STOCKHOLM: stad van licht en water
van trotse gebouwen en plechiige mensen
Naam „Flevostad" niet
langer gehandhaafd
Excessen in de kerkelijke kunst
niet bevorderlijk voor devotie
De volheid van het snelstromend Malar meer lijkt te fluisteren in de bronzen muziek
van de standbeeldendie samen met de slanke torensde kunst en cultuur van
het blonde Zweden uitdragen over die stad
Begroting Zuiderzeefonds
e wolken komen en gaan langs het vliegtuigraampje. 'Blau-
wendbleke wattenflarden, drijvend op de nacht en op de wind
en op de vaart en de kracht van de dreunende motoren. Som
mige wolken zijn groot en grillig en wit als sneeuw; zij varen
langs de hemel als een ongebroken rij van statige stoom
schepen. Andere wolken zijn klein en doorzichtig; zwevende propjes
tule, soms zo grijs en grauw als een triestig liedje.
Zo komen en gaan de wolken langs het vliegtuigraampje. Ze scheuren,
wervelen zich open in het woest roteren van de suizende propellers
en ze dansen en tuimelen en breken uiteen in de druk van de vlij
mende vleugels.
Een steward met een glas koffie rukt rne een ogenblik los uit mijn
halfslaperig peinzen, een kleine, gelukkige mens te ziin, voortge
dragen door die eindeloos verrukke lijke wondere wereld. Dan zoek ik
de hemel weer af. Boven de pikzwartheid van de verte, de donkere
kust waarlangs de wolken jagen, bleekt als een gebogen herfstblad
de tere cirkellijn der maan in het geboren worden van de nieuwe dag.
De Convair raast gulzig het prille gloren tegemoet. De vleugels zil
veren op in het lichten van de ochtend en tintelen in duizend
kleuren, wanneer de zon in vlammend goud
omhoogspringt uit een bed van wolkenpluimen
in groen en paars, oranje en geel. Een onverge
telijk schouwspel, waarin God zo heel dicht bij
de wereld is. De wereld, die in de diepte bene
den in schemerige, vierkante en rechthoekige
vlakken wegebt van het land van Groningen,
over een brokje Duitsland naar het slapend
Denemarken. Totdat zij vorm en kleuren krijgt
in de bossen en meren en in de slingerende
wegen, waarlangs roodgedakte boerderijen en
witbeschenen landhuisjes liggen rondgestrooid
in de majesteitelijke schoonheid van Zweden-
uit-de-lucht. Om 6 uur, drie uur nadat het
Sabena-toestel zich van Schiphol's startbanen
losmaakte, ontvouwt zich in heerlijk spel van
lijnen van bruggen en torens en
glazende glorie van ontwakend
vloeiende
water, de
Stockholm
PAGfNA 6
ZATERDAG 16 jUNI 1951
RAADHUIS VAN STOCKHOLM
Als de nacht valt over Amsterdam en het mozaiek van
straat- en huizenlichtjes wegpinkt in het knipperend rood
en groen van de lampen van Schiphol's startbanen, wordt
de starre stilte over het polderland rondom misschien nog
één- of tweemaal verstoord door het monotoon gezoem van
een enkel postvliegtuig.
Zo was het nog tot voor kort
Nu dreunen in het klare duister van de slapende dag
de machtige motoren van Convairs en Dakota's; zij grijpen
zich vast in de nacht en jagen dan voort in het schijnsel
van de maan.
Zij heten de „moonliners" en zijn de vliegtuigen van hét
goedkopere nachtverkeer van Amsterdam naar Londen,
Parijs, Brussel, Kopenhagen en Stockholm v.v., dat door
samenwerkende luchtvaartmaatschappijen, waartoe ook de
K.L.M. behoort, kortelings werd ingesteld.
