Een weldoener van de mensen
en strijder voor God
Voor vijf December
Gebruik van parfum
zo oud als de wereld
UE DOOI»
De Sint en de zieken
moeit wachten
Sint Nicolaas van My ra
Slachtoffer van kerkvervolging
Verrassingen
De geschiedenis van Uw geschenk
Zieke vrouw schonk geheim aan
Zuster Klementine
DONDERDAG 30 NOVEMBER 1950
PAGINA 3
Op het Concilie van Nicea zat hij tussen de Vaders en gold
als een der meest eerbiedwaardigsten. Want de bisschop van
Myra was een Confessor. Hij had marteling en kerker ondergaan
om Christus' wil, toen Keizer Licinius in een laatste en
verbeten strijd het stervend paganisme wilde handhaven tegen
over het jonge, opkomende Christendom. De onverwacht snelle
overwinning van Constantijn in de velden van Adrianopel
(318) opende duizenden, om Christus' wil gevangengehouden,
de poorten en ook Nicolaas keerde terug. Naar Myra ging hij,
waar hij de bisschopsstaf weer opnam. In aansluiting op
onze beschouwing van de vorige week geven wij hier nog een
nader karakterbeeld van de Coede Sint-
Door een wondere beschikking
Gods was hij daar veie jaren
geleden bisschop geworden. Hoe-
,wel hij schatrijk was en een pa
triciërsloopbaan voor hem open
stond was Nicolaas priester ge
worden en leefde met enkele an
deren samen in kloosterlijke ge
meenschap. Wel was het Chris
tendom nog niet officieel toege
laten, maar rond 275 heerste er
rust en vrede voor de Kerk in
Klein Azië.
Men had daar wel andere pro
blemen op te lossen, dan het
organiseren van een jacht op
Christenen; de Perzen aan de
Eufraat, de Goten aan de Bene-
den-Donau en de mysterieuze
koningin Zenobia in het Zuiden
bedreigden het Rijk.
Zo leefden Nicolaas en zijn
gezellen ongemoeid en hij was
spoedig algemeen bemind. Zijn
groot vermogen deelde hij vol
gens Christus' woord uit aan de
armen, aan goeden en kwaden
zoals God ook Zijn zon laat op
gaan voor alle mensen gelijk.
Toen hij alles had opgegeven,
meende de jonge priester dat
God hem naar de woestijn van
Opper-Egypte riep, naar Thebaïs,
waar Paulus en Antonius leefden.
Nicolaas vertrok, maar onderweg
leerde hij Gods Wil kennen
niet in de eenzaamheid, maar in
het volle leven moest hij Christus
dienen. Daarom keerde hij terug
naar Lycië en kwam te Myra
juist op het ogenblik, dat de bis
schop was gestorven. Op recht
streekse aanwijzing van God
werd Nicolaas tot bisschop geko
zen.
Zijn wondere goedheid maakte
hem spoedig tot de meest be
minde figuur in Asia Minor.
KINDERVRIEND
In deze jaren was hij vooral
de grote Kindervriend, naar het
voorbeeld van Christus. Ontel
baar zijn de legenden over zijn
zorg en milddadige goedheid
voor kinderen. X.ang duurde zijn
pontificaat, dertig jaren gingen
voorbij, keizers kwamen en gin
gen, de gruwelijke vervolging
van Diocletianus kwam over
Gods Kerk, maar in het Verre
Lycië zag men er weinig van.
Toen na de overwinning van
Constantijn, toen in heel het
Westen de Kerk de langverbeide
vrede erkenning kreeg, was hier
de kerkvervolging plotseling be
gonnen. Licinius, eens Constan-
tijns vriend en bondgenot, wilde
de alleenheerschappij en deed
een beroep op alle heidense ele
menten tegen Constantijn en te
gen het Christendom. Ook Nico
laas werd gegrepen, gekerkerd
en gefolterd. Na maanden van li
chamelijke en geestelijke kwel
ling wérd hij verlost. Licinius
was verslagen en gedood en nu
was de bisschop weer in Myra.
Maar er was iets veranderd
vóór zijn gevangenneming was
de bisschop de goede man, de
weldoener» die nooit weigeren
6 DECEMBER
H. NICOLAAS
Op 6 December viert de H.
