Japanners overvallen PEARL HARBOUR r 3 Churchill stelt teleur Osserv Het in cultuur brengen van de Zuiderzeeg ronden BANDJIR OVER JAVA De Amerikanen zagen vijanden voor kameraden aan Vei WIE Rj ZONDAG 7 DECEMBER, NU TIEN JAAR GELEDEN.... Pacific-vloot werd verpletterd nog voor alarm kon worden gemaakt RADIO Scheepsberichten FLIP EN DE HOGE ZIJDE Buitenlands overzicht door Leo Broeksmit De voorzichtig staande onpa van toestande geslagen, best kringen voor c van grote wa het artikel, d Vaticaan, var titel „Veiligh* van de achts 1K.F.C.- 2. Z.A.P.- 3. Zouave 4. I.V.C.-I 5. W.G.W eerste prij tweede pri en drie pr PAGINA 4 WOENSDAG 5 DECEMBER 1951 In een wonder van geel en goud en paarsend rood gaat de zon onder in het bruisend geweld van de Stille Oceaan, als een for matie „Vliegende Forten" boven San Francisco dreunt en hoog over de gierende golven koers zet naar Manilla. Er is „geplan- ned", dat op Hawaii een tussenlanding zal worden gemaakt Wanneer de vingers van de dageraad het cellophaan van de nacht vaneenscheuren, stormen de B 17's reeds meer dan twaalf uur door de lucht. De bemanning van de daverende toestellen turnt door de wolken en kijkt uit naar land. Op dit vroege uur zijn op het eiland al een paar mannen wakker en in actie. Een van hen heeft de dienst bij de radio-omroep van Honolulu, welke de gehele nacht nog niets anders heeft gedaan dan Hawaian-plaatjes draaien. De muziek doet dienst als radio baken voor de naderende bommenwerpers. De ander is kolonel William Farthing, de commandant van de vliegbasis Hickam- Field. Een drukke, piekerende commandant. Hij is nu nog druk ker en hij piekert nog meer dan gewoonlijk. Een levensgrote formatie van die vliegende kolossen is onderweg. De oorlog mag Amerika dan zo zoetjes aan dicht op de hielen zijn gaan zitten, een dergelijke massale vlucht is toch wel iets nieuws. In ieder geval zo nieuw, dat de commandant vannacht geen oog heeft dicht gedaan en om de haverklap in de controletoren is geklommen. Het is Zondag 7 December, nu tien jaar geleden.... Op een eenzame heuvel, die Oipana heet, wrijven twee jonge soldaten hun ogen uit. De ver lichte wijzerplaat van de wekker in him tent vertelt, dat het kwart voor vier is. Buiten in de strui ken kwetteren een paar vogels. Zij zijn het enige gezelschap van die twee jonge kerels in dat uit gestrekte panorama >van zee en van land en van lucht. De solda ten, Joe Lopkard en George El liott kunnen er anders niets moois aan vinden- De zee en het land en de vogels kunnen, wat hen be treft, gestolen worden. En ieder een. die er zin in heeft, mag hun baantje overnemen, want Joe en George hebben de beroerdste job, die in het leger kan worden uit gedacht. Ze hebben deze nacht weer precies zo geslapen als al die andere nachten van de laatste drie maanden. In een tent naast een legervrachtwagen. Goed, die vrachtwagen is dan wel belang rijk. Er zit een S.C.R. 270-B in strument in, 'n soort radarinstal latie. Vóórdat de zon uit de zee klom zijn de beide mannen aan het werk gegaan. Dat werk bestaat uit het afzoeken van een ruime strook van de zee door middel van de radiogolven van hun ap paraat. De theorie wil, dat wan neer de radiogolven iets ontmoe ten wat er eigenlijk niet moet zijn een Japans slagschip bij voorbeeld—zij teruggekaatst zul len worden en een stip brengen op een scherm, dat oxilloscoop heet. Zo zit dat ding in elkaar. Hier doen Joe en George dit koe- keloerwerk; op vijf andere plaat sen op het eiland, welke 'n eind PROGRAMMA DONDERDAG 6 DECEMBER HILVERSUM 1, 402 m. 7.00 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 14.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.15 Morgenge bed en liturgische kalender; 7.30 Zendersluiting. 9.00 Nieuws. 9.10 Nieuws; 9.10 Voor de huis vrouw; 9.30 Waterstanden; 9.35 Gramofoonmuziek; NCRV: 10.00 Gewijde muziek; 10.30 Morgen dienst; KRO: 11.00 Voor de zie ken. 12.00 Angelus. 12.03 Lunch concert. (12.3012.33 Land- en tuinbouwmededelingen.) 12.55 Zonnewijzer; 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws; 13.20 Radio Philharmonisch Orkest. NCRV: 14.00 Gramofoonmuziek; 14.40 Voor de vrouw; 15.10 Piano kwartet; 15.45 Vocaal ensemble; 16.00 Bijbellezing; 16.30 Zender sluiting; 18.00 Nieuws; 18.15 Voor de jeugd; 18.50 Leger des Heils orkest; 19.05 „Levensvra gen van allerlei aard en een pastoraal antwoord". 