Hiernaast geeft een onzer redacteuren zijn indrukken weer,
waarbij hij zich hoofdzakelijk heeft bepaald tot wat vluchtige
bespiegelingen over de stad-op-de-eilanden, Stockholm.
derdrukt wordt door een pseudo-
aesthetische manie, die een bele
diging is voor het verlangen naar
zuivering, dat de beschouwende
ziel tot het rijk van het onge
schonden en gezonde ideaal voert.
Ik verklaar openlijk, dat ik niet
bij het verleden zweer. Ook ik
ben gevoelig, voor het verlangen
der kunstenaars, die trachten de
gewijde kunst te vernieuwen. Ik
waardeer bepaalde pogingen,
wanneer deze het gewijde karak
ter en de goede regelen van de
spraakkunst en de syntaxis van
de kunsttaal eerbiedigen. Altijd
heeft de Kerk in Haar tempels
iedere goede vernieuwing in de
gewijde kunst aanvaard, mits deze
vernieuwing de eredienst niet
kwetst. De uitspraken van het
tweede Concilie van Nicea en die
van Trente zijn op dit punt dui
delijk en gebiedend".
„Maar de stelling is onaan
vaardbaar", aldus Mgr. Costan-
tini, „dat teruggrijpen op voor
historische afbeeldingen uit het
holen tijdperk een voorwaarde
voor de vooruitgang betekent. Be
paalde barbaarse nieuwigheden,
die fatsoen noch vorm eerbiedigen
en in de gelovigen een gevoel van
afschuw opwekken, hebben zowel
voor de kunst als voor het geloof
schadelijke gevolgen".
VATICAANSTAD (K.N.P.).
In een hoogst belangwekkend
artikel in de Osservatore Romano
heeft Mgr. Celso Costanini,
secretaris van de H. Congregatie
de Propaganda Fide, zich gekeerd
tegen bepaalde verschijnselen in
de moderne gewijde kunst. Ook
in ons land hebben vele uitingen
der jonge religieuze kunst vele
malen en zelfs nog kort geleden
de pennen in beweging gebracht.
In bedoeld artikel wijst Mgr.
Celso Costantini erop, dat de ge
wijde kunst dient te streven naar
de schepping van vormen, die de
eredienst waardig zijn. Deze toch
is beurtelings verklarend, cate
chetisch, feestelijk en decoratief.
Een andere reden van bestaan
kan men voor haar niet vinden.
Zij kan derhalve niet zonder meer
aan de willekeur der kunstenaars
worden overgelaten.
„Ook ik ben het beginsel toe
gedaan", aldus Mgr. Costantini,
„dat ieder tijdvak zijn bijzondere
aestthetische smaak moet tonen,
maar ik kan het er niet mee eens
zijn, dat de aesthetische zin van
het schone en het sublieme on-
In ziin Memorie van Antwoord
on het ranDort der Eerste Kamer
over de bezrotinc van het Zui
derzeefonds. zeet minister Wem-
mers o.m.. dat. hoewel de naam
Lely reeds werd verbonden aan
een van de gemalen in de Wie-
rineermeer. hii van oordeel is.
dat er alle aanleiding is op nog
andere wijze zijn naam te ver
binden aan de Zuiderzeewerken.
Of het belangrijkste bevolkings
centrum in de -Zuidelijke polder
hiervoor het aangewezen object
is, dan wel of daarvoor een ander
deel van de inpolderingen in aan
merking komt, valt nog nader
te bezien. Te zijner tjjd zal ook
hierover het oordeel van de Zui
derzeeraad worden gevraagd. De
ambtsvoorganger van de minister
heeft aan de betrokken diensten
reeds opdracht gegeven de naam
Flevostad niet meer te gebruiken,
totdat de officiële naam van bo
venbedoeld bevolkingscentrum
zal zijn vastgesteld, ten einde te
voorkomen, dat deze naam, die
wellicht niet gehandhaafd zal
worden, ontijdig zou inburgeren.
Bosbenlantine.
