„Niet het winnen is belangrijk, maar de ridderlijke strijd" Behal uitst< Indrukken van een gesprek met de directeur van het N.O,C. Hollandia PAL.II KERSTNUMMER 1951 ALTIJD DIE KERSTVERHALEN MEI SNEEUW WIJ troffen elkaar in een ge zellige herberg on een tweede kerstdag, man voor man blii te hebben kunnen vluchten uit de overdaad van veel en lekker eten. van tientallen kon- Den koffie of tlhee met kerst krans Uit de overdaad ook van kerstliedjes, rechtstreeks uit de kindermonden komend onder de verlichte kerstboom, maar ook gespuid door de radio. Ot ie Hilversum draaide of Luxem burg. Pariis of Baltimore, over al lagen de herdertjes bii nachte of was de nacht stille de dag echter luid of praalde de Tannebaum Nu ziin wii de huiselijk heid ontvluchtenden niet tong meer. Ook niet oud. Zo van een middelbare leeftijd, dio nog her inneringen heeft aan een tijd perk. niet zo luidruchtig als het tegenwoordige. Wii ziin nog op gegroeid zonder de tapkraan van lawaai die radio heet. en de kerstdagen uit die tiid waren stil en zeer bezonken. Wii wer den niet overvoed met kerst- gezanger» en -muziek, en de kerstbomen groeiden toen nog niet uit alle penanttafeltjes^ zo als nu noch bloosden de crepe- papieren wangen der huis kamerlamoen van schaamte over een ontchristemde wereld dip aan Kerstmis doet. Natuurlijk, die ouwe tiid was anders. Mooier. Beter. Alleen dit al. bewiist dat wii niet jong meer ziin. en dat het geen won der is dat wii blii waren het heilig kerst-tumult van Hilver sum en Baltimore bestaat dat station? te hebben ontvlucht. „Ik ben er ziek van," zei Peter. „Schei er over uit." zei Henk. „Ik heb zeven er» negentig keer „Stille nacht" gehoord, viif en veertig keer „Nu svt wellecome" en honderd zeven en halve keer „De herdertjes". Toen heb ik de knoo maar omgedraaid." „Hoordp ie alleen maar me chanisch?" vroeg ik. „Mechanisch?" Henk keek me nog enigszins verdoofd aan. „Hoe zo?" „Hoorde je alles door de radio of ook levend?" „Het eer» èn het ander. Vol gend jaar zal ik een statistiekie maken van allebei de manieren. Goed?" „En dan die kranten!" „En illustraties." „En de speciale kerstnum mers." „Er ziin weer heel wat kind jes od de kerktrap in de sneeuw gevonden of gestorven. Ten minste in die verhalen. Zelf heb ik er nog nooit één zien liggen, al heb ik al ongeveer een veer tig nachtmissen gevolgd in miin leven." „Laten we er over ophouden, jongen. Nu waren we blii ein delijk die kerstromantiek ont lopen te ziin er» nu halen jullie ze zelf weer binnen." „Alsiebieft. ia." zei ik. „Laten we er over ophouden. We gaan te ver." „Te ver? Ben jij het dan niet eens met ons. dat het echte Kerstmis te veel omhangen wordt met valse romantiek en zoeteliikheid?" „Zeker." „Dat Kerstmis." zei Peter, „wordt uitgebuit door slagers en bakkers en verhaler»sehrii- vers. door bloemisten en mu ziekbands. en de hemel weet door nog hoeveel andere mel kers van menseliike gevoelen- ties." „Ja." Ik zei het kort-af „Nu dan!" „Later» we er in Godsnaam over ophouden." En dit zei ik korzelig, driftig bijna. Ik voelde dat zii die toon opmerk ten: zag dat zii elkander aan keken. Een tikkeltje verbaasd. Vragend. En daarom deed ik een poging hun gedachten af te leiden: „Vraag eens wat de heren gebruiken willen." Maar Peter is een mensen kenner. Bovendien een nieuws gierige mensenkenner, die er bijna een wetenschappelijke studie van maakt, de mensen te laten vertellen wat zii eigenlijk niet graag kwiit ziin. En Henk is. wat gewone mensen een „zuiger" noemen. Peter zweeg daarom, en keek mii alleen maar gimlachend aan met een ondeugend lichtie in ziin ogen. Zelfs toen hii ziin be- stellinkie deed,- „Een lichte, Louis" bleef hii me aankijken en