Hoe de Spaanse schone gekleed ging ad 10-prog ra m ma Wat voor Bi <\v de bloeiperiode van haar land Vlucht in de nacht r TOEN ze 's middags aan tafel zaten, begon K< l\° 4? ,,'n Spaanse koningin heeft geen voeten Wie zich een Spaanse schone aan hei hof om streeks 1600- wil voorstellen, kan daarbij het uiterst nauwsluitende keurslijfje en de hoepel rok van stijve stof niet missen. Deze kleding stukken pasten precies bij de wat strenge, ge reserveerde levenshouding uit Spanje's bloei periode. Het silhouet van de vrouw was toen jarenlang strak en hoekig. Vandaar ook de kegelvormige hoepelrokken, verdugado's ge naamd, in plaats van de ronde rokken, die de Fransen in de mode brachten. Deze waren veel zwieriger en reikten dikwijls tot de enkels. De Spaanse hoepelrokken lieten de voet nau welijks zien. Het zou niet overeenkomen met de hofetiquette als ze het wel gedaan hadden De geschiedenis vertelt, dat Elizabeth van Valois, de derde vrouw van Philips II, op zekere dag in haar onbekendheid met de Spaanse opvattin gen argeloos over haar voeten begon ie spreken Het ant woord, dat de Spaanse grootmeesteres haar hierop toevoeg de, luidde toen: „Een Spaanse koningin heeft geen voeten!" Rn HOE GOUDSNAVELTJE ZWEMMEN LEERDE RECEPTEN POST uit de brievenbus u door E. J. Rath Ook ónn DE BEU PAGINA 4 ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1951 ClTELLA SFAGNVÖLA Een Spaans meisje, dat uitgaat. Haar mantel is zo ver over het hoofd getrok ken, dat er maar een klein kijkgaatje overblijft. Let op de chopines, die het meisje aan de voeten draagt Men leest deze veelzeggende woorden in de nieuwste bijdrage tot „Het Costuum, een Geschiedenis van de Mode", die aan het Spaanse costuum van 1550 tot 1660 is gewijd en verzorgd werd door Brian Reade. Alleen als de dames op straat verschenen, kon men haar voe ten zien. Ze liepen dan op hoge, van kurkzolen voorziene schoen tjes chopines genaamd. Dit schoei sel, dat. de vrouwen meteen wat groter deed lijken, was met leer bekleed. Een ander opvallend kleding stuk van de Spaanse vrouwen was de manto of mantel, die zo wel binnenshuis als op straat ge dragen werd. Deze mantel werd nu eens in alle standen gedragen Dit was met de hoepelrok 'n heel ongemakkelijk kledingstuk als het op lichamelijke inspan ning aankwam wat anders. Dames aan het hof konden er zich mee sieren, maar vrouwen van boeren en handwerkslieden konden hem in haar werk moei lijk aan. Die gebruikten rokken, die in ruime plooien over heup kussens afhingen, zodat de rok wel heel duidelijk het stands verschil tussen de Spaanse vrou wen uit liet komen. Om nu nog even tot de manto terug te keren ook deze gaf ver schillen aan, niet in rang, maar in de huwelijkse staat. De man tel varieerde namelijk in lengte naar gelang een vrouw getrouwd ongetrouwd of weduwe was. De weduwe-nnanito bijv. reikte tot de grond en kon de draagster van top tot teen omhullen. Het leven van de Spaanse vrou wen uit de burgerklasse was erg afgezonderd op „bijna Ooster se wijze," zegt Brian Reade - en ook in dit opzicht speelde de manto een rol. Als een meisje haar huis ver liet, moest ze minstens vergezeld zijn door 'n vriendin; haar man tel moest ze dan aan de binnen zijde zó vasthouden, dat er met meer dan een kijkgaatje over bleef om de wereld in te kij kent Een van onze platen toont zo n meisje in haar manto of liever gezegd de mantel alleen! Deze bekrompen mentaliteit heerste 't