Hoe de Spaanse schone gekleed ging
ad 10-prog ra m ma
Wat
voor
Bi
<\v
de bloeiperiode van haar land
Vlucht in de nacht
r
TOEN ze 's middags aan
tafel zaten, begon
K<
l\°
4?
,,'n Spaanse koningin heeft geen voeten
Wie zich een Spaanse schone aan hei hof om
streeks 1600- wil voorstellen, kan daarbij het
uiterst nauwsluitende keurslijfje en de hoepel
rok van stijve stof niet missen. Deze kleding
stukken pasten precies bij de wat strenge, ge
reserveerde levenshouding uit Spanje's bloei
periode. Het silhouet van de vrouw was toen
jarenlang strak en hoekig. Vandaar ook de
kegelvormige hoepelrokken, verdugado's ge
naamd, in plaats van de ronde rokken, die de
Fransen in de mode brachten. Deze waren veel
zwieriger en reikten dikwijls tot de enkels.
De Spaanse hoepelrokken lieten de voet nau
welijks zien. Het zou niet overeenkomen met de hofetiquette
als ze het wel gedaan hadden De geschiedenis vertelt, dat
Elizabeth van Valois, de derde vrouw van Philips II, op
zekere dag in haar onbekendheid met de Spaanse opvattin
gen argeloos over haar voeten begon ie spreken Het ant
woord, dat de Spaanse grootmeesteres haar hierop toevoeg
de, luidde toen: „Een Spaanse koningin heeft geen voeten!"
Rn
HOE GOUDSNAVELTJE
ZWEMMEN LEERDE
RECEPTEN
POST
uit de brievenbus
u
door E. J. Rath
Ook ónn
DE BEU
PAGINA 4
ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1951
ClTELLA SFAGNVÖLA
Een Spaans meisje, dat uitgaat. Haar
mantel is zo ver over het hoofd getrok
ken, dat er maar een klein kijkgaatje
overblijft. Let op de chopines, die het
meisje aan de voeten draagt
Men leest deze veelzeggende woorden in de nieuwste bijdrage tot „Het
Costuum, een Geschiedenis van de Mode", die aan het Spaanse costuum
van 1550 tot 1660 is gewijd en verzorgd werd door Brian Reade.
Alleen als de dames op straat
verschenen, kon men haar voe
ten zien. Ze liepen dan op hoge,
van kurkzolen voorziene schoen
tjes chopines genaamd. Dit schoei
sel, dat. de vrouwen meteen wat
groter deed lijken, was met leer
bekleed.
Een ander opvallend kleding
stuk van de Spaanse vrouwen
was de manto of mantel, die zo
wel binnenshuis als op straat ge
dragen werd. Deze mantel werd
nu eens in alle standen gedragen
Dit was met de hoepelrok 'n
heel ongemakkelijk kledingstuk
als het op lichamelijke inspan
ning aankwam wat anders.
Dames aan het hof konden er
zich mee sieren, maar vrouwen
van boeren en handwerkslieden
konden hem in haar werk moei
lijk aan. Die gebruikten rokken,
die in ruime plooien over heup
kussens afhingen, zodat de rok
wel heel duidelijk het stands
verschil tussen de Spaanse vrou
wen uit liet komen.
Om nu nog even tot de manto
terug te keren ook deze gaf ver
schillen aan, niet in rang, maar
in de huwelijkse staat. De man
tel varieerde namelijk in lengte
naar gelang een vrouw getrouwd
ongetrouwd of weduwe was. De
weduwe-nnanito bijv. reikte tot
de grond en kon de draagster
van top tot teen omhullen.
Het leven van de Spaanse vrou
wen uit de burgerklasse was erg
afgezonderd op „bijna Ooster
se wijze," zegt Brian Reade -
en ook in dit opzicht speelde de
manto een rol.
Als een meisje haar huis ver
liet, moest ze minstens vergezeld
zijn door 'n vriendin; haar man
tel moest ze dan aan de binnen
zijde zó vasthouden, dat er met
meer dan een kijkgaatje over
bleef om de wereld in te kij
kent
Een van onze platen toont zo n
meisje in haar manto of liever
gezegd de mantel alleen! Deze
bekrompen mentaliteit heerste 't
meest in het Zuid-Oosten van
Spanje. Te Bilbao in Noord-
Spanje, waar de Baskische tra
dities mannen en vrouwen de
zelfde rechten toestonden, was
een manto niet eens 'n noodza
kelijk onderdeel van de vrou
wenkleding.
