Een weldoener van de mensen en strijder voor God Voor vijf December Gebruik van parfum zo oud als de wereld UE DOOI» De Sint en de zieken moeit wachten Sint Nicolaas van My ra Slachtoffer van kerkvervolging Verrassingen De geschiedenis van Uw geschenk Zieke vrouw schonk geheim aan Zuster Klementine DONDERDAG 30 NOVEMBER 1950 PAGINA 3 Op het Concilie van Nicea zat hij tussen de Vaders en gold als een der meest eerbiedwaardigsten. Want de bisschop van Myra was een Confessor. Hij had marteling en kerker ondergaan om Christus' wil, toen Keizer Licinius in een laatste en verbeten strijd het stervend paganisme wilde handhaven tegen over het jonge, opkomende Christendom. De onverwacht snelle overwinning van Constantijn in de velden van Adrianopel (318) opende duizenden, om Christus' wil gevangengehouden, de poorten en ook Nicolaas keerde terug. Naar Myra ging hij, waar hij de bisschopsstaf weer opnam. In aansluiting op onze beschouwing van de vorige week geven wij hier nog een nader karakterbeeld van de Coede Sint- Door een wondere beschikking Gods was hij daar veie jaren geleden bisschop geworden. Hoe- ,wel hij schatrijk was en een pa triciërsloopbaan voor hem open stond was Nicolaas priester ge worden en leefde met enkele an deren samen in kloosterlijke ge meenschap. Wel was het Chris tendom nog niet officieel toege laten, maar rond 275 heerste er rust en vrede voor de Kerk in Klein Azië. Men had daar wel andere pro blemen op te lossen, dan het organiseren van een jacht op Christenen; de Perzen aan de Eufraat, de Goten aan de Bene- den-Donau en de mysterieuze koningin Zenobia in het Zuiden bedreigden het Rijk. Zo leefden Nicolaas en zijn gezellen ongemoeid en hij was spoedig algemeen bemind. Zijn groot vermogen deelde hij vol gens Christus' woord uit aan de armen, aan goeden en kwaden zoals God ook Zijn zon laat op gaan voor alle mensen gelijk. Toen hij alles had opgegeven, meende de jonge priester dat God hem naar de woestijn van Opper-Egypte riep, naar Thebaïs, waar Paulus en Antonius leefden. Nicolaas vertrok, maar onderweg leerde hij Gods Wil kennen niet in de eenzaamheid, maar in het volle leven moest hij Christus dienen. Daarom keerde hij terug naar Lycië en kwam te Myra juist op het ogenblik, dat de bis schop was gestorven. Op recht streekse aanwijzing van God werd Nicolaas tot bisschop geko zen. Zijn wondere goedheid maakte hem spoedig tot de meest be minde figuur in Asia Minor. KINDERVRIEND In deze jaren was hij vooral de grote Kindervriend, naar het voorbeeld van Christus. Ontel baar zijn de legenden over zijn zorg en milddadige goedheid voor kinderen. X.ang duurde zijn pontificaat, dertig jaren gingen voorbij, keizers kwamen en gin gen, de gruwelijke vervolging van Diocletianus kwam over Gods Kerk, maar in het Verre Lycië zag men er weinig van. Toen na de overwinning van Constantijn, toen in heel het Westen de Kerk de langverbeide vrede erkenning kreeg, was hier de kerkvervolging plotseling be gonnen. Licinius, eens Constan- tijns vriend en bondgenot, wilde de alleenheerschappij en deed een beroep op alle heidense ele menten tegen Constantijn en te gen het Christendom. Ook Nico laas werd gegrepen, gekerkerd en gefolterd. Na maanden van li chamelijke en geestelijke kwel ling wérd hij verlost. Licinius was verslagen en gedood en nu was de bisschop weer in Myra. Maar er was iets veranderd vóór zijn gevangenneming was de bisschop de goede man, de weldoener» die nooit weigeren 6 DECEMBER H. NICOLAAS Op 6 December viert de H. Kerk het feest van de H. Nico laas, Bisschop en Belijder, die