Ter beantwoording van de
vraag in zake de in de Noordoost-
polder aan te leggen oppervlak
ten bos mag worden opgemerkt,
dat thans in die polder reeds een
oppervlakte van 750 HA aanwe
zig is, welke nog met 1250 HA
zal worden uitgebreid, zodat de
°PPervlakte uiteindelijk
2000 HA zal bedragen.
De sluizen, welke toegang ge
ven tot de Noordoostpolder, heb
ben niet zodanige afmetingen,
dat het verantwoord zou zijn,
zulks met het oog op de veilig
heid van de waterkering, in deze
sluizen Kempenaars in geregeld
verkeer toe te laten. De lengte
van de schutkolk is daarvoor te
gering, al laat deze ook toe, dat
een enkele maal met het oog op
bijzondere omstandigheden bij
wijze van uitzondering een schip
van bedoelde afmetingen door de
sluizen wordt geschut.
D
GEWELDIGE KUBUSSEN
IN RECHTE RIJEN
„Gamla sta'n", de oude stad als
een klein brokje romantiek te
midden van de zakelijkheid van
de moderne stadsgedeelten. Daar
nieuwe reusachtige gebouwen in
grijs en wit en crème, fabrieken
en kantoren, een hypermodern
ziekenhuis tegen de rotsen ge
bouwd en omgroend door wiegen
de sparren en met daarachter en
ginds en nog verder weg weer de
grijze grimmigheid van huurka
zernes en de pastelkleuren van
de arbeiderswoningen en met
hoog daarboven uit de vierkante
koppen van de flats, hoog en licht
en zonnig; geweldige kubussen
in rechte rijen aan rechte straten
opgetrokken. Met daarbinnen zoe
vende liften, alle huiselijke com
fort, kleine kamers en kleine
meubels, maar bijna geen kleine
mensen.
Een dertig meter hoge lift rijst
op de rand van de oude stad en
het hoger gelegen „Söder" als een
zwartgrijze koker omhoog boven
„Slussen". Het technisch volmaak-
Bruggen en eilanden, dat is het stramien van Stockholms
plattegrond.
Eerst is er het vliegveld Brom-
ma. Glad en wit en met een
streep van gras tegen de rotsige
zoom. Twee hazen huppen weg
wanneer een vliegtuig_ opstijgt
elkander koerend kopjes geven op
de bronzen schouder van Gustaf
Adolf, die aan de rand van de
oude stad stil te staren staat naar
de verse dag, in twinkelend licht
naar de opalen hemel. Een blond oprijzend uit het water, dat kol-
meisje dribbelt met een blad vol
glazen melk door het kleine res
taurant. Blonde meisjes, glazen
melk, lucifers, prima treinen,
socialisme, ansjovis, democratie,
industrie, coöperatie, kinderbij
slag, sportleven
Het staat onder „Zweden" kris
kras door elkaar m m'n agenda.
Een lijstje van journalistiek-toe-
kend klatert onder de brugge
bogen.
Bonte meeuwen zwenken krij
send over de kratten en kisten op
de kademuren en over de ronde
netten, die, naast de groene vis
sersbootjes, dauwend dansen op
de golven van het Malarmeer.
De autobus, die me naar dit
centrum bracht, kruipt achter een
ineens de prille zon te proeven
in de Metropole van Zweden.
Stockholm; de stad-op-de-eilan-
den, de koningin van het Malar
meer.
SIERLIJKE LIJNEN EN
VLOEIENDE BOGEN
snelstromend water het zoete
van het meer en het zoute van de
zee zoals het daar zijn weg
zoekt langs de kademuren en
langs de steigers rond de oude
stad en onder de forse bruggen
door, die de oude stad met de
nieuwe verbinden en de eilanden
ristisch-journalistieke bijzonder- straat op; een stille lege straat aan elkander rijgen. Zoals het
Vier dagen zijn te kort om te getoeterd noch gebeld over de
luisteren naar de volheid van het asfalten plateau omhoog en om-
te knooppunt van het grootsteedse
en linkshoudende verkeer, van
trams, benzine- en trolleybussen,
van bovengrondse en ondergrond
se treinen, van stromen van meest
kleine auto's en van fietsen in
alle kleuren van de regenboog.
