Is het Katholicisme totalitair?" DRIE PRIESTERS CELEBREERDEN OP DE PAASDAGEN 23 MISSEN ROND HEIDENSE CHAOS en christelijke opbouw Het Verre Oosten Zielzorg in Duitsland Zalig Pasen", om tien uur 's avonds! Hoe de H. Geheimen gevierd worden De Oost-priesterhulp helpt Een dam van christelijke liefde J Een interessant en actueel boek van pater Th. Steltenpool S.V.D. Eis: gratificatie voor het H. Jaar O.L. Vrouw wordt ook in Azië vereerd In ChristusLicht \I PAGINA 6 ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1950 (Van een onzer redacteuren) Een pastoor uit de diaspora van Midden-Duitsland schreef kort na Pasen deze brief aan een zijner collega's: „Hartelijk bedankt voor je Paaswensen, die wij kregen, toen ons Paas-programma door ernstige ziekte van een pastoor in de buurt in de war werd gestuurd. Wij moesten zijn grote parochie overnemen, zodat wij met ons drieën op beide Paasdagen in totaal 23 Missen opdroegen. Op één buitenpost moest generale absolutie worden gegeven, omdat er geen tijd meer was voor biechthoren. Op Eerste Paasdag 's middags heeft een van mijn kapelaans, nadat hij in een afgelegen dorp de H. Mis had gelezen, vijf uur aan zijn motor geploeterd. Maar hij kwam gelukkig tegen tienen thuis, zodat we elkaar toch nog „Zalig Pasen" konden wensen". Zo'n fragment uit een brief schildert een moeizame wereld, waarvan wij in ons land, vol kerken en kapellen, het bestaan niet kunnen vermoeden. En toch, op welk een betrekkelijk korte afstand moeten zo de katholieke priesters dag in, dag uit. zich aftobben om hun nooit hoog genoeg te schatten zielzorg uit te oefenen? Op welhaast geen kaart, hoe nauwkeurig ook, zult u het ge hucht Lichtenhorst kunnen vin den. Het ligt ergens in Midden- Duitsland, ongeveer 150 km. Zuid- Oostelijk van Bremen. Rondom een plein staan enkele gebouw tjes, waarvan het mees.t opval lende een klein protestants kerk je is. Zo tegen 9 uur, toen allengs de schemering over de aarde kwam gegleden, hield onze tou ringcar er stil. Met een zwakke groet verwelkomden ons de men sen, die meer dan een uur op ons gewacht hadden. Immers, die avond zouden we samen Duit sers, Nederlanders en Vlamingen het H. Misoffer bijwonen. Tot de laatste plaats was het kleine kerkje gevuld. Langs de kale wanden hingen hier en daar wat kransen, bedoeld als een opwek king om diegenen in de gebeden te gedenken, die niet uit het oor logsgeweld waren neergeknield. Terwijl de priester zich achter in een nis kleedde in zijn een voudige, liturgische gewaden, werden op een tafel, vóór tegen de muur, vier kaarsen ontstoken. Die lekkende, trillende vlamme tjes vormden het enige licht, dat zich in die donkere ruimte ver spreidde. Het enige licht, dat wij, mensen, konden zien. Maar hoe moet wel bij allen, die daar aan wezig waren, innerlijk een licht zijn gaan stralen, doordringender en heerlijker dan dat van stan daards vol kaarslicht en ontelbare electrische lampen tesamen? Van heinde en verre waren zij te voet gekomen om er toch maar bij te genwoordig te kunnen zijn, dat de Oneindige God, Die ook hun lot bepaalt, door de woorden van de priester in hun midden kwam. De volgende avond in Bever- sen een H. Mis in de open lucht. Op het erf van de boerderij wordt een ovaal tafeltje gereed gemaakt. Een paar kleine flesjes worden gevuld met wat bloemen, die langs de weg groeien. In een wijde cirkel groeperen we ons rondom dit simpele altaar. Boven ons geen geweldige gewelven vol gracieuze lijnen, maar het mach tige