„Niet het winnen is belangrijk,
maar de ridderlijke strijd"
Behal
uitst<
Indrukken van een gesprek met
de directeur van het N.O,C.
Hollandia
PAL.II
KERSTNUMMER 1951
ALTIJD DIE KERSTVERHALEN
MEI
SNEEUW
WIJ troffen elkaar in een ge
zellige herberg on een
tweede kerstdag, man voor man
blii te hebben kunnen vluchten
uit de overdaad van veel en
lekker eten. van tientallen kon-
Den koffie of tlhee met kerst
krans Uit de overdaad ook van
kerstliedjes, rechtstreeks uit de
kindermonden komend onder
de verlichte kerstboom, maar
ook gespuid door de radio. Ot
ie Hilversum draaide of Luxem
burg. Pariis of Baltimore, over
al lagen de herdertjes bii nachte
of was de nacht stille de dag
echter luid of praalde de
Tannebaum
Nu ziin wii de huiselijk
heid ontvluchtenden niet tong
meer. Ook niet oud. Zo van een
middelbare leeftijd, dio nog her
inneringen heeft aan een tijd
perk. niet zo luidruchtig als het
tegenwoordige. Wii ziin nog op
gegroeid zonder de tapkraan
van lawaai die radio heet. en
de kerstdagen uit die tiid waren
stil en zeer bezonken. Wii wer
den niet overvoed met kerst-
gezanger» en -muziek, en de
kerstbomen groeiden toen nog
niet uit alle penanttafeltjes^ zo
als nu noch bloosden de crepe-
papieren wangen der huis
kamerlamoen van schaamte
over een ontchristemde wereld
dip aan Kerstmis doet.
Natuurlijk, die ouwe tiid was
anders. Mooier. Beter. Alleen
dit al. bewiist dat wii niet jong
meer ziin. en dat het geen won
der is dat wii blii waren het
heilig kerst-tumult van Hilver
sum en Baltimore bestaat dat
station? te hebben ontvlucht.
„Ik ben er ziek van," zei
Peter.
„Schei er over uit." zei Henk.
„Ik heb zeven er» negentig keer
„Stille nacht" gehoord, viif en
veertig keer „Nu svt wellecome"
en honderd zeven en halve keer
„De herdertjes". Toen heb ik de
knoo maar omgedraaid."
„Hoordp ie alleen maar me
chanisch?" vroeg ik.
„Mechanisch?" Henk keek me
nog enigszins verdoofd
aan. „Hoe zo?"
„Hoorde je alles door de radio
of ook levend?"
„Het eer» èn het ander. Vol
gend jaar zal ik een statistiekie
maken van allebei de manieren.
Goed?"
„En dan die kranten!"
„En illustraties."
„En de speciale kerstnum
mers."
„Er ziin weer heel wat kind
jes od de kerktrap in de sneeuw
gevonden of gestorven. Ten
minste in die verhalen. Zelf heb
ik er nog nooit één zien liggen,
al heb ik al ongeveer een veer
tig nachtmissen gevolgd in miin
leven."
„Laten we er over ophouden,
jongen. Nu waren we blii ein
delijk die kerstromantiek ont
lopen te ziin er» nu halen jullie
ze zelf weer binnen."
„Alsiebieft. ia." zei ik. „Laten
we er over ophouden. We gaan
te ver."
„Te ver? Ben jij het dan niet
eens met ons. dat het echte
Kerstmis te veel omhangen
wordt met valse romantiek en
zoeteliikheid?"
„Zeker."
„Dat Kerstmis." zei Peter,
„wordt uitgebuit door slagers
en bakkers en verhaler»sehrii-
vers. door bloemisten en mu
ziekbands. en de hemel weet
door nog hoeveel andere mel
kers van menseliike gevoelen-
ties."
„Ja." Ik zei het kort-af
„Nu dan!"
„Later» we er in Godsnaam
over ophouden." En dit zei
ik korzelig, driftig bijna. Ik
voelde dat zii die toon opmerk
ten: zag dat zii elkander aan
keken. Een tikkeltje verbaasd.
Vragend. En daarom deed ik
een poging hun gedachten af te
leiden: „Vraag eens wat de
heren gebruiken willen."
Maar Peter is een mensen
kenner. Bovendien een nieuws
gierige mensenkenner, die er
bijna een wetenschappelijke
studie van maakt, de mensen te
laten vertellen wat zii eigenlijk
niet graag kwiit ziin. En Henk
is. wat gewone mensen een
„zuiger" noemen.
