Waar 't hart van Friesland klopt Duitser, die de vrede wil dienen, bouwde „Igel-Haus" Katholieken voeren strijd om hun bestaan KATHOLIEKE CULTUUR in grootse stijl Metsel dé gr Straks f van 3( In de schaduw van het Kruis Dokkum onafscheidelijk verbonden met de Heilige Bonifacius mÈSÈÊÈÉi Frieslands zorgen Prijsvraag Roosendaals dwangarbeider groef het terrein af Internationaal jeugdcentrum Mgr. Eras vijftig jaar priester Kennis op principiële grondslag Metselac favoriet HEI PAGINA 6 MAANDAG 4 JUNI 1951 Het oude stadje Dokkum in het N.O. van Friesland ligt *til te dromen in de omhelzing van de vroegere stadsgrachten. De straten, die bijna allen uitkomen op het Dokkumerdiep, dat dwars door het plaatsje loopt, zijn over het algemeen klein en smal; de huizen zijn meestal laag, met grote ramen en een kap van rode glinsterende dakpannen met grote vierkante Friese schoorstenen. Dokkum was vroeger een stad van betekenis. Als ge vraagt naar die oude tijd, dan zullen de bewoners U verhalen, dat het stadje vroeger aan zee lag. In het schilderachtige raadhuiis, gelegen aan de Zijl, bewaart men nog enkele platen, waarop het gezicht van Dokkum met verscheidene torens en hoge handelshuizen oprijst uit de gol ven van de zee, die de hoge stadsmuren bespoelt. Dokkum had, zo zal men U vertellen, bij de kruistochten een eigen vloot en van 1585 1614 was het de zetel der admi raliteit. Maar in de 17e eeuw ging de zee steeds meer achter uit en Dokkum kwam in het land te liggen. Een nieuwe han del in Friese zuivelproducten verving de oude handel; het hoge admiraliteitegebouw, een maal de trots van het Friese Kampen, werdarmenhuis. Door de katholieken ontdekt Voor de katholieken is de naam Dokkum onafscheidelijk verbonden aan de H. Bonifatius, een van de grootste vormers van het christelijk Westen, die in 754 (of 755), toén hij aan een aantal gestaan. Er werd altijd in het bekeerde Friezen in de nabijheid ™™.wn«niio weliswaar nog wat primitief, een processiepark gereed, waarin men bedevaarten uit alle delen des lands kon ontvangen. In 1926 werd door het comité van de Bonifatiusbroederschap de eerste nationale bedevaart ge organiseerd. De aartsbisschop van Utrecht er» de Duitse bis schoppen van Fulda en Mainz, steden, wier naam onafscheide lijk verbonden is met Bonifatius brachten een tweeduizend vrome pelgrims naar Dokkum, ter ere van deze vader, die de Friezen voor Christus won. Bij deze ge legenheid hield Prof. Titus Brandsma een preek in het Fries. Tot aan de Hervorming had het Fries bij de clerus hoog in ere Fries gepreekt en verschillende va*n"dit"oude stadje het H. Vorm- j officiële acten, die thans nog op sel wilde toedienen door woeste de gemeentearchieven geheel heidenen met het zwaard werd Friesland door bewaard worden, omgebracht I werden in de landstaal opgesteld. 1Maar na de hervorming toen de trouw gebleven katholieken van uit Amsterdam en Haarlem wer den verzorgd door missionaris sen, die veelal geen geboren Friezen waren, verdween de landstaal uit de kerk. Maar Titus Brandsma was na die donkere tijd van de schuilkerken de eer- In de middeleeuwen bezochten onze voorouders met eerbied deze plaats in diepe dankbaar heid jegens hem, die dikwijls de apostel van Friesland werd ge noemd. Maar toen in de 17e eeuw alle sporen van katholicis me in Dokkum en omgeving wer den uitgeroeid, durfde men Bo nifatius niet meer begroeten op zijn martelplaats en de bron, waaruit volgens aloude overle vering de heilige bisschop het doopwater had geput en daarom altijd een bijzondere belangstel ling van het gelovige volk had genoten, werd vergeten en lag midden in een weiland als een drassige poel met een scheefhan gend houten hek eromheen. Op een zomerdag in Juni 1924 begaf zich een aantal katholieke geestelijken, onder leiding van de Utrechtse pastoor Jansen, de