Kerk het feest van de H. Nico
laas, Bisschop en Belijder, die
niet alleen in het Oosten, maar
ook bij ons algemeen vereerd
wordt. Hij was Bisschop van
Myra, ten tijde van het Concilie
van Nicea, dat hij ook waar
schijnlijk heeft bijgewoond. Al
spoedig werd hij vereerd als een
groot wonderdoener. Zijn grote
milddadigheid en liefde voor
armen en kinderen, die iedere
heilige kenmerken, hebben hem
ook tot een populaire heilige ge
maakt, zodat een profane viering
van zijn feestdag meer en meer
ingang vond, ook in niet-katho-
lieke kringen en die geheel los
van de kerkelijke is komen te
staan, zodat zelfs aan de begrip
pen „heilig" of „kerkelijk" niet
meer wordt gedacht. En vooral in
de laatste decennia wordt zijn
naam gebruik als een reclame
leuze, hegeen minder te waar
deren is....
kon. Allen hadden van hem ge
profiteerd, goeden en kwaden,
de goeden hadden hem bedankt
en waren nog beter geworden,
voor sommige kwaden was het
een aanleiding tot bekering ge
weest en Nicolaas had God daar
voor bedankt, maar voor de
meeste kwaden was het slechts
bij profiteren gebleven, terwijl
ze in hun hart de spot dreven
met de doodgewone bisschop, die
hebben en houen weggaf, zonder
te vragen of hij soms niet werd
bedrogen. En toen de trawanten
boeien hadden geklonken en op
gesloten, zodat zijn machtige
welsprekendheid niet meer de
kudde kon beschermen tegen af
val en misleiding, toen weer af
godsbeelden in heilige plaatsen
werden opgericht, waren juist
die kwaden, de zwarte schapen
zijner kudde, naar voren geko
men en hadden de trouw geble-
venen feller gesard en meer in
tens gekwetst dan welke heiden
ook. Dat had Nicolaas in de ziel
getroffen en zijn optreden was
nu anders - naast grote goed
heid en mildheid toonde hij een
onverzettelijke strijdersmoed, zo
als hij in de gevangenis Hjdens-
en offerzin had getoond. Nog
steeds was hij de goede vader
voor allen, die van goede wil
waren, maar daarnaast werd hij
de grote verdediger van Chris
tus' Kerk en de onvermoeide be
strijder van valse broeders voor
al. En die waren talrijk. Onder
leiding van Arius durfden zij de
Godheid van Christus loochenen.
Nicolaas verdedigde hartstochte
lijk en welsprekend dit funda
ment van het Christelijk geloof
en toonde geen neiging tot toe
geven of- door de vingers zien
op dit punt. Er uit moesten ze,
weg uit zijn diocees en hii rustte
niet voor de hardnekkigen ver
van Licinius de heilige man in dreven waren.
St. Nicolaas is een huiselijk
feest. Dat huiselijke feest geeft
de huisvrouw altijd veel „kop
zorg" en veel werk. Hoe zal zij
voor iedereen iets aardigs ver
zinnen; waarmee zal zij de kin
deren, die niet meer thuis wo
nen, eens verwennen en hen
het gevoel geven op deze bijzon
dere avond, dat er thuis aan hen
is gedacht; dat zij op dit echt
Hollandse feest in gedachten
mee aan tafel zitten?
Een paar eenvoudige aanwij
zingen, enkele niet te dure re
cepten zullen stellig welkom zijn
voor al die moeders, die hebben
te zorgen voor een grote familie
van kinderen en kleinkinderen;
onverschillig of zij het feest te
zamen of afzonderlijk vieren.
BORS'VPLAAT IN NIEUWE
VORM
Het echte, oude Sinterklaas
lekkers. de borstplaat, mag na
tuurlijk nooit ontbreken. Maak
er een choeoladeborstplaat van
en gebruik een „nieuwe" garne
ring. Neem, als u niet helemaal
leek bent op het gebied van
borstplaat maken, gerust een
heel pond suiker tegelijk. Het
werk voor een pond borstplaat
is hetzelfde als voor een borst-
plaatje van een ons en het ver
lies aan wat er in de pan blijft
zitten, is veel kleiner.
