Is het Katholicisme totalitair?"
DRIE PRIESTERS CELEBREERDEN
OP DE PAASDAGEN 23 MISSEN
ROND HEIDENSE CHAOS
en christelijke opbouw
Het Verre Oosten
Zielzorg in Duitsland
Zalig Pasen", om tien uur 's avonds!
Hoe de H. Geheimen gevierd worden
De Oost-priesterhulp helpt
Een dam van christelijke liefde
J
Een interessant en actueel boek
van pater Th. Steltenpool S.V.D.
Eis: gratificatie
voor het H. Jaar
O.L. Vrouw wordt
ook in Azië vereerd
In ChristusLicht
\I
PAGINA 6
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1950
(Van een onzer redacteuren)
Een pastoor uit de diaspora van Midden-Duitsland schreef kort
na Pasen deze brief aan een zijner collega's: „Hartelijk bedankt
voor je Paaswensen, die wij kregen, toen ons Paas-programma
door ernstige ziekte van een pastoor in de buurt in de war werd
gestuurd. Wij moesten zijn grote parochie overnemen, zodat
wij met ons drieën op beide Paasdagen in totaal 23 Missen
opdroegen. Op één buitenpost moest generale absolutie worden
gegeven, omdat er geen tijd meer was voor biechthoren. Op
Eerste Paasdag 's middags heeft een van mijn kapelaans, nadat
hij in een afgelegen dorp de H. Mis had gelezen, vijf uur aan
zijn motor geploeterd. Maar hij kwam gelukkig tegen tienen
thuis, zodat we elkaar toch nog „Zalig Pasen" konden wensen".
Zo'n fragment uit een brief schildert een moeizame wereld,
waarvan wij in ons land, vol kerken en kapellen, het bestaan
niet kunnen vermoeden. En toch, op welk een betrekkelijk
korte afstand moeten zo de katholieke priesters dag in, dag uit.
zich aftobben om hun nooit hoog genoeg te schatten zielzorg
uit te oefenen?
Op welhaast geen kaart, hoe
nauwkeurig ook, zult u het ge
hucht Lichtenhorst kunnen vin
den. Het ligt ergens in Midden-
Duitsland, ongeveer 150 km. Zuid-
Oostelijk van Bremen. Rondom
een plein staan enkele gebouw
tjes, waarvan het mees.t opval
lende een klein protestants kerk
je is. Zo tegen 9 uur, toen allengs
de schemering over de aarde
kwam gegleden, hield onze tou
ringcar er stil. Met een zwakke
groet verwelkomden ons de men
sen, die meer dan een uur op ons
gewacht hadden. Immers, die
avond zouden we samen Duit
sers, Nederlanders en Vlamingen
het H. Misoffer bijwonen. Tot
de laatste plaats was het kleine
kerkje gevuld. Langs de kale
wanden hingen hier en daar wat
kransen, bedoeld als een opwek
king om diegenen in de gebeden
te gedenken, die niet uit het oor
logsgeweld waren neergeknield.
Terwijl de priester zich achter
in een nis kleedde in zijn een
voudige, liturgische gewaden,
werden op een tafel, vóór tegen
de muur, vier kaarsen ontstoken.
Die lekkende, trillende vlamme
tjes vormden het enige licht, dat
zich in die donkere ruimte ver
spreidde. Het enige licht, dat wij,
mensen, konden zien. Maar hoe
moet wel bij allen, die daar aan
wezig waren, innerlijk een licht
zijn gaan stralen, doordringender
en heerlijker dan dat van stan
daards vol kaarslicht en ontelbare
electrische lampen tesamen? Van
heinde en verre waren zij te voet
gekomen om er toch maar bij te
genwoordig te kunnen zijn, dat
de Oneindige God, Die ook hun
lot bepaalt, door de woorden van
de priester in hun midden kwam.
De volgende avond in Bever-
sen een H. Mis in de open
lucht. Op het erf van de boerderij
wordt een ovaal tafeltje gereed
gemaakt. Een paar kleine flesjes
worden gevuld met wat bloemen,
die langs de weg groeien. In een
wijde cirkel groeperen we ons
rondom dit simpele altaar. Boven
ons geen geweldige gewelven vol
gracieuze lijnen, maar het mach
tige blauwe zerk van de hemel,
trillend en stralend na een war
me, zomerse dag. Een moeder
duwt haar wagen heen en weer,
opdat de kleine zoet zal blijven.