latere aartsbisschop van Utrecht en afkomstig uit Leeuwarden en de enthousiaste Nijmeegse pro fessor Titus Brandsma, Carme- liet geboren te Oegeklooster in de nabijheid van Bolsward, naar deze plaats en vol liefde voor deze historische plek gewijd door de gedachtenis van een van 's lands grootste apostelen, beslo ten zij om aan deze plaats een beter aanzien te geven en de aloude devotie tot deze marte laar te doen herleven. De eerste stappen Om dit doel te bereiken, werd de nationale Bonifatiusbroeder schap ingesteld met als hoofd zetel de kleine parochiekerk van Dokkum. Door middel van der den kon de enthousiaste pastoor C. Smit, die als uitvoerder van de plannen van de broederschap optrad, het stuk land kopen, waarin de bron gelegen was. Dit alles was slechts een begin. Want men wilde dit terrein omvormen in een processiepark en men droomde reeds van grootse bede- vaarten $aar het oude stadje, waar het hart van katholiek Friesland klopt! De protestanten slaan alarm. Toen men rond Dokkum van deze plannen hoorde, kwam men in het geweer. Daar had je weer dat roomse imperialisme, dat zelfs Dokkum niet met rust kon laten. En waarvoor? Hadden de 250 katholieken, die toen in het stadje woonden, soms te klagen over de protestanten? Had mer» hen niet rustig hun godsdienst laten beleven? En nu dit' Som mige kranten schreven scherpe artikelen en de katholieken wer den bang. Ik zelf herinner me nog hoe mijn grootvader na de lezing van een onwaardig pro test in de beruchte Hepkema (Heerenveenster Courant) die helaas nog al te veel door ka tholieke Friezen gelezen wordt, zeide: „Ja wij willen te veel.' Er werd zelfs een interpellatie over ingediend in de Staten Ge neraal. Men sprak van een over winning van Rome, en zocht po litiek. waar puur de prachtige wil voorzat om een oude verge ten devotie te doen herleven. Maar dit alles had geen invloed op de houding van de initiatief nemers. Met enthousiasme werk te men door en men maakte. ste priester, die het volk weer toesprak in hun eigen landstaal en vol overtuiging riep het ruige Friese volk, gehard door water en wind, na dit priesterlijk woord de antwoorden van het oude geloofsformulier: „Wy for- saekje; wy leauwe". De groei van de bede vaartsplaats De devotie tot Bonifatius was spoedig weer gemeengoed van het Friese volk. In de wonderda dige herleving van deze oude praktijk schuilt zeker iets won derbaars. De Friezen, die voor 1926 nog wel eens bang waren om hun geloof openlijk uit te dragen, kwamen'nu in grote getale ieder jaar naar Dokkum, waar met be hulp van een renteloze lening van een halve ton, in 1934 op 't terrein een schone bedevaarts kapel was opgetrokken met oude Friese kloostermoppen. Allen wa ren enthousiast! Ik kan me nog heel goed herinneren, hoe voor de oorlog een oude man van diep in de tachtig vanuit Workum per fiets ieder jaar naar de stad van Bonifatius ging. Een echte zoon van het Friese volk uit Bakhui zen omschreef de betekenis van deze bedevaart voor de katho lieke Friezen zeer juist ,toen hij mij schreef: Ik sjuch it as in middel om de Roosmke Friezen de graete stipe, de stille kreft, dy utgiet van Bonifatius, bruke te litten om us libben mei Us Ljeaven Hear djipper en ynliker to meitsjen. En het is te hopen, dat alle Friezen en ook de an dere katholieken uit Nederland dit gaan beseffen en jaarlijks in grote getale optrekken naar het dromende stadje Dokkum, opdat de wens van de grote promotor van de Bonifatiusbedevaart, prof. Titus Brandsma, volledig bewaar heid worde: „Lit God, dv 't troch it preekjen fen de H. Bonifatius us stammen foreine ha yn de be- lidenis fen syn namme, us bi- Ijeave, det hy yn hiel Fryslan en Nederl|n op en ny wer heech foreare wier lyk as' alear." B. V„ pr. 4 JUNI H. Franciscus Caracciolo Toen de Kerk in de 16e eeuw van alle kanten bedreigd