Oranje, paars, geel en groen en
blauw. Zo rolt dat verkeer, bijna
geluidloos in Zweden wordt woelig verkeer van bussen en
heeft een loon, dat rond de f 100,-
per week ligt. Een vijfde daarvan
gaat naar de schatkist van het
kille socialisme, dat het volk in
de watten van allerhande verze
keringen en voorzieningen heeft
gelegd. De huizenhuur kost de
Zweden een derde van hun inko
men. Nochtans blijft van de ho
gere salarissen, mèt die van de
vrouwen, die practisch allemaal
buitenshuis werken, voldoende
over voor comfort, het gemak van
een telefoon, als het kan een
eigen autootje, en voor het uit
gaansleven, dat de Zweden over
het algemeen niet te missen we
ten. Het is nog niet lang zo, dat
gezinsleven en huiselijkheid geen
vreemde begrippen voor de
Zweed meer zijn en er.... flink
wat kinderen geboren worden,
al zijn deze nog gemakkelijk te
tellen.
Het merendeel van de mensen
leeft en werkt en eet evenwel
nog buitenshuis. Altijd zijn de
restaurants en eethuizen bezet en
onverstoord draait de Zweedse
keuken zijn liflafjes-menu's.
Brood en koek en gebak, vlees en
vis en eischoteltjes, gladde aard
appels en een vleugje groenten,
melk, bier of limonade. En alleen
dan een klein maar duur borrel
tje, een glaasje aquaviet, wanneer
je er per se iets bij eet. De alco
hol-houdende dranken zijn gedis
tribueerd. Een onderdeeltje van
het Zweedse matigheids-systeem.
De man moet zich tevreden stel
len met 15 kubieke centimeters,
de vrouw met de helft.
GOKAUTOMATEN EN
BOXING LADIES
Ze maken zich nu geen zorgen
over dat „natje", want na acht
donkere wintermaanden is er
eindelijk weer de zon en de
warmte en de zalige koelte van
het water. Overal zitten de men
sen buiten. Midden in de stad
tussen ijs- en snoep- en kranten
kraampjes. Op de stoepen van
het concertgebouw of van het
dramatisch theater. Op de ban
ken en in de straten en op de
pleinen, in het gras van de kleine
plantsoenen tussen de huizen
blokken of op de muren van de
kade langs het water. Ze lezen of
schrijven, studeren of breien of
ze kijken stil voor zich uit naar
het zinderende panorama van
licht en van schaduw, naar het-
ristische bijzonderheden. Van toe- sproeiende fontein een stille lege
heden, zo ge wilt. Gepuurd uit
wat literatuur over Zweden's his-
tussen geweldige gebouwen, die voortklotst tegen de rotsen in de
aanleunen tegen nieuwe geweldi- yelT?> waarop het wit van zomer-
torie en ontwikkeling. Een lange, ge gebouwen, waartussen andere huisjes opkleurt in het donker-
harde en bloederige geschiedenis.
IJstijd, holbewoners, barbaren-
hordes, plunderaars en knuppe
laars. En dan de vroege en late
middeleeuwen. Pracht en praal
en romantiek, maar méér krijgs
rumoer. De ene veldslag na de
andere; de ene vechtkoning na
de andere; de een met een hart
stille straten stijgen en dalen. Een groen van dennen en sparren en
lichtblauwe tram piept over een waarachter in rose en geel en
plein; het eerste maatschappelijk frambozenrood de acht en meer
levensteken op een Stockholmse verdiepingen hoge flats van
Zondagmorgen. Stockholms buitenwijken als
Ik wil even gaan zitten. Op zo'n blokkendozen tegen de hemel
withouten bank aan de voet van leunen. Zoals dat water weer
de bronzen Gustaf. Tussen wat spiegelt in de kleine ramen en
witbetonnen potten met ontlui- vensters van de formidabele
laag naar de levendige centra
van de moderne stadswijken.
