Nieuuu Fins schip voor Nederlandse kust vergaan Elf opvarenden vonden graf in de golven Kerkelijke Vasten- en Onthoudingswet weer volkomen van kracht verklaard John Lewis bukt voor gerechtelijk bevel Treinramp in Frankrijk eist 20 doden en 38 gewonden EDITIES VOOR ALKMAAR. HOORN, DEN HELDER, SCHAGEN NHD Fins schip naar bodem van de zee P. B. O. Dorus Rijkers" bracht 18 man behouden te Den Helder Het grote middel om boete te doen. Verheffing van de geestbron van kracht en deuqd Sloep drijvende gezien Dodelijk ongeval bij Sneek Maar de mijnwerkers blijven staken Niets geheimzinnigs boven Schiphol Abonnementsprijs f 4.25 per kwartaal, f 1.43 per mnd., inclusief incasso. Advertentie-tarief: per editie 16 ct. per m.m., minimum f 2.50; in alle edities 26 ct. per m.m., minimum f 4. familieberichten 20 ct., resp. 30 ct. per m.m. Bij contract belangrijke korting. Directeur: E. J. M. Stumpel. Hoofdredacteur: H. N. Smits. Bankrelaties: Noorderbank; Nederl. Credietbank HET FEIT Buiten God is veilig. t nergens (Vondel) A S H VAN HEDEN Pagina J Maandag 13 Februari 1950 45e Jaargang No. 11788 Kantoren: HOORN. Draafsingel 59, tel. 4243, Grote Noord 77, teL 4362 K 2290; ALKMAAR. Ritsevoort 56, teL 2046, (2 lijnen), K 2200; DEN HELDER, Keizerstraat 89, teL 2800 K 2230; SCHAGEN, Molenstraat 52, teL 459 K 2240 DAT WETEN WIJ nu wel, P.B.O. betekent publiekrechtelijke be drijfsorganisatie. De wet is er door, de uitvoering kan nu beginnen. Een dezer dagen zei ons iemand: wat gaat dat nu worden, die P.B.O.? En hij vertaalde de initia len aldus: Praten, Betogen, Over wegen? Daar lijkt het soms op. Het is alles P.B.O.-theorie, wat de klok slaat en er gaan wel eens vergade ringen voorbij, waarop in de vreugde-roes van het nu bereikte, al te gemakkelijk over de moge lijkheden der practische verwezen lijking wordt gedacht. Die moge lijkheden zijn vele en velerlei, maar duidelijk is al wel gebleken hoezeer zij gelijk hebben, die ge waarschuwd hebben tegen te s n e 11e vervulling van verwach tingen. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat het mogelijke moet worden ge daan. om de richtlijnen van de P.B.O.-wet zo spoedig te verwezen lijken als redelijk kan: de P-B.O. moet thans levende werkelijkheid worden, heeft prof. Romme dezer dagen gezegd. Dat was op een centrale studie bijeenkomst van de Katholieke Middenstandsbond. Daarnaast heeft ook het hoofdbestuur van de Ka tholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond een studiebijeen komst aan dit vraagstuk gewijd, aan 'de hand van een tweetal des kundige prae-adviezen. Hierdoor is op gelukkige wijze gebleken, dat de katholieke organi saties haar historische roeping ge trouw blijven van te zijn; voor trekkers op dit gebied, dat is het gebied van de nieuwe maatschap pelijke ordening. Niet genoeg kan er op gewezen worden, dat de P.B.O. veel meer is, als veel meer bedoeld is en veel meer moet zijn dan een samenstel van wettelijke bepalingen om hef bedrijfsbelang te dienen. Hier wordt, eindelijk, begonnen met de concrete opbouw van ordening door de bedrijfsgenoten, hier wordt een betere samenwerking tussen de klassen doorgevoerd tot een stan denbinding tussen kapitaal en ar beid, hier wordt in concrete voort- gewerkt aan de ontbinding van de klasse-strijdgedachte, krijgt de sa menwerking tussen de sociale stan. den nieuwe vormen in een gestalte met wijd perspectief: herstel der maatschappelijke orde op de grond slagen van het Evangelie: sociale rechtvaardigheid en sociale liefde. Niet denkbeeldig is het gevaar, dat de reeds gebleken tegenstellin gen op verschillend gebied, zowel op hoofdpunten als op onderdelen der uitvoering, vertragend zullen werken. Dit moet natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen wor den. Er is al lang genoeg gewacht. De idealen op dit gebied leefden vöör 1940 al vrij sterk. Vijf jaar na de bevrijding uit de afschuwelijke nachtmerrie der propaganda voor een overspannen gemeenschapsle ven. is het streven naar de Nieuwe Gemeenschap, op gezonde basis, erkend. Nu is de periode der practische toepassing aangebroken en nu blijkt allerwegen, dat er verschillende moeilijkheden zijn. Geen twijfel mag bestaan over de feitelijke wer kelijkheid, dat bloeiende vrije organisaties de grondslag vormen van de P.B.O., maar hoe is de ver houding tussen de z.g. „technische" organisaties en de standsorganisa ties? Zal de gedachte van een cen traal toporgaan voor de midden stand allerwege voldoende steun vinden? Komt er een door alle richtingen gedragen oplossing voor het probleem van de verhouding P.B.O. Stichting voor de Land bouw? Hoe zal het in de praktijk kunnen gaan met de volgorde der te stichten organen: eerst product schappen of eerst bedrijfschappen? Hoe wordt de verhouding tussen de eerste, die verticaal, en de laatste, die horizontaal zijn? Zo zijn er meer punten van wrij ving. in groter en kleiner verband, er zijn vragen van tactiek en tech niek enz. Natuurlijk zullen de ka tholieke sociale organisaties, in het kader van de P.B.O. wet. niet kun nen schipperen op principiële pun ten. Natuurlijk moet er. welover wogen, (en dus onvermijdelijk tijd- vorderendl gewaakt, worden tegen een zodanige uitvoering van de wet, dat bijv. de uitdrukkelijk anti-staatssocialistisch ingestelde bepalingen achteraf niet toch ver wrongen worden in een ongewenste richting. Er mag dus niet overhaast gehan deld worden. Maar er mag ook niet niet langer getreu zeld worden. De concretisering van de P.B.O. mag niet verzanden in Praten. Betogen, Overwegen. Dit gevaar bestaat, als de voorbe reiding van de uitvoering dezer Wet een langgerekt tournooi tussen onverzoenbare standpunten wordt. Inderdaad zou daar veel aan ver holpen kunnen worden indien in de ..lagere organen" van de bestaande vrije organisaties algemeen begre pen zou worden de vermaning, om al deze kwesties te bespreken, te bediscussiëren en te bestuderen. Dit zou dan moeten geschieden on hort» termijn, onder deskundige voorlichting, serieus en weloverwo gen. veelzijdig enzo concreet mozpbik. In het bijzonder voor onz" katholieke vak_ en standsorganiso- tie-afdelineen een aangename en dankbare taak! I (Van onze eigen redacteur) In alle vroegte is Zondagmorgen de 2200 ton metende Finse vrachtvaarder „Karhula" op een afstand van 10 mijl van het lichtschip Texel nabij de beruchte Haaksgronden vergaan. Van het ogenblik af, dat men wegéns de critieke toestand aan boord van het schi^, dat reeds viei uren achtereen met een zware slagzij van tot 50 graden te kampen had, noodseinen uitzond tot het ogenblik, waarop de Karhula onder de golven verdween, is alles met een zo'n beang stigende snelheid in zijn werk gegaan, dat alle berichten daaromtrent min of meer verwarrend en tegenstrijdig zijn. De 18 personen, die tenslotte door de reddingboot Dorus Rijkers uit Den Helder zijn opgepikt, waren op twee na, allen Finnen, die zeer gebrekkig Engels of Duits spraken, en er was er geen, die de ware toedracht van de zaak vertellen kon, noch die iets afwist van de lotgevallen van zijn kameraden. Het parool luidde immers: „Vecht voor ie eigen leven en zie niet om tue es wiederHij had maar een kwartier behoeven te zwem men, vertelde hij, doch zijn ka meraad Hans moest een uur zwemmen, voordat hij als laat ste dan nog de sloep kon be reiken. De beide Duitsers waren nog het meest opgewekt. Zij ston- I den ieder te woord. Straks zouden ze immers nieuwe kleren krij gen. „Eine