ik was blii dat ik ziin ogen ontwijken kon om miin lege bierglas te geven en te zeggen: „Mii maar een ouwe klare." Ik voelde, ik wist zeker dat zii op dat ogenblik elkaar aankeken en knipoogden. Miin kop er af. dat Peter op datzelfde ogenblik ziin hoofd schudde tegen Henk om te beduiden: „niks zeggen. Die komt wel los. dadeliik." Zo wetenschappelijk beoefent hii ziin nieuwsgierigheid. Dus.zwegen zii. En ik zweeg ook. Want ik had niets te zeggen. Tenizii dan dat ene wat il< iuist niet zeggen wilde. En wii wachtten. Op de be stelling. „Een sigaret?" Natuurlijk was het Peter die dit vroeg. Zo genaamd om eens iets anders te zeggen. Maar ie moet hem ken nen! Wij namen een sigaret. En de bestelling kwam. „Proost," zei Peter „Proost," zei ook Henk. .Op de kerstverhalen en zo." „Nu niet zuigen." zei Peter. „Dat is niet aardig." „Welnee," zei Henk onuit staanbaar zoet. „Ik zuig niet. Ik denk alleen maar dat ziin ge weten hem dwars zit." Of ze mii ook dóór hadden de twee mensenkwellers. „Wat bedoel ie? Dat hii-zelf ook zo'n verhaaltje gefokt heeft?" zei Peter zoetsappig. „Nee zó is hii niet." „Wat ziin iullie donderstenen." zei ik nijdig. En nog wel op tweedo kerstdag Maar ik meen de het dan ook zéér onrecht. „Waarom?" vroeg Peter En toen recht in de roos: „Is het dan zo?" „Neen. zo is het niet. Maar.... iullie moeten niet zo afgeven op die kerstverhalen met sneeuw." „Dus tóch!?" zei Peter op een manier zoals hii alleen dat kan. en die iemand, mij tenminste wel. volkomen opensnijdt. „Niks „dus toch"antwoord de ik driftig, want er was wel degeliik een .dus toch". Maar dat dl» bliksemse treiteraars dat doorhadden, ergerde mii. En ie wordt dan driftig, nietwaar. „Oh." zei Peter lakoniek. „Ik dacht soms Alweer zo'n gezegde van niks. maar men moet het Peter horer» /eggen, en dan zien dat hii rus tig aan ziin glaasje nipt. Hii liet het nu verder maar aan Henk over om me uit te horen. Die dat dan ook trouw deed. „Je kunt mii niet wiis maken, dat er met jou niks aan de hand is. In welke krant staat ie ver haal? Of is het een kerstboek?" „Er staat geen verhaal van me in. de krant. En ook in geen emkel kerstboek. Het zit alleen maar jaren in miin kop." „Dan schrijf het." „Neen." „Waarom niet?" Ik zei niets. Dat was miin laatste weerstand. Het was er op of er onder. Het werd natuurlijk er onder. Als Peter er niet bii was ge weest, had ik gewonnen, maar Peter was er nu eenmaal bii. Dip is er altiid bii als ik iets verzwijgen wil dat me geen rust laat „Sneeuw?" vroeg hii droog weg. Weer trof hii dp roos. Sneeuw, ia. Een kerstverhaal met sneeuw. En ik gruw van kerstverfhalen met sneeuw. Ik heb er me-zelf ook aan bezon digd. In romantische gevoele- righeid. en dat knaagt nog aan miin geweten eni ik heb me-zelf de boetpleginig opgelegd, nooit, maar dan ook nooit meer mee te dopn aan de verdoezeling van het wezenlijk Kerst.-mvsterie door de onwezenlijkheid van rode lampies en mistletoe-folk lore en kerstverhalen met sneeuw. Maar.... ik ken al iaren een kerstverhaal met sneeuw. Veel. héél veel sneeuw. En.... heel veel doden. Ontelbaar vele doden. Ieder jaar rond Kerstmis moet ik er aan denken. Die tweede kerstdag, samen met miin twep vrienden, woog het me weer op het gemoed. Het is of ik een schuld in me draag, een vreemde schuld er ziin immers vreemde zonden doordat ik eens. neen. niet eeras, maar tientallen keren heb 'af gegeven op dip kerstverhalen met altiid sneeuiw en altiid do den. Misschien dat ik. door het te vertellen aan miin twee vrienden er mii van kon ont lasten. van dat vreemde, rond Kerstmis altiid opkomend schuld gevoel. 