19.20 Ver zoekprogramma; 19.40 Radiokrant 20.00 Nieuws en weerberichten. 20.10 Gevarieerd programma; 22.25 Buitenlands overzicht; 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws; 23.1524.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II 298 M. 7.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws; 7.15 Och tendgymnastiek; 7.30 Zenderslui ting; 9.00 Nieuws; 9.10 Morgen wijding; 9.25 Gramofoonmuziek; 9.30 De Groenteman: 9.35 Gramo foonmuziek; 10.50 Voor de kleu ters; 11.00 Amusementsmuziek; 12.00 Orgel en viool; 12.25 „In 't spionnetje"; 12.30 Land- en tuinbouwmededelingen; 12.33 Pianospel; 12.50 Financiëel week overzicht; 13.00 Nieuws; 13.15 Mededelingen of gramofoonmu ziek; 13.20 Dansmuziek; 13.55 „U kunt het geloven of niet". 14.00 Causerie over Australië; 14.15 Gramofoonmuziek; 14.30 De zaak Saffran, causerie; 14.45 Gra mofoonmuziek; 15.00 Voor de zieken; 16.00 Politie Kapel. 16.30 Zendersluiting; 18.00 Nieuws; 18.15 Nieuws; 18.15 Voor de jeugd; 18.40 Surinaamse volks muziek: 18.55 Voor de kinderen; 19.00 Gesproken brief uit Lon den; 19.05 AVRO-Allerlei; 19.10 Amusementsmuziek; 19.40 Heli con, rubriek van kunst en cul tuur; 20.00 Nieuws; 20.05 Radio Philharmonisch orkest; 21.05 Wat er aan vast zit, klankbeeld; 21.35 Orkestconcert; 22.10 Actualitei ten; 22.15 Dit is mijn lievelings melodie, enquête; 22.45 Voor dracht; 23.00 Nieuws; 23.15 Sport actualiteiten; 23.3024.00 Gra mofoonmuziek. uit elkaar liggen, zijn andere le den van de verbindingscompagnie van de luchtmacht met zo'n kar wei bezig. En zij mopperen even hard als Joe en Gêorge. Er is eigenlijk niemand op Ha waï, die van de S.C.R. het fijne weet. Alleen weet iedereen, dat er eind November een alarmoproep is geweest, waarbij werd veror donneerd, dat alle zes stations tot 3 December permanent bezet moesten blijven. De mannen zijn toen alsmaar harder gaan mop peren en bovendien begon al spoedig het ene na het andere onderdeel van de apparatuur het te begeven. Het slot van het lied je was, dat de alarmgroep nadien zodanig werd gewijzigd, dat de stations voortaan in bedrijf moes ten zijn van een uur vóór zons ondergang tot een uur na zons opgang. Dat was dus van vier tot zeven uur Geen stipje in 3 maanden. Tegen zessen gaat Elliott eens naar Lockard kijken die gesta dig naar het scherm zit te staren. „Vertel es, Lockard, hoeveel dui zend stippen?" vraagt ie schert send. Lockard heeft een gezicht om op te schieten. „Niks niemendal, geen sikkestip te zien vandaag! Geen stippen vandaag, geen stip pen gisteren. Om kort te gaan: geen stipje gedurende de laatste drie maanden." Het is intussen dag geworden. De zon boven Honolul twinkelt op het blanke schuim, dat tegen het zilveren strand speelt en zij begroet de laatkomers, die terug keren van verlof. De dienst voor de militairen, die op het eiiand gedetacheerd zijn, is in verband met de toestand tot het strikte minimum beperkt. Het is Zondag een paar dagen geleden is de sol dij uitbetaald en Honolulu is een prachtstad, om er een vrije dag in door te brengen. DS» klok van de controletoren van Hickam Field staat op kwart voor zes, als kolonel Farthing de trappen opkomt. Behalve de nor male bezetting is de kolonel Ber- tholl, de adjudant-generaal van de luchtstrijdkrachten van Ha waii', in de uitkijkpost. „Moge," komt Farthing binnen. „Heb je ook niet kunnen maffen, Bertholl?" „Nee, Bill," is het antwoord. „Ik wil die B 17's ook wel eens zien binnen dreunen." Beneden bij de toren stopt in tussen een legerwagen van het hospitaal en kapitein Anthony d'Alfgnso, de officier van gezond heid, die vandaag de dienst heeft stapt uit. „Zo, dat hebben we weer ge had," zegt hij gapend. „Zijn de kanonnen geladen? De chauffeur antwoordt, dat de „kanonnen" 't zijn flitspuiten geladen zijn. De taak van de officier van gezondheid behelst onder meer de binnenkomende vliegtuigen te besproeien. Dit ter voorkoming van insectenplagen. De hemel boven Honolulu is gespannen, zover het oog reikt. Overigens is het doodstil op het eiland. Alleen een paar vogels stoeien in de bomen. De vlieg tuigen zijn blijkbaar nog ver. Er is nog niet het minste gezoem te horen. Kapitein d'Alfonso