Burgervrouw had geen
hoed
Er zijn nog mooie oude gravu
res, die laten zien welke hoeden
er bij de mantels gedragen wer
den. De nieuwe aflevering „Het
Spaanse Costuum" heeft er een
keur van gepubliceerd.
Zo zien we op de forse blad
zijden de breedgerande hoed met
ZONDAG 12 AUGUSTUS
HILVERSUM I (402 M.): 8.00
.VARA: 10.00 VPRO; 10.30 IKOR
12.00 AVRO; 17.00 VPRO: 17.30
VARA: 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nieuws, weerberich
ten en postduivenberichten; 8.15
Koorzang; 8.30 „Aangepaste hen
gelsport", causerie; 8.40 Gram.;
9.12 Postduivenberichten; 9.15
Verzoekprogramma; 9.45 „Geeste
lijk leven", causerie; VPRO: 10.00
Voordracht; IKOR: 10.30 Ned.
Herv. kerkdienst; AVRO: 12.00
Politiekapel; 12.30 „De kinder
verblijfplaats „De Lichthoeve" in
Garderen", causerie; 12.40 Piano
spel; 13.00 Nieuws en weerbe
richten; 13.15 Mededelingen of
gram.muziek; 13.20 Lichte mu
ziek; 13.50 „Even afrekenen, he
ren!" 14.00 Gram.: 14.05 Boekbe
spreking; 14.30 Concertgebouw
orkest (15.1515.30 filmpraatje;
16.05 Dansmuziek: 16.30 Sport-
revue; VPRO: 17.00 „Gesprekken
met luisteraars": 17.20 „Een
kerkïied"; VARA: 17.30 „Het
avontuur van de drie studenten"
hoorspel; 17.50 Pianospel; 18.00
Sportcommentaar; 18.15 Nieuws
en sportuitslagen; 18.30 Gram.;
19.00 „Ook ik ben Amerika",
klankbeeld; 19.30 Amusements
muziek; AVRO: 20.00 Nieuws;
20.05 Actualiteiten; 20.15 „II Bar-
biere di Siviglia", opera (le acte)
21.30 „Capriccio", hoorspel; 21.55
Chansons: 22.30 Strijkorkest en
solist; 23.00 Nieuws; 23.1524.00
Gram.muziek.
HILVERSUM II (298 M.): 8.00
NCRV; 8.30 IKOR; 9.30 KRO;
17.00 NCRV; 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nieuws en weerbe
richten; 8.15 Gram.; IKOR: 8.30
Ned. Herv. kerkdienst; KRO: 9.30
Nieuws en waterstanden; 9.45
Gram.; 9.55 Pontificale Hoogmis;
11.330 Gram.; 11.40 Kamerorkest
en solist: 12.15 Apologie; 12.35
Gram.; 12.40 Lunchconcert; 13.00
Nieuws, weerberichten en Kath.
nieuws; 13.20 Amusementsmuz.;
13,45 „Uit het Boek der Boeken";
14.00 „Othello", opera (circa 14.45
pianorecital): 16.10 „Kath. Thuis
front overal"; 16.15 Sport; 16.30
Mannenkoor; NCRV: 17.00 Geref.
kerkdienst; 18.30 Utrechts Sted.
Orkest, koor en solisten; 18.50
Gram.; 19.00 Kamerkoor; 19.15
,.In de discipelkring van de Here
Jezus Christus", causerie; 19.30
Nieuws, sportuitslagen en weer
berichten; KRO: 19.45 Actuali
teiten; 19.52 Boekbespreking;
20.05 Gevarieerd programma;
22.45 Avondgebed en Liturg, ka
lender; 23.00 Nieuws; 23.1524.00
Gram.muziek.