werd door het steeds driester optreden van het protestan tisme, was het noodzakelijk om het gelovige volk over de grote geloofswaarheden te onderrichten. Franciscus was daarvan overtuigd en hij verzamelde een groep priesters om zich heen, die overal heen gingen om het rijk Gods te verkondigen. Toen enige mensen zich bij hem over een van zijn ge zellen hadden beklaagd en verteld hadden, dat die toe spraken zo saai waren, zeide hij hun: Wat doet het er toe? Predikt hij niet Gods woord? Deze gebeurtenis be vat een kostbare les voor deze tijd: wij hebben altijd veel kritiek op onze predi kanten: de pastoor is te saai, de kapelaan kan niet uit zijn woorden komen, maar is dat allemaal wel goed? Geldt ook hier niet: Hij ver kondigt toch Gods woord? Daar moet men alleen naar kijken. In deserto Het processiepark te Dokkum met de kapel op de achter grond wacht weer op de bedevaartgangers, die van heinde en verre St. Bonifacius komen eren en zijn bemiddeling inroepen. Vol bewondering leest men in oude vergeelde papieren over de heldenmoed, die de Friezen in de 17e en 18e eeuw aan de dag legden om hun geloof te handhaven. Men zou graag willen, dat de opofferingen, die men zich moest getroosten, werden beloond met een bloeiend geloofsleven, maar helaas is dit niet het geval. Niet dat de katholieke Friezen gedoemd zouden zijn op de duur uit het heitelan te verdwijnen, neen, hun aantal neemt toe, maar in vergelijking met de andere bevolkingsgroepen veel te weinig. Dorre cijfers Het fatale is dan ook, dat bij iedere volkstelling het percen tage katholieken slinkt. Maakten zij in 1879 nog 7.93 pet. van de provinciale bevolking uit, in 1899 was dit 7.70 pet., in 1930 7.02 pet., en in 1940 6.95 pet. Nu moge dan het aantal een stijging vertonen, de achteruitgang van 1 pet. in zestig jaar op een totaal van 8 pet. is verontrustend. Wat is de oorzaak? Wat kan toch de reden zijn van deze achteruitgang? vraagt men met verwondering. Het geboorte cijfer toch van de katholieke be volking is belangrijk hoger dan dat van de niet-katholieken: hun sterftecijfer staat gelijk met dat van de anderen. De oplossing moet men zoeken in de harde strijd om het bestaan, die de meeste katholieken moeten voe ren. De boeren, die veelal naar onvruchtbare streken waren ge drongen (was zo het geheel ka tholieke Bakhuizen niet ont staan?), hadden geen kans om hun bedrijf op Friese grond uit te breiden de handels- en za kenmensen, die vooral in de Friese steden zeer belangrijke zaken hadden opgebouwd, moes ten in een felle, dikwijls verbe ten concurrentiestrijd met opko mende niet-katholieke onderne mingen, veel van hun afzetge bied verliezen. De Friese katho lieke bevolking was gedwongen om elders, vooral in Holland, 'n nieuw bestaan te zoeken. En zo werden vooral in de laatste zes tig jaar in het overwegend ka tholieke West-Friesland ver schillende centra van katholieken gevormd. Ook de diaspora spreekt een woordje mee. In de laatste zestig jaar heeft ook het verlangen van de ka tholieken uit de diaspora om deel te nemen aan het kerkelijk leven, invloed op het percentage uitge oefend. De katholieken, die ver van een parochiekerk afwoonden en dikwijls hele reizen moesten maken om hun Zondagsplicht te vervullen gingen ergens anders hun fortuin zoeken. Zo is bijv. tussen 1920 en 1930 de katholieke bevolking in Hindelopen, die in de 18e eeuw zelfs een eigen schuilkerkje hadden, geslonken van 31 op 3. De katholieke be volking van Dokkum, de enige oase in het ongelovige gebied, brokkelt langzaam af, maar bij onderzoek blijkt, dat vooral de mensen, die uren ver van de kerk woonden, tussen 1910 en 1940 zijn weggetrokken. Waar het merendeel der katholieken woont. Het is opvallend, dat de over grote meerderheid van de Friese katholieken woont in 'n vierhoek, gelegen ten Zuiden van