Peter zweeg daarom, en keek
mii alleen maar gimlachend aan
met een ondeugend lichtie in
ziin ogen. Zelfs toen hii ziin be-
stellinkie deed,- „Een lichte,
Louis" bleef hii me aankijken
en ik was blii dat ik ziin ogen
ontwijken kon om miin lege
bierglas te geven en te zeggen:
„Mii maar een ouwe klare." Ik
voelde, ik wist zeker dat zii op
dat ogenblik elkaar aankeken
en knipoogden. Miin kop er af.
dat Peter op datzelfde ogenblik
ziin hoofd schudde tegen Henk
om te beduiden: „niks zeggen.
Die komt wel los. dadeliik." Zo
wetenschappelijk beoefent hii
ziin nieuwsgierigheid.
Dus.zwegen zii.
En ik zweeg ook. Want ik had
niets te zeggen. Tenizii dan dat
ene wat il< iuist niet zeggen
wilde.
En wii wachtten. Op de be
stelling.
„Een sigaret?" Natuurlijk was
het Peter die dit vroeg. Zo
genaamd om eens iets anders te
zeggen. Maar ie moet hem ken
nen!
Wij namen een sigaret. En de
bestelling kwam.
„Proost," zei Peter
„Proost," zei ook Henk. .Op
de kerstverhalen en zo."
„Nu niet zuigen." zei Peter.
„Dat is niet aardig."
„Welnee," zei Henk onuit
staanbaar zoet. „Ik zuig niet. Ik
denk alleen maar dat ziin ge
weten hem dwars zit."
Of ze mii ook dóór hadden de
twee mensenkwellers.
„Wat bedoel ie? Dat hii-zelf
ook zo'n verhaaltje gefokt
heeft?" zei Peter zoetsappig.
„Nee zó is hii niet."
„Wat ziin iullie donderstenen."
zei ik nijdig. En nog wel op
tweedo kerstdag Maar ik meen
de het dan ook zéér onrecht.
„Waarom?" vroeg Peter En
toen recht in de roos: „Is het
dan zo?"
„Neen. zo is het niet. Maar....
iullie moeten niet zo afgeven op
die kerstverhalen met sneeuw."
„Dus tóch!?" zei Peter op een
manier zoals hii alleen dat kan.
en die iemand, mij tenminste
wel. volkomen opensnijdt.
„Niks „dus toch"antwoord
de ik driftig, want er was wel
degeliik een .dus toch". Maar
dat dl» bliksemse treiteraars dat
doorhadden, ergerde mii. En ie
wordt dan driftig, nietwaar.
„Oh." zei Peter lakoniek. „Ik
dacht soms
Alweer zo'n gezegde van niks.
maar men moet het Peter horer»
/eggen, en dan zien dat hii rus
tig aan ziin glaasje nipt. Hii liet
het nu verder maar aan Henk
over om me uit te horen. Die
dat dan ook trouw deed.
„Je kunt mii niet wiis maken,
dat er met jou niks aan de hand
is. In welke krant staat ie ver
haal? Of is het een kerstboek?"
„Er staat geen verhaal van
me in. de krant. En ook in geen
emkel kerstboek. Het zit alleen
maar jaren in miin kop."
„Dan schrijf het."
„Neen."
„Waarom niet?"
Ik zei niets. Dat was miin
laatste weerstand. Het was er
op of er onder.
Het werd natuurlijk er onder.
Als Peter er niet bii was ge
weest, had ik gewonnen, maar
Peter was er nu eenmaal bii.
Dip is er altiid bii als ik iets
verzwijgen wil dat me geen rust
laat
„Sneeuw?" vroeg hii droog
weg.
Weer trof hii dp roos.
Sneeuw, ia. Een kerstverhaal
met sneeuw. En ik gruw van
kerstverfhalen met sneeuw. Ik
heb er me-zelf ook aan bezon
digd. In romantische gevoele-
righeid. en dat knaagt nog aan
miin geweten eni ik heb me-zelf
de boetpleginig opgelegd, nooit,
maar dan ook nooit meer mee
te dopn aan de verdoezeling van
het wezenlijk Kerst.-mvsterie
door de onwezenlijkheid van
rode lampies en mistletoe-folk
lore en kerstverhalen met
sneeuw.
Maar.... ik ken al iaren een
kerstverhaal met sneeuw. Veel.
héél veel sneeuw. En.... heel
veel doden. Ontelbaar vele doden.
Ieder jaar rond Kerstmis moet
ik er aan denken.
Die tweede kerstdag, samen
met miin twep vrienden, woog
het me weer op het gemoed.
Het is of ik een schuld in me
draag, een vreemde schuld er
ziin immers vreemde zonden
doordat ik eens. neen. niet eeras,
maar tientallen keren heb 'af
gegeven op dip kerstverhalen
met altiid sneeuiw en altiid do
den. Misschien dat ik. door het
te vertellen aan miin twee
vrienden er mii van kon ont
lasten. van dat vreemde, rond
Kerstmis altiid opkomend schuld
gevoel.
