fEENO i R Grootse tentoonstelling van gladiolen in Haarlem De katholieken van Nederland wensten eigen Kerkorganisatie loten LICH Uit de Pers Jr VLUG W VEILIG fOORDELIG V. Rijwielen- fabriek .m. 9 Aug. os vacantie immerman EENDEN Wildhandel mffeur - BERGEN Tel. 2429 Enorme vlucht van de bollen- cultuur in vijftig jaar LANDGUT ik-Humor iet VARIÉTÉ Prins trouwt met slagersdochter Argentijnen waken in de koude nacht Middenstands examens begonnen Van de Ketel, die nooit een goede beurt kreeg EN TOEN DE VRIJHEID KWAM Maar: van vreemde smetten vrij De plannen van Koning Lodewijk DONDERDAG dl JULI 1952 PAGINA 7 •eet leverbaar NO BEDUM I Mkmaar VACANXIE I ALKMAAR ;tuk Telef. 3888 PRIMA wagen? )ON 2200 idembenemende 14 jaar Een vindingrijke firma op Texel heeft een op het strand bij de Koog staande voormalige Duitse bunker ingericht tot snelbuffet. Moge het uiterlijk van deze uitspanning niet bijster fraai zijn, het inwendige van het betonnen gevaarte leent zich uitstekend tot het bewaren van verfrissende dranken, die er heerlijk koel blijven, zodat de bunker tenslotte voor de vacantieganger toch zijn nut heeft. HONORERING VAN FONDSAPOTHEKERS AMSTERDAM, 30 Juli. De organisaties van Algemene Zie kenfondsen en de Koninkliike Nederlandse Maatschappij ter be vordering der Pharmacie hebben een thans goedgekeurde overeen komst gesloten inzake de hono rering van fondsapothekers. Deze overeenkomst, welke, met terug werkende kracht, 1 Januari 1952 in werking is getreden, geldt, be houdens tussentijdse beëindiging, tot en met het jaar 1954. Volgens de tot stand gekomen regeling betalen de fondsen aan de apothekers een bedrag van ƒ2.50 per verplicht- en per vrijwillig verzekerde, op naam van een apo theker ingeschreven, per jaar: een vergoeding van 0.212 voor elke aflevering van geneesmiddelen, en de kostprijs van de door de apo theker afgeleverde genees- en ver bandmiddelen. LENING AAN DE „WILLEM SOPHIA" Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot goed keuring van een door de regering aan de Willem Sophia-mijn ver strekte lening van zeven en een half millioen gulden. De Willem Sophia is hierdoor in de gelegen heid kolen te ontginnen in Duits land. Het rentepercentage zal 3.5 procent bedragen. Op 18 December van het vorig jaar bestond de Nederlandse Gladiolus-Vereniging veertig jaar. Dat dit jubileum niet onge merkt voorbij zou gaan, stond bij voorbaat reeds vast, maar indien de voortekenen niet bedriegen, krijgt de bloemenliefheb ber naar aanleiding van dat jubileum een feestelijke show voorgezet, welke hij zich nog lang zal herinneren. Op 1, 2 en 3 Augustus wordt er namelijk in Haarlem een. gladiolen-tentoon stelling in het Krelagehuïs gehouden, welke in alle opzichten iets bijzonders belooft te worden. De inrichting van de expositie wijkt af van de gebruikelijke. Het zal in ieder geval geen pak huis vol bloemen worden. Ver schillende interieurs zullen in de grote beurszaal worden aan gelegd, waarmee men wil trach ten aan te tonen, welke plaats de bloem als versiering kan in nemen. Tegen een achtergrond van lichtblauw fluweer zal een vrouwenfiguur geplaatst worden met een hoogte van zes en een halve meter; daarboven uit rijst de opkomende zon. Een podium, in het midden van de zaal op gericht, zal toegankelijk zijn voor het publiek, waardoor men ook een gezicht óp de tentoonstelling heeft. De kap van de zaal zal