blauwe zerk van de hemel, trillend en stralend na een war me, zomerse dag. Een moeder duwt haar wagen heen en weer, opdat de kleine zoet zal blijven. Kippen scharrelen pikkend rond en verdwijnen tenslotte achter el kaar onder het altaartafeltje Als het kleine belletje, ijl-rinke- lend in deze enorme ruimte van Gods natuur, het verheven ogen blik der consecratie aankondigt, is er geen geharrewar met kussens en klepperende stoelen: waar men staat knielt menGod komt in ons midden. Als men zo de H. Geheimen ge vierd heeft, duurt het wel even, voor de werkelijkheid weer tast baar wordt. Maar dan staat men er in de diaspora ook meteen midden tussenin. In Lichtenhorst bijvoorbeeld was er nog een korte bijeenkomst in een met vlaggen bont versier de zaal. Aan de lange tafels zocht eenieder zich een plaatsje. In bonte mengeling zaten ze door elkaar, ouden en jongen, katho lieken en protestanten (want ook zij slaan bijna geen katholieke godsdienstoefening over!voor het overgrote deel ontheemden. In een paar woorden zette Pater Werenfried van Straaten het doel en de werkwijze van de Oost- Gelden en goederen voor Oostpriesterhulp gelieve men te zenden aan: R. K. Huisvestingscomité, Hekel laan 6, Dèn Bosch. Giro 31348. Men gelieve uitdruk kelijk te vermelden: voor Oostpriesterhulp. priesterhulp uiteen. De pastoor dankte hem voor zijn komst. „U kunt niet begrijpen, wat het voor ons betekent, dat u van verre gekomen zijn, om ons persoon lijk te laten ervaren, dat wij tien tallen kilometers van de be woonde wereld, niet vergeten worden in onze, toch zo behoef tige omstandigheden. Nog maan denlang zullen de mensen hier over dit ongekende, dit zo volko men onverwachte, spreken". De goede pastoor heeft toen niet kunnen vermoeden, welke herin nering nog geen tien minuten later voor eeuwig in onze memo rie werd gegrift. Achter in onze reiswagen waren wat kisten mee gegaan, met koekjes, blikjes ver duurzaamde levensmiddelen en wat cigaretten. Daar hebben we van uitgedeeld, aan een ieder wat. We willen niet in details be schrijven, wat zich toen voor onze ogen voltrok.. Wie kinderen heeft, weet, wat een Sinterklaas avond aan stralende gezichten kan brengen. Gelooft u ons, dat is nog maar een zwakke afspiegeling van de intense dankbaarheid, die ons overspoelde voor het schen ken van zulke, toch voor ons zo simpele dingen: een blikje sar dientjes, vier, vijf biscuitjes, twee cigaretten. Velen konden het niet verwerken en poogden achter zakdoeken hun ontroering te ver bergen. „God zegene U", honder den handen hebben we die avond gedrukt en telkens weer kwam deze oprechte zegenwens over ons In de ontruimde concistorieka- mer, waar geestelijken, journalis ten en studenten naast elkaar op het stro lagen, wilde die nacht de slaap niet komen. Telkens en tel kens weer gingen de gedachten terug naar die aangrijpende mo menten in Lichtenhorst, „Dorf ,,Het grootste gebod, dat God ons gaf, was dat van de liefde". Overal, waar zich maar even de gelegenheid voordeed sprak pater Werenfried van Straaten, de onvermoeibare stuwer van de Oostpriesterhulp, over dit onderwerp. Hier ziet u hem aan het woord in een protestantse kerk, waar nog 's avonds om half tien een H. Mis werd opgedragen. ohne Vergangenheit", toevluchts oord van ontheemden, een klein groepje van het leger, dat mil- lioenen telt. Dit is het grootste gebod, dat ik u gegeven heb: hebt elkander lief! Dag in, dag uit, op de meest wonderlijke plaatsen - een pro testantse kerk, een