Van
werd
Rad
i
Er bestaan geen edelstenen of halfedelstenen
DE BOTERHAM
Onze garderobe
DEZE WEEK INDE TUIN
Zeei/w
oortje
w
m
m
MËk
an
juwelen
gesp
roken
oman
Wonderlijke kostbaarheden uit ruwe steen
of uit de diepten der zee
wor
aange
kleed
voor vacantiedagen
door Wmr) Knipjeheer én Roo$ T^a$$el
Geld dat
en tóch
ZATERDAG 14 JUNI 1952
Wie zal de eerste zijn geweest, die tot de ontdekking
kwam, dat een ruwe bonk van een steen de grootste schoons
heid aan vormen en kleuren in zich bergen kon? Het moet
heel lang geleden zijn, toen primitieve volken stenen slepen
en er plotseling iets begon te glinsteren aan die grove, harde
massa. Sindsdien zijn er jaren voorbijgegaan, jaren, waarin
men steeds meer soorten kostbare stenen ging onderscheiden
en steeds betere manieren leerde om ze te bewerken. Zo
ontstond een studie, die een van de boeiendste is op aarde
en de vurigste beoefenaars heeft: de studie van het edelges
steente.
Uiteraard ligt het niet op onze weg in dit artikeltje een
gedegen studie aan de edelstenen te wijden, maar wij willen
toch trachten een goede omschrijving te geven.
Onder edelstenen verstaat men mineralen, die in geslepen
toestand door de mens als versiering gedragen worden en
zich kunnen beroemen op schoonheid, duurzaamheid en
zeldzaamheid.
cultiveren. Hij laat ze in het laat
ste geval de oester opzettelijk ma
ken, door eigenhandig een korrel
tje binnen de schaal te brengen
en dus niet te wachten, tot dit
van nature gebeurt.
Deze gekweekte parels zijn weer
niet zo kostbaar als de parels, die
op louter natuurlijke wijze door de
oester zijn gemaakt. De Japanners
zijn grote meesters in het kweken
van paarlen. Zij waren de eersten,
die het geheim wisten van een
korreltje in de oesterschaal te
brengen, zonder dat het dier daar
aan sterft en alle parel-illusie ver
vliegt.
Er is nog heel veel te vertellen
over paarlen, al zou het alleen
maar zijn over het dragen van
deze kostbaarheden. Het is aan-
Enige ruwe mineralen en enkele geslepen stenen.
Nu komen deze drie eigenschap
pen niet bij alle edelstenen in
even sterke mate voor. Er zijn
altijd stenen, die iets minder mooi
of iets minder duurzaam zijn.
Daarom hebben de juweliers
vroeger wel een indeling gemaakt
in edelstenen en half-edelstenen.
Tot de eerste behoorden dan de
diamant, robijn, smaragd en de
safier. Tegenwoordig maakt men
dit onderscheid echter niet meer.
„Een steen is edel of niet" zo zegt
men. „is hij edel, dan is hij ook
een edelsteen in de volle zin des
woords".
Behalve van natuurlijke edel
stenen zult u ook wel eens van
synthetische stenen hebben ge
hoord. Dit zijn de stenen, die niet
in de natuur zijn ontstaan, maar
kunstmatig werden samengesteld.
Hiervoor gebruikte men oorspron
kelijk gruis van mineralen. Tegen
woordig neemt men o.a. alumi-
niumoxyde met kleurstoffen.
De robijn
Een synthetische en een echte
kunnen als twee druppels water
op elkaar gelijken. Vandaar, dat
gretige kopers en koopsters zich
zelf vaak een teleurstelling bezor
gen. De schepen uit Indonesië, die
langs Ceylon varen, worden over
rompeld door kooplui, die de
prachtigste robijnen aanbieden.
Verreweg het grootste gedeelte
hiervan is synthetisch, een weten
schap, die men later tot zijn spijt
pas ontdekt.
Het prijsverschil tussen echte en
synthetische robijnen is bijzonder
groot. Kost een synthetische bij
voorbeeld vijf en twintig of dertig
gulden, voor een echte van het
zelfde formaat moet men vijftien
honderd gulden neertellen!