meest in het Zuid-Oosten van Spanje. Te Bilbao in Noord- Spanje, waar de Baskische tra dities mannen en vrouwen de zelfde rechten toestonden, was een manto niet eens 'n noodza kelijk onderdeel van de vrou wenkleding. Burgervrouw had geen hoed Er zijn nog mooie oude gravu res, die laten zien welke hoeden er bij de mantels gedragen wer den. De nieuwe aflevering „Het Spaanse Costuum" heeft er een keur van gepubliceerd. Zo zien we op de forse blad zijden de breedgerande hoed met ZONDAG 12 AUGUSTUS HILVERSUM I (402 M.): 8.00 .VARA: 10.00 VPRO; 10.30 IKOR 12.00 AVRO; 17.00 VPRO: 17.30 VARA: 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nieuws, weerberich ten en postduivenberichten; 8.15 Koorzang; 8.30 „Aangepaste hen gelsport", causerie; 8.40 Gram.; 9.12 Postduivenberichten; 9.15 Verzoekprogramma; 9.45 „Geeste lijk leven", causerie; VPRO: 10.00 Voordracht; IKOR: 10.30 Ned. Herv. kerkdienst; AVRO: 12.00 Politiekapel; 12.30 „De kinder verblijfplaats „De Lichthoeve" in Garderen", causerie; 12.40 Piano spel; 13.00 Nieuws en weerbe richten; 13.15 Mededelingen of gram.muziek; 13.20 Lichte mu ziek; 13.50 „Even afrekenen, he ren!" 14.00 Gram.: 14.05 Boekbe spreking; 14.30 Concertgebouw orkest (15.1515.30 filmpraatje; 16.05 Dansmuziek: 16.30 Sport- revue; VPRO: 17.00 „Gesprekken met luisteraars": 17.20 „Een kerkïied"; VARA: 17.30 „Het avontuur van de drie studenten" hoorspel; 17.50 Pianospel; 18.00 Sportcommentaar; 18.15 Nieuws en sportuitslagen; 18.30 Gram.; 19.00 „Ook ik ben Amerika", klankbeeld; 19.30 Amusements muziek; AVRO: 20.00 Nieuws; 20.05 Actualiteiten; 20.15 „II Bar- biere di Siviglia", opera (le acte) 21.30 „Capriccio", hoorspel; 21.55 Chansons: 22.30 Strijkorkest en solist; 23.00 Nieuws; 23.1524.00 Gram.muziek. HILVERSUM II (298 M.): 8.00 NCRV; 8.30 IKOR; 9.30 KRO; 17.00 NCRV; 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nieuws en weerbe richten; 8.15 Gram.; IKOR: 8.30 Ned. Herv. kerkdienst; KRO: 9.30 Nieuws en waterstanden; 9.45 Gram.; 9.55 Pontificale Hoogmis; 11.330 Gram.; 11.40 Kamerorkest en solist: 12.15 Apologie; 12.35 Gram.; 12.40 Lunchconcert; 13.00 Nieuws, weerberichten en Kath. nieuws; 13.20 Amusementsmuz.; 13,45 „Uit het Boek der Boeken"; 14.00 „Othello", opera (circa 14.45 pianorecital): 16.10 „Kath. Thuis front overal"; 16.15 Sport; 16.30 Mannenkoor; NCRV: 17.00 Geref. kerkdienst; 18.30 Utrechts Sted. Orkest, koor en solisten; 18.50 Gram.; 19.00 Kamerkoor; 19.15 ,.In de discipelkring van de Here Jezus Christus", causerie; 19.30 Nieuws, sportuitslagen en weer berichten; KRO: 19.45 Actuali teiten; 19.52 Boekbespreking; 20.05 Gevarieerd programma; 22.45 Avondgebed en Liturg, ka lender; 23.00 Nieuws; 23.1524.00 Gram.muziek. MAANDAG 13 AUGUSTUS HILVERSUM I (402 M.): 7.00— 24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws; 7.15 Gram.; 8.00 Nieuws; 8.15 Gram.muziek; .9.00 Morgenwijding; 9.15 Gram.; 9.30 Waterstanden; 9.35 Gram.; 11.00 „Op de uitkijk", causerie; 11.15 Kamerorkest en solist; 12.00 Accordeon en orgel; 12.30 Land en tuinbouwmededelingen; 12.33 „In 't spionnetje"; 12.38 „Van varen en vissen"; 13.00 Nieuws; 13.15 Mededelingen of gramof.; 13.20 Orkestconcert; 13.50 Gram.; 14.00 Idem; 14.30 Voordracht; 14.45 Pianorecital; 15.15 „De Ailtomaat-Schaakspeler", cause rie; 15.30 Gram.; 16.15 Fluit, alt viool en harp; 16.45 Musicalender 17.30 Voor de padvinders; 17.45 Internationaal muziekconcours te Kerkra'de; 18.00 