Ondanks nieuwe brede basis: LANGE OF KORTE BAAN 35 jaar geleden fuseerden twee organisaties van handelsagenten Tsjech WÉ politieke tegenstellingen toegespitst BANDJIR OVER JAVA SPOR RADIO Bochtenwerk punt één Op zoek na voo/ in het ko Regering zonder standpunt inzake Nieuw-Guinea, gevolg van de motie-Oud VOOR HARDRIJDERS Door (III) Wim v. d. Voort Scheepsberichten (^Kees en het Sneeuwpaleis^ door Leo Broeksmit PAGINA 4 WOENSDAG 2 IANUARI 1952 (Van onze parlementaire redacteur) GESCHIEDSCHRIJVERS van ons parlementaire en politieke leven zullen later, boven het afgelopen jaar, misschien het op schrift plaatsen: Het jaar van de tegenstellingen. Want dat was het in velerlei opzicht. Begin 1951 spitsten de tegenstellingen zich toe op de kwestie Nieuw-Guinea en het kabinet DreesVan Schaik ging er aan ten onder. Daarna volgde de periode van de kabinetscrisis. Ruim zeven weken lieten zich toen de tegen stellingen gelden op financieel-economisch terrein. Het nieuwe kabïnet-Drees, gevormd door prof. Romme, kreeg desondanks toch nog een brede basis, maar nadien is wel gebleken, dat de tegenstellingen zich slechts in schijn hadden laten binden. De K.V.P. zag alle partners afwijken van het regeringsprogram, voor zover daarin gezegd werd, dat gewaakt zou worden tegen een onevenredige achteruitgang van de grote gezinnen. De P.v.d.A. bleef, in de interpellatie-Nederhorst, front maken tegen de politiek van minister v. d. Brink en V.V.D. en C.H. toonden, zowel bij de behandeling van de belasting-ontwerpen als van het ontwerp „Toezicht credietwezev". dat ook zij hun binding met het nieuwe kabinet niet of nauwelijks voelden. Maar ook buiten het parlement werden de tegenstellingen scher per. Nieuwe antitheses als „socia- listisch-niet socialistisch" en „dwang of vrijheid" werden in ons politieke leven opgeroepen. Rechts gerichte krachten zochten trefpunten in het „Comité Burger recht" en „de Vaderlandse Kring". In de K.V.P., maar ook in andere partijen, diende zich het vleugel probleem aan. En dit beeld dient nog te worden afgerond met ver scherpte verhoudingen ook op sociaal terrein. Grote moeilijkheden Dat 1951 een jaar van tegen stellingen was kan ons intussen niet onbegrijpelijk voorkomen. Ons land werd voor geweldige problemen geplaatst Verzwakt uit de oorlog gekomen en beperkt in zijn mogelijkheden door het verlies van Nederlands-Indië, kreeg het in dit jaar ook nog de loodzware gevolgen te dragen van wat wij kortweg „Korea" zijn gaan noemen. De prijzen van de voor onze industrie noodzakelijke grondstoffen stegen met sprongen en deze ontwikkeling sloeg een groot gat in onze betalingsbalans. Daarnaast werd van Nederland gevraagd om desondanks toch be duidend meer uit te geven voor defensiedoeleinden. De maatregelen, die daardoor noodzakelijk werden, hoorden wij reeds onder het oude kabinet aankondigen door minister Stik ker, bij de behandeling van zijn begroting, in Januari van dit jaar. „Binnenkort", zo zei toen deze bewindsman, „zullen besluiten moeten vallen, die diep zullen in grijpen in onze maatschappelijke verhoudingen". Maar voor die maatregelen concreet op tafel lagen, zou toch nog heel wat strijd gestreden moeten worden. Het kabinet Drees-Van Schaik, dat zich vertrouwd had gemaakt met de gedachte om onder het be staande en eigenlijk niet gefun- DONDERDAG 3 JANUARI HILVERSUM I, 402 M. 7.00—24.00 AVRO 7.00 Nieuws; 7.15 Ochtendgym nastiek; 7.30 Zemdersluiting; 9.00 Nieuws; 9.10 Morgenwij ding; 9.25 Gramofoonmuziek; 9.30 De Groenteman; 9.35 Wa terstanden; 9.40 Gramofoon muziek; 10.50 Voor de kleuters; 11 00 RVU: Drs. W. A. Nell: „Zorg en liefde, wijsgerig be schouwd"; 11.30 Pianorecital: 12.00 Zang en piano; 12.25 In 't spionnetje; 12.30 Land- en tuin- bouwmiededelingen; 12.33 Gra mofoonmuziek; 12.50 Financieel weekoverzicht; 13.00 Nieuws; 13.15 Mededelingen of gramo foonmuziek; 13.20 Zigeunermu- ziek; 13.55 U kunt het geloven of niet; 14.00 Gramofoonmuziek; 14.15 „De conferentie voor mo rele herbewapening". klank beeld; 14.45 Gramofoonmuziek; 15.00 Voor de zieken; 16.00 Ne derland zingt en danst; 16.30 Zendersl uiting; 18.00 Nieuws; 18.15 Sportproblemen; 18.30 RVU: Prof. Dr. S. W. Tromp: ..Enkele aspecten van de tech nische hulp der Verenigde Na ties aan minder ontwikkelde ge bieden: Algemene beginselen en werkwijze van het technisch hulpprogramma"; 19.00 Voor de kinderen: 19.05 Gesproken brief uit Londen; 19.10 Allerlei; 19.15 Dansmuziek; 19.40 Rubriek van kunst en cultuur; 20.00 Nieuws; 20.05 Kamerorkest en solisten; 21.05 „Nationale vraagstukken", discussie; 21.35 Orkestconcert; 21.55 „Dit is mii-n lievelings melodie". enquête; 22.25 Voor dracht; 22.45 Orkestconcert; 23.00 Nieuws; 23.15 Spo-rtactuali- telilten; 23.3024.00 Gramofoon muziek. HILVERSUM II, 298 M. 7.00 KRO 10.00 NCRV 11.00 KRO 14.00—24.00 NCRV 7.00 Nieuws; 7.15 Morgengebed en liturgische kalender; 7.30 Zendersluiting; 9.00 Nieuws: 9.10 Voor de huisvrouw; 9.40 Maas trichts stedelijk orkest; 10.00 Ge wijde muziek; 10.30 Morgen dienst; 11.00 Voor de zieken; 11.45 Kamerkoor; 12.00 Angelus; 12.03 Gramofoonmuziek: (12.30 12.33 Land- en tuiribouwmede- delingen): 12.55 Zonnewijzer; 13.00 Nieuws en katholiek nieuws; 13.20 Gramofoonmuziek; 13.25 Mezzo-sopraan en piano; 14.00 Promenade-orkest en so liste; 14.45 Voor de vrouw; 15.15 Gramofoonmuziek: 15.30 Viool en piano: 16.00 Bijbellezing; 16.30 Zendersluiting; 18.00 Nieuws; 18.15 Voor de jeugd; 18.40 .Op de stelling"; 18.50 Leger des Heils muziek; 19.05 Levensvra gen van allerlei aard en een pastoraal antwoord; 19.20 Ver- zoekprogramma; 19.40 Radio krant; 20.00 Nieuws en weer berichten; 20.10 Gevarieerd pro gramma; 22.15 Buitenlands overzicht: 22.35 Gramofoon muziek: 21.45 Avondoverden king: 23.00 Nieuws en SOS- berichfen; 23.1524.00 Gramo foonmuziek. deerde levenspeil alsnog een hecht economisch fundament te kunnen schuiven en waarin het zonder Korea wellicht ook zou zijn geslaagd, kon het moeilijk eens worden over de vraag in hoeverre deze opzet onder de ge wijzigde verhoudingen moest wor den prijs gegeven. En daarnaast lag het ook in de aard van de problemen, dat de politieke in zichten zich hierbij weer scherper gingen opstellen. Het ging er nu immers om welke politiek hierbij gevoerd zou moeten worden. Men kon het zoeken in een drastische beperking van de consumptie of in die van de investeringen of in beide. Men kon zich een politiek van indirecte maatregelen den ken, maar ook een van meer directe Overheidsbemoeiing. Hangende dit beraad werd het kabinet-Drees-Van Schaik in de nacht van Oud weggevaagd. Een direct verband tussen dit beraad en de motie-Oud, die het beleid van de regering inzake Nieuw Guinea veroordeelde, was er niet. De verworpen motie had voor het kabinet Drees-Van Schaik ook geen reden behoeven te zijn om heen te gaan, maar toch leverde zij een kabinetscrisis op, omdat de kleine fractie van de V.V.D. daar door haar partijgenoot Stikker tot heengaan dwong en daarmede de Achilleshiel van het kabinet raakte. Maar een indirect verband was er wel. De V.V.D., die onderwijl meer naar rechts was geschoven, begeerde of van regeringsverant woordelijkheid ontslagen te wor den of deel te hebben aan een anders gericht 'beleid. Vooral om deze reden lokte zij een conflict uit en het was deze reden die de crisis mede de uiting deed zijn van politieke tegenstellingen, die hoewel minder sterk geaccen tueerd toch ook al bij het be raad over de te nemen maatrege len een rol speelden. De forma teurs en informateurs, die achter eenvolgens op het toneel versche nen, hebben allen door hun daden getoond, dat zij een verdere door werking van deze tegenstellingen wilden voorkomen. Zij zochten niet alleen naar een nieuwe com promis tussen alle democratische partijen, zij poogden daaraan ook uitdrukking te geven door een zo breed mogelijke opstelling. De formateurs Drees-Van Schaik poogden in hun opzet een anti- revolutionnaire- en nog een libe rale figuur aan te trekken. Vóór hen had de heer Stikker zijn taak beëindigd toen hem duidelijk werd, dat hij geen medewerking kon krijgen van de socialisten en na hem brak mr. Steenberghe om dezelfde reden zijn taak af. De laatste man in de rij, prof. Rom me, streefde eveneens naar de breedst mogelijke basis. Toen de A.R. hem medewerking weigerden probeerde hij nog vrijstaande anti-revolutionnairen aan te trek ken, om tenslotte toch weer uit te komen bij een nieuw vier par tijen-kabinet. Dit resultaat mocht, bezien in het licht van de door de crisis- Oud opgeroepen gevaren, bevre digend genoemd worden. Het ge vaar van een verdere verscher ping van de tegenstellingen scheen voorkomen en de te ne men maatregelen, die alle lagen van ons volk zouden treffen, kon den vanaf een breed vlak worden uitgedragen. Desondanks is het echter toch een jaar van tegen stellingen gebleven. Reeds kort na het optreden van het nieuwe kabinet deed de P.v.d.A. een scherpe aanval op de prijspolitiek van minister v. d. Brink en hoe wel het niet tot een breuk kwam, is de P.v.d.A. daarna toch afwij zend aan de kant gaan