Boordevolle trams zeuren daar
over pleinen en bruggen, langs
parken en plantsoenen eri klim
men en dalen door de brede en
smalle straten met kantoren en
banken, instituten en ateliers,
hotels en restaurant of alleen
maar met winkels. Honderden
winkels, van kleine zaakjes tot
bakbeesten van warenhuizen,
waarbinnen je verdrinkt in de
veelheid van artikelen.
fietsen of naar de witte schepen,
die wegstomen over het meer.
Naar de strakke huizenlijnen on
der de puntige torenpieken of
naar de theatraal geheven arm
van Gustaf de Derde, wijzend
naar het Koninklijk Slot. Of ze
hebben hun ogen dicht om alleen
maar met volle teugen de zon et
drinken. Totdat zij wegzinkt ach
ter de groene stopverf van de
rotsige verten en 't avondleven
van Stockholm openkleurt in de
prachtige stadsverlichting en in
de felgetinte reclames, die aan
Londen en Parijs doen denken.
van goud, de ander zonder hart kende tulpen en goudsbloemen. Ik bouwwerken van deze wereld-
moet de realiteit indrinken van stad en zoals het zijn frisse adem
in drie uur 1170 km te hebben blaast door de straten en straatjes
gevlogen met een vaart van bijna en steegjes, over de pleinen en
400 km per uur, en met alleen door de parken; zoals het lijkt te
maar de vloer van het vliegtuig fluisteren in de bronzen muziek
tussen mij en de aarde, driedui- van de standbeelden, die samen
zend meter in de diepte wegglij- met de slanke torens van de
dend van de ene betovering in prachtige kerken de kunst en de
en zender goud. Zo rolden de
eeuwen over Zweden. Nieuwe
grote mannen stonden op en
bouwden aan het land en aan
het volk. Nu keren de Zweden de
politiek het liefst de rug toe en
vloeit hun leven tussen het water
en tussen de rotsen en zachtjes
geleid door de staat van de ene
dag in de volgende. Een modern,
comfortabel, .een zorgeloos schij
nend leven.
Even zorgeloos als twee duifjes
de andere. En dan nu op een wit
houten bank en tussen witbeton
nen bloempotten en met boven
me de stoere kop van Gustaf en
de stoeiende meeuwen, zo maar
cultuur van het klassieke en mo
derne Zweden uitdragen over de
stad. Uitschitteren over de stad.
Zoals dit de drie gouden kronen
doen op het vergulde torenkoe
peltje van het stadhuis, dat in
zijn sierlijke lijnen en vloeiende
bogen en met de stilstenen beel
den in het parkplateau rondom,
zich koestert aan de schoonheid
van zijn eigen weerkaatsing in de
ziedende stroom van het wit
schuimend meer. Met tegenover
zich, aan de andere zijde van het
water, de barokke rechtheid van
het 18e-eeuwse Koninklijke Slot.
Van de top van de Katharinalift heeft men een overzicht over
Stockholms daken.
Er is van alles te koop in Stock-
Een vorstelijk bouwwerk van holm. Er zijn opmerkelijk veel
een sluimerende pracht in de sta
tige grijze gevellijnen, gebroken
door de bogen van de poortige
ramen. Een bolwerk van steen
en stoerheid, een binnenplaats
lingerie- en textielzaken, opmer
kelijk weinig bloemenwinkels. De
natuur in Zweden is pas aan het
ontluiken, de eerste knoppen ko
men uit. De bloemen, die er zijn,
ommurend en dof getrommel en komen uit ons land of van elders
schetterende trompetten weer
kaatsend wanneer in de schaduw
van de schilderachtige buiten-
galereien de paleiswachten van
Zwedens militaire corpsen met
een even uitgebreid als beheerst
ceremonieel elkander komen af
lossen. Zo vormt het Koninklijk
Slot, de strakke bruggen als naar
zich toetrekkend en met links
daarvoor 't even kolossale parle-
Tulpen kosten f 1.per
rozen zijn nog duurder.
stuk,
GLADDE AARDAPPELEN
EN EEN VLEUGJE
GROENTEN
De mensen zien er gezond uit.