zoekt zijn plaatsje in de auto weer op en nestelt zich op zijn gemak in de kussens. Er kan nog wel even gauw een tukje worden gevat! George, kom als de weerga kijken! Het is precies zeven uur als op de Opanaheuvel Lockard en El liott hun radarwagen sluiten. Om precies zeven uur. Geen mi nuut eerder en geen minuut la ter, want Lockard en EUiott mo gen dan honderd keer de rottig ste baantjes krijgen toegewezen: plicht is plicht. Daar valt niet aan te peuteren- Als die chauffeur van de auto, die hen voor het ontbijt komt ha len, dat nu ook maar eens snap te. Die neemt het niet zo nauw met de tijd. Ook de chauffeur kan „onze neus uit," vinden Lockard en EUiott. Ze staan nu al een stief minuutje naar die lamme wagen uit te zien. Lockard slin gert een paar „knopen" aan el kaar. „Is me dat een rotzooi op die pokkeheuvel! Laten ze de vel len krijgen met die auto en met dat ontbijt!" Geïrriteerd loopt Lockard naar de rada-rwagen terug. „Wat ga jij in 's hemelsnaam beginnen?" roept Elliot hem na. „Weet jij wel," bromt Lockard, „dat de bazen veronderstellen dat ik jou opleid.Je hebt hier de kans van je leven, man!...." Twee minuten over zeven is 't en Lockard tuurt weer in de oxil loscoop. Ziet hij het goed? Hij wrijft zijn ogen uit- Nog eens. Ja, hij ziet het goed. Hij heeft toch zeker geen vuiltjes in zijn oog. Al had ie een vuiltje in zijn oog, dan had ie die stip nog duidelijk genoeg kunnen zien. Voor 't eerst in drie maanden een stip. En een knaap van een stip! „George!" brult Locard door de open deur. „Snotverdikkeme ke rel, kom als de weerga kijken!" EUiott komt ?,angehold. Hij weet maar bitter weinig van dat ap paraat. Hij hoeft er ook maar wei nig van te weten. Hij hoeft al leen maar te kijken. Een kind kan de stip zien. Een schaduwachtig op en neer schietend beeld „Wat is het?" vraagt hij hij gend. „Wat denk je dat dat nu zal zijn? Met zo'n snelheid? Een vloot melkauto's misschien? Man, dat zijn vliegtuigen, massa's vliegtuigen, ik geef je 't op een briefje Lockard heeft zijn positieven bij elkaar. „Noteer!" comman deert hij Elliott, die als de blik sem transparantpapier op de kaart naas Lockard legt. „Redy? Noteer! Tijd 7.02. Af stand 136 mijl. Elliott's potlood rent over het papier. Wat denk je dat zijn, Joe?.." „Ik denk marinetoestellen van een of ander vlie'gkampschip Lockard grijpt de telefoon en draait het nummer van het in lichtingencentrum in Ford Shaf fer. Niemand antwoordt. „Verdraaid, geen kip thuis. Zul je net zien!" Weer werpt hij een blik op het scherm- „Schrijf op, George: 7.04.132 mijl Elliott herhaalt: 7.04.. 132 mul. Lockard neemt weer de tele foon. Hij maakt zich kwaad. Woe dend klinkt het: „Joe! Joe Mac- Donald." Nog harder brult hij door het toestel: „Joe! Joe Mac Donald! 't Hele stel is eten. „Snap je dat nou?" tegen El liott- „Dat heet nu 'n infoimatie- centrum! Moeder vraagt, of het zo goed is," voegt hij er ironisch aan toe, terwijl het zweet hem uitbreekt. „Joe!" schreeuwt hu. „Joe Mac Donald!" Als het toestel aan de andere kant eindelijk klikt, zucht hij opgelucht. „Hallo, Mac Donald, ben m het, Joe?" „Yes sir, hier Mac Donald' is het rustige antwoord. „Oké, Joe, hier Lockard op Opana. Geef mij snel iemand van het informatiecentrum, het is be langrijk. „Sorry, Lockard, d'r is me mand," luidt de repliek van Mac Donald, even kalm als onverschil lig. „Ze hebben de tent om 7 uur uur dicht gedaan en het hele spul is eten nu „Luister, Joe," de stem van Lockard klinkt ernstig en na drukkelijk „ik moet een offi cier spreken hoe dan ook. En schiet in Gods naam een beetje op! Ik kan hier last mee krijgen. Doe niet zo vervelend, man en grijp iemand bij de kladden. Kan niet verdwie!". Er valt even een stilte, terwijl Lockard en Elliott gespannen op het scherm staren. Dan komt een nieuwe stem aan de lijn, kort en krachtig: „Hier luitenant Tijier, officier van de wacht!" „Hier Opana S.C.R., sir,' zegt Lockard haastig. „Om zeven uur wee is een groot aantal vliegtui gen op het scherm verschenen; afstand 136 mijl. Ze naderen met grote spoed. Om zeven uur vier waren ze op 132 mijl „7.04. 