Japanners overvallen PEARL HARBOUR
r
3
Churchill stelt teleur
Osserv
Het in cultuur brengen
van de Zuiderzeeg ronden
BANDJIR OVER JAVA
De Amerikanen zagen vijanden
voor kameraden aan
Vei
WIE Rj
ZONDAG 7 DECEMBER, NU TIEN JAAR GELEDEN....
Pacific-vloot werd verpletterd
nog voor alarm kon worden
gemaakt
RADIO
Scheepsberichten
FLIP EN DE HOGE ZIJDE
Buitenlands overzicht
door Leo Broeksmit
De voorzichtig
staande onpa
van toestande
geslagen, best
kringen voor c
van grote wa
het artikel, d
Vaticaan, var
titel „Veiligh*
van de achts
1K.F.C.-
2. Z.A.P.-
3. Zouave
4. I.V.C.-I
5. W.G.W
eerste prij
tweede pri
en drie pr
PAGINA 4
WOENSDAG 5 DECEMBER 1951
In een wonder van geel en goud en paarsend rood gaat de zon
onder in het bruisend geweld van de Stille Oceaan, als een for
matie „Vliegende Forten" boven San Francisco dreunt en hoog
over de gierende golven koers zet naar Manilla. Er is „geplan-
ned", dat op Hawaii een tussenlanding zal worden gemaakt
Wanneer de vingers van de dageraad het cellophaan van de
nacht vaneenscheuren, stormen de B 17's reeds meer dan twaalf
uur door de lucht. De bemanning van de daverende toestellen
turnt door de wolken en kijkt uit naar land. Op dit vroege uur
zijn op het eiland al een paar mannen wakker en in actie.
Een van hen heeft de dienst bij de radio-omroep van Honolulu,
welke de gehele nacht nog niets anders heeft gedaan dan
Hawaian-plaatjes draaien. De muziek doet dienst als radio
baken voor de naderende bommenwerpers. De ander is kolonel
William Farthing, de commandant van de vliegbasis Hickam-
Field. Een drukke, piekerende commandant. Hij is nu nog druk
ker en hij piekert nog meer dan gewoonlijk. Een levensgrote
formatie van die vliegende kolossen is onderweg. De oorlog
mag Amerika dan zo zoetjes aan dicht op de hielen zijn gaan
zitten, een dergelijke massale vlucht is toch wel iets nieuws.
In ieder geval zo nieuw, dat de commandant vannacht geen
oog heeft dicht gedaan en om de haverklap in de controletoren
is geklommen.
Het is Zondag 7 December, nu tien jaar geleden....
Op een eenzame heuvel, die
Oipana heet, wrijven twee jonge
soldaten hun ogen uit. De ver
lichte wijzerplaat van de wekker
in him tent vertelt, dat het kwart
voor vier is. Buiten in de strui
ken kwetteren een paar vogels.
Zij zijn het enige gezelschap van
die twee jonge kerels in dat uit
gestrekte panorama >van zee en
van land en van lucht. De solda
ten, Joe Lopkard en George El
liott kunnen er anders niets moois
aan vinden- De zee en het land en
de vogels kunnen, wat hen be
treft, gestolen worden. En ieder
een. die er zin in heeft, mag hun
baantje overnemen, want Joe en
George hebben de beroerdste job,
die in het leger kan worden uit
gedacht. Ze hebben deze nacht
weer precies zo geslapen als al
die andere nachten van de laatste
drie maanden. In een tent naast
een legervrachtwagen. Goed, die
vrachtwagen is dan wel belang
rijk. Er zit een S.C.R. 270-B in
strument in, 'n soort radarinstal
latie.
Vóórdat de zon uit de zee klom
zijn de beide mannen aan het
werk gegaan. Dat werk bestaat
uit het afzoeken van een ruime
strook van de zee door middel
van de radiogolven van hun ap
paraat. De theorie wil, dat wan
neer de radiogolven iets ontmoe
ten wat er eigenlijk niet moet
zijn een Japans slagschip bij
voorbeeld—zij teruggekaatst zul
len worden en een stip brengen
op een scherm, dat oxilloscoop
heet. Zo zit dat ding in elkaar.
Hier doen Joe en George dit koe-
keloerwerk; op vijf andere plaat
sen op het eiland, welke 'n eind
PROGRAMMA
DONDERDAG 6 DECEMBER
HILVERSUM 1, 402 m.
7.00 KRO, 10.00 NCRV, 11.00
KRO, 14.00—24.00 NCRV.
7.00 Nieuws. 7.15 Morgenge
bed en liturgische kalender;
7.30 Zendersluiting. 9.00 Nieuws.
9.10 Nieuws; 9.10 Voor de huis
vrouw; 9.30 Waterstanden; 9.35
Gramofoonmuziek; NCRV: 10.00
Gewijde muziek; 10.30 Morgen
dienst; KRO: 11.00 Voor de zie
ken. 12.00 Angelus. 12.03 Lunch
concert. (12.3012.33 Land- en
tuinbouwmededelingen.) 12.55
Zonnewijzer; 13.00 Nieuws en
Katholiek nieuws; 13.20 Radio
Philharmonisch Orkest. NCRV:
14.00 Gramofoonmuziek; 14.40
Voor de vrouw; 15.10 Piano
kwartet; 15.45 Vocaal ensemble;