1k HH jM OEN Peter dus droog-weg vroeg: iQ|Wafin«i&Sp3 „Sneeuw?" gaf ik sSjljsgjP gewonnen. „Ja, verschrikkelijk veel sneeuw...." Ik ging verzit ten. Ik lei mijn vinger om de voet van het glas en keek naar miin vingers. „Jullie herinneren ie nog dat wii bevriid ziin. Dat was Octo ber '44. Jullie warer» het water van de polders ingejaagd, naar Engelen. Bokhoven pn Haar steeg. maar wii hier, maakten tussen granaten en donderende tanks tussen mitrailleureeratel en brandende huizen de bevrij ding mee. Daar zit niets feeste lijks in. al klinkt het woord feestelijk. Het is alleen maar doodsangst. hulpeloos kinder geschrei en krampachtig bidden om behoud. En dat met velen in een enge kelderruimte, waar de muren schokten onder dp in slaande granaten, er» waar ie de vlammen der brandende huizen woest gieren hoorde. Wij heb ben het dan ook niet uitgehou den in dat keldertje en ziin tus sen de brandende huizer» door gevlucht naar een veiliger plek. De 27e October werd ons stadsdeel bevrijd. Bevriid! Dat woord is ondanks alles wat men doorstaan heeft, en nog te doorstaan zal kriieen. wél vol feestelijkheid. Ik ge loof dat dp geboorte van een kind dezelfde gevoelens wekt: de piinen der weeën, en dan plots de verlossing. Als alle leed. angst en benauwenis opgelost worden in een .zucht, en er een vredig gevoel zich over en in het lichaam legt, en in de geest en in het hart. Dat plots ontdaan zijn, ver lost zijn van het angstwekkende. Zelfs de ontluistering der stad, de geblakerde puinhopen, de verram- poneerde gevels, de ontwrichting van het publieke leven, zij zijn niet in staat dat stille, van angst verloste gevoel, dat bevrijdings besef, weg te nemen. Hoe mijn huis er bij stond, komt er niet op aan. Het stond er. Zonder ramen. Open en bloot, met alles te grijp. Er is iets ge grepen, al is het niet veel. Be woonbaar was het voorlopig niet en wij kregen onderdak in de binnenstad, in een huis waar al leen het zolderraampje een barst je had opgelopen. Ons huis, voorlopig wat dicht gespijkerd, stond 's nachts onbe waakt: overdag gingen we er „werken". Mijn eigen aandeel in dat .werken was niet groot; ik ben niet erg handig met hamer en zaag. Maar goed, het huis kwam dicht zo zoetjes-aan. Toch, op een avond, toen wij nog eens gingen kijken, brandde er licht. Door de spleten van de planken voor het raam, schemerde flauw wat door. Het bleek dat een stuk of acnt Engelse soldaten er lustig te drin ken zaten. Natuurlijk heette er één William, en een ander heette Conpey, en weer een Bert. En er was nóg een William, die zij Bill noemden. En er was Alec. Van het eerste ogenblik af. vond ik hem onsympathiek. Hij had wild zwart haar, een breed, grof gezicht. En hij dronk als een dier. Erger. Soms lag hij, tot overdag toe. ergens in een hoek, smoordronken. Een soldaat is veel te verge ven. Vooral een soldaat in oor log. Deze jongens waren in oor log. Zij waren allemaal wegge haald uit hun werk, van hun moeder, hun vrouw of hun meis je. Zij waren de waanzin inge stuurd van vlammen, ontploffin gen, bloed en drek. Met hun weke zachte vlees moesten zij kogels opvangen en granaatscherven, zij die, net als ik en ieder mens, ge boren ziin uit 'n moeder die hagr handen beschermend over een li chaampje slaat en op een zacht, teer hoofdje legt, als zij het te drinken geeft. Die groot-gewor den borelingen waren nu soldaat. Soldaat in de waanzin van ver plichte haat en doodslag. Soldaat in regen en modder en bloed Wie kan zich handhaven, als zelfs een hele wereld zich niet kan handhaven, maar zich te buiten gaat in doden en vernielen? Zij dronken dus. Heel veel. Avond op avond. Vooral Alec dronk. Tot op een avond, nadat zi.i verdwenen waren, bleek dat wat sieraden waren verdwenen: een gouden ring, een ring met een steen, een brocheZij waren