Kippen scharrelen pikkend rond
en verdwijnen tenslotte achter el
kaar onder het altaartafeltje
Als het kleine belletje, ijl-rinke-
lend in deze enorme ruimte van
Gods natuur, het verheven ogen
blik der consecratie aankondigt, is
er geen geharrewar met kussens
en klepperende stoelen: waar men
staat knielt menGod komt in
ons midden.
Als men zo de H. Geheimen ge
vierd heeft, duurt het wel even,
voor de werkelijkheid weer tast
baar wordt. Maar dan staat men
er in de diaspora ook meteen
midden tussenin.
In Lichtenhorst bijvoorbeeld
was er nog een korte bijeenkomst
in een met vlaggen bont versier
de zaal. Aan de lange tafels zocht
eenieder zich een plaatsje. In
bonte mengeling zaten ze door
elkaar, ouden en jongen, katho
lieken en protestanten (want ook
zij slaan bijna geen katholieke
godsdienstoefening over!voor
het overgrote deel ontheemden.
In een paar woorden zette Pater
Werenfried van Straaten het doel
en de werkwijze van de Oost-
Gelden en goederen voor
Oostpriesterhulp gelieve
men te zenden aan: R. K.
Huisvestingscomité, Hekel
laan 6, Dèn Bosch. Giro
31348. Men gelieve uitdruk
kelijk te vermelden: voor
Oostpriesterhulp.
priesterhulp uiteen. De pastoor
dankte hem voor zijn komst. „U
kunt niet begrijpen, wat het voor
ons betekent, dat u van verre
gekomen zijn, om ons persoon
lijk te laten ervaren, dat wij tien
tallen kilometers van de be
woonde wereld, niet vergeten
worden in onze, toch zo behoef
tige omstandigheden. Nog maan
denlang zullen de mensen hier
over dit ongekende, dit zo volko
men onverwachte, spreken".
De goede pastoor heeft toen niet
kunnen vermoeden, welke herin
nering nog geen tien minuten
later voor eeuwig in onze memo
rie werd gegrift. Achter in onze
reiswagen waren wat kisten mee
gegaan, met koekjes, blikjes ver
duurzaamde levensmiddelen en
wat cigaretten. Daar hebben we
van uitgedeeld, aan een ieder wat.
We willen niet in details be
schrijven, wat zich toen voor
onze ogen voltrok.. Wie kinderen
heeft, weet, wat een Sinterklaas
avond aan stralende gezichten
kan brengen. Gelooft u ons, dat is
nog maar een zwakke afspiegeling
van de intense dankbaarheid, die
ons overspoelde voor het schen
ken van zulke, toch voor ons zo
simpele dingen: een blikje sar
dientjes, vier, vijf biscuitjes, twee
cigaretten. Velen konden het niet
verwerken en poogden achter
zakdoeken hun ontroering te ver
bergen. „God zegene U", honder
den handen hebben we die avond
gedrukt en telkens weer kwam
deze oprechte zegenwens over ons
In de ontruimde concistorieka-
mer, waar geestelijken, journalis
ten en studenten naast elkaar op
het stro lagen, wilde die nacht de
slaap niet komen. Telkens en tel
kens weer gingen de gedachten
terug naar die aangrijpende mo
menten in Lichtenhorst, „Dorf
,,Het grootste gebod, dat God
ons gaf, was dat van de liefde".
Overal, waar zich maar even
de gelegenheid voordeed sprak
pater Werenfried van Straaten,
de onvermoeibare stuwer van
de Oostpriesterhulp, over dit
onderwerp. Hier ziet u hem aan
het woord in een protestantse
kerk, waar nog 's avonds om
half tien een H. Mis werd
opgedragen.
ohne Vergangenheit", toevluchts
oord van ontheemden, een klein
groepje van het leger, dat mil-
lioenen telt.
Dit is het grootste gebod, dat ik
u gegeven heb: hebt elkander lief!