1k
HH jM OEN Peter dus
droog-weg vroeg:
iQ|Wafin«i&Sp3 „Sneeuw?" gaf ik
sSjljsgjP gewonnen. „Ja,
verschrikkelijk
veel sneeuw...."
Ik ging verzit
ten. Ik lei mijn
vinger om de voet van het glas
en keek naar miin vingers.
„Jullie herinneren ie nog dat
wii bevriid ziin. Dat was Octo
ber '44. Jullie warer» het water
van de polders ingejaagd, naar
Engelen. Bokhoven pn Haar
steeg. maar wii hier, maakten
tussen granaten en donderende
tanks tussen mitrailleureeratel
en brandende huizen de bevrij
ding mee. Daar zit niets feeste
lijks in. al klinkt het woord
feestelijk. Het is alleen maar
doodsangst. hulpeloos kinder
geschrei en krampachtig bidden
om behoud. En dat met velen in
een enge kelderruimte, waar de
muren schokten onder dp in
slaande granaten, er» waar ie de
vlammen der brandende huizen
woest gieren hoorde. Wij heb
ben het dan ook niet uitgehou
den in dat keldertje en ziin tus
sen de brandende huizer» door
gevlucht naar een veiliger plek.
De 27e October werd ons
stadsdeel bevrijd.
Bevriid! Dat woord is ondanks
alles wat men doorstaan heeft,
en nog te doorstaan zal kriieen.
wél vol feestelijkheid. Ik ge
loof dat dp geboorte van een
kind dezelfde gevoelens wekt: de
piinen der weeën, en dan plots
de verlossing. Als alle leed. angst
en benauwenis opgelost worden
in een .zucht, en er een vredig
gevoel zich over en in het lichaam
legt, en in de geest en in het
hart. Dat plots ontdaan zijn, ver
lost zijn van het angstwekkende.
Zelfs de ontluistering der stad, de
geblakerde puinhopen, de verram-
poneerde gevels, de ontwrichting
van het publieke leven, zij zijn
niet in staat dat stille, van angst
verloste gevoel, dat bevrijdings
besef, weg te nemen.
Hoe mijn huis er bij stond,
komt er niet op aan. Het stond er.
Zonder ramen. Open en bloot,
met alles te grijp. Er is iets ge
grepen, al is het niet veel. Be
woonbaar was het voorlopig niet
en wij kregen onderdak in de
binnenstad, in een huis waar al
leen het zolderraampje een barst
je had opgelopen.
Ons huis, voorlopig wat dicht
gespijkerd, stond 's nachts onbe
waakt: overdag gingen we er
„werken". Mijn eigen aandeel in
dat .werken was niet groot; ik
ben niet erg handig met hamer
en zaag. Maar goed, het huis
kwam dicht zo zoetjes-aan. Toch,
op een avond, toen wij nog eens
gingen kijken, brandde er licht.
Door de spleten van de planken
voor het raam, schemerde flauw
wat door.
Het bleek dat een stuk of acnt
Engelse soldaten er lustig te drin
ken zaten. Natuurlijk heette er
één William, en een ander heette
Conpey, en weer een Bert. En
er was nóg een William, die zij
Bill noemden. En er was Alec.
Van het eerste ogenblik af. vond
ik hem onsympathiek. Hij had
wild zwart haar, een breed, grof
gezicht. En hij dronk als een
dier. Erger. Soms lag hij, tot
overdag toe. ergens in een hoek,
smoordronken.
Een soldaat is veel te verge
ven. Vooral een soldaat in oor
log. Deze jongens waren in oor
log. Zij waren allemaal wegge
haald uit hun werk, van hun
moeder, hun vrouw of hun meis
je. Zij waren de waanzin inge
stuurd van vlammen, ontploffin
gen, bloed en drek. Met hun weke
zachte vlees moesten zij kogels
opvangen en granaatscherven, zij
die, net als ik en ieder mens, ge
boren ziin uit 'n moeder die hagr
handen beschermend over een li
chaampje slaat en op een zacht,
teer hoofdje legt, als zij het te
drinken geeft. Die groot-gewor
den borelingen waren nu soldaat.
Soldaat in de waanzin van ver
plichte haat en doodslag. Soldaat
in regen en modder en bloed
Wie kan zich handhaven, als zelfs
een hele wereld zich niet kan
handhaven, maar zich te buiten
gaat in doden en vernielen?
Zij dronken dus. Heel veel.
Avond op avond. Vooral Alec
dronk.