niet alleen in het Oosten, maar ook bij ons algemeen vereerd wordt. Hij was Bisschop van Myra, ten tijde van het Concilie van Nicea, dat hij ook waar schijnlijk heeft bijgewoond. Al spoedig werd hij vereerd als een groot wonderdoener. Zijn grote milddadigheid en liefde voor armen en kinderen, die iedere heilige kenmerken, hebben hem ook tot een populaire heilige ge maakt, zodat een profane viering van zijn feestdag meer en meer ingang vond, ook in niet-katho- lieke kringen en die geheel los van de kerkelijke is komen te staan, zodat zelfs aan de begrip pen „heilig" of „kerkelijk" niet meer wordt gedacht. En vooral in de laatste decennia wordt zijn naam gebruik als een reclame leuze, hegeen minder te waar deren is.... kon. Allen hadden van hem ge profiteerd, goeden en kwaden, de goeden hadden hem bedankt en waren nog beter geworden, voor sommige kwaden was het een aanleiding tot bekering ge weest en Nicolaas had God daar voor bedankt, maar voor de meeste kwaden was het slechts bij profiteren gebleven, terwijl ze in hun hart de spot dreven met de doodgewone bisschop, die hebben en houen weggaf, zonder te vragen of hij soms niet werd bedrogen. En toen de trawanten boeien hadden geklonken en op gesloten, zodat zijn machtige welsprekendheid niet meer de kudde kon beschermen tegen af val en misleiding, toen weer af godsbeelden in heilige plaatsen werden opgericht, waren juist die kwaden, de zwarte schapen zijner kudde, naar voren geko men en hadden de trouw geble- venen feller gesard en meer in tens gekwetst dan welke heiden ook. Dat had Nicolaas in de ziel getroffen en zijn optreden was nu anders - naast grote goed heid en mildheid toonde hij een onverzettelijke strijdersmoed, zo als hij in de gevangenis Hjdens- en offerzin had getoond. Nog steeds was hij de goede vader voor allen, die van goede wil waren, maar daarnaast werd hij de grote verdediger van Chris tus' Kerk en de onvermoeide be strijder van valse broeders voor al. En die waren talrijk. Onder leiding van Arius durfden zij de Godheid van Christus loochenen. Nicolaas verdedigde hartstochte lijk en welsprekend dit funda ment van het Christelijk geloof en toonde geen neiging tot toe geven of- door de vingers zien op dit punt. Er uit moesten ze, weg uit zijn diocees en hii rustte niet voor de hardnekkigen ver van Licinius de heilige man in dreven waren. St. Nicolaas is een huiselijk feest. Dat huiselijke feest geeft de huisvrouw altijd veel „kop zorg" en veel werk. Hoe zal zij voor iedereen iets aardigs ver zinnen; waarmee zal zij de kin deren, die niet meer thuis wo nen, eens verwennen en hen het gevoel geven op deze bijzon dere avond, dat er thuis aan hen is gedacht; dat zij op dit echt Hollandse feest in gedachten mee aan tafel zitten? Een paar eenvoudige aanwij zingen, enkele niet te dure re cepten zullen stellig welkom zijn voor al die moeders, die hebben te zorgen voor een grote familie van kinderen en kleinkinderen; onverschillig of zij het feest te zamen of afzonderlijk vieren. BORS'VPLAAT IN NIEUWE VORM Het echte, oude Sinterklaas lekkers. de borstplaat, mag na tuurlijk nooit ontbreken. Maak er een choeoladeborstplaat van en gebruik een „nieuwe" garne ring. Neem, als u niet helemaal leek bent op het gebied van borstplaat maken, gerust een heel pond suiker tegelijk. Het werk voor een pond borstplaat is hetzelfde als voor een borst- plaatje van een ons en het ver lies aan wat er in de pan blijft zitten, is veel kleiner. Kort en bondig luidt dit recept: 500 gram suiker, 1% dl. wa ter. 50 gr. cacaopoeder (meer of