MAANDAG 13 AUGUSTUS
HILVERSUM I (402 M.): 7.00—
24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws; 7.15 Gram.;
8.00 Nieuws; 8.15 Gram.muziek;
.9.00 Morgenwijding; 9.15 Gram.;
9.30 Waterstanden; 9.35 Gram.;
11.00 „Op de uitkijk", causerie;
11.15 Kamerorkest en solist; 12.00
Accordeon en orgel; 12.30 Land
en tuinbouwmededelingen; 12.33
„In 't spionnetje"; 12.38 „Van
varen en vissen"; 13.00 Nieuws;
13.15 Mededelingen of gramof.;
13.20 Orkestconcert; 13.50 Gram.;
14.00 Idem; 14.30 Voordracht;
14.45 Pianorecital; 15.15 „De
Ailtomaat-Schaakspeler", cause
rie; 15.30 Gram.; 16.15 Fluit, alt
viool en harp; 16.45 Musicalender
17.30 Voor de padvinders; 17.45
Internationaal muziekconcours te
Kerkra'de; 18.00 Nieuws; 18.15
Militair commentaar; 18.30 Zigeu-
nermuziek; 19.00 „Discogram";
19.30 Orgelspel; 19.45 Gram.; 20,00
Nieuws; 20.05 Actualiteiten: 20.15
„II Barbiere di Siviglia",. opera
(2e acte); 20,50 Wereldjamboree
in Oostenrijk; 21.05 Amusements
muziek; 22.05 „De kogel door de
kerk", hoorspel; 22.25 Pianoreci
tal; 23.00 Nieuws; 23,15 Dans
muziek; 23.45—24.00 Gram.muz.
HILVERSUM II (298 M.): 7.00
—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws; 7.15 Och
tendgymnastiek; 7.30 Gram.; 7.45
Een woord voor de dag; 8.00
Nieuws en weerberichten; 8.18
Gewijde muziek; 8.45 Gram.muz.;
9.15 Voor de zieken; 9.30 Salon
orkest; 10.05 Gram.; 10.30 Mor
gendienst; 11.00 Viool en piano;
11.25 Gram.: 11.45 Amusements
muziek: 12.30 Land- en tuinbouw
mededelingen; 12.33 Orgelconcert;
13.00 Nieuws; 13.15 Mandoline-
muziek; 13.45 Gram.; 14.00 „Een
bezoekje aan Zweden", causerie;
14.35 Gram.; 14.45 Voor de vrouw
15.15 Gram.; 15.25 Strijkkwartet;
16.00 Bijbellezing; 16.45 Gram.;
17.00 Voor do kleuters; 17.15 Or
gelspol; 17.45 Regeringsuitzen
ding: H. A. Corsten: „Zeevaarten
zeeverbindingen in Indonesië";
18.00 Gram.; 18.25 Surinaamse
volksmuziek; 18.45 Boekbespre
king; 19.00 Nieuws en weerber.;
19.15 „Volk en Staat", causerie;
19.30 Gram.; 19.40 Radiokrant;
20.00 Nieuws; 20.05 Lichte mu
ziek; 20.35 Gram.; 20.45 „Hilde-
brand Miniaturen: Mr. Hendrik
Johannes Bruis, oftewel „Buik
je"," hoorspel; 21.30 Kamerorkest
en solist; 22.20 Carillon en orgel;
22.45 Avondoverdenking; 23.00
Nieuws; 23.1524.00 Gram.muz.
lage bol, die soms schuin naar
voren werd gezet om het gezicht
enigszins tc verbergen en tegen
de zon te beschermen. Dit type
hoed werd nog tot ver in de
zeventiende eeuw gedragen door
de Spaanse grandes vrouwen
van hoge adel en praalzieke
vrouwen.
Ook de stijve, manachtige to-
pues en slappe hoeden met ve
ren vieler» bij deze dames in de
smaak. Er waren verder streek -
modes, zóals de vilten hoed uit
Toledo, die er heel Egyptisch
uitzag en de potvormige hoed
met een halsstrik, gedragen door
sommige vrouwen uit Biscaye.
Deze hoedem werden in bepaal
de gebieden van Spanje gedra
gen en wel daar, waar men het
zonder manto's stelde.
De vrouw uit de burgerij ging
alleen uit als het niet anders kon
en had dan aan haar mantel vol -
doende hoofdbedekking.
Gekleurde kragen
't Kapsel van de Spaanse vrou
wen verschilde in zoverre van
de gangbare Europese modes dat
het eerder eenvoudig was dan
buitensporig. Tegen 't einde van
de zestiende eeuw, dus omstreeks
zestienhonderd, werd het over 'n.
rol op het voorhoofd gelegd en
op de kruin hoog opgemaakt,
soms in een punt.
Een mooie kleurenreproductie
in „Het Spaanse Costuum" toont
de hertogin van Neuburg in
Spaans costuum; het haar van
deze Duitse edelvrouw is heel
hoog opgekruld en steekt als een
roodbruin torentje tussen de ro
se lichtblauw getinte kantkraag
uit. Tussen twee haakjes, 't was
alleen aan vrouwen van vorste
lijke huize toegestaan gekleurde
plooikragen te dragen.
