POLITIEKE VARIATIES OP 'N OUDEJAARSTHEMA
Nederlandse politici aan de tafel bij Vader Tijd
AS GOD"
TWAALF
MAANDEN
N.S. EN K.L.M. ZIEN TERUG
op een jaar vervoers-arbeid
Zaterdag ?1 December 1949
mben
„We zijn er nog", zei Vader Drees
Van den Brink, de man die duwt, Mansholt
roept om meer vrijheid en meer deviezen
Rampen in 1949
twaalf maal
een schok
s dan geen krimp ge-
i de besehuldigingen
lende katholieke figu-
age, verraad en sabo-
vas het wapen tegen
lindszenty, die na het
proces in Boedapest
eroordeeld werd. Op
kregen priesters en
in Roemenië de keus
keren tot de wereld-
of leven in armoe en
ie angst voor terreur
al was de actie in
wakije. Uitdagend is
van Mgr. Béran zeker
st; zijn politiek was
chtiger dan die van de
n Boedapest. Op een
it gekomen moest ech-
echo-Slowaakse aarts-
èïilijk verklaren „ver
in mogen wij niet" en
e meerderheid van de
eunde daarbij ondanks
in een pseudo-katho-
hun episcopaat. In de
de Kerk nog één con-
■r voorbehoud werd de
legcstaan te gehoorza-
de kerkwetten van
latere verklaringen is
leken, dat dit alleen
om groter onheil te
en met nadrukkelijk
en van de rechten van
:t het Vaticaan in deze
lid gedaan? Tweemaal
1. de Paus persoonlijk
aanvallen op de Kerk
t het onrechtvaardig
n kardinaal Mindszenty
verklaarde Hij vanaf
eter voor 300.000 gelo-
ii kunnen niet langer
En 's Pausen woord
rechtstreeks tegen de
e zich in Boedapest aan
aad hadden schuldig
in de zomer de vijanden
rk zich alom begonnen
liet Pius XII de ex-
itie uitspreken tegen
n deze strijd een anti-
i rol speelden of zou-
i. Ook buiten de Kerk
h de inzet van de mo-
cvervolging bewust ge-
.merika vroeg de aan-
de Verenigde Naties
■ocessen in Oost-Europa
lijkertijd godsdienst en
rapt werden. Of de we-
satie meer zal kunnen
constateren?
katholieke actie zal de
maanden niet vermin-
igendeel. De Kominform
.s laten weten, dat het
me van nu af aan in
a katholieke arbeiders
a moet trachten hen aan
i. Een taktiek welke
zaarlijk kan zijn. Geluk-
)ok een gewaarschuwd
twee.
1 kreeg een kans in
n lapmiddel? President
>opt er het beste van
soortgelijke werken,
palm moet onvoorwaar-
rden toegekend aan onze
:e Encyclopaedie.
geen overdreven zelfbe-
of minachtend neerzien
verk van anderen. Het
arin weten wij heus wel
icheiden. Maar wij con-
ook de onontkoombare
terwijl onze eigen Katho-
•yclopaedie geheel en al
i doorstaat glansrijk de
critiek. Het puik der ge-
/an Noord- en Zuid-Ne-
heeft aan dit machtig
Iwerk samengewerkt en
lakt tot een helderschij-
;en in de duistere nacht
iuizenden uiteenlopende
arde meningen in onze
adat het ook door niet
en als een veilig richt-
ïelijk wordt gewaardeerd
;holieke Encyclopaedie is
de glansrijkste bijdragen
itholieken voor de Neder -
iltuur. Dat mogen wij ons
;er en een vreugde aan-
Dit werk is door katho-
ogelijk gemaakt voor alle
ders, maar voor ons
:en op de eerste plaats,
ten een dergelijke aller-
kste beschavingsarbeid
Een volk leeft niet van
alijke alleen en zelfs niet
rste plaats. Maar van het
het goede, het ware, het
laar is de Katholieke En-
iie als het ware de sta-
de onuitputtelijke voor-
ur van. Onze lezers, die
in de gelegenheid zijn.
wij niet krachtig genoeg
n, zich de Katholieke En-
die'aan te schaffen. Van
we, geheel bijgewerkte
n de eerste twee delen
ïen.
P. v. B.
MAART
„Aanval op één. betekent een
aanval op allen".