met groen worden afgedekt, waardoor de hoogte wordt geminiseerd. De ruimte, die de tentoonstelling zal innemen, bedraagt 1200 vierkante meter. In totaal zullen er 24 in zenders deelnemen, onder wie een uit Johannesburg, en het geheel zal beoordeeld worden door een jury van 34 leden (17 Nederlanders en 17 buitenlan ders). Een goed beeld De expositie zal een goed beeld geven van wat er nu in de gla- diolencultuur gepresteerd wordt. En vooral de insider moet er verwonderd over staan, dat deze cultuur in vijftig jaar zo'n hoge vlucht heeft genomen. Weliswaar staat historisch vast, dat de gla diool reeds een twintigtal eeuwen bekend is, maar omstreeks 1900 kon men in Nederland toch slechts van een rommelige cul tuur spreken. Uit die rommelige sfeer werd een gedegen cultuur getrokken en in dit verband noemen wij de naam van de Noordwijkse kwe ker C. P. van Alkemade, die als winnaar van vele verscheiden heden het bloeitijdperk van de Nederlandse gladiolen inluidde. Ook vele andere kwekers legden zich op de veredeling toe en schitterende variëteiten werden en worden nog in toenemende mate van Nederland uit over de gehele wereld verspreid. De bloe men worden groter en groter, de vormen worden tot nabij het vol maakte opgevoerd, de bouw van de tros aan de stevige stengels met de sierlijke top voldoet aan steeds strengere eisen van ele gance. Mogen er enkele landen zijn, waar grotere oppervlakten gladiolen geteeld worden dan in Nederland, uit ons land komen toch de meest belangrijke nieuwe aanwinsten en deze vinden overal hun weg. Export mogelijkheden Hoe deze cultuur van West- Friesland tot in de Duinstreek zich in de loop van de laatste vijftig jaar heeft uitgebreid, moge blijken uit het feit, dat een halve eeuw geleden in totaal vijftig tot honderd hectare in cultuur was, terwijl dat er nu ruim tweeduizend zijn. De export van gladiolen bracht in 1951 niet minder dan ruim twintig millioen in kas, en ver- MUEHLHEIM, 30 Juli. De kleinzoon van de laatste koninq van Saksen en de blonde dochter van een slager in het Ruhrqebied hebben plannen aanqekondiqd om dit weekend in het huwelijk te t. eden na een romance, die beqon in een derde klas wa- qon van een Duitse trein. Prins Georg Thimo Michael Wilhelm Maria, de 28-jarige Her tog van Saksen en zijn toekom stige bruid Margret Lucas zijn van plan zich later in Peru te vestigen en daar een boerderij te beginnen. De kleinzoon van koning Fre- derik August III heeft sinds de oorlog gewerkt als chauffeur en tolk en Margret werkt in een fabriekscantine. VACANTIE PARTIJBUREAU K.V.P. Het Partijbureau der Katho lieke Volkspartij zal gesloten zijn in de periode van 2 tot en met 16 Augustus 1952 Dit bu reau omvat de volgende dien sten: het Algemeen Secretariaat der Partij, het Jongerencommis- sariaat der K.V.P.de redactie en administratie van de Ge meenteraad. het Persoverzicht, het Kath. Staatkundig Maand schrift. de Opmars het advies bureau voor Gemeentepolitiek, de documentatiedienst, de Cen trale Propaganda Dienst. JOHAN KAART MET „IN PYAMA" Een avond bij het gezelschap Johan Kaart doorbrengen bete kent een avond van daverend plezier. Zaterdag- en Zondag a.s. komt deze groep in het Gulden Vlies te Alkmaar met het geweldige succes, de klucht „In Pyama". waarin Johan Kaart en Johan Boskamp de hoofdrollen vertol ken. Naast hen noemen wij Matthieu van Eijsden, Ingeborg Winkler. Jan