minder, naar smaak), 1 pakje vanillesuiker, 100 gr. gemalen cocosnoot, 4 kleine geconfiite kersjes, rood of groen gekleurd, vetvrij papier en 4 ongeveer even grote borstplaatringen voor een borstplaat van bijna 1% ons. Doe suiker, cacaopoeder, wa ter en vanillesuiker in een schone steelpan. Laat de suiker oplossen in het water, zonder er in te roeren. Gebruik daarvoor een klein vuur. Leg intussen het vetvrije papier (heel dun met margarine bestreken) op het aanrecht. Zet er de (eveneens bestreken) borstplaatringen op. Laat de suikerstroop als alle suiker is opgelost, aan de kook komen en zachtjes koken tot een droppel, die van de lepel valt. niet meer als droppel aan komt, maar intussen in de lucht tot een dunne draad bekoelt. Roer in de stroop (van het vuur) tot ze niet meer dun en glan zend, maar dof en dik vloeibaar is geworden. Giet deze dikke borstplaatstroop zo vlug moge lijk in de vier ringen uit. Zorg dat de borstplaten van boven glad zijn en strooi er dadelijk wat gemalen eocos over, zodat ze er als besneeuwd uitziet. Druk midden in de borstplaat een gekleurd vruchtje. Laat de borstplaat enige mi nuten bekoelen en zet ze daarna met ring en al op hun kant, op dat ook de andere kant afkoelt. Neem na algehele bekoeling de ringen van de borstplaat. Leg borstplaat niet op elkaar maar bewaar ze op een droge plaats. Knip (voor de verzending) dan uit papier een z.gn. „kanten kleedje", iets groter dan de borstplaat. Leg dit kleedje op een stuk karton, doe hierover een stukje cellofaan en bindt de borstplaat met een smal ge kleurd lintje vast. Pak iedere borstplaat in een stevig stukje wit kastpapier gebruik een sier lijk touwtje of smal bandje (van ontvangen pakjes bewaard) om het witte papier en steek boven op, tussen het strikje een klein takje bruine elzekatjes, een paar hulzen van beukenootjes (des noods even verguld) of een droog bloemetje. De grote doch ters zullen deze kleine bloeme tjes zeker nog een tijdje op japon of mantelrever dragen. Voor wie liever halve walno ten op de borstplaat drukt of een andere vulling en garne ring gebruikt, is er nu weer van alles te koop, maar dit is een goedkope, aardige en lekkere wijze van versieren. DE KOEK Sint Nicolaaskoek valt meestal bij groot en klein in de smaak. Men heeft er niet beslist een twen voor nodig, in een zgn. dubbele koekepan, op een pe troleumstelletje. gaat het ook, mits men met het keren een beetje handig is. 250 gr. bloem, 225 gr. marga rine, 175 gr. suiker wat zout, 100 gr. rozijntjes zonder pit, 1 of 2 lepels jam en een zakje vanillesuiker of wat kaneel. Was de rozijntjes en maal ze of hak ze behoorlijk fijn. Roer er de jam (bijv. orarijemarme- lade) door, tot het een kleve rige substantie is. Meng bloem, suiker, margarine, zout en ka neel of vanillesuiker dooreen en kneed het tot 'n goed samenhan gende massa. Druk de helft in een ronde vorm of in de zgn. dubbele koekepan. werk de zij kanten van het deeg een beetje naar boven. Leg in de ontstane holte de rozijnenmassa en doe daarover de tweede helft van het deeg. Bak het deeg in de oven onge veer 25 a 30 minuten. Zorg dat het niet bruin van betekenis wordt en niet hard bakt, het moet n.l. taai blijven en niet bros worden. Bak de koek in de dubbele koekepan en geef 20 minuten aan de éne kant (kleine vlammetjes) en 15 min. aan de andere kant. Draai de dubbele koekepan snel en handig om, na 20 minuten anders zakt het nog weke deeg naar één kant en loopt het uit de pan. Stort de St. Nicolaaskoek. nadat hjj enige tijd heeft kunnen bekoelen (na ongeveer 20 minuten.) De koek zou