De rob ijn is een vorstelijke
steen. Hij is met de smaragd
de duurste der gekleurde edel
stenen en hij is een van de
weinige, die zowel op de dag
als des avonds zeer mooi is.
Bijna geen enkele steen
„werkt" bij kunstlicht hetzelf
de als bij daglicht, de meeste
zijn of overdag of 's avonds
op hun best.
Variatie
Wat een variatie is er in edel
stenen, zelfs in edelstenen van de
zelfde familie, hebben wij dezer
dagen gezien in de vitrines van
een juwelier te Utrecht, de heer
A. van Berkel. Deze grote liefheb
ber en verzamelaar van stenen
heeft een uitgebreide collectie,
zowel aan ruwe als geslepen ste
nen. Malachiet is er als grave, ko
pergroene steen en als warm,
mooi gepolijst sieraad voor de
vrouw. Ook aan de brokkelige,
ruwe rosa kwarts ziet men de adel
nog niet af, die hij als sierlijk ge
slepen rozerood steentje zal bezit
ten. De topaas en agaat zetten de
bezoeker helemaal voor raadsels.
De topaas, die altijd bruin of goud
geel in zijn kleuren heeft, kan tot
grijs-wit gebrand worden en de
agaat, de geslepen agaat speelt een
spelletje met zijn bewonderaars.
Het ene stuk is diep oranje, het
andere weer wit met roze en
crème er in, een volgend hele
maal wit en tenslotteer is
eigenlijk geen slot. De agaat heeft
ontelbare variaties, die de leek
nooit allemaal kennen zal. Be
roemd zijn de bruine stenen, die
tijgeroog heten en de grijze, die
als kattenoog betiteld worden. En
met recht.
Wat is een parel?
In dit relaas over edelstenen
hebben wij de parel nog onaange
roerd gelaten. De parel wordt ook
tot de edelstenen gerekend, al is
zij geen mineraal. Wat is een pa
rel dan wel? Een schaalachtig
weefsel, dat een weekdier vormt,
als er iets vreemds, bij voorbeeld
een korreltje in zijn schaal of tus
sen de kieuwen binnendringt. Hij
zet daar dan de parel omheen.
Als het een weekdier is met een
doffe, doodse schaal, wordt de pa
rel ook dof en dus waardeloos.
Weekdieren met een parelmoer
achtige schaal zoals oesters fabri
ceren echter parels het een mooi
schijnend oppervlak. Dat zijn de
kostbare parels, die de mens naar
stig zoekt en ook al zelf weet te
bevelenswaardig, zo zeggen de
mensen van het vak, om een pa
rel 's avonds na het dragen zacht
met een doekje af te wrijven; door
het transpireren, dat men licht
doet, zetten zich namelijk zwavel-
stoffen af, die nadelig inwerken
op de parel. Ook vocht is heel
schadelijk, evenals zure stoffen
als azijn en wijn.
Laat uw parelsnoer, zo u dit be
zitten mocht, nooit in deze vloei
stoffen belanden, want het lost
volledig op en u ziet uw kostelijke
parels nooit meer terug....
Er bestaan ook camee's, die van
edelstenen werden gemaakt, bij
voorbeeld van de onyx, en dan
zijn er natuurlijk nog vele imita
ties van deze karakteristieke sie
raden. Imitaties zullen er altijd
zijn. Men zal steeds meer vinden,
steeds betere en steeds mooiere,
maar niets is tenslotte zo edel als
het ware. Als dat ergens geldt,
geldt het zeker in het rijk der
edelstenen.