gestolen uit de tas van mijn vrouw. Wij merkten het toen wij thuis kwamen in ons onderdak in de binnenstad. De soldaten zaten nog in ons onbewaakte huis. Ik ging onmiddellijk terug en zei hoe zij, Engelsen, de gastvrij heid wel erg beledigden. Dat zij een sportief volk heetten te zijn. In mijn hart zag ik Alec aan als de dief. Hij was, zodra ik was beginnen te spreken, uit zijn doezel-hou ding recht-op gaan zitten. Het was of hij met-één nuchter werd. Zij waren allen zeer verontwaar digd. Maar Alec stond op. Hij ook was woest. Zijn gezicht was nog onguurder dan anders, en zijn haar viel slordig over zijn voor hoofd. „We gaan", zei hij. „Wij gaan. Allemaal. Wij blijven hier niet langer, als er niemand in huis is". Hij sprak kort-af, grom mend, maar allen gehoorzaamden. Zij staken de flessen bij zich, pakten hun tins bijeen, hun ba retten, veldtassen, en ontstemd dat één hunner een dief was, gingen zij heen. Drie, vier dagen zagen wij hen niet meer. Wij waren blij dat ons huis rust -kreeg. Wij waren al zover, dat het weer bewoonbaar werd. Ook 's nachts. Het leven herstelde zich. Precies een week na de dief stal, vroeg in de avond, werd er gebeld. Het waren Alec en Bill. Bill gaf de gestolen voorwerpen terug. Alec bracht veel chocolade mee, sigaretten, tins met levens middelen, wat niet hoefde, maar toch werd aanvaard. Al die din- fen waren toen méér dan levens- ehoeften. Zij waren symbool van bevrijding en vriendschap. „Maar wie stal die dingen?" Zij wisten het niet. „We don't know". Natuurlijk wisten zij het wel. En wij drongen aan. Maar altijd was het antwoord, Engels-flegmatisch: „We don 't know". Wie dan gezorgd had, dat zij terecht kwamen? Zij zwegen, maar Bill keek :n een reflexbeweging naar Alec. Poogde echter zich onmiddellijk te beheersen. Hij deed dit echter niet zó snel of wij hadden het gemerkt. „Ach zo. Dus Alec". Maar Alec werd boos. Hij schreeuwde bijna. ,,No! No!" en hij stond ruw op en wilde gaan. Wij kalmeerden hem en Bill en zij zaten die avond rustig aan onze tafel. En zij bleven komen die twee. Het waren nu, in dP rustperiode dip hun troep was toegekend, kalme, prettige kerels. „Hoe iullie zo drinker» kon den, die eerste dagen." zei eens op een avond iemand van ons. Alec zei alleen: „Je ziet de besten rond ie vallen." En op eens was ziin kop weer woest en onsympathiek. TOEN kregen wij inkwartie ring. Zaten er op een avond twee nieuwe soldaten in onze beplankte huiskamer. Alec en Bill waren er niets mee ingeno men. Op een gegeven ogeniblik ging Alec de kamer uit en toen hii lang weg bleef en een onzer ging kiiken. waar hii was, zat hii in de keuken. Hii had een van onze kleine kinderen op de schoot en speelde met een oud bouwdoosje. „Waar is mammy?" vroeg hii. Die was in de kamer, zoals hii heel goed wist, Nu wilde hii hebben dat mammv kwam. Alec bleek een kinderachtig soldaat. Hii was jaloers Hii vond het heel niet leuk dat. wii inkwartiering hadden. Dat hii nu ziin tehuis kwiit was. Maar miin vrouw vond woorden waar vandaan? die Alec de vecht- soldaat overtuigden en Alec zat weer in de kamer en kwam langzaam weer los. Alec er» Bill, zii bleven komen. Twee Engelse iongens wii kenden van foto's hun huis. hun ouders, hun verloofde, hun hond, hun kleine broertje...wii ken den alles voor zover mensen iets van elkanders leven kunnen ken ner» twee Engelse iongens. toevallig samen door een krank zinnig lot in een gevechtsonder deel, vonden toevallig een huis om te rusten. Iets dat goed was en mild in die barbarij van do den en verminkten, van vuiur en doodsangst. Toen werden zii verplaatst. Maar wanneer zii verlof had den of een avond vrii-af waren, legden zii het altiid zó aan, dat zii naar