Nieuws; 18.15 Militair commentaar; 18.30 Zigeu- nermuziek; 19.00 „Discogram"; 19.30 Orgelspel; 19.45 Gram.; 20,00 Nieuws; 20.05 Actualiteiten: 20.15 „II Barbiere di Siviglia",. opera (2e acte); 20,50 Wereldjamboree in Oostenrijk; 21.05 Amusements muziek; 22.05 „De kogel door de kerk", hoorspel; 22.25 Pianoreci tal; 23.00 Nieuws; 23,15 Dans muziek; 23.45—24.00 Gram.muz. HILVERSUM II (298 M.): 7.00 —24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws; 7.15 Och tendgymnastiek; 7.30 Gram.; 7.45 Een woord voor de dag; 8.00 Nieuws en weerberichten; 8.18 Gewijde muziek; 8.45 Gram.muz.; 9.15 Voor de zieken; 9.30 Salon orkest; 10.05 Gram.; 10.30 Mor gendienst; 11.00 Viool en piano; 11.25 Gram.: 11.45 Amusements muziek: 12.30 Land- en tuinbouw mededelingen; 12.33 Orgelconcert; 13.00 Nieuws; 13.15 Mandoline- muziek; 13.45 Gram.; 14.00 „Een bezoekje aan Zweden", causerie; 14.35 Gram.; 14.45 Voor de vrouw 15.15 Gram.; 15.25 Strijkkwartet; 16.00 Bijbellezing; 16.45 Gram.; 17.00 Voor do kleuters; 17.15 Or gelspol; 17.45 Regeringsuitzen ding: H. A. Corsten: „Zeevaarten zeeverbindingen in Indonesië"; 18.00 Gram.; 18.25 Surinaamse volksmuziek; 18.45 Boekbespre king; 19.00 Nieuws en weerber.; 19.15 „Volk en Staat", causerie; 19.30 Gram.; 19.40 Radiokrant; 20.00 Nieuws; 20.05 Lichte mu ziek; 20.35 Gram.; 20.45 „Hilde- brand Miniaturen: Mr. Hendrik Johannes Bruis, oftewel „Buik je"," hoorspel; 21.30 Kamerorkest en solist; 22.20 Carillon en orgel; 22.45 Avondoverdenking; 23.00 Nieuws; 23.1524.00 Gram.muz. lage bol, die soms schuin naar voren werd gezet om het gezicht enigszins tc verbergen en tegen de zon te beschermen. Dit type hoed werd nog tot ver in de zeventiende eeuw gedragen door de Spaanse grandes vrouwen van hoge adel en praalzieke vrouwen. Ook de stijve, manachtige to- pues en slappe hoeden met ve ren vieler» bij deze dames in de smaak. Er waren verder streek - modes, zóals de vilten hoed uit Toledo, die er heel Egyptisch uitzag en de potvormige hoed met een halsstrik, gedragen door sommige vrouwen uit Biscaye. Deze hoedem werden in bepaal de gebieden van Spanje gedra gen en wel daar, waar men het zonder manto's stelde. De vrouw uit de burgerij ging alleen uit als het niet anders kon en had dan aan haar mantel vol - doende hoofdbedekking. Gekleurde kragen 't Kapsel van de Spaanse vrou wen verschilde in zoverre van de gangbare Europese modes dat het eerder eenvoudig was dan buitensporig. Tegen 't einde van de zestiende eeuw, dus omstreeks zestienhonderd, werd het over 'n. rol op het voorhoofd gelegd en op de kruin hoog opgemaakt, soms in een punt. Een mooie kleurenreproductie in „Het Spaanse Costuum" toont de hertogin van Neuburg in Spaans costuum; het haar van deze Duitse edelvrouw is heel hoog opgekruld en steekt als een roodbruin torentje tussen de ro se lichtblauw getinte kantkraag uit. Tussen twee haakjes, 't was alleen aan vrouwen van vorste lijke huize toegestaan gekleurde plooikragen te dragen. De plooikraag heeft ook grote betekenis gehad in de kledü tij dens Spanje's bloeiperiode, die omstreeks 1558 begon en in het tijdperk van Philips de Tweede haar hoogtepunt bereikte. Evenals in andere landen het geval is geweest, groeide hjj van een gefronsd randje aan de hals boord uit tot een kledingstuk van reusachtige afmetingen; in 1623 moest hij tengevoge van 'n weeldewet wat inschrompelen, maar toch bleef hij behouden. Nog twintig jaar later zag