Tot op een avond, nadat zi.i
verdwenen waren, bleek dat wat
sieraden waren verdwenen: een
gouden ring, een ring met een
steen, een brocheZij waren
gestolen uit de tas van mijn
vrouw. Wij merkten het toen wij
thuis kwamen in ons onderdak in
de binnenstad.
De soldaten zaten nog in ons
onbewaakte huis.
Ik ging onmiddellijk terug en
zei hoe zij, Engelsen, de gastvrij
heid wel erg beledigden. Dat zij
een sportief volk heetten te zijn.
In mijn hart zag ik Alec aan als
de dief.
Hij was, zodra ik was beginnen
te spreken, uit zijn doezel-hou
ding recht-op gaan zitten. Het
was of hij met-één nuchter werd.
Zij waren allen zeer verontwaar
digd.
Maar Alec stond op. Hij ook
was woest. Zijn gezicht was nog
onguurder dan anders, en zijn
haar viel slordig over zijn voor
hoofd. „We gaan", zei hij. „Wij
gaan. Allemaal. Wij blijven hier
niet langer, als er niemand in
huis is". Hij sprak kort-af, grom
mend, maar allen gehoorzaamden.
Zij staken de flessen bij zich,
pakten hun tins bijeen, hun ba
retten, veldtassen, en ontstemd
dat één hunner een dief was,
gingen zij heen.
Drie, vier dagen zagen wij hen
niet meer.
Wij waren blij dat ons huis rust
-kreeg. Wij waren al zover, dat
het weer bewoonbaar werd. Ook
's nachts.
Het leven herstelde zich.
Precies een week na de dief
stal, vroeg in de avond, werd er
gebeld. Het waren Alec en Bill.
Bill gaf de gestolen voorwerpen
terug. Alec bracht veel chocolade
mee, sigaretten, tins met levens
middelen, wat niet hoefde, maar
toch werd aanvaard. Al die din-
fen waren toen méér dan levens-
ehoeften. Zij waren symbool van
bevrijding en vriendschap.
„Maar wie stal die dingen?"
Zij wisten het niet. „We don't
know".
Natuurlijk wisten zij het wel.
En wij drongen aan.
Maar altijd was het antwoord,
Engels-flegmatisch: „We don 't
know".
Wie dan gezorgd had, dat zij
terecht kwamen?
Zij zwegen, maar Bill keek :n
een reflexbeweging naar Alec.
Poogde echter zich onmiddellijk
te beheersen. Hij deed dit echter
niet zó snel of wij hadden het
gemerkt.
„Ach zo. Dus Alec".
Maar Alec werd boos. Hij
schreeuwde bijna. ,,No! No!" en
hij stond ruw op en wilde gaan.
Wij kalmeerden hem en Bill
en zij zaten die avond rustig aan
onze tafel.
En zij bleven komen die twee.
Het waren nu, in dP rustperiode
dip hun troep was toegekend,
kalme, prettige kerels.
„Hoe iullie zo drinker» kon
den, die eerste dagen." zei eens
op een avond iemand van ons.
Alec zei alleen: „Je ziet de
besten rond ie vallen." En op
eens was ziin kop weer woest en
onsympathiek.
TOEN kregen wij inkwartie
ring. Zaten er op een avond
twee nieuwe soldaten in onze
beplankte huiskamer. Alec en
Bill waren er niets mee ingeno
men. Op een gegeven ogeniblik
ging Alec de kamer uit en toen
hii lang weg bleef en een onzer
ging kiiken. waar hii was, zat
hii in de keuken. Hii had een
van onze kleine kinderen op de
schoot en speelde met een oud
bouwdoosje.
„Waar is mammy?" vroeg hii.
Die was in de kamer, zoals hii
heel goed wist, Nu wilde hii
hebben dat mammv kwam.
Alec bleek een kinderachtig
soldaat. Hii was jaloers Hii
vond het heel niet leuk dat. wii
inkwartiering hadden. Dat hii nu
ziin tehuis kwiit was. Maar miin
vrouw vond woorden waar
vandaan? die Alec de vecht-
soldaat overtuigden en Alec zat
weer in de kamer en kwam
langzaam weer los.
Alec er» Bill, zii bleven komen.
Twee Engelse iongens wii
kenden van foto's hun huis. hun
ouders, hun verloofde, hun hond,
hun kleine broertje...wii ken
den alles voor zover mensen iets
van elkanders leven kunnen ken
ner» twee Engelse iongens.
toevallig samen door een krank
zinnig lot in een gevechtsonder
deel, vonden toevallig een huis
om te rusten. Iets dat goed was
en mild in die barbarij van do
den en verminkten, van vuiur en
doodsangst.