(Tekst van het Noord Atlan
tisch Verdrag).
JANUARI
„Ik trek mij tijdelijk terug om de
vrede mogelijk te maken".
(Tsjang Kai Sjek bij de val
van Peiping).
FEBRUARI
„Ik heb gebeden voor vrede in
onze dagen".
(Laatste woorden van kardi
naal Mindszenty tijdens zijn
proces).
(Van onze parlementaire redacteur)
ERGENS VER ROLT EEN TREIN, de avond is vol grijze dampen.
Waarom is de slagboom, die 1949 van 1950 scheidt, nog ge
sloten? Wij morrelen er ongeduldig aan, wij willen de toekomst
vast verkennen. Een tik op onze schouders doet ons echter om
zien. Daar staat een oud man. Zijn grijze haren hangen als
manestralen om zijn hoofd, achter zijn ogen liggen de verwor
venheden van eeuwen opgetast, ja, dit moet Vader Tijd zijri.
„Toef nog een ogenblik in het huis, dat ik voor deze avond aan
de slagboom heb opgeslagen", voegt hij ons toe. „Ook een
journalist past het niet op mijn zandloper vooruit te lopen".
Als hij ziet dat wij aarzelen, schudt hij afkeurend het hoofd.
Meer voor zichzelf horen wij Vader Tijd mompelen: „Hij leeft
nog steeds in de sfeer van het begrotingsdebat". En dan weer
tot ons: „Hoor, deze avond is stil. Ook het knallen van de zweep
van dr. Kortenhorst heeft opgehouden. Kom toch, ook aan deze
zijde van de slagboom zult gij de laatste uren van het jaar
nuttig kunnen besteden. In mijn huis zullen alle politieke groten
nog een ogenblik toeven, voor mijn huis zal zich, in afwachting
van de laatste korrel die door de loper vloeit, zelfs heel Neder:
land verzamelen".
Dat is voldoende om hem te vol
gen. De kamer, waarin de oude man
ons binnenvoert, heeft kale wanden,
op de houten tafel staan slechts een
grote zandloper en een lantaarn en
dan nog hier en daar in het vertrek
een tiental ruwe stoelen. Vader Tijd
raadt blijkbaar onze gedachten:
„Dit is slechts een grenspost,'' zegt
hij. „De mens reist door de tijd. Hij
neemt zijn verworvenheden en zijn
verwachtingen mee. U zal het
vooral interesseren wat er deze
avond aan politieke bagage wordt
aangegeven." De mond van Vader
Tijd zegt nimmer een overbodig
woord. De deur gaat open en met de
kilte van de nacht treden twee man
nen binnen. Wij herkennen hen di
rect, Vader Tijd behoeft zelfs de
ogen niet op te slaan: „Zet U, Dr.
Drees en Mr. van Schaik," zegt hij.
De minister-president schudt de
grijsaard hartelijk de hand. In één
zin maakt hij de politieke balans
van het jaar op: „We zijn er nog!"
en onderwijl vloeien er achter de
brilleglazen de uitdrukking van een
goedmoedige natuur en de ernst
van een heel jaar worstelen samen.
Mr. van Schaik, de vice-president,
gewichtigste hoofdstukken blijven
der Nederlandse geschiedenis. „Ont
hul ons de toekomst, vader Tijd,"
vragen wij, maar de oude man
werpt ons een bestraffende blik
toe. „Ook een journalist is het niet
geoorloofd de toekomst te kennen,"
antwoordt hij en dan blijft het even
stil. Om het licht van de lantaarn
trekken zich onze gedachten samen.
Wij begonnen het jaar met de
tweede politionele actie, een actie,
die èn in Indonesië èn in het bui
tenland nieuwe weerstanden opriep.