16.00 Bijbellezing; 16.30 Zender
sluiting; 18.00 Nieuws; 18.15
Voor de jeugd; 18.50 Leger des
Heils orkest; 19.05 „Levensvra
gen van allerlei aard en een
pastoraal antwoord". 19.20 Ver
zoekprogramma; 19.40 Radiokrant
20.00 Nieuws en weerberichten.
20.10 Gevarieerd programma;
22.25 Buitenlands overzicht; 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nieuws;
23.1524.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws; 7.15 Och
tendgymnastiek; 7.30 Zenderslui
ting; 9.00 Nieuws; 9.10 Morgen
wijding; 9.25 Gramofoonmuziek;
9.30 De Groenteman: 9.35 Gramo
foonmuziek; 10.50 Voor de kleu
ters; 11.00 Amusementsmuziek;
12.00 Orgel en viool; 12.25 „In 't
spionnetje"; 12.30 Land- en
tuinbouwmededelingen; 12.33
Pianospel; 12.50 Financiëel week
overzicht; 13.00 Nieuws; 13.15
Mededelingen of gramofoonmu
ziek; 13.20 Dansmuziek; 13.55
„U kunt het geloven of niet".
14.00 Causerie over Australië;
14.15 Gramofoonmuziek; 14.30 De
zaak Saffran, causerie; 14.45 Gra
mofoonmuziek; 15.00 Voor de
zieken; 16.00 Politie Kapel. 16.30
Zendersluiting; 18.00 Nieuws;
18.15 Nieuws; 18.15 Voor de
jeugd; 18.40 Surinaamse volks
muziek: 18.55 Voor de kinderen;
19.00 Gesproken brief uit Lon
den; 19.05 AVRO-Allerlei; 19.10
Amusementsmuziek; 19.40 Heli
con, rubriek van kunst en cul
tuur; 20.00 Nieuws; 20.05 Radio
Philharmonisch orkest; 21.05 Wat
er aan vast zit, klankbeeld; 21.35
Orkestconcert; 22.10 Actualitei
ten; 22.15 Dit is mijn lievelings
melodie, enquête; 22.45 Voor
dracht; 23.00 Nieuws; 23.15 Sport
actualiteiten; 23.3024.00 Gra
mofoonmuziek.
uit elkaar liggen, zijn andere le
den van de verbindingscompagnie
van de luchtmacht met zo'n kar
wei bezig. En zij mopperen even
hard als Joe en Gêorge.
Er is eigenlijk niemand op Ha
waï, die van de S.C.R. het fijne
weet. Alleen weet iedereen, dat er
eind November een alarmoproep
is geweest, waarbij werd veror
donneerd, dat alle zes stations tot
3 December permanent bezet
moesten blijven. De mannen zijn
toen alsmaar harder gaan mop
peren en bovendien begon al
spoedig het ene na het andere
onderdeel van de apparatuur het
te begeven. Het slot van het lied
je was, dat de alarmgroep nadien
zodanig werd gewijzigd, dat de
stations voortaan in bedrijf moes
ten zijn van een uur vóór zons
ondergang tot een uur na zons
opgang. Dat was dus van vier tot
zeven uur
Geen stipje in 3 maanden.
Tegen zessen gaat Elliott eens
naar Lockard kijken die gesta
dig naar het scherm zit te staren.
„Vertel es, Lockard, hoeveel dui
zend stippen?" vraagt ie schert
send.
Lockard heeft een gezicht om
op te schieten. „Niks niemendal,
geen sikkestip te zien vandaag!
Geen stippen vandaag, geen stip
pen gisteren. Om kort te gaan:
geen stipje gedurende de laatste
drie maanden."
Het is intussen dag geworden.
De zon boven Honolul twinkelt
op het blanke schuim, dat tegen
het zilveren strand speelt en zij
begroet de laatkomers, die terug
keren van verlof. De dienst voor
de militairen, die op het eiiand
gedetacheerd zijn, is in verband
met de toestand tot het strikte
minimum beperkt. Het is Zondag
een paar dagen geleden is de sol
dij uitbetaald en Honolulu is een
prachtstad, om er een vrije dag
in door te brengen.
DS» klok van de controletoren
van Hickam Field staat op kwart
voor zes, als kolonel Farthing de
trappen opkomt. Behalve de nor
male bezetting is de kolonel Ber-
tholl, de adjudant-generaal van
de luchtstrijdkrachten van Ha
waii', in de uitkijkpost.
„Moge," komt Farthing binnen.
„Heb je ook niet kunnen maffen,
Bertholl?"
„Nee, Bill," is het antwoord.
„Ik wil die B 17's ook wel eens
zien binnen dreunen."
Beneden bij de toren stopt in
tussen een legerwagen van het
hospitaal en kapitein Anthony
d'Alfgnso, de officier van gezond
heid, die vandaag de dienst heeft
stapt uit.
„Zo, dat hebben we weer ge
had," zegt hij gapend. „Zijn de
kanonnen geladen?
De chauffeur antwoordt, dat de
„kanonnen" 't zijn flitspuiten
geladen zijn. De taak van de
officier van gezondheid behelst
onder meer de binnenkomende
vliegtuigen te besproeien. Dit ter
voorkoming van insectenplagen.
De hemel boven Honolulu is
gespannen, zover het oog reikt.