Dag in, dag uit, op de meest
wonderlijke plaatsen - een pro
testantse kerk, een ontspannings
zaal van een doorgangslager, een
open plek temidden van oude ba
rakken, de „gouden zaal" van de
Bergische Dom in Altenberg
heeft pater Werenfried van Straa
ten deze inhoudsvolle tekst als
uitgangspunt van zijn vertogen
genomen.
Dergelijke spreekbeurten zijn
allesbehalve een sinecure. En ze
ker niet voor deze enthousiaste
Norbertijn, die het nu eenmaal
niet kan opbrengen een hele toe
spraak van een papiertje af te le
zen. Wat hem op 's harten gronde
ligt, dat welt hem naar de keel.
zo gebeurde het in de zo juist ge-
Dan vliegen de vonken er van af.
Maar.... daar houdt de vertaal
kunst geen gelijke tred mee. En
noemde „gouden zaal" in Alten-
berg, waar een groot aantal Duit
se priesters, speciaal belast met
de zielzorg op het platteland, bij
een waren, dat pater Werenfried
met gloedvolle overtuiging stond
te betogen, dat het Westen t.a.v.
de nood in Duitsland de handen
uit de mouwen moest steken.
„Wir müssen die Hande aus die.
Sag' mal, wie nennt man das
en met een abrupt gebaar trekt
de linkerhand aan de wijde rech
termouw van het witte habijt.
„Armel" klinkt het als uit één
mond. En meteen davert een gul
le lach door de zaal. Pater Weren
fried noch wij! wisten op
dat moment dat de Duitsers,
taalkundig gezien wel te verstaan,
niet „de handen uit de mouwen
steken" maar „de mouwen opstro
pen"! Maar wat doet dat alles er
toe? Het hart, het eerlijke chris
tenhart, dat niet zichzelf zoekt,
maar de evennaaste spreekt. En
daar gaat het uitsluitend om.
De Oostpriesterhulp wil niets
meer maar ook beslist niets
minder dan een hechte dam
van christelijke liefde opwerpen
tegen het aanstormende bolsje
wisme. Het zijn in het Westen de
Duitsers, die in erbarmelijke om
standigheden, de eerste stoot van
deze vreselijke kolos moeten op
vangen. Zij staan voor de vuur
proef van het geloof. Zullen zij,
die het geloof nog behielden na
de nazi-tyrannie, de kracht heb
ben zich tenminste te handhaven,
nu de meeste van hen nadien
nog beroofd zijn van wat hen aan
aardse goederen ooit behoorde? Is
er in deze troosteloze toestand één
lichtpuntje, één straaltje hoop
van waar dan ook te verwach
ten?
Op dat zo critieke moment staan
wij hier in het Westen voor de
vuurproef van de liefde. Als le
dematen van Christus' mystieke
lichaam hebben wij thans de dure
plicht te tonen, dat Zijn grootste
gebod levend in ons is. Te meer
zal onze daad in waarde toene
men, waar hij gesteld wordt je
gens hen, tot wie onze liefde
menselijkerwijze gezien niet zo
spontaan uitgaat.
Wie van ons is in staat de be
nauwende dreigingen, waaronder
wij allen gebukt gaan, af te wen
den? Wie van ons is bij machte
een redelijke oplossing te geven
voor het verbijsterende probleem
der ontheemden en vluchtelingen,
waarover wii u in enkele artike
len nog slechts een onvolledig
beeld konden geven?
En toch: er moeten daden wor
den gesteld, opdat het geloof be
houden blijve bij hen, die het
bijna onmogelijk is te belijden,
dat God goed is. Honderden pries
ters doen dagelijks in West-Duits-
land schier bovenmenselijke moei
te dit besef levendig te houden.
Helpen wij hen hierin met ge
bed en offer, opdat God ons moge
sparen voor het nameloze leed,
dat vlak aan onze Oostelijke gren
zen, millioenen Christenen heb
ben te dragen.
Nederland ontwaak herken de
tijd en aanvaard uw taak.
i.