Blaaser, Jopie Tourniaire Annie Langenaken e.v.a. De regie is in handen van Johan Boskamp. BUENOS AIRES, 30 Juli. Buenos Aires keert langzamer hand tot het normale leven terug. De overheidsdiensten, magazijnen, restaurants en banken zijn van daag weer open, maar de offi ciële rouw duurt voort. De Argentijnen gaan voort te defileren langs de baar van Eva Peron. Gisteravond en vannacht hebben mensen 14 uur in de kou staan wachten om toegelaten te worden en een laatste groet te brengen aan „de eerste vrouw des lands". De bloemisten hebben belang rijke bestellingen gedaan in Chili, maar de bloemen zijn nog maar juist aangekomen of zij zijn weer uitverkocht. NEDERLANDS-DUITSE HANDELSBESPREKINGEN 's GRAVENHAGE, 3<PJuli. Van 2429 Juli j.l. zijn te 's Gra- venhage besprekingen gevoerd, door de krachtens het Nederlands Duitse handelsverdrag ingestel de gemengde commissie, over een aantal problemen verband houden de met het handelsverkeer tussen beide landen. In het belang van de uitbreiding van de wederzijdse handel werd besloten tot een aan tal contingentsverhogingen. FAMILIELEDEN VAN FAROEK TE NAPELS NAPELS, 30 Juli. Verschil lende familieleden van ex-koning Faroek bevonden zich onder een groot aantal Egyptenaren, die hier vandaag aan boord van het Italiaanse schip „Enotria" uit Alexandrië aankwamen. De namen van de familieleden werden niet onmiddellijk bekend gemaakt. De andere passagiers waren in hoofdzaak personen die deel uitmaakten van de konink lijke huishouding, het leger en de politie. wacht wordt, dat dat cijfer over twintig jaar de vijftig millioen zal hebben overschreden. Tot de bloei van deze gladio- lencultuur heeft ongetwijfeld de jubilerende Gladiolus-Vereniging zeer veel bijgedragen. Het zou te ver voeren het historisch verslag van de heer J. F. Ch. Dix tot in details te volgen. Voldoende zij, dat de vereniging een jaar na de oprichting in 1912 98 leden telde en thans bedraagt het ledental meer dan 1000. Niet zonder reden organiseert Gladiolus het komende weekend haar expositie in het Haarlemse Krelagehuis. De tentoonstelling wordt Vrijdagmiddag om twee uur door burgemeester P. O. F. M. Cremers geopend. Gerst niet geboekt WIERINGERWERF. De land bouwer C. S. uit Wieringerwerf heeft met de opgaven van ge teelde gerst geknoeid, minder op gegeven dan geteeld werd om minder in te kunnen leveren. Bij verstek werd de man daarvoor tot een boete van f 250 of 2 maanden veroordeeld. SCHAGEN. Dinsdag werd in Hotel Igesz te Schagen het monde linge gedeelte van het examen Al gemene Handelskennis afgenomen. Op deze eerste dag verwierven liefst 57 candidaten hun diploma. Het zijn: P. A. Baars, Schagen; C. Bak, Schoorldam; Jb. Bakker, Oostwoud; W. Bakker, Alkmaar; J. v. d. Beek, Middenmeer; mej. P. H. Berkvens, Schagen; P. N. Beste men, Burgerbrug; J. W. Boontjes, Schagen; D. Bosch, Den Helder (met het hoogste aantal punten); P. Bosma, Slootdorp; A. Bregman, Julianadorp; H. P. Brugman, Bur gerbrug; Jac. Brugman, Schager- brug; J. Bruin, Hoogwoud; M. Brum, Den Burg, Texel; P. G. Bu ren, 't Zand; Jac. Daalder, De Cocksdorp; K. Daalder, Den Hel der P. Daalder, De Cocksdorp; A. J. Dantuma, Sijbecarspel; W. den Das, Heiloo; A. G. Dekker, Waar land; J. Dekker, St. Maartensbrug; O. Dekker, Anna Paulowna; W. Dirkmaat, Hoogwoud; J. P. Doe- schot. Alkmaar; mej. A. Dros, Den Burg: M. A. Dunselman, Den Hel der; F. Geerts, Texel: M. W. de Graaf, 't Zand: K. de Groote, Bar- singerhorn; J. de Haan, Broek op Langedijk; P. v. Heems, Alkmaar: W. Hendrikx, Den Helder; mej. E. J. v. Hese, Anna Paulowna; F. Hoekstra, Alkmaar; mevr. Hoger- heide—De Graaf, Den Burg; C. Hoogmoed, Anna Paulowna; mej. D.H. Hu zing aDen Burg; G. Hui- sebos, Middenmeer; J. D. Jonker, u Pan,cras;A. Kamst, Hippolytus- hoef; C. J. Klare en J. E. Klancke, Winkel; C. Kleun, Alkmaar; P. G. Klouwers, Wieringewaard: B. Kok, Texel; mei. A. Komen, Oudesluis; J. C. Kool, Oosteland; mej. J. H. Koopman, 't Zand; H. Hooi], Anna Paulowna; Jb. Kooij, St. Pancras; B. A. Koster. Julianadorp; S. A. Kroone, Schagen; P. N. Kruyer, Heerhugowaard en Jb. A. K'uin, Noord-Scharwoude. Op de tweede dag der examens voor het Middenstandsdiploma Al gemene Handelskennis was het in zaal Igesz zo mogelijk nog bedrij- viger dan op de eerste dag. Toch was het aantal geslaagden iets kleiner, t.w. 53 tegen 57. Helaas moest weer een aanzienlijk aantal candidaten worden afgewezen, t.w. plm. een derde van het totaal' De geslaagden zijn: W. S. Kuit. Oostwoud; Jac. Kuiper Wieringer- waard; W M. Langereis, Wognum; A. J. Lastdrager, Den Helder; mei. t ^ey,f.n' Anna Paulowna; D. C Lont, Wienngen; D. Menkveld, te Br. op Langedijk: J. C. Met, Win kel Joh. Meyer, Den Helder; Ch. Mmneboo, Den Helder: C. P. de Moei, Schagen; K. Moeyes, St Maartensbrug; J. Molenaar, Hau- wert; D Moot, Schagen; N. Mulder, Groet; J. Naastepad, Hensbroek: S P. Nieman, Twisk; N. Nierop, Sint Pancras mej C. B. Th. Oudeians, Schagen; Joh. A. Overtoom, Wie ringerwerf; H Piersma, Nieuwe Niedorp; G. W. Plukker, Schagen- mej K. Popma, 't Zand; G. T Kanke, Schagen; A. Rentenaar, Barsmgerhorn; K. Rezelman, Anna Paulowna: G. C. Rodts, Den Helder S. H Roos, Stolpe; G. Ros, 't Zand; H. W. Rongoor en C. Scheltis, Den Helder; mej. M. J. Schoen, Ben- nmgbroek; mej. H. Slikker, Den Heider; mej. A. C. Slijkerman en a Slhkerman te 't Zand; mej. A. M. Sneek. Midwoud; H. R Spaans, Barsingerhorn; W. J. Stam, Schagen: J. W. Stroomer, Den Hel der; mej. G. Strijbis, Br. op Lange dijk; mej. M. M. Swart, Den Hel- der; A. Timmermans. Wieringer- T,nFi: R- Tr?mpi Schagen; mevr. Tuin--Kwynster, 't Zand; J. Veer man, Sijbecarspel; mej. T A Ven ter, Alkmaar; H. Visser en A. Vos. Den Helder; mej. E. de Vries, Alk- maar; P. Vroegop, Br. op Lange- Ihk; H. de Waal, Oudkarspel: J. C Willig. Bergen; C. B. Zoon, Den Helder en M. J. Huiberts, Bree- zand. VANDAAG moet i!k je eens iets vertellen van de ontevreden ketel. Ja, die ketel was erg uit haar hu meur, maar daar had ze ook wel wat reden voor. Het was een prachtige ko peren ketel zie je, die kon blinken als goud, doch dat dieed zij nu juist niet. Daarentegen had zij een paar vegen en vlekken, waar in lange tijd niet naar omgekeken was. Och, luis ter zelf maar eens naar haar verhaal. ,,'t Is me wat moois",brom de onze ketel droevig, als zij in de keuken rondkeek. „Alles is lekker schoon ge wassen en ziet er helder uit. Maar ik? Te vies om met een tang aan te pakken". Dat was wel een beetje overdreven van de ketel, maar tja, een paar vlekken had zij toch. „En dan te be denken", ging de ketel steeds verder, „dat ik dege ne ben, die elke dag voor het warme water zorg. Zonder mij kan er geen kommetje en geen kannetje afgewassen worden en stel je nu eens voor, dat ik zelf iedere keer wordt overge slagen". De koperen ketel