Kort en bondig luidt dit
recept:
500 gram suiker, 1% dl. wa
ter. 50 gr. cacaopoeder (meer
of minder, naar smaak), 1
pakje vanillesuiker, 100 gr.
gemalen cocosnoot, 4 kleine
geconfiite kersjes, rood of
groen gekleurd, vetvrij papier
en 4 ongeveer even grote
borstplaatringen voor een
borstplaat van bijna 1% ons.
Doe suiker, cacaopoeder, wa
ter en vanillesuiker in een
schone steelpan. Laat de suiker
oplossen in het water, zonder er
in te roeren. Gebruik daarvoor
een klein vuur. Leg intussen het
vetvrije papier (heel dun met
margarine bestreken) op het
aanrecht. Zet er de (eveneens
bestreken) borstplaatringen op.
Laat de suikerstroop als alle
suiker is opgelost, aan de kook
komen en zachtjes koken tot
een droppel, die van de lepel
valt. niet meer als droppel aan
komt, maar intussen in de lucht
tot een dunne draad bekoelt.
Roer in de stroop (van het vuur)
tot ze niet meer dun en glan
zend, maar dof en dik vloeibaar
is geworden. Giet deze dikke
borstplaatstroop zo vlug moge
lijk in de vier ringen uit. Zorg
dat de borstplaten van boven
glad zijn en strooi er dadelijk
wat gemalen eocos over, zodat
ze er als besneeuwd uitziet.
Druk midden in de borstplaat
een gekleurd vruchtje.
Laat de borstplaat enige mi
nuten bekoelen en zet ze daarna
met ring en al op hun kant, op
dat ook de andere kant afkoelt.
Neem na algehele bekoeling de
ringen van de borstplaat. Leg
borstplaat niet op elkaar maar
bewaar ze op een droge plaats.
Knip (voor de verzending)
dan uit papier een z.gn. „kanten
kleedje", iets groter dan de
borstplaat. Leg dit kleedje op
een stuk karton, doe hierover
een stukje cellofaan en bindt
de borstplaat met een smal ge
kleurd lintje vast. Pak iedere
borstplaat in een stevig stukje
wit kastpapier gebruik een sier
lijk touwtje of smal bandje (van
ontvangen pakjes bewaard) om
het witte papier en steek boven
op, tussen het strikje een klein
takje bruine elzekatjes, een paar
hulzen van beukenootjes (des
noods even verguld) of een
droog bloemetje. De grote doch
ters zullen deze kleine bloeme
tjes zeker nog een tijdje op
japon of mantelrever dragen.
Voor wie liever halve walno
ten op de borstplaat drukt of
een andere vulling en garne
ring gebruikt, is er nu weer van
alles te koop, maar dit is een
goedkope, aardige en lekkere
wijze van versieren.
DE KOEK
Sint Nicolaaskoek valt meestal
bij groot en klein in de smaak.
Men heeft er niet beslist een
twen voor nodig, in een zgn.
dubbele koekepan, op een pe
troleumstelletje. gaat het ook,
mits men met het keren een
beetje handig is.
250 gr. bloem, 225 gr. marga
rine, 175 gr. suiker wat zout,
100 gr. rozijntjes zonder pit, 1
of 2 lepels jam en een zakje
vanillesuiker of wat kaneel.
Was de rozijntjes en maal ze
of hak ze behoorlijk fijn. Roer
er de jam (bijv. orarijemarme-
lade) door, tot het een kleve
rige substantie is. Meng bloem,
suiker, margarine, zout en ka
neel of vanillesuiker dooreen en
kneed het tot 'n goed samenhan
gende massa. Druk de helft in
een ronde vorm of in de zgn.
dubbele koekepan. werk de zij
kanten van het deeg een beetje
naar boven. Leg in de ontstane
holte de rozijnenmassa en doe
daarover de tweede helft van
het deeg.
Bak het deeg in de oven onge
veer 25 a 30 minuten. Zorg dat
het niet bruin van betekenis
wordt en niet hard bakt, het
moet n.l. taai blijven en niet
bros worden. Bak de koek in de
dubbele koekepan en geef 20
minuten aan de éne kant (kleine
vlammetjes) en 15 min. aan de
andere kant. Draai de dubbele
koekepan snel en handig om, na
20 minuten anders zakt het nog
weke deeg naar één kant en
loopt het uit de pan. Stort de
St. Nicolaaskoek. nadat hjj enige
tijd heeft kunnen bekoelen (na
ongeveer 20 minuten.)
