Zondag wordt Z. H. Paus Pius X plechtig
verklaard in de Sint Pieter
Zalig
Zaligverklaring kroont proces
van uiterste zorgvuldigheid
Het geheim van zijn heiligheid waren
eenvoud en gehoorzaamheid
VLUCHT IN DE NACHT
Zijn hart brak van verdriet
toen wereldoorlog begon
Arm heb ik geleefd
en wil ik steryen
RADIO
Tweemaal werden 205 getuigen
in vier plaatsen gehoord
Procedure van meer
dan 13 jaar
Boeken over Pius X
Ordesgeestelijken
bij Z.H. de Paus
door E. J. Rath
DONDERDAG 31 MEI 1951
PAGINA 3
De plechtige viering van de zaligverklaring van Z. H. Paus Pius X belooft Zondag a.s. in de
Sint Pieter een van de meest luisterrijke plechtigheden van dit jaar te worden. Honderddui
zenden gelovigen en meer dan driehonderd bisschoppen zullen in Rome aanwezig zijn wan
neer Giuseppe Melchior Sarto, op dezelfde datum als waarop hij in 1835 werd gedoopt# zalig
zal worden verklaard. Over de gehele wereld zullen millioenen dit feest met ontroering mede
vieren. Want de faam van dit voorbeeldige leven is wijd verspreid.
Paus Pius X stierf, ruim 79 jaar oud, op 20 Augustus 1914, des
nachts om kwart over één. De omstandigheden van zijn dood
zijn door de tegenwoordige Paus treffend getekend. „Als opper
ste Herder van de kudde van Christus ging hem het welzijn van
alle volkeren ter harte. Hij was daarom een groot voorstander
en bevorderaar van de vrede in deze wereld. Toen hij dan ook
de vreselijke mare hoorde, dat broeders elkander op het slacht-
veld van Europa vermoordden, werd zijn liefde onmetelijk lijden.
Hij hief zijn ogen ten heimei en zag de weegschaal van Gods
gerechtigheid. In beklemdheid des harten boog hij berustend
het hoofd; en zijn groot hart hield op te kloppen".
if
Van deze grote Paus die wer
kelijk stierf van verdriet bij de
gedachte aan het leed dat de we
reldbrand over de aarde ging
brengen en die zijn leven offerde
om de slachting te verminderen,
werd twee dagen later bekend,
hoe hij in 1911 in zijn testament
had geschreven: „Arm ben ik ge
boren, arm heb ik geleefd, arm
wil ik sterven".
Die woorden, getuigend van
zijn echt evangelische geest,
maakten in Rome grote indruk.
Een eindeloze mensenmenigte
stroomde naar de Sint Pieter om
te knielen bij zijn stoffelijk over
schot, terwijl zij luide riep „Hei
lige Pius X, bid voor ons". Deze
intuïtieve proclamatie tot heilig
heid zal a.s. Zondag het begin van
een kerkelijke bevestiging ver
krijgen, na een met alle gestreng
heid gevoerd proces, waarvan
elders op deze bladzijde sprake
is. Maar aan de waarachtigheid
van zijn testament heeft nooit
iemand behoeven te twijfelen.
Want de eenvoud van Pius X
was een van de meest karakte
ristieke trekken uit zijn levens
verhaal.
Zijn vader was gemeentebode
Hij was op een na de oudste
van tien kinderen, waarvan er
PROGRAMMA
VRIJDAG 1 JUNI
HILVERSUM I, 402 m.
7.00—24.00 NCRV.
7.00 nieuws; 7.18 gewijde mu
ziek; 7.45 een woord voor de dag;
8.00 nieuws en weerberichten;
8.15 gram. muz.; 9.15 voor de zie
ken; 9.30 waterstanden; 9.35
gram muz.; 10.30 morgendienst;
11.00'gram. muz.; 11.05 sopraan
en piano; 11.30 gram. muz.; 12.30
land- en tuinbouwmededelingen;
12.33 Kon. Mil. Kapel; 13.00
nieuws; 13.15 amusementsmuz.;
13.45 gram. muz.; 14.00 „Kleine
boosdoeners: bladluizen, mieren
enz.", causerie; 14.15 Metropole
orkest en solist; 15.00 voordracht;
15.20 klein koor 15.45 gram. muz.