Het is nu eenmaal een feit, dat de eenheid van godsdienst,
welke vroeger als de ideale toestand voor een land werd
beschouwd, in Nederland tot het verre verleden behoort, en
zeker in de nabije toekomst niet zal terugkeren. Nu zijn er in
een Staat met meerdere belijdenissen verschillende verhoudingen
mogelijk. De minst aangename, n.l. die van betrekkelijke afke
righeid, uitgaande van één of meer partijen, met alle gevolgen
van dien, als (pogingen tot) achteruitzetting, wrijvingen, onder
linge strijd en gespannendheid enz., is in ons land zeker op dit
ogenblik niet meer in alle scherpte te vinden. Meer en meer
is men gaan inzien, dat hetzij menselijk respect hetzij alleen
verhoudingen van aantal om een andere gedragslijn vragen.
Vooral de voorbije oorlogsjaren noodzaakten en vergemakke
lijkten een groter eenheid en samenwerking. Zo is er een
godsdienstgesprek gegroeid tussen katholieken en protestanten
dat de belangstelling van een groot publiek tot zich heeft
getrokken.
Nu is een verleden van meer
dere eeuwen niet in een handom
draai ongedaan te maken. Aan
beide zijden bestaan er uiteraard
nog vele gevoeligheden, gereser
veerdheid, achterdocht, en min of
meer grote vooroordelen. En dit
alles uit de weg te ruimen, is de
bedoeling van genoemd gods
dienstgesprek. Terwille van deze
waardevolle bedoeling zal het
doorgaans verkieslijker zijn, dat
het gesprek tot een meer beslo
ten kring worde beperkt, dan dat
het direct aan te grote openbaar
heid wordt prijsgegeven, met het
gevaar, om juist dan oude gevoe
ligheden weer op te roepen, te
genover welke men in een klein
gezelschap veel rustiger en nuch
terder kan staan.
Met alle warmte, die zijn hart maar op kon brengen, ging
pater Werenfried door de barakkenkampen. Vooral onder de
jongsten verspreidde zich het gerucht als een lopend vuurtje:
',,de pater is er en. hij heeft koekjes meegenomen". Er is niet
zo veel meer voor nodig om de kinderen dan een prettig ogen
blik en een goede herinnering te bezorgen.
Eerste deel)
Eigenlijk zijn wij blanken, echte
amphibieën, tweevoetige hagedis
sen, die de voortbrengselen der
aarde zoeken, maar evengoed ver
zot zijn op de artikelen van de
waterwereld. Feitelijk behorend
tot het land, azen we nog veel
jarenlang wonen ze reeds in deze vreselijke barak. Zomers is
het er ontstellend heet, des winters ontzettend koud. En er is
geen sprankje hoop, dat hier in de eerste tien jaren enige
verbetering in zal komen.
meer op „buiten"-landse produc
ten en het gekste is, dat we on
bewust overtuigd zijn, dat ze
eigenlijk meer bij ons horen dan
ergens andersDaar heb je
nu koffie, thee en cacao, waar
moeder suiker in mengt. Wij ro
ken er een pijp tabak, sigaar of
sigaret bij. Op tafel prijkt het
peper- en zoutstel en de witte
bloemkool wordt pas smakelijk,
als ze zich aandient met een brui
ne voile van nootmuskaat voor.
Heerlijk, als moeder ons op rijst
vergast, maar met geurige aroma
tische kaneel. Iedereen kent ker-
ry en dan nog die pittige kruid
nagels, zwemmend in een schaal
dampende hachée of als zwarte
oogjes fonkelend op de gele pels
van een citroen in warme wijn.
Heel nuchter aanvaarden we deze
heerlijkheden als doodgewone
dingen. Uren worden volgepraat
op een koffiekransje, maar nie
mand raakt ooit in extase over
een pijp kaneel, want „paarden,
die de haver verdienen, krijgen
ze nu eenmaal niet". En zo gaat
het ook met dat dartele ros rub
ber. Het draaft de hele wereld
door, neemt alle hindernissen en
springt over de hoogste hoogten,
maar als je praat van waardering
dan staat iedereen je met een
paar grote ogen aan te gapen!