staan. Bij de behandeling van de belasting- ontwerpen, toch ook een onder deel zijnde van het regerings program, waren het C.H. en V.V. D., die zich aan het compromis onttrokken en hetzelfde gebeurde bij de behandeling van het wets ontwerp „Toezicht Credietwezen". Feiten als deze konden er zeker niet toe bijdragen om de onder linge verhoudingen te verbeteren. Zij hadden veeleer tot gevolg dat ondanks de oplossing, die bij de kabinetscrisis gevonden werd, een politiek klimaat ontstond gelijk aan vóór de crisis. Na het belas tingdebat kwam de bittere ver klaring van het socialistisch drie manschap aan het adres van de V.V.D. Bij de behandeling van het wetsontwerp „Toezicht cre dietwezen" werden de antithesen „socialistisch-niet socialistisch" en „dwang of vrijheid" geïntrodu ceerd. De weerslag van de geno men maatregelen scherpte voorts ook in breder verband de tegen stellingen aan en het „vleugel probleem" binnen verschillende partijen staat hiermede in nauw verband. Zouden de omstandigheden nog dieper ingrijpende maatregelen noodzakelijk hebben gemaakt, dan ware het gevaar niet denkbeeldig geweest, dat al deze tegenstellin gen een nieuwe crisis zouden heb ben opgeroepen. Gelukkig is ons dat bespaard gebleven. De geno men maatregelen bleken voldoen de te zijn en wij eindigen het nieuwe jaar zelfs onder een wat lichtere hemel. Bij het jongste debat over de begroting van „Eco nomische Zaken" kon de woord voerder van de P.v.d.A. zijn fel gebleven critiek dan ook nog slechts laten steunen op de stel ling, dat het ook anders had kun nen lopen. Uit deze critiek, ook nu, zou intussen wel de conclusie kunnen worden getrokken, dat de dit jaar merkbaar geworden te genstellingen niet enkel het ge volg zijn van de huidige moei lijkheden. Is rechts zich scherper gaan opstellen, links doet dit evenzeer. Waar een zelfde ont wikkeling aan het „vleugelpro bleem" ten grondslag ligt, hangt er voor de politieke verhoudingen van straks wel zeer veel van af, dat in elk geval de K.V.P. tot een nieuwe vruchtbare synthese komt. Begin en einde. Het jaar eindigt merkwaardi gerwijze zoals het begon. Evenals in Januari is ook in December de kwestie Nieuw-Guinea weer naar voren gekomen. Daarbij treft echter een belangrijk verschil. Begin van dit jaar was er een regering, die bij monde van mi nister Van Maarseveen, de staats man wiens plotselinge dood nog vers in het geheugen ligt, kon verklaren, dat van die regering geen voorstel tot overdracht van de souvereiniteit verwacht kon worden. Toch vaagde de heer Oud dit kabinet weg met als gevolg, dat ook in dit opzicht de tegen stellingen werden vrijgemaakt. Andermaal gaat gesproken wor den over deze kwestie, maar ook vóór dit gesprek heeft de Kamer deze regering niet meer een zelf de uitspraak kunnen ontlokken. Zo blijft de herinnering aan de motie-Oud ook nog op het einde van 1951 levendig Er wordt nogal eens gezegd, dat de Hollanders, daarmee bedoel ik de mensen, die buiten Friesland wonen, zich niet thuis voelen op de korte baan. Volgens mijn opinie ligt de zaak anders. Als wij er voldoende gelegenheid voor zouden hebben, konden er hier zeker even goede rijders te vinden zijn op de korte afstand als in Friesland. Het is alleen maar een kwestie van oefenen. Men moet namelijk weten, dat het rijden op de lange baan veel en veel moeilijker is en ook daardoor veel meer studie vraagt. Vandaar ook, dat onze beste rijders steeds in het win terseizoen naar het buitenland gaan om zich op werkelijk ijs te bekwamen. Vooral het moeilijke bochtwerk op die afstand ik heb het daar wel steeds over, maar het is ook het zwaarste onderdeel bij deze race vergt een nauwlettende training. Als u de grote rijders zoals mijn Noorse vriend Hjalmar An dersen door de bochten ziet glij den, denkt u bijna zeker: „O, is dat nu alles;;" maar probeert u het maar eens na te doen. De kans en ik durf daar ik weet niet wat om te verwedden is bijna zeker, dat u op uw handen eri met een verschrikt gezicht de bocht beëindigd. Omdat juist de lange baan zo veel studie vereist valt 't te be grijpen, dat er dan ook bitter weinig gelegenheid overblijft om zich op de korte baan te specia liseren. Hoe zit dat nu met de Friezen? Wel, de zaak ligt doodeenvoudig de Friezen trainen speciaal op deze afstand. Reeds in de zomer maanden beginnen zij zich hard- Billiton 31 te Basrah; Bonaire 30 v. Dover-Funchal; Boschfon tein p. 29 kp. Guardafui-Aden; Caltex the Hague Tp. 28 nm. Gibraltar; Delft 30 te Hamburg; Diemerdijk p. 30 Mona eil.