Ook uit zee Madame Etiquette
Nu we dan de parels in het niet
hebben laten verdwijnen, willen
we nog even iets vertellen van
een ander sieraad, dat ook aan de
zee ontleend is. Het betreft hier
de camee, die in Italië gesneden
wordt uit schelpen. De witte bo
venlaag wordt helemaal langs het
uitgesneden figuurtje verwijderd,
zodat de bruine onderlaag te voor
schijn komt en de achtergrond
vormt. Hoe fijner de witte boven
laag, hoe mooier de camee. Als het
bruin hier en daar door het witte
figuurtje, bij voorbeeld een meis
jeskopje, heenschemert, is de ca
mee op zijn fraaist.
dt
„Wat zullen we nu weer op het
brood nemen" is een veel gehoorde
opmerking in ons landje, waar mis
schien wel het meeste belegde brood
gegeten wordt van de gehele wereld.
Vaak klinkt dat als een verzuchting.
Toch hoeven de broodbelcggingen
ons niet zoveel hoofdbrekens en.
geld te kosten, als we ons even de
moeite gunnen om in de keuken
iets klaar te maken. De mogelijkhe
den zijn dan onuitputtelijk!
In de eerste plaats kunnen we bij
het bereiden van de warme maaltijd
alvast met de broodbelegging reke
ning houden. Misschien kan er iets
méér worden gekookt, zodat er een
restje voor de broodmaaltijd over
blijft. Of we kunnen een gedeelte
van groente of vruchten al vóór het
koken achterhouden om er een slaat
je bij de boterham van te maken.
Wellicht ook nemen we iets aparts
voor de broodmaaltijd en geven dan
vlees, vis, kaas of ei.
Een zelfgemaakt broodbelegsel kan
heerlijk zijn en de bereiding hoeft
niet veel tijd te kosten. Laten we de
restverwerking eens als voorbeeld
nemen. Staat er vis op het menu, dan
een extra wijtinkje of scholletje mee-
gestoofd of een stukje schelvis of
kabeljauw achtergehouden voor de
eerstvolgende broodmaaltijd, en ook
een laagje saus in de pan gelaten.
Vóór de afwas begint, kunt u daar
mee al een smakelijk belegsel bereid
hebben öf u maakt een paar gekook
te aardappelen fijn, mengt de vis
saus er door en voegt een scheutje
azijn, wat gesnipperde ui en peter
selie en de fijngemaakte, goed ont-
grate vis toe. Voor een slaatje ma
ken we dit mengsel stevig, voor een
pasta om op de boterham uit te strij
ken wat dunner.
Wat koude kaassaus, overgebleven
van bijv. bloemkool, is al heel ge
makkelijk als broodbelegging te ge
bruiken. Is de saus stijf geworden,
dan roeren we haar even glad met
wat melk en mengen er extra kaas,
groene kruiden of iets nootmuskaat
door.
Van een beetje achtergehouden
vlees, gehakt of worst is veel te ma
ken. Met gekookte aardappel, augurk
en biet, appel of sla alles heel fijn
gesneden en vermengd met azijn of
slasaus wordt het een huzarenslaatje.
Met een sausje van boter of marga
rine, bloem of bouillon of water
wordt het een boterhampasta, warm
of koud.
En zal als extraatje niet in de
smaak vallen een pannekoekje, waar
in een restje, wat droog geworden,
plakjes worst verwerkt is? Ook met
een half onsje mosselen, een ei of vis-
waren, kunnen we, door ze op een
dergelijke manier te verwerken, heel
wat boterhammen smakelijk maken.
En zo zijn er nog heel wat mogelijk
heden, ook met gekookte groenten,
bonen, aardappelen en rijst. Koekjes,
slaatjes, ragout en andere gerechten
naar eigen fantasie zijn daarvan op
allerlei manieren te maken. Nauw
keurige recepten hebt u daarvoor niet
nodig; met wat proeven en proberen
krijgt u zeker een smakelijk resul
taat! Vlug klaar zijn bijv. sla van
aardappelen met rauwe spinazie en
witlof, warme gefruite ui met kerrie
Cs zomers met paprika of tomaat)
en gebakken selderijknol. Hebt u
verder wel eens romige tomaten
crème gemaakt van weekgeroerde bo
ter of margarine met tomatenpuree
en peterseliegroen, of een smeersel
van fijngesneden augurkjes en uitjes
in een slasaus met een prikje mos
terd en wat fijngehakt ei of worst
erdoor geroerd?