ons kwamen. Er waren altiid wel militaire wagens op de weg die voor een lift zorgden, heen en terug. De ingekwartierden waren er ook nog en de vier vreemden gingen kameraadschappeliik met elkander om en met ons. die andere vreemdelingen. ET werd December. Kerstmis kwam in zicht. Wij wilden de soldaten iets prettigs bezorgen. De hele buurt wil de haar ingekwar tierden een kerst feest bezorgen. Het sloeg over van huis tot huis. De vrouwen praatten er onder elkaar over. Ja. ieder huis zou ziin inge kwartierden een kerstfeest geven. En een Oudeiaars-feest ook. De soldaten vonden het pret tig. Zii werkten zelf al aan de plannen mee. En Alec en Bill zouden hun verlof zó zien te regelen, dat zii kerst-avond bii ons zouden ziin Heel de buurt straalde al in het vooruitzicht van de weldaad die zii de sol daten bewiizen zouden. Maar op een 'dag waren onze ingekwartierden plots zeer stil. Ook die bii onze buren waren stil. En opeenis op een morgen kwamen zii thuis, gingen naar hun kamertje, pakten hun plun je-zakken in, kwamen de tram af en gaven ons een hand. Waar zij heen gingen? „We don 't know." Maar met Kerstmis zouden zij toch zeker komen? „We don 't know". „We don 't know", zeiden onze soldaten. „We don 't know", zei den die van mijn buurman links en buurman rechts. Een enkele zei: „May be", dat woord dat bij een soldaat-in-oorlog de diepste een gebed, leven en dood. May be. Zo gingèn al onze ingekwartier den de ongekende weg. De weg van „misschien". Maar we hadden Alec nog. En Bill. Die zouden zeker komen Zjj hadden dat immers beloofd. Zij waren er zelf zo op gespitst. Van heel de buurt zou ons kerstfeestje voor de Engelse soldaten in elk geval dóórgaan. Kerstmis viel dat jaar op Maan dag. Ze zouden dus Zaterdag al bij ons zijn. Misschien wel op Vrijdag-avond. Maar Vrijdags-avonds kwamen Bill en Alec met. Ook Zaterdag niet. Er kwamen geruchten door over een groot offensief. Von Rundstedt drong België binnen door de Ardennen. Daarom wa ren onze ingekwartierden zo plot seling en zo stil vertrokken. Zouden Alec en Bill misschien ook Die Zondag vóór Kerstmis wa ren zij er nog niet. Mijn vrouw maakte maar een gewoon maal. Het werd Kerstmis-zelf. Geen van ons zei wat hij dacht, en toch wisten wii het van elkan der. „Alec en Bill komen niet". De speciaal bewaarde tins gin gen niet open. Heel onze buurt had een vreemde, onbestemd trieste Kerst dag. En ook op Oudejaars-avond daagden Alec noch Bill op. Zij daagden nooit meer op. Zij hebben ook nooit meer iets geschreven, terwijl zij toch onze adressen hadden. Soldaten hebben zovéél adres sen. Jawel. Maar maanden later, wel een jaar later, kwam een der anderen van het troepje uit Duitsland en stapte bij ons bin nen. Wij hervonden zijn naam. „Bert, is het niet?" Ja, Bert. „En(onze vraag tastte naar de oude vriendschapof Alec ons vergat, of dat er iets gebeurd was„EnAlecen Bill?" „Dead".... Het offensief in de Ardennen. Het Kerst-offensief". Het Kerst-offensief. Is er een wreder, barbaarser woord dan: Kerst-offensief? Het Kind in de kribbe. Mortieren, tanks, bommenwer pers, koude.Sneeuw. Ja.... Sneeuw. Later zag ik „Bastogne". Een eindeloze witheid van sneeuw, waarin het bloed zo snel ver vloeit. Zo veel bloed. Zo oneindig veel, veel bloed op Kerstmis. Blocri in de sneeuw. De sneeuw die Patton vervloekte en hem een ultimatum deed stellen aan God zelf. „Vecht ik voor Uw zaak, o God, of niet? Staat ge dan toe dat de vijand al onze jongens doodt. Zo niet. laat dan de mist optrekken, God, dat ik ze helpen kan!" Het woeste, uiterste ulti matum aan God, dat Deze blijk baar inwilligde, want de mist trok weg en" de sneeuw ging smelten. Maar Alec.... En Bill.... en honderden