-Le Havre; Heemskerk 30 v. Antw. te R'dam; Hera 28 v. Curagao- R'dam; Kota Baroe 30 nm. te Aden; Lekkerkerk p. 29 nm. Fi- nisterre-Le Havre; Limburg 31 te Alexandrïé; Maas 30 nm. van A'dam te Gibraltar; Maasland 30 te llheus; Mapia 31 te Portwet- tenham; Öndina (T) 29 v. Aden- Menaelahmadi; Oranje 29 v. Southampton-Port Said; Polydo- rus 30 nm. v. Indonesië te New York; Prins Frederik Hendrik 31 vm. v. R'dam te Valencia; Roebiah p. 30 Ouessant; Rondo 30 v. Port Said-Alexandrïé; Rotti 30 nm. Liverpool venv.; Sumatra p. 30 nm. Finisterre; Tosari 29 in Suezkanaal: Trompenberg p. 30 Ouessant; Willemstad 30 te Trinidad. nekkig toe te leggen op sprint, een afstand van 160 meter. Na tuurlijk gaat dit op het droge en zij doen dat door hard te lopen. Want het kortebaan-rijden is in wezen meer hardlopen op de schaats dan rijden, in Friesland is het kortebaan-rijden ook zo populair, dat vele ijsbanen er speciaal op zijn ingericht, er wordt daar alleen korte baan ge reden. Men weet, dat ook de be roemde voetbalcrack Abe Lenstra z'n weetje op die banen wel kent. Hij doet dat al even graag als zijn streekgenoten. Deze ba nen hebben volgens een oude Friese traditie een afstand van 160 meter. Daar wijkt men nim mer van af. Men heeft mij gevraagd wat het wezenlijke verschil is tussen de training en de techniek bij de sprint en het lange afstandrijden. Min of meer heb ik dat hierbo ven reeds uiteengezet. Ik wil het echter nog eens duidelijk en precies vertellen. De sprint eist onnoemelijk veel routine, zij is daarom en ik zeg dit voor de adspirant-sprin- ters uitdrukkelijk ook alleen alleen op het ijs te leren. Het is een vrij korte en zeer beweeg lijke slag, terwijl deze op de lange afstand rustig en beheerst is en iets katachtigs heeft. Juist dat kan zeker door droogtrainen worden aangeleerd, al heeft men dan natuurlijk zo gauw men op het ijs staat nog altijd een fikse achterstand bij degene, die steeds op de gladde ijsvloer heeft kun nen oefenen. Wat echter bij bei de afstanden van heel groot be lang is, is de verdeling van het krachtenreservoir. Het gebeurt dikwijls dat een rij der, die onnoemelijk fel van start is gegaan, halverwege de baan reeds zijn krachten heeft opgebruikt en dan in een ont stellend tempo terugzakt. Bij de lange afstand speelt dit een zeer grote rol. Men moet van zichzelf precies weten tot hoever men kan gaan, hoeveel kracht men op die afstand kan gebruiken zonder het gevaar te lopen zich zelf dood te rijden. Voor het rij den door de bochten zonder vaart te minderen wordt wel bij zonder veel energie gevraagd. Men moet z'n balans volkomen weten te bewaren en ook het rhythme. Men moet als het ware gewoon door blijven rijden, al leen zet men bij 'n linkerbocht met het rechterbeen sterker af en bij een rechterbocht natuur lijk met het andere been. Ten overvloede kan ik daarbij nog voegen dat men zo'n slag voor het ingaan van de bocht en ook als men er weer uitglijdt moet berekenen. Een goede ba lanshouding is ik hoef dat niet meer te zeggen een uiterst voorname factor bij het gaan door de bocht. Van mezelf weet ik, dat ik gewoonweg nacht merries heb gehad van die ellen dige bochten. En het heeft me ontzettend veel wilskracht ge kost om dat onder de knie te krijgen. Het is me gelukt, al heb ik nog steeds niet de volmaakte techniek te pakken. U moet bij voorbeeld een Andersen, een Farstad een Pajor en andere be faamde rijders eens zien. Ik hoop dat het dit jaar, nu er voor ons land zoveel op het spel staat, be ter met me gaat. Want niet alleen voor mezelf maar ook voor mijn eigen land zou ik dolgraag een of meer titels (eindelijk) te pak' ken willen krijgen. We zullen maar afwachten. Misschien lukt het nu eens. DEZE week wilde ik je iets vertellen van Kees, die he lemaal niet van sneeuw hield. He lemaal niet? Nee. Hij had er een hekel aan. Zodra hij de sneeuwvlok ken uit de grijze lucht zag neerdalen, begon zijn ge zicht te betrekken. „Jakkes" zuchtte hij dan, „daar be gint het weer: baantje glij den, sneeuwballen gooien en sneeuwpoppen maken, alsof dat zo leuk is". Misschien ben je nu een beetje verbaasd, want de dingen, die Kees opnoem de, vind jij juist wel fijn. Zo is het met de meeste kinderen, maar Kees was een uitzondering. Die was gewoon bang van sneeuw. Hij vond het al akelig, als er een sneeuwbal tegen zijn wang kwam. Dat was nat en vies, zei hij, stel je voor: nat en vies! Van baantje glijden hield Kees ook niet. Hij kon het niet en hij probeerde het ook niet. „Wat is daar nou aan" mopperde hij en ter wijl de andere jongens