16.10 strijkkwartet; 16.40 voor
dracht; 17.00 verzoekprogramma;
17.30 .Mogelijkheden en moeilijk
heden van de cultuur in Fries
land" causerie; 17.45 pianoduo
18.00 „In dienst van het Vader
land", causerie; 18.10 Orgelcon
cert; 18.30 „Het Evangelie in Es
peranto", causerie 18.45 gemengd
koor 19.00 nieuws en weerberich
ten; 19.15 Regeringsuitzending:
„Verklaring en toelichting";
19.40 radiokrant; 20.00 nieuws;
20.05 kamerorkest 20.45 „De Ned.
Herv. Kerk krijgt haar dienst
boek", causerie; 21.05 meisjeskoor
21.25 populaire muziek; 21.50
gram. muz.; 22.00 violen altviool
cello, hobo, clavecimbel en tenor;
22.30 „Langs wegen van Kunst
en schoonheid"; 22.45 avondover
denking; 23.00 nieuws; 23.15
24.00 gram. muz.
HILVERSUM II, 298 m.
7.00 VARA: 10.00 VPRO; 12.00
AVRO; 16.00 VARA; 19.30
VPRO; 21.00 VARA; 22.40
VPRO; 23.00—24.00 VARA.
7.00 nieuws; 7.15 ochtendgym
nastiek; 8.00 nieuws en weerbe
richten; 8.18 gram. muz.; 8.50
voor de huisvrouw; 9.00 gram.
muz.; 10.00 „Kinderen en men
sen", causerie; 10.05 morgenwij
ding; 10.20 gram. muz.; 10.30
voor de vrouw; 10.45 alt en pia
no; 11.05 voordracht; 11.25 orgel
spel; 12.00 lichte muziek; 12.30
land- en tuinbouwberichten 12.33
sportberichten; 13.00 nieuws;
13.15 mededelingen of gram. muz.
13.20 orkestconcert; 14.00 voor de
vrouw; 14.20 kamerorkest; 15.00
voordracht; 15.20 orgelconcert;
15.35 hersengymnastiek; 16.00
gram. muz.; 16.30 voor de jeugd;
17.00 filmprogramma; 17.30 mu
zikale causerie; 18.00 nieuws;
18.15 felicitaties; 18.45 „Denk om
de bocht"; 19.00 kinderkoor; 19.15
„Beurs en buikriem", causerie;
19.30 „Een sterk volk", causerie;
19.50 berichten; 20.00 nieuws;
20.05 boekbespreking; 20.10 gram.
muz.; 20.30 „Benelux", causerie;
20.40 „De godsdienstige ontwik
keling in de jeugdjaren" causerie
21.00 gram. muz.; 21.40 aether-
forum; 22.10 buitenl. overzicht;
22.25 instrumentaal kwartet;
22.40 „Vandaag", causerie; 22.45
avondwijding; 23.00 nieuws; 23.15
24.00 Concertgebouworkest.
twee vroeg stierven. Zijn vader
was gemeentebode van Riëse,
een mirtuscuul dorp ten Noorden
van Venetië, en genoot zijn gehele
leven een bezoldiging van 50 een-
tesimi per dag. Zijn moeder ver
diende er wat bij als huisnaaister.
Zij zouden het verlangen van de
jongen, die priester wilde worden,
nooit hebben kunnen vervullen,
wanneer de pastoor er niet van
gehoord had, die zorgde dat hij
naar het gymnasium en later naar
het seminarie kon gaan.
Dat gymnasium was veertien
kilometer ver weg, en de jonge
Sarto liep die afstand iedere dag
tweemaal, door de gloeiende hitte
van de zomer en de barre koude
van de Noord-Italiaanse winter,
En omdat hij de zorgen voor thuis
niet nog groter wilde maken, trok
hij onderweg zijn schoenen uit
en hing zo over de rug, opdat ze
zo snel niet zonden slijten.
Dit detail uit zijn jeugd ver
klaart veel uit zijn later leven.
