Dat
dit seizoen o.i. helaas vele mo
dellen met hoge hak geïnspireerd
zijn op die anno met 1920 met Louis
Quinze-hak. Dat ook bij .geklede
schoenen het voorblad opengewerkt
zal zijn; dat we zwart zullen zien
dragen bij pasteltinten in de kle
ding en dat ook dit zeer gewild is,
veelal geperforeerd.
Wat we ook moeten weten, is, dat
we nooit de benijdenswaardige
slankheid van de mannequins zul
len 'bereiken, als we dikwijls shows
bezoeken. De thé complet was zó
compleet, dat we bijna geen tijd
De lijdensnacht breekt aan
voor onze Heer. Noq acht da-
qen, dan zien wij Hem aan het
Kruis bloeden en sterven. Zijn
vijanden hebben tot Zijn dood
besloten. Het lijden zal over
Hem komen, in alle zwaarte en
jelheid. Ook over ons kan het
lijden komen. Misschien dra-
qen wij al jaren en jaren, een
leven ianq. een kruis waarvan
wij de last meer en meer qaan
qevoelen. Worden wij daardoor
wellicht verbitterd? O, 't is te
beqrij-pen, dat men er toe ko
men kan, zich als de verstote-
linq van God te voelen inplaais
van Zijn lievelinq. De marie-
linq van een. ziel in haar een
zaamheid! En tóch, en tóch.! Is
bitterheid het qeneesmiddel?
Is wanhoop een oplossing? La
ten we in deze Passie-tijd eens
rustiq en eerlijk durven opzien
naar Christus aan het kruis.
Zal dan uw ziel niet stil wor
den voor God? MARCUS.
Wij staarden ons maar blind op sneeuw en ijs, en
Waanden alle bloei voor immer dood,
Maar toen opeens een prille vogel floot,
Toen wisten wij: het leven gaat herrijzen.
Er schemert nu weer 's morgens achter grijze
Nevels van dauw een schuchter zonnerood.
De knoppen zwellen aan de jonge loot,
En ene boom wordt vele paradijzen.
Aan oudé, zware bomen langs de grachten
Voltrekt zich weer het wonder van het jonge groen,
Het sprookje van heel vroeger, toen én toen.
De schoonste bloei duurt korter dan wij dachten
En vrychtén komen in de plaats van bloesem-schijn,
Het zal nu weldra volle, rijpe zomer zijn.
EEN groot gedeelte van zijn
Kostbaar leven had mijn oom
in bloemen gedaan. Ineens was
echter de grote ommekeer geko
men: zijn aandacht en zijn liefde
voor de bloemen verflauwden, hij
studeerde en deed examen om zich
voortaan in volle overgave te wij
den aan het verkeersagentschap.
„Jawèl", sprak hij, „een bloem
is iets moois, een plant is iets
prachtigs." Mijn aanvulling: Een
stekje ook, hoewel in mindere
mate," bezorgde me een waar
schuwende blik van mijn moeder.
„Maar," vervolgde oom, „ik wil
meer, ik wil vooruit, onder de men
sen. Ik weet wel, als melkboer ben
je ook onder de mensen, maar melk
is tenslotte maar melk, is 't niet zo."
Ieder kon het hiermee eens zijn.
Het was een zeer goede uitspraak
en er school zelfs een diep'e wijs
heid in. Wie zich wel eens aan de
studie van de wijsbegeerte heeft ge
waagd, kent het zo voorname iden
titeitsprincipe: dat wat is,' is. Wat
mijn oom zo terloops naar voren
bracht was slechts een verduidelij
king ervan: melk is melk.
„Als verkeersagent," ging oom
verder, „heb je het verkeer in je
handen, en je wijst de mensen de
weg. Het is per slot van rekening
een menslievend ambt." Terwijl
deze laatste zinsnede nog in al haar
wijding in de kamer bleef hangen,
keek oom rond alsof hij applaus
verwachtte. Het ontzag dat duide
lijk op de gezichten der aanwezi
gen trilde stemde hem blijkbaar tot
tevredenheid.
De pastoor had het ook gezegd.
„Piet, de hele wereld zal het moe
ten erkennen, je hebt een fatsoen
lijk gezicht en je bent eigenlijk een
groot man." Oom keek de goede
grijze herder eens onderzoekend
aan, maar voelde zich toch wel
gevleid. Tante leek ietwat teleur
gesteld toen iemand haar vertelde
dat haar man gewoon middenstan
der bleef. Haar zwager, die maar
arbeider" was, dus niet eens mid
denstander, had maling aan stand.