in punten gesne den kunnen worden (waarbij de donkere vulling zéér tot haar recht komt) en elke punt wërdt in cellofaan verpakt. Gebruikt men verschillend gekleurd cello faan. dan wordt het effect extra aardig. Deze verpakking heeft vóór, dat de koek, die vrij vet is, geen ongelukken kan aanrich ten en vetvlekken maken, op plaatsen waar dat allerminst ge wenst is. Bovendien kan men er nu langwerpige doosjes mee vullen en twee cadeaux maken van één koek. Dat is het beeld van deze dagen! Hoe klopt menig kinderhart van vreugde en verwachting voor het aanstaande grote feest! Met trots en een beetje vrees staat ze in de onmiddellijke buurt van de Heilige Man. die weet. hoe Hij met kinderen moet omgaan en ze op hun qemak weet te stellen. Zwarte Piet, laat staan een zak, komt er niet bij te pas. Is deze foto niet, ten over vloede, het dubbele bewijs van het feit, dat Sint Nicolaas bestaat: het bestaan van zijn Persoon, die de kunst der bilocatie in zo hoge mate ver staat, en het bestaan van de machtige idee, welke sinds eeuwen de mensheid stut naar goed-doen en het verblijden van kinderharten, een groot in machtig idee daarom ook, omdat zovelen ergernis geven aan die kleinen, zonder zich te bekommeren om de felle verontwaardiging van Onze Lieve Heer, als Hij hen, die ergernis geven aan deze kleinen, de zwaarste veroor deling geeft? Houdt Sint Nicolaas in ere! Lavendel en Rosmarijn, hoe levendig herinneren deze woor den aan de goede oude tijd, toen onze grootmoeders de stengels dezer planten en de blaadjes van de tijm in het kabinet tussen de keurig opge vouwen was legden! In Duitsland, vooral op het platteland, heeft de rosmarijn héél lang hier en daar nog een grote rol gespeeld. In de blonc'e lokken der bruid hac hij een ereplaats en droeve tegenstelling men vlocht ei kransen van, om ze als laatste hulde te leggen op de graven der afgestorvenen. In de Bijbel en de oude geschie denisboeken leest men, hoe het vroeger algemeen gebruik was, om zichzelf of heilige voorwer pen met kostbare welriekende water te besprenkelen. Wat men eigenlijk onder geu rige vloeistoffen moet verstaan, valt niet zo gemakkelijk aan te geven. Tegenwoordig hechten wij aan het woord „essence", een be grip van een vloeistof van „spiri tuele" aard, waarin een sterk rie kende of smakende stof is opge lost. Doch dat zal toen fvaar- schijnlijk iets anders zijn geweest, tenminste, men vindt nergens in de oudheid zinspelingen op het aanwezig zijn van spiritus. In de zevende eeuw na Christus schij nen de Moren, die wat scheikun de betreft, alle andere volken ver vooruit waren, spiritus uit wijn verkregen te hebben; zij gaven daaraan de naam al-cohol (het beste), hetgeen later alco hol werd en hetzelfde betekent als wijngeest of vluchtige spiritus. Naar alle waarschijnlijkheid waren die welriekende essences OP HET PLATTE DAK werkte een timmerman, die opdracht had gekregen een lekkage te re pareren. Hiervan kweet hij zich tot schemerdonker met grote ijver en kundigheid. Toen had hij het karwei voltooid. De timmerman stopte zijn gereedschap in de kist, liep naar de ladder, waarlangs hij de begane grond dacht te berei ken en stapte mis. Een onderdeel van een seconde hing hij tussen hemel en aarde, echter lang ge noeg om zijn ziel, vrouw en kin deren aan Gods barmhartigheid aan te bevelen. Maar de ver wachte smak op de keien kwam niet. Een sterke hand greep de man bij het nekvel en tilde hem weer op het dak. Sidderend van de doorgestane emotie, had de timmerman nauwelijks de kans verbouwereerd te zijn, toen hij bemerkte, dat