De koek zou in punten gesne
den kunnen worden (waarbij de
donkere vulling zéér tot haar
recht komt) en elke punt wërdt
in cellofaan verpakt. Gebruikt
men verschillend gekleurd cello
faan. dan wordt het effect extra
aardig. Deze verpakking heeft
vóór, dat de koek, die vrij vet is,
geen ongelukken kan aanrich
ten en vetvlekken maken, op
plaatsen waar dat allerminst ge
wenst is. Bovendien kan men er
nu langwerpige doosjes mee
vullen en twee cadeaux maken
van één koek.
Dat is het beeld van deze dagen! Hoe klopt menig kinderhart van vreugde
en verwachting voor het aanstaande grote feest! Met trots en een beetje
vrees staat ze in de onmiddellijke buurt van de Heilige Man. die weet. hoe
Hij met kinderen moet omgaan en ze op hun qemak weet te stellen. Zwarte
Piet, laat staan een zak, komt er niet bij te pas. Is deze foto niet, ten over
vloede, het dubbele bewijs van het feit, dat Sint Nicolaas bestaat: het
bestaan van zijn Persoon, die de kunst der bilocatie in zo hoge mate ver
staat, en het bestaan van de machtige idee, welke sinds eeuwen de
mensheid stut naar goed-doen en het verblijden van kinderharten, een groot
in machtig idee daarom ook, omdat zovelen ergernis geven aan die kleinen,
zonder zich te bekommeren om de felle verontwaardiging van Onze Lieve
Heer, als Hij hen, die ergernis geven aan deze kleinen, de zwaarste veroor
deling geeft? Houdt Sint Nicolaas in ere!
Lavendel en Rosmarijn, hoe
levendig herinneren deze woor
den aan de goede oude tijd,
toen onze grootmoeders de
stengels dezer planten en de
blaadjes van de tijm in het
kabinet tussen de keurig opge
vouwen was legden!
In Duitsland, vooral op het
platteland, heeft de rosmarijn
héél lang hier en daar nog
een grote rol gespeeld. In
de blonc'e lokken der bruid hac
hij een ereplaats en droeve
tegenstelling men vlocht ei
kransen van, om ze als laatste
hulde te leggen op de graven
der afgestorvenen.
In de Bijbel en de oude geschie
denisboeken leest men, hoe het
vroeger algemeen gebruik was,
om zichzelf of heilige voorwer
pen met kostbare welriekende
water te besprenkelen.
Wat men eigenlijk onder geu
rige vloeistoffen moet verstaan,
valt niet zo gemakkelijk aan te
geven. Tegenwoordig hechten wij
aan het woord „essence", een be
grip van een vloeistof van „spiri
tuele" aard, waarin een sterk rie
kende of smakende stof is opge
lost. Doch dat zal toen fvaar-
schijnlijk iets anders zijn geweest,
tenminste, men vindt nergens in
de oudheid zinspelingen op het
aanwezig zijn van spiritus. In de
zevende eeuw na Christus schij
nen de Moren, die wat scheikun
de betreft, alle andere volken
ver vooruit waren, spiritus uit
wijn verkregen te hebben; zij
gaven daaraan de naam al-cohol
(het beste), hetgeen later alco
hol werd en hetzelfde betekent
als wijngeest of vluchtige spiritus.
Naar alle waarschijnlijkheid
waren die welriekende essences
OP HET PLATTE DAK werkte
een timmerman, die opdracht
had gekregen een lekkage te re
pareren. Hiervan kweet hij zich
tot schemerdonker met grote ijver
en kundigheid. Toen had hij het
karwei voltooid. De timmerman
stopte zijn gereedschap in de kist,
liep naar de ladder, waarlangs hij
de begane grond dacht te berei
ken en stapte mis. Een onderdeel
van een seconde hing hij tussen
hemel en aarde, echter lang ge
noeg om zijn ziel, vrouw en kin
deren aan Gods barmhartigheid
aan te bevelen. Maar de ver
wachte smak op de keien kwam
niet. Een sterke hand greep de
man bij het nekvel en tilde hem
weer op het dak. Sidderend van
de doorgestane emotie, had de
timmerman nauwelijks de kans
verbouwereerd te zijn, toen hij
bemerkte, dat Sint Nicolaas hem
het leven had gered; een bisschop
met al de tekenen van zijn waar
digheid, precies zoals de timmer
man in zijn jeugdjaren de heilige
met ontzag was tegemoetgetreden,
in de puberteitsjaren had uitge
lachen en in zijn met kroost ge
zegend huwelijk telkenmale op 5
December had uitgebeeld.