„Jij denkt maar dat tegenwoordig
met stand alles te koop is, maar
zo is 't nou es 'n keer niet."
En zo kwam dan de dag dat oom
voor 't eerst zijn functie zou waar
nemen op een kruispunt zonder
stoplichten. Aan het ontbijt had hij
van nervositeit reeds een theekop
je stukgebeten. Met een vals ge
bit is dit een niet onverdienstelijke
prestatie, maar als men zich een
maal in uniform gestoken heeft
staat men voor niets meer. Wel,
oom had een vals gebit in en een
unifor maan. En wat voor een uni
form! Die handschoen, die grote
witte handschoen was als een blank
schiereland, door een wonderlijke
speling der natuur aan een donker
Werelddeel verbonden. Wie, in eer
biedige aandacht voor de kranige
figuur van een verkeersagent ver
zonken, voelt geen bewondering
voor het spel der natuur? Onwille
keurig koestert men hier eeuVigr
heidskrachten, hier waaien per
spectieven open en verbreden zich
vergezichten.
Onbewust van de bespiegelingen
waartoe hij aanleiding gaf, stond
oom op zijn post en leidde het ver
keer. Wat praat men over geleide
economie? Wat oom deed met het
verkeer dat was leiden. Meesterlijk,
dat samenwerken, dat op elkaar in
gesteld zijn van stopbord en witte
handschoen. Verrichtte het stop
bord het grovere werk, de witte
handschoen bracht de fijnere af
werking aan. Daar tussenin de
stuwkracht, de bezieler van dit al
les: oom. Met zijn haast ridicule
lengte torende hij boven de jach
tende mensheid uit, overzag en be
heerste zijn wereld.
Hij keek zoals een verkeersagent
kijken moet: nors wanneer er even
iets spaak loopt .onbewogen als al
les goed gaat. Onbewogen, niet
vriendelijk, want dan daalt hij te-
zeer naar de mensen af. Onbewogen
moet hij kijken: dat geeft de men
sen rust en een gevoel van veilig
heid. Verslappen de gelaatstrekken,
dan verslapt ook de aandacht, en
dit is het ergste wat een verkeers
agent kan overkomen.
Oom wist dit, en een golf van
schrik doorvoer hem toen hij plot
seling op het trottoir ontwaarde:
zijn vrouw, zijn naaste buurvrouw
met een dochter, die leed aan een
chronische ongelukkige liefde, nog
een naaste buurvrouw, die, als zij
de trap boende, wel veel gevoel
toonde voor maar niet veel mede
lijden met het „Nonnenkoor uit
Casanova", en tenslotte een rijk
gevarieerd aantal buurkinderen.
Achter deze illustere verzameling
had ik mijzelf verdekt opgesteld.
Oom wierp een snelle, schichtige
blik op ons. Meteen gilde tante:
„Piet, let op je werk!" Ha, let op
je werk. Hij zou ze eens laten zien
wat hij vermocht. Ineens werd oom
aangegrepen door een vlaag van
machtswellust, hij dacht er niet
meer aan dat werelden en geslach
ten hieraan ten onder zijn gegaan
en voerde langzaam het tempo op.
De witte handschoen schoot heen
en weer met uitnodigende, bevelen
de en bezwerende gebaren. Nauw
was het laatste achterlicht achter
de grens van het kruispunt ver
zwonden of de eerste koplamp uit
de dwarsstraat spoedde zich er
reeds langs heen. Ha, dit was le
ven! Een bloem is een bloem, melk
is melk, maar dit was techniek, dit
was kunst. Maar tante, die de din
gen altijd fijn aanvoelt en bemerk
te dat hier iets fout ging, stond te
trappelen van zenuwen.
„Piet, doe niet zo uitsloverig!"
Verwijtend keek oom haar aan.
Trachtte zijn eigen vrouw een
mooie droom te vernietigen? „Toe
nou", riep tante, „moeten ze je van
je voetstuk afrijden?" Een grote
Buick schoot zeer aggressief naar
voren. „Pas op die buik!" Oom be
greep dit verkeerd en trok kramp
achtig zijn buik in.