de spoor weg Harlingen-Leeuwarden en ten Westen van de spoorlijn LeeuwardenZwolle. Acht en twintig van de dertig parochie kerken liggen in dit gebied, on geveer een derde van de provin cie of in de onmiddellijke nabij heid daarvan. Deze plaatsen la gen bijna allen aan zee of langs een grote heirbaan en waren in de 17e en 18e eeuw voor de enkele missionaris, die men in het Amsterdamse Bagijnhof voor de Friese zending kon bestem men, gemakkelijk te bereiken. Als er vlak na de hervormimng ook voor Friesland evenveel mis sionarissen beschikbaar waren geweest als voor de Haarlemse zending, die ook zorg moesten dragen voor het verweesde bis dom Leeuwarden, dan had on danks alle vervolging de geloofs- kaart van Friesland er heel an ders uitgezien. Overwegend katholieke dorpen. In deze hoek vindt men nog enkele overwegend katholieke dorpen. Het zijn voornamelijk Bakhuizen (de parochie, die een bijkerk heeft te Warns, telt 1055 katholieken), St. Nicolaasga (met 1500 R.K.), Sensmeer of Blauw huis (1045 R.K.) en het kleine Oosterend of Roodhuis met 447 R.K. Allerlei historische invloe den hebben deze kleine gemeen schappen van intens beleefd ka tholieke leven in deze sterk pro testantse provincie gevormd. Op merkelijk is de groei van Ame land ,een eiland, dat door zijn bijzondere positie als eigendom van een oud Fries adel-geslacht in de moeilijkste jaren het geloof kon handhaven. In deze gemeen te gaan de katholieken het hardst vooruit en zijn op weg om daar een echt centrum te vormen. De I LEGATUM STOLPIANUM Het Curatorium van het Le- gatum Stolpanium heeft de vol gende prijsvraag uitgeschreven: Een beschrijving van de ge schiedenis van het onderwijs in de wijsbegeerte aan de Hoge school te Franeker (15551811). De omvang van de verhandeling mag ten hoogste dertigduizend woorden bedragen. Antwoorden worden vóór 1 Juli 1953 inge wacht bij de voorzitter, Prof. dr. B. A. van Groningen, van Beu- ningenlaan 20 te Leiden. Zij moeten in het Nederlands, Frans, Duits, Engels of Latijn getikt, met een spreuk getekend en ver gezeld zijn van een verzegeld briefje, van dezelfde spreuk voorzien, waarin naam en adres van de schrijver zijn opgegeven. De prijs voor een goedgekeurd antwoord is de gouden medaille ter innerlijke waarde van f 500.- en f 500.- in geld, ofwel, naar verkiezing, de gehele som in geld. 40.000 BEZOEKERS BIJ THOMAS-EXPOSITIE AMSTERDAM. Ruim 40.000 bezoekers uit alle delen van het land hebben Zondag de door de studenten vereniging Sanctus Thomas Acquinas georganiseerde tentoonstelling van beeldende kunst op het Frederiksplein en in de Galerij te Amsterdam bezich tigd, zo deelt de vereniging mede. De expositie blijft nog één week geopend. H. M. Koningin Juliana heeft Zaterdag een bezoek gebracht aan het eiland „Van Brienen- oord" in de Rotterdamse Maas, ter gelegenheid van een samenkomst van clubhuiskinderen van alle gezindten uit talrijke plaatsen des lands. De Koningin nam, geheel ongedwongen, overal een kijkje en liet zich door leidsters en leiders van clubhuizen inlichten over het werk met zijn talrijke facetten. Koningin Juliana temidden van de jeugd. Er kwam in Februari 1951 een brief bij de burgemeester van Roosendaal, waar men op het gemeentehuis niet zo direct weg mee wist. Een Duitse heer Griesbach uit Eberbach verzocht de burgemeester, hem het adres te bezorgen van een jongeman van ongeveer 27 jaar, van Mansveld of Mansfeld geheten, die in de laatste maanden van de oorlog in zijn huis had gewoond met enkele andere jonge buitenlanders, en die voor hem graaf werk had verricht en hem ook later een goede dienst had bewezen. De schrijver van de brief wist slechts, dat de jongeman in „Ro- zendaal" moest wonen en uit een slagersfamilie stamde. Met hem wilde hij contact opnemen, omdat hij een dergenen was, die in die oorlogsmaanden