kreeg nooit antwoord oip deze klachten. Wat was er ook op te zeggen? Zij had gelijk, vonden de andere dingen in de keuken. Allemaal kwamen ze aan de beurt bij de schoonmaak, maar de ketel die altijd zo ijverig oip het vuur stond te zingen, moest maar toe blijven kij ken. Amper was het' hete water in de afwasteil ge goten of de ketèl werd al weer weggezet, terwijl de borden, de vorken en de messen in 't heerlijk schui mende sop mochten duiken. Nee, dat was niet-eerlijk en de dingen in de keuken hadden er dan ook geen vrede mee. TOiBN de ketel weer eens in droef gepeins was verzonken, maakten zij een onooi plannetje. „Weet je wat?" werd er gefluisterd, „we gaan de ketel eens ver rassen. We zorgen, dat er water gekookt wordt en dat onze ketel nu ook eens een badlbeurt krijgt". De ogen van al de potjes en panne tjes glinsterden en de grote keukenklok knipoogde. „Ja, dus gauw aan de gang" zei den de wijzers, „het duurt nog net een half uur voor wij drie uur aanwijzen en de keukenmeid weer komt om theewater op te zetten". t beginnen. Alleen de ketel ontbrak nog Kijk, daar kwam ze aan. O, o, wat was ze in haar nopjes. „Wat een verrassing, wat een verrassing" zei ze als maar en met een over gelukkig gezicht liet zij zich in de pan met het 'hete wa ter glijden. Weer keken alle dingen in de keuken vol spanning toe, dat begrijp je. Hoe zou de ketel worden? Vast en zeker prachtig. Ze had een „Dan moet onze ketel klaar zijn" riep een pannelap, „want dan moet ze weer in dienst kunnen treden om theewater te (koken. Vooruit jongens, aan de slag!" EN ze gingen aan de slag. De grootste ketel van de keu'kenplank sprong rin kelend naar beneden en liep toen fier op de gootsteen af. Daar had de 'kraan al op ge rekend. Zij sloeg een arm uit, draaide daarmee haar hoed om en het water stroomde in de pan. Even later hees de pan zich weer naar boven en onder luide toejuichingen nam hij een sprong op de kachel. Het vuur brandde nog goed, zo dat het water lekker warm kon worden. De andere dingen in de keuken keken met spanning toe. „Is het haast klaar?" riepen ze, maar steeds schudde de pan van nee. Eindelijk liep hij met een verhit gezicht van het vuur af en ging weer op de goot steen toe. Daar stond de af wasteil al klaar. „S'jzt" riep het water, terwijl het spet terend in de pan liep en toen kon de vatenkwast ko men. Die had zich di'k in gesmeerd met zeep en brandde van ongeduld om te lekker sopje en 'een vaten kwast voor zidh alleen! MAAR och arm, er ge beurde niets met de koperen ketel. Ze behield haar vlekken en haar ve gen, hoe hard de vaten kwast ook boende. „Ik be grijp er niets van" riep de kwast, „met de bordjes en de vorken en messen ben ik altijd in een wip klaar, maar wat ik nou toch aan de hand heb! Ik 'krijg geen vlekje van de ketel af". Even heerste er verslagen heid in de keuken, maar toen namen ze allemaal een kloek besluit. „We komen helpen" werd er geroepen, „wacht maar even". Binnen een minuut tjoep- ten er pannelappen, panne- sponzen, eierkloppers, zeven en sodabusjes de afwasteil in. Een rek met pollepels wilde ook niet achterblijven en je kunt het geloven of niet, maar al spoedig zat er meer in de afwasteil dan er aan de 'keukenmuur hing. Elk ding deed er zijn best in het warme water maar hoe er oo'k gepoetst werd, de arme koperen ketel bleef 'vuil. „Wat een gefriemel" zuchtte zij ten laatste, „ik wou, dat er