Overigens is het doodstil op het
eiland. Alleen een paar vogels
stoeien in de bomen. De vlieg
tuigen zijn blijkbaar nog ver. Er
is nog niet het minste gezoem te
horen. Kapitein d'Alfonso zoekt
zijn plaatsje in de auto weer op
en nestelt zich op zijn gemak in
de kussens. Er kan nog wel even
gauw een tukje worden gevat!
George, kom als de weerga
kijken!
Het is precies zeven uur als op
de Opanaheuvel Lockard en El
liott hun radarwagen sluiten.
Om precies zeven uur. Geen mi
nuut eerder en geen minuut la
ter, want Lockard en EUiott mo
gen dan honderd keer de rottig
ste baantjes krijgen toegewezen:
plicht is plicht.
Daar valt niet aan te peuteren-
Als die chauffeur van de auto,
die hen voor het ontbijt komt ha
len, dat nu ook maar eens snap
te. Die neemt het niet zo nauw
met de tijd. Ook de chauffeur kan
„onze neus uit," vinden Lockard
en EUiott. Ze staan nu al een
stief minuutje naar die lamme
wagen uit te zien. Lockard slin
gert een paar „knopen" aan el
kaar. „Is me dat een rotzooi op
die pokkeheuvel! Laten ze de vel
len krijgen met die auto en met
dat ontbijt!" Geïrriteerd loopt
Lockard naar de rada-rwagen
terug.
„Wat ga jij in 's hemelsnaam
beginnen?" roept Elliot hem na.
„Weet jij wel," bromt Lockard,
„dat de bazen veronderstellen dat
ik jou opleid.Je hebt hier de
kans van je leven, man!...."
Twee minuten over zeven is 't
en Lockard tuurt weer in de oxil
loscoop. Ziet hij het goed? Hij
wrijft zijn ogen uit- Nog eens. Ja,
hij ziet het goed. Hij heeft toch
zeker geen vuiltjes in zijn oog.
Al had ie een vuiltje in zijn oog,
dan had ie die stip nog duidelijk
genoeg kunnen zien. Voor 't eerst
in drie maanden een stip. En een
knaap van een stip!
„George!" brult Locard door de
open deur. „Snotverdikkeme ke
rel, kom als de weerga kijken!"
EUiott komt ?,angehold. Hij weet
maar bitter weinig van dat ap
paraat. Hij hoeft er ook maar wei
nig van te weten. Hij hoeft al
leen maar te kijken. Een kind kan
de stip zien. Een schaduwachtig
op en neer schietend beeld
„Wat is het?" vraagt hij hij
gend.
„Wat denk je dat dat nu zal
zijn? Met zo'n snelheid? Een
vloot melkauto's misschien? Man,
dat zijn vliegtuigen, massa's
vliegtuigen, ik geef je 't op een
briefje
Lockard heeft zijn positieven
bij elkaar. „Noteer!" comman
deert hij Elliott, die als de blik
sem transparantpapier op de
kaart naas Lockard legt.
„Redy? Noteer! Tijd 7.02. Af
stand 136 mijl.
Elliott's potlood rent over het
papier.
Wat denk je dat zijn, Joe?.."
„Ik denk marinetoestellen van
een of ander vlie'gkampschip
Lockard grijpt de telefoon en
draait het nummer van het in
lichtingencentrum in Ford Shaf
fer. Niemand antwoordt.
„Verdraaid, geen kip thuis. Zul
je net zien!"
Weer werpt hij een blik op het
scherm-
„Schrijf op, George: 7.04.132
mijl
Elliott herhaalt: 7.04.. 132 mul.
Lockard neemt weer de tele
foon. Hij maakt zich kwaad. Woe
dend klinkt het: „Joe! Joe Mac-
Donald." Nog harder brult hij
door het toestel: „Joe! Joe Mac
Donald!
't Hele stel is eten.
„Snap je dat nou?" tegen El
liott- „Dat heet nu 'n infoimatie-
centrum! Moeder vraagt, of het
zo goed is," voegt hij er ironisch
aan toe, terwijl het zweet hem
uitbreekt.
„Joe!" schreeuwt hu. „Joe Mac
Donald!"
Als het toestel aan de andere
kant eindelijk klikt, zucht hij
opgelucht.
„Hallo, Mac Donald, ben m
het, Joe?"
„Yes sir, hier Mac Donald' is
het rustige antwoord.
„Oké, Joe, hier Lockard op
Opana. Geef mij snel iemand van
het informatiecentrum, het is be
langrijk.
„Sorry, Lockard, d'r is me
mand," luidt de repliek van Mac
Donald, even kalm als onverschil
lig. „Ze hebben de tent om 7 uur
uur dicht gedaan en het hele spul
is eten nu
„Luister, Joe," de stem van
Lockard klinkt ernstig en na
drukkelijk „ik moet een offi
cier spreken hoe dan ook. En
schiet in Gods naam een beetje
op! Ik kan hier last mee krijgen.
Doe niet zo vervelend, man en
grijp iemand bij de kladden. Kan
niet verdwie!".
Er valt even een stilte, terwijl
Lockard en Elliott gespannen op
het scherm staren.
Dan komt een nieuwe stem aan
de lijn, kort en krachtig: „Hier
luitenant Tijier, officier van de
wacht!"