Het getuigt van zijn sterke wils
kracht en ijzeren doorzettingsver
mogen, van zijn gezond gestel dat
hem in staat stelde tot veel en
hard werken, maar ook van zijn
liefde tot de eenvoud, die wel
licht het geheim van zijn heilig
heid werd, zoals pater Nieuwen-
huis O.P. in een recente publica
tie zo scherp heeft gesteld.
Want God wilde hem juist in
die liefde tot de eenvoud beproe
ven door hem te roepen tot steeds
hoger kerkelijke bediening. Gui-
seppe Sarto heeft zich tegen deze
roepstem verweerd met alle op
rechtheid van zijn hart en heftig
heid des gemoeds. Maar hij ein
digde telkens met te gehoorzamen.
Schuilt juist hierin niet een
voornaam deel van zijn grootheid
en van de boodschap die zijn
leven voor ons moet betekenen?
Hij gehoorzaamde
Hij was negen jaar kapelaan
in het onbekende stadje Tombolo
en werkte er met grote zelfop
offering. Hij zwoegde negen vol
gende jaren als pastoor van Sal-
zano. Had hij in Tombolo al een
paar maal z'n horloge en de zil
veren vork en lepel van zijn wij
dingsdag naar de lommerd ge
bracht om een paar arme drom
mels uit de nood te halpen: in
Salzano verdween tot dit doel
zelfs het parochiezegel langs een
omweg naar de Bank van Lening
in Venetië, en als kardinaal
patriarch vond hij het later maar
jammer, dat hij niet hetzelfde kon
doen met een hem geschonken
gouden horloge, omdat zijn naam
en wapen er op gegraveerd ston
den. In Salzano bij zijn broer
tjes zou hij graag gebleven zijn.
Maar de bisschop van Treviso
benoemde hem tot kanunnik,
kanselier en geestelijk leidsman
van het seminarie. En pastoor
Sarto nam met droefheid afscheid
van zijn parochie.
Hij was ontroostbaar toen hij
negen jaar later door Leo XIII
tot bisschop van Mantua werd be
noemd, en verweerde zich in een
lange brief tegen deze hoge waar
digheid. Dat was geen comedie
van misplaatste nederigheid,
maar zuivere liefde tot de een
voud. Leo XIII antwoordde met
slechts een enkel woord: „Ubbi-
dite. Gehoorzaam!" Opnieuw ne
gen jaar later werd hij kardinaal
patriarch van Venetië. En op 31
Juli 1903 betrad hij het conclaaf
dat de opvolger van Leo XIII
zou moeten aanwijzen. Steeds
meer stemmen verenigden zich
bij de acht opeenvolgende keu
zen op zijn naam. Het veto dat
door Oostenrijk tegen de kardi
naal-staatssecretaris Rampolla
werd uitgebracht was niet beslis
send (Pius X zelve schafte het
op 25 Dec. 1904 bij verordening
„Sede Vacante" af). Beslissend
was de veld-winnende overtuiging
dat kardinaal Sarto de meest ge
schikte opvolger zou zijn, juist
omdat hij ieder bezwoer niet hem
te kiezen en hem naar Venetië
te laten terugkeren. Hij hield
twee dagen lang vol dat hij de
keuze niet zou aanvaarden, omdat
hij zich tegen de verantwoorde
lijkheid van het ambt niet opge
wassen voelde. Vijf- tot zesmaal
zonden de kardinalen commissies
om zijn definitieve toezegging te
verkrijgen. „Ga maar terug naar
Venetië als ge dat zo gaarne
doet", zei de kardinaal-aartsbis-
schop van Milaan, „maar ge zult
er heen gaan met een ziel die
door wroeging wordt verscheurd
en de verwijten zullen u blijven
volgen tot aan uw dood".
Eindelijk, op 3 Augustus 1903
boog na lange overweging Gui-
seppe Sarto met bevende lippen
en angstig hart zijn moede hoofd
onder het ontzettende gewicht
van de pauselijke tiaar, zeggende:
„Indien het dan niet mogelijk is
dat deze kelk voorbij ga, zo ge
schiede Gods wil. Ik aanvaard
de keuze, als een kruis!" En hij
koos de naam Pins omdat onder
die naam de Pausen in de 19de
eeuw het meest hadden geleden.