anderen. Duizenden. Tienduizenden Zij vonden die dagen van Kerstmis een verschrikkelijke dood in de sneeuw van Bastogne. SPOT niet omdat er zoveel kerstverhalen zijn met sneeuw en dood. Ik durf het niet meer. En als ik toch soms, in een soort cynis me het waag, denk ik aan Alec. En aan Bill. En aan dat geweldi ge monument der gesneuvelden, ergens op een bergtop in de Ar dennen. Er staan zo heel veel namen betekenis heeft. Dat angst is en op van jonge mannen, die rond hoop tegelijk, dat een vloek is en Kerstmis stierven. In de sneeuw. W incident niets achtergebleven. Ze was voor een groot deel aan de Berlijn en in 1948 naar Londen waren het al lang vergeten, maar leiding toe te schriiven. terwijl zal geschieden, zullen teleurge- ook het grote aantal deelnemers steld worden. Toen ging men bii deze takken van snort, met met uitzonderlijk grote delegaties als gevolg daarvan het afval- cn er zijn bonden, die een uit- svsteem met z'n ..struggle for zending op deze basis weer ver- life" er debet aan was. En toch: wachten, f 150.000.is bij lange Londen 1948 heeft iedereen veel na niet voldoende voor een der- moed gegeven voor de toekomst gelijke afvaardiging en er zal in van de soort. de komende maanden hard ge- werkt moeten worden om nog Ge ziet het, welke moeilijk- een groter bedrag te verkrijgen, heden een 'groot deelnemerstal Nu de regering niet kan mee- met zich meebrengen. Maar er werken, is het de taak van het zijn er nog meer. Steeds weer Nederlandse volk zelf, is het ^nrnori irtntfa notioc ervnlnvi i::i. J-. 11 „L 4- de massa: die praatte er uren, maanden en soms jaren later nog over. Grootse sportiviteit. Welk een fantastische staaltjes van sportiviteit, wellevendheid en zelfbeheersing hebben de Olym- lijke topprestaties te kunnen ko- P^e SPetle.n ai niet gegeven. nien. Natuurlijk zijn incidenten *|Ieel nïïiS onvermijdelijk, maar voor de de Amerikaanse Olympiscne toeschouwer lijkt dit veel en kampioen gewichtheffen: Stanc- veel erger, dan het in werkelijk- z^k. Allen, die hiervan getuige llGid is «ra r jan H ot «rao in 1 QdR m (Van onze sportredacteur) Er is heel wat veranderd sinds de tijden van Pierre de Couber- waren het was in 1948 in komen jonge naties op de spelen eigenlijk de plicht van allen, die Londen moesten een brok in en voor hen betekent een flinke ln 1948 in extase geraakten door Men bedenke, dat al deze ath- hun keel wegslikken, toen ze afvaardiging groots vlagvertoon, onze Fanny Blankers—Koen, de leten komen te staan voor vreem- zagen hoe deze sportieve knaap Dan zijn er nog de nieuwe tak- koningin van' Londen, om hier- de officials in een ongewone om- na z'n derde prestatie de jury ken van sport, zodat tenslotte aan mee te werken. Ze krijgen tin, de Olympische Spelen van 1896, 190U oi 1904 en de Spelen, geving terwijl de blikken van meedeelde, dat hij even met zn het I.O.C. zich genoodzaakt zag die gelegenheid ten volle. In de in deze moderne tijd. Vooral sinds Berlijn 1936 is er zoveel ver- de gehele wereld op hen gericht knie het canvas geraakt had. tot selectie aan te dringen. Orga- eerste plaats bij de luisterwed- 7ijn Iets hoeft er dan maar te Niemand had het gezien, de jury nisatonsch, practisch en finan- striid in Januari en voorts m anderd in net sportleven zeli, dat het maken van vergelijkingen gebgUrPn en <}eze mensen staan had z'n prestatie reeds goedge- cieel zijn Olympische Spelen, hun eigen gemeente. Ook daar een onmogelijkheid is geworden. De schier onbegrensde evolu- ln Vuur en vlam. Maar heeft de keurd en toch bracht deze Ame- waaraan iedereen kan meedoen, kan iedereen meehelpen Neder- vie die het maatschappelijk leven sinds het begin van deze toeschouwer, die het geluk