ontspannings zaal van een doorgangslager, een open plek temidden van oude ba rakken, de „gouden zaal" van de Bergische Dom in Altenberg heeft pater Werenfried van Straa ten deze inhoudsvolle tekst als uitgangspunt van zijn vertogen genomen. Dergelijke spreekbeurten zijn allesbehalve een sinecure. En ze ker niet voor deze enthousiaste Norbertijn, die het nu eenmaal niet kan opbrengen een hele toe spraak van een papiertje af te le zen. Wat hem op 's harten gronde ligt, dat welt hem naar de keel. zo gebeurde het in de zo juist ge- Dan vliegen de vonken er van af. Maar.... daar houdt de vertaal kunst geen gelijke tred mee. En noemde „gouden zaal" in Alten- berg, waar een groot aantal Duit se priesters, speciaal belast met de zielzorg op het platteland, bij een waren, dat pater Werenfried met gloedvolle overtuiging stond te betogen, dat het Westen t.a.v. de nood in Duitsland de handen uit de mouwen moest steken. „Wir müssen die Hande aus die. Sag' mal, wie nennt man das en met een abrupt gebaar trekt de linkerhand aan de wijde rech termouw van het witte habijt. „Armel" klinkt het als uit één mond. En meteen davert een gul le lach door de zaal. Pater Weren fried noch wij! wisten op dat moment dat de Duitsers, taalkundig gezien wel te verstaan, niet „de handen uit de mouwen steken" maar „de mouwen opstro pen"! Maar wat doet dat alles er toe? Het hart, het eerlijke chris tenhart, dat niet zichzelf zoekt, maar de evennaaste spreekt. En daar gaat het uitsluitend om. De Oostpriesterhulp wil niets meer maar ook beslist niets minder dan een hechte dam van christelijke liefde opwerpen tegen het aanstormende bolsje wisme. Het zijn in het Westen de Duitsers, die in erbarmelijke om standigheden, de eerste stoot van deze vreselijke kolos moeten op vangen. Zij staan voor de vuur proef van het geloof. Zullen zij, die het geloof nog behielden na de nazi-tyrannie, de kracht heb ben zich tenminste te handhaven, nu de meeste van hen nadien nog beroofd zijn van wat hen aan aardse goederen ooit behoorde? Is er in deze troosteloze toestand één lichtpuntje, één straaltje hoop van waar dan ook te verwach ten? Op dat zo critieke moment staan wij hier in het Westen voor de vuurproef van de liefde. Als le dematen van Christus' mystieke lichaam hebben wij thans de dure plicht te tonen, dat Zijn grootste gebod levend in ons is. Te meer zal onze daad in waarde toene men, waar hij gesteld wordt je gens hen, tot wie onze liefde menselijkerwijze gezien niet zo spontaan uitgaat. Wie van ons is in staat de be nauwende dreigingen, waaronder wij allen gebukt gaan, af te wen den? Wie van ons is bij machte een redelijke oplossing te geven voor het verbijsterende probleem der ontheemden en vluchtelingen, waarover wii u in enkele artike len nog slechts een onvolledig beeld konden geven? En toch: er moeten daden wor den gesteld, opdat het geloof be houden blijve bij hen, die het bijna onmogelijk is te belijden, dat God goed is. Honderden pries ters doen dagelijks in West-Duits- land schier bovenmenselijke moei te dit besef levendig te houden. Helpen wij hen hierin met ge bed en offer, opdat God ons moge sparen voor het nameloze leed, dat vlak aan onze Oostelijke gren zen, millioenen Christenen heb ben te dragen. Nederland ontwaak herken de tijd en aanvaard uw taak. i. Het is nu eenmaal een feit, dat de eenheid van godsdienst, welke vroeger als de ideale toestand voor een land werd beschouwd, in Nederland tot het verre verleden behoort, en zeker in de