De idee. dat Sint Nicolaas wer
kelijk over de daken ging, had de
timmerman, zoals alle volwassen
mensen, absurd gevonden. Hij kon
het eenvoudig niet geloven, om
dat hij zich daarvoor te oud en
te wijs achtte. Maar hier zag hij
de bisschop in levende lijve en
moest hjj wel aanvaarden, wat
hij voordien als kinderpraat had
verworpen.
„Ik wilde juist aan deze schoor
steen luisteren, toen jij op het
punt stond je nek te breken", zei
Sint Nicolaas. „Ik was juist op
tijd, nietwaar??"
De timmerman gaf dit stame
lend toe, nog altijd verlamd van
de schrik. St. Nicolaas nam we
derom hét woord. „Ik heb je le
ven gered; ziehier wat ik als te
genprestatie van je verlang. Kom
hier, timmerman, en luister, wat
ik zeggen ga.
HET WAS een bijzondere op
dracht, waarmee de timmer
man op het dak werd belast. Hij
kreeg uit een grote koffer een
reserve-mantel, mijter en baard
van Sint Nicolaas en daalde af
naar het straatrumoer, dat hem
opnam en voerde naar een huis,
waarin een man en een vrouw
aan tafel zaten. Toen de timmer
man de kamer binnenging, hoor
de hfj hoe de vrouw de man lief
deloosheid verweet, waarop de
echtgenoot zijn gade betichtte van
vitterij en kleingeestigheid. Hun
woedende blikken richtten zich op
de timmerman in zijn bisschops
gewaad. Ze waren niet in het
minst geïmponeerd en vroegen
smalend of hij hun misschien wil
de vertellen, dat ze geen ruzie
mochten maken, en of bij met zijn
ouwe kop niet beter deed met de
deur maar weer aan de apdere
kant te sluiten.
Deze opmerkingen deden de
timmerman pi.jn. Tenslotte was hij
hier als waarnemend weldoener,
die geen verwijten verdiende.
Maar waarom hadden die jonge
mensen ruzie? Had de timmer
man goed begrepen, dat het
eigenlijk een kleinigheid was.
waarover dit tweetal elkaar zul
ke lelijke verwijten maakte?
In zijn huwelijksleven had hij
zulke twistgesprekken ook wel
eens gevoerd. Maar later werden
ze vermeden, dank zij een grote
dosis tact, welke man en vrouw
zich hadden aangeleerd. De tim
merman ging zitten en vertelde
het tweetal, hoe een huwelijk ge
lukkig kan worden door weder
zijds begrip, het verdragen van
eikaars karakterfouten en de wil
om in goede verstandhouding als
echtgenoten te leven. Bijna een
uur duurde het gesprek. Toen hij
vertrok, had de timmerman iets
van blijdschap in twee harten ge
bracht.
WEER besteeg hij de ladder
naar het platte dak. waar
Sint Nicolaas hem glimlachend
ontving.
„Je hebt goed werk verricht;
beter dan ik had kunnen doen.
Ik dank je."
De timmerman ontdeed zich van
mantel, mijter en baard. Hij pak
te de gereedschapskist, liep naar
de ladder en stapte mis.
Zijn val was dodelijk. Toen do
ziekenauto zich met het stoffelijk
overschot langzaam van de on-
heilsplek verwijderde, zei een van
de ontstelde toeschouwers, dat het
slachtoffer een timmerman was,
vader van een voorbeeldig gezin,
dat ieders respect afdwong.
T.
niets meer dan een waterachtige
vloeistof, die door toevoeging van
bloemen enige geur had' verkre
gen, wat voor die tijd voldoende
was, doch die bij de verfijnde
smaak van tegenwoordig zeker
niet meer aan de eisen zou kun
nen voldoen.
De meeste plantengeuren zijn
bijzonder vluchtig; alleen door
distilleren scheidt zich van de wa
terdelen een geringe hoeveelheid
vloeistof af, die dan een zeer ster
ke geur krijgt. Dit zijn de zgn.
aetherische of vluchtige oliën, die
vrij kostbaar zijn.