En dan zijn er nog de rauwe groen
ten en vruchten, die de broodmaal
tijd direct zo'n fris en fleurig aan
zien geven: knolselderij, witlofsla,
geraspte wortel, radijs, tomaat, kom
kommer, selderijknol, reepjes rode en
groene paprika, appel enz. Het
schoonmaken kost u misschien twee
minuten, evenals het raspen of snij
den en dan hebt u nog slechts een
oogwenk tijds nodig om met zout,
azijn of slasaus de broodbelegging
„af" te maken.
In de behoefte aan „zoete" beleg
gingen kan o.m. voorzien worden
door een restje rabarbermoes of ge
bakken appelschijven met suiker en
kaneel.
Voor de gezinsleden, die hun
twaalfuurtje buitenshuis opeten,
kunnen we met een dergelijke beleg
ging een jampotje of perkamenten
bekertje vullen, dan trekt dit niet in
het brood.
Wanneer we dan zo af en toe nog
eens een ei, vleeswaren of vis zo kant
en klaar kopen, dan genieten we daar
dubbel en dwars van, vooral wan
neer we die eens feestelijk opdoen op
een schaaltje, versierd met een rand
je groen, sla of wat radijsjes!
Wanneer een dame iemand be
groet hoeft zij haar handschoenen
niet uit te trekken. Men handelt in
dit geval helemaal overeenkomstig
de étiquette en hoeft zich dus niet
te verontschuldigen.
Wanneer een dame in een ver
trek vertoeft en er treden perso
nen binnen dan mag de dame
gerust blijven zitten, terwijl zij
de nieuwgekomene begroet en de
hand reikt. Omwille van de goede
vormen wijkt men soms van deze
regel af. Een gastvrouw b.v. zal
practisch altijd opstaan als ze haar
gasten begroet en een jong meisje
zou een al te pretentieuze houding
aannemen wanneer ze bij, het be
groeten van een heer op leeftijd
bleef zitten.
Wat neemt V mee als U met va-
cantie gaat? Natuurlijk hangt het
er van af waar U naar toe gaat.
Bij watersport is een lange broek
met een wind-jacket een prettige
dracht. De vacantie-gangster die
er van houdt meer gekleed uit te
gaan_ zien wij in gedachten ver
trekken met een correct, sportief
mantelpakje, een regenjas over de
arm en gewapend met een para
plu. In haar koffer heeft zij min
stens een geklede zomerjurk en
een topper in een neutrale kleur.
De Pinksterdagen hebben ons
weer eens geleerd hoe koud 't in
de zomer kan zijn. Voor alle ca
tegorieën vacantie-gangers zijn
wollen jumpers of jasjes en re
genjassen dan ook onmisbaar.
Laten we nu eens aannemen dat
U geen filmster en ook niet schat
rijk bent en dat U geen 3 maan
den, maar 2 weken vacantie hebt.
Dan wilt U zich natuurlijk voor
die 2 weken niet allerlei dingen
aanschaffen waar U de rest van
het jaar niets meer aan hebt. Een
bonte zomerrok bewijst hier on
schatbare diensten. Aan het strand
kan hij gedragen worden met een
mouwloos blousje of, op koudere
dagen met een wollen truitje. Een
kort jasje van dezelfde stof als de
rok maakt er 'n deux-pièces van
met een meer gekleed tintje, zodat
het geheel ook in de stad dienst
kan doen. Handige vingers maken
van een wat overjarige zomerjurk
een zonnèjurk met schouderban
den, die met een effen (bijv. witte)
bolero een ideale vacantie-dracht
vormt.
LASTIGE MENSEN
Weet je wie we graag een gróte mond geven?
Lastige mensen. Juist. En waarom? Om van hen af
te komen. En dat kun je het best doen met een
brutale mond te geven. Daar schrikken ze immers
van.