Toen werden zii verplaatst.
Maar wanneer zii verlof had
den of een avond vrii-af waren,
legden zii het altiid zó aan, dat
zii naar ons kwamen. Er waren
altiid wel militaire wagens op de
weg die voor een lift zorgden,
heen en terug.
De ingekwartierden waren er
ook nog en de vier vreemden
gingen kameraadschappeliik met
elkander om en met ons. die
andere vreemdelingen.
ET werd December.
Kerstmis kwam in
zicht. Wij wilden
de soldaten iets
prettigs bezorgen.
De hele buurt wil
de haar ingekwar
tierden een kerst
feest bezorgen. Het sloeg over
van huis tot huis. De vrouwen
praatten er onder elkaar over.
Ja. ieder huis zou ziin inge
kwartierden een kerstfeest geven.
En een Oudeiaars-feest ook.
De soldaten vonden het pret
tig. Zii werkten zelf al aan de
plannen mee. En Alec en Bill
zouden hun verlof zó zien te
regelen, dat zii kerst-avond bii
ons zouden ziin Heel de buurt
straalde al in het vooruitzicht
van de weldaad die zii de sol
daten bewiizen zouden.
Maar op een 'dag waren onze
ingekwartierden plots zeer stil.
Ook die bii onze buren waren
stil. En opeenis op een morgen
kwamen zii thuis, gingen naar
hun kamertje, pakten hun plun
je-zakken in, kwamen de tram af
en gaven ons een hand.
Waar zij heen gingen? „We
don 't know."
Maar met Kerstmis zouden zij
toch zeker komen? „We don 't
know".
„We don 't know", zeiden onze
soldaten. „We don 't know", zei
den die van mijn buurman links
en buurman rechts. Een enkele
zei: „May be", dat woord dat bij
een soldaat-in-oorlog de diepste
een gebed, leven en dood. May
be.
Zo gingèn al onze ingekwartier
den de ongekende weg. De weg
van „misschien".
Maar we hadden Alec nog. En
Bill. Die zouden zeker komen Zjj
hadden dat immers beloofd. Zij
waren er zelf zo op gespitst. Van
heel de buurt zou ons kerstfeestje
voor de Engelse soldaten in elk
geval dóórgaan.
Kerstmis viel dat jaar op Maan
dag. Ze zouden dus Zaterdag al
bij ons zijn. Misschien wel op
Vrijdag-avond.
Maar Vrijdags-avonds kwamen
Bill en Alec met.
Ook Zaterdag niet.
Er kwamen geruchten door
over een groot offensief. Von
Rundstedt drong België binnen
door de Ardennen. Daarom wa
ren onze ingekwartierden zo plot
seling en zo stil vertrokken.
Zouden Alec en Bill misschien
ook
Die Zondag vóór Kerstmis wa
ren zij er nog niet. Mijn vrouw
maakte maar een gewoon maal.
Het werd Kerstmis-zelf. Geen
van ons zei wat hij dacht, en
toch wisten wii het van elkan
der. „Alec en Bill komen niet".
De speciaal bewaarde tins gin
gen niet open.
Heel onze buurt had een
vreemde, onbestemd trieste Kerst
dag.
En ook op Oudejaars-avond
daagden Alec noch Bill op. Zij
daagden nooit meer op.
Zij hebben ook nooit meer iets
geschreven, terwijl zij toch onze
adressen hadden.
Soldaten hebben zovéél adres
sen. Jawel. Maar maanden later,
wel een jaar later, kwam een der
anderen van het troepje uit
Duitsland en stapte bij ons bin
nen. Wij hervonden zijn naam.
„Bert, is het niet?" Ja, Bert.
„En(onze vraag tastte naar
de oude vriendschapof Alec
ons vergat, of dat er iets gebeurd
was„EnAlecen
Bill?"
„Dead".... Het offensief in de
Ardennen. Het Kerst-offensief".
Het Kerst-offensief. Is er een
wreder, barbaarser woord dan:
Kerst-offensief? Het Kind in de
kribbe.
Mortieren, tanks, bommenwer
pers, koude.Sneeuw.
Ja.... Sneeuw.
Later zag ik „Bastogne". Een
eindeloze witheid van sneeuw,
waarin het bloed zo snel ver
vloeit. Zo veel bloed. Zo oneindig
veel, veel bloed op Kerstmis.
Blocri in de sneeuw. De sneeuw
die Patton vervloekte en hem een
ultimatum deed stellen aan God
zelf. „Vecht ik voor Uw zaak, o
God, of niet? Staat ge dan toe
dat de vijand al onze jongens
doodt. Zo niet. laat dan de mist
optrekken, God, dat ik ze helpen
kan!" Het woeste, uiterste ulti
matum aan God, dat Deze blijk
baar inwilligde, want de mist
trok weg en" de sneeuw ging
smelten.