Men kan zich echter niet van
alle bloemen op deze wijze de
geuren verschaffen. Viooltjes, re
seda's, jasmijnen en andere soor
ten hebben een veel omslachtiger
bewerking nodig, voordat zij 'af
stand doen van haar grootste aan
trekkelijkheid.
Keuls water
Maar geen geur is zo populair
geworden als de Eau de Cologne.
Toen de Fransen tijdens de ze
venjarige oorlog eens de stad
Keulen belegerden, was de slech
te lucht in de straat bijzonder op
vallend. De burgemeester Ariaan
van Scheren, ondervond er al het
lastige van, want hij moest
voortdurend op de been zijn om te
zien, of men wel goed voor ac
besproeiing en beroking zorgde.
Op zekere dag had hij weer een
deputatie uit het volk, dat zich
over dat eeuwig zwavelen er
gerde, moeten tevreden stellen.
Geheel onder de indruk kwam hij
in een weinig goed humeur bij
zijn vrouw. Deze had juist bezoek
van een non, die hij bij zijn
komst eerbiedig groette. Zijn
vrouw stelde de kloosterzuster
voor als Zuster Marie Klementine
Martin, en zij vervolgde; „Zij
heeft een flesje reukwater voor
je meegebracht, datDe bur
gervader liet zijn vrouw niet uit
spreken: nauwelijks had hij
„reukwater" gehoord, of hij liep,
een "en al gelukkig, naar do non
toe en het scheelde niet veel of
hij had haar in zijn beroering aan
zijn hart gedrukt. Gelukkig be
dacht hii zich nog bijtijds en vroeg
op een flesje wijzende, dat zij in
de hand hield: ,J5igen vinding?"
De non antwoordde ontkennend,
maar vertelde hetgeen volgt:
„Enige jaren geleden klopte aan
onze poort een arme, zieke vrouw.
SINTERKLAAS
ANNO 1950
Als ik in mijn werkkamer In
diep gepeins zit verzonken over
het leven van Sint Nicolaas, niet
goed wetende, wat over de goed
heilig Man op te tekenen, wordt
er aan mijn deur geklopt. Het is
een klein Kretnis-je. In zijn han
den heeft hij twee grote papie
ren, waarvan de inhoud zéér be
langrijk schijnt. Hij wipt op mijn
knie, ontvouwt geheimzinnig zijn
papieren. „Aha", zeg ik, als ik
op het ene papier de afbeelding
zie, „dat is waarempel Sinter
klaas, die over de daken rijdt en
kijk nu 'ns...." Verder kom ik
niet, want mijn vierjarige peu
ter wijst wijsneuzig op het an
dere blad, dat hij het belang
rijkste schijnt te vinden. „Aha",
zeg ik (minder opgetogen), als
ik de namen lees van de dingen,
die een kinderhart in verrukking
brengen, „een verlanglijst, mm."
„Als Sinterklaas dat 'ns alle
maal geven wildebrom ik en
trek een bedenkelijk gezicht.
„Enne, wat moet ik...." Verder
spreken is mij onmogelijk, als ik
zijn ongelovig gezicht zie. zijn
onverholen glimlach, die zeggen
wil: „Nee Vader, daar hoef je
bij mij niet meer mee aan te
komenof „Zal ik 'm maar
in de waan laten of zal ik 'm
inlichten?". Hij weet niet goed
wat hij zal zeggen. Of is hij on
der de indruk van de grootheid
van Sinterklaas, die zomaar over
de daken rijdt?
„Je.gelooft toch wel in Sin
terklaas? Kindertjes, die niet ge
loven, krijgen ook niets-." „En
kindertjes, die wel geloven?"
vraagt hij. „Die krijgen natuur
lijk wel wat...." flap ik eruit,
ineens beseffend, dat ik mij vast-
praat.
Dan veert hij recht, in het
plotseling besef van zijn eigen
belang. Hij zegt: „Ik wil U dit
graag laten zien, vóór Sinter
klaas het mééneemt; vindt U dit
niet mooi?" en zijn vingertje
wijst naar de krabbels in de rech
terbovenhoek van zijn verlang
lijst, die iets van de figuur van
een Sinterklaas verraden. „Ik
heb het allemaal gezien.." zeg
ik. Dan glijdt hij resoluut van
mijn knie af en deelt mee: „Nu
ga ik het achter de kachel leg
gen" en hij verdwijnt meteen.