en meisjes vrolijk voorbijvlo gen, stond hij met een ver veeld gezicht voor het raam te kijken. Soms wenkten de kinderen hem wel eens. „Kom mee!" riepen ze dan, „willen we een sneeuwpop maken?" Kees wist wel, wat hij liever deed. Met zijn handen in die koude sneeuw graaien? Hij bedankte er voor, nooit van zijn leven. Dat was bijna net zo erg als schaatsenrijden. Het leek wel, of Kees helemaal geen echte Hol landse jongen was. „Ga toch eens naar buiten, kijk toch eens wat een pret je vriendjes maken", zei zijn moeder vaak. Kees luister de niet. Hij bleef maar bin nen zitten, tot hij op een goede dag. ACH nee, het gebeurde niet op een dag. Het was nacht, Kees wist het zeker. Hij lag in bed en hij had al geslapen, toen er opeens op de voordeur ge klopt werd. Niemand deed open. „Vader en moeder horen het zeker niet" dacht Kees en omdat het kloppen maar aan bleef houden, be sloot hij zelf open te gaan maken. Hij schoot een dik ke trui over zijn pyama aan, deed een paar warme pan toffels aan zijn voeten en liep zachtjes naar de deur. Hé, daar stond een sneeuwpop op de stoep. Het was een mooie, met ogen van gitzwarte kooltjes, een echte hoed en een wollen sjaal. Hij trok Kees met een hand naar buiten en deed met zijn andere hand pen naar binnen. „Aah" zei Kees, „wat prachtig". De zaal was werkelijk schitterend. Aan de muren hingen kandelaartjes van ijskristal met pinkelende sterretjes als kaarsjes. Aan de ene kant van de zaal stond een grote tafel te midden van sierlijke stoel tjes, die met glanzend rijp waren bedekt. Aan de an dere kant lag een spiegel gladde vloer, waarin Ijs bloemen blonken. De sneeuwpop moest Kees weer meetrekken. de deur dicht. „Ik sta hier al een uur op je te wach ten" zei hij enkel, „kom mee, ik heb niet veel tijd meer". Kees begreep er niets van. „Memaar" stotterde hij, „ikik ken je niet eens, we- waar ga je naar toe?" Hierop trok de sneeuwman zijn wenkbrauwen van lu cifershoutjes hoog op. „Waar zou ik nou naar toe gaan!" zei hij, „da's me ook een vraag". Kees dacht even na „Ga je, ga je naar een soort sneeuwpaleis of zo?" „Een soort sneeuwpaleis" antwoordde de sneeuwpop verontwaardigd „ik ga naar het mooiste en grootste sneeuwpaleis dat er maar te vinden is". De sneeuwpop had niet teveel gezegd. Kees keek zijn ogen uit. Eerst liepen ze een lange witte laan tus sen dennebomen door en toen kwamen ze aan eer: toegangspoort, die wel van glas leek. Het was een poort van ijs, helemaal met glin sterende pegeltjes versierd. Het paleis zelf was nop veel mooier. Het was sneeuwwit en het had zo veel torentjes en koepel tjes, als Kees in het fijnste sprookjesboek nog nooit ge zien had. Hij stond er vo' verbazing naar te kijken Ze beklommen een trap van ijstreden, waarop een lo- pertje van kleine sneeuw vlokjes was gelegd en lie- „Kom" zei hij, „dan zal ik je eens wat laten zien". Ze gingen ieder op zo'n sier lijk stoeltje aan de lange tafel zitten, naast andere sneeuwmannen, grote en kleine, deftige en eenvou dige. Er was een feestmaal aan de gang, een heerlijk feestmaal. Er stonden ijs puddingen met sneeuwwit slagroom op tafel, porties ijs met vruchtjes en fijne poedersuiker en frisse ijs- toffee's. Kees strekte zijn hand uit, maar de sneeuw man naast hem hield hem tegen. Weer gingen zijn wenkbrauwen van lucifer houtjes verbaasd omhoog. „Jij houdt toch niet van sneeuw of ijs?" zei hij, „sneeuw is nat en vies, ijs is koud". Kees keek beschaamd voor zich. Wat moesten al die sneeuwpoppen aan tafel wel niet van hem denken! Gelukkig, ze schenen 't niet gehoord te hebben. Ze had den het veel te druk met hun ijspudding. Kees zag ze smullen en hij kreeg zelf steeds meer trek. „Zou ik niet een heel klein beetje mogen proeven?" vroeg hij aan de sneeuwman, maar die schudde van nee. „Zo gauw je eens met sneeuw bent ingewreven" was zijn antwoord, „zo gauw je eens een sneeuwpop hebt ge maakt en met sneeuwballen hebt gegooid". De sneeuwman was nog niet uitgesproken, of er klonk vrolijke muziek door de zaal. Wat was er aan de hand? De sneeuwman nen gingen dansen op de spiegelgladde ijsvloer met bloemen. „O, wat zou ik graag meedoen met die sneeuwpoppendans" -riep Kees opgetogen en weer keek de sneeuwman ver baasd. „Heb je al eens op het ijs gestaan?" vroeg hij. Kees kreeg een vuurrode kleur. „Ik zal het morgen doen" zei hij „en ik ga ook sneeuwballen gooien. Maar mag ik dan nog eens komen kijken enneook mee-eten en meedansen?" De sneeuwman knikte en toen gaf hij Kees een zetje. Zoef, daar schoof hij het gladde sneeuwpaleis