De plooikraag heeft ook grote
betekenis gehad in de kledü tij
dens Spanje's bloeiperiode, die
omstreeks 1558 begon en in het
tijdperk van Philips de Tweede
haar hoogtepunt bereikte.
Evenals in andere landen het
geval is geweest, groeide hjj van
een gefronsd randje aan de hals
boord uit tot een kledingstuk
van reusachtige afmetingen; in
1623 moest hij tengevoge van 'n
weeldewet wat inschrompelen,
maar toch bleef hij behouden.
Nog twintig jaar later zag men
nog matig grote plooikragen
door Spaanse vrouwen en deze
vasthoudendheid heeft de spot
van het overige Europa ruim
schoots opgewekt.
Het spreekt vanzelf, dat ook
de mannen een plooikraag droe-
;en. Zii hadden echter wel moei-
e om het hoofd in zo'n kleding
stuk enigszins vrij en ongedwon
gen te dragen. Omstreeks 1625
werd de houding van hoofd en
hals wat vrijer, deels door de ver
I
ordening en deels door het in
voeren van de liggende Vlaamse
kanten kraag uit de Nederlanden
Lange tiid had de plooikraag
namelijk als een bloemkelk rond
het gezicht gestaan-
Wat bij de mannenmode heel
sterk opviel was de neiging om
de mannen dikker te doen schij
nen. Zemelen en bombasten op
vulsels moesten bepaalde delen
van hun figuur forser er» groter
maken dan Moeder Natuur ze in
werkelijkheid gegeven had.
Dit streven om, het mannelijke
en krijgshaftige zo sterk in de
kleding te benadrukken, is ty-
pdsoli voor een soldatesk volk,
aldus Brian Reade. Men moet
niet vergeten, dat 't Spanje van
die dagen, vele oorlogen voerde
en dat zelfs de handwerkslieden
er zwaarden droegen.
Reacties
Ook deze mode heeft haar ein
de gehad, evenals de stijve be
lemmerende garderobe van de
vrouw, die de natuurlijke vor
men miskende.
Toen hierop een reactie kwam
omstreeks 1620. bleek men terug
te keren naar landelijke en tra
ditionele modes, die schouder-
loze keurslijven eri soepeler rok
ken brachten. Dit hangt waar
schijnlijk samen met het feit dat
Spanje zich toen uit ziin leiden
de positie in het Europese leven
terugtrok. Het was toen voor 'n
groot deel gedaan met de Spaan
se invloed op het Europese cos
tuum.
„Spa.nje verloor zijn positie aan
de Nederlanden, die hun modes
snej door de handel konden ver
breiden, en aan Frankrijk, zijn
oude rivaal op modegebied.
Sinds 1630 had de ontwikkeling
van het costuum in Spanje wei
nig meer dan nationale betekenis
aldus de auteur van „Het Spaan
se Costuum."
En zo kwam dan hpt einde van
een roemrijke mode, die overal
in Europa haar onderdanen had.
Zij voerde haar bevelen uit via
kleermakers, die wijd en zijd
vermaard waren om hun grote
vakbekwaamheid en fantasie,
lmmeirs, nergens zag men zo'n
distinctie van lijn en feilloze
pasvorm als bij deze kleerma
kers en men mag zonder over
drijving zeggen, dat het werk
van de meest vooraanstaanden
beslissend was voor de ontwikke
ling van de moderne kleding uit
het Middeleeuws costuum.
VLAK bij een boerderij
weet ik een eend met
zes kleintjes te wonen, drie
jongens en een meisje. Elke
morgen en elke middag
gaat moeder Wig waggel met
haar kroost het water in en
als ze zo met zijn zevenen
achter elkaar door de sloot
glijden, ia ze wét trots. Nu,
dat mag ook wel. Er is geen
een kind bij, dat niet keu
rig zwemmen kan, al heeft
het heel wat moeite gekost,
tenminste met Goudsna
veltje.
Goudsnaveltje is een van
de drie meisjes. Ze heeft
een prachtig snaveltje, zo
als de naam al aanduidt, en
daar gaat ze heel groots op.
Als moeder niet kijkt, stopt
ze het zo nu en dan tussen
het gras en wrijft het stie
kem op, dat het nog wat
mooier gaat glanzen....
Die Goudsnaveltje wilde
in het begin nogit het wa
ter in. „Ik ga niet mee, ik
ga niet mee" gilde ze, „ik
blijf liever thuis!" En wat
moeder ook vroeg en pro
beerde, het koppige eendje
bleef heel alleen achter.