nabije toekomst niet zal terugkeren. Nu zijn er in een Staat met meerdere belijdenissen verschillende verhoudingen mogelijk. De minst aangename, n.l. die van betrekkelijke afke righeid, uitgaande van één of meer partijen, met alle gevolgen van dien, als (pogingen tot) achteruitzetting, wrijvingen, onder linge strijd en gespannendheid enz., is in ons land zeker op dit ogenblik niet meer in alle scherpte te vinden. Meer en meer is men gaan inzien, dat hetzij menselijk respect hetzij alleen verhoudingen van aantal om een andere gedragslijn vragen. Vooral de voorbije oorlogsjaren noodzaakten en vergemakke lijkten een groter eenheid en samenwerking. Zo is er een godsdienstgesprek gegroeid tussen katholieken en protestanten dat de belangstelling van een groot publiek tot zich heeft getrokken. Nu is een verleden van meer dere eeuwen niet in een handom draai ongedaan te maken. Aan beide zijden bestaan er uiteraard nog vele gevoeligheden, gereser veerdheid, achterdocht, en min of meer grote vooroordelen. En dit alles uit de weg te ruimen, is de bedoeling van genoemd gods dienstgesprek. Terwille van deze waardevolle bedoeling zal het doorgaans verkieslijker zijn, dat het gesprek tot een meer beslo ten kring worde beperkt, dan dat het direct aan te grote openbaar heid wordt prijsgegeven, met het gevaar, om juist dan oude gevoe ligheden weer op te roepen, te genover welke men in een klein gezelschap veel rustiger en nuch terder kan staan. Met alle warmte, die zijn hart maar op kon brengen, ging pater Werenfried door de barakkenkampen. Vooral onder de jongsten verspreidde zich het gerucht als een lopend vuurtje: ',,de pater is er en. hij heeft koekjes meegenomen". Er is niet zo veel meer voor nodig om de kinderen dan een prettig ogen blik en een goede herinnering te bezorgen. Eerste deel) Eigenlijk zijn wij blanken, echte amphibieën, tweevoetige hagedis sen, die de voortbrengselen der aarde zoeken, maar evengoed ver zot zijn op de artikelen van de waterwereld. Feitelijk behorend tot het land, azen we nog veel jarenlang wonen ze reeds in deze vreselijke barak. Zomers is het er ontstellend heet, des winters ontzettend koud. En er is geen sprankje hoop, dat hier in de eerste tien jaren enige verbetering in zal komen. meer op „buiten"-landse produc ten en het gekste is, dat we on bewust overtuigd zijn, dat ze eigenlijk meer bij ons horen dan ergens andersDaar heb je nu koffie, thee en cacao, waar moeder suiker in mengt. Wij ro ken er een pijp tabak, sigaar of sigaret bij. Op tafel prijkt het peper- en zoutstel en de witte bloemkool wordt pas smakelijk, als ze zich aandient met een brui ne voile van nootmuskaat voor. Heerlijk, als moeder ons op rijst vergast, maar met geurige aroma tische kaneel. Iedereen kent ker- ry en dan nog die pittige kruid nagels, zwemmend in een schaal dampende hachée of als zwarte oogjes fonkelend op de gele pels van een citroen in warme wijn. Heel nuchter aanvaarden we deze heerlijkheden als doodgewone dingen. Uren worden volgepraat op een koffiekransje, maar nie mand raakt ooit in extase over een pijp kaneel, want „paarden, die de haver verdienen, krijgen ze nu eenmaal niet". En zo gaat het ook met dat dartele ros rub ber. Het draaft de hele wereld door, neemt alle hindernissen en springt over de hoogste hoogten, maar als je praat van waardering dan staat iedereen je met een paar grote ogen aan te gapen! Honderdduizende fietsers rollen dagelijks voort op hun rubberban den, dikgerubberde