Lastige mensen voor jongens en meisjes zijn va
der, moeder, de onderwijzer en de juf, de leider
en leidster, de akela en de hopman, de parkwach
ter en de politie-agent. Kijk, die hebben iets over
ons te vertellen en die kunnen het ons daarom las
tig maken. Als ze iets van je vragen, wat je niet
graag doet of waar je nu juist geen trek in hebt,
dan kun je je er met een grote mond van af ma
ken. Een zogenaamd flink woord, een scheldwoord
desnoods en het schot is raak. Meestal komt het
anders uit en dat is maar goed ook. Lastige men
sen, zoals wij dat tenminste denken, maar die ver
standig zijn, gaan niet voor een grote mond opzij.
Die zullen je wel mores leren. De rest hoef ik niet
te vertellen. Als je daa r o m je grote mond op een
kiertje houdt, is dat niet het mooiste. Geef geen
grote mond, omdat de naastenliefde dat van je
vraagt. En die lastige mensen kunnen je daarbij
prachtig helpen.
laatst allés weer normaal!
Pas hééft de Lassoman
bezoek gehad van 'n mijn
heer uit Parijs. Die mijn
heer was reuze aardig! Hij
heeft bij de Lassoman 'n
boterhammetje gegeten.
Merci, merci, zei hij maar.
Dat betekent: Dank u
wel!
En moet jullie kunstge
bit nog gerepareerd wor
den? Waarschuw dan
maar even.
In Alkmaar bestaat het
katholieke ziekenhuis al
25 jaar!
In Noord Holland er
gens woont Els. Zij heeft
in 'n trommeltje 'n dropje
en na 'n half jaar moet
dat iets anders zijn, zegt
ze! Wie weet! Het is wel
geheimzinnig!
Nu, kleine vrienden, tot
de volgende week maar
weer! Deze week hebben
we de langste dag! Welte
rusten!
Pinda's, zoethout
en chocola
Drie lekkere snoepe
rijen Maar weet je, waar
ze vandaan komen?
De pinda's of apennoot-
jes, die veel in Indonesië
worden verbouwd, komen
van de pindaplant. Als de
bloemen zijn uitgebloeid,
zie je de stengeltjes daar
van naar beneden groeien
en de vruchtjes in de
grond duwen. Nu begrijp
je ook, dat pinda's ook
wel grond- of aardnoten
worden genoemd. En als
je dan voor je moeder een
fles Delftse slaolie moet
halen, wist je dan ook,
dat die olie uit pinda's
geperst is?
En zoethout? Dat is een
deel van de zoethoutplant.
Die groeit veel in Zuid-
Europa. Zoethout wordt
fijngemalen om er....
dropjes van te maken.
Chocola maken ze uit
zaden van de cacaoplant,
die veel In Amerika
groeit.
In Amsterdam brak pas
geleden brand uit in 'n
café. De baas van het ca
fé bluste de brand met...
bier! Bier is toch maar
best!
Het Eucharistisch Con
gres in Barcelona is
prachtig geweest! De Las
soman hoort het van alle
kanten!
In ons dierbaar vader
land is nog 244.000 ha bos.
Eén ha is 'n vierkante
hectometer. Dat is 100 m
lang en 100 m breed. Goed
onthouden, kleine vrien
den!
In het mooie land Tirol
'n paar flinke jongens ge
sproken. Die hadden 'n
prachtige prijs gekregen.
Weet je waarvoor? Omdat
ze 'n jaar lang elke dag
'n kameraadje, dat niet
lopen kon, op hun rug
naar school hebben gedra
gen! Hulde! Hulde! Dat
zijn echte vrienden van
de Lassoman!
Nederland verkoopt bo
ter aan Duitsland. Goed
In Amersfoort is 'n
leuk café. Dat heet „De
groote Slok". Het paard
kreeg er 'n emmertje wa
ter en de Lassoman dronk
er 'n glaasje bier. Héér
lijk!
En onze KVP-lijst (van
de katholieken) heeft no
1 gekregen. De Lassoman
stemt op lijst 1. Dat vindt
hij fijn!
En in Frankrijk was
Salaris
Laatst vertelden we jul
lie, waar het gewone
woord „boek" vandaan
kwam. Salaris is ook zo'n
veelgebruikt woord. Je
zult het je vader nog al
eens horen zeggen. Nu
betekent het dus het geld,
dat iemand verdient. Maar
voor de Romeinse soldaat
betekende <het „zout-geld".