De mannen zijn hoffelijk en dra
gen grijze, slappe hoeden. De
mentsgebouw, zich verheffend uit vrouwen zijn groot en slank en
het water, het majestueuze entree
tot de oude stad. De brede palei
selij ke opritten achter het slot
vernauwen zich in smalle tegel
blond. Soms hoogblond. Ze zien
er in haar elegante mantelpakjes
even goed gekleed als de man
nen stuk voor stuk welgesteld
straatjes, die wegslierten tussen uit. Ik heb geen verschil kunnen
de kleine winkeltjes van de hoge ontdekken tussen een arbeiders
huizenblokken en zich steeds en dochter, het meisje van kantoor of
weer opnieuw vertakken in nog de vrouw van een directeur. Ik
nauwere hobbelkeiige straatjes en heb niemand gezien, die iets weg
steegjes. Die klauteren langs de had van tante Bet of ome Nol
grauwheid van pakhuisjes en ver- van twee-hoog-achter. De enige
veloze krotwoningen omhoog naar
de smeedijzeren toegangshekken
of de uitgesleten stoepentreden
van een eeuwenoude kerk,
vergrijsd koopmanshuis of
een donker hotel. Daar markeren
de eikenhouten klopdeuren van
melkbars onder brokkelige gewel
ven, de stoffige snoep- en kno-
oen-en-garen winkeltjes en de
volgepropte etalages van tien
tallen zaakjes in tweedehands
pullen, weer nieuwe kronkel-
bedelaar, die ik zag, leek me voor
zijn plezier op een viool te strij
ken. Of hij was misschien te
een verlegen om een öre aan te ne-
van men. Verlegen zoals de Zweden
zijn. Omdat ze hun eigen leven
leven, omdat ze zo weinig con
tact met elkander hebben. Een
verlegenheid, die schuil gaat ach
ter een overdreven vormelijkheid.
Het „tack-tack-tack", een-dank-
je-wel-tot-de-tweede of tot-de-
derde ligt de Zweden op de lip-
Kungsgatan de Koningsstraat
traatjes, die voorbij een pleintje pen bestorven,
met een standbeeld of een De levensstandaard in dit Scan
plaatsje met een pomp afglijden dinavisch land ligt naar Neder-
naar de kadeweg rond de oude landse begrippen tamelijk hoog,
stad en naar het licht en de klaar- maar er wordt goed geld ver
heid van het water. diend. De gemiddelde arbeider
Dan vullen zich de opera en de
theaters en de dozijnen bioscoop
paleizen en brengen volgeladen
veerboten duizenden mensen naar
de stilte van de eilanden of naar
het rumoer van Tivoli, het per
manente amusementspark; één
enorme kermis, een stad van kra
men en tenten met honderden
gokautomaten .en geweldige dans-
plateaux, met musicerende mili
taire kapels en met „boxing
ladies"
Maar om 12 uur is het avond
leven voorbij, gaan de restaurants
en bioscopen dicht en stappen
ten slotte alleen nog maar de
politie-agenten jong en plechtig
door de nacht.
Zoals het vliegtuig jong en
plechtig door de nacht terug gaat
naar de landingslichten van
Schiphol. Dan neem ik me voor
om vooral niet te vergeten te
schrijven over de luisterrijke ker
ken, waarin het overgrote Luther
se gedeelte van de 600.000 inwo
ners van Stockholm zijn geloof
belijdt in een liturgie, welker her
komst onmiskenbaar de katho
lieke is. Over de maar drie ka
tholieke kerkjes, waarnaar de
Moederkerk Haar weinige gelovi
gen met stil verlangen steeds
weer roept. Over de Amsterdamse
pastoor daarginds, die grijze ha
ren heeft gekregen van het moei
zame missiewerk. En over allerlei
simpele eigenaardigheidjes ten
slotte, die mede een stad en een
land en een volk juist die stad
en dat land en dat volk doet
zijn