In Februari stond Nederland met de
rug tegen de muur. Toch doorvech
ten of andermaal de weg van on
derhandelen inslaan? Sassen ging,
de rest van het kabinet bleef. De
man, die thans naast ons zit, nam
een taak op zich, die ?üj zichzelf ze
ker niet gewenst had. Hij is ons
voorgegaan naar het accoord van
Royen-Roem, naar de Ronde Tafel
conferentie en tenslotte naar de
nieuwe verbondenheid tussen Ne
derland en Indonesië. Buiten in de
avond weten wij verbondenheid tus
sen Nederland en Indonesië. Buiten
in de avond weten wij de slagboom,
die 1949 van 1950 scheidt. Daar-
Minister Fièvez, de te vroeg
ontslapen voorganger van
minister Schokking.
scheiden kolonel Fiévez. Deze tafel
is op dit ogenblik de tafel van zo
vele gezinnen. De nacht dekt de
ramen af als een rouwgordijn. Maar
toch, de generaties, die achter ons
komen vragen, dat wij verder gaan.
En hebben wij dai; het afgelopen
jaar, vooral ten behoeve van hen,
vorderingen gemaakt? De zesde
gast, die binnenkomt, minister
Stikker, legt twee rollen op tafel:
Het Atlanisch Pact en de Raad van
Europa En wij lezen begerig onder
het schijnsel van de lantaarn: Dit
werelddeel en Amerika maken zich
op om haar defensieve krachten
saam te voegen, dit werelddeel wil
in steeds grotere mate de afzonder
lijke belangen aan het gemeen
schappelijk belang ondergeschikt
gaan maken. Zal dit alles werkelijk
heid worden, wij beseffen het op
deze laatste avond van het jaar niet
zonder ontroering, de geslachten,
die na ons komen, zullen ons alleen
reeds hierom zalig prijzen. En wat
deden wij aan het binnenlandse
front? Wij horen een bescheiden
klop en dan gaat de deur op een
kier open. ,,Ik weet het," zegt Va
der Tijd, „gij hebt nog weinig aan
te geven, minister Teulings," maar
ook de goede voornemens worden
hier geregistreerd, 't Volgend jaar
zal er geen politie-vraagstuk meer
zijn; wat de burgemeesterbenoemin
gen betreft zult gij natuurlijk ieder
zoveel mogelijk het zijne willen ge
ven en zo is er veel." Na hem vol-
verte horen wij het aanzwellend
geluid van. duizenden voeten. Dit
moet gans Nederland zijn, dat op
mars is naar 1950! De eerste figu
ren doemen reeds uit de donkerte
op. Ja, de eerste is minister Lief-
tinck: „Devaluatie" roept hij ons
grimmig toe", maar we komen er
weer boven op. Zie maar eens wie
W allemaal achter mij komen!" Op
datzelfde ogenblik horen wij de
slagboom omhoog gaan. Klokken
beieren, fluiten gillen zowel v. ver
af als van dichtbij. Maar schoner
muziek nog is het geluid van de
handwagen, die voorbij knarst,
zwaarbeladen als zij is met machi
ne-onderdelen. De man die duwt,
ja, dat is minister v. d. Brink,
maar hij heeft hulp. Vooraan trekt
de jonge staatssecretaris v. d.
Grinten aan het leidsel van de P.
B.O. Daarachter volgen de hon
derden, de duizenden werkers. Tus-
Minister van den Brink, de man
die duwt naar de
industrialisatie.
sen hen gaat minister Joekes,
maar telkens snelt hij ook langs de
rijen met de kreet: „Vijf procent
loonsverhoging!" Een kreet, die dan
weer beantwoord wordt met het
spreekkoor: Meer productie, zes
tien procent meer! Dan volgen
nieuwe rijen van duizenden. Maar
nu zijn het onze boeren, vooraf
gegaan door Nederlands boer num
mer één: Minister Mansholt. Tel
kens wendt hij zich om en roept:
Meer vrijheid, maar ook meer de
viezen! Zo marcheert Nederland in
de Oudejaarsnacht 1950 binnen.
Daarachter komen andere zorgen
voor morgen: Duizenden bruidspa
ren. die niet de Lohengrin zingen,
maar wel: „Wij krijgen een huis
misschien.'", de terugkerende sol
daten, die op mars zijn naar hun
oude of naar een nieuwe werk
kring, de duizenden, die elders in
de wereld, een nieuw terrein wil
len zoeken voor de Nederlandse
energie. Wij zijn de laatsten, die
onder de slagboom doorgaan.
„Sluit U weer aan bij de kopgroep",
voegt Vader Tijd ons ten afscheid
toe", en denk om het parool voor
1950: De Unie enzestien pro
cent meer productie!"