had medegewerkt aan het leggen van de fundamen ten voor een internationaal jeugd centrum, dat in de zomer door mrs. McCloy, de echtgenote van de Amerikaanse hoge commissaris zou worden geopend. Dit laatste gaf voor Roosen- daal's burgemeester de doorslag. En men wist spoedig, dat het hier Laurent van Mansfeld betrof, die onder de oorlog gedwongen naar Duitsland was gegaan en in Eber bach te werk gesteld was. In de winter van 44-45 werden bijna overal in Duitsland de vele buitenlandse dwangarbeiders meer tot een last dan tot een voordeel voor hun overheersers. Er waren te weinig kolen om de fabrieken op gang te houden: het vervoer was gestagneerd door het steeds meer naderen van de frontlijn, het voedsel in de kampen werd steeds slechter, en de tucht ging er langzaam aan verloren. Het was in die tijd, dat in Eber bach, een mooi stadje in het prachtige Ueckerdal, de Duitse oud-consul te Krakau enkele bui tenlandse jongemannen onder zijn hoede nam en hun onderdak en eten verschafte. Als tegenpresta tie groeven zij voor hem een bergweide in zijn grondgebied af, waar de fundamenten moesten komen voor een groot gebouw. Het waren vijf nationaliteiten die daaraan werkten: twee Nederlan ders, een Fransman, een Rus, een Pool en een Italiaan. Zij werden vrienden met elkaar en met hun gastheer, die een nobel mens bleek en hun, zonder te zeggen waaraan zij feitelijk werkten, vertelde, dat zij eens, als de oor log voorbij zou zijn, op dezelfde plek gronds weer bijeen zouden komen. Feitelijk heeft de Roosendaalse jongen aan die periode zelden te- ruggedacht. Tot zeven jaar later de brief aan de Roosendaalse bur- gemeester hem plots weer in con tact bracht met oud-consul Gries bach en deze hem uitvoerig in lichtte over wat het geweest was, waaraan hij indertijd had ge werkt, de fundering van een groots opgezet jeugdcentrum, waar de jeugd uit alle landen bij een zou kunnen komen om onder linge vriendschapsbanden te ves tigen, elkaar te leren kennen en waarderen en zo de vredesge- dachte die in de harten van allen kinderrijkdom van Buren en de gehechtheid van de katholieken aan hun geboortegrond deden het percentage van 11.62 in 1839 stijgen tot 13.51 pet. in 1899, tot 25.55 pet. in 1930, tot 32.14 pet. in 1948. Luctor et emergo Deze betrekkelijke achteruit gang ontmoedigt de Friese ka tholieken niet. Zij weten, dat de strijd om het bestaan zwaar is, maar in het bewustzijn, dat ook zij in deze tijd, nu het protes tantisme in geheel het land, uit genomen in de Zuidwesthoek, tot ongeloof ineenschrompelt, apos tolaat moeten uitoefenen, zullen de stoere katholieke Friezen voor het katholieke leven in hun heite lan de Zeeuwse lijfspreuk ver wezenlijken: Luctor et emergo: Ik worstel en drijf boven. B. V., pr. leeft, die de verschrikking van 40-45 hebben meegemaakt in werkelijkheid om te zetten en te stimuleren. Op 7 Juni gaat Laurent van Mansfeld naar Eberbach, om er een week te logeren in de prach tige Neckarstreek, een der fraai ste rivierdalen van het Schwarz- wald, en om er eregast te zijn van de stad en het jeugdcentrum bij de opening door mevrouw McCloy op 15 Juni a.s. Werk, sport en ontwikkeling. Oud-consul Griesbach heeft zijn Igel-Haus gesticht met medewer king van alle kanten en landen. De Amerikanen waren er direct enthousiast voor: schenkingen in geld, bouwmaterialen en inrich tingsstukken kwamen er vele bin nen en van alle zijden ontving Griesbach instemmingsbetuigin gen. De bezettingsautoriteiten ge ven hun volle medewerking. Maar het is zijn speciale bedoeling de jeugd uit alle landen en standen voor zijn centrum te interesseren en ze er naar toe te brengen. Daartoe heeft hij zelf zijn villa met twee neven-gebouwèn als basis van de stichting Igel-haus geschonken en behoudt er met zijn vrouw de leiding, die geheel in christelijke geest