limousines zoemen geruisloos over de inter nationale hoofdwegen, legers van jeeps, tanks, bulldozers en trac tors wentelen op gigantische ban den om nieuwe landen te ont ginnen. Duizenden stijgen dage lijks op rubberrollen omhoog om in rubberpaleizen comfortabel door het luchtruim te „rubberen" want een vliegtuig, een mailboot, een luxe diesel zijn letterlijk le vende, lichtende, waaierende, sprekende mechanieken van rub ber, om maar niet af te dalen tot de prozaische spons, regen mantel, gramofoonplaat't is alles rubber wat de klok slaat. Elk mensenkind is dagelijks in gesteld en wel 75 pet. afhankelijk van rubber en vraag nu eens: „Zeg, weet u wat rubber is?" krijgt men hoogstens ten ant woord: „Bedoelt u soms een elas- tieke kouseband?" Wat een bana le wereld, zucht ik dikwijls! En dan moet je zelf aan de lijve ver brand en doorzweet zijn geweest van werken dat je moest doen om een pondje rubber te pro duceren! Als beschaafd mens moest ieder toch weten wat rub ber is, anders blijft men een spreekwoordelijk stadsmens, die de groenteman vraagt, waar toch die aardappelboom staat. Daarom: h WAT IS RUBBER? Niets anders dan het melkach tig sap van een boom, die vroe ger uitsluitend wild groeide in Brazilië, maar nu vrijwel in alle tropische landen wordt uitge- plant. Toen ik in 1911 in Indië aankwam, was een rubberplanta ge van enige honderden bomen zeldzaam en op de afgelegen plek, waar ik terecht kwam, was er één van 400 bomen. Ze waren geplant uit zaden (harde, drie hoekige bolsters, waarin 3 gladde, lichtgevlekte bruine zaden zijn geborgen). Men had nog niet lang geleden zaden uit Brazilië weten te smokkelen naar Ceylon. Op dit eiland waren al enige plantages, die „tapklaar" waren en vandaar werden de zaken verder gedistri bueerd vooral naar Malakka en Java. Na 6 jaren bereikt de boom een stam, die beneden een mid dellijn heeft van pl.m. 15 centi meter. Op de stam wordt een verticale kerf gesneden, ongeveer 1 meter opgaande van de grond. Nu snijdt men vanaf de top van deze gleuf een rond-opgaande kerf, echter niet verder dan tot de halve omtrek van de stam, anders zou men de boom dood- tappen. Langs deze rond-opgaan de zijkerf begint na enige dagen het sap uit te zweten. Het loopt druppelsgewijs langs de hoofd- kerf naar beneden en daar vloeit het in een smal blikken gootje, wat men in de stam heeft geha merd. Zo vloeit het rubbersap (latex genaamd) in een rond bak je op de grond. Alleen de rond- opgaande zijkerf wordt dagelijks vóór zonsopgang opnieuw van on deren breder gekerfd. Na onge veer een week vloeit de latex flink en krijgt men een thee kopje vol per boom. De tapper trekt elke morgen vóór dag en dauw met een speciaal tapmesje er op uit om boom na boom te bewerken. Dat is een eentonig, zielig en zeer vermoeiend karwei. Men krijgt het in de rug, want men bukt en strekt minstens 400 keer alleen al van 3 tot 6 uur. Dan terug naar zijn hutje, kookt hij zijn potje rijst, eet, drinkt wat thee, om straks om 7 uur een tweede rondgang te beginnen Hier geldt met recht een kleine verandering van het spreekwoord: ,,'t zijn sterke ruggen, die de rub- berweelde kunnen dragen" en hier zijn we pas aan de „manch", vólgende keer verder met de rubberTabee. Toean Slamat Het grote publiek blijft echter een factor van belang; het verte genwoordigt een mentaliteit; het staat niet onberoerd middenin de loop der gebeurtenissen het oefent een psychologische invloed uit op zijn vertegenwoordigers, die aan het contact tussen