men nog matig grote plooikragen door Spaanse vrouwen en deze vasthoudendheid heeft de spot van het overige Europa ruim schoots opgewekt. Het spreekt vanzelf, dat ook de mannen een plooikraag droe- ;en. Zii hadden echter wel moei- e om het hoofd in zo'n kleding stuk enigszins vrij en ongedwon gen te dragen. Omstreeks 1625 werd de houding van hoofd en hals wat vrijer, deels door de ver I ordening en deels door het in voeren van de liggende Vlaamse kanten kraag uit de Nederlanden Lange tiid had de plooikraag namelijk als een bloemkelk rond het gezicht gestaan- Wat bij de mannenmode heel sterk opviel was de neiging om de mannen dikker te doen schij nen. Zemelen en bombasten op vulsels moesten bepaalde delen van hun figuur forser er» groter maken dan Moeder Natuur ze in werkelijkheid gegeven had. Dit streven om, het mannelijke en krijgshaftige zo sterk in de kleding te benadrukken, is ty- pdsoli voor een soldatesk volk, aldus Brian Reade. Men moet niet vergeten, dat 't Spanje van die dagen, vele oorlogen voerde en dat zelfs de handwerkslieden er zwaarden droegen. Reacties Ook deze mode heeft haar ein de gehad, evenals de stijve be lemmerende garderobe van de vrouw, die de natuurlijke vor men miskende. Toen hierop een reactie kwam omstreeks 1620. bleek men terug te keren naar landelijke en tra ditionele modes, die schouder- loze keurslijven eri soepeler rok ken brachten. Dit hangt waar schijnlijk samen met het feit dat Spanje zich toen uit ziin leiden de positie in het Europese leven terugtrok. Het was toen voor 'n groot deel gedaan met de Spaan se invloed op het Europese cos tuum. „Spa.nje verloor zijn positie aan de Nederlanden, die hun modes snej door de handel konden ver breiden, en aan Frankrijk, zijn oude rivaal op modegebied. Sinds 1630 had de ontwikkeling van het costuum in Spanje wei nig meer dan nationale betekenis aldus de auteur van „Het Spaan se Costuum." En zo kwam dan hpt einde van een roemrijke mode, die overal in Europa haar onderdanen had. Zij voerde haar bevelen uit via kleermakers, die wijd en zijd vermaard waren om hun grote vakbekwaamheid en fantasie, lmmeirs, nergens zag men zo'n distinctie van lijn en feilloze pasvorm als bij deze kleerma kers en men mag zonder over drijving zeggen, dat het werk van de meest vooraanstaanden beslissend was voor de ontwikke ling van de moderne kleding uit het Middeleeuws costuum. VLAK bij een boerderij weet ik een eend met zes kleintjes te wonen, drie jongens en een meisje. Elke morgen en elke middag gaat moeder Wig waggel met haar kroost het water in en als ze zo met zijn zevenen achter elkaar door de sloot glijden, ia ze wét trots. Nu, dat mag ook wel. Er is geen een kind bij, dat niet keu rig zwemmen kan, al heeft het heel wat moeite gekost, tenminste met Goudsna veltje. Goudsnaveltje is een van de drie meisjes. Ze heeft een prachtig snaveltje, zo als de naam al aanduidt, en daar gaat ze heel groots op. Als moeder niet kijkt, stopt ze het zo nu en dan tussen het gras en wrijft het stie kem op, dat het nog wat mooier gaat glanzen.... Die Goudsnaveltje wilde in het begin nogit het wa ter in. „Ik ga niet mee, ik ga niet mee" gilde ze, „ik blijf liever thuis!" En wat moeder ook vroeg en pro beerde, het koppige eendje bleef heel alleen achter. Tja, wat moest moeder Wig- waggel daaraan doen? Ze moest toch ook aan de vijf anderen denken? Die trip pelden al voor haar uit, op de sloot af! „Vooruit jon