Plots kwam het gebeuren snel
tot een climax, toen daar een wa
gentje in het verkeer verscheen
met een ezel ervoor. Die ezel ken
de blijkbaar zijn plaats niet. Hij be
sefte niet dat zijn tijd was geweest,
dat hij niet meer paste in deze eeuw
der techniek en dat hij zich had
moeten schikken in een bescheiden
en teruggetrokken m.jmerend
over de vergane roem en importan
tie van zijn geslacht. Deze zei had
een doorbraak gepleegd, welnu, de
gevolgen waren voor zijn eigen
rekening. Deze ezel voerde boven
dien zeer duidelijk het kenmerk
van 21jn soort met zich mede: hij
wist het beter. Zo gauw hij zag dat
het stopbord hem vrije doortocht
verleende bleef hij staan, als uit
graniet gehouwen, h sloeg geen
acht op de zweepslag van de voer
man, op het lawaai der claxons, op
de driftige geb-wn van de ver
keersagent. Hij stond, en liet de
verontwaardigde storm van auto's
langs zich heen trekkentot het
stopbord weer draaide.
Zonder dralen schoot hij vooruit,
met zijn oren plat in de nek, om
het volgende moment vermorzeld te
worden tot een armzalig ezelenlijk,
tot een zielig „memento mori".
Onbeschrijfelijk was de verkeers
chaos! Met ware doodsv-racu.mg
stortte tante zich vooruit naar oom,
die zich gebroken van ellende aan
het stopbord overeind aield. Een
paardenhoofdstel, hangend aan een
muur, kan nooit zo'n roerend
schouwspel geboden hebben als
tante, hangend aan de hals van oom.
Het laatste wat mijn ogen ont
waarden was een p-ite vlek tegen
de rug van tante: een witte hand
schoen. Toen volgde ik het voor
beeld van de buurvrouwen en be
zwijmde
Jan van der Meer
VOOR DE JEUGD
DOOR T. v. d. BERG
hadden naar de „complets" van
kleding en schoenen te kijken. Met
een koekje achter de ene en een
bonbon achter de andere kies en
een soes in onze hand zaten we
hier juist over te soezen, toen we
een grote duizendpoot op ons af
zagen komen; we vergaten te eten,
we móesten wel kijken en zagen
tot onze geruststelling, dat het een
schoen was, 'n zwart suède met een
lange smalle reep zwarte lak in de
lengte over de wreef, geflankeerd
door vele wreef en enkelbandjes.
Al konden we niet enthousiast zijn
over deze creatie, toen we twee
modellen, niet geïnspireerd op,
maar werkelijk daterend uit 1920
aan ons oog voorbij zagen gaan,
viel de vergelijking toch wel ten
gunste van de moderne schoeisel
uit.
Al enige dagen waren de wel
pen aan het kamperen in een bos,
dicht bij Blaricum in 't Gooi. Het
was schitterend mooi weer, dus
troffen zij het wel bijzonder goed.
Nu ja, dat mocht ook wel, want ze
hadden de hele winter en de lente
gespaard om geld bijeen te krij
gen voor dit kamp zo ver van huis
Ze waren er heel met een auto
naar toegebracht.
Het kampvuur is juist afgelopen.
De akela had een prachtig ver
haal voorgelezen. Zo'n echt fijn
jongensverhaal. En de grote vlam
men, die tussen de houtblokken,
opgestapeld als een pyramide,
lekten, beginnen steeds minder
schijnsel te geven. Hoog boven in
de ijle lucht twinkelen de sterren
Een aardig gezicht tussen de den
nenbomen. Heel aardig. Weldra
ligt het kamp in een diepe, stille
rust verzonken. Wanneer je goed
luisterde, hoorde je het na-knet
teren van het kampvuur. De leid
sters waren zeker nog wat aan
het napraten. Heel in de verte
klonk het scherpe getjierp van de
krekels. Gert, éen nog jonge welp,
lag stilletjes voor zich uit te sta
ren. Hij vond het „moorddadig"
Alleen was hij 's nachts een klein
beetje bang. Ook nu. De andere
jongens sliepen weer lekker. Door
het open tentdoek aan de voor
zijde zag je de kopjes op de tak
ken en de borden in het rek, daar
in de hoek moest de afvalput zijn,
want dat was een donkere plek
in het lichte zand. Er kwam een
windje opzetten. Het zeildoek be
gon iets heen en weer te trillen.