de belij denissen deelnemen; en uiteinde lijk moet de opzet van dit contact: toenadering, wederzijds begrijpen en waarderen, doordringen juist tot in alle bevolkingslagen, wil het werkelijk vruchtbaar zijn voor het gehele land. Dit publiek nu is inderdaad ge tuige geweest van gebeurtenissen, ook na de oorlog, die sterk de in druk wekten, dat de vroegere toe stand van afkerigheid nog zeer actueel was. Wij behoeven in dit verband slechts te herinneren aan de wijze, waarop bepaalde feiten in Spanje aan de brede volksmas sa werden bekend gemaakt en veelal als uiting van dè katholie ke mentaliteit voorgesteld. Vele katholieken zijn overtuigd, dat men een dergelijke publieke campagne ook in hel openbaar moet beantwoorden; andere echter meenden, dat dit teveel stof zou doen opwaaien en de gemoederen niet in die gesteltenis brengen, welke het godsdienstgesprek kan doen slagen. Om de sfeer van dit gesprek niet te storerf, achtten zij het juister, niet in te gaan op der- gelijke beschuldigingen, zeker niet in het openbaar. Vooraanstaande katholieken daarentegen vonden deze houding verkeerd, niet al leen omdat geloofsijver en liefde voor hun Moederkerk hen tot een antwoord dreven, maar tevens steunden zij op het argument, dat zwijgen hier een scheve indruk van zwakte kon geven, een in druk, die op beide partijen een ongunstige invloed zou hebben en zodoende juist de gespreksfeer vertroebelen. In de Nederlandse apologetiek of geloofsverdediging zijn feitelijk deze twee stromingen aanwezig. Momenteel voert wellicht die de bovenhand, welke alle hindernis sen wil vermijden door zo zacht mogelijk te zijn tegenover zelfs de scherpste aanvallen. De andere richting meent hierin een tacti sche fout te zien, en is overtuigd, dat een openhartig woord nutti ger is voor het gesprek, en niet gemakkelijk verkeerd zal worden opgevat, daar het een blijk van hoogachting is voor zijn tegen stander, als men het eigen stand punt eerlijk en onomwonden te kennen geeft. Deze laatste opvatting wordt duidelijk gehuldigd in een werk, waarop wij de speciale aandacht zouden willen vestigen: het be treft een pas verschenen boek van onze streekgenoot, Pater Drs. Th. Steltenpool SVD, waarvan de titel luidt: „Is het Katholicisme Totalitair?'. Hij antwoordt hier op een vraag, die ons van andersden kende zijde zo dikwijls wordt ge steld, en menigmaal geen vraag meer blijft, doch een verwijt of beschuldiging wordt. In verschei dene artikelen heeft de auteur reeds soortgelijke kwesties be handeld, en hoewel wij daarin nooit een rechtstreekse aanval op de protestanten konden ontwa ren, kwam hij eerlijk uit voor zijn ook in dit boek aangehouden standpunt, en gaf de andersden kenden meermalen een rustig en openhartig antwoord. Het werk zal lezers van dit dag blad zeker interesseren, omdat zij doorgaans in gemengde streken wonen en velen van hen de daar mede gepaard gaande moeilijkhe den zelf hebben ondervonden, en vragen of verwijten van andere richtingen moesten aanhoren. Niet alleen daarom echter willen wij het onder hun ogen brengen, noch uitsluitend, om met de strenger genoemde apologetische stroming kennis te maken. Op even dege lijke als onderhoudende wijze worden hier de problemen be handeld. Allereerst schetst de auteur in een bondig geschiedkun dig overzicht het verleden der Ne derlandse (on-)verdraagzaamheid, zoals hij het zelf terecht mag noe men. In alle zakelijkheid geeft dit eerste hoofdstuk een voor menig een verrassende terugblik met