Ik begin metéén te schrijven.
SAAL KRETNIS
lk deed open en bracht haar naar
mijn cel, waar zij uitgeput op
mijn bed neerzonk. Ze was een
Italiaanse en ik heb haar tot
haar laatste snik verzorgd. De
avond voor haar sterven gaf zij
mij een recept, dat zij onder haar
kleren verborgen had. „Zuster
Klementine," zeide zij, „dat is
het enige, wat ik u kan nalaten;
mijn vader heeft in de gevangenis
een reukwater uitgevonden en
mij het recept gegeven. Doe er
mee wat je wilt de geur er van
is heerlijk".
Nu was de rust in Keulen ver
zekerd. Er was een wapen ge
vonden tegen de onaangename
lucht op straat. Zolang Zuster
Maria Klementine leefde, maak
te zij zelf het water. Na haar
dood verviel 't recept aan 't kloos
ter; er werd 'n laboratorium bij
gebouwd en alle nonnen moesten
helpen bij de bereiding van „het
heerlijke water." Later kwam er
een pachter voor, die achter de
kloosterkerk een winkel opende.
Op zekere dag werd er aan
de andere kant van het plein nog
een dergelijke zaak gevestigd
door de Italiaan Johann Maria
Farina, die beweerde, dat zijn
vader de echte uitvinder van dit
reukwater was geweest, en dat
deze de wijze van bereiding aan
zijn kameraad in de gevangenis,
de vader van Paul Ferurinus, had
medegedeeld. Sedert die tijd re
zen de Farina's als paddestoelen
uit de grond, Later maakten ook
vele Duitse apothekers en dro
gisten „Eau de Cologne".
(Van onze medische medewerker)
VOLOP SUIKERGOED EN MARSEPEIN, echte of nagemaakte
boterletters, geruite sjaals, gestreepte sjaals, flesjes parfum,
electrische treinen en ander speelgoed voor kleine en grote
mensen. Vol verwachting klopt ons hart. Want behalve de
koek en alle mooie cadeautjes die het kind xich kan wénsen
is er ook nog altijd de mogelijkheid van de gard, van het
zakje met wat zout en de zak waarin we misschien mee moeten
naar Madrid. Ook wie volwassen is, kan dikwijls nog een
vleugje angst meevoelen voor het slechte geweten dat hem
op 5 December in zijn jonge jaren zoveel narigheid voor
spiegelde. Maar verder: wat een glanzende herinnering, wat
een warmte bracht de Sinterklaasavond vooral in het grote
gezin. Zeker, dat is waar, maar het geldt alleen voor de
gezonden.
Hoe staat het met de zieken:
delen die mede in de feestvreug
de of gaat de kinderheilige hen
voorbij.' Het plezier van versjes
maken, surprises zoeken aan de
bel trekken en hard weglopen
als je een pakje op de stoep hebt
gezet, is er voor hen niet by.
Warme gekruide wijn verdragen
ze niet, het zien van suikerbees
ten en fondantjes maakt hen mis
schien al misselijk. En cadeau
tjes, ach, wat geven ze er om?
Zij hebben toch niet het gevoel,
dat ze er bij horen. Laat het feest
maar ongemerkt langs me heen
gaan; hoe minder ik er van merk,
hoe beter
Maar dat is niet waar! Vrien
den en huisgenoten van een zie
ke, maak hem toch duidelijk dat
hij er wel bijlioort; laat hem de
len hi de grote en kleine genoe
gens van feestdagen, ook van
Sinterklaas. Het zal bijdragen tot
zijn beterschap of als die niet
voor hem mocht zijn weggelegd,
zal het hem troosten.
Ik vergeet nooit, hoe zorgzaam
een stel kinderen, waar ik vroe
ger dikwijls aan huis kwam, op
5 December een mand met aar
digheidjes klaarmaakte voor hun
kindse grootmoeder, die haar ka
mer op de bovenverdieping nooit
meer verliet. Oma kon geen a
van een b meer onderscheiden,
ze graaide begerig naar de pak
jes met rode lintjes en begon
dadelijk handen vol snoepgoed
in haar mummelmond te steken;
en toch was het goed en harte
lijk, dat haar kleinkinderen had
den geleerd, dat ze een mens
niet moeten vergeten in zijn
ouderdom.