Sint Nicolaas hem het leven had gered; een bisschop met al de tekenen van zijn waar digheid, precies zoals de timmer man in zijn jeugdjaren de heilige met ontzag was tegemoetgetreden, in de puberteitsjaren had uitge lachen en in zijn met kroost ge zegend huwelijk telkenmale op 5 December had uitgebeeld. De idee. dat Sint Nicolaas wer kelijk over de daken ging, had de timmerman, zoals alle volwassen mensen, absurd gevonden. Hij kon het eenvoudig niet geloven, om dat hij zich daarvoor te oud en te wijs achtte. Maar hier zag hij de bisschop in levende lijve en moest hjj wel aanvaarden, wat hij voordien als kinderpraat had verworpen. „Ik wilde juist aan deze schoor steen luisteren, toen jij op het punt stond je nek te breken", zei Sint Nicolaas. „Ik was juist op tijd, nietwaar??" De timmerman gaf dit stame lend toe, nog altijd verlamd van de schrik. St. Nicolaas nam we derom hét woord. „Ik heb je le ven gered; ziehier wat ik als te genprestatie van je verlang. Kom hier, timmerman, en luister, wat ik zeggen ga. HET WAS een bijzondere op dracht, waarmee de timmer man op het dak werd belast. Hij kreeg uit een grote koffer een reserve-mantel, mijter en baard van Sint Nicolaas en daalde af naar het straatrumoer, dat hem opnam en voerde naar een huis, waarin een man en een vrouw aan tafel zaten. Toen de timmer man de kamer binnenging, hoor de hfj hoe de vrouw de man lief deloosheid verweet, waarop de echtgenoot zijn gade betichtte van vitterij en kleingeestigheid. Hun woedende blikken richtten zich op de timmerman in zijn bisschops gewaad. Ze waren niet in het minst geïmponeerd en vroegen smalend of hij hun misschien wil de vertellen, dat ze geen ruzie mochten maken, en of bij met zijn ouwe kop niet beter deed met de deur maar weer aan de apdere kant te sluiten. Deze opmerkingen deden de timmerman pi.jn. Tenslotte was hij hier als waarnemend weldoener, die geen verwijten verdiende. Maar waarom hadden die jonge mensen ruzie? Had de timmer man goed begrepen, dat het eigenlijk een kleinigheid was. waarover dit tweetal elkaar zul ke lelijke verwijten maakte? In zijn huwelijksleven had hij zulke twistgesprekken ook wel eens gevoerd. Maar later werden ze vermeden, dank zij een grote dosis tact, welke man en vrouw zich hadden aangeleerd. De tim merman ging zitten en vertelde het tweetal, hoe een huwelijk ge lukkig kan worden door weder zijds begrip, het verdragen van eikaars karakterfouten en de wil om in goede verstandhouding als echtgenoten te leven. Bijna een uur duurde het gesprek. Toen hij vertrok, had de timmerman iets van blijdschap in twee harten ge bracht. WEER besteeg hij de ladder naar het platte dak. waar Sint Nicolaas hem glimlachend ontving. „Je hebt goed werk verricht; beter dan ik had kunnen doen. Ik dank je." De timmerman ontdeed zich van mantel, mijter en baard. Hij pak te de gereedschapskist, liep naar de ladder en stapte mis. Zijn val was dodelijk. Toen do ziekenauto zich met het stoffelijk overschot langzaam van de on- heilsplek verwijderde, zei een van de ontstelde toeschouwers, dat het slachtoffer een timmerman was, vader van een voorbeeldig gezin, dat ieders respect afdwong. T. niets meer dan een waterachtige vloeistof, die door toevoeging van bloemen enige geur had' verkre gen, wat voor die tijd voldoende was, doch die bij de verfijnde smaak van tegenwoordig zeker niet meer aan de eisen zou kun nen voldoen. De meeste plantengeuren zijn bijzonder vluchtig; alleen door distilleren scheidt zich van de wa terdelen een geringe hoeveelheid vloeistof af, die dan een zeer ster ke geur