Tja, wat moest moeder Wig-
waggel daaraan doen? Ze
moest toch ook aan de vijf
anderen denken? Die trip
pelden al voor haar uit, op
de sloot af! „Vooruit jon
gens dan gaan wij maar"
zei moeder, maar in haar
hart voelde ze zich toch heus
niet gerust. Wat moest er
van Goudsnaveltje worden,
als ze niet eens zwemmen
kon? Een eendje, dat niet
zwemmen kan, wordt nooit
een goede eend. „Dat is
eigenlijk helemaal geen
eend" piekerde moeder
Wigwaggel verdrietig en ze
was zó in gedachten ver
zonken, dat ze niet eens be
merkte, dat Veertjelicht
naast haar stond. Veertje-
licht is een guitige jongen.
„Kijk eens moeder" zei hij,
seling kreeg ze een idee.
„Maar dat kan Goudsna
veltje ook overkomen" zei
ze toen, .Juister Veertjelicht,
jou alleen zal ik het vertel
len". Moeder en zoon luis
terden even aan de water
kant en daarna knikten ze
allebei tevreden.
„daar in het water staat
nog een jongetje, kijk daar
beneden". Moeder moest
weer lachen. „Malle jongen"
antwoordde ze „je ziet je
zelf in de sloot. Het water
is net een spiegel". „Aaaah"
zei Veertjelicht en hij boog
nog wat verder voorover
om zich zelf beter te kun
nen zien, En opeensviel
hij naar beneden, pardoes
het water in! „Hihi" lach
ten de anderen en ook
Veertjelicht had plezier,
toon hij weer boven was.
Hij schoot weer vlug op zijn
moeder of. „Ziet u hoe goed
ik duiken en zwemmen
kan?" vroeg hij en moeder
Wigwaggel knikte. „Dat
had Goudsnaveltje nu moe
ten zijn" dacht ze en plot-
Veertjellcht: „We hebben
zo heerlijk gezwommen
Goudsnaveltje, helemaal
aan het einde van de sloot.
En weet je wie we daar te
genkwamen? Een meisje,
net zo'n eendje als jij. Die
had een prachtig gouden
snaveltje zeg, dat blonk ge
woon in de zon!"
Goudsnaveltje was met
een in haar eer aangetast.
„Is dat waar moeder?"
vroeg ze, „had die net zo'n
snaveltje als ik". „Ja" zei
moeder, „net zo iets".
„Maar dat kan niet!" riep
het eendje nijdig. „Ga dan
mee" stelde Veertjelicht
kalmpjes voor, „dan kun je
het zelf zien". Goudsnavel
tje aarzelde niet. „Best" zei
ze, „vanmiddag ga ik mee,
dat wil ik wel eens zien!"
Moeder Wigwaggel's ogen
glinsterden en die van
Veertjelicht niet minder....
Eigenlijk maar gelukkig dat
Goudsnaveltje zo IJdel was,
anders zou de poets nooit
lukken!
En weet j«, wat voor een
poets dat was? Toen de een
den aan de waterkant wa
ren gekomen, zei Veertje
licht: „Hier in het water
staat ze, Goudsnaveltje,
buig je maar een beetje
voorover". Goudsnaveltje
keekja daar zag ze het
andere eendje. Het had ook
zo'n gouden snaveltje als
zij. Maar blonk het werke
lijk zo mooi? Pats! opeens
viel er iets in de sloot....
Het was Goudsnaveltje, die
zo gauw ze het water voel
de met haar vleugeltjes be
gon te slaan en opeens be
gon te zwemmen, net zoals
alle andere eendjes dat
doen. „Hiep, hiep hoera"
riep Veertjelicht „Goudsna
veltje zwem)t!"„Goudsnavel-
tje zwemt!" riepen toen alle
anderen, behalve moeder
Wigwaggel. Ik geloof dat
die te gelukkig was om op
dat ogenblik tc kunnen
snateren.
En Goudsnaveltje zelf?
Tja, die voelde zich wel
wat beetgenomen, toen ze
hoorde dat ze alleen haar
spiegelbeeld had gezien,
maar om één ding was ze
héél blij: dat ze nu toch het
enige eendje met zo'n gou
den snaveltje was!