uit én de witte weg over. Steeds harder ging het, tot Kees met een bons weer in zijn bed zat. DE hele morgen moest Kees aan zijn bezoek aan het sneeuwpaleis den ken en toen het middag waszocht hij vlug de schaatsen op, die hij eens voor zijn verjaardag had gekregen. Hij had ze nooit gebruikt, maar nu bond hij ze toch onder en al ging het nog zo moeilijk. Kees probeerde ijverig te schaat sen! Bij het naar huis gaan deed hij mee met sneeuw ballen gooien en vóór hij binnen was, stond er een prachtige sneeuwpop op de stoep. „Wat mankeert jou ineens, Kees?" vroeg ieder een, maar Kees zweeg ge heimzinnig. Hij kon toch niet over zijn tocht naar het sneeuwpaleis gaan ver tellen? Ja, dat sneeuwpaleis Kees kwam er nooit meer. Hij zag de sneeuwpop van die nacht niet meer terug. Maar hij had voor eens en voor altijd geleerd van sneeuw en ijs te houden. En zeg nu zelf: was dat eigen lijk niet fijner dan een be zoek aan het sneeuwpaleis? Want dat sneeuwpaleis, zie je, was toch maar een droom Op de Tweede Kerstdag 1916 kwam de fusie tot stand tussen de R.K. Handelsreizigersverenïging te Rotterdam en de R.K. Bond St. Christoffel te Den Bosch en bij de geboorte van dit kerstkindje aldus Z.H. Exc. Mgr. B. J. Alfrink op het te Utrecht gehouden congres van St. Christoffel was Mgr. H. van de Wetering peter. Niet alleen hierom toonde de coadjutor-aarts bisschop gaarne belangstelling voor de samenkomst van deze „Christus-dragers", maar ook waardeerde Zijne Excellentie het, dat de bond de maatschappelijke en economische belangen van rijn leden steeds trouw en met succes behartigd had. Desnoods, aldus Zijne Excel lentie. zou het verzorgen van maatschappelijke belangen ook buiten katholiek verhand kun nen plaats hebber*, maar voor gelovige christenen kan dit alles 'beter 'gebaseerd zijn op de katholieke levensovertuiging. De functie van Sint Christof fel in de samenleving betekent een schakel te zijn tussen de consumptie en de productie, het geen een lange weg in deze tijd is: als onderdeel der maatschap pelijke samenleving heeft dit die nende waarde, doch des te meer waarde zal dit dienen hebben, ais het geschiedt naar het voor beeld van Hem, die gekomen is om te dienen. Ook het ideaal van de heilige reus Christoffel was: diensten te bewijzen aan de evenmens bij het overtrekken van de brede rivier. In deze zin kan er over eenkomst zijn tussen de taak der Sint Christoffel-leden en het leven van Sint Christoffel. Zijne Excellentie dankte de leden van de vijf en dertig jaar geleden gefuseerde organisaties voor wat in deze tijd in de geest van apostolaat naar binnen en naar buiten gedaan was en bad, op voorspraak van hun patroon heilige, Gods zegen over hun gezinnen en organisatie af. Op verzoek van de algemeen voorzitter, de heer A. A. Koot uit Bussum, legden allen dan staande de belofte af, dat zij in deze geest zouden blijven wer ken. In zijn begroetingsrede her dacht de heer Koot de pioniers uit het verleden, als .mensen, die van goede wille" waren. Verder werd teruggedacht aan het tot stand komen van de wet van 1936, regelende de rechts positie van handelsagenten en reizigers, de rijksregeling van 1946 voor een gegarandeerd minimum-inkomen, de voorbe reiding 'op een wettelijke be scherming van dit beroep etc. Met nadruk wees spr. er op, dat de Sint Christoffel-mannen door de bijzondere plaats die zij in de hiërarchie van het bedrijfs leven innemen, straks verant woordelijke plaatsen zullen kun nen innemen in de publiek rechtelijke organen of althans waardevolle adviseurs kunnen zijn. Bedenkelijk achtte spr. het dat men. in. de na-oorlögse tijd vaak zoekt naar oplossingen van problemen, waarbij de direct- betrokkener» soms in het geheel niet geraadpleegd worden. Een schande noemde spr. het, dat in 1951, ondanks 'het 12y;>-jarig be staan van de Vestigingswet Kleinbedrijf, het cadeau-stelsel weliger tiert dan ooit. Vijf jaar geleden had prof. v. d. Brink de Sint Christoffel-leden voorgehouden, dat zii in de ko mende jarer» een belangrijke rol zouden kunnen spelen; dat de vertegenwoordigers zich name lijk zouden moeten opwerken tot adviseurs inzake de op de markt levende behoeften. Thans, nu de verwezenlijking van de P.B.O. zo vlak voor de deur staat, had men prof. mr. J. J. M. van der Ven gevraagd op het congres te spreken over de handelsrei zigers, handelsagenten en de P.B.O. In dit verband bracht spr. on der meer naar voren, dat de leden van Sint Christoffel, die voor geen enkel bedrijf repre sentatief geacht kunnen worden, begrip zullen