krijgt. Dit zijn de zgn. aetherische of vluchtige oliën, die vrij kostbaar zijn. Men kan zich echter niet van alle bloemen op deze wijze de geuren verschaffen. Viooltjes, re seda's, jasmijnen en andere soor ten hebben een veel omslachtiger bewerking nodig, voordat zij 'af stand doen van haar grootste aan trekkelijkheid. Keuls water Maar geen geur is zo populair geworden als de Eau de Cologne. Toen de Fransen tijdens de ze venjarige oorlog eens de stad Keulen belegerden, was de slech te lucht in de straat bijzonder op vallend. De burgemeester Ariaan van Scheren, ondervond er al het lastige van, want hij moest voortdurend op de been zijn om te zien, of men wel goed voor ac besproeiing en beroking zorgde. Op zekere dag had hij weer een deputatie uit het volk, dat zich over dat eeuwig zwavelen er gerde, moeten tevreden stellen. Geheel onder de indruk kwam hij in een weinig goed humeur bij zijn vrouw. Deze had juist bezoek van een non, die hij bij zijn komst eerbiedig groette. Zijn vrouw stelde de kloosterzuster voor als Zuster Marie Klementine Martin, en zij vervolgde; „Zij heeft een flesje reukwater voor je meegebracht, datDe bur gervader liet zijn vrouw niet uit spreken: nauwelijks had hij „reukwater" gehoord, of hij liep, een "en al gelukkig, naar do non toe en het scheelde niet veel of hij had haar in zijn beroering aan zijn hart gedrukt. Gelukkig be dacht hii zich nog bijtijds en vroeg op een flesje wijzende, dat zij in de hand hield: ,J5igen vinding?" De non antwoordde ontkennend, maar vertelde hetgeen volgt: „Enige jaren geleden klopte aan onze poort een arme, zieke vrouw. SINTERKLAAS ANNO 1950 Als ik in mijn werkkamer In diep gepeins zit verzonken over het leven van Sint Nicolaas, niet goed wetende, wat over de goed heilig Man op te tekenen, wordt er aan mijn deur geklopt. Het is een klein Kretnis-je. In zijn han den heeft hij twee grote papie ren, waarvan de inhoud zéér be langrijk schijnt. Hij wipt op mijn knie, ontvouwt geheimzinnig zijn papieren. „Aha", zeg ik, als ik op het ene papier de afbeelding zie, „dat is waarempel Sinter klaas, die over de daken rijdt en kijk nu 'ns...." Verder kom ik niet, want mijn vierjarige peu ter wijst wijsneuzig op het an dere blad, dat hij het belang rijkste schijnt te vinden. „Aha", zeg ik (minder opgetogen), als ik de namen lees van de dingen, die een kinderhart in verrukking brengen, „een verlanglijst, mm." „Als Sinterklaas dat 'ns alle maal geven wildebrom ik en trek een bedenkelijk gezicht. „Enne, wat moet ik...." Verder spreken is mij onmogelijk, als ik zijn ongelovig gezicht zie. zijn onverholen glimlach, die zeggen wil: „Nee Vader, daar hoef je bij mij niet meer mee aan te komenof „Zal ik 'm maar in de waan laten of zal ik 'm inlichten?". Hij weet niet goed wat hij zal zeggen. Of is hij on der de indruk van de grootheid van Sinterklaas, die zomaar over de daken rijdt? „Je.gelooft toch wel in Sin terklaas? Kindertjes, die niet ge loven, krijgen ook niets-." „En kindertjes, die wel geloven?" vraagt hij. „Die krijgen natuur lijk wel wat...." flap ik eruit, ineens beseffend, dat ik mij vast- praat. Dan veert hij recht, in het plotseling besef van zijn eigen belang. Hij zegt: „Ik wil U dit graag laten zien, vóór Sinter klaas het mééneemt; vindt U dit niet mooi?" en zijn vingertje wijst naar de krabbels in de rech terbovenhoek van zijn verlang lijst, die iets van de figuur van een Sinterklaas verraden. „Ik heb het allemaal gezien.." zeg ik. Dan glijdt hij resoluut van mijn knie af en deelt mee: „Nu ga ik het achter de kachel leg gen" en