Zijn Pontificaat.
Zo werd een zalige Paus. Hij
was het met grote eenvoud, nede-
zorger, die zijn devies „Alles her
stellen in Christus" poogde te
verwerkelijken door zeer belang
rijke besluiten.
In 1905 gaf hij een krachtige
aanbeveling tot de veelvuldige en
dagelijkse H. Communie en in
1906 voorschrift over de zieken
communie. In 1910 vervroegde hij
de Eerste H. Communie tot de
leeftijd van zeven jaren, of zoveel
eerde of later als de ontwikkeling
van het verstand zou gedogen.
Hij stichtte het Pauselijk Semi
narie bij Sint Jan van Lateranen,
gaf in 1903 zijn Motu Proprio
over de Gregoriaanse kerkzang,
stichtte in 1910 in Rome een Ho
gere School voor Gewijde Muziek
en riep zijn oude vriend don
Lorenzo Perosi naar de Eeuwige
Stad. Hij droeg de Jezuïeten op,
een Hogeschool voor Bijbelweten
schap te stichten, en vroeg de
Benedictijnen een nieuwe verta
ling van de Vulgaat. Hij beval
in 1904 een Codificatie van het
Kerkelijk Recht en herzag in 1911
het Brevier. Hij reorganiseerde de
Romeinse Curie in 1908, waardoor
ook Nederland onder het gewone
hiërarchische bestuur der Kerk
werd gesteld; hij riep Achilles
Ratti, de latere Paus Pius XI
naar de Vaticaanse Bibliotheek
in Rome. En er was nog zoveel
Men kan dit leven en Pontifi
caat niet vangen in het bestek
van wat kolommen druks. Maar
ieder moet weten hoe het werd
bepaald door eenvoud en ont
hechting, en door een liefde tot
God en de mensen die het de
Zalige Pius X onmogelijk hebben
gemaakt aan iemand óóit iéts te
weigeren.
Z.H. Paus Pius X, zoals wij Zijn portret aantroffen in het
boek van Mgr. Jan Olav Smit, uitgave van „De Tijd".
Een statieportret van Z.H.
Paus Pius X uit 1908.
rig en zachtmoedig, maar tegelijk
met grote beslistheid waar het de
rechten van de Kerk gold. De
vervolging die minister-president
Combes in Frankrijk in 1904 met
verdubbelde kracht inzette, bracht
er de Kerk tot bittere armoede
en roofde iedere wettelijke exis
tentie. De Paus boog niet en de
Kerk leefde in Frankrijk voort,
méér vrij dan Zij ooit was ge
weest. Het was Pius X die in de
encycliek „Pascendi Dominici
Gregis" van 1907 het Moder
nisme scherp veroordeelde, en
belette, verder te woekeren. En
vooral was hij een groot ziel-
31 MEI
Octaaf van Sacramentsdag
Feestdag van Onze Lieve
Vrouw Middelares
De maand Mei wordt beslo
ten met de gedachtenis van
Maria als middelares van
alle genaden. Op aansporing
van de kerk zijn wij gedu
rende deze maand vol ver
trouwen tot Maria gegaan en
wij hebben ondervonden, dat
zij al onze moeilijkheden be
pleit heeft bij hare godde
lijke Zoon. De H. Bernardus
had volkomen gelijk, toen hij
eens over dit pleiten van
Maria zeide: „Nog nooit is
het gehoord, dat iemand, die
tot Haar zijn toevlucht nam,
verlaten is geworden." Deze
werkzaamheid van de aller
heiligste Maagd noemt men
bemiddeling en vol eerbied
begroet men Haar als Mid
delares aller genaden. Het
feest van vandaag is daarom
veel meer een dankzegging
voor alle weldaden, die men
in de afgelopen Mariamaand
heeft ontvangen en een ver
sterking van onze overtui
ging, dat God aan Maria
niets weigeren kan.
In deserto
SEDERT IN 1672 de in 1572 overleden Paus Pius V, een Domi
nicaan, zalig- en in 1712 heilig werd verklaard, is Z.H. Paus
Pius X de eerste Paus die tot de eer der altaren werd verheven.
