Bureau Inlichtingen was eerst zeer geheim Spannende avonturen van agent Alblas Maas Geesteranus... „Grand Seigneur Oud-N.S.B.-er als Amerikaans agent in Nederland gedropt Londen is verontwaardigd over de Nederlandse pers S.D. ging op bezoek in de Paulinastraat Dit alles kon in Londen Schroder een man waar je niet doorheen kunt kijken Uit het Scholtenhuis ontsnapt „New-York Times" prijst Nederland Britten pleegden geen verraad Merkwaardig Engels „commentaar" Naar wij vernemen: 860ste squadron van de M.L.D. In November 1942 besloot de Nederlandse regering te Londen de inlichtingendienst te organiseren. Het Bureau Inlichtingen (B.l.) werd ingesteld en het ressorteerde onder de minister van Oorlog. Het hoofd van de B.l. was uitsluitend verantwoordelijk aan deze minister. Eerst was de heer H. G. Broekman hoofd van het B.l., daarna dr. J. M. Somer, majoor van de infanterie van het K.N.I.L. De heer Somer had volgens minister Van Lidt de jeude blijk gegeven volkomen in staat te zijn de leiding van het B.l. op zich te kunnen nemen. Het zou ons te ver voeren hier weer te geven, hoe het B.l. werkte en ter gerust stelling van de lezer kunnen wij verzekeren, dat het niet bijster interessant was. Alles ging over verschillende schijven en verschillende heren hielden een vinger in de pap. De heer Gerbrandy was in die dagen minister voor algemene Oorlogvoering voor het Koninkrijk, de heer Van Lidt de Jeude was minister van Oorlog. In de tijd vóór de oprichting van het B.I., in 1942, was er practisch geen agent meer, die nog met de regering in verbinding stond. Men wilde daarom een grotere dienst, die vooral op intelligence-gebied inlichtingen gaf, welke voor de leiding van grote waarde waren, maar die niet een militaire dienst was. Eerst later kwam bij het B.l. het accent te liggen op de militaire berichtgeving. De heer L. Pot, die bij het B.l. werkzaam is geweest, verklaarde, dat dr. Somer een man is, met wie hij helaas grote moeilijkheden heeft gehad. De heer Somer had volgens hem gezegd: „Wij moeten zien, dat wij één inlichtin gendienst krijgen en dat wij niet met Jan, Piet en Klaas moeten moddererr". Ondanks zijn fouten heeft dr. So mer volgens de heer L. Pot uitein delijk „een hoop dingen verrekt moeilijkheden gehad. De samenwer king van het B.l. met de Secret In- tlligence Service (S.I.S.) was zeer goed gedaan". Dat de inlichtingen--bevredigend. Zij is van het begin af dienst toen vrij aardig op de been I aan heel goed geweest. is gekomen, is naar de mening van de heer Pot voor een groot deel aan de heer Somer te danken. Zelfs de regering te bar Wat de „buitenposten" van het B.l. betreft, heeft de heer Somer meegedeeld, dat de heer Maas Gees teranus vertegenwoordiger van het B.l. in Lissabon was. Maar Geeste ranus was 'n voortreffelijke kracht voor het inlichtingenwerk, maar hij had een slordige manier van boek houden. Dat liep volgens de heer Somer werkelijk de spuigaten uit. Om deze reden moest hij worden ontslagen. Het was meer dan ver schrikkelijk, het is werkelijk een drama geweest. De heer van Honten heeft ook nog een en ander over de heer Maas Geesteranns verteld. Deze wtas vol gens de heer van Houten enigszins fantastisch in zijn optreden. H(j gaf b.v. grote cocktailparties en invi teerde daar mensen, die de leiding van het BX met het oog op zijn po sitie niet geschikt achtte. In 1943 heeft het bijkantoor van het B.l. te Lissabon bijna 34.000 pond sterling gekost. De heer Sanders kwam in een destijds opgemaakt rapport tot de conclusie, dat er op uiterst roe keloze, zo niet misdadige wijze met Rijksmiddelen omgesprongen is, terwijl tevens ernstige onregelma tigheden zijn gepleegd. „In alles dringt zijn zacht van grandseigneur spelen en dikdoenerij naar