hij verdwijnt meteen. Ik begin metéén te schrijven. SAAL KRETNIS lk deed open en bracht haar naar mijn cel, waar zij uitgeput op mijn bed neerzonk. Ze was een Italiaanse en ik heb haar tot haar laatste snik verzorgd. De avond voor haar sterven gaf zij mij een recept, dat zij onder haar kleren verborgen had. „Zuster Klementine," zeide zij, „dat is het enige, wat ik u kan nalaten; mijn vader heeft in de gevangenis een reukwater uitgevonden en mij het recept gegeven. Doe er mee wat je wilt de geur er van is heerlijk". Nu was de rust in Keulen ver zekerd. Er was een wapen ge vonden tegen de onaangename lucht op straat. Zolang Zuster Maria Klementine leefde, maak te zij zelf het water. Na haar dood verviel 't recept aan 't kloos ter; er werd 'n laboratorium bij gebouwd en alle nonnen moesten helpen bij de bereiding van „het heerlijke water." Later kwam er een pachter voor, die achter de kloosterkerk een winkel opende. Op zekere dag werd er aan de andere kant van het plein nog een dergelijke zaak gevestigd door de Italiaan Johann Maria Farina, die beweerde, dat zijn vader de echte uitvinder van dit reukwater was geweest, en dat deze de wijze van bereiding aan zijn kameraad in de gevangenis, de vader van Paul Ferurinus, had medegedeeld. Sedert die tijd re zen de Farina's als paddestoelen uit de grond, Later maakten ook vele Duitse apothekers en dro gisten „Eau de Cologne". (Van onze medische medewerker) VOLOP SUIKERGOED EN MARSEPEIN, echte of nagemaakte boterletters, geruite sjaals, gestreepte sjaals, flesjes parfum, electrische treinen en ander speelgoed voor kleine en grote mensen. Vol verwachting klopt ons hart. Want behalve de koek en alle mooie cadeautjes die het kind xich kan wénsen is er ook nog altijd de mogelijkheid van de gard, van het zakje met wat zout en de zak waarin we misschien mee moeten naar Madrid. Ook wie volwassen is, kan dikwijls nog een vleugje angst meevoelen voor het slechte geweten dat hem op 5 December in zijn jonge jaren zoveel narigheid voor spiegelde. Maar verder: wat een glanzende herinnering, wat een warmte bracht de Sinterklaasavond vooral in het grote gezin. Zeker, dat is waar, maar het geldt alleen voor de gezonden. Hoe staat het met de zieken: delen die mede in de feestvreug de of gaat de kinderheilige hen voorbij.' Het plezier van versjes maken, surprises zoeken aan de bel trekken en hard weglopen als je een pakje op de stoep hebt gezet, is er voor hen niet by. Warme gekruide wijn verdragen ze niet, het zien van suikerbees ten en fondantjes maakt hen mis schien al misselijk. En cadeau tjes, ach, wat geven ze er om? Zij hebben toch niet het gevoel, dat ze er bij horen. Laat het feest maar ongemerkt langs me heen gaan; hoe minder ik er van merk, hoe beter Maar dat is niet waar! Vrien den en huisgenoten van een zie ke, maak hem toch duidelijk dat hij er wel bijlioort; laat hem de len hi de grote en kleine genoe gens van feestdagen, ook van Sinterklaas. Het zal bijdragen tot zijn beterschap of als die niet voor hem mocht zijn weggelegd, zal het hem troosten. Ik vergeet nooit, hoe zorgzaam een stel kinderen, waar ik vroe ger dikwijls aan huis kwam, op 5 December een mand met aar digheidjes klaarmaakte voor hun kindse grootmoeder, die haar ka mer op de bovenverdieping nooit meer verliet. Oma kon geen a van een b meer onderscheiden, ze graaide begerig naar de pak jes met rode lintjes en begon dadelijk handen vol snoepgoed in haar mummelmond te steken; en toch was het goed en harte lijk, dat haar kleinkinderen had den geleerd, dat ze een mens niet moeten vergeten