Maar Alec.... En Bill.... en
honderden anderen. Duizenden.
Tienduizenden
Zij vonden die dagen van
Kerstmis een verschrikkelijke
dood in de sneeuw van Bastogne.
SPOT niet omdat er zoveel
kerstverhalen zijn met sneeuw
en dood.
Ik durf het niet meer. En als
ik toch soms, in een soort cynis
me het waag, denk ik aan Alec.
En aan Bill. En aan dat geweldi
ge monument der gesneuvelden,
ergens op een bergtop in de Ar
dennen.
Er staan zo heel veel namen
betekenis heeft. Dat angst is en op van jonge mannen, die rond
hoop tegelijk, dat een vloek is en Kerstmis stierven. In de sneeuw.
W
incident niets achtergebleven. Ze was voor een groot deel aan de Berlijn en in 1948 naar Londen
waren het al lang vergeten, maar leiding toe te schriiven. terwijl zal geschieden, zullen teleurge-
ook het grote aantal deelnemers steld worden. Toen ging men
bii deze takken van snort, met met uitzonderlijk grote delegaties
als gevolg daarvan het afval- cn er zijn bonden, die een uit-
svsteem met z'n ..struggle for zending op deze basis weer ver-
life" er debet aan was. En toch: wachten, f 150.000.is bij lange
Londen 1948 heeft iedereen veel na niet voldoende voor een der-
moed gegeven voor de toekomst gelijke afvaardiging en er zal in
van de soort. de komende maanden hard ge-
werkt moeten worden om nog
Ge ziet het, welke moeilijk- een groter bedrag te verkrijgen,
heden een 'groot deelnemerstal Nu de regering niet kan mee-
met zich meebrengen. Maar er werken, is het de taak van het
zijn er nog meer. Steeds weer Nederlandse volk zelf, is het
^nrnori irtntfa notioc ervnlnvi i::i. J-. 11 „L 4-
de massa: die praatte er uren,
maanden en soms jaren later
nog over.
Grootse sportiviteit.
Welk een fantastische staaltjes
van sportiviteit, wellevendheid en
zelfbeheersing hebben de Olym-
lijke topprestaties te kunnen ko- P^e SPetle.n ai niet gegeven.
nien. Natuurlijk zijn incidenten *|Ieel nïïiS
onvermijdelijk, maar voor de de Amerikaanse Olympiscne
toeschouwer lijkt dit veel en kampioen gewichtheffen: Stanc-
veel erger, dan het in werkelijk- z^k. Allen, die hiervan getuige
llGid is «ra r jan H ot «rao in 1 QdR m
(Van onze sportredacteur)
Er is heel wat veranderd sinds de tijden van Pierre de Couber-
waren het was in 1948 in komen jonge naties op de spelen eigenlijk de plicht van allen, die
Londen moesten een brok in en voor hen betekent een flinke ln 1948 in extase geraakten door
Men bedenke, dat al deze ath- hun keel wegslikken, toen ze afvaardiging groots vlagvertoon, onze Fanny Blankers—Koen, de
leten komen te staan voor vreem- zagen hoe deze sportieve knaap Dan zijn er nog de nieuwe tak- koningin van' Londen, om hier-
de officials in een ongewone om- na z'n derde prestatie de jury ken van sport, zodat tenslotte aan mee te werken. Ze krijgen
tin, de Olympische Spelen van 1896, 190U oi 1904 en de Spelen, geving terwijl de blikken van meedeelde, dat hij even met zn het I.O.C. zich genoodzaakt zag die gelegenheid ten volle. In de
in deze moderne tijd. Vooral sinds Berlijn 1936 is er zoveel ver- de gehele wereld op hen gericht knie het canvas geraakt had. tot selectie aan te dringen. Orga- eerste plaats bij de luisterwed-
7ijn Iets hoeft er dan maar te Niemand had het gezien, de jury nisatonsch, practisch en finan- striid in Januari en voorts m
anderd in net sportleven zeli, dat het maken van vergelijkingen gebgUrPn en <}eze mensen staan had z'n prestatie reeds goedge- cieel zijn Olympische Spelen, hun eigen gemeente. Ook daar
een onmogelijkheid is geworden. De schier onbegrensde evolu- ln Vuur en vlam. Maar heeft de keurd en toch bracht deze Ame- waaraan iedereen kan meedoen, kan iedereen meehelpen Neder-
vie die het maatschappelijk leven sinds het begin van deze toeschouwer, die het geluk gehad rikaan de sportiviteit op deze met meer te organiseren Een iand zo goed mogelijk te doen
.ie, cue nel inuuismiupp m* e y heeft om van nabij de Olympi- mededeling te doen. Eerlijkheid speciale commissie is reeds in- vertegenwoordigen in Helsinki
moderne euuw doormaakte, had natuurlijk ook z n terugslag op scjje Spelen te zien, zich ook en ridderlijkheid golden bij hem oi T «««-VneU «n/at
de sport. Het alledaagse leven veranderde en als gevolg hiervan wel eens gerealiseerd, dat na ae hoger dan een wereldrecord.