Honderdduizende fietsers rollen
dagelijks voort op hun rubberban
den, dikgerubberde limousines
zoemen geruisloos over de inter
nationale hoofdwegen, legers van
jeeps, tanks, bulldozers en trac
tors wentelen op gigantische ban
den om nieuwe landen te ont
ginnen. Duizenden stijgen dage
lijks op rubberrollen omhoog om
in rubberpaleizen comfortabel
door het luchtruim te „rubberen"
want een vliegtuig, een mailboot,
een luxe diesel zijn letterlijk le
vende, lichtende, waaierende,
sprekende mechanieken van rub
ber, om maar niet af te dalen
tot de prozaische spons, regen
mantel, gramofoonplaat't is
alles rubber wat de klok slaat.
Elk mensenkind is dagelijks in
gesteld en wel 75 pet. afhankelijk
van rubber en vraag nu eens:
„Zeg, weet u wat rubber is?"
krijgt men hoogstens ten ant
woord: „Bedoelt u soms een elas-
tieke kouseband?" Wat een bana
le wereld, zucht ik dikwijls! En
dan moet je zelf aan de lijve ver
brand en doorzweet zijn geweest
van werken dat je moest doen
om een pondje rubber te pro
duceren! Als beschaafd mens
moest ieder toch weten wat rub
ber is, anders blijft men een
spreekwoordelijk stadsmens, die
de groenteman vraagt, waar toch
die aardappelboom staat. Daarom:
h WAT IS RUBBER?
Niets anders dan het melkach
tig sap van een boom, die vroe
ger uitsluitend wild groeide in
Brazilië, maar nu vrijwel in alle
tropische landen wordt uitge-
plant. Toen ik in 1911 in Indië
aankwam, was een rubberplanta
ge van enige honderden bomen
zeldzaam en op de afgelegen
plek, waar ik terecht kwam, was
er één van 400 bomen. Ze waren
geplant uit zaden (harde, drie
hoekige bolsters, waarin 3 gladde,
lichtgevlekte bruine zaden zijn
geborgen). Men had nog niet lang
geleden zaden uit Brazilië weten
te smokkelen naar Ceylon. Op dit
eiland waren al enige plantages,
die „tapklaar" waren en vandaar
werden de zaken verder gedistri
bueerd vooral naar Malakka en
Java. Na 6 jaren bereikt de boom
een stam, die beneden een mid
dellijn heeft van pl.m. 15 centi
meter. Op de stam wordt een
verticale kerf gesneden, ongeveer
1 meter opgaande van de grond.
Nu snijdt men vanaf de top van
deze gleuf een rond-opgaande
kerf, echter niet verder dan tot
de halve omtrek van de stam,
anders zou men de boom dood-
tappen. Langs deze rond-opgaan
de zijkerf begint na enige dagen
het sap uit te zweten. Het loopt
druppelsgewijs langs de hoofd-
kerf naar beneden en daar vloeit
het in een smal blikken gootje,
wat men in de stam heeft geha
merd. Zo vloeit het rubbersap
(latex genaamd) in een rond bak
je op de grond. Alleen de rond-
opgaande zijkerf wordt dagelijks
vóór zonsopgang opnieuw van on
deren breder gekerfd. Na onge
veer een week vloeit de latex
flink en krijgt men een thee
kopje vol per boom. De tapper
trekt elke morgen vóór dag en
dauw met een speciaal tapmesje
er op uit om boom na boom te
bewerken. Dat is een eentonig,
zielig en zeer vermoeiend karwei.
Men krijgt het in de rug, want
men bukt en strekt minstens 400
keer alleen al van 3 tot 6 uur.
Dan terug naar zijn hutje, kookt
hij zijn potje rijst, eet, drinkt wat
thee, om straks om 7 uur een
tweede rondgang te beginnen
Hier geldt met recht een kleine
verandering van het spreekwoord:
,,'t zijn sterke ruggen, die de rub-
berweelde kunnen dragen"
en hier zijn we pas aan de
„manch", vólgende keer verder
met de rubberTabee.