voren, waaraan hij elk belang ondergeschikt maakt", aldus de heer Sanders. Een en ander werd zelfs de Nederlandse Regering te Londen te bar en de heer Maas Geesteranus wandelde de Lissabon- se laan uit. Toen de heer Pock („een prima vent") hoofd van het bureau te Lissabon werd, daalden de kosten tot een derde. De heer Maas heeft geen functie meer gehad, wel is hij tot aan het einde van de oorlog betaald. Volgens de heer Somer was Mr. Maas tot de laatste cent betrouw baar en hij is er van overtuigd, dat hij nooit een halve cent voor zich zelf heeft gebruikt. Zijn beheer was echter zodanig, dat het niet te ver antwoorden was. Engelsen voerden de boventoon De Nederlanders te Londen ver keerden, volgens de heer Somer, in een zeer moeilijke positie, omdat zij alles van de Engelsen moesten heb ben. Voor elke kleinigheid moesten zij de Engelsen om hulp vragen. Bovendien werkte de Engelse dienst niet aleen voor Nederland, vrijwel geheel Europa hadden de Engelsen onder hun beheer. De Nederlandse dienst heeft vol gens de heer Somer ontzaglijke Men had bij het B.l. geen deskun digen. De technische verzorging was in handen van de Engelsen. Het B.l. is met vier mensen begonnen, hele zaak moest van de grond af worden opgebouwd. De heer Van der Schrieck van Buitenlandse Za ken was de enige Nederlandse code- deskundige. Als hij er zich mee zou hebben bemoeid, zou de Engelse code-expert gezegd hebben, dat hij niets met de heer Van der Schrieck te maken had. Het Engelse systeem diende nu eenmaal door alle geallieerden lan den gevolgd te worden, het B.l. kreeg van de Engelsen nu eenmaal geen andere codes. Dat was de prijs die de Nederlanders hebben be taald voor hun gruwelijke nalatig heid van 1940, namelijk, dat zij niets hadden voorbereid Nog geheimer dan geheim. Het B.l. was in het eerst zeer geheim, het was zelfs zo geheim, dat alles geheim was. Daar heeft <je heer C.J.G. Spoelstra (Den Doo laard) van Radio Oranje, een en ander over verteld en ook de heer A. Pelt, destijds hoofd van de rege ringsvoorlichtingsdienst, heeft er een boekje over open gedaan. Het was, zo zei de heer Pelt, eerst moei lijk van het B.l. berichten te ver krijgen. Het contact tussen B.l. en de R.V.D. liep over de minister president. In het kabinet van de minister-president zaten personen, die zo doordrongen waren van het geheime karakter van elk geheim blaadje, dat zij niet wilden, dat de R.V.D. het zag. Er was een pe riode waarin men eenvoudig de ge heime bladen niet te zien kon krij gen onder 't motto: dit is 'n geheim blaadje. Met het laatste was de heer Pelt het eens, maar dan toch niet voor de R.V.D. Natuurlijk wel in Nederland. In 1942 was men zo ver, dat de heer Van Houten, werkzaam bij de R. V.D., „De geheime bladen" mocht inzien, maar niet voor publica tiedoeleinden. Hij mocht er dus bij wijze van spreken aan ruiken. Maar aan dat ruiken had men niets. Ein delijk was men zo ver, dat men de bladen mocht inzien en dat het aan de discretie van de R.V.D. werd overgelaten, hoe ze te gebrui ken. De voorlichting in het buitenland heeft volgens de heer Pelt in het tweede stadium van de oorlog veel aan de ondergrondse pers te dan ken gehad, want deze maakte het mogelijk, de internationale open bare mening in te lirhten omtrent de ware stemming in Nederland- Dit had eerder kunnen gebeuren, als men in het bureau van de minis ter-president een beetje minder ge heimzinnig was geweest. Het B.l. begreep dit beter, vooral dr. Somer. Allerlei instanties en heren, die 't werk van de pers bemoeilijken en op alles een slot met zeven zegels leggen, kunnen van deze opmer kingen vruchtbaar nota nemen. In de hongerwinter, toen de Ne derlandse regering een beroep op de Amerikanen en de Engelsen deed om steun voor