gens dan gaan wij maar" zei moeder, maar in haar hart voelde ze zich toch heus niet gerust. Wat moest er van Goudsnaveltje worden, als ze niet eens zwemmen kon? Een eendje, dat niet zwemmen kan, wordt nooit een goede eend. „Dat is eigenlijk helemaal geen eend" piekerde moeder Wigwaggel verdrietig en ze was zó in gedachten ver zonken, dat ze niet eens be merkte, dat Veertjelicht naast haar stond. Veertje- licht is een guitige jongen. „Kijk eens moeder" zei hij, seling kreeg ze een idee. „Maar dat kan Goudsna veltje ook overkomen" zei ze toen, .Juister Veertjelicht, jou alleen zal ik het vertel len". Moeder en zoon luis terden even aan de water kant en daarna knikten ze allebei tevreden. „daar in het water staat nog een jongetje, kijk daar beneden". Moeder moest weer lachen. „Malle jongen" antwoordde ze „je ziet je zelf in de sloot. Het water is net een spiegel". „Aaaah" zei Veertjelicht en hij boog nog wat verder voorover om zich zelf beter te kun nen zien, En opeensviel hij naar beneden, pardoes het water in! „Hihi" lach ten de anderen en ook Veertjelicht had plezier, toon hij weer boven was. Hij schoot weer vlug op zijn moeder of. „Ziet u hoe goed ik duiken en zwemmen kan?" vroeg hij en moeder Wigwaggel knikte. „Dat had Goudsnaveltje nu moe ten zijn" dacht ze en plot- Veertjellcht: „We hebben zo heerlijk gezwommen Goudsnaveltje, helemaal aan het einde van de sloot. En weet je wie we daar te genkwamen? Een meisje, net zo'n eendje als jij. Die had een prachtig gouden snaveltje zeg, dat blonk ge woon in de zon!" Goudsnaveltje was met een in haar eer aangetast. „Is dat waar moeder?" vroeg ze, „had die net zo'n snaveltje als ik". „Ja" zei moeder, „net zo iets". „Maar dat kan niet!" riep het eendje nijdig. „Ga dan mee" stelde Veertjelicht kalmpjes voor, „dan kun je het zelf zien". Goudsnavel tje aarzelde niet. „Best" zei ze, „vanmiddag ga ik mee, dat wil ik wel eens zien!" Moeder Wigwaggel's ogen glinsterden en die van Veertjelicht niet minder.... Eigenlijk maar gelukkig dat Goudsnaveltje zo IJdel was, anders zou de poets nooit lukken! En weet j«, wat voor een poets dat was? Toen de een den aan de waterkant wa ren gekomen, zei Veertje licht: „Hier in het water staat ze, Goudsnaveltje, buig je maar een beetje voorover". Goudsnaveltje keekja daar zag ze het andere eendje. Het had ook zo'n gouden snaveltje als zij. Maar blonk het werke lijk zo mooi? Pats! opeens viel er iets in de sloot.... Het was Goudsnaveltje, die zo gauw ze het water voel de met haar vleugeltjes be gon te slaan en opeens be gon te zwemmen, net zoals alle andere eendjes dat doen. „Hiep, hiep hoera" riep Veertjelicht „Goudsna veltje zwem)t!"„Goudsnavel- tje zwemt!" riepen toen alle anderen, behalve moeder Wigwaggel. Ik geloof dat die te gelukkig was om op dat ogenblik tc kunnen snateren. En Goudsnaveltje zelf? Tja, die voelde zich wel wat beetgenomen, toen ze hoorde dat ze alleen haar spiegelbeeld had gezien, maar om één ding was ze héél blij: dat ze nu toch het enige eendje met zo'n gou den snaveltje was! Een portret van de Spaanse school omstreeks 1620, dat misschien Isabella v. Bourbon, koningin van Spanje, voorstelt MELOEN Meloenen zyn de rijke vruch ten van een eenjarige plant, die oorspronkelijk uit Indië komt. In ons land worden ze hoofdzakelijk onder glas gekweekt. De vruch ten zijn sappig, hebben evenwel weinig voedende bestanddelen, maar wel een zeer aparte geur. We kennen