„Hier Opana S.C.R., sir,' zegt
Lockard haastig. „Om zeven uur
wee is een groot aantal vliegtui
gen op het scherm verschenen;
afstand 136 mijl. Ze naderen met
grote spoed. Om zeven uur vier
waren ze op 132 mijl
„7.04. 132 mijl!"
Met tussenpozen van geladen
stilte komt het antwoord. „Juist
In orde.In orde. Lockard
Thank you...."
(Slot volgt)
AUTOMOBILIST REED
NA AANRIJDING DOOR
Woensdag is, zoals bekend is,
op de Zypseweg te Arnhem ser
geant G. aangereden door een
auto, ten gevolge waarvan hij is
overleden. De automobilist is na
het ongeval doorgereden zonder
zich om het slachtoffer te be- i
kommeren. Men is er thans in
geslaagd de automobilist op te
sporen. Het is de 39-jarige fabri
kant C. J. H., wonende te Soest.
Hij verklaarde dat hij, toen hij
de sergeant opmerkte, een aan
rijding niet meer kon voorkomen
tengevolge van de nadering van
een tegenligger. Hij was, zo zeide
hij, door het gebeurde zo van
streek geraakt, dat hij was door
gereden.
VEEHOUDER PLEEGDE
DIERENMISHANDELING
Het Amsterdamse gerechtshof
heeft de 47jarige veehouder uit
Wormer J. H. K., die zijn paard
met een hooivork zodanig had ge
slagen, dat het linker oog van het
dier vrij ernstig werd verwond,
veroordeeld tot twee maanden
voorwaardelijk plus een boete
van 150 gulden, subsidiair 30 da
gen. De Haarlemse politierechter
had K. tot een maand veroordeeld
en veertien dagen geleden had
de procureurgeneraal twee maan
den voorwaardelijk en een boete
van 60 gulden geëist.
Bloemfontein p. 4 Finisterre-
Teneriffe; Lindekerk 3 nm. v.
Genua-Marseille; Lissekerk 4 v.
Bahrein-Ptsudan; Loosdrecht 5
Port Said vervi.; Sibajak 4 90 m.
ZW Kreta; Tabian 4 v. Alexan
dria; Teucer p. 4 Bahama's- Blij-
dendijk 3 v. New York-R'dam;
Breda 4 te Pimentel; Helena 3 v.
Curacao-Ptoplata; Helicon 3 te
Hamburg; Oranjestad 4 v. Trini-
dad-Bardados; Kota Inten 3 11
u. te Genua; Langkoeas 4 om v.
Hollandia te R'dam; Limburg 1
v. Tj.Priok; Mataram 1 v. Ma-
kasar-Balikpapan; Mapia p. 3
Guar dafui-P ondicherryNiger-
stroom 3 v. Monrovia-Freetown;
Phrontis 3 v. Tj. Priok-Surabaja;
Polydorus 3 v. Aden; Riouw 3 v.
Colombo-Belawan; Sloterdijic 2 v.
New Orleans-Charlston; Tarakan
verm. 4 v. Belawan-Colombö;
Willem Ruys 3 v. Aden-Colombo;
Zuiderkruis 4 400 m. NNW Kaap
stad 4 verw.
HET waaide al dagen
lang. De mensen mop
perden allemaal op Jan
de Wind, maar die trok er
zich niets van aan. Hoe
bozer de mensen keken,
hoe harder hij te keer
ging. Hoeden, petten, dak
pannen en zelfs tuinhek
jes, wat hij maar even te
pakken kon krijgen blies
hij los. ,,'t Is verschrikke
lijk, klaagden de mensen",
je moet gewoon thuis
blijven om veilig te zijn".
Ja, daar was wel iets van
waar, maar, maar.... ze
hadden tenminste nog een
thuis. Ik ken wel iemand,
die helemaal geen onder
dak had en dat was: Flip
de vogelverschrikker.
Regen of onweer, dag
iof nacht, Flip stond bijna
laltijd op het veld Hij had
al neel wat hitte en kou
moeten lijden en weet je,
wat hij nog het ergste
vond? Dat hij geen hoed
had. ,,'t Is me wat moois"
bromde hij, „elke vogel
verschrikker heeft een
hoed behalve ik! Is dat
soms de dank, dat ik de
vogels van de akker houd?
Dat ik sneeuw en storm
verdraag?" Bij die woor
den stond zijn papieren
gezicht, dat eigenlijk
alleen maar een prop van
kranten was, nog droevi
ger dan anders. Zijn stok
kerige lijf bibberde, want
de wind trok hem bijna
zijn versleten jas en zijn
paarse wollen sjaal af. Ja,
als het hard waaide, had
Flip het slechter dan ooit.
Dan had hij nauwelijks
beschutting van zijn oude
kleren. Op zulke ogen
blikken had Flip zin om
nooit meer één vogel van
het veld af te jagen. Maar
ach, dat kon hij toch ook
niet goed. Daarvoor was
hij een veel te goede vo
gelverschrikker, zie je.
Soms probeerde Flip
iets tot de wind te roepen.
„Doe toch een beetje kal
mer aan" zei hij dan,
had een gloednieuwe
zwarte hoed op. En op die
glimmende hoge zijde had
Jan de Wind het nu net
begrepen. „Floep!" deed
hij opeens, net voor het
bruidspaar de kerk in wil
de stappen. „Hela!" riep
de bruidegom onthutst,
„denk eens aan mij, arme
vogelverschrikker". Maar
nee, Jan de Wind dacht
niet aan Flip. Hij speelde
maar door, of hij nu op
het land of in de stad was,
en greep, wat hij krijgen
kon.