de Nederlandse bevolking, was de eerste vraag, die men te horen kreeg: „Kunnen jullie ons aantonen dat de Nederlandse bevolking binnen de grenzen van het mogelijke, iets heeft gedaan, om zelf tegenstand te bieden?" De Nederlandse ondergrondse bewe ging was minstens even actief ge weest als de Franse „Maquis," maar dat kon men alleen bewijzen uit de archieven. De Fransen hadden hun ondergrondse activiteit allang geleverd door het' veel ruimere ge bruik, dat zij van de berichten van hun ondergrondse dienst hadden kunnen maken. De Nederlanders in Londen waren bang, dat men door te veel lpubliciteit op het gebied van de ondergrondse beweging in Nederland ongelukken zou veroor zaken. De R.V.D. zat er lelijk tus sen. Aan de ene kant kreeg men verwijten, dat de mensen hier aan gevaren werden blootgesteld, en aan de andere kreeg men te horen, dat er geen propaganda werd ge maakt voor hetgeen er in Neder land door het verzet werd gedaan. In de herfst van 1944 kreeg de R. V.D. grotere vrijheid om van de in formaties over de ondergrondse be weging in Nederland een ruimer gebruik te maken. DE STUDIE IN INDONESISCH RECHT Het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ver zoekt ons het volgende mede te delen: De studie in het Indone sisch recht zal zoals bekend in haar huidige vorm niet kunnen worden gehandhaafd. Zo spoedig mogelijk zal in verband hiermee een regeling worden bekend ge maakt, binnen welke termijn de genen, die met deze studie bezig zijn, nog gelegenheid krijgen hun examens af te leggen. De studen ten wordt reeds thans aangeraden het candidaats-examen zo spoedig mogelijk en uiterlijk in Januari 1951 af te leggen. In verband met de voorgenomen wijzigingen ligt het in de bedoeling, dat met in gang van de nieuwe academische cursus geen candidaatscolleges meer zullen worden gegeven. Post voor de Kota Inten De P.T.T. berichtte ons 13 Juli dat zeepost kan worden verzon den voor de Cottica, varende op Indonesië. Dit moet zijn „Kota Inten". Correspondentie voor dit schip moet uiterlijk 17 Juli ter post zijn bezorgd. Twee Amerikanen staan op wacht bij een kist dynamiet op een „ondermijnde" brug aan het front op Korea. Bij hun terugtocht over de rivier Koem gebruikten de Amerikaanse strijdkrachten 600 ton dynamiet om de brug over de rivier op te blazen. PLECHTIGE H. MIS VAN MGR. GIOBBE Gistermorgen is te Hengelo t gelegenheid van het 7de eeuwfet van het Heilig Scapulier van Om Lieve Vrouw op de Berg Carmc een pontificale Mis opgedragei door de Pauselijke Nuntius Mgr Paolo Giobbe. De vaste gezangen uit de „Missa Regina Coeli" voor vier en vijf stemmig gemengd koor, werden gezongen door het St. Lambertus- koor te Hengelo, onder leiding van August Vörding. Deze Mis van H. Schroder, die in de prijsvraag voor kerkmuziek bekroond werd, werd voor het eerst uitgevoerd. PROTEST VAN BELGISCHE FRUITGROSSIERS Meer invoervergunningen geëist In een bijeenkomst van de Bel gische bond van Fruitgrossiers heeft de voorzitter van deze orga nisatie, de heer de Vriese, een pro test doen horen tegen een stop zetting van de verlenging der in voervergunningen. Hij wees erop, dat de Belgische fruitproductie volgens officiële gegevens in 1950 een derde minder zal bedragen dan in 1949 en hij concludeerde daaruit, dat dit jaar in ruimere mate invoervergunningen zouden dienen te worden gegeven. Op 28 Augustus 1941 werd er des morgens om ongeveer 10 uur ge beld aan het huis van de familie Hoogervorst in de Haagse Paulina straat. Een mannetje kwam binnen en deelde mee, dat hij de meters kwam controleren. De meteropnemer gedroeg zich echter zo raad selachtig, dat besloten werd de politie erbij te roepen. Toen kwam uit, dat het mannetje in dienst van de Duitsers stond, die als taak had