gehad rikaan de sportiviteit op deze met meer te organiseren Een iand zo goed mogelijk te doen .ie, cue nel inuuismiupp m* e y heeft om van nabij de Olympi- mededeling te doen. Eerlijkheid speciale commissie is reeds in- vertegenwoordigen in Helsinki moderne euuw doormaakte, had natuurlijk ook z n terugslag op scjje Spelen te zien, zich ook en ridderlijkheid golden bij hem oi T «««-VneU «n/at de sport. Het alledaagse leven veranderde en als gevolg hiervan wel eens gerealiseerd, dat na ae hoger dan een wereldrecord. kregen ook de Olympische Spelen een geheel ander aspect, ^et fter 'dan'vijf"' mi nu- Londens balans van coed en In het begin van de twintigste eeuw waren de Spelen practisch ten duurden, de grote tegenstan- kwaad, slaat zwaar» heel zwaar de eniqe gelegenheid tot internationale sportuitwisseling. Ieder- ders van dat moment, even later door naar snortieve en ridder. -1 3 J p4viirl /vnocil VDV MP— Lürn r-L.ILl 17.. J gesteld om voor al deze moei- Leiden gaf het voorbeeld met lijkheden een oplossing te vinden. bet organiseren van een Olym- pische sportavond, waaraan door laak voor allen. veel spartbeoefenaars gedemon- Wat brengt nu Nederland op streerd zal worden en waarvan de Olympische Spelen? Zij, die de opbrengsten voor het N.O.C. een, die het betalen kon, nam er aan deel, ongeacht z'n presta ties. Nu echter, met internationale uitwisseling op de breedst mogelijke basis, is de betekenis ook van de Olympische Spelen op een geheel ander vlak komen te liggen en de gedachte van de Coubertin moet dan ook op een geheel andere wijze ge realiseerd worden. gearmd het strijdtoneel verlie- Hike strijd. Er waren incidenten, menen, dat de afvaardiging op zijn. Laat zo het hele land mee- ten? Bij hen was toen van dat m; vnethni en boksen, maar dat dezelfde basis als in 1936 naar werken. Het nieuwe jaar zal wa) de sport betreft vrijwel ge heel in het teken staan van de Olympische Spelen. Ir, Februari gaan reeds de Win- pH terspelen een aanvang ne men, met Oslo als centrum, enkele maanden later vormt Helsinki het middelpunt van de gehele internationale Welke was de grondgedachte degenen, die nu beweren, dat van Pierre de Coubertin, toen hij men door de strenge selectie on- in de Olympische Spelen een der de voor uitzending naar der- ideaal wilde verwezenlijken? Hij gelijke Olympische festijnen in vergeleek de sportbeoefening met aanmerking komende athleten. het alledaagse leven en kwam volkomen het principe van de sportwereld. Over Neder- tot de wonderlijke conclusie Coubertin overboord gegooid lands kansen op de Winter- voor hem althans welk een heeft, ongelijk. Zij schermen met spelen schreven we reeds. overeenstemming in beider kern de woorden van deze grote na een bezoek aan Klaas te bespeuren viel. Door de sport sportsman „.deelnemen is het be- Schenk. Nederlands verte goed te beoefenen konden, even. langrijkste", maar maken een genwoordiging op de Zomer- als in 't gewone leven, die dingen gedachtefout. Het gaat namelijk spelen staat nog lang niet die als een ideaal gekoesterd bij de Olympische Spelen om 't vast. Daarom wijden we dit- zijn, nagestreefd worden, welke deelnemen, op het moment, dal maal een artikel aan het beeld, dat de Olympische Spelen verkreeg na tien van deze internationale evene menten. Onze indrukken zijn geïnspireerd op een ge sprek met drs. W. van Zijl! irecteur van 't Nederland- opofferingen men zich er voor je er bent, getroosten moest. Daarojn, zo zei de Coubertin, „niet het win nen is belangrijk, maar de rid derlijke strijd". Principe overboord? Dat iedereen, die bij de eerste Zeker, we willen niet verbloe men. dat de winstgedachte ook bii de Olvmnische Stielen heel coed te merken