Maai- wat mogen we onze zie
ken nu geven op zon dag? De
keus is zo beperkt zegt menigeen.
Laten we eerst even vaststellen
dat de patiënten met acute ziek
ten werkelijk liever met rust ge
laten moeten worden; die heb
ben al genoeg met zichzelf te
stellen. Als ze rillen van koorts
of1 krimpen van pijn verlangen
zij geen enkele belangstelling
dan de verstandige zorg, waar-
mee hun bed wordt glad gestre
ken, drinken wordt gereikt, zo
nodig ïjszakken of warme krui
ken worden klaargemaakt. En
als zij behoefte hebben aan sma
kelijk fruit of aan eau de cologne
om zich te verfrissen, dan komt
dat er tóch wel, zullen we hopen.
Een hele verlanglijst
Iets anders is het chronische
patiënten en invaliden. Betrek
hen in de vrolijkheid, als het
maar even kan en doe dat met
tact. Als ze misschien mopperig
zeggen, dat ze er niets mee te
maken willen hebben, overrom
pel hen dan niet, maar probeer
hen zonder geforceerdheid tot
enig meeleven te brengen. Dat
is belangrijker dan de vraag, wat
ze moeten „krijgen", want er is
kans op, dat hiet hun ziektepro
ces gunstig beinvloedt.
En werkelijk, wat we hen zul
len geven, biijkt altijd wel van
zelf als we het maar goed met
nen menen. Daar zijn niet alleen
de zakdoeken, waarvan ze er
altijd best wat extra kunnen ge
bruiken, of de stukjes zeep,
daar is ook een nieuwe pyama.
een sierlijke nachtjapon of een
behaaglijk bedjasje voor wie
meestentijds in bed moeten blij
ven. Daar is een stevig tasje,
waarin de vrouw de kleine heb
bedingetjes bewaart, die zij in
haar buurt wil hebben. Daar zijn
voor de patiënten, die af en toe
mogen opstaan, een paar pan
toffels, die prettig zijn om naar
te kijken en om aan ie voeten te
hebben, misschien een gemak
kelijke stoel, een kussen in de
rug of een plaid voor over de
knieën.
Voor de mannen, die er zich
op verheugen er elke dag ten
minste voor een paar uurtjes
verzorgd uit te zien, is een mooie
das even belangrijk als voor de
gezonden, die het voorrecht heb
ben te kunnen gaan en staan,
waar zij willen. En dan moet
boven de mooie das ook net zo
goed een correct geschoren ge
zicht uitkomen, daar zit al weer
een mogelijkheid voor geven van
welkome geschenken in, zoals al
dan niet electrische scheerap-
paraten en wat daar bij mag ko
men.
Lectuur.ook snoep
Dan is er ook, voor wie daar
gevoelig voor is, een voorwerp
van kunst. Als dat een plaats
in de ziekenkamer heeft gaat er
vreugde en levenskracht van uit.
En er is lectuur, om bemoediging
ui te putten, om ziekelijke tob
berij te verdrijven, om richting
te geven aan de gedachten. Na
tuurlijk geen zwaarwichtige boe
ken voor een zieke, die op een
bepaald ogenblik misschien al
leen ontspanning zoekt, maar ook
geen onbenullige verhaaltjes voor
iemand, die naar degelijk gees
telijk voedsel verlangt. Ach, wat
is er toch veel te bedenken,
waarmee je een zwak of ziek
mens een plezier kunt doen.
En snoepen, doen ze daar niet
aan mee? Als hun ziekte dat on
mogelijk maakt, zoals bii diabetes
dan kan het Sinterklaaslekkers
maar beter niet onder hun ogen
komen, om de verleiding niet
ondragelijk te maken maar an
ders is er meestal wel een mo
gelijkheid, om zonder maagover
lading ook een beetje mee te
doen.
Alleen: laat bij bedlegerige
zieken uitsluitend verpakte lek
kernijen toe, want bij hen moe-
ton we nog meer dan bij gezon
den de hygiëne hoog houden
Dus geen losse chocoladeletters,
geen kunstig nagemaakte baker
kinderen of W.C.-tjes van mar-
sepein, die open en bloot stof
vergaren op een nachtkastje.