hose hab' ich noch!" i Door de Fa. Neels te Den Hel der werden de mannen van nieu we kleren voorzien en overgelaten aan de zorgen van de Finse consul de heer G. Koij uit Amsterdam. Vermoedelijk gaan de geredden heden Maandag per K.Li.M. naar Finland. Dat het zo geweest moet zijn, was op te maken uit de verhalen, die twee Duitsers, de 34-jarige Hans Conrad uit Lübeck en Max Seeger uit Kiel-Holdenau, beide stokers op het vergane schiD. deden. De „Karhula" was zes dagen geleden met een lading pulp vertrokken van de Finse haven Hangö, kwam na drie dagen in het Kielkanaal en weer na drie dagen in de nabijheid van het eiland Texel: de plaats van de ramp. De zee stond bol, en de wind was fel. Door het overkomende buiswater was de dek lading nat geworden en aan het schuiven geraakt, die het schip een zware slagzij deed maken, tot een maximum van 50 graden. Daarbij schijnt een lek te zijn ontstaan doordat een luik open sloeg waardoor het zeewater met alle geweld naar binnen drong, zoals later door de eerste stuurman verteld werd. Volgens de Duitsers was er géén lek; volgens hen zou 't schip ten slotte door het overkomende huis water gezonken zijn. Het schip moet daarna doormidden zijn ge broken, waarna het snel gezonken is. Men heeft uit alle macht ge pompt, doch het water bleef stij gen en de pogingen werden tot vruchteloosheid gedoemd. Aanvankelijk had men getracht aan stuurboord een sloep te strij ken doch dit bleek onmogelijk. Later heeft men een sloep gestre ken aan bakboordzijde, waarin be halve drie matrozen ook kapitein H. Gronstrand heeft plaatsgeno men. Op de brug waren vier per sonen, naar men vertelde, de eer ste en derde stuurman, de donkey man en de tweede machinist. De brug werd later van het schip afgeslagen en deze mannen wer den door de sloep opgepikt. De overige leden van de bemanning bleven aan dek, lam geslagen door de schrik en zonder in staat te zijn ook maar iets uit te richten, totdat één de moed vatte overboord te springen, waarna negen hem volg den. 18 schipbreukelingen gered. Hoe deze mannen met water, wind en koude hebben moeten worstelen, zal wel voor altijd in hun eigen binnenste bewaard blij ven. Gelukkig konden binnen het uur alle tien door de sloep wor den opgepikt. De bemanning bestond uit 26 personen, 24 Finnen en twee Duit sers. Voorts waren er drie verste kelingen aan boord, waarvan er twee gered zijn. Een van hen bleef met de .overige tien leden van de bemannnig aan boord, die volgens de lezing van de Duitsers zo door angst waren aangegrepen, dat zij niet in het water durfden te sprin gen. Hadden zij dit wel gedaan, zouden zij naar alle waarschijn lijkheid geréd hebben kunnen worden. Spoedlig daarop moet de Kar- ■hula met deze mensen aan boord onder de golven zijn verdwenen. Allleen wrakstukken dreven her en der in het rond. De Karhula werd in 1909 te Helsinki gebouwd en was onder weg naar Saint Louis de Rhone, een havenplaats langs Frankrijks zuidkust, ongeveer 20 mijl van Marseille verwijderd. Het schip behoorde in eigendom toe aan d.e rederij R. Nordstrom en Co te Lewisa (Finland). Voorts vertelden de Duitsers, dat men lang voordat de ramp ge beurde S.O.S.