In de Zuid-Afrikaanse stad
Durban raakte in het beqin
van het jaar de zwarte en
blanke bevolking met elkaar
slaags; honderden mensen
kostte dit het leven. Enkele
maanden later vond in het
zelfde land een qrote trein
ramp plaats, welke zeventig
reizigers niet overleefd héb
ben. Opschudding verwekte in
Mei de vliegramp in Turijn
een vliegtuig met bekende
voetballers vloog tegen een
kerktoren en qeen der inzit
tenden kon gered worden. Een
v)ervelstorm welke in Juni
Japan teisterde, eiste, afgezien
van enorme materiële schade,
het leven van 225 mensen. De
grootste natuurramp van 1949
was echter ongetwijfeld de
aardbeving welke in de zomer
Ecuador trof; nog steeds is het
juiste aantal slachtoffers niet
bekend, maar het ligt in de
buurt van vierduizend. Frank
rijk kreeg een grote bosbrand
op zijn debet; meer dan hon
derd doden waren te betreu
ren. In de haven van Toronto
geraakte in September een
passagiersschip in brand; hon
derdenvijftig opvarenden wis
ten zich niet te redden en
kwamen in de vlammen' om.
MEI
„Drie van de vier kamers zim
weer bewoonbaar".
(Duitse politici na het goed
keuren van de grondwet van
Bonn).
JUNI
„Ik teken nooit een overeenkomst
welke de rechten van de Ker
(Mgr.a*r»tae« verklaring)
plaatst een grote koffer op tafel.
„Ik ken de inhoud al," weert Vader
Tjjd af. „Het is de vaas, die gij bij
de kabinetsformatie zo kunstig ge
modelleerd hebt Het is een ware
tovervaas gebleken. In Februari
constateerde uw prof. Romme dat
er een barst in gekomen was, maar
terecht hebt gij gemeend dat de
balsem van het nationale welzijn er
desondanks nog veilig in bleef. Zei-
de hij immers ook zelf niet, dat een
barst in het vertrouwen nog iets an
ders was dan ontbreken van ver
trouwen? Maar het meest wondere
blijft toch, dat de barst in Augus
tus zelfs weer geheel is dicht ge
trokken." „En dan nog die andere
barsten het is de minister-president
die op deze laatse avond van het
Jaar ook zijnerzijds behoefte voelt
om in het verleden terug te treden.
„In Mei, bij het accoord van Royen-
Roem scheen er een tweede barst
te zijn bijgekomen, in Juli hadden
wij het comité-generaal. Maar toch,
al met al heeft U zeker gelijk: Deze
vaas ging zolang te water tot zij
weer heel heel werd!'- „En dan heb
ik nog de nieuwe Ronde Tafel voor
de West bij mij," mr. van Schaik is
een consciëntieus man, hij wil niets
van de kofferinhoud verzwijgen.
„Pak haar in 1950 uit," antwoordt
Vader Tijd, „maar wacht niet te
lang. Vier jaren ervaring liggen
achter II. Als de verhoudingen hoe
kig worden, valt het niet meer mee
om de zaken nog rond te krijgen.
Het is in elk geval gelukkig dat U
de krasjes van de amendementen
de Kort en Schermerhorn nog weg
hebt kunnen politoeren.?
Weer waait de kilte van de nacht
In de kamer. Twee rijzige figuren
moeten zich bukken om binnen te
kunnen komen. Zij blijven staan.
„Collega Götzen, wij moeten voort
naar de Unie," zegt een ongeduldige
stem; wij herkennen haar direct,
het is de stem van minister vaii
Maarseveen. „Zet ook gij U een
ogenblik aan deze tafel," nodigt
Vader Tijd, „de historie heeft voor
U zelfs een blijvende plaats inge
ruimd. Uw werkzaamheid in het
afgelopen jaar zal altijd een van de
SEPTEMBER
„Ergens in Rusland vond dezer
dagen een atoom-explosie plaats".
(Truman in een verklaring op
het Witte Huis).
HET ONTWERP UNIE-SWUUT ~-
AFRIL
„Zonder atoombom zou Europa in
slavernij leven".
(Churchill tijdens een rede
te Boston).
OCTOBER
„Eindigt de Ronde Tafel Confe
rentie op 1 November met goede
resultaten?"