na te vorsen van waaruit een geheime zender werkte, welke de levendige belangstelling van de S.D. had opgewekt. Wat het man netje echter niet door had, was dat tijdens de conversatie een der dochters des huizes de zender die inderdaad aanwezig was met code en al in haar koffertje pakte en het gevaarlijke vrachtje naar de Bijenkorf fietste, waar het in de garderobe verdonkere maand werd. Wat zegt II van de boven ons land gedropte agent Mans, die in November 1944 werd gearresteerd en na twee dagen uit het Schoi- tenhnis te Groningen wist te ont snappen?. Hij was in die tijd min of meer acrobaat. Tussen het Schol- tenhnis en het huis ernaast was 'n gangetje van ongeveer l'/> meter breedte. Mans was opgesloten in een kamer op de bovenste ver dieping. In die kamer sliepen een of twee wachten. Verder was er niemand. Hij had boeien aan van vrij ouderwets type. Hij mocht ook sigaretten roken, de Duitsers had den hem tabak gegeven. Hij had een ketting om de polsen, die met een slot gesloten was. Toen hij naar het toilet moest, werd de ket ting losgemaakt. Nadat hij weer terug was en de ketting weer moest worden aangebracht, heeft hij zo met zijn handen gemanipu leerd, dat de ketting niet strak ge noeg zat. Met enige oefening kon hij nit zijn boeien komen. Des morgens om zes uur is hij uit het raam geklommen in de ven sterbank. Hij hield zich vast aan de versiersels en de ornamenten van het huis en zo is hij naar het gan getje tussen de beide huizen ge klommen. Hij liet zich zakken met zijn voeten tegen de ene muur en leunend tegen de andere muur. Mans had dus zijn leven te danken aan de decoratieve zin van de Gro ninger groot-industrieel Scholten. Mans zou een kind des doods zijn geweest, als de heer Scholten in zijn tijd zijn huis „nieuw zakelijk" zon hebben laten optrekken. Gruwelijke verhoren. Die twee dagen dat Mans in het huis van Scholten logeerde, zullen hem ten eeuwigen dagen heugen, Hij is er door de Duitsers zo ern stig met knuppels en vuisten be werkt, dat hij thans nog voortdu rend pijn in de rug heeft. Er zijn nog erger dingen in het Scholten huis gebeurd, maar dat charpiter staat thans niet meer op de agenda. Merkwaardig is nog, wat de heer Somer vertelde over de sa menwerking met de Amerikanen, de Amerikaanse inlichtingendienst (O.S.S. Office of Strategie Servi ces). Een Nederlander, n.lrde heer Schrader kwam te Londen aan en vroeg als agent te mogen optreden. Op grond van zijn antecedenten is dit geweigerd. Vóór de oorlog was Schrader n.I. jeugdleider van de NSB in Indië geweest en het is te hegrijpen, dat de heer Somer zich verzette, toen dé heer Schra der solliciteerde om als agent van het B.I. te worden uitgezonden. De heer Schrader liep boos naar kolonel" de Bruyne, maar ook daar ving hij bot. Meer succes had hij bij minister Burger, hij werd zelfs secretaris bij die minister. Op een gegeven ogenblik was hij weg. Tot zijn grote verbazing kreeg de heer Somer na de bevrijding een rapport, waaruit bleek, dat Scha- der door de Amerikaanse dienst naar Nederland was gestuurd. Mi nister Burger was n.I. door mid del van de heer Schrader naar Engeland overgestoken. De heer Schrader had behoorlijke contac ten. Het hindert de heer Somer, dat deze agent buiten de Neder landse regering om door een Amerikaanse instantie naar het Nederlandse bezette gebied is ge zonden, tenzij natuurlijk de Ne derlandse regering daarvan op de hoogte is. Naar aanleiding van deze mede delingen van de heer Somers heeft mr. J. A. W. Burger verklaard, dat hem niet bekend is op welke wijze de heer Schrader bij de Amerikaanse inlichtingendienst is gekomen. In het voorjaar van 1943 kwam hij met de heer Schrader in de Biesbos in contact. De heer Schrader is volgens mr. Burger 'n