-seinen had uitgezon den en vuurpijlen had afgescho ten. Doch er bleek geen enkel schiip in de buurt te zijn. Wel kwam er een Engels stoomschip, de „Penbrigde Hill", voorbij, dat echter te laat was om nog enige hulp te kunnen bieden. N Dorus Rijkers bood hulp Intussen was de reddingboot Dorus Rijkers om tien minuten voor half acht uitgevaren. Het zal ongeveer 11 uur geweest zijn, dat de Dorus Rijkers de sloep bereik- te en de 18 opvarenden aan boord kon nemen. Daarna heeft het tot ver in de middag rondgevaren of men nog enige teken van leven van de overige leden van de be manning, (waaronder één verste keling) kon bemerken; ook een Mitchelltoestel van de Marine Luchtvaartdienst cirkelde van half acht tot half twaalf boven de plaats van de ramp, echter zon der resultaat. Een omgeslagen, maar onbe mande sloep, wat wrakhout en de overblijselen van de losgeslagen brug was alles wat de bemanning van de Dorus Rijkers nog heeft kunnen vinden. Des middags omstreeks twee uur was de Dorus Rijkers met de schipbreukelingen, die inmiddels van de hoognodigste kleren wa ren voorzien, in de haven van Nieuwediep terug. De mannen van de Karhula waren totaal uit geput, zij beefden over al hun ledematen van de koude. Hun natte eifthaveloze kleren plakten aan hun lijf, en zij stonden wezen loos toe te zien, wat er met hen gebeuren moest. Doch tien minu ten later toen zij eindelijk rond de warme kachel van het Hotel „Het Wapen van Den Helder" zaten, cigaretten kregen toege stopt en een borrel konden drin ken, was het ergste leed geleden. De arme kerels wisten nauwe lijks hoe ze het hadden. De mees ten van hen hadden geen begrip meer omtrent plaats en tijd. Som migen van hen wisten niet meer dat het Zondag was. Wezenloos zaten zij rond de kachel, droogden hun kleren en staarden naar al het vreemd gedoe rondom hen. Langzamerhand kwamen zij bij en begonnen wat te praten. Toen Max Seeger hoorde, dat het Zon dag was, herinnerde hij zich plot seling de extra betaling, die zij op die dag zouden krijgen en hij lachte weer. „Im krieg hab' ich drei mahl ins wasser gesprungen und naturlich nun auch! Und wenn es wieder gescheht.... ich De geredden, van de „Karhula" kwamen te Den Helder weer wat op krachten na hun hachelijk avontuur. Geheel links zittend de kapitein van het vergane schip, H. Gronstrand. In alle Kerken en Kapellen van de Nederlandse Katholieke Kerkprovincie is "gisteren het jaarlijkse Vastenmandement van de Hoogwaardige Bisschoppen voorgelezen, handelend over de betekenis van de Vasten- en Onthoudingswet. De Bisschoppen achten de tijd gekomen, de wet weer volkomen van kracht te verklaren. Volgende week zal in alle kerken de volledige Vasten- en Onthoudingswet worden voorgelezen. Het is daarom, dat de eigenlijke Vastenbrief ditmaal een week eerder afgekondigd is. DE AARTSBISSCHOP EN DE BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND aan de Hun toevertrouwde Geestelijkheid en Gelovigen Zaligheid in den Heer. De beide geredde verstekelin gen van het vergane stoomschip „Karhula" nadat zij door de reddingboot „Dorus Rijkers" behouden te Den Helder aan wal zijn gebracht. Links: Erkki Jokola; rechts Kauko Kirski. Beminde Gelovigen, Binnen enkele dagen begint wederom de H. Vastentijd. Het is de bedoeling van onze Moeder de H. Kerk, dat wij allen die tijd doorbrengen in de geest van boete en versterving. I. Zij wijst ons herhaaldelijk op de talloze voorbeelden van het Oude Testament uit de geschiede nis van het toenmaals uitverkoren volk der Joden. Telkens wanneer het volk zich had misdragen en Gods toorn tegenover hen was ontbrand, telkens wanneer zij in grote moeilijkheden waren en door hun vijanden werden be dreigd en zij Gods barmhartigheid en Gods hulp weer wilden ver werven, namen zij him toevlucht tot vasten en gebed, en evenzovele malen heeft God hen weer in liefde aangenomen en al hun be den verhoord. In het Nieuwe Testament wijst de H. Kerk ons allereerst op het onvergelijkelijke voorbeeld van onze Goddelijke Zaligmaker Zelf, die, alvorens zijn openbaar leven te beginnen, veertig dagen en veertig nachten zonder enige spijs vastte in de woestijn. Met dit Goddelijk voorbeeld voor ogen hebben de Apostelen en na hen de Christenen van alle eeuwen het vasten in beoefening gebracht en