In de tent zelf kwam een warme,
bijna zwoele wind naar binnen
gestreken. Gert kreeg het er warm
van. Hij was wat in zichzelf aan
het praten. Langzaam dommelde
hij in. Midden in de nacht schrok
hij op. Wat hoorde hij daar? Het
leek wel op het huilen van iemand,
die veel pijn heeft, maar dat is
een mens, absoluut!! Eventjes
bleef Gert nog luisteren, maar
dan nam hij een kloek besluit om
te gaan zien wat er eigenlijk
gaande was. Voorzichtig-aan
kroop hij, om de anderen niet
wakker te maken, naar de tent
opening. Keek wat om zich heen
en bleef als versteend gehurkt zit
ten. Daar tussen de lage boompjes
zag hij twee ogen heen en weer
gaan.... heen en weer.... en
gelijktijdig hoorde hij dat angst
aanjagende gekerm. Maar wat was
dat allemaal voor vreemds? Wat?c
Het zweet parelde op het voor
hoofd van Gert. Hij tr-ilde over
geheel zijn lichaam. En twee ogen
gingen heen en weer. De wolken
waren samengedrongen. De hemel
was inktzwart geworden. Vlug
kroop Gert terug in de tent. Dan
scheurde het wolkendek in tweeën.
Een bliksemstraat flitste verticaal
langs de hemel. Flinke regendrup
pels begonnen reeds te vallen.
Gert gluurde naar buiten. Pats,
een druppel op zijn voorhoofd Hè,
wat was dat heerlijk fris. Schuw
keek hij naar de rechterkant of
misschien die ogen daar nog wa
ren. Ja hoor, steeds heen en weer,
heen.... en.... weer gingen ze.
Gert kon het niet langer uithou
den en gaf een schreeuw. De jon
gens schrokken wakker, nadat zij
weer waren ingedommeld na de
hevige donderslag: „Wat is er?"
„Wie schreeuwde daar zo?" „Wat
is er aan de hand, Gert?" „Moeten
jullie daar eens kijken, naar de
boompjes rechts. Daar achter zit
iemand, want zijn ogen gaan heen
en weer". Een paar kropen naar
voren om eens te zien. Ze waren
echter gauw terug. „Ja, jongens,
we geloven dat Gert gelijk hebt,
daar is iemand". „Wat zullen we
nu doen?" „Akela en de anderen
slapen even verder; zullen we
even hard .roepen, dan komen ze
vast wel" Plotseling klonk een
gekrijs als van Indianen door de
lucht. De Akela schrok wakker.
„Bij de baard van Alla, wat >s er
nu aan de hand? Jongens, stil zijn
en slapen, hoor!" „Akela u moet
eens komen kijken, daar is
iemand". Even later is de Akela
bij het groepje» „Nu, jongens,
waarom -.schreeuwden jullie zo?"
Bibberend begon Gert zijn ver
haal, hoe hij niet kon slapen, wat
AMBTENAREN BERECHT
Eind vorig jaar werden twee
ambtenaren van publieke werken
te Amsterdam aangehouden onder
verdenking van diefstal en ver
duistering van goederen, toebeho
rende aan de gemeente Amster
dam en opgeslagen op Schiphol.
Het waren de 47-jarige D. H. V.
en F. S., die ervan beschuldigd
werden materialen, welke door de
Amerikanen op Schiphol waren
achtergelaten, te hebben meege
nomen. Bovendien werd valsheid
in geschrifte ten laste gelegd. De
officier van justitie had bij de
eerste behandeling van deze zaak
tegen V., die hoofdinspecteur van
publieke werken te Amsterdam is,
een straf van zes maanden geëist,
waarvan drie voorwaardelijk. Te
gen S. luidde de eis een geldboete
van f 100.en een maand voor
waardelijk. De uitspraak was: V.
vier maanden voorwaardelijk en
S. vrijspraak.
hij hoorde en zag. De Akela keek
Gert een beetje verwonderd aan,
want hoe was zoiets nu mogelijk.