132 mijl!" Met tussenpozen van geladen stilte komt het antwoord. „Juist In orde.In orde. Lockard Thank you...." (Slot volgt) AUTOMOBILIST REED NA AANRIJDING DOOR Woensdag is, zoals bekend is, op de Zypseweg te Arnhem ser geant G. aangereden door een auto, ten gevolge waarvan hij is overleden. De automobilist is na het ongeval doorgereden zonder zich om het slachtoffer te be- i kommeren. Men is er thans in geslaagd de automobilist op te sporen. Het is de 39-jarige fabri kant C. J. H., wonende te Soest. Hij verklaarde dat hij, toen hij de sergeant opmerkte, een aan rijding niet meer kon voorkomen tengevolge van de nadering van een tegenligger. Hij was, zo zeide hij, door het gebeurde zo van streek geraakt, dat hij was door gereden. VEEHOUDER PLEEGDE DIERENMISHANDELING Het Amsterdamse gerechtshof heeft de 47jarige veehouder uit Wormer J. H. K., die zijn paard met een hooivork zodanig had ge slagen, dat het linker oog van het dier vrij ernstig werd verwond, veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijk plus een boete van 150 gulden, subsidiair 30 da gen. De Haarlemse politierechter had K. tot een maand veroordeeld en veertien dagen geleden had de procureurgeneraal twee maan den voorwaardelijk en een boete van 60 gulden geëist. Bloemfontein p. 4 Finisterre- Teneriffe; Lindekerk 3 nm. v. Genua-Marseille; Lissekerk 4 v. Bahrein-Ptsudan; Loosdrecht 5 Port Said vervi.; Sibajak 4 90 m. ZW Kreta; Tabian 4 v. Alexan dria; Teucer p. 4 Bahama's- Blij- dendijk 3 v. New York-R'dam; Breda 4 te Pimentel; Helena 3 v. Curacao-Ptoplata; Helicon 3 te Hamburg; Oranjestad 4 v. Trini- dad-Bardados; Kota Inten 3 11 u. te Genua; Langkoeas 4 om v. Hollandia te R'dam; Limburg 1 v. Tj.Priok; Mataram 1 v. Ma- kasar-Balikpapan; Mapia p. 3 Guar dafui-P ondicherryNiger- stroom 3 v. Monrovia-Freetown; Phrontis 3 v. Tj. Priok-Surabaja; Polydorus 3 v. Aden; Riouw 3 v. Colombo-Belawan; Sloterdijic 2 v. New Orleans-Charlston; Tarakan verm. 4 v. Belawan-Colombö; Willem Ruys 3 v. Aden-Colombo; Zuiderkruis 4 400 m. NNW Kaap stad 4 verw. HET waaide al dagen lang. De mensen mop perden allemaal op Jan de Wind, maar die trok er zich niets van aan. Hoe bozer de mensen keken, hoe harder hij te keer ging. Hoeden, petten, dak pannen en zelfs tuinhek jes, wat hij maar even te pakken kon krijgen blies hij los. ,,'t Is verschrikke lijk, klaagden de mensen", je moet gewoon thuis blijven om veilig te zijn". Ja, daar was wel iets van waar, maar, maar.... ze hadden tenminste nog een thuis. Ik ken wel iemand, die helemaal geen onder dak had en dat was: Flip de vogelverschrikker. Regen of onweer, dag iof nacht, Flip stond bijna laltijd op het veld Hij had al neel wat hitte en kou moeten lijden en weet je, wat hij nog het ergste vond? Dat hij geen hoed had. ,,'t Is me wat moois" bromde hij, „elke vogel verschrikker heeft een hoed behalve ik! Is dat soms de dank, dat ik de vogels van de akker houd? Dat ik sneeuw en storm verdraag?" Bij die woor den stond zijn papieren gezicht, dat eigenlijk alleen maar een prop van kranten was, nog droevi ger dan anders. Zijn stok kerige lijf bibberde, want de wind trok hem bijna zijn versleten jas en zijn paarse wollen sjaal af. Ja, als het hard waaide, had Flip het slechter dan ooit. Dan had hij nauwelijks beschutting van zijn oude kleren. Op zulke ogen blikken had Flip zin om nooit meer één vogel van het veld af te jagen. Maar ach, dat kon hij toch ook niet goed. Daarvoor was hij een veel te goede vo gelverschrikker, zie je. Soms probeerde Flip iets tot de wind te roepen. „Doe toch een beetje kal mer aan" zei hij dan, had een gloednieuwe zwarte hoed op. En op die glimmende hoge zijde had Jan de Wind het nu net begrepen. „Floep!" deed hij opeens, net voor het bruidspaar de kerk in wil de stappen. „Hela!" riep de bruidegom onthutst, „denk eens aan mij, arme vogelverschrikker". Maar nee, Jan de Wind dacht niet aan Flip. Hij speelde maar door, of hij nu op het land of in de stad was, en greep, wat hij krijgen kon. Hij had er zelf plezier in om te zien, hoe de men sen met de handen aan hun jas of hoed haastig huiswaarts gingen. „Hihi" gierde Jan dan in de schoorstenen van de hui- OP een goede dag ging er een deftige stoet door een klein stadje. Er was bruiloft, Jan dè Wind had het gauw in de ga ten en in een wip stormde hij naar de kerktoren toe. Daar ging hij in een van de galmgaten zitten. Hij hield zich doodstil en de mensen dachten: hèhè