Daaraan is een uitgebreid proces voorafgegaan volgens de
voorschriften, die door Paus Benedïctus XIV (17401758) in het
kerkelijk recht werden opgenomen.
Nu eerst was het Apostolisch
Proces begonnen. Opnieuw wer
den de getuigen gehoord. In Mei
1944 werd het stoffelijk overschot
van de Dienaar Gods juridisch
herkend, in een andere kist ge
legd en provisorisch uit de crypte
van de Sint Pieter overgebracht
naar een kapel.
De zaak van Pius X werd inge
leid door de Kardinalen van de
Romeinse Curie, die een Benedic
tijner abt tot hun Postulator, (be
middelaar, zaakwaarnemer) be
noemden. Er werden voorberei
dende bisschoppelijke informa
tieve processen gevoerd.
De geschriften van Pius X
werden door enige godgeleerden
streng onderzocht. Bij de Curie
te Rome werden 51, te Treviso 55,
te Mantua 26 en in Venetië 73
getuigen onderworpen aan een
lang verhoor, dat soms dagen
duurde. Bijna al deze 205 perso
nen hadden de Paus persoonlijk
gekend.
Een van de eerste daden van
het Pontificaat van Z. H. Paus
Pius XII wasop 19 April 1939
de benoeming van een Kardi-
naal-Ponens, een opperste onder-
zoekingsrechter, voor deze zaak.
Nadat de Consistoriaal advocaat
uit de getuigenverklaringen een
overzichtelijk geheel had opge
steld en de H. Congregatie van
de Riten op 29 Nov. 1940 had
verklaard, dat „niets in de weg
stond dat men tot verdere proce
dure overging", werden tegen ge
noemd overzicht door de Pro
motor Fidei, de Algemene
Verdediger des Geloofs, ook wel
de Advocaat van de duivel ge
naamd, alle mogelijke en onmo
gelijke bezwaren en moeilijkhe
den ingebracht en door de raads
heren der Congregatie beoor
deeld. Dit proces werd afgesloten
met het opstellen van een De
creet om de Zaak officieel bij de
H. Stoel aanhangig te maken. Het
Decreet werd op 12 Februari 1943
eigenhandig door de Paus onder
tekend.
Op 29 November 1949 werd
onder voorzitterschap van de
Kardinaal-Ponens de vergadering
„Antipraeparatoria" gehouden
waarin beraadslaagd werd „over
het heldhaftig beoefenen van de
Goddelijke deugden van Geloof,
Hoop en Liefde en van de zede
lijke deugden van Voorzichtig
heid, Rechtvaardigheid, Matigheid
en Sterkte". Officialen en Raads
heren brachten bij deze gelegen
heid verschillende moeilijkheden
naar voren, die vooral betrekking
hadden op het beoefenen van de
deugden van Voorzichtigheid en
Liefde. Er werd toen aan de His
torische Commissie van de Riten-
congregatie opgedragen, de docu
menten zélf op te sporen en te
onderzoeken. Inderdaad werden
de noodzakelijke stukken gevon
den die een geheel nieuw licht
wierpen op vele feiten uit het
leven van Pius X; ze werden op 18
Juli 1950 voorgelegd in de ver
gadering „Praeparatoria", waar
aan ook de Kardinalen deelna
men. Op 8 Augustus van het vo
rig jaar werd in Castelgandolfo
de „Algemene" vergadering ge
houden, waaraan ook Z. H. de
Paus zelf deelnam.
Allen spraken zich ten gunste
van de zaligverklaring uit; de
H. Vader zelf luisterde aandachtig
maar stelde zijn uitspraak tot 3
September uit „en richtte onder
tussen vurige gebeden tot God,
opdat de Paus toch in een zaak
van zo groot belang niet het min
ste van Gods welbehagen zou
afwijken", zoals in het officiële
decreet staat vermeld, dat op die
dag werd uitgevaardigd. Daarbij
Z. H. Paus Pius X, een
rasechte Italiaan uit het
Veneto, was zeer gevat en
op een ongekunstelde ma
nier geestig. Hij hield van
een goede grap. Zo ver
scheen hij op zekere dag
als kapelaan hij een be
vriend manufacturier met
de mededeling, dat hij graag
enige meters stof zou kopen
voor een arme. Hij zou di
rect met noten betalen. De
koopman dacht aan niets
anders dan banknoten,
haalde zijn beste stoffen te
voorschijn, mat een stuk af
en presenteerde de rekening.