in zijn ouderdom. Maai- wat mogen we onze zie ken nu geven op zon dag? De keus is zo beperkt zegt menigeen. Laten we eerst even vaststellen dat de patiënten met acute ziek ten werkelijk liever met rust ge laten moeten worden; die heb ben al genoeg met zichzelf te stellen. Als ze rillen van koorts of1 krimpen van pijn verlangen zij geen enkele belangstelling dan de verstandige zorg, waar- mee hun bed wordt glad gestre ken, drinken wordt gereikt, zo nodig ïjszakken of warme krui ken worden klaargemaakt. En als zij behoefte hebben aan sma kelijk fruit of aan eau de cologne om zich te verfrissen, dan komt dat er tóch wel, zullen we hopen. Een hele verlanglijst Iets anders is het chronische patiënten en invaliden. Betrek hen in de vrolijkheid, als het maar even kan en doe dat met tact. Als ze misschien mopperig zeggen, dat ze er niets mee te maken willen hebben, overrom pel hen dan niet, maar probeer hen zonder geforceerdheid tot enig meeleven te brengen. Dat is belangrijker dan de vraag, wat ze moeten „krijgen", want er is kans op, dat hiet hun ziektepro ces gunstig beinvloedt. En werkelijk, wat we hen zul len geven, biijkt altijd wel van zelf als we het maar goed met nen menen. Daar zijn niet alleen de zakdoeken, waarvan ze er altijd best wat extra kunnen ge bruiken, of de stukjes zeep, daar is ook een nieuwe pyama. een sierlijke nachtjapon of een behaaglijk bedjasje voor wie meestentijds in bed moeten blij ven. Daar is een stevig tasje, waarin de vrouw de kleine heb bedingetjes bewaart, die zij in haar buurt wil hebben. Daar zijn voor de patiënten, die af en toe mogen opstaan, een paar pan toffels, die prettig zijn om naar te kijken en om aan ie voeten te hebben, misschien een gemak kelijke stoel, een kussen in de rug of een plaid voor over de knieën. Voor de mannen, die er zich op verheugen er elke dag ten minste voor een paar uurtjes verzorgd uit te zien, is een mooie das even belangrijk als voor de gezonden, die het voorrecht heb ben te kunnen gaan en staan, waar zij willen. En dan moet boven de mooie das ook net zo goed een correct geschoren ge zicht uitkomen, daar zit al weer een mogelijkheid voor geven van welkome geschenken in, zoals al dan niet electrische scheerap- paraten en wat daar bij mag ko men. Lectuur.ook snoep Dan is er ook, voor wie daar gevoelig voor is, een voorwerp van kunst. Als dat een plaats in de ziekenkamer heeft gaat er vreugde en levenskracht van uit. En er is lectuur, om bemoediging ui te putten, om ziekelijke tob berij te verdrijven, om richting te geven aan de gedachten. Na tuurlijk geen zwaarwichtige boe ken voor een zieke, die op een bepaald ogenblik misschien al leen ontspanning zoekt, maar ook geen onbenullige verhaaltjes voor iemand, die naar degelijk gees telijk voedsel verlangt. Ach, wat is er toch veel te bedenken, waarmee je een zwak of ziek mens een plezier kunt doen. En snoepen, doen ze daar niet aan mee? Als hun ziekte dat on mogelijk maakt, zoals bii diabetes dan kan het Sinterklaaslekkers maar beter niet onder hun ogen komen, om de verleiding niet ondragelijk te maken maar an ders is er meestal wel een mo gelijkheid, om zonder maagover lading ook een beetje mee te doen. Alleen: laat bij bedlegerige zieken uitsluitend verpakte lek kernijen toe, want bij hen moe- ton we nog meer dan bij gezon den de hygiëne hoog houden Dus geen losse chocoladeletters, geen kunstig nagemaakte baker kinderen of W.C.-tjes van mar- sepein, die open en bloot stof vergaren op een nachtkastje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1950 | | pagina 3