maar een einde aan kwam". EN gelukkig, dat einde kwam. De grote klok had ongemerkt drie uur aangewezen en ineens stond de keukenmeid op de dTemipel. „Och" riep ze, ter wijl ze haar handen in el kaar sloeg. Ze ging met gro te stappen op de afwasteil af, doch daar heerste plot seling grote stilte, dat be grijp je. „Hoe komt dat nou?" vroeg de keukenmeid met boze stem, maar er was niemand, die antwoord gaf. Een voor een viste ze alle dingen uit de afwasteil en toen zag ze opeens de kope ren ketel liggen. Ze zag ook de vlekken en vegen, ja het leek wel, of ze die nu pas voor het eerst opmerkte. „Die ketel mocht eigenlijk ook wel eens een beurt heb ben maar niet in het sop". De dingen in de keuken spitsten hun oren en keken met grote ogen toe. En toen kregen ze in de gaten, dat ze de koperen ketel een heel verkeerde schoonmaakbeurt hadden gegeven. Het moest niet met sop, maar met koperpoets en een paar flinke doeken. De keukenmeid wist het wel en toen ze eenmaal be zig was, kreeg ze echt ple zier in het werk. Ze haalde niet alleen alle vegen en vlekken weg, maar ze boen de net zo lang, tot de kope ren ketel glom als goud! Toen was onze ketel pas in haar sas, dat laat zich denken. Ze straalde van ge noegen en zodra de keuken meid weg was, dankte ze alle dingen in de keuken heel hartelijk. „Want als jullie mij niet in de af wasteil hadden gehaald", zei ze, „was de keukenmeid vast niet aan mij begonnen". Daar moest iedereen haar gelijk in geven en omdat alles zo goed gegaan was, zongen alle dingen in de keuken vrolijk tot besluit: „Hiep hiep hoera voor onze ketel, voor de ketel van goud!" In de Octobermaand 1808 was er een kleine bijeenkomst van priesters uitgeschreven in het Friese stadje Workum. „Het is goed, om van tijd tot tijd in deze moeilijkheden met elkaar van gedachten te wisselen", zo had pastoor A. Gerritsen 1800 1815) in zijn uitnodigingsbrief gezegd, „en daar mijn gezondheidstoestand veel te wensen overlaat, verzoek ik U naar mijn huis te komen." En van alle plaatsen uit de Zuid westhoek waren de priesters naar Workum gekomen: ze wisten immers dat pastoor Gerritsen een gulle gastheer was, maar dat was het niet alleen: er was in de laatste maanden zo veel gebeurd, dat men nodig eens met elkaar praten moest. vallen, om hun plannen uit te wer ken", zo merkte de stille pastoor van Hemelum, H. C. van Heeck (17961826) op, „de Jansenisten zullen zich verzetten. Zij hebben al lang een eigen kerkelijke orga nisatie en hebben drie bisschop pen: van Utrecht, Haarlem en De venter. Allicht stellen zij' aan de koning voor, om hun bisschoppen maar te nemen." „Dat is al ge beurd", zeide pastoor Gerritsen, „vanuit Holland kreeg ik laatst een priester bij mij en die had een paar vlugschriftjes meegenomen van de Jansenistische pastoor Mar- tinus Glasbergen uit Den Helder, die onder de schuilnaam Ireneus kwam vertellen, dat nu de tijd ge komen was voor katholieken en Jansenisten, om weer samen te gaan. En hij deed dat zo brutaal, want zonder meer moesten wij al heel erg blij zijn, dat we met de Jansenisten mee konden doen en onder het bestuur van hun bis schoppen mochten komen." „De koning zal wel wijzer we zen", antwoordde pastoor v. Heeck, „hjj moet, zoals men het mij heeft medegedeeld, niet veel van de Jansenisten hebben." „Zeker", zo merkte pastoor Gerritsen op, „maar vergeet niet. dat zij ondanks hun klein aantal