,jtu moet u eens horen,
signor Pasquale" zei toen
kapelaan Sarto „wat een
schitterende stem ik heb en
hoe goed ik heb leren zin
gen sinds ik hier kapelaan
ben. En hij zette het Credo
in. Pasquale begréép. „Het
lijkt me onduldbaar dat u
in zo korte tijd zo rijk aan
noten wordt meende hij,
greep de rekening en
schreef „Betaald met de no
ten van het Credo".
werd verklaard „dat een held
haftige graad in de beoefening
van genoemde deugden bij de
Dienaar Gods Paus Pius X vast
staat", zodat hem van dan af de
titel „Eerbiedwaardige" Dienaar
Gods werd gegeven.
Vervolgens moest uit velen een
tweetal wonderen worden geko
zen, die op voorspraak van Pius
X waren geschied. Men koos de
wonderbare genezing van Zuster
Maria Francisca Deperras op 7
Dec. 1928 en die van Zuster Be-
nedicta De Maria op 27 Februari
1938, waarover tevoren reeds pro
cessen waren gevoerd bij de bis
schoppelijke Curie van Saint
Claude in Frankrijk en van Cu-
neo in Italië.
De beide wonderbare genezin
gen waren eerst door vier des
kundige geneesheren onderzocht
en vervolgens ernstig bestudeerd
door de Medische Commissie in
de Ritencongregatie, bestaande
uit negen bekende doktoren.
Op 24 Oct. 1950 hield de Con
gregatie hierover de vergadering
„Praeparatoria", op 30 Januari
1951 de vergadering „Generalis"
in tegenwoordigheid van de H.
Vader die op 11 Februari de bei-
In zijn ruime hart had
Pius X vooral een plaats
geruimd voor de kinderen.
Daarover doen vele anec-
doten de ronde. Zo ook die
van een audiëntie, waarbij
de Paus tussen een menigte
kinderen ineens een klein
wezentje ontdekte met
lange zwarte haren die hem
tot over de schouders hin
gen. „Hoe heet jij", vroeg
de Paus. „Giulio" zei een
klein stemmetje. „Giulia?
Dat vind ik een prachtige
naam", meende ae Paus.
„Nee, niet Giulia maar
Giulio", zei de jongen, een
beetje gepikeerd. „Ja, ja ik
heb het wel gehoord. Giulia
is een heel mooie naam",
zei de Paus opnieuw. Toen
had de jongen er genoeg
van. En verontwaardigd
riep hij: „Nee Heilige Vader
niet Giulia maar Giulio. Je
ziet toch wel dat ik een
broek aan heb". De Paus
heeft er hartelijk om ge
lachen.
De gegevens die op deze pagina
zijn verwerkt, hebben wij voor
het grootste deel ontleend aan
een tweetal onlangs verschenen
geschriften: „Pius X, een hei
lige P a u s", een Nederlandse
bewerking door mgr. dr. Jan Olav
Smit van de officiële levensschets
van pater Girolamo Dal Gal
O.F.M. Conv., verschenen bij de
Drukkerij De Tijd in Amsterdam
en „De Zalige Paus Pius
X" van A. J. Nieuwenhuis O.P.,
een deeltje in de Paulus-reeks
van de N.V. Gooi en Sticht in
Hilversum. Het rijkste materiaal
wordt overvloedig aangedragen in
het boekwerk van mgr. Smit, dat
met een aantal foto's is verlucht
en van een inleiding door Kardi
naal de Jong voorzien. De vertel
trant moge hier en daar wat
ouderwets aandoen: het boek ver
schaft een rijke informatie over
het leven van deze Paus „van
innige vroomheid, grote eenvoud
en vaderlijke goedheid" zoals
Kardinaal de Jong hem kort heeft
gekarakteriseerd in zijn „Kerk
geschiedenis". Het boek betekent
een kostbaar bezit voor de vele
duizenden, ook in ons land, "voor
wie het feest van a.s. Zondag zal
zijn als een plechtige sanctie op
een verering en een genegenheid
die deze onweerstaanbare figuur
ook bij hem heeft wakkergeroe-
pen.