frappant materiaal. De grote verdienste van de schrijver zouden wij echter vooral zoeken in de wijze, waarop hij- de beginselen van katholiek oogpunt belicht. Zijn heldere en scherpe bewijsvoering opent hier en daar nieuwe en oorspronkelijke ge zichtspunten. De verdraagzaamheid jegens anderen, andere karakters, vooral jegens andere overtuigingen en godsdienstige opvattingen, vindt zijn oorsprong in de vrijheid, het kostbare bezit van de mens. Van nature bezitten wij een vrijheid van geweten, die men moet eer biedigen. Wij kunnen en mogen niet met geweld worden ge dwongen, een andere mening aan te hangen dan die, welke wij naar onze eigen diepste overtuiging voor de beste of enig ware hou den. Daarom juist is het zo van belang, dat schrijver een erge mis vatting aangaande deze vrijheid signaleert en weerlegt. De groot ste stromingen in de wijsbegeerte hebben zich steeds verder van hun godsdienstige oorsprong ver wijderd, en zo een begrip van de vrijheid opgebouwd, dat onvrucht baar was en in zijn practische toe passingen dan ook zeer foutief bleek. Hun vrijheid was louter on gebondenheid, vrij-zijn betekende volgens hen, dat men alles kon doen en mocht doen, zonder enige beperking. Welnu, alles kunnen doen, is eveneens onhoudbaar. Schr. beroept zich dan op Chris tus' woord: „De waarheid zal U vrij maken". Onze menselijke vrijheid is van dien aard, dat zij noodzakelijkerwijs steunt op en beperkt wórdt door de waarheid: alleen als men de waarheid bezit, als men zichzelf en alles ziet zo als het werkelijk is, dus in afhan kelijkheid van God, Die ons een menselijke vrijheid liet, alleen dan is men vrij. Vrij handelen is immers met inzicht en begrip handelen, en goed begrijpen en inzien betekent: naar waarheid inzien en begrijpen. De waarheid is dus de grote beperking, die onze vrijheid is opgelegd. Wij zien ook, dat iemand, die de waarheid of werkelijkheid miskent, en het onmogelijke wil doen, niet meer vrij is: hij kan deze wil niet ten uitvoer brengen. dr. S. STAKENDE ARBEIDERS TE ROME Rome, (K.N.P. De bewoners van de Eeuwige Stad worden reeds enige tijd lang geplaagd door de stakende arbeiders van de publie ke gemeentediensten van gas en electrieiteit en van de telephoon- diensten. Het doel van deze sta king is een speciale Anno Santo gratificatie. Enige weken geleden is de idee van dit soort gratificatie bij het Romeinse trampersoneel in 't hoofd geschoten en onder bedreiging van 't stopzetten van deze dienst heeft dit personeel de gratificatie ver kregen. De Anno Santo-gratificatie is ech ter geen uitvinding van conduc teurs en trambestuurders, maar reeds bij gelegenheid van het Hei lig Jaar 1933 heeft de gemeent» Rome het personeel van de ver schillende takken van gemeente dienst een extra vergoeding we gens extra arbeid uitgekeerd. Sedert een week zijn de Romei nen van half elf tot half drie ver stoken van gas. De zeer grote hit te, die gedurende dezer dagen in de stad heerst, vergoeilijkt enigs zins dit gemis, daar een koud Rus sisch slaatje bij deze hitte aange namer is dan een bord hete ma- caronie. De regeringsinstanties zijn echter ongerust over dit soort van sta kingen bij de openbare werken, waarvan 't agitatiecentrum in Ro me zelf ligt. Niettegenstaande het feit, dat verscheidene leden van de regering buiten Rome hun vacan- tie doorbrengen, wordt er op het Ministerie van Arbeid met spoed gewerkt aan het ontwerp van de wet op de arbeids organisaties, waarin ook het recht van staken wordt