Salaris was oorspronke
lijk het geld, dat de Ro
meinse soldaten werd uit
betaald om zout te kopen.
Z'n oorsprong was het
Latijnse woord „salarium"
dat betekent „zoutgeld".
Waarschijnlijk komt het
oude gezegde: „Hij is z'n
zout niet waard" uit die
tijd.
Hoeveel
Kees heeft geld in z'n
spaarpot. Hjj geeft de
helft ervan uit voor een
jas, een vierde deel voor
schoenen en een zevende
voor een leren bal. Nu
houdt hij nog 9 gulden
over. Kun je nu uitreke
nen, hoeveel gulden in z'n
spaarpot zat?
Vogeltje vechtjas
Wie ik daarmee bedoel?
Wel het roodborstje, waar
van de legende vertelt, hoe
het aan dat rode plekje op
z'n borst gekomen is. Toen
het namelijk bij de ster
vende Jesus een doorn
wegpikte uit de doornen
kroon, viel er een drup
pel bloed op z'n grijze
veertjes. Anderen zeggen,
dat dat rood 'tstrijdvuur
betekent, dat in z'n borst
je brandt. In alle geval,
dat leuke dotje veren met
die pientere kraaloogjes,
is een echte vechtersbaas.
Niet altijd, maar wel in
de schrale wintertijd. Dan
gaat ieder roodborstje op
zichzelf leven en kiest 'n
eigen jachtgebied, dat het
met hand en tand verde
digt. Zou een jong rood
borstje bij z'n moeder wil
len blijven, dan ontstaat
er een gevecht, waarbij
dikwijls de oudere vogel
het moet afleggen. Zo ko
men we aan het verhaal,
dat roodborst-kinderen de
moordenaars zijn van hun
ouders. Het is alleen maar
uit nood, dat het gebeurt.
Een kwestie van leven,
anders niet. Telkens laat
het roodborstje z'n scherp
waarschuwingssignaal ho
ren. Zou een veel grotere
spreeuw het wagen op z'n
gebied te komen, dan
vechten geen gebrek. De
kleine vechtjas weet met
z'n scherpe snaveltje z'n
tegenstander precies op
z'n zwakke plek te tref
fen en de spreeuw moet
dan veelal de aftocht bla
zen.
Als de schrale tijd
voorbij is, neemt het vech
ten af. Met de mensen
staat het roodborstje op
goede voet. Het is niet
schuw en loopt je haast
om zo te zeggen voor de
voeten. Ik heb eens gele
zen, dat een roodborstjes-
paar zijn nestje bouwde in
een gedeukte koperen ke
tel, die in een sloot lag.
En de jongen, die groot
geworden waren, zochten
de leren gereedschaptas
van een auto op als huis
je. Van woningnood heb
ben ze op deze manier
geen hinder. En eten, dat
ze kunnen. Per dag liefst
driemaal hun eigen li
chaamsgewicht. Insekten,
wormen en ander gespuis
ruimen ze in een omme
zien aan de kant. Zo is vo
geltje Vechtjas dus van
groot nut.
Wie heet er
VITUS
De vader van de H. Vi
tus was een heiden. Z'n
moeder stierf al vroeg.
Nu kreeg hij twee heilige
pleegouders, de H. Mo-
destus en Crescentia, die
voor hem zorgden. Ze
voedden hem op en wel
dra wilde de ferme jon
gen gedoopt worden Bui
ten weten van z'n vader,
die, toen hij het vernam,
woedend was. Hij liet z'n
kind met roeden slaan.
Dat hielp niets. Toen ge
bruikte de vader andere
middelen. Hij gaf heer
lijke feesten en wilde Vi
tus tot het kwaad over
halen. Maar met het kruis
in de hand joeg hij alle
kwaaddoeners op de
vlucht. Om verdere pla
gerijen te ontkomen, na
men z'n pleegouders hem
mee naar Sicilië. Ook
daar woedde de vervol
ging en spoedig werden
Vitus en z'n pleegouders
gevangen genomen. Ze
werden in een ketel ko
kende olie geworpen.