de hoge waarde en de grote voor delen daarvan voor ons geestelijk leven en ons eeuwig geluk luids verkondigd. Wat nu voor alle tijden gegol den heeft, is voor onze tijd niet minder waar en niet minder nood zakelijk. II. Die voordelen ook voor onze tijd noemt de Kerk, wan neer zij in de Praefatie van de Vasten ons oproept om dank te zeggen aan God, „Die door het lichamelijk vasten de ondeugden onderdrukt, de geest verheft en deugd en verdiensten verleent". Het vasten onderdrukt de ondeug den en is het grote middel om boete te doen voor de bedreven zonden en zo de verloren genade terug te winnen. Want, al is God oneindig barmhartig en tot ver geving bereid, zonder boetvaar digheid wordt noch de zonde noch de straf der zonde kwijtgeschol den. En wie van ons zal durven beweren, dat hij geen boetvaar digheid nodig heeft. „Allen toch", zo zegt de H. Apostel Jacobus, .struikelen wij op vele punten". En de H. Joannes, de Apostel der liefde, zegt het nog sterker: „Als wij beweren geen zonde te heb ben, dan misleiden wij onszelf". En zo iemand voor geen enkele zonde ook voor geen vroegere fouten iets meer te boeten heeft, dan zal de gedachte aan de vele en gruwelijke beledigin gen. die God dagelijks worden aangedaan, hem zeker dringen tot boetedoening, om daardoor eer herstel te geven aan de Goddelijke Majesteit en de zielen van anderen te redden. Zo leert ons het voorbeeld an de Allerheiligste en gans Onbe vlekte Moeder Gods en van alle Heiligen. Maar het vasten verlost ons niet alleen van de straf van vroegere zonden, het bewaart ons ook voor toekomstige fouten. Sinds de eerste zonde van onze vader Adam is het leven van iedere mens een voortdurende strijd, zowel van binnen als van buiten. In ons binnenste zijn helaas vele verkeerde neigingen en harts tochten. Het is niet mogelijk, .dat wij deze bedwingen zonder een voortdurende versterving. Wij kennen het woord van St. Paulus: „Het vlees begeert tegen de geest.om u af te trekken, van hetgeen gij zoudt willen doen. Daarom hebben degenen, die Christus toebehoren, hun vlees gekruisigd met zijn ondeugden en begeerten". En in de strijd, die van buiten komt, door de bekoringen van de duivel en de verleiding van de wereldse geest, die ons omringt en die ons zo gemakkelijk op het pad der zonde meesleept, is de versterving een allerkrachtigst hulpmiddel. Onze Goddelijke Za ligmaker zeide eens tot zijn Apos telen: „Daar is een soort van dui velen, dat niet wordt uitgedreven dan door gebed en door vasten". Het vasten verheft ook onze geest. Vooral door de voortdurende be oefening van vasten en verster ving wordt onze geest vrij ge maakt van vele aardse dingen en opengesteld voor de overwegingen van het bovennatuurlijke en goddelijke. Daardoor leert hij hoe langer zo meer de aardse dingen als nietig beschouwen en de rijk dommen waarderen van het leven in Gods genade en- in Gods liefde. Door vasten en versterving, met het gebed verenigd, ontvangen wij tenslotte kracht en deugd en grotere verdiensten en een hoger beloning. Zo zijn de vruchten van vasten en versterving voor ons geestelijk leven van onschatbare waarde. Vervolg op pag. 3 OUD-DIRECTEUR NED. SPOORWEGEN OVERLEDEN Zondag is te Zeist in de ouder dom van 70 jaar overleden Ir. W. W. H. van Rijekevorsel, van 1938 tot 1946 directeur van de Ned. Spoorwegen. De heer van Rijekevorsel werd in Pasoeroean (Indonesië) gebo ren, studeerde te Delft en trad, na het behalen van de ingenieurs titel, in dienst bij de Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij Hjj was werkzaam in verschillen de plaatsen, o.a. Hilversum, Alk maar en Apeldoorn. Donderdag a.s. vindt de begrafenis plaats op de algemene begraafplaats te Den Ha^g. 