als de meest voor komende variëteiten de het- meloen, de suikermeloen en de ananasmeloen. Gevulde meloen: Snijd op van bovenaf een kopje van de meloen. Hol deze voorzichtig uit, verwijder het zaad en snijd het vruchtvlees in blokjes. Vermeng deze met schijfjes banaan, si naasappel, mandarijn, stukjes ananas, peer, abrikozen, aard beien, perzik, frambozen, kersen of enkele van deze vruchten. Strooi er wat suiker over en laat het mengsel een poosje staan. Vul de meloen, leg het kapje er weer op, bind er een lintje overheen en garneer de meloen met wat wingerdranken. Meloencompote: 1 rijpe meloen, 3 dL. water, 2 ons suiker. Snijd de meloen in smalle punten. Ver wijder de schil en het zaad. Leg de stukken meloen in kokend water, waarin de suiker is opge lost. Laat de stukjes koken tot ze doorschijnend zijn, leg ze in compöteschaaltjes en giet het in gekookte sap erover heen. Zoetzuur van meloen: Neem meloenen, die nog niet helemaal rijp zjin. Neem de schil er af. Verwijder het zaad en snijd het vlees in blokjes. Steek in elk stukje een kruidnagel en een stukje pijpkaneel. Neem per kg meloenblofcjes 1 'A pond suiker en ongeveer 'A liter azijn. Kook hierin de stukjes tot ze doorschij nend zijn, neem ze geleidelijk uit het vocht en doe ze over in jam potjes of in een Keulsepot. Giet de ingekookte stroop over de stukjes meloen en sluit de jam potjes of Keulsepot af met voch tig cellophaan. Laat het zoetzuur drie weken staan, alvorens het te gebruiken. (Advertentie) BRIEF VAN EEN ZIEK MEISJE Over de vacantie-prijsvraag heb ik nog niets van jullie gehoord. Eigenlijk kan dat nog niet omdat wc nog midden in de vacanties zitten en ik verwacht dan ook tegen het eind van de maand de meeste brieven. Toch kwam er al iets binnen, een brief van een ziek meisje uit Alkmaar, Ria B., die schrijft dat ze al vanaf Mei moet kuren en dus niet op va- cantie kan gaan. Ze denkt, dat wij haar vergeten zijn met haar verjaardag. Maar ik geloof, dat het komt omdat Ria niets meer heeft laten horen. Als je in de krant wil komen met je verjaar dag, dan moet je een week of twee van te voren even een be richtje sturen. Afgesproken? Ria schrijft verder, dat ze iedere week het jeugdhoekje in de krant leest en dat ze het echt gezellig vindt. Nu, dat is nog eens een goed geluid! Ria heeft op haar bed nog flink geleerd, lees ik, want ze is toch nog overgegaan dit jaar. Dat is flink hoor! Nji Ria, bedankt voor je brief en spoedige beterschap. Je hoort gauw iets van mij. OOM LUDO. FEUILLETON 100. We bleven staan, zij stak haar vingers in mijn heupzak en bracht triomfantelijk een platgedrukt doosje lucifers te voorschijn- Toen zocht ze in mijn jaszak en vond het doosje sigaretten, maar ter wijl ze het mij gaf, zag ik haar lachen. „Wat is er?" vroeg ik- „Je hebt nog iets in die zak," antwoordde ze. „Een souvenir." Ik keek haar vragend aan. „De dictaphoon-cylinder, waar ik het touw in de schoorsteen mee bezwaard heb. Je weet wel. met dat eerste briefje." „Die heb ik dan zeker in mijn zak gestopt," zei ik- „Waarom weet ik niet. Is hij kapot?" ,,'t Ljjkt me van niet", ant woordde ze- Zij nam het doosje sigaretten van me over en haalde er twee stuks uit- Toen streek ze een lucifer aan. „Ik rook met je mee", zei ze. Het roodachtig vlammetje schoot op en wij schaterden het uit, tegelijk. Want we zagen eikaars gezicht. Mary's haar, dat ik slechts keurig gekapt had gezien, zat door elkaar alsof ze