gegeven wordt. Hij wil er jeugdorganisa ties uit verschillende landen toe brengen bij te dragen in de stich- tingskosten, waarvoor zij een be paald gedeelte van het jaar kun nen beschikken over een aantal van de drie- en vier-persoons ka mers, waaruit het centrum is op gebouwd. Individueel kan men er ook heengaan, doch slechts als genodigde na de nodige informa ties. De jongens kunnen er zelf veel van de kosten dekken, door dat de dag verdeeld wordt in een helft waarin wordt gewerkt, aard appels geschild en alle mogelijke nuttige bezigheden, een middag, waarop sport, wandeltochten en excursies in de omgeving worden gemaakt, een avond waarop ont spanning wordt gegeven in de vorm van goede muziekuitvoerin gen bij de opening komt Karl Schmidt-Walter zingen maar ook ontwikkeling door lezingen over actuele onderwerpen van professoren der universiteiten van Frankfort en Heidelberg. Een Nederlander en een Parij- zenaar heeft consul Griesbach kunnen terugvinden van de inter nationale ploeg die hij destijds de fundamenten voor dit mooie werk liet leggen; het staat open voor honderden Nederlanders en Fran sen, die bereid zijn een vacantie- week te besteden aan het mooie doel, nader tot elkaar en tot de jeugd van andere landen te ko men en daarvoor via hun organi satie of individueel hun steen aan Igel-haus bij te dragen. VIER KARDINALEN OP RECEPTIE ROME. Het gouden priester feest van mgr. B. Eras, die als procurator van het Nederlands Episcopaat bij het Vaticaan een vruchtbare staat van dienst achter zich heeft, werd Vrijdagmiddag te Rome gevierd door de Neder landse kolonie met een zeer druk bezochte receptie. Niet minder dan vier kardinalen gaven blijk van hun belangstelling, n.l. de kardinalen Tisserant, Pizzardo, Tedeschini en Frings. Tijdens de receptie werden mgr. Eras o.a. telegrammen van felici tatie aangeboden van Z. H. de Paus en de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, mr. D. U. Stikker. IMPORT-EXPORT CUNSTfGER 's-GRAVENHAGE. Volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek samengestelde voor lopige gegevens bedroeg de waar de van de geïmporteerde goederen in April 1951 f 821.millioen (v. m. f 869 millioen), terwijl voor een waarde van f 581 millioen (v. m. f 556 millioen) werd geëxpor teerd. Het dekkingspercentage be droeg 71 procent (v. m. 64 pro cent), een stijging dus van 7 pet. Slechts ingewijden weten, door welk een berg heen gewerkt moet worden alvorens een deel van de katholieke encyclopaedic kant en klaar in handen van de gebruiker kan komen. Vanuit 't stille, statige herenhuis aan de Amsterdamse Keizersgracht waar de Uitgeversmaatschappij Joost van den Vondel is gevestigd, lo pen de honderden en honderden draden over de Nederlanden van Noord en Zuid, maar zij worden krachtig bijeen gehouden door de vaste hand van de redactie-secre taris de Franciscaan Pater Engel- bregt. Het achtste deeti Het is een prachtig, maar uiter mate belangrijk werk dat daar in de verborgenheid van een geleer- den-kamer wordt verricht. Voor de Nederlandse beschaving wordt daar gebouwd aan een cultuur monument dat voor al onze land en stamgenoten van het hoogste belang is en waarop vooral wij katholieken terecht trots mogen gaan. Men weet niet wat 't meest te bewonderen: of de geduldige volhardende werklust van de re dactie, of de eendrachtige samen werking der vele schrijvers die voor dit verzamelwerk hun bij dragen leveren, of de moedige geest en ondernemingszin van de uitgevers die ondanks de vele moeilijkheden van het ogenblik voor de verwezenlijking van dit grootse, maar kostbaar ideaal: de tweede druk van de Katholieke Encyclopaedic, met onverflauwde toewijding blijven zorgen- Met een bewonderenswaardige regelmaat verschijnen telkens om de drie maanden de opeenvolgen de delen. Zij rijen zich thans al aaneen tot een