ein delijk houdt het op met waaien, wat heerlijk voor die bruidstoet. Heel plech tig kwam de stoet nader bij. De bruid droeg een witte kanten japon met een lange sluier. De brui degom was gestoken in "n keurig zwart pak en hij maar toen hield hij zich gauw stil. Hij had een kneepje in zijn arm ge kregen van zijn bruid. Je hoort niet te roepan als je in een bruidsstoet loopt, zelfs al ben je de bruide gom en is je hoge hoed er van door. Zo ging de brui degom dus blootshoofds naar binnen en de enige troost was, dat hij zijn hoed toch af had moeten doen. Onderhand maakte Jan de Wind de grootste pret met de deftige zwarte hoed. Hij liet hem koppel tje duikelen en blies hem dan weer haastig voort, achter een paar vogeltjes aan. Daarna nam hij de hoed in zijn armen en haalde er bulderend van het lachen een verbaasde mus uit. „Ik lijk wel een goochelaar" gierde hij, „haha!" Jan speelde de hele morgen met de hoge zijde. Hfj dreef hem over huizen en wegen en ten slotte kwam hij op een akker te recht. Toen was Jan moe. Hij kon niet meer zo hard blazen en langzaam liet hij de hoed dalen. „Wacht" dacht hij, „daar is een mooi plaatsje voor hem". Jan stuurde de hoed wat naar links, liet hem toen zakken en plof, daar viel de hoed opFlip de vo gelverschrikker. Er stak nog net een stukje van Flips stokkerige lijf boven zijn papieren hoofd uit en daar kon de hoge hoed prachtig op rusten. Nee maar, wat was die Flip blij! „Een hoed, een hoed!" juichte hij, „ik heb een hoed op mijn hoofd!" „En wat voor een hoed" riep Jan, „een hoge zijde van een bruidegom!" Daarna verdween hij snel om in de toppen van de bomen wat uit te gaan rusten. Flip was de koning te; rijk. „Een hoge zijde van een bruidegom" herhaalde hij, „zo'n hoed heeft nog nooit een vogelverschrik ker gehad!" Zijn papieren; gezicht stond ineens vro lijker. „Ik geloof dat ik er. bepaald deftig uitzie", glimlachte hij. De boer, die Flip op del akker had gezet, vond dat ook. Maar dat was nog niet alles. Hij vond even eens, dat bij zo'n prach tige hoed een betere jas en een mooiere sjaal hoorde. En zo kreeg Flip de vogelverschrikker in eens nieuwe spullen. De boer had er schik in. Hij bond Flips hoge hoed nog stevig vast met wat ijzer- draad en dat was maar goed ook. Jan de Wind, die grillige klant, kun je nu eenmaal nooit vertrouwen: de ene dag brengt hij je een hoed en de volgende dag wil hij hem misschien weer meenemen! i Het wordt steeds duidelijker, dat de Conservatieve overwin ning, welke Churchill in Enge land aan het bewind heeft ge bracht, de Europese samenwer king eerder stroever dan vlotter heeft gemaakt. Ondanks het feit, dat Churchill, toen hij nog in de oppositie was, zich een geestdriftig voorstander van de Europese eenheid heeft getoond. Zowel in Straatsburg als in Rome hebben de Britse gedelegeerden door hun afwijzende houding niet alleen bij alle afgevaardigden grote teleurstelling gewekt, maar ze zjjn ook de hoofdoorzaak ge- Bij de aanvaarding van 't ambt van buitengew. hoogleraar in 't in cultuur brengen van droogge vallen gronden aan de landbouw hogeschool heeft prvf. dr. A. J. Zuur 'n rede gehouden over „Het in cultuur brengen der Zuider- zeegronden", opvattingen uit de de tijd van voor het droogvallen van de Wieringermeer- In 1848 verscheen de eerste publicatie over de drooglegging van de Zuiderzee. In 1930 werd de Wieringermeer leeggemalen. In de tussengelegen tachtiger ja ren hebben velen plannen ge maakt voor de inpoldering van de Zuiderzee en daarover be schouwingen geleverd. Prof. Zuur heeft in zijn rede een schets gegeven van de ont wikkeling van de gedachten over het beloofde land, eer men het betrad. De eerste plannen voor de droog legging van de Zuiderzee zijn van Kloppenburg en Faddegon (1848) en van van Diggelen (1849). Na zeventig jaren van plannen werd eindelijk in 1918 het defi nitieve besluit genomen om de Zuiderzee droog te leggen en in 1930 valt de eerste polder, de Wieringermeer droog. In die tus sentijd verschenen de rapporten van de z.g. commissie Lovink en Vissering resp. van 1924 en 1930- In deze rapporten trachtte men zich voor het eerst concreet voor ogen te stellen, wat er nu op landbouwkundig gebied na het droogvallen precies moet gebeu ren. Op voorstel van de commis- sie-Lovink