Een portret van de Spaanse school omstreeks 1620, dat
misschien Isabella v. Bourbon, koningin van Spanje, voorstelt
MELOEN
Meloenen zyn de rijke vruch
ten van een eenjarige plant, die
oorspronkelijk uit Indië komt. In
ons land worden ze hoofdzakelijk
onder glas gekweekt. De vruch
ten zijn sappig, hebben evenwel
weinig voedende bestanddelen,
maar wel een zeer aparte geur.
We kennen als de meest voor
komende variëteiten de het-
meloen, de suikermeloen en de
ananasmeloen.
Gevulde meloen: Snijd op
van bovenaf een kopje van de
meloen. Hol deze voorzichtig uit,
verwijder het zaad en snijd het
vruchtvlees in blokjes. Vermeng
deze met schijfjes banaan, si
naasappel, mandarijn, stukjes
ananas, peer, abrikozen, aard
beien, perzik, frambozen, kersen
of enkele van deze vruchten.
Strooi er wat suiker over en laat
het mengsel een poosje staan. Vul
de meloen, leg het kapje er weer
op, bind er een lintje overheen
en garneer de meloen met wat
wingerdranken.
Meloencompote: 1 rijpe meloen,
3 dL. water, 2 ons suiker. Snijd
de meloen in smalle punten. Ver
wijder de schil en het zaad. Leg
de stukken meloen in kokend
water, waarin de suiker is opge
lost. Laat de stukjes koken tot
ze doorschijnend zijn, leg ze in
compöteschaaltjes en giet het in
gekookte sap erover heen.
Zoetzuur van meloen: Neem
meloenen, die nog niet helemaal
rijp zjin. Neem de schil er af.
Verwijder het zaad en snijd het
vlees in blokjes. Steek in elk
stukje een kruidnagel en een
stukje pijpkaneel. Neem per kg
meloenblofcjes 1 'A pond suiker en
ongeveer 'A liter azijn. Kook
hierin de stukjes tot ze doorschij
nend zijn, neem ze geleidelijk uit
het vocht en doe ze over in jam
potjes of in een Keulsepot. Giet
de ingekookte stroop over de
stukjes meloen en sluit de jam
potjes of Keulsepot af met voch
tig cellophaan. Laat het zoetzuur
drie weken staan, alvorens het
te gebruiken.
(Advertentie)
BRIEF VAN EEN ZIEK MEISJE
Over de vacantie-prijsvraag heb
ik nog niets van jullie gehoord.
Eigenlijk kan dat nog niet omdat
wc nog midden in de vacanties
zitten en ik verwacht dan ook
tegen het eind van de maand de
meeste brieven. Toch kwam er al
iets binnen, een brief van een
ziek meisje uit Alkmaar, Ria B.,
die schrijft dat ze al vanaf Mei
moet kuren en dus niet op va-
cantie kan gaan. Ze denkt, dat
wij haar vergeten zijn met haar
verjaardag. Maar ik geloof, dat
het komt omdat Ria niets meer
heeft laten horen. Als je in de
krant wil komen met je verjaar
dag, dan moet je een week of
twee van te voren even een be
richtje sturen. Afgesproken? Ria
schrijft verder, dat ze iedere
week het jeugdhoekje in de krant
leest en dat ze het echt gezellig
vindt. Nu, dat is nog eens een
goed geluid! Ria heeft op haar
bed nog flink geleerd, lees ik,
want ze is toch nog overgegaan
dit jaar. Dat is flink hoor! Nji
Ria, bedankt voor je brief en
spoedige beterschap. Je hoort
gauw iets van mij.
OOM LUDO.
FEUILLETON
100.
We bleven staan, zij stak haar
vingers in mijn heupzak en bracht
triomfantelijk een platgedrukt
doosje lucifers te voorschijn- Toen
zocht ze in mijn jaszak en vond
het doosje sigaretten, maar ter
wijl ze het mij gaf, zag ik haar
lachen.
„Wat is er?" vroeg ik-
„Je hebt nog iets in die zak,"
antwoordde ze. „Een souvenir."
Ik keek haar vragend aan.
„De dictaphoon-cylinder, waar
ik het touw in de schoorsteen mee
bezwaard heb. Je weet wel. met
dat eerste briefje."
„Die heb ik dan zeker in mijn
zak gestopt," zei ik- „Waarom
weet ik niet. Is hij kapot?"
,,'t Ljjkt me van niet", ant
woordde ze- Zij nam het doosje
sigaretten van me over en haalde
er twee stuks uit- Toen streek ze
een lucifer aan.
„Ik rook met je mee", zei ze.