reeks van 8 ban den. waarvan de ruggen 'n steeds meer indrukwekkende gaanderij van Griekse zuilen vormen. Het uiterlijk gewaad van de K-E. is van een klassieke soberheid,, maar het doet het kunstminnend oog van de boekliefhebber en van al wie zijn woning binnen komt, ongetwijfeld aangenaam aan. Doch wie deze boekdelen daar rustig ziet staan, moge zich eens realiseren, welk een tol van arbeid hier betaald moest wor den. Daar is, wanneer wij ons alleen tot de redactionele taak beperken allereerst de opstelling en vast legging van de verschillende tref woorden die opgenomen moeten worden. Al de gebieden immers van het menselijk weten komen in aanmerking en de verschillen de rubrieken stellen alle hun eisen. De toewijding dient even redig te zijn aan het eigen, inner lijk belang van het behandelde onderwerp zelf. Het is een passen en meten om juist de 960 kolom men die elk deel telt, niet meer en niet minder, te vullen. Dan zetten de medewerkers zich aan de arbeid, maar voordat van alle kanten de bijdragen zijn binnen gekomen. gaat er nog heel wat water door de rivier. Doch het grootste leed is geleden, als alle copie is gezet en alle drukproeven zij,n herzien. Er wordt hard ge werkt en de redactie doet haar uiterste best. De talloze inteke naars op de K.E. kunnen ten volle tevreden zijn: zij ontvangen de opeenvolgende delen volgens op zet en plan om de drie maanden. C- en D. Het is telkens een lust, een nieuw deel van de K-E. te zien verschijnen- Men voelt het iedere keer aan als een stuk Katholieke verovering en winst. Vanwege de belangrijkheid van het werk dat hier tot stand komt, mag men zonder overdrijving zeggen dat de verschijning van elk deel een stap vooruit in onze Nederlandse katholieke emancipatie betekent. Hier wordt ons beschavingsleven op grootse wijze gediend. De draagwijdte van het feit dat wij onze eigen Katholieke Encyclo paedic hebben, is moeilijk af te meten, maar de betekenis ervan evenaart het bezit van onze ande re culturele uitingen zoals onder wijs, pers en radio. De katholieke levensbeschou wing is immers zozeer alles-om- vattend dat wij er de grootste waarde aan moeten hechten bij de kennisname en beoordeling van al hetgeen zich aan ons voordoet. De K-E. is het licht dat voor ons uitstraalt op de weg van ons ken nen endenken. Wij gaan door haar veilig en hebben in haar altijd een houvast- Deze principiële een heid van kijk- en waardebepaling is het eerste en grootste voordeel dat de K.E. ons biedt. Maar wij mogen ook met overtuiging be vestigen dat het wetenschappelijk peil en gehalte van de behandel de onderwerpen elke vergelijking en critiek kunnen doorstaan. Er zijn heel wat trefwoorden te vinden in dit achtste deel dat de letters C en D. evenwel slechts ten dele, omvat: van correlatie tot en met dodenoproeping. Uit dit laatste woord blijkt reeds dui delijk van hoeveel belang de ge zichtshoek is van waaruit de voor lichting wordt gegeven en welke waarde wij aan haarzelf moeten toekennen. Doch de gespeciali seerdheid van de medewerkers staat daar volkomen borg voor. De K.E. is in alle opzichten een cultureel werk van eerste rang. Voor wie Haar bezit is ®en kostelijk goed. Het is een gelukkig verschijnsel, te noemen dat de K.E. zoveel in tekenaren in ons land telt en dat hun aantal altijd door blijft toe nemen. Wij hébben haar gezien op plaatsen waar wij dit het minst verwacht zouden hébben. Lopend door een heus niet grootse of def tige straat, zagen wij haar in het bescheiden boekenkastje van een overigens niet overdadig-weelde- rig ingerichte woning. Wij heb ben ons verheugd om degène die daar woont! Want de K.E. is een rijkdom op zich. Wij zouden die geestelijke rijk dom aan zoveel mogelijk mensen, ook uit onze lezerskring, willen gunnen. Een pleidooi voor de K. E. behoeft niet geleverd te wor den. Hoogstens