moeten hebben voor de noodzaak der reorgani satie en de her-oriëntering van geheel het Nederlandse vak verenigingsleven; desnoods zal men een offer moeten kunnen brengen, om het jarenlang „ver trouwd" geraakte milieu te verlaten, als de bakens verzet zouden moeten worden. De han delsreiziger zal een plaats krij gen in de ondernemersraad, maar eer het zover is. zal er nog veel „begrip" opgebracht moeten worden. FEUILLETON 107. Verhagen snelde toe om hem te helpen. De gekwetste guerrillastrijder lag ineengekron keld voorover. Zijn benen waren opgetrokken en een vochtige donkere vlek breidde zich lang zaam uit op het mos. De soldaat knielde naast hem en wilde hem voorzichtig op zijn rug leggen. Juist toen de jongen zich over de man heenboog, zag Verhagen een kris opflitsen. De soldaat greep naar zijn borst en zakte langzaam op zij, maar de zwaar gewonde inlander richtte zich op eén arm op en stootte nog twee maal de kris tot de handgreep in zijn lichaam. De luitenant voelde een weeë duizeling. Toen hamerde zijn hart wild in z'n borst en joeg het bloed kloppend naar de slapen. Een blinde woede bracht een rode waas voor zijn ogen, maar toch zag hij heel duidelijk, hoe het vaalbruine gezicht verbrijzeld werd tot een bloedige massa, toen hij er zijn pistool op leegschoot. 'Automatisch bleef hij de trek ker overhalen, ook nadat de laatste kogel was verschoten. Toen kroop plotseling een gevoel van walging door z;jn lichaam omhoog en hij moest diep ademen en z'n nagels in de handpalmen drukken om niet te braken. Koude zweetdruppels liepen langs zijn voorhoofd en het was alsof een ijzeren band om zijn slapen knelde. Van heel ver scheen een geluid van opgewon den stemmen en snelle voetstap pen tot hem door te dringen, maar hij gaf er zich geen reken schap van. Hij voelde zich, alsof hij alleen in dit bos was, alleen met het lijk van de jongen, voor wiens leven hij verantwoordelijk was geweest en dat van de tegen stander, die hij in woede had vermoord. Hij keek naar het ver minkte lijk van de guerrillastrij der en wendde vol afgrijzen het hoofd af. Maar onweerstaanbaar werd zijn blik naar dat bloedige gelaat getrokken. Deze man had hij gedood. Niet uit noodzaak, maar uit wraak had hij hem neergeschoten. Hij wist dat het wraak was geweest, want toen hij zijn pistool trok, had de man hét mes reeds laten vallen en was hij neergezonken naast zijn slachtoffer. Verhagen zag nu wonderlijk helder, hoe het was gegaan. De inlander lag hijgend op z'n zij en keek met woeste triomf in zijn pijnlijk vertrokken gezicht naar de jongen, naast hem neerge vallen. De kris lag even verder dan de halfgeopende hand van de Javaan. Toen had hij de man doodge schoten. Niet om de soldaat te helpen, maar in een woeste drang om te vernietigen, om dat in pijn nog grijnzende gezicht te ver minken. Hij hoorde hoe iemand tegen hem sprak, maar de betekenis drong niet tot hem door. Hij keek naar het verminkte gezicht en 'n smartelijke verwondering kwam over hem, dat hij zoiets had kun nen doen. Deze dode man was een moordenaar. Zeker. Hij had de jongen, die zich over hem heen boog om hem te helpen, verra derlijk vermoord. Maar gaf dat een ander het recht om hem dood te schieten? Verhagen wist nu opeens heel duidelijk, wat zijn plicht was ge weest, zijn plicht als officier en als mens. Hij had deze inlander gevangen moeten nemen en over moeten geven aan de krijgsraad. Misschien was de man dan ter dood veroordeeld. Misschien. Maar dan nadat hij was verhoord en zich had kunnen verdedigen. En misschien ook was hij met dwangarbeid gestraft. In beide gevallen was er recht gedaan. Maar hij had de man gedood. Hij had hem geen gelegenheid gege ven om zich te verantwoorden. Hij had hem niet gevraagd, wie die vreselijke haat in zijn hart had gezaaid, dat hij, zelf zwaar geiyond, zijn laatste krachten verzamelde om een willekeurige blanke te vermoorden, een jon gen, die kwam om hem te helpen. Met een schok besefte de luite nant, dat men die vraag ook aan hem zou kunnen stellen. Wanneer nu de tegenstanders hier de over hand hadden, zou hun comman dant voor dezelfde keus staan als hij daarstraks. Of liever, er was geen keus. Hij zou de blanke do den en een andere blanke hem weer, want deze duivelse kring loop zou nooit gesloten worden. Verhagen zag plotseling, waar om hij deze man had gedood. Hij had het gedaan, onafhankelijk van zijn eigen wil, handelend sils onderdeel van z'n groep. Het pri mitieve groeps-instinct van de mens had hem er toe gedreven om de misdaad, tegen