het pas gewassen had; haar hele gezicht zat vol vlekken en vegen roet uit de schoorsteen en haar japon ver toonde scheuren en wedijverde in zwartheid met haar gezicht. On getwijfeld heeft mijn voorkomen voor het hare niemandal onder gedaan. „Precies een stel vogelverschrik kers!" riep ik uit. „De mist heeft niet veel van je make-up weg kunnen spoelen." „Je hebt een wond aan je voor hoofd", zei ze, ernstig opeens. „Daar moet een verbandje om. Heb je een schone zakdoek?" Ja, die had ik. Zij nam hem van me aan, en ik boog mijn hoofd naar haar toe. terwijl zij de zakdoek oprolde en het noodver band legde. „Maar nu eens wat anders," zei ik, toen we gearmd liepen over de weg. „Zijn we geen geluksvo gels? We leven nog en we lopen nog. Wat dacht je, toen we die mist in doken?" „Wat dacht jij?" vroeg ze terug- „Ik dacht: daar ga je", bekende ik. „Ik ook," zei ze zacht. „Maar ik vond 't niet erg; tenminste.... 't Was beter, honderdmaal beter, dan. Haar stem begaf het en ik voel de haar beven. „Laten we ons niet in herinne ringen verdiepen", zei ik vlug- „Of tenminste, niet in herinnerin gen aan onze allerlaatste ervarin gen. 't Lijkt me verstandiger, over andere dingen te praten." „Bijvoorbeeld?17 „Onverschillig w°t..... Balboa. Ik hoorde haar zachtjes lachen. „Weet je de datum nog?" vroeg zg l,Nee, jij?" „25 September 1513 ..Ik kan 't je niet tegenspre ken," zei ik. „Ik ben nog te suf- Maar ik heb die twee stuivers nog. die ik van je gewonnen heb". „Is 't heus? Diezelfde stuivers? „Ja. In een apart zakje. Ik geef ze nooit uit. 't Is geluksgeld. Een beginnetje." „Beginnetje? Waarvan?" „Wie weet?" antwoordde ik, maar zonder erg drukte ik haar arm wat vaster tegen me aan. „Ik weet 't in ieder geval niet," zei ze. We hadden met dat gepraat natuurlijk geen andere bedoeling dan onszelf en elkaar een beetje voor de gek te houden. Het was geen uiting van hetgeen er wer kelijk in onze gedachten omging, 't Was doodgewone groothouderij waarmee we elkaar wijs tracht ten te maken, dat we opgeruimd en luchthartig waren, dat het doorstane leed onze koude kleren niet raakte en de toekomst ons geen zorg gaf. Maar ik wist heel goed, dat de bluf te hol was, om een van ons beiden te bedriegen. Galgenhumor komt vaker voor dan menigeen denkt. Zelfs met de dood, voor ogen plegen de mensen gekheid te maken. Zo ernstig waren wij er niet aan toe nu niet meer maar wat we tegen elkaar zeide, kwam voort uit dezelfde onoprechtheid of on werkelijkheid. Er bestond niet de minste twijfel, dat Mary zo wel als ik de ernst van de toe stand doorproefden. In onze har ten waren we nadenkend en ern stig, maar onze lippen vormden luchtige zinnetjes, en wij trok ken onze gezichten in de lach; want wij hadden beiden, door ge veinsde vrolijkheid er bij de an der de moed in te houden. We liepen voort, langzaam nog steeds en ik zocht naar 'n nieuw onderwerp van gesprek. „Ik geloof vast dat we 't een of andere record hebben geves tigd voor de een of andere soort nachtvlucht, die nog nooit iemand heeft aangedurfd." „We zullen 't hopen", ant woordde zü met een ernstige stem. „Maarvond u 't niet verrukkelijk, daar hoog in de lucht, tussen de sterren, meneer Mansfield?" „Verrukkelijk? Een beetje, zo lang we boven konden blijven, Mary!" „Ja maar, de daling had toch ook iets vooropwindend en rikkelend, is 't niet, meneer "ansfield „Zeg, hoor eens," viel ik haar in de rede, „we moeten elkaar niet dwarsbomen. We