Maar net als de drie jon
gelingen in de vuuroven
begonnen ze lofliederen te
zingen. Ook de wilde die
ren schaadden hen niet.
Hoewel Vitus de zoon van
z'n beul genas, liet deze
toch de drie martelaren
ter dood brengen. Een
arm van St. Vitus wordt
in de Dom te Praag be
waard. 15 Juni vieren we
z'n feestdag.
Een woord
bijvoegen
We geven je telkens
een groep van drie woor
den. Daaraan moet je bij
elke groep eenzelfde
woord toevoegen, zodat er
weer nieuwe woorden
ontstaan.
1. Pil
2. Guit
3. Rijst
1. Tuin
2. Port
3. Rog
1. Vals 1. Vuil
2. Grijs 2. Stoor
3. Wreed 3. Kerk
1. Stijf
2. Vul
3. Plak
Na hetgeen wij de vorige maal
schreven over de muurbloemen,
welke thans reeds gezaaid moeten
worden om het volgend jaar van
de bloêmen te kunnen genieten,
vroeg ons een lezeres nog enkele
andere tweejarige planten te noe
men, welke op dezelfde manier
als de muurbloemen behandeld
moeten worden.
Wij haasten ons daarom deze
vraag te beantwoorden, omdat er
planten zijn, die nu nodig gezaaid
moeten worden. Daar is om te be
ginnen het Vingerhoedskruid (Di
gitalis), een van de fraaiste twee.
jarigen, welke een grote decora
tieve waarde heeft in onze tuinen
en niet zo veeleisend is, noch wat
de aard van de grond, noch wat
de standplaats betreft. De Digi
talis kan daarom uitstekend op
een plaats gezet worden, welke
van zonnestralen verstoken blijft.
De zaden moeten thans de grond
in; de jonge plantjes worden ver-
speend, waarna zij in October te
bestemder plaatse worden uitge-
plant met een tussenruimte van
ongeveer dertig centimeter.
Ook de Campanula Medium
dient thans te worden gezaaid.
Deze plant, welke als Klokjes-
bloem misschien beter bekend is,
varieert in hoogte van 50 cm tot
1 meter, de kleuren zijn wit, rose,
lila en blauw. Wanneer de jonge
plantjes groot genoeg zijn worden
ze verspeend, hetgeen na één a
twee maanden wordt herhaald. In
October worden ze dan op de de
finitieve plaats uitgezet met een
onderlinge afstand van pl.m. 40
centimeter.
Ofschoon zij ook heel goed kun
nen worden overgehouden, reke
nen wij de Duizendschonen (Dian-
thus barbatus) toch onder de
tweejarige planten. De opnieuw
gezaaide planten zijn doorgaans
forser dan degene, welke wij ieder
jaar weer zien terugkomen. De
tijd om te zaaien is Juni.
Na verspeend te zijn, zetten
wij de jonge planten in Octo
ber te bestemder plaatse uit met
een tussenruimte van plm. 25 cm.
Het is van te voren niet te zeggen,
welke kleur de planten zullen
krijgen. Wie echter voorkeur voor
een bepaalde kleur heeft, kan de
planten ook vermeerderen door
.de kluit te scheuren of door „af
leggen". Daartoe wordt een uit
loper met een haarspeld of een
kromgebogen takje in de grond
vastgezet en daarna bedekt met
aarde. Deze uitloper zal dan wor
tels vormen, zodat een nieuwe
plant is ontstaan, welke dezelfde
kleur bloemen heeft als de moe
derplant.
Ook de grootbloemige violen
(Viola tricolor maxima) kunnen
wij nu zaaien. Voor ze worden uit
gezet op de plaats, waar zij het
volgend jaar zullen bloeien, wor
den de plantjes een keer ver
speend. Als wij in het najaar wat
kunstmest geven, zullen wij extra
grote bloemen mogen verwach
ten, welke ons maandenlang ge
noegen kunnen verschaffen, mits
de uitgebloeide bloemen voortdu
rend worden verwijderd.