werd een proefpolder bij Andijk gemaakt. Zij putte haar lering voornamelijk uit de ervaring met de Anna Paulowna- polder. De commissie-Vissering heeft zich daarnaast gespiegeld aan het in cultuur brengen van de Haarlemmermeer. Uit het gegeven overzicht blijkt dat de belangstelling voor de landbouwkundige kant van de Zuiderzee-inpolderingen in het algemeen gering is geweest en dat men ook weinig aandacht heeft geschonken aan de proble men die bij het in cultuur bren gen zouden rijzen. Pas in de al lerlaatste fase is dfior de commis- sies-Lovink en Vissering 't vraag stuk met de nodige detaillering behandeld. De argumenten van de commissie-Vissering hebben thans nog niets van hun geldig heid verteren. De organisatiewij ze van het ontginningsibedrijf is in grote lijnen uitgevoerd als door de commissie aangegeven en zij heeft de toets van een twin tigjarige practijk doorstaan. Beide commissies hebben beseft, dat in de mechanisatie een mogelijkheid en een noodzakelijkheid voor het incultuur brengen lag, die ten vol le moest worden uitgebuit. De voorschriften, die de commissie Lovink heeft gegeven voor de cultuur op pas drooggevallen gronden zijn in grote lijnen juist gebleken In het algemeen is het goed ge lukt, om al heeft men het niet in elk opzicht bij het rechte eind ge had,van te voren de grote lijnen voor het in cultuur brengen aan te geven. Dat dit mogelijk is ge weest is voor een belangrijk deel daarvan te danken dat men de vroegere ervaringen op het gebied van inpolderingen uitvoerig heeft bestudeerd, deze omgewerkt tot algemene gezichtspunten en de zo verworven kennis toegepast op het nieuwe object. Deze wijze van werken heeft een betekenis, die uitgaat boven het vraagstuk van het in cultuur brengen der Zui derzeepolders alleen worden, dat beide conferenties zulk een teleurstellend resultaat hebben geboekt. Nadat men eerst de afwijzende houding had ge huld in een hoop frasen zonder inhoud, waarmee de andere ge delegeerden natuurlijk geen ge noegen namen, heeft Engeland tenslotte ,,neen" gezegd tegen het Europese leger, „neen" tegen een benoeming van een Ameri kaanse Opperbevelhebber over de Atlantische zeestrijdkrachten, „neen" tegen een Amerikaans standaardgeweer enz. Al deze „neens" waren het resultaat toen men zowel in Straatsburg als Rome geen genoegen wilde ne men met een aantal vage belof ten, die zoals ook nu wel bleek, weinig minder dan misleidend waren. Het is duidelijk gewor den, dat de Conservatieve rege ring, misschien nog meer dan de socialistische, een afzonderlijke eigen pilaar wil worden in de Atlantische gemeenschap en zich tussen de Ver. Staten en West- Europa wil stellen als een soort derde partij. Heeft intussen deze houding in Frankrijk en ook bij de Bene- luxpartners en Italië grote te leurstelling gewekt, vooral de Amerikanen zijn in hoge mate ontstemd over deze Engelse hou ding en Churchill, die als leider van de oppositie Attlee steeds met nadruk waarschuwde, zich niet te isoleren van de Ver. Sta ten, „een mogelijke verwijdering van deze banden bezorgt mij slapeloze nachten", riep Chur chill eens pathetisch uit in het Lagerhuis, heeft in de enkele weken van zijn regeringsbestaan de Amerikanen meer tegen En geland in het harnas gejaagd, dan Attlee in een heel jaar. Het is dan ook reeds een pu bliek geheim, dat Churchill, wanneer hij de volgende maand een bezoek aan Washington zal brengen, alvorens hij over de zo vurig verlangde dollarsteun zal kunnen spreken, eerst eens aan de tand gevoeld zal worden, over zijn teleurstellende houding inzake de Europese politiek, wel ke naar verluidt in het bijzon der de wrevel heeft opgewekt van Generaal Eisenhower, de grote coming man in de Ver. Staten. Men beschouwt het zelfs reeds als een soort waarschu wing voor Engeland, dat Was hington Frankrijk als troostprijs voor de teleurstelling, welke En geland het heeft bereid, direct 200 millioen dollar heeft ge schonken voor de sanering van zijn berooide schatkist, met de belofte dat het bovendien nog een lening krijgt van 600 mil lioen dollar voor aankopen in de Ver. Staten, waardoor Frankrijk in staat zal zijn, de dreigende inflatie af te wenden en het huidige levensniveau voor 1952 te handhaven. Deze finan ciële hulp heeft Engeland zeker niet