man, waar je niet doorheen kunt kijken, hij heeft een Japanse in slag. Het is ondoenlijk te weten, wat er in hem omgaat. De feiten liggen in zijn voordeel, wat het laten oversteken van schepen naar Engeland betreft De naam van de heer Schrader is de heer Burger in Engeland het eerst genoemd. Men wist in Londen wat voor vlees men in de kuip had, men was bekend met de antecedenten van de heer Schrader. Deze liep intussen in Londen met zijn ziel onder de arm. terwijl hij toch, volgens de heer Burger, een ver dienstelijke, een intelligente vent was. De heer Burger was toen minis ter zonder portefeuille, had dus geen departement. Hij heeft toen de heer Schrader maar een rap port laten schrijven over de voed selvoorziening in Nederland. Schrader heeft er enkele maan den aan gewerkt. Volgen de heer Burger moet het een zeer goed rapport geweest zijn. Wat de heer S. verder heeft gedaan, is de heer Burger niet bekend, hij heeft hem slechts gezien, toen hij, de Schra der dan, in Amerikaanse dienst was. Schreieder heeft met Schra der, die in Groningen werd ge vangen genomen, een spel ge speeld of proberen te spelen. Bobbie zou worden vrij gelaten, als hij meespeelde. Maar het is niet te controleren, of hij goed heeft gespeeld, maar Schreieder heeft hem later op vrije voeten gesteld, op grond van het oude principe: „Bij twijfel wordt te Uwen gunste beslist". Bobbie Schrader behoort o.i. dus ook tot de mensen, om wie een mysterie hangt. Maar is het ver haal niet kostelijk? Oud-jeugdlei der van de NSB wordt als Ameri kaans agent in Nederland ge dropt, speelt of speelt niet een spelletje met onze vriend Schreie der de-man-met-het-grote-vraag- teken, en wordt weer vrijgela ten Naar het filmparadijs. Michel Howard, director van de" Independant Branch Inc. heeft in samenwerking met United Artist Filmmij te Hollywood de Neder landse mannequin Ankie van Kooy uit Rotterdam geëngageerd voor een contract van 6 maanden. Na een vooropleiding in Holly wood zal zij in enige in Europa te maken films optreden. Dit is de eerste maal, dat een Nederlands meisje regelrecht door Hollywood wordt geëngageerd. En toen ging de zaak aan het rollen! De overval in de Paulinastraat was slechts een der vele spannen de avonturen welke de agent Al blas vanaf 5 Juli 1941, de dag waarop hij in Nederland gedropt werd tot Juli 1942, het tijdstip van zijn arrestatie, heeft beleefd Alblas, een der moedigste agen ten, die er in de eerste jaren van Nederlands bezetting op last van de C.I.D. te Londen waren uitge zonden, heeft met uitermate veel pech te kampen gehad. Feitelijk vanaf de dag, dat de Britse piloot hem per abuis boven Duitsland dropte, tot op het ogenblik van zijn arrestatie, welke mede een gevolg was van het England-Spiel, waardoor ook Alblas is bedrogen, Een andere agent, van der Rey- den, was immers eerder in Schreieders handen gevallen en deze had zich niet alleen zijn eigen geheimen doch ook Alblas' code laten ontfutselen, zodat het voor de Kriminaldirektor een klein kunstje was ook de moedige Al blas in de val te laten lopen. Alblas was in het voorjaar van 1941 met een raceboot uit bezet gebied naar Engeland ontsnapt. De marine was zijn ideaal, doch desondanks stelde hij zich gaarne beschikbaar voor het gevaarlijke werk van de inlichtingendienst. Zijn dropping mislukte door een fout ten dele van de piloot, maar Alblas slaagde er niettemin in van Duitsland naar Nederland te ko men. Zijn eerste onderduik-adres was Dordrecht en daar trof hij voorbereidingen voor zijn taak: nagaan wat de resultaten der Brit se bombardementen precies wa ren, inlichtingen over de olie positie en het opspeuren van een fabriek waar nevelgordijn-appara ten gemaakt werden. Later ver huisde Alblas naar de Paulina