's-GRAVENHAGE (Zondag). Blijkens een berieht van een Zweeds stoomschip dat vanmiddag omstreeks 17.00 uur ter hoogte van het lichtschip Texel voer, heeft het daar drijvende gezien een reddingboot, een kaartenhuis en een richtingzoeker. Het is nog niet bekend van welk schip deze voorwerpen afkomstig zijn. NEDERL. SLEEPBOOT GEZONKEN NAMEN, 12 Febr. (Belga). De sleepboot „De drie gebroeders" toebehorende aan de heer de Poot, een Nederlandse schipper, is Vrij dag door hef. breken van de roer ketting voor de sluis van Sclayn gezonken. Er zijn geen slacht offers. LEEUWARDEN. Zaterdag avond omstreeks 20.00 uur waren te Woudsend onder Sneek een aantal jongens aan het rovertje spelen. Met een zaklantaarn moest men elkaar opzoeken. Plotseling togn een vrachtauto met een dans- clubje passeerde, stak het 14- jarig zoontje van de heer W. de Vries uit Woudsend de straat over met het gevolg, dat hij met het hoofd tegen de wagen opvloog. Hij werd op slag gedood. John Lewis heeft Zaterdag de 400.000 stakende mijnwerkers van de Amerikaanse vetkoolmijnen opgedragen heden, Maandag, het werk in de mijnen te hervatten nadat president Truman een ge rechtelijk bevel had verkregen voor een Bestand van tien dagen in de staking der mijnwerkers. Bij een botsing tussen twee treinen in het Zuid-westen van Frankrijk zijn 20 personen om het leven gekomen en 38 gewond. De botsing vond plaats tussen de sta tions Gaillac en l'Isle-sur-Tarn en de treinen reden met een uursnel heid van meer dan 80 kilometer. De treinen uit Toulouse en die uit Carmaux, die in botsing zijn gekomen, nemen gewoonlijk de enkele lijn ToulouseCapde-Nac, om elkaar te Gaillac te passeren! waar een van de twee op een zij spoor wordt geleid. Doordat de trein uit Toulouse vertraging had, was verzocht het passeren te l'Isle-sur-Tarn te doen plaatshebben, doch vermoedelijk door de dichte mist sloeg de be stuurder geen acht op de signalen en stuurde hij zijn trein de zeven kilometer lange spoorbaan op, die l'Isle met Gaillac verbindt. Op verschillende ernstig gewon den werden in het ziekenhuis van Gaillac noodoperaties uitgevoerd. De twee op elkaar gelopen trei nen waren dusdanig vernield, dat men zes uur na de ramp nog steeds bezig was met het uitgraven van slachtoffers. Tot de omgekomenen behoren Benoit Bosc, middelgewichtkam- pioen van de Pyreneeën, alsmede de machinisten van beide treinen. Béide treinen liepen op diesel motoren, die in de passagierswa gons waren ingebouwd. De meeste slachtoffers bevonden zich in de voorste wagons, die op elkander zijn gebotst. De Zondag uit de mijnstreek ontvangen berichten wijzen er op, dat de mijnwerkers vandaag het werk niet zullen hervatten, on danks het gerechtelijk bevel en de instructies van John Lewis. „Lewis noch Truman noch wie ook zal de mensen weer aan het werk zetten", zo verklaarde een vakbondleider. Voor het ogenblik is het wachtwoord „geen collectief contract, geen werk". Op tal van plaatsen heeft men zich eenparig tegen de hervatting van de arbeid verklaard. Op 20 Februari zal door het Ge rechtshof de aanvrage worden be handeld om een Bestand van tach tig dagen volgens de bepalingen van de wet van Taft en Hartley. De assistent-procureur-generaal verzocht om het spoedbevel om dat de welstand en de veiligheid van de natie wordt bedreigd. Naar aanleiding van een in d Nederlandse pers verschenen be richt betreffende geheimzinnige vliegtuigen, die heel laag over Schiphol zouden vliegen tijdens de nachtelijke uren en daar de no dige onrust en verwondering zou den hebben verspreid, deelt men ons van de zijde van het ministerie van Verkeer en Waterstaat mede, dat dergelijke mededelingen alle grond missen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1950 | | pagina 1