zou men haar goed recht op voorkeur kunnen bepleiten bij twijfelaars. Zij kun nen niet krachtig genoeg aange spoord worden om docr te zetten en zich dit echte standaardwerk aan te schaffen. Het zal voor hen een voortdurend genot zijn, zich door middel daarvan op dé hoogte te stellen van hetgeen zij ook maar verlangen. De K.E. is eep. haast feilloze vraagbaak, zij laat nooit in de steek, zij stelt nooit teleur. Moeilijker is het om degenen te overtuigen die de mening zijn toe gedaan alsof zij andere dan Ka tholieke lectuur zouden behoren te lezen. Zij beseffet echter niet welk een groot goed zij zichzelf onthouden. In onze katholieke cultuur kunnen zij volop, en nog méér, alles vinden wat zij zoeken. Het ligt binnen hun bereik in de K-E-, dat waarlijk onwaardeerba re grootse monument van onze eigen levensstijl. Wie onbevangen van 'oordeel daar tegenover staat zal dit eerlijk erkenen. Onze K-E. behoort thuis overal waar zij er recht op heeft en waar zij zich om geen enkele reden behoeft te laten verdringen of achterstellen. Zij zelf verlangt niet liever dan zoveel mogelijk te helpen bij het streven naar meer en dieper ken nis. Zij is voor ons het eerstaan gewezen en meest geschikte mid del daartoe. H-J. ALKMAAR Ru naar het Alkmaar: de eerste grote r pioenschap 1951 stiging van zeer g sportief en spanne tijd tot tijd niet oi tweede manche ir sterdammer A. Ha te vallen. De eers ger Coumans maal wond naar het zie Het verdere verl overigens zeer attr strijden bracht o.a. kampioen 1950 Co baan en de Limmens Metselaar, die in dez de zegepalm wegdr Mets In de eerste serie op de langebaan m- man uit Voorburg motor de snelste ti sec. op korte afst door A. Hartman i A. Kroeze. De tweede serie Metselaar aan de eerste aan de finish, de Venlonaar Biss Dammers uit Den 1 Metselaar reed snel dan Steman, bochten-werk, waar schoen vrijwel niet had. was perfect. Bij de junioren weer favoriet, zij I een wedstrijd die 1 min. 49.9 sec. van W. v. Hemelrijk, spannende race. Bo zijn val in Eindhc weken geleden ger aardig hersteld te In een herkansin publiek met spanni P. Jonker en Al door de bochten f won dezer ren mei voorsprong op de Engelsman" en reet den in 1 min. 50.3 De finale, verred manches, gaf een j te zien. Steeds name ners Metselaar, H. en A. Bisschops re vier plaatsen in, te zelfde volgorde! Metselaar werd wel onbedreigd en hoogste aantal punt wacht waarmede hi. mooie kans maakt l strijd om het landsk Zijn. tijden waren in chès 1.45.7, 1.48.8 er Felle strijd was e junioren-kamp. Deze in een wedstrijd var herkansings-rit en Hier gaven C. Bijn num, de Hagenaar Hulst uit Oostzaan toe. Bijman won n strijd in de laatste r ste serie in 1.51 r door J. Nolten 1.52. werd N. Romijn. 1 serie lag Klaas Hul: werd aangereden, a: hij won in 1.55.9 r werd B. Kroon. In kamp maakte J. v: Limmen, een pupil zijn zeker niet ongu De herkansing bracl gijn uit Rotterdam als eerste aan de f door P. Kaay 2.02.0 (Van onze Br correspond BRUSSEL Pr Himbeeck van d Universiteit is dezi een plan voor de di dat beoogt de I Dixmulden geheel wen en er meteen bouwwerk van Eu ma'-en. In theorie dat de proiessor in tenblad uitvoerig nogal i.idrukwekke wij vrezen, dat he mingen, die de IJ: nog altijd beschou huldeblijk aan" de eerste wereldoorlc zonen, toch wel zing zal wekken. Van het idee doi blijkt professor v geheel te zijn afgest zag hij in de toren dat te allen koste u te worden en het pl ook nogal Ameril uit. De professor ruim driehonderd maken, wat nog iets de Eiffeltoren te P vaarte zou moeten s betonnen pilaren e denkt de geleerde keersweg, kronkele hoogte van 200 mete zou een lift de bezo top voeren, die gevo den door het beker de letters: A.V.V.— Voor Vlaanderen Voor Kristus). In dit kruis wil

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1951 | | pagina 6