straat in Den Haag en daar is hij ook met zenden begonnen. Zijn codering berustte op de be kende versregel: „Wer reitet so spat durch Nacht und Wind. Es ist der Vater mit seinem Kind". Daar bii de overval in de Paulina straat de Duitsers in de vuilnisbak snippers van het gedicht „Der Erlkönig" vonden, en niemand daaromtrent bevredigend inlich tingen had kunnen geven, was de desbetreffende familie gevangen genomen en moest Alblas elders onderdak zoeken. Hij verhuisde naar Arnhem en kwam daar in aanraking met de groep van Frans Goedhart en van Heuven Goed hart. Schreieder was inmiddels ach ter de betekenis van „Der Erl könig" gekomen en dus liep Alblas van die tijd af dagelijks op de rand van de afgrond. Het einde kwam in Juli 1942. Eerst arresteerde de S.D. in Den Haag Alblas' verloofde, mejuf frouw Hueting. Een V-man werd daarop achter Alblas zelf aan gezet en door middel van een grove leugen mejuffrouw Hue ting zou met een hersenschudding thuis te bed liggen, voor welke comedie de S.D. zelfs een ver pleegster gehuurd had liep de moedige agent in de val. Onze delegatie naar Lake Success 's-GRAVENHAGE 15 Juli. Naar wij vernemen zal als plaats vervangend voorzitter van de Ne derlandse delegatie, welke in Sep tember de algemene vergadering der Verenigde Naties zal bijwo nen, optreden mr. dr. G. J. van Heuven Goedhart, lid der Eerste Kamer. De minister van Buiten landse Zaken, mr. Stikker, die voorzitter der delegatie is, is even eens voornemens zich naar Lake Success te begeven en gedurende ongeveer een week de beraadsla gingen bij te wonen. EERVOL ONTSLAG VOOR KOLONEL HASSELMAN Bij K.B. is met ingang van 1 Juli 1950 eervol ontheven van zijn functie van militair-attaché tevens militair-luchtvaartattache, bij het Nederlandse gezantschap te Praag, de kolonel B. R. P. F. Hasselman, van de generale staf. De „New-York Times" schreef Zondagochtend een artikel over de „kleine democratieën" die onmid dellijk hulp aan de V.N. hebben ge boden voor de campagne op Korea. Het blad schrijft: „Geen van deze landen heeft sneller en spontaner hulp geboden dan Nederland. Het was zeker geen gemakkelijke stap voor Nederland. Alles welbeschouwd hebben de Nederlanders in 1946 In donesië verloren zoals zij menen door het optreden van de V.N. Na het citeren van de woorden van dr. Drees ten aanzien van de Koreaanse crisis, besluit de „New- York Times": „Met zulke bond genoten is het moeilijk te geloven dat de vrije wereld de kans loopt de strijd tegen het totalitaire com munisme te verliezen." Het Foreign Office heeft op 14 December 1949 een statement aan de voorzitter van de Parlementaire Enquêtecommissie afgegeven, waar in een aantal door de Britse regering en de voorzitter der commissie, mede op grond van de door deze laatste in October 1949 te Londen gevoerde besprekingen, belangrijk geoordeelde punten zijn vastgelegd. Hierin wordt o.m. gezegd, dat er, zoals vanzelf spreekt, geen enkel verband bestaat tnssen het Foreign Office en de Ne derlandse commissie van onderzoek. Er zijn echter in de Neder landse pers en elders bepaalde beweringen geuit, welker strekking was, dat de Britse militaire autoriteiten andere bedoelingen hadden dan die, welke zij aan de Nederlandse autoriteiten opgaven. Op het critieke tijdstip stond major Bingham niet aan het hoofd van de Engelse sectie. Hij zelf was tegen het systeem van ontvangst comité's en toen hij aan het hoofd van de afBeling kwam te staan, werd overge gaan tot het systeem van „blind droppen". Hij was het ook, die Nederlandse officieren in staat stelde teksten van telegrammen te onderzoeken in gevallen, waarin daartoe aanleiding be stond. De diepgaande onderzoeken, welke door Zijner Majesteits re gering zijn ingesteld, hebben afgezien van