kregen ook de Olympische Spelen een geheel ander aspect, ^et fter 'dan'vijf"' mi nu- Londens balans van coed en
In het begin van de twintigste eeuw waren de Spelen practisch ten duurden, de grote tegenstan- kwaad, slaat zwaar» heel zwaar
de eniqe gelegenheid tot internationale sportuitwisseling. Ieder- ders van dat moment, even later door naar snortieve en ridder.
-1 3 J p4viirl /vnocil VDV MP— Lürn r-L.ILl 17.. J
gesteld om voor al deze moei- Leiden gaf het voorbeeld met
lijkheden een oplossing te vinden. bet organiseren van een Olym-
pische sportavond, waaraan door
laak voor allen. veel spartbeoefenaars gedemon-
Wat brengt nu Nederland op streerd zal worden en waarvan
de Olympische Spelen? Zij, die de opbrengsten voor het N.O.C.
een, die het betalen kon, nam er aan deel, ongeacht z'n presta
ties. Nu echter, met internationale uitwisseling op de breedst
mogelijke basis, is de betekenis ook van de Olympische Spelen
op een geheel ander vlak komen te liggen en de gedachte van
de Coubertin moet dan ook op een geheel andere wijze ge
realiseerd worden.
gearmd het strijdtoneel verlie- Hike strijd. Er waren incidenten, menen, dat de afvaardiging op zijn. Laat zo het hele land mee-
ten? Bij hen was toen van dat m; vnethni en boksen, maar dat dezelfde basis als in 1936 naar werken.
Het nieuwe jaar zal wa)
de sport betreft vrijwel ge
heel in het teken staan van
de Olympische Spelen. Ir,
Februari gaan reeds de Win- pH
terspelen een aanvang ne
men, met Oslo als centrum,
enkele maanden later vormt
Helsinki het middelpunt van
de gehele internationale
Welke was de grondgedachte degenen, die nu beweren, dat
van Pierre de Coubertin, toen hij men door de strenge selectie on-
in de Olympische Spelen een der de voor uitzending naar der-
ideaal wilde verwezenlijken? Hij gelijke Olympische festijnen in
vergeleek de sportbeoefening met aanmerking komende athleten.
het alledaagse leven en kwam volkomen het principe van de sportwereld. Over Neder-
tot de wonderlijke conclusie Coubertin overboord gegooid lands kansen op de Winter-
voor hem althans welk een heeft, ongelijk. Zij schermen met spelen schreven we reeds.
overeenstemming in beider kern de woorden van deze grote na een bezoek aan Klaas
te bespeuren viel. Door de sport sportsman „.deelnemen is het be- Schenk. Nederlands verte
goed te beoefenen konden, even. langrijkste", maar maken een genwoordiging op de Zomer-
als in 't gewone leven, die dingen gedachtefout. Het gaat namelijk spelen staat nog lang niet
die als een ideaal gekoesterd bij de Olympische Spelen om 't vast. Daarom wijden we dit-
zijn, nagestreefd worden, welke deelnemen, op het moment, dal maal een artikel aan het
beeld, dat de Olympische
Spelen verkreeg na tien van
deze internationale evene
menten. Onze indrukken
zijn geïnspireerd op een ge
sprek met drs. W. van Zijl!
irecteur van 't Nederland-
opofferingen men zich er voor je er bent,
getroosten moest. Daarojn, zo
zei de Coubertin, „niet het win
nen is belangrijk, maar de rid
derlijke strijd".
Principe overboord?
Dat iedereen, die bij de eerste
Zeker, we willen niet verbloe
men. dat de winstgedachte ook
bii de Olvmnische Stielen heel
coed te merken is. Neemt niet
het Nederlands Olvmnisch Co
mité zelf voor de uitwisselinc Olympisch Comité:
Olympische Spelen "deelnemen van athleten of Dloeeen een re-
wilde. ook toegelaten werd, on- deliike kans on prestaties a's
geacht zijn prestaties, was na- maatstaf. Men vercete echter
tuurlijk volkomen in overeen- niet. dat allen, die als deelnemer
stemming met het beeld, dat de naar de Olvmnische Spelen gaan.