De karakterschets van pater
Nieuwenhuis heeft ons daarnaast
bijzonder geboeid om de naar
onze mening zeer geslaagde
poging die hij doet, om het ge
heim van de heiligheid van Pius
X te verklaren uit de kenmerken
de feiten van zijn leven, en de
opvallende trekken van zijn ka
rakter en persoon. De lezing, ook
van dit kleine geschrift, zij bij
zonder aanbevolen.
HEILIGE VADER ONTVING
NEDERLANDERS IN SPECIALE
AUDIëNTIE
VATICAANSTAD (K.N.P.)
Gistermorgen heeft de H. Vader
in speciale audiëntie ontvangen
Mgr. Dr. H. Noots, generaal-abt
der Norbertijnen, en Mgr. Dr. W.
van Hees, magister-generaal der
Kruisheren.
In algemene audiëntie ontving
de H. Vader o.a. de nationale di
recteuren der Pauselijke Missie
genootschappen, die onder leiding
van Mgr. Celso Costantini, secre
taris van de H. Congregatie voor
de Voortplanting des Geloofs, te
Rome zijn bijeengekomen voor de
jaarvergadering van de Pauselijke
Missiegenootschappen. Ook Mgr
H. J. J. van Hussen, directeur
van de Pauselijke Missiegenoot
schappen in Nederland, was hier
bij aanwezig.
de wonderdadige genezingen be
vestigde.
De laatste vraag was thans „of
veilig tot de zaligverklaring kon
worden overgegaan". De H. Con
gregatie der Riten bevestigde dit
op 20 Februari 1951, de H. Vader
bezegelde deze verklaring met
Zijn Decreet van Zondag Laetare*
4 Maart 1951: „Verheug U Chris
tenvolk: de dag nadert, dat Paus
Pius X zal verheerlijkt worden
met de gloriekroon der Zaligen.
Uw hartewens zal in vervulling
gaan bij het zien hoe de deugden,
die gij in Hem zozeer bewonderd
hebt, met roem bekroond wor
den Met dit Decreet was het
nauwgezet Kerkelijk proces van
de Zaligverklaring afgesloten.
Zondag wordt zij plechtig gevierd.
FEUILLETON
38.
Vinton bleef staan, toen hij
haar stem had gehoord. Hij keer
de zich langzaam om en liep te
rug naar de deur, vrij vlug, want
de open rechthoek was duidelijk
te onderscheiden.
„Waarom zeg je dat dan niet
meteen?" riep hij naar beneden,
toen hij de drempel over was.
Toen hoorde ik zijn handen over
de trapleuning schuiven hij
zocht zijn weg naar de voorkant
van de verdieping.
Ik kon nu ten minste weer
ademhalen. Ik liet het inktstel
voorzichtig zakken, tot het weer
op de tafel rustte, maar ik kon
het nog nodig hebben en daarom
liet ik het niet los. Ik hoorde hem
de knop van een deur omdraaien,
en onmiddellijk daarop werd het
bovenportaal met licht overgo
ten. In die andere kamer had de
schakelaar zijn plicht dus gedaan.
Hij bleef in die kamer mis
schien een minuut. Ik hoorde
niets. Toen ging het licht uit en
hij kwam de gang weer door. Hij
bleef een ogenblik staan voor de
deur van de kamer, waarin ik
mij verborgen hield; toen liep
hii verder naar de trap. en lang
zaam daalde hij die af.
„Heb je je tasje gevonden?"
hoorde ik het meisje vragen.
„Nee", gaf hij kortaf ten ant
woord. „Maar 't doet er voor 't
ogenblik niet toe. Ik kan er geen
tijd meer aan verspillen."