mogelijke verkeer de beoordelingen van de situa tie niet de geringste grond opgeleverd dat er verraad in het spel was, noch aan Britse noch aan Nederlandse zijde. De bewe ring, dqt in Nederland gebruik zou zijn gemaakt van Britse in lichtingenagenten, van wier be staan en werkzaamheid de Ne derlandse autoriteiten niet op de hoogte waren, is volstrekt onge grond. Het is de wens van Ziiner Majesteits regering dat geen feiten verborgen blijven, welke de commissie bij haar onderzoek van nut kunnen zijn. Het Fo reign Office heeft daarom de betrokken officieren verzocht met de voorzitter der commissie als particulieren een bespreking over dit onderwerp te hebben. Zij hebben deze uitnodiging aangenomen en een reeks ge sprekken vond plaats te Londen in de periode van 3 tot 10 Octo ber. Deze officieren werden uit genodigd met volledige open hartigheid te antwoorden op al le vragen, welke hun gesteld mochten worden. Zij waren na- tuurllijk in het geheel niet ver plicht. aldus het statement. Om te verschijnen, noch om enige verklaring af te leggen of enige vraag te beantwoorden. Er is niet de minste waarheid in deze beschuldigingen: bij het organiseren van sabotage in Ne derland en bij het steunen van de Nederlandse verzetsbeweging werden de Britse autoriteiten slechts door één overweging ge leid, n.I. om de vijand aan te vallen in die gebieden, waar de geallieerde strijdkrachten niet in aanraking waren met het Duitse leger. Bij de uitvoering van deze tactiek, waarmee de Nederland se regering volledig accoord ging, hadden de Britse autori teiten de overtuigde medewer king van de Nederlandse autori teiten en maakten zij gebruik van de toegewijde diensten van vele dappere Nederlanders. De geopperde gedachten, dat de Britse autoriteiten zou den zijn afgeweken van de doeleinden, welke zjj met hun Nederlandse collega's overeengekomen waren en in het bijzonder, dat de lé vens van Nederlandse pa triotten willens en wetens zouden zijn opgeofferd ten behoeve van andere doelein den in Nederland of elders, wekken niet alleen de weer zin op van Zijner Majesteits regering en het Britse volk, doch zij zijn ook volkomen ongegrond. Teneinde der halve verkeerde indrukken, welke de bovenvermelde indrukken mochten hebben gewekt, weg te nemen, wenst het Foreign Office bepaalde feiten onder de aandacht van de commissie te brengen. Zeer belangrijk is, dat de te legrammen zelf van en naar Ne derland, tezamen met de overi ge archieven, vernietigd wer den Toch is het mogelijk ge weest, sommige van de terzake dienende data te controleren. De volgende feiten zijn daarbij ge bleken: De werkzaamheden in ver band met het verzet werden van beide zijden beschouwd en ver richt als gezamenlijke operaties, die haar basis hadden in het Ver. Koninkrijk. De verbindin gen lagen, zoals vanzelf spreekt, in handen van de Engelse rege ring. Dit was de gewone regel. In het critieke stadium van het England-Spiel is het hoofd van de Nederlandse dienst, kolonel de Bruyne, niet in de gelegen heid geweest om de tekst van de telegrammen te controleren. Het indertijd in Engeland ingestelde onderzoek stelde afdoende vast, dat de oorspronkelijke penetra tie uitsluitend een gevolg was van de operaties van de Duitse contra-spionnage en dat deze een kettingreactie veroorzaak ten, doordat het stelsel van ont- vangscomité's werd toegepast, een stelsel, dat door beide par tijen. met het oog op de toestan den in Nederland, als noodzake lijk werd beschouwd. Het be langrijkste gevolg hiervan was, dat de Duitsers het verkeer vol ledig in handen kregen. Geen aandacht werd geschonken aan het weglaten van de „security checks". Later werd die zaak wel onderzocht, maar na elk on derzoek werd besloten om de operaties voort te