lopen voor één wagen, maar we schijnen verschillende kanten op te trek ken. Daar schieten we niet mee op, en op de duur trekken we de boel stuk. Dus jij bent jij en ik ben ook jij, of zijn we allebei u. „Je moest in sommige opzich ten niet zo koppig zijn', mopper de ik. Je schijnt maar niet te kunnen ophouden, me allerlei gekke namen toe te dichten." „Wie ben ik dan?" (Wordt vervolgd). pr Mi Wanneer ge de in de Duitse dia concludeert: „Ja ben onze kerken wezig zijn, is er land hebben on> hebben het er n delen en balen t< onze ergste vijand niet vergeten. De voort. Dat is heel we konden. Eenvo Dit heeft de diaspora getroffen denkt. Want werk maar al te goed, geweest is, dat z„ de wereld gebrac dikwijls gebeurde mannen en vrouw ontroerd de Nede in ontvangst nam van dankbaarheid dan onze missie wagen ten einde v bleven we drie kwamen ze naar verzoek de Neder lieken te bedankei ze tastbaar ervare vergeten werden, ver over de grei dacht. Is dit geen van ons één-zijn We hebben het dat mensen tiental ver de wagen vol eens het H. MisofJ bijwonen, en nog Communiceren. Bij onze missies hebben we gemiddc de mensen bereik waren er ook, die woonden, puur var gaven. Maar dez* altijd ver in de rr ke materialisten zo gens in onze strek vinden. Nu is het me diaspora-arbeid ge moeilijkheden die kunnen overwonner stoffelijke gaven a zelfs van zeer ond lang. Wanneer we priesterhulp lezen denken we meestal teriële hulp, aan co zamelingen van klei middelen. Dit is ze zonder onze hulp kerken en kapellen huizen gebouwd wi toch is deze materi het belangrijkste. V betekenis zijn onzi lijke gebeden en daj We moeten bidden broeders en zuster strooiïng de kracht echte katholieken anders georiënteerde leven. God moge he meest verschillende jaagd zijn, helpen, kaar in liefde stei groeien tot levend gemeenschappen. Gel Hiervoor te biddei ren moet onze groot Denken wij eraan, het voor deze mens .Christus onze broede zijn! is in de dias] in die van de Oos te blijven aan hun geten we niet, dat nen katholieken, di ling uit hun katho] land in heidense c streken terecht kw grote gevaar verke aardse bezit ook no natuurlijke rijkdomi liezen. Maken dez ons onrustig, of tre ons niets van aan' angst om deze arme deze kinderen, die totaal goddeloze om ten verkeren, en die dens onderricht onti ken we ons zorgen stervenden, die ver katholiek leven en SLECHTS GEI VERSCHILI AMSTERDAM, 10 olies viel wederom trage-aanbod te con de koers liep dienten; twee punten achter Daartegenover schen voor Londense reki zins gevraagd te zij de koers ruim 1)4 pi 228)4. Philips was luier en AKU op 1( daar dit een koers 1 pet. dividend en gisti gehandeld is. De incourante in< was overwegend vri. de orders waren oc schaars. Ook de cultuurmai niet uit de lusteloze hier sinds enige we bevrijden en proion; zeer terughoudende Gebrek aan affaire d zen enigszins afbrokl bij Amsterdam Rub] ging, met een verlie punten. HVA gold 11 en Deli Maatschappi 783/4 zelfs een half Voor aandelen Natie delsbank blijft er zee vraag leven, hetgeen band brengt met een te verwachten gunst slag. Vandaag werd betaald. Ook de aai tuurbank waren in hiervan iets beter. De scheepvaart- en markt kunnen vanda kam worden geschort afdelingen werden vr anderde prijzen verr Amerikanen zeer s er weinig vraag seheei zodait het agio voor he geruime tijd wat la; 15 (15 3/4).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1951 | | pagina 4