Hij had er zelf plezier
in om te zien, hoe de men
sen met de handen aan
hun jas of hoed haastig
huiswaarts gingen. „Hihi"
gierde Jan dan in de
schoorstenen van de hui-
OP een goede dag ging
er een deftige stoet
door een klein stadje. Er
was bruiloft, Jan dè Wind
had het gauw in de ga
ten en in een wip stormde
hij naar de kerktoren toe.
Daar ging hij in een van
de galmgaten zitten. Hij
hield zich doodstil en de
mensen dachten: hèhè ein
delijk houdt het op met
waaien, wat heerlijk voor
die bruidstoet. Heel plech
tig kwam de stoet nader
bij. De bruid droeg een
witte kanten japon met
een lange sluier. De brui
degom was gestoken in
"n keurig zwart pak en hij
maar toen hield hij zich
gauw stil. Hij had een
kneepje in zijn arm ge
kregen van zijn bruid. Je
hoort niet te roepan als je
in een bruidsstoet loopt,
zelfs al ben je de bruide
gom en is je hoge hoed er
van door. Zo ging de brui
degom dus blootshoofds
naar binnen en de enige
troost was, dat hij zijn
hoed toch af had moeten
doen.
Onderhand maakte Jan
de Wind de grootste pret
met de deftige zwarte
hoed. Hij liet hem koppel
tje duikelen en blies hem
dan weer haastig voort,
achter een paar vogeltjes
aan. Daarna nam hij de
hoed in zijn armen en
haalde er bulderend van
het lachen een verbaasde
mus uit. „Ik lijk wel een
goochelaar" gierde hij,
„haha!"
Jan speelde de hele
morgen met de hoge zijde.
Hfj dreef hem over huizen
en wegen en ten slotte
kwam hij op een akker te
recht. Toen was Jan moe.
Hij kon niet meer zo hard
blazen en langzaam liet hij
de hoed dalen. „Wacht"
dacht hij, „daar is een
mooi plaatsje voor hem".
Jan stuurde de hoed wat
naar links, liet hem toen
zakken en plof, daar viel
de hoed opFlip de vo
gelverschrikker. Er stak
nog net een stukje van
Flips stokkerige lijf boven
zijn papieren hoofd uit en
daar kon de hoge hoed
prachtig op rusten. Nee
maar, wat was die Flip
blij! „Een hoed, een hoed!"
juichte hij, „ik heb een
hoed op mijn hoofd!" „En
wat voor een hoed" riep
Jan, „een hoge zijde van
een bruidegom!" Daarna
verdween hij snel om in
de toppen van de bomen
wat uit te gaan rusten.
Flip was de koning te;
rijk. „Een hoge zijde van
een bruidegom" herhaalde
hij, „zo'n hoed heeft nog
nooit een vogelverschrik
ker gehad!" Zijn papieren;
gezicht stond ineens vro
lijker. „Ik geloof dat ik er.
bepaald deftig uitzie",
glimlachte hij.
De boer, die Flip op del
akker had gezet, vond dat
ook. Maar dat was nog
niet alles. Hij vond even
eens, dat bij zo'n prach
tige hoed een betere
jas en een mooiere sjaal
hoorde. En zo kreeg Flip
de vogelverschrikker in
eens nieuwe spullen. De
boer had er schik in. Hij
bond Flips hoge hoed nog
stevig vast met wat ijzer-
draad en dat was maar
goed ook. Jan de Wind, die
grillige klant, kun je nu
eenmaal nooit vertrouwen:
de ene dag brengt hij je
een hoed en de volgende
dag wil hij hem misschien
weer meenemen! i
Het wordt steeds duidelijker,
dat de Conservatieve overwin
ning, welke Churchill in Enge
land aan het bewind heeft ge
bracht, de Europese samenwer
king eerder stroever dan vlotter
heeft gemaakt. Ondanks het
feit, dat Churchill, toen hij nog
in de oppositie was, zich een
geestdriftig voorstander van de
Europese eenheid heeft getoond.
Zowel in Straatsburg als in Rome
hebben de Britse gedelegeerden
door hun afwijzende houding niet
alleen bij alle afgevaardigden
grote teleurstelling gewekt, maar
ze zjjn ook de hoofdoorzaak ge-
Bij de aanvaarding van 't ambt
van buitengew. hoogleraar in 't
in cultuur brengen van droogge
vallen gronden aan de landbouw
hogeschool heeft prvf. dr. A. J.
Zuur 'n rede gehouden over „Het
in cultuur brengen der Zuider-
zeegronden", opvattingen uit de
de tijd van voor het droogvallen
van de Wieringermeer-
In 1848 verscheen de eerste
publicatie over de drooglegging
van de Zuiderzee. In 1930 werd
de Wieringermeer leeggemalen.
In de tussengelegen tachtiger ja
ren hebben velen plannen ge
maakt voor de inpoldering van
de Zuiderzee en daarover be
schouwingen geleverd.
Prof. Zuur heeft in zijn rede
een schets gegeven van de ont
wikkeling van de gedachten over
het beloofde land, eer men het
betrad.
De eerste plannen voor de droog
legging van de Zuiderzee zijn van
Kloppenburg en Faddegon (1848)
en van van Diggelen (1849).