minder hard nodig dan Frankrijk, maar men steekt het in de Ver. Staten niet onder stoelen of banken, dat wanneer Engeland zo weinig bereidheid toont om in het belang van de Europese eenheid en in het be lang der militaire samenwerking enige offers te brengen aan zijn nationaal prestige, het niet be hoeft te rekenen op financiële hulp van Amerika. Intussen heeft president Tru man zijn gevolmachtigde Avereil Harriman reeds naar Londen gestuurd, die Maandag onmid dellijk na zijn aankomst een langdurig onderhoud met Chur chill had. Daarbij zal deze de Engelse premier wel hebben meegedeeld, dat men in de Ver. Staten over de buitenlandse po litiek van de Conservatieve En gelse regering danig teleurgesteld is. Het verluidt ook, dat de Duitse Bondskanselier dr. Ade nauer, die momenteel in de En gelse hoofdstad vertoeft en waar hij met een opvallend eerbetoon is ontvangen, krachtig bij Chur chill heeft aangedrongen op een meer positieve houding in de politiek, die moet leiden tot een éénwording van Europa. Uit dit alles blijkt wel, dat de afwijzende reactie op Churchill's politiek buiten Engeland gemeen is en Londen het niet gemakke lijk zal vallen deze oude Engelse isolationistische politiek door te zetten. Want zo sterk is Engelands positie internationaal niet meer, dat het met zijn buitenlandse politiek de gehele wereld trot seren kan. Die dagen van Disraëli zijn voorbij en zelfs Churchill kan die niet meer doen terugkeren. FEUILLETON 86. Toen de toean in de ontvangst- loods een lang gesprek had met enkele blanken, hield Mardjo zich wat achteraf en hij vond het onprettig, dat de toean naar hem wees en de mannen hem lang en ernstig aanstaarden. Maar tenslotte kreeg de toean een papier met stempels en wenkte hij Mardjo om hem te volgen. Samen met de andere geredden reden ze in drie auto's de stad door en Mardjo verwon derde zich over de hoge huizen en de lange rijen auto's. Ze moesten hier ook wel erg ver van Java zijn, want gedurende de gehele rit zag hij geen enkele Javaan. Hij vroeg het aan de toean; of hier helemaal geen bruine men sen woonden of ze al zover van Java af waren, dat hier alleen blanke mensen leefden. Maar de toean schudde het hoofd. „Hier woonden vroeger alleen bruine mensen", zei hij. „Maar daarvan zijn er nu niet veel meer over en die er nog zijn, wonen in het binnenland, dat onvruchtbaar is". „Maar er zijn hier ook haast geen Chinezen of koelies", ont dekte Mardjo. „Die worden in dit land niet toegelaten. De regering heeft be paald, dat hier geen gekleurde mensen mogen komen, omdat an ders de blanke arbeiders mis schien zonder werk zouden ko men. Daarom had ik daarstraks met die heren aan de kade moeite hen te bewegen jou door te laten. I Ik heb moeten beloven, dat jouw verblijf hier maar tijdelijk zou I zijn". „Maar u zult mij toch niet I alleen terugsturen?" schrok Mardjo. j De toean schudde het hoofd, „Ik zal de Nederlandse consul wel vragen, om dat te regelen. De consul is de vertegenwoordi ger van onze Koningin". Mardjo was gerustgesteld. Als de vertegenwoordiger van de Ko ningin vroeg, of hij mocht blij ven, dan zou niemand dit durven weigeren. En hij zou hier immers maar tijdelijk zijn. Na de oorlog zou hü dadelijk weer teruggaan naar Java, waar alles zoveel rus tiger en vrediger was en waar geen regering was, die de men sen met een bruine huid naar de onvruchtbare gebieden verbande. De auto's stopten voor een groot hotel. Dat zou voorlopig hun wo ning zijn. Mardjo kreeg een eigen kamer, met een bed dat wipte, als je er op ging zitten, heel an ders dan een baleh-baleh. Die Australiërs waren al net zulke rare mensen als de Amerikanen, als de Amerikanen. Wie had. ooit gehoord, dat een diongos een kamer had met een schelknopj o aan de muur. Toen hij er op drukte, om te zien of ze hier dan misschien tóch een Javaans loopjongetje hadden om de diongos te helpen, kwam er een toean in een wit jasje! Mardjo kon van verbazing geen woord uitbrengen en de man zou hem trouwens niet hebben verstaan. Pas toen de ander met een nijdig gezicht de deur weer had dichtgeslagen, durfde Mar- djo eens hartelijk uitlachen over dit gekke land. waar de diongos j een blank? toean kreeg om hem te bedienen! De weken die volgden, waren voor Mardjo rijk aan afwisse ling. Hij