Ze keerde haar hoofd om in de
aangeduide richting en ja wel
hoor. Twee lichtjes gingen been
en weer. „Jongens, ik denk, dat
ik weet wat het is. Komt maar
mee." Resoluut stapte de Akela
naar de bosjes. De jonge welpen
schuchter achter haar aan. Zij
ging achter het bosje om, hurkte
neer en knapte een paar takjes
af. Daar stonden de jongens
met open monden.de lichtjes
waren weg. De welpen schaarden
zich rond hun leidster en de uit
roepen van verbazing waren niet
van de lucht: „Wat is dat nu, hoe
kan dat?" „Kijk, deze takjes zijn
door gisting in de Lente en door
de douwregen fosfor gaan ontwik
kelen. Wanneer het nu donker is,
dan kun je dat zien, omdat fosfor
een licht afgeeft. Zo zien jullie
dus, wat de natuur al niet kan om
jullie een beetje de stuipen op het
lijf te jagen". „Maar Akela, dat
huilen dan, dat zo heel veel leek
op een mens, die pijn lijdt, dat
was er toch net ook?" Het is Gert,
die het vroeg. „Wel, dat waren
niets anders dan uilen, doodgewo
ne nachtuilen". De jongens slaak
ten een zucht, dat was me een be
nauwd kwartiertje, maar span
nend. Ze gingen weer naar hun
tenten. De hemel was in en in
zwart, de regendruppels tikten
hard op het tentdoek. Af en toe
flitsten enkele bliksemstralen
door het luchtruim. Donders mooi.
De volgende dag was het prachtig
weer.
KANUNNIK JOSEPH CARDIJN,
de oprichter van de wereldbewe
ging der Kajotters, heeft een lang-
duryje reis gemaakt door de Ara
bische landen. Na zijn terugkeer
verklaarde hij, dat hij bijzonder
onder de indruk was gekomen van
het enorme probleem, waarvoor de
Kerk zich bij de missionering van
de Islamietische landen geplaatst
ziet.
Dit misisoneringsprobleem is des
te moeilijker op te lossen, omdat
het naiiw verband houdt met tal
van andere vraagstukken op het
gebied van kolonisatie, ras en in
dustrialisatie. Het missiewerk ziet
zich geplaatst voor het probleem
van de zich snel uitbreidende grote
steden onmiddellijk naast grote
woestijnen en onmetelijke oer
wouden. Daarbij komen proble
men op het gebied van de taal,
zeden en beschaving, alsook die,
welke betrekking hebben op het
gezin, de positie van de vrouw en
de sociale toestanden.
Het grote probleem in deze lan
den is evenwel het probleem dei-
massa, de proletariërs, het mil-
lioenen tellende leger van loonar
beiders, die aan de ellende en de
uitbuiting zijn prijsgegeven en in
onzekerheid en onder de slechtste
verhoudingen hun leven leiden
Deze hongerige mensen, die thans
ontwaken, vormen de broedplaat
sen van elke soort agitatie en op
stand.
Onder deze omstandigheden, al
dus Kanunnik Cardijn, mogen
de Kerk en het Christendom zich
minder dan ooit vereenzelvigen
met een bepaald ras, een bepaal
de klasse of met economische, po
litieke of nationale belangen. Meer
dan ooit moet het duidelijk zijn.
dat de enige oplossing voor de
eenheid en de vrede op de wereld,
de opdracht van Christus is: Ite
et docete omnes gentes.... 'gaat
en onderwijst alle volkeren)...
evangelisare pauperibus misit me
(Hij.zond mij om aan de armen het
Evangelie te verkondigen).
Wanneer men nagaat, zo ver
volgt Kanunnik" Cardijn, waarom
de evangelisatie in de Islamieti
sche wereld geen succes gehad
heeft, dan moet men bekennen,
dat er, afgezien van het godsdien
stige fanatisme der Mohammeda
nen, op het gebied van politiek,
economie en cultuur fouten zijn
begaan aan de lopende band
De Kerk en het Christendom
vereenzelvigen zich veel te veel
met de bezetters, de kolonisatoren
en de Europeanen. De schandalig
hoge winsten der kolonisatoren en
de reusachtige ondernemingen
vormen een schrille tegenstelling
met de schamele armoede der in
landse arbeiders. Onbekendheid
met de taal bij bijna alle Europea
nen maakte contact onmogelijk.
Onvoldoende pogingen wat betreft
het onderwijs, de woningen en de
hygiëne zijn de verdere factoren,
die een verklaring geven van de
isolering van deze twee werelden.
Kanunnik Cardijn is van mening,
dat in verband met de gigantische
industrialisatie en het hoge ge
boortecijfer in de Islamietische
landen, deze problemen niet meer
kunnen worden opgelost met mi
litair geweld.
Een vredelievende oplossing is
slechts mogelijk door acties, die de
tegenstellingen en de misverstan
den der vergangen eeuwen uit de
weg ruimen. Men moet alle pogin
gen in het werk stellen om de Is
lamietische bevolking te benade
ren en met haar op menselijke wij
ze samen te werken. Slechts op zulk
een wijze kan een vriendschappe
lijke en vertrouwelijke sfeer wor
den geschapen.