Na zeventig jaren van plannen
werd eindelijk in 1918 het defi
nitieve besluit genomen om de
Zuiderzee droog te leggen en in
1930 valt de eerste polder, de
Wieringermeer droog. In die tus
sentijd verschenen de rapporten
van de z.g. commissie Lovink en
Vissering resp. van 1924 en 1930-
In deze rapporten trachtte men
zich voor het eerst concreet voor
ogen te stellen, wat er nu op
landbouwkundig gebied na het
droogvallen precies moet gebeu
ren. Op voorstel van de commis-
sie-Lovink werd een proefpolder
bij Andijk gemaakt. Zij putte
haar lering voornamelijk uit de
ervaring met de Anna Paulowna-
polder. De commissie-Vissering
heeft zich daarnaast gespiegeld
aan het in cultuur brengen van
de Haarlemmermeer.
Uit het gegeven overzicht blijkt
dat de belangstelling voor de
landbouwkundige kant van de
Zuiderzee-inpolderingen in het
algemeen gering is geweest en
dat men ook weinig aandacht
heeft geschonken aan de proble
men die bij het in cultuur bren
gen zouden rijzen. Pas in de al
lerlaatste fase is dfior de commis-
sies-Lovink en Vissering 't vraag
stuk met de nodige detaillering
behandeld. De argumenten van
de commissie-Vissering hebben
thans nog niets van hun geldig
heid verteren. De organisatiewij
ze van het ontginningsibedrijf is
in grote lijnen uitgevoerd als
door de commissie aangegeven en
zij heeft de toets van een twin
tigjarige practijk doorstaan. Beide
commissies hebben beseft, dat in
de mechanisatie een mogelijkheid
en een noodzakelijkheid voor het
incultuur brengen lag, die ten vol
le moest worden uitgebuit. De
voorschriften, die de commissie
Lovink heeft gegeven voor de
cultuur op pas drooggevallen
gronden zijn in grote lijnen juist
gebleken
In het algemeen is het goed ge
lukt, om al heeft men het niet in
elk opzicht bij het rechte eind ge
had,van te voren de grote lijnen
voor het in cultuur brengen aan
te geven. Dat dit mogelijk is ge
weest is voor een belangrijk deel
daarvan te danken dat men de
vroegere ervaringen op het gebied
van inpolderingen uitvoerig heeft
bestudeerd, deze omgewerkt tot
algemene gezichtspunten en de zo
verworven kennis toegepast op
het nieuwe object. Deze wijze van
werken heeft een betekenis, die
uitgaat boven het vraagstuk van
het in cultuur brengen der Zui
derzeepolders alleen
worden, dat beide conferenties
zulk een teleurstellend resultaat
hebben geboekt. Nadat men eerst
de afwijzende houding had ge
huld in een hoop frasen zonder
inhoud, waarmee de andere ge
delegeerden natuurlijk geen ge
noegen namen, heeft Engeland
tenslotte ,,neen" gezegd tegen
het Europese leger, „neen" tegen
een benoeming van een Ameri
kaanse Opperbevelhebber over
de Atlantische zeestrijdkrachten,
„neen" tegen een Amerikaans
standaardgeweer enz. Al deze
„neens" waren het resultaat toen
men zowel in Straatsburg als
Rome geen genoegen wilde ne
men met een aantal vage belof
ten, die zoals ook nu wel bleek,
weinig minder dan misleidend
waren. Het is duidelijk gewor
den, dat de Conservatieve rege
ring, misschien nog meer dan de
socialistische, een afzonderlijke
eigen pilaar wil worden in de
Atlantische gemeenschap en zich
tussen de Ver. Staten en West-
Europa wil stellen als een soort
derde partij.
Heeft intussen deze houding
in Frankrijk en ook bij de Bene-
luxpartners en Italië grote te
leurstelling gewekt, vooral de
Amerikanen zijn in hoge mate
ontstemd over deze Engelse hou
ding en Churchill, die als leider
van de oppositie Attlee steeds
met nadruk waarschuwde, zich
niet te isoleren van de Ver. Sta
ten, „een mogelijke verwijdering
van deze banden bezorgt mij
slapeloze nachten", riep Chur
chill eens pathetisch uit in het
Lagerhuis, heeft in de enkele
weken van zijn regeringsbestaan
de Amerikanen meer tegen En
geland in het harnas gejaagd,
dan Attlee in een heel jaar.
Het is dan ook reeds een pu
bliek geheim, dat Churchill,
wanneer hij de volgende maand
een bezoek aan Washington zal
brengen, alvorens hij over de
zo vurig verlangde dollarsteun
zal kunnen spreken, eerst eens
aan de tand gevoeld zal worden,
over zijn teleurstellende houding
inzake de Europese politiek, wel
ke naar verluidt in het bijzon
der de wrevel heeft opgewekt
van Generaal Eisenhower, de
grote coming man in de Ver.