vastgelegd. Dit onderdeel is, wat de redactie betreft, gereed en kan zo nodig, bij een uitbreiding van de huidige stakingen, als wet op zich door het parlement op het einde van deze maand in eventuele dringende behandeling genomen worden. VATICAANSTAD (K.N.P) De Zeer eerwaarde Pater Demontier van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis, die het beeld van O. L. Vrouw van Fatima op zjjn tri omftochten door de wereld steeds vergezeld heeft, bevindt zich de zer dagen in Rome. na de tocht in Indië en Ceylon volbracht te hebben. In Bombay alleen is het beeld door meer dan één miliioen personen, waaronder Hindoes, Mohammeda nen, paria's en belijders van vele andere confessies zich met de Ka tholieken verenigden, met alle ui terlijke pompeuze plechtigheden, waarmede de Indiëers hun gods dienst-oefeningen steeds begeleiden vereerd. Deze ontvangst in Bombay werd door de dochter van de Mi nister-president van Indië, Pandit Nehru, ep door drie leden van diens kabinet door een groot aan tal geestelijke en wereldlijke au toriteiten bijgewoond. De reis'op Ceylon was een lange triomftocht ter ere van de H. Maagd. Overal, waar 't beeld voor bij kwam, werd het door talrijke menigten van de bevolking be- fjroet en vereerd. De sluitings plechtigheid in Colombo gaf een beeld, dat pater Demoutier nooit zal vergeten. Het beroemde, uitge strekte hippodroom van deze stad was tot in alle hoeken bezet, het voorbijgaan van de processie nam anderhalf uur in beslag en 't hoofd van de politie getuigde, dat hij nooit zulk een talrijke menigte in Colombo bijeen had gezien. De Minister-President van Cey lon, die noch Katholiek noch Chris ten is, heeft een dankbrief aan pa ter Demoutier gezonden. Een nieuwe tocht van dit beeld is in voorbereiding voor aanstaande October. Ditmaal zal 't Verre Oos ten bezocht worden met het begin punt in Singapoer. Van hieruit zal de tocht door Indonesië en Austra lië leiden en waarschijnlijk tot Ja pan worden uitgestrekt. Naar ge lang de politieke en militaire toe standen het zullen toelaten, zullen ook China en andere landen van het Verre Oosten bezocht worden. Hef K.N.V.v.L.- Luchtvaartkamp 1950 sarlijkse Luchtvaartkamp der Koninkl. Nederlandse Ver eniging voor Luchtvaart wordt van 12 tot 19 Augustus weer op het A.M.V.J.-terrein „De Paal- berg" te Ermelo gehouden. Aan dit kamp, georganiseerd door de vakafdeling Modelvlieg tuigsport der K.N.V.v.L., ne men ongeveer 90 modelvlieg tuigbouwers deel; bijna alle luchtvaartclubs zijn vertegen woordigd. Ook buitenlandse mo delbouwers komen er kamperen o.a. de Schotse kampioen 1950 Robert Dalvleishof en twee le den van de Antwerpse model- luchtvaartclub. Zaterdag 12 Au gustus om ongeveer 18.00 u. zal het kamp door de voorzitter der K.N.V.v.L., de heer C. Kolff, ge opend worden. De organisatorische en tech nische leiding berust bij deK.N. V.v.L.-functionarissen; boven dien hebben in de kampstaf een aalmoezenier en een predikant zitting ter behartiging van de geestelijke belangen der deelne mers. Een speciale tent wordt ingericht voor het bouwen en repareren van modelvliegtuigen; vele wedstrijden staan op het programma en Donderdagavond is er kampvuur. Vanwaar onze zwak heid, de vele fouten en dat hervallen? Om dat wij op onszelf vertrouwen en daar door vergeten dat het God is die in ons het willen en het vol brengen volbrengt. „Wie zichzelf ver heft, zal vernederd worden". BENEDICTUS

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1950 | | pagina 6