Ten slotte willen wij in deze
korte opsomming nog de Judas
penning (Lunaria) vermelden,
welke haar naam ontleent aan de
zilverwitte, doorzichtige zaad
schijfjes, welke inderdaad iets op
munten lijken. De zaaitijd is
eigenlijk reeds voorbij, maar als
we er terstond werk van maken,
zullen wij het volgend jaar zeker
van de purperrode of witte bloe
men en daarna van de „pennin
gen" kunnen genieten. Deze kun
nen uitstekend worden gedroogd,
zodat wij er ook nog in de winter
plezier aan kunnen beleven.
Na verspeend te zijn, worden de
jonge plantjes uitgezet op een
plekje, waar zij geen last zullen
krijgen van al te felle zon. Het
best is een plaatsje in de half
schaduw. Htn.
ONGETWIJFELD
evenveel soorte;
schien is het „v
geen jongen, di
stad en land he
postzegels. Oud
de voorkeur gev
liefde blijven v«
niet langer op
één of een pact
watermerken, op
overigens van c
af tot bierviltjes
Pallas of de Nede
die de beelder
deze munt e<
stuk voor de V
Indische Compc
geslagen kon
Statenmunten vc
„Vreemd" geld
hetzij van over d(
op een bijzondere
verbeelding, prei
woon geld spreek
realiteit. In bijki
daar zijn wij zekc
deze of gene wel
ten die hij merku
ooit gevonden h
munt uit het bui
kreukelde inflati
astronomisch get:
in eigen land ui
genomen waarde
vierduitstuk, viel
en volks bezettin
Vliegtuig
Echte munten-vi
ef echter maar w
is de „vreemde"
cies weer té vree
lijker te verwerve
doorgaans ook. D
van dit slag verza
ter ook een gevol
dat de meeste mei
iets afweten var
met, over en aan
leven, te vertellei
valt.
Wij wisten dat
het gezegend toi
twee jonge burgi
ontmoeten, de h<
en J. Schneiders,
méér hobbies
bijvoorbeeld rr
enthousiaste nur
maar eens het de
gebruiken voor i
ningkenners, afgi
Latijnse numus: f
En zij deden ons
van ons leven m
belangstelling een
ZONDAG 15
Hilversum I. 40J
8.30 IKOR, 9.30
NCRV, 19.45—24
8-00 Nieuwsberi'
Gramofoon; 8.30 N
dienst; 9.30 Nieuw
den; 9.45 Gramofi
mis; 11.30 Gramo:
Strijkorkest en so
logie; 12.35 Gramc
Lichte muziek; 12,
13.00 Nieuws, we
katholiek nieuw:
concert; 13.35 „Ui
boeken"; 13.50 H<
Concertgebouwork
norecital; 15.00 „IV
gen", causerie; 15
harmonisch Sextet
foonmuziek; 1610
Thuisfront overal;
16-30 Vespers; 17.C
dienst; 18.30 u. G
19.15 „Het gebe
causerie; 19.30 N
slagen en weerbei
Actualiteiten 19.5
king; 20.05 De ge'
er 't zijne van; 2
programma; 22.45
liturgische kalem
Nieuws; 23.15—24.1
Hilversum n. 29;
10.00 VPRO, 10.
AVRO, 17.00 VI
VARA, 20-00—21
8-00 Nieuws en
Daarna Pofitduivei
Gramofoon; 8.30
en bloeit" cause:
spel; 8.57 Postduiv
s.portmededelingen
tietips; 9.10 Gram
„Geestelijk leven",
Voor de jeu;d; 10-3
se Kerkdienst; 12.
liedjes en dansen
afrekenen. Heren"
spel; 13.00 Nieuws
ten; 13.05 Meded
mofoon; 13.10 Koe
Accordeonmuziek
spreking; 14.15 Gi
Opera-concert; 1!
schouwing; 16-00
16.30 Sportrevue;
ken met luisteraar
het kerkelijk erf",
r