Toean Slamat
Het grote publiek blijft echter
een factor van belang; het verte
genwoordigt een mentaliteit; het
staat niet onberoerd middenin de
loop der gebeurtenissen het oefent
een psychologische invloed uit
op zijn vertegenwoordigers, die
aan het contact tussen de belij
denissen deelnemen; en uiteinde
lijk moet de opzet van dit contact:
toenadering, wederzijds begrijpen
en waarderen, doordringen juist
tot in alle bevolkingslagen, wil
het werkelijk vruchtbaar zijn voor
het gehele land.
Dit publiek nu is inderdaad ge
tuige geweest van gebeurtenissen,
ook na de oorlog, die sterk de in
druk wekten, dat de vroegere toe
stand van afkerigheid nog zeer
actueel was. Wij behoeven in dit
verband slechts te herinneren aan
de wijze, waarop bepaalde feiten
in Spanje aan de brede volksmas
sa werden bekend gemaakt en
veelal als uiting van dè katholie
ke mentaliteit voorgesteld.
Vele katholieken zijn overtuigd,
dat men een dergelijke publieke
campagne ook in hel openbaar
moet beantwoorden; andere echter
meenden, dat dit teveel stof zou
doen opwaaien en de gemoederen
niet in die gesteltenis brengen,
welke het godsdienstgesprek kan
doen slagen. Om de sfeer van dit
gesprek niet te storerf, achtten zij
het juister, niet in te gaan op der-
gelijke beschuldigingen, zeker niet
in het openbaar. Vooraanstaande
katholieken daarentegen vonden
deze houding verkeerd, niet al
leen omdat geloofsijver en liefde
voor hun Moederkerk hen tot een
antwoord dreven, maar tevens
steunden zij op het argument, dat
zwijgen hier een scheve indruk
van zwakte kon geven, een in
druk, die op beide partijen een
ongunstige invloed zou hebben en
zodoende juist de gespreksfeer
vertroebelen.
In de Nederlandse apologetiek
of geloofsverdediging zijn feitelijk
deze twee stromingen aanwezig.
Momenteel voert wellicht die de
bovenhand, welke alle hindernis
sen wil vermijden door zo zacht
mogelijk te zijn tegenover zelfs de
scherpste aanvallen. De andere
richting meent hierin een tacti
sche fout te zien, en is overtuigd,
dat een openhartig woord nutti
ger is voor het gesprek, en niet
gemakkelijk verkeerd zal worden
opgevat, daar het een blijk van
hoogachting is voor zijn tegen
stander, als men het eigen stand
punt eerlijk en onomwonden te
kennen geeft.
Deze laatste opvatting wordt
duidelijk gehuldigd in een werk,
waarop wij de speciale aandacht
zouden willen vestigen: het be
treft een pas verschenen boek
van onze streekgenoot, Pater Drs.
Th. Steltenpool SVD, waarvan de
titel luidt: „Is het Katholicisme
Totalitair?'. Hij antwoordt hier op
een vraag, die ons van andersden
kende zijde zo dikwijls wordt ge
steld, en menigmaal geen vraag
meer blijft, doch een verwijt of
beschuldiging wordt. In verschei
dene artikelen heeft de auteur
reeds soortgelijke kwesties be
handeld, en hoewel wij daarin
nooit een rechtstreekse aanval op
de protestanten konden ontwa
ren, kwam hij eerlijk uit voor zijn
ook in dit boek aangehouden
standpunt, en gaf de andersden
kenden meermalen een rustig en
openhartig antwoord.
Het werk zal lezers van dit dag
blad zeker interesseren, omdat zij
doorgaans in gemengde streken
wonen en velen van hen de daar
mede gepaard gaande moeilijkhe
den zelf hebben ondervonden, en
vragen of verwijten van andere
richtingen moesten aanhoren. Niet
alleen daarom echter willen wij
het onder hun ogen brengen, noch
uitsluitend, om met de strenger
genoemde apologetische stroming
kennis te maken. Op even dege
lijke als onderhoudende wijze
worden hier de problemen be
handeld. Allereerst schetst de
auteur in een bondig geschiedkun
dig overzicht het verleden der Ne
derlandse (on-)verdraagzaamheid,
zoals hij het zelf terecht mag noe
men. In alle zakelijkheid geeft dit
eerste hoofdstuk een voor menig
een verrassende terugblik met
frappant materiaal.