zetten. O.m. gaf hierbij de doorslag, dat de „security checks" in andere ge vallen als controlemiddel niet afdoende waren gebleken. Eerst later is men gaan beseffen, dat de beslissing om met de opera tie voort te gaan, verkeerd is geweest. Er zijn herhaalde po gingen gedaan zowel om een extra controle te doen plaats vinden aan de hand van uit Ne derland afkomstige gegevens, als om te ontdekken of de ont vangen telegrammen aanduidin gen bevatten, dat het verkeer in handen van de Duitsers was. Geen van deze pogingen leverde iets op. HET RAPPORT DER ENQUETE-COMMISSIE LONDEN, 15 Juli (Reuter). De Engelsman, die tijdens de tweede wereldoorlog verantwoor delijk was voor het optreden van geheime agenten in Nederland, beeft „fouten" begaan, aldus heeft een woordvoerder van het Engelse ministerie van Buitenlandse Za ken verklaard naar aanleiding van het rapport der parlementaire enquêtecommissie. Toen deze commissie in Septem ber van het vorig jaar naar Lon den kwam, waren de Engelse autorititen het er over eens, dat men tijdens de oorlog bij het zen den van geheime agenten naar Nederland een risico moest ne men. Slaagden zij niet, dan was dit te wijten aan „een verkeerde beslissing". „GENERAL C. H. MUIR" ONTSCHEEPT Aan de Lloydkade te Rotter dam begon de ontscheping van het troepenschip „General C. H. Muir". Met dit schip arriveerden 639 militairen van de K.L.M. en het K.N.I.L., waarbij inbegrepen verschillende gezinsleden. brengen de Britse torpedojager „St. Kitts" en het fregat „Loch Alvie" een officieel bezoek aan Rotterdam. zal de eerste Nederlandse parachu- tistenclnb, onlangs opgericht door een aantal oud-parachutisten van het corps speciale troepen en van de Nederlandse Lnchtmacht, aan het eind van deze maand demon straties geven tijdens de interna tionale luchtvaart-show te Ypen- burg heeft de Franse dirigent Pierre Monteux Zaterdagavond in de Stadsschouwburg te Amsterdam afscheid genomen van het Neder landse publiek, na zijn serie suc cesvolle uitvoeringen in het kader van het Holland-Festival. ontvingen de heer P. J. S. Serra- rens, voorzitter van de Nederland se delegatie der Parlementaire Unie en de secretaris mr. A. F. Schepel, Belgische onderscheidin gen uit handen van de Belgische minister-president, Jean Duvieu- sart. zal H. M. de Koningin op 7 Augus tus het zgn. „Oranje-carillon" te Vlaardingen in gebruik stellen. is de heer W. G. van Clyen tijdens de jaarlijkse reünie van de Kon. Bond van Ridders der Militaire Willemsorde gehuldigd, omdat hij dit jaar zijn 40-jarig ridderschap viert. is de violist Herman Krebbers uit genodigd in het voorjaar van 1951 te Manchester op te treden met het Hailé Orchester, onder leiding van John Barbirolli. EEN GROTE STAAT VAN DIENST Het 860ste squadron van de marineluchtvaartdienst, dat in Maart jJ. in Indonesië is ontbonden, is Zaterdagmorgen op het marine vliegkamp Valkenburg weer offi cieel in dienst gesteld. Dit squadron is in 1943 in Enge land geformeerd en heeft vanaf koopvaardij-vliegdekschepen de strijd aangebonden tegen Duitse onderzeeërs. Destijds waren vlieg tuigen van het type Zwaardvis in gebruik. Na de oorlog is het squa dron, uitgerust met Fireflies met de oude „Karei Doorman" naar Indonesië gegaan, waar gedurende de eerste en tweede politionele actie werd opgetreden. Bij het 860ste squadron zijn op het ogenblik 21 Seafuries inge deeld, hoewel het squadron uit acht toestellen bestaat. Volgende week zullen acht nieuwe Seafuries uit Engeland naar Nederland worden overgevlogen. Deze acht toestellen zuilen het 860ste squadron vprmen. In October zal het squadron met de „Karei Doorman" naar de Middel landse Zee vertrekken voor oefe ningen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1950 | | pagina 3