Staten. Men beschouwt het zelfs
reeds als een soort waarschu
wing voor Engeland, dat Was
hington Frankrijk als troostprijs
voor de teleurstelling, welke En
geland het heeft bereid, direct
200 millioen dollar heeft ge
schonken voor de sanering van
zijn berooide schatkist, met de
belofte dat het bovendien nog
een lening krijgt van 600 mil
lioen dollar voor aankopen in
de Ver. Staten, waardoor
Frankrijk in staat zal zijn, de
dreigende inflatie af te wenden
en het huidige levensniveau voor
1952 te handhaven. Deze finan
ciële hulp heeft Engeland zeker
niet minder hard nodig dan
Frankrijk, maar men steekt het
in de Ver. Staten niet onder
stoelen of banken, dat wanneer
Engeland zo weinig bereidheid
toont om in het belang van de
Europese eenheid en in het be
lang der militaire samenwerking
enige offers te brengen aan zijn
nationaal prestige, het niet be
hoeft te rekenen op financiële
hulp van Amerika.
Intussen heeft president Tru
man zijn gevolmachtigde Avereil
Harriman reeds naar Londen
gestuurd, die Maandag onmid
dellijk na zijn aankomst een
langdurig onderhoud met Chur
chill had. Daarbij zal deze de
Engelse premier wel hebben
meegedeeld, dat men in de Ver.
Staten over de buitenlandse po
litiek van de Conservatieve En
gelse regering danig teleurgesteld
is. Het verluidt ook, dat de
Duitse Bondskanselier dr. Ade
nauer, die momenteel in de En
gelse hoofdstad vertoeft en waar
hij met een opvallend eerbetoon
is ontvangen, krachtig bij Chur
chill heeft aangedrongen op een
meer positieve houding in de
politiek, die moet leiden tot een
éénwording van Europa.
Uit dit alles blijkt wel, dat de
afwijzende reactie op Churchill's
politiek buiten Engeland gemeen
is en Londen het niet gemakke
lijk zal vallen deze oude Engelse
isolationistische politiek door te
zetten.
Want zo sterk is Engelands
positie internationaal niet meer,
dat het met zijn buitenlandse
politiek de gehele wereld trot
seren kan.
Die dagen van Disraëli zijn
voorbij en zelfs Churchill kan
die niet meer doen terugkeren.
FEUILLETON
86.
Toen de toean in de ontvangst-
loods een lang gesprek had met
enkele blanken, hield Mardjo
zich wat achteraf en hij vond het
onprettig, dat de toean naar hem
wees en de mannen hem lang en
ernstig aanstaarden.
Maar tenslotte kreeg de toean
een papier met stempels en
wenkte hij Mardjo om hem te
volgen. Samen met de andere
geredden reden ze in drie auto's
de stad door en Mardjo verwon
derde zich over de hoge huizen en
de lange rijen auto's. Ze moesten
hier ook wel erg ver van Java
zijn, want gedurende de gehele
rit zag hij geen enkele Javaan.
Hij vroeg het aan de toean; of
hier helemaal geen bruine men
sen woonden of ze al zover van
Java af waren, dat hier alleen
blanke mensen leefden. Maar de
toean schudde het hoofd. „Hier
woonden vroeger alleen bruine
mensen", zei hij. „Maar daarvan
zijn er nu niet veel meer over en
die er nog zijn, wonen in het
binnenland, dat onvruchtbaar is".
„Maar er zijn hier ook haast
geen Chinezen of koelies", ont
dekte Mardjo.
„Die worden in dit land niet
toegelaten. De regering heeft be
paald, dat hier geen gekleurde
mensen mogen komen, omdat an
ders de blanke arbeiders mis
schien zonder werk zouden ko
men. Daarom had ik daarstraks
met die heren aan de kade moeite
hen te bewegen jou door te laten. I
Ik heb moeten beloven, dat jouw
verblijf hier maar tijdelijk zou I
zijn".
„Maar u zult mij toch niet I
alleen terugsturen?" schrok
Mardjo. j
De toean schudde het hoofd,
„Ik zal de Nederlandse consul
wel vragen, om dat te regelen.
De consul is de vertegenwoordi
ger van onze Koningin".
Mardjo was gerustgesteld. Als
de vertegenwoordiger van de Ko
ningin vroeg, of hij mocht blij
ven, dan zou niemand dit durven
weigeren. En hij zou hier immers
maar tijdelijk zijn. Na de oorlog
zou hü dadelijk weer teruggaan
naar Java, waar alles zoveel rus
tiger en vrediger was en waar
geen regering was, die de men
sen met een bruine huid naar de
onvruchtbare gebieden verbande.
De auto's stopten voor een groot
hotel. Dat zou voorlopig hun wo
ning zijn. Mardjo kreeg een eigen
kamer, met een bed dat wipte,
als je er op ging zitten, heel an
ders dan een baleh-baleh. Die
Australiërs waren al net zulke
rare mensen als de Amerikanen,
als de Amerikanen.
Wie had. ooit gehoord, dat een
diongos een kamer had met een
schelknopj o aan de muur.
Toen hij er op drukte, om te
zien of ze hier dan misschien
tóch een Javaans loopjongetje
hadden om de diongos te helpen,
kwam er een toean in een wit
jasje!
Mardjo kon van verbazing geen
woord uitbrengen en de man
zou hem trouwens niet hebben
verstaan. Pas toen de ander met
een nijdig gezicht de deur weer
had dichtgeslagen, durfde Mar-
djo eens hartelijk uitlachen over
dit gekke land. waar de diongos j
een blank? toean kreeg om hem
te bedienen!