Zo snel als ik kon, verliet ik
de kamer en ik nam mijn vorige
post aan de trap weer in. In de
vestibule beneden me hoorde ik
de twee samen praten, met ge
dempte stemmen. Ik kon geen
woord verstaan. Toen werd de
voordeur geopend en dichtgedaan
maar gerammel van de ketting
hoorde ik er niet bij en het
was weer doodstil in het huis.
ZEVENDE HOOFDSTUK
Wat moest ik nu? Naar bene
den gaan? Of zou ik wachten, tot
Mary Donaldson me riep? Ik
bleef even» staan luisteren, maar
ik hoorde niets. Hij was dus wel
degelijk weg. Maar misschien
wou het meisje wat op haar ver
haal komen, vóór ze mij weer
zag en opnieuw een -misschien
hachelijk gesprek begon.
Mijn twijfel werd opgelost door
een practische kleinigheid: ik
merkte, dat ik het inktstel nog
in mijn hand had. Zonder erg had
ik het meegenomen toen ik de
donkere kamer verliet. Nu kon
ik het beter op zijn plaats zetten
dan het mee naar beneden nemen
of in het portaal achterlaten.
Ik keerde naar de kamer die
mijn schuilhoek was geweest, te
rug, vond 't bureau en begon
rond te tasten, om te zien. of er
een lamp op stond. En inderdaad
vond ik een electrische bureau
lamp, met eigen schakelaar. Ik
draaide dien om en het vertrek
was verlicht.
De kamer, waarin ik nu rond
keek, was groot, maar had toch
niet meer dan de halve omvang
van de bibliotheek beneden. In
't eerst zag ik het aan voor een
soort kantoor, maar bij nadere
beschouwing leek het mij een
eigenaardige combinatie van een
kantoor een studeerkamer, een
museum en een laboratorium.
Ik begon met het inktstel op
het bureau te zetten en er de
potjes weer in te plaatsen. Toen
keek ik andermaal rond. Het was
heel zeker geen kamer van een
dame dacht ik; dus érg onbe
scheiden was ik niet, als ik zo'n
beetje inspectie hield. En wat ik
waarnam boeide me zozeer, dat
ik aan geen Vinton meer dacht
en zelfs mijn eigen schaamte ver
gat over de weinig heldhaftige
rol, die ik het laatste half uur
had gespeeld.
Het bureau was het enige prac
tische stuk. kantoormeubilair. Ik
zag er een groot vloeiblad op
liggen en een aantal boeken; aan
de ene kant stond een brieven-
mandje en aan de andere kant
een kastje met drie laatjes, met
letters er op. Daar zou dus een
kaartsysteem in zitten. Naast het
bureau stonden twee kleinere
meubels tegen één daarvan
had ik, in 't donker, mijn voet al
gestoten. Rechts stond een
schrijfmachinetafeltje met een
machine er op, links een dicta-
phoon op voetstuk.
Ik stond achter het bureau. De
muur tegenover mij tussen de
deur en de binnenmuur was
geheel bedekt met planken, afge
deeld in vakken met glazen deur
tjes er voor. Die kastjes bevatten
een verzameling delfstoffen en
ontelbare kleine stukjes aarde
werk en gesneden beeldjes van
allerlei materiaal. Er waren er
bjj met zeer zonderlinge vormen.
Een tweede reeks planken liep
langs de muur achter het bureau
de kant, die deel uitmaakte
van de buitenmuur van het huis
maar hier werden ze afgebro
ken door een breede stookplaats
met haardijzers en al voor 't ge
bruik gereed dus; maar hout lag
er niet in, en uit niets bleek, dat
de haard nog kort te voren ge
brand zou hebben.
Eén afdeling van die planken,
vlak bij 't bureau, werd geheel
ingenomen door dictaphoon-cylin-
ders. Het waren er letterlijk dui
zenden, in groepen gerangschikt,
die gemerkt waren met letters er»
cijfers. Ik veronderstelde, dat het
kaartsysteem op het bureau op
die cylinders sloeg, en dat die be
waard werden als een soort re
gister. Het leek mij een eigenaar
dige manier, om dagboek te hou
den of een archief aan te leggen.
(Wordt vervolgd.)