C cru bert in zich toen van deze dit beschouwen als het hoogte-
internationale sportsamenkomsten nunt van hun snortlooubaan. Al
gevormd had. Er was toen geen deze athleten komen niet in een
sprake van selectie: iedereen, die acantiestemmmc. maar om er
kwam was welkom. Het ging 'ets te bereiken,
immers om het zoveel mogelijk Jaren is' er soms door deze
deelnemen. En toch hebben al mensen getraind om tot derge-
Hier een luchtopname van de terreinen van
de Olympische Spelen 1952. Meteen valt het
grote verschil (en voordeel) met die van 1948
in Londen op. Daar waren de afstanden
tussen de verschillende centra zo groot, dat
men eigenlijk beter van verschillende Olym
pische dorpen kon spreken.
Twee leiders hebber
gewreven. Uitgereker
die mei vreugde de 1
ïn een heel voetbalja
die zeli als winnaar
voor de aanhang en
gevaarlijk uitziende c
groene tapijt, dat or
verrassingen te zorgt
gens mopperden 00
want ze wonnen alle
gedeeltelijke winst p
lantaarn was er slee!
resp. wonnen en ge
ping nog eens te ve:
't Is er bewogen tc
de tweede klasse A. I
plaats verspeelde leidt
punt in de strijd teg<
bovendien was HFC
om als laatste trainii
strijd tegen de oud-in
een nederlaag te 1
voor kanshebber VV7
maar lachen....;
trouwens ook. West-F
niet toe aan een revt
het naar de een na la
afgezakte Helder. He
een draw.
Z.F.C.
H.V.C.
Stormvogels
V.V.A.
W. Frisia
Baarn
A.F.C.
O.S.V.
H.F.C.
Helder
Alcmaria
13
12
11
11
13
12
12
11
12
13
12
HRC bcdwoni
De benauwde zege
burgia bevocht op de
zal de Amsterdammer
waarde geschenen hf
ook de uitslag van V
van KFC bekend were
had alle moeite om b
een gelijk spel weg
terwijl KFC het nog
dóór thuis van UW t
De Amsterdamse de
De Spartaan en D\
voor beide één punt
pu
De Spartaan zal blij
met dit resultaat.
Zeeburgia
Volendam
K.F.C.
H.R.C.
D.W.V.
U.V.V.
Z.V.V.
Kennemers
de Spartaan
Hercules
Schoten
13
12
12
12
12
12
12
13
12
11
11
Drie
OWO zal lang nie!
de vreugde hebben va
overwinning en een
van de drie naaste
wonnen de leiders
van Rivalen, daarme
nemend voor de smade
laag in eigen huis.
zich thuis verrassen
TOG thuis ook al do
Forward zowaar ei
eigen huis door RK
de staart kwam doo
slagen des te meer sp
al door het gelijke
De Meteoor en Kin
ploegen staan er op e
het grootste versch
vier punten
OV.V.O. 13 10
Vitesse 14 8
T.O.G. 13 5
Forward 12 5
A.P.G.S. 13 6
Terrasvogels 12 5
D.C.G. 14 5
Velsen 14 3
Kinheim 14 4
R.K. A.V.I.C. 11 4
Rivalen 12 3
de Meteoor 12 3
Alleen Za
Het ziet er naar ui
Zaandjjk het leven vs
nog indirect zuur 1
Beverwijk is door
verrassende 20 ned
vallen. Hollandia t
zelfde score tegen I
Zaandijk het met de i
UITSLAGE
K.N.V.B
WEST I
2e Klasse A
ZFCOSV
BaarnAFC 1.
WestfrisiaHelder
WA—HFC
2e Klasse B
De SpartaanDWV
KFC—UW
HRC—V olendam
Z'burgiade K'mers
WEST I
3e Klasse A
RivalenOW O
Alw.Forw.RKAVIC
Vitesse '22—APGS
Velsen—T'vogels
TOG—DCG
de MeteoorKinheim
Se Klasse C
QSCBeverwijk
W. a. Zee—BKC
Alkm. B.—WSV '30
GVORïpperda
Zaandijk—CSV
IW—Hollandia
4e Klasse A
OudesluisBergen
W'waardGr.hoppers
RKAFC—Vrone
TexelSucces
SchagenVZV
ZAPWatervogels
4e Klasse B
MFCM'vogels'31
WWAssendelft
de RijpSt. George
M'damZouaven
EVCRenders
HSV—Limmen.
4e Klasse C
OFCKBV
WZ—ADO '20
J.H.KwartierDRC
TDWEnergia
TDOZ'meeuwen
LOC—WB