Het roodachtig vlammetje schoot
op en wij schaterden het uit,
tegelijk. Want we zagen eikaars
gezicht. Mary's haar, dat ik
slechts keurig gekapt had gezien,
zat door elkaar alsof ze het pas
gewassen had; haar hele gezicht
zat vol vlekken en vegen roet uit
de schoorsteen en haar japon ver
toonde scheuren en wedijverde in
zwartheid met haar gezicht. On
getwijfeld heeft mijn voorkomen
voor het hare niemandal onder
gedaan.
„Precies een stel vogelverschrik
kers!" riep ik uit. „De mist heeft
niet veel van je make-up weg
kunnen spoelen."
„Je hebt een wond aan je voor
hoofd", zei ze, ernstig opeens.
„Daar moet een verbandje om.
Heb je een schone zakdoek?"
Ja, die had ik. Zij nam hem
van me aan, en ik boog mijn
hoofd naar haar toe. terwijl zij de
zakdoek oprolde en het noodver
band legde.
„Maar nu eens wat anders," zei
ik, toen we gearmd liepen over
de weg. „Zijn we geen geluksvo
gels? We leven nog en we lopen
nog. Wat dacht je, toen we die
mist in doken?"
„Wat dacht jij?" vroeg ze terug-
„Ik dacht: daar ga je", bekende
ik.
„Ik ook," zei ze zacht. „Maar ik
vond 't niet erg; tenminste....
't Was beter, honderdmaal beter,
dan.
Haar stem begaf het en ik voel
de haar beven.
„Laten we ons niet in herinne
ringen verdiepen", zei ik vlug-
„Of tenminste, niet in herinnerin
gen aan onze allerlaatste ervarin
gen. 't Lijkt me verstandiger,
over andere dingen te praten."
„Bijvoorbeeld?17
„Onverschillig w°t..... Balboa.
Ik hoorde haar zachtjes lachen.
„Weet je de datum nog?" vroeg
zg
l,Nee, jij?"
„25 September 1513
..Ik kan 't je niet tegenspre
ken," zei ik. „Ik ben nog te suf-
Maar ik heb die twee stuivers
nog. die ik van je gewonnen heb".
„Is 't heus? Diezelfde stuivers?
„Ja. In een apart zakje. Ik geef
ze nooit uit. 't Is geluksgeld. Een
beginnetje."
„Beginnetje? Waarvan?"
„Wie weet?" antwoordde ik,
maar zonder erg drukte ik haar
arm wat vaster tegen me aan.
„Ik weet 't in ieder geval niet,"
zei ze.
We hadden met dat gepraat
natuurlijk geen andere bedoeling
dan onszelf en elkaar een beetje
voor de gek te houden. Het was
geen uiting van hetgeen er wer
kelijk in onze gedachten omging,
't Was doodgewone groothouderij
waarmee we elkaar wijs tracht
ten te maken, dat we opgeruimd
en luchthartig waren, dat het
doorstane leed onze koude kleren
niet raakte en de toekomst ons
geen zorg gaf. Maar ik wist heel
goed, dat de bluf te hol was, om
een van ons beiden te bedriegen.
Galgenhumor komt vaker voor
dan menigeen denkt. Zelfs met
de dood, voor ogen plegen de
mensen gekheid te maken. Zo
ernstig waren wij er niet aan toe
nu niet meer maar wat we
tegen elkaar zeide, kwam voort
uit dezelfde onoprechtheid of on
werkelijkheid. Er bestond niet
de minste twijfel, dat Mary zo
wel als ik de ernst van de toe
stand doorproefden. In onze har
ten waren we nadenkend en ern
stig, maar onze lippen vormden
luchtige zinnetjes, en wij trok
ken onze gezichten in de lach;
want wij hadden beiden, door ge
veinsde vrolijkheid er bij de an
der de moed in te houden.
We liepen voort, langzaam nog
steeds en ik zocht naar 'n nieuw
onderwerp van gesprek.
„Ik geloof vast dat we 't een
of andere record hebben geves
tigd voor de een of andere soort
nachtvlucht, die nog nooit
iemand heeft aangedurfd."
„We zullen 't hopen", ant
woordde zü met een ernstige
stem. „Maarvond u 't niet
verrukkelijk, daar hoog in de
lucht, tussen de sterren, meneer
Mansfield?"
„Verrukkelijk? Een beetje, zo
lang we boven konden blijven,
Mary!"