De grote verdienste van de
schrijver zouden wij echter vooral
zoeken in de wijze, waarop hij- de
beginselen van katholiek oogpunt
belicht. Zijn heldere en scherpe
bewijsvoering opent hier en daar
nieuwe en oorspronkelijke ge
zichtspunten.
De verdraagzaamheid jegens
anderen, andere karakters, vooral
jegens andere overtuigingen en
godsdienstige opvattingen, vindt
zijn oorsprong in de vrijheid, het
kostbare bezit van de mens. Van
nature bezitten wij een vrijheid
van geweten, die men moet eer
biedigen. Wij kunnen en mogen
niet met geweld worden ge
dwongen, een andere mening aan
te hangen dan die, welke wij naar
onze eigen diepste overtuiging
voor de beste of enig ware hou
den. Daarom juist is het zo van
belang, dat schrijver een erge mis
vatting aangaande deze vrijheid
signaleert en weerlegt. De groot
ste stromingen in de wijsbegeerte
hebben zich steeds verder van
hun godsdienstige oorsprong ver
wijderd, en zo een begrip van de
vrijheid opgebouwd, dat onvrucht
baar was en in zijn practische toe
passingen dan ook zeer foutief
bleek. Hun vrijheid was louter on
gebondenheid, vrij-zijn betekende
volgens hen, dat men alles kon
doen en mocht doen, zonder enige
beperking. Welnu, alles kunnen
doen, is eveneens onhoudbaar.
Schr. beroept zich dan op Chris
tus' woord: „De waarheid zal U
vrij maken". Onze menselijke
vrijheid is van dien aard, dat zij
noodzakelijkerwijs steunt op en
beperkt wórdt door de waarheid:
alleen als men de waarheid bezit,
als men zichzelf en alles ziet zo
als het werkelijk is, dus in afhan
kelijkheid van God, Die ons een
menselijke vrijheid liet, alleen
dan is men vrij. Vrij handelen is
immers met inzicht en begrip
handelen, en goed begrijpen en
inzien betekent: naar waarheid
inzien en begrijpen. De waarheid
is dus de grote beperking, die
onze vrijheid is opgelegd. Wij zien
ook, dat iemand, die de waarheid
of werkelijkheid miskent, en het
onmogelijke wil doen, niet meer
vrij is: hij kan deze wil niet ten
uitvoer brengen.
dr. S.
STAKENDE ARBEIDERS
TE ROME
Rome, (K.N.P. De bewoners van
de Eeuwige Stad worden reeds
enige tijd lang geplaagd door de
stakende arbeiders van de publie
ke gemeentediensten van gas en
electrieiteit en van de telephoon-
diensten. Het doel van deze sta
king is een speciale Anno Santo
gratificatie.
Enige weken geleden is de idee
van dit soort gratificatie bij het
Romeinse trampersoneel in 't hoofd
geschoten en onder bedreiging van
't stopzetten van deze dienst heeft
dit personeel de gratificatie ver
kregen.
De Anno Santo-gratificatie is ech
ter geen uitvinding van conduc
teurs en trambestuurders, maar
reeds bij gelegenheid van het Hei
lig Jaar 1933 heeft de gemeent»
Rome het personeel van de ver
schillende takken van gemeente
dienst een extra vergoeding we
gens extra arbeid uitgekeerd.
Sedert een week zijn de Romei
nen van half elf tot half drie ver
stoken van gas. De zeer grote hit
te, die gedurende dezer dagen in
de stad heerst, vergoeilijkt enigs
zins dit gemis, daar een koud Rus
sisch slaatje bij deze hitte aange
namer is dan een bord hete ma-
caronie.
De regeringsinstanties zijn echter
ongerust over dit soort van sta
kingen bij de openbare werken,
waarvan 't agitatiecentrum in Ro
me zelf ligt. Niettegenstaande het
feit, dat verscheidene leden van de
regering buiten Rome hun vacan-
tie doorbrengen, wordt er op het
Ministerie van Arbeid met spoed
gewerkt aan het ontwerp van de
wet op de arbeids organisaties,
waarin ook het recht van staken
wordt vastgelegd. Dit onderdeel is,
wat de redactie betreft, gereed en
kan zo nodig, bij een uitbreiding
van de huidige stakingen, als wet
op zich door het parlement op het
einde van deze maand in eventuele
dringende behandeling genomen
worden.