(De dagelijkse vraag in de
October kranten)
achter ligt de toekomst van de
Unie. Onwillekeurig valt onze blik
weer terug op Vader Tijd, achter
zijn gerimpeld voorhoofd ligt im
mers de wetenschap, die wij reeds
nu zouden begeren. Maar hij vouwt
de handen en voegt °ns toe„Bidt
nog eens, hetgeen gij tijdens de
laatste Eerste Kamervergadering
gebeden hebt: God zegene zoveel
goede voornemens en zoveel goede
Minister Drees: Wij zijn d'r
nog
wil!" Onopgemerkt heeft zich in
middels een nieuwe gast aan tafel
gezet. Hij kwam op het rechte
ogenblik, zijn handen hebben zich
nog met de onze kunnen vouwen.
Voor mr. Schokking, de minister
van „Oorlog" en „Marine" was het
wel een heel zwaar jaar. De trek
°m zijn mond heeft zich dieper ge
groefd en om wille van zijn herin
nering blijven wij allen nog een
ogenblik stil. Persoonlijk heeft hij
tal van rouwbezoeken afgelegd, de
handen, die nu een ogenblik op tafel
rusten, tekenden soms dertig
doodsberichten in één weekOp
dit ogenblik gaan ons aller gedach
ten oök uit naar zijn diep betreur
den voorganger, den te vroeg ver
gen de ministers Rutten en Spitzen.
Zij hebben geen uitnodiging om
plaats te nemen nodig, kennelijk
vermoeid zijgen zij op de nog be
schikbare stoelen neer.
Er ligt een klank van medeleven
in de stem van Vader Tijd, wan
neer hij hen begrijpend toevoegt:
„Ja, inderdaad, de debatten rond
uwbegrotingshoofdstuk waren
niet gemakkelijk. Minister Rutten
zien wij bruusk in zijn actetas
grijpen: „Hier," zegt hij, „plannen
voor onderwijsvernieuwing te over,
maar men moet mij tijd gunnen,
jfan ik soms V.G.L.O. scholen uit
de grond stampen?" Vader Tijd
knikt begrijpend. „Vat weer moed,'
zegt hij „en dat geldt ook voor U,
minister Spitzen. Ik reken er op,
dat gfl volgend jaar naast de wet
autovervoer personen ook de wet
autovervoer goederen ter registra
tie zult kunnen aanbieden. Kijk, en
daar hebben wij onze tiende gast
ook." Hij kon een jongere broer
van Vader Tijd zijn, de man die
daar begroet wordt: Het is onze
waardige, eminente minister Wij-
ers. Het is de laatste stoel, die
voor hem wordt aangeschoven. Als
hij zijn rol op tafel legt, zien wij
hoe Vader Tijd hem goedkeurend
en bijna olijk toeknikt: „Hande
lingsbevoegdheid voor de vrouw in
1950: Gefeliciteerd, collega, op onze
leeftijd is men niet zo dikwijls
meer in de gelegenheid om het hart
van zoveel vrouwen te stelen!"
Maar dan is het ook uit met dit
rustige gesprek in de Oudejaars
nacht. De deur vliegt open, maar
inplaats dat er een nieuwe geest
binnenkomt, rolt er een grote zak
de kamer in. De lantaarn op de
tafel wordt omfloerst door grijze
stof. Eerst dan verschijnt het rode
hoofd van minister in 't Veld in
de lichtkring. „Cement," zegt hij-
„allemaal cement." Vader Tijd
staat op en neemt de zandloper in
zijn hand. „Juist," prijst hij, „maar
laat de rest buiten, het zal nu im
mers ook zo de tijd zijn.'» Wij tre
den andermaal de nacht, in, maar in
tegenstelling met enkele uren ge
leden is zij nu vol geluiden. In de
De Nederlandse spoorwegen zet
ten in het afgelopen jaar een
stap verder op weg naar de mo
dernisering. 142 km. geëlectrifi-
ceerd baanvak kwam in Limburg
gereed en begin 1950 zal Dor
drechtBoxtel volgen. In Mei
wordt de electrificatie tussen Lage
Zwaluwe en Roosendaal voltooid:
met de aanleg op de lijn Amers
foortTwente wordt voortgang
gemaakt. Het aantal zitplaatsen
blijft echter nog altijd ver achter
bij dat van 17 Sept. 1944, toen de
spoorwegstaking uitbrak. Het be
draagt thans nog geen 90.000 te
gen 162.415 toen, waarvan in Die-
sel-electrisch materiaal 3712 (toen
11.136). Begin Januari zullen op
nieuw 16 D.E. drie- en 5 D.E.