is. Neemt niet het Nederlands Olvmnisch Co mité zelf voor de uitwisselinc Olympisch Comité: Olympische Spelen "deelnemen van athleten of Dloeeen een re- wilde. ook toegelaten werd, on- deliike kans on prestaties a's geacht zijn prestaties, was na- maatstaf. Men vercete echter tuurlijk volkomen in overeen- niet. dat allen, die als deelnemer stemming met het beeld, dat de naar de Olvmnische Spelen gaan. C cru bert in zich toen van deze dit beschouwen als het hoogte- internationale sportsamenkomsten nunt van hun snortlooubaan. Al gevormd had. Er was toen geen deze athleten komen niet in een sprake van selectie: iedereen, die acantiestemmmc. maar om er kwam was welkom. Het ging 'ets te bereiken, immers om het zoveel mogelijk Jaren is' er soms door deze deelnemen. En toch hebben al mensen getraind om tot derge- Hier een luchtopname van de terreinen van de Olympische Spelen 1952. Meteen valt het grote verschil (en voordeel) met die van 1948 in Londen op. Daar waren de afstanden tussen de verschillende centra zo groot, dat men eigenlijk beter van verschillende Olym pische dorpen kon spreken. Twee leiders hebber gewreven. Uitgereker die mei vreugde de 1 ïn een heel voetbalja die zeli als winnaar voor de aanhang en gevaarlijk uitziende c groene tapijt, dat or verrassingen te zorgt gens mopperden 00 want ze wonnen alle gedeeltelijke winst p lantaarn was er slee! resp. wonnen en ge ping nog eens te ve: 't Is er bewogen tc de tweede klasse A. I plaats verspeelde leidt punt in de strijd teg< bovendien was HFC om als laatste trainii strijd tegen de oud-in een nederlaag te 1 voor kanshebber VV7 maar lachen....; trouwens ook. West-F niet toe aan een revt het naar de een na la afgezakte Helder. He een draw. Z.F.C. H.V.C. Stormvogels V.V.A. W. Frisia Baarn A.F.C. O.S.V. H.F.C. Helder Alcmaria 13 12 11 11 13 12 12 11 12 13 12 HRC bcdwoni De benauwde zege burgia bevocht op de zal de Amsterdammer waarde geschenen hf ook de uitslag van V van KFC bekend were had alle moeite om b een gelijk spel weg terwijl KFC het nog dóór thuis van UW t De Amsterdamse de De Spartaan en D\ voor beide één punt pu De Spartaan zal blij met dit resultaat. Zeeburgia Volendam K.F.C. H.R.C. D.W.V. U.V.V. Z.V.V. Kennemers de Spartaan Hercules Schoten 13 12 12 12 12 12 12 13 12 11 11 Drie OWO zal lang nie! de vreugde hebben va overwinning en een van de drie naaste wonnen de leiders van Rivalen, daarme nemend voor de smade laag in eigen huis. zich thuis verrassen TOG thuis ook al do Forward zowaar ei eigen huis door RK de staart kwam doo slagen des te meer sp al door het gelijke De Meteoor en Kin ploegen staan er op e het grootste versch vier punten OV.V.O. 13 10 Vitesse 14 8 T.O.G. 13 5 Forward 12 5 A.P.G.S. 13 6 Terrasvogels 12 5 D.C.G. 14 5 Velsen 14 3 Kinheim 14 4 R.K. A.V.I.C. 11 4 Rivalen 12 3 de Meteoor 12 3 Alleen Za Het ziet er naar ui Zaandjjk het leven vs nog indirect zuur 1 Beverwijk is door verrassende 20 ned vallen. Hollandia t zelfde score tegen I Zaandijk het met de i UITSLAGE K.N.V.B WEST I 2e Klasse A ZFCOSV BaarnAFC 1. WestfrisiaHelder WA—HFC 2e Klasse B De SpartaanDWV KFC—UW HRC—V olendam Z'burgiade K'mers WEST I 3e Klasse A RivalenOW O Alw.Forw.RKAVIC Vitesse '22—APGS Velsen—T'vogels TOG—DCG de MeteoorKinheim Se Klasse C QSCBeverwijk W. a. Zee—BKC Alkm. B.—WSV '30 GVORïpperda Zaandijk—CSV IW—Hollandia 4e Klasse A OudesluisBergen W'waardGr.hoppers RKAFC—Vrone TexelSucces SchagenVZV ZAPWatervogels 4e Klasse B MFCM'vogels'31 WWAssendelft de RijpSt. George M'damZouaven EVCRenders HSV—Limmen. 4e Klasse C OFCKBV WZ—ADO '20 J.H.KwartierDRC TDWEnergia TDOZ'meeuwen LOC—WB

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1951 | | pagina 4