„Ja maar, de daling had toch
ook iets vooropwindend en
rikkelend, is 't niet, meneer
"ansfield
„Zeg, hoor eens," viel ik haar
in de rede, „we moeten elkaar
niet dwarsbomen. We lopen voor
één wagen, maar we schijnen
verschillende kanten op te trek
ken. Daar schieten we niet mee
op, en op de duur trekken we de
boel stuk. Dus jij bent jij en ik
ben ook jij, of zijn we allebei u.
„Je moest in sommige opzich
ten niet zo koppig zijn', mopper
de ik. Je schijnt maar niet te
kunnen ophouden, me allerlei
gekke namen toe te dichten."
„Wie ben ik dan?"
(Wordt vervolgd).
pr
Mi
Wanneer ge de
in de Duitse dia
concludeert: „Ja
ben onze kerken
wezig zijn, is er
land hebben on>
hebben het er n
delen en balen t<
onze ergste vijand
niet vergeten. De
voort. Dat is heel
we konden. Eenvo
Dit heeft de
diaspora getroffen
denkt. Want werk
maar al te goed,
geweest is, dat z„
de wereld gebrac
dikwijls gebeurde
mannen en vrouw
ontroerd de Nede
in ontvangst nam
van dankbaarheid
dan onze missie
wagen ten einde v
bleven we drie
kwamen ze naar
verzoek de Neder
lieken te bedankei
ze tastbaar ervare
vergeten werden,
ver over de grei
dacht. Is dit geen
van ons één-zijn
We hebben het
dat mensen tiental
ver de wagen vol
eens het H. MisofJ
bijwonen, en nog
Communiceren.
Bij onze missies
hebben we gemiddc
de mensen bereik
waren er ook, die
woonden, puur var
gaven. Maar dez*
altijd ver in de rr
ke materialisten zo
gens in onze strek
vinden.
Nu is het me
diaspora-arbeid ge
moeilijkheden die
kunnen overwonner
stoffelijke gaven a
zelfs van zeer ond
lang. Wanneer we
priesterhulp lezen
denken we meestal
teriële hulp, aan co
zamelingen van klei
middelen. Dit is ze
zonder onze hulp
kerken en kapellen
huizen gebouwd wi
toch is deze materi
het belangrijkste. V
betekenis zijn onzi
lijke gebeden en daj
We moeten bidden
broeders en zuster
strooiïng de kracht
echte katholieken
anders georiënteerde
leven. God moge he
meest verschillende
jaagd zijn, helpen,
kaar in liefde stei
groeien tot levend
gemeenschappen.
Gel
Hiervoor te biddei
ren moet onze groot
Denken wij eraan,
het voor deze mens
.Christus onze broede
zijn! is in de dias]
in die van de Oos
te blijven aan hun
geten we niet, dat
nen katholieken, di
ling uit hun katho]
land in heidense c
streken terecht kw
grote gevaar verke
aardse bezit ook no
natuurlijke rijkdomi
liezen. Maken dez
ons onrustig, of tre
ons niets van aan'
angst om deze arme
deze kinderen, die
totaal goddeloze om
ten verkeren, en die
dens onderricht onti
ken we ons zorgen
stervenden, die ver
katholiek leven en
SLECHTS GEI
VERSCHILI
AMSTERDAM, 10
olies viel wederom
trage-aanbod te con
de koers liep dienten;
twee punten achter
Daartegenover schen
voor Londense reki
zins gevraagd te zij
de koers ruim 1)4 pi
228)4. Philips was
luier en AKU op 1(
daar dit een koers 1
pet. dividend en gisti
gehandeld is.
De incourante in<
was overwegend vri.
de orders waren oc
schaars.
Ook de cultuurmai
niet uit de lusteloze
hier sinds enige we
bevrijden en proion;
zeer terughoudende
Gebrek aan affaire d
zen enigszins afbrokl
bij Amsterdam Rub]
ging, met een verlie
punten. HVA gold 11
en Deli Maatschappi
783/4 zelfs een half
Voor aandelen Natie
delsbank blijft er zee
vraag leven, hetgeen
band brengt met een
te verwachten gunst
slag. Vandaag werd
betaald. Ook de aai
tuurbank waren in
hiervan iets beter.
De scheepvaart- en
markt kunnen vanda
kam worden geschort
afdelingen werden vr
anderde prijzen verr
Amerikanen zeer s
er weinig vraag seheei
zodait het agio voor he
geruime tijd wat la;
15 (15 3/4).