De weken die volgden, waren
voor Mardjo rijk aan afwisse
ling. Hij moest iets leren van
ae vreemde taal. die alle men
sen hier spraken, Hii moest
wennen aan de nieuwe spijzen
en aan nieuwe gewoonten. Hij
had ook hier weer een strijd
moeten voeren om zelf de toean
te blijven bedienen, want dat
wilde die blanke heer met dat i
witte jasje eerst doen. Het had
Mardio heel wat moeite gekost,
om beleefd maar beslist ziin wil
op dat punt door te zetten.
De toean was elke dag weg
geweest voor besprekingen en
na een week had hij Mardjo i
verteld, dat ze voorlopig hier in l
Sydney zouden blijven wonen, j
„Wordt de toean hier dan
weer postdirektoer?" vroeg Mar-1
djo hoopvol, maar de toean had
glimlachend het hoofd geschud.1
Nee 'hij werd geen postdirecteur, j
maar wel ambtenaar van de I
Nederlandse regering. Hii zou
een commissie besturen, die nu
al het herstel van Indië moest
voorbereiden. Omdat hii tot het
allerlaatste daar was geweest,
wist hii immers wat daar na de
oorlog nodig zou ziin. Rijst,
geneesmiddelen katoeni voor
baadjes, vee. artikelen voor de
electriciteitsvoorziening. machi
nes en gereedschappen, pompen
en fabrieksinstallaties voor de
petroleumindustrie. Dat alles
moest in Amerika en Australië
worden gekocht, en bewaard, zo
dat het naar Indië kon worden
gebracht, zodra de oorlog voorbij
was. Ook moesten er plannen
worden gemaakt om de onder
nemingen. die nu werden ver
waarloosd. zo spoedig mogelijk
weer op het vroegere peil te
brengen.
Mardjo knikte. Hii was er de
vertegenwoordiger der Koningin
heel dankbaar voor. dat zij ziin
toean al dat nieuwe werk had
gegeven. De toean was er plot
seling veel opgewekter door ge
worden.
„Nu kan ik hier tenminste nog
nuttig ziin voor ons land. Mar-
jo", zei hii. „Dat ik helemaal
niets kan doen voor do nionia en
de nonna is heel erg Maar ik
kan nu in ieder geval werken
om het leven na de oorlog zo
gauw mogelijk weer normaal te
maken, niet alleen voor onze
eigen nionia en nonna. maar
voor alle mensen in heel Indië.
En dan heb ik toch het gevoel,
dat ik ook iets do? voor onze
eigen njonia en nonna. Zie je.
Mardjo. dat is het mooie van dit
werk."
Mardjo voelde zich wonderlijk
ontroerd door deze vertrouwe
lijkheid. Er was do laatste tiid
een sterkere band dan vroeger
gegroeid tussen de toean en
hem. (Wordt vervolgd)
Volgens het officiël
eigenlijk in een sta
oorlog of in vrede
tot ontwapening a
artikel, zijn bezorgd
pening, waartoe e«
het voordeel van 6
ning de hoeksteen
men deze dus zo
tegelijkertijd in he
zoals de Paus heel
maar om hem de
niet een aanmoei
arbeid en de moeit
conflict te voorkon-
Het blad noemt a
tieke eigenschapper
ferentie: „openlijke
de verklaringen ei
van bijbelse zeker!
huis van het Weste
nologie van de laa
trek zinspeelt op
spreuk, waarmede
wer op Maandag
zijn uiteenzetting tc
ring over de no;
van een internatio
"begonnen.
De Osservatore R
„dat deze twee ka
dezelfde zijn als di
Oosterse blok voo.
Aan de ene zijde
eis van vrijheid, r
de andere kant 1
staan dus hardnek
standpunten. Van
zou dus de oorlog
beginnen?"
„De Oosterse cor
deze bijeenkomst,
het Italiaanse foru:
geven, gewagen var
scherpen en uitbr
bedreiging tot de a
kelijkheid bevinde:
genover een grool
dus de Osservatori
„Waarom imme
Atlantisch Pact e
veiligheid oorlog e
liever het Oosters:
tegen veiligheid ei
derdzeventig divisi
wapenen, d.w.z.
bewapening, welke
kent, aan de and
het IJzeren Gordi,
sluitend ter verde
en ter ontmoedigir
valler, terwijl aan
veertigtal divisies,
ding", een aanval
zouden betekener
staande de H.
blijkbaar in het ve
maakt van de bibl
generale staven v
weerd. 't Wordt v<
schoon de H. Scb
dien uw vijand,
sterker dan gijzelf.
dan de oorlog mei
tot onderhandelen
Helder heeft het i
erg beschaamd, ws
ders onverwacht,
trouwen beter wa;
heel weinig winst
in Alkmaar. Ook
uit Stompetoren.
Het aantal inzenc
bereikt. Er waren
hoofdprijzen voor
meer liefhebberij
Hier volgen dan 1
le prijs f5.
2e prijs f2.50
3e, 4e en 5e j
Wed. ZWETS!
A. J. VAN R<
G. BOENDER
De nieuwe opgav
Naam:
Adres:
Woonplaats:
1. Achter de ns
volgens Uw
2. Oplossingen
moeten als t
plakken en o
daarmee bes
3. Oplossingen
van dit blad
ELKE WOENi
DE NIEUWE
Voor elke g(
Voor het juist
de goede cijfers
tueel door het 1
schikbaar gestel
Er wordt o
dentie gevoerd.