moest iets leren van ae vreemde taal. die alle men sen hier spraken, Hii moest wennen aan de nieuwe spijzen en aan nieuwe gewoonten. Hij had ook hier weer een strijd moeten voeren om zelf de toean te blijven bedienen, want dat wilde die blanke heer met dat i witte jasje eerst doen. Het had Mardio heel wat moeite gekost, om beleefd maar beslist ziin wil op dat punt door te zetten. De toean was elke dag weg geweest voor besprekingen en na een week had hij Mardjo i verteld, dat ze voorlopig hier in l Sydney zouden blijven wonen, j „Wordt de toean hier dan weer postdirektoer?" vroeg Mar-1 djo hoopvol, maar de toean had glimlachend het hoofd geschud.1 Nee 'hij werd geen postdirecteur, j maar wel ambtenaar van de I Nederlandse regering. Hii zou een commissie besturen, die nu al het herstel van Indië moest voorbereiden. Omdat hii tot het allerlaatste daar was geweest, wist hii immers wat daar na de oorlog nodig zou ziin. Rijst, geneesmiddelen katoeni voor baadjes, vee. artikelen voor de electriciteitsvoorziening. machi nes en gereedschappen, pompen en fabrieksinstallaties voor de petroleumindustrie. Dat alles moest in Amerika en Australië worden gekocht, en bewaard, zo dat het naar Indië kon worden gebracht, zodra de oorlog voorbij was. Ook moesten er plannen worden gemaakt om de onder nemingen. die nu werden ver waarloosd. zo spoedig mogelijk weer op het vroegere peil te brengen. Mardjo knikte. Hii was er de vertegenwoordiger der Koningin heel dankbaar voor. dat zij ziin toean al dat nieuwe werk had gegeven. De toean was er plot seling veel opgewekter door ge worden. „Nu kan ik hier tenminste nog nuttig ziin voor ons land. Mar- jo", zei hii. „Dat ik helemaal niets kan doen voor do nionia en de nonna is heel erg Maar ik kan nu in ieder geval werken om het leven na de oorlog zo gauw mogelijk weer normaal te maken, niet alleen voor onze eigen nionia en nonna. maar voor alle mensen in heel Indië. En dan heb ik toch het gevoel, dat ik ook iets do? voor onze eigen njonia en nonna. Zie je. Mardjo. dat is het mooie van dit werk." Mardjo voelde zich wonderlijk ontroerd door deze vertrouwe lijkheid. Er was do laatste tiid een sterkere band dan vroeger gegroeid tussen de toean en hem. (Wordt vervolgd) Volgens het officiël eigenlijk in een sta oorlog of in vrede tot ontwapening a artikel, zijn bezorgd pening, waartoe e« het voordeel van 6 ning de hoeksteen men deze dus zo tegelijkertijd in he zoals de Paus heel maar om hem de niet een aanmoei arbeid en de moeit conflict te voorkon- Het blad noemt a tieke eigenschapper ferentie: „openlijke de verklaringen ei van bijbelse zeker! huis van het Weste nologie van de laa trek zinspeelt op spreuk, waarmede wer op Maandag zijn uiteenzetting tc ring over de no; van een internatio "begonnen. De Osservatore R „dat deze twee ka dezelfde zijn als di Oosterse blok voo. Aan de ene zijde eis van vrijheid, r de andere kant 1 staan dus hardnek standpunten. Van zou dus de oorlog beginnen?" „De Oosterse cor deze bijeenkomst, het Italiaanse foru: geven, gewagen var scherpen en uitbr bedreiging tot de a kelijkheid bevinde: genover een grool dus de Osservatori „Waarom imme Atlantisch Pact e veiligheid oorlog e liever het Oosters: tegen veiligheid ei derdzeventig divisi wapenen, d.w.z. bewapening, welke kent, aan de and het IJzeren Gordi, sluitend ter verde en ter ontmoedigir valler, terwijl aan veertigtal divisies, ding", een aanval zouden betekener staande de H. blijkbaar in het ve maakt van de bibl generale staven v weerd. 't Wordt v< schoon de H. Scb dien uw vijand, sterker dan gijzelf. dan de oorlog mei tot onderhandelen Helder heeft het i erg beschaamd, ws ders onverwacht, trouwen beter wa; heel weinig winst in Alkmaar. Ook uit Stompetoren. Het aantal inzenc bereikt. Er waren hoofdprijzen voor meer liefhebberij Hier volgen dan 1 le prijs f5. 2e prijs f2.50 3e, 4e en 5e j Wed. ZWETS! A. J. VAN R< G. BOENDER De nieuwe opgav Naam: Adres: Woonplaats: 1. Achter de ns volgens Uw 2. Oplossingen moeten als t plakken en o daarmee bes 3. Oplossingen van dit blad ELKE WOENi DE NIEUWE Voor elke g( Voor het juist de goede cijfers tueel door het 1 schikbaar gestel Er wordt o dentie gevoerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1951 | | pagina 4