vijfwagenstellen voor de dienst
beschikbaar zijn. Er ziin dan 703
bruikbare stoomlocomotieven en
17 electr. locomotieven, waarvan
6 gehuurde Franse en een Engel
se. Er zijn thans 46.189 zitplaat
sen in stoomrijtuigen tegen 101.077
in September 1944. In bestelling
zijn nog 60 rijtuigen en 10 bagage
wagens met restauratie-afdeling,
bestemd voor de binnenlandse ex
pres-treinen zowel als voor het
internationaal verkeer.
Op. 17 Sept. 1944 was het aan
tal gesloten goederenwagens 10716
en open wagens 16145. Thans is
dit 8138 en 11405. Bijgeleverd
werden in 1949 491 kolenwagens,
260 groenten wagens, 100 koelwa
gens, 70 rongenwagens, 10 dek
zeilwagens, 240 in Hongarije ge
bouwde gesloten goederenwagens,
324 laadkistenwagens en 8 laad-
ketelwagens. 140 van de 1150
daartoe geschikte wagens werd in
1949 omgebouwd tot S-wagens,
die met een snelheid van 100 km.
kunnen worden vervoerd. Dit om
bouwen wordt voortgezet waar
door een aanmerkelijke versnel
ling van het goederenvervoer mo
gelijk wordt. De schaarste aan
AUGUSTUS
„Arrogante leiders moeten wor
den opgeruimd".
(Een nota uit Moskou over
Tito).
wagens heeft zich vooral in de
laatste maanden van 1949 ten
gevolge van de overvloedige oog
sten, het herstel van de handel
met Duitsland, de stijging van
de export i.v.m. de devaluatie,
en de lage waterstand doen ge
voelen. Óndanks uiterste inspan
ning kon in het bijzonder bij het
zeer grote fruitvervoer naar
Duitsland slechts met vertraging
aan alle aanvragen worden vol
daan.
De KXi.M. bestond in 1949 der
tig jaar en hérdacht een ontwik
keling van een kleine onderne
ming met twee vliegtuigen en
twaalf man tot een bedrijf met
wereldreputatie dat 104 toestellen
op een 137.000 km. lang luchtnet
heeft vliegen en 13.000 man werk
geeft. 'Het werd geen jubeljaar:
twee vliegrampen eisten het le
ven van 21 leden van de beman
ning en 57 passagiers, en de po
litieke moeilijkheden op de Indië-
lijn, de ruggegraat van het be
drijf, veroorzaakten aanzienlijke
schade al betekende de omweg
via Mauritius de prestatie van
het grootste oceaantraject in de
geschiedenis van de burgerlucht
vaart. Op 20 Mei werd de lijn
naar Paramaribo via Lissabon en
Dakar geopend. De K.L.M. vliegt
thans 30 keer per week in beide
richtingen over de Atlantische
Oceaan. Ook het verkeer op Duits
land en het Nabije Oosten werd
aanzienlijk uitgebreid en er wer
den ook vele charteropdrachten
uitgevoerd. De vloot werd met
nog 6 Convairliners uitgebreid.
Het stationsgebouw Schiphol werd
in gebruik genomen evenals de
laatste vleugel van het hoofd
kantoor in Den Haag.
In totaal hebben de Vliegende
Hollanders in 1949 meer dan 41'/s
millioen km. afgelegd in 143.600
vlieguren. 650.000 passagiers. 14
millioen kg. vracht en 3l/« millioen
kg. post werden vervoerd.
NOVEMBER
„Benelux, Fritalux, Fibenel, Uni-
scan".
(Symptomen van Europa's
streven om één te worden).
DECEMBER
„Het Heilig Jaar moet het voorspel
worden van een tijdperk van
vrede en geluk".
(Z. H. Paus Pius Xn over
doelstelling van het H. Jaar).
JULI
„Engeland is even platzak als U
en ik".
(Stafford Cripps tijdens een
Lagerhuisdebat over de bezui
nigingen).