Hij heeft op zijn reis gezien, hoe
reeds enkele Christenen met suc
ces de barricades van de politieke,
sociale en economische onrecht
vaardigheden hebben doorbroken
en het vertrouwen hebben gewon
nen van de verbitterde inlandse
bevolking. Het is thans van het
grootste belang, dat men in deze
richting voortgaat en de pogingen
van de verschillende kanten coör
dineert.
De Islamietische wereld is een
gelovige wereld, en slechts een
diep en absoluut Christelijk geloof
vermag de scheiding weg te wis
sen, die ontstaan is door een over
heersers mentaliteit en een kunst
matig Christendom.
ALKMAAR.
hield de afdeling
Ned. Kath. Bond
en Leidinggevend
propaganda-avond
ding stond van
afdeling, de heer
Deze herinnerd,
aan de Vastenbrie:
waarin aangemaai
eensluiting van
werknemers. Hela
terzijde, hoewel n
meer en meer v;
dat men in een
meer kan bereike;
staande. In verbar
hij dan ook op h
de Philipsmensen,
tijds begrepen had
van circa 600 lec
vormd.
Daarna was het
heer W. van Kouu
het hoofdbestuur
in een scherp bet
lidmaatschap der o
zette. Hij wees er
het in vele gevalle:
het ook al in Alk
het leidinggevend
bond te verzamele
niet doordrongen
lijkheid daarvan,
kleinere bedrijven,
maar door het pk
al veel voorbereid
succes verricht, to.
niet waar men we
nog niet voldoend
zoals ook op deze
slechts door een
werd bezocht.
Doch men dient i
daarbij ook te bes.
nut de organisatie
stand gebracht. Sp:
aan de 48-urige w
ciale regelingen, ei
zeer gunstig zijn e
in andere landen
Verder» kennen we
het ouderdomspensi
regeling, maatregel»
tiviteit der pionier:
bewegingen verkreg
FamiliebericP
God zegende ons ht
en schonk ons een
jacobus franf
maria
H. A. M. KRAAK
A. G. H KRAAK
VAN
Alkmaar, 7 April 19
Platte Stenenbrug
max nuyens
en
corrie„deutek
geven kennis van
voorgenomen Hu\
waarvan de mzegeni
plaats hebben op Zat
30 April a.s., des mc
te 10 uur, in de Par<
kerk van de H. Ch
phorus te Schagen.
Schagen, 7 April 1949
Loet F 17
Noord A 63
Receptie: Zaterdagm
30 April, van 35 i
in hotel „De Goui
Engel" te Schagc
Op 17 April hopen
Ouders, Behuwd-
Grootouders
n. huibers
c. l. huibers-wah
hun 45-jarige Echtve
ging te herdenken.
Receptie van 4 tot h:
Heiloo, Hoogeweg 34.
4- 4* 4- 4* 4- 4» 4» 4* 4*4* 4* 4* 4»
Heden overleed, na
geduldig gedragen
den, voorzien van
H.H. Sacramenten
Stervenden, onze
liefde moeder,
huwd- en grootmoe.
GEERTRUIDA
BEKKER
Weduwe van S. Kruij
eerder van Jac. K<
in de gezegende oud.
dom van 83 jaar.
Namens de fami
KOS te N. Sch;
woude, Julianadc
en Alkmaar
N. Scharwoude,
8 April 1949
De plechtige H. N
van Requiem zal pla;
hebben op Maand
11 April v.m. 9 uur
de Parochiekerk v;
St. Joannes de Doop
te N. Scharwoude,
waarna de begrafen
Rozenkransbidden
's avonds 8 uur t«
huize van Alb. c
Lange, le Lagehoel
straat, N. Scharwout
Heden overleed, n
een kortstondige ziektf
voorzien van de H.E
Sacramenten der Ste:
venden, onze innig ge
liefde echtgenote ei
der kinderen zorgzam
moeder
cornelia
van langen,
ig de ouderdom van 3
jaar.
N. KOSSEN
en kinderen
Warmenhuizen,
8 April 1949
g Dorpstraat 92.
Advertentiën
j. g. a. kerssemake1
alkmaar
Orthop. - chirurg
Uitsluitend voor
orthopaedic chirurgie
der bewegingsorgancn
Zaterdag 9 April en Din
dag. Donderdag en Zate
dag voor Pasen
geen spreekuur