iemand van zijn groep begaan, te wreken. Het was niet, omdat hij een haat had tegen die ander, want als hij hem krijgsgevangene had ge maakt, zou hij hem goed hebben behandeld. Hij voelde zelfs een soort sympathie voor de zes an dere gevangenen en hij zou ze ze ker bèschermen, wanneer iemand hen zou aanvallenomdat het „zijn" krijgsgevangenen waren en ze dus enigszins bij zijn groep behoorden. Het was ook niet geweest, om dat hij op de vermoorde bijzonder gesteld was geweest, want hij had zich niet eens afgevraagd, welke jongen het was. Het was een van zijn jongens, dat was voldoende. Het was hetzelfde groepsinstinct, dat bij een ver keersongeval de sympathie der automobilisten naar de chauffeur trekt en die der voetgangers naar het slachtoffer; dat de bewoners van twee dorpen tegen elkaar op- zét en dat de menigte doet joelen tegen de politie, wanneer die een hunner opbrengt. Toen de tegenstander zijn kris in het lichaam van die jongen stak, had Verhagen zich vereen zelvigd met die jongen. (Wordt vervolgd) PRAAG (K.N.P.) Prei Radio Praag aan 40 Ka! deze priesters waren tot diging van „vijandelijke republiek". De priesters gratieverzoek hebben ïi „Vredescomité van de K comité is de organisatie gen instrumenten zijn v Kerk in Tsjecho-Slowaki van het ware geloof. De gelederen van het zouden na genoemde s weer met 40 „herschoolde ters, die volgens de comi sche berichten voor de nistische gevangenis-m zijn gezwicht, versterkt In dit licht zou het beg kunnen zijn, dat aan de „volledige kwijtscheldir straffen" werd verleend weer in hun ambt worde steld. Zij hebben een ve moeten afleggen, dat zij c tieven van de regering volgen en het commui regime niet zullen hinden De priesters behoeven te worden van de Commu; Partij. Het Ministerie vot dienstzaken te Praag he de wens te kennen gege de zgn. „patriottenprieste ver niet officieel tot de moeten toetreden om zo volk de indruk te wekker onpartijdig staan tegenovi gering. Daardoor zoude: afkerigheid en het wan van de gelovigen kunnen men. In het kader van deze dende manoeuvre heeft h van genoemd ministerie, Fierlinger, de zwaar-zie schop van Budejovice Hlouch, bezocht oun hem gen de aartsbisschoppelij te Praag van de in gevanj levende Mgr. Beran ovci men. Als beloning bood F de bisschop een gratis 1 ling door de beste spe aan. Mrg. Hlouck heeft bod geweigerd. Vaticaanse kringen, genoemde regeringsmano de hoogte waren, hebbe opgemerkt, dat merkwi wijze tegen 40 Slowaak: ters een proces wordt voc deze priesters worden ei schuldigd te hebben gi reerd met het Vaticaan er pogingen te hebben get over de Tsjechische f vluchten. Klaarbiykelijk dus de vrijgelaten en 1 priesters de 40 open plaatsen der beschuldigd: ten. Misschien worden anderen, die door de co ten thans beschuldigd hun beurt vrijgelaten, n in dienst van de commu kerkvervolging. Het Vaticaan heeft de Slowaakse gelovigen het gedaan om één dag van te maken tot een gebed: eerherstel voor de bele die de H. Vader door de Slowaakse radio en pers aangedaan De Pauselijk omroep waarschuwt uitdi geen lijsten van deelner te leggen, omdat die in v handen zouden kunnen v Terwijl Rome uitdrukk aan zijn bezorgdheid en vervolging in Tsjecho-S Het Indische elftal, da te van de Amibonese ka ners enige wedstriider land speelt, kwatm gis tegen Vitesse. De Arr bleven met 42 in de heid. In Beieren werden tionale skispringwedstr houden. De begetting zeer sterk en tot veler won de 24-jarige Zwee voor de wereldrecordhou Weiler. In Parijs, voor meer toeschouwers, verslor ge Italiaanse middengev lazzo de Fransman Au de tweede ronde. Deze 2 zal nu waarschijnlijk o: a.s. tegen Luc van Dam Bij de sluiting vai sehrijvingen voor de Ol winterspelen in Oslo ontl land op het apoèl. Natui een evt. latere inschrii geaccepteerd worden, j redenen opgegeven word °tn de inschrijving werd. Acht en twinti waaronder Nederland g: de précense. -— Het gaat de Britten met de voorbereiding p Ivmpische Zomerspele tegenslag met de 400-n Pugih, komt thans ook h> dat de 17-iarige sprintk •June Foulds door een commissie zal worden g' verband met haar optr< de BBC. Onze landgenoten jmgs blijven 't maar m; won mej. Heemskerk naar eerste partij, gistei ze weer de eer aan ha stander laten. Oo:k Donn vpf ronden slechts t™e 5[e%n. w.o. tegen d Schmidt. Hij sluit de Punt. De traditionele i ~92l. *n, ?a° Paulo zag reldfbezetting aan de i schijnen. De Duitser won de 7.3 km-loop voo zihaan Aauilar. De Del Werd tiende.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1952 | | pagina 4