VATICAANSTAD (K.N.P) De Zeer
eerwaarde Pater Demontier van de
Congregatie van de Onbevlekte
Ontvangenis, die het beeld van O.
L. Vrouw van Fatima op zjjn tri
omftochten door de wereld steeds
vergezeld heeft, bevindt zich de
zer dagen in Rome. na de tocht
in Indië en Ceylon volbracht te
hebben.
In Bombay alleen is het beeld door
meer dan één miliioen personen,
waaronder Hindoes, Mohammeda
nen, paria's en belijders van vele
andere confessies zich met de Ka
tholieken verenigden, met alle ui
terlijke pompeuze plechtigheden,
waarmede de Indiëers hun gods
dienst-oefeningen steeds begeleiden
vereerd. Deze ontvangst in Bombay
werd door de dochter van de Mi
nister-president van Indië, Pandit
Nehru, ep door drie leden van
diens kabinet door een groot aan
tal geestelijke en wereldlijke au
toriteiten bijgewoond.
De reis'op Ceylon was een lange
triomftocht ter ere van de H.
Maagd. Overal, waar 't beeld voor
bij kwam, werd het door talrijke
menigten van de bevolking be-
fjroet en vereerd. De sluitings
plechtigheid in Colombo gaf een
beeld, dat pater Demoutier nooit
zal vergeten. Het beroemde, uitge
strekte hippodroom van deze stad
was tot in alle hoeken bezet, het
voorbijgaan van de processie nam
anderhalf uur in beslag en 't hoofd
van de politie getuigde, dat hij
nooit zulk een talrijke menigte in
Colombo bijeen had gezien.
De Minister-President van Cey
lon, die noch Katholiek noch Chris
ten is, heeft een dankbrief aan pa
ter Demoutier gezonden.
Een nieuwe tocht van dit beeld
is in voorbereiding voor aanstaande
October. Ditmaal zal 't Verre Oos
ten bezocht worden met het begin
punt in Singapoer. Van hieruit zal
de tocht door Indonesië en Austra
lië leiden en waarschijnlijk tot Ja
pan worden uitgestrekt. Naar ge
lang de politieke en militaire toe
standen het zullen toelaten, zullen
ook China en andere landen van
het Verre Oosten bezocht worden.
Hef K.N.V.v.L.-
Luchtvaartkamp 1950
sarlijkse Luchtvaartkamp
der Koninkl. Nederlandse Ver
eniging voor Luchtvaart wordt
van 12 tot 19 Augustus weer op
het A.M.V.J.-terrein „De Paal-
berg" te Ermelo gehouden.
Aan dit kamp, georganiseerd
door de vakafdeling Modelvlieg
tuigsport der K.N.V.v.L., ne
men ongeveer 90 modelvlieg
tuigbouwers deel; bijna alle
luchtvaartclubs zijn vertegen
woordigd. Ook buitenlandse mo
delbouwers komen er kamperen
o.a. de Schotse kampioen 1950
Robert Dalvleishof en twee le
den van de Antwerpse model-
luchtvaartclub. Zaterdag 12 Au
gustus om ongeveer 18.00 u. zal
het kamp door de voorzitter der
K.N.V.v.L., de heer C. Kolff, ge
opend worden.
De organisatorische en tech
nische leiding berust bij deK.N.
V.v.L.-functionarissen; boven
dien hebben in de kampstaf een
aalmoezenier en een predikant
zitting ter behartiging van de
geestelijke belangen der deelne
mers. Een speciale tent wordt
ingericht voor het bouwen en
repareren van modelvliegtuigen;
vele wedstrijden staan op het
programma en Donderdagavond
is er kampvuur.
Vanwaar onze zwak
heid, de vele fouten
en dat hervallen? Om
dat wij op onszelf
vertrouwen en daar
door vergeten dat het
God is die in ons het
willen en het vol
brengen volbrengt.
„Wie zichzelf ver
heft, zal vernederd
worden".
BENEDICTUS