is hun kerkje niet geslonken tot een 20.000 le den? veel in de melk te brok kelen hebben, omdat zij over veel kapitaal beschikken. Maar toch Want er was voor de katholieken een hoopvolle tijd aangebroken. In Juli 1806 was de broer van de Franse keizer Lodewijk Napoleon tot koning van Holland aangesteld. De koning was een rechtvaardig man, met een nobel karakter en een getrouw zoon van de katholie ke kerk. Al heel spoedig openbaarden de voornaamste priesters van de Hol landse zending met vertrouwelijke openhartigheid aan de vorst hun lijden en strijden uit de schuilker kentijd en zij verzochten hem zijn bemiddeling te willen geven voor de opbouw van een eigen kerkor ganisatie. De goede koning was direct bereid om ten volle mee te werken en na enige besprekingen was er een commissie benoemd op 8 Augustus 1808, om de organisatie van de Hollandse kerk te bestude ren. De voornaamste leden waren pastoor Muller van Deventer en pastoor Lexius van 't Kalf (Zaan dam). Wat de commissie wil doen Er was hier en daar al iets uit gelekt over de plannen, die deze commissie wilde maken en onder de geestelijkheid was dit het ge ek .1 .ge nelissen uit Sneek, die pas in sprek van de dag. „Ik heb gehoord" zo vertelde de jonge kapelaan Cor- Friesland was gekomen, „dat men vier bisdommen wil oprichten, nl. Utrecht, Deventer. Den Bosch en Groningen. Onder dit laatste bis dom, dat de departementen Fries land, Groningen, Drente en Oost- friesland omvat, zullen wij vallen." „Als je het mij vraagt," zeide pas toor Fleutman van Blauwhuis- Sensmeer (17821810), „vind ik die regeling wel wat kostbaar. Wij kunnen in deze streken niet meer dan 30.000 katholieken opbrengen en dat is te kort voor een bisdom. Ik begrijp heel goed, dat wij hier in het Noorden wel 'n eigen kerk regeling willen hebben al te gemakkelijk plakt men ons maar aan het Hollandse departement vast maar dit kan toch niet." Moeilijkheden met de Jansenisten „Het zal de commissie niet mee- zie ik niet veel gevaar: zolang pas toor Muller uit Deventer er wat in te vertellen heeft, worden alle Jansenistische voorstellen ter zijde geschoven." Salaris van de geestelijkheid „De kwestie is niet zo eenvoudig op te lossen als die van onze sala riëring". zo merkte kapelaan Cor- nelissen op. „Men heeft mij ver teld, dat mijn oude aartspriester N. Pas van Salland, u weet wel de pastoor van Raalte, op zijn eerste audiëntie bij koning Lodewijk on omwonden heeft gezegd, dat de sa lariskwestie moest worden gere geld. Zie hier heb ik de Post van de Nederrhijn, die het volgende opnam: „In zijn toespraak zeide de aartspriester: Wij vleyen ons, dat het Zyne majesteit gratieuselyk moge behagen om in 't onderhoud van R. C. pastoren, pastoryen en noodwendigheden tot den gods dienst in gelykheid met die der ge reformeerden goedgunstig te be schikken. Pastoor Pas had wel wat te hoog gemikt, maar de koning had naar hem geluisterd. Wy kry- gen nu tenminste een toelage. „Wat ge een toelage noemt", zo bracht pastoor Fleutman in 't mid den, „ge kunt er nauwelijks uw toebak van kopen!" „Blauwhuis is weer op de centen", lachte van Heeck en het zou een aardig woor denspel geworden zijn tussen deze herders, die elkander nog al graag mochten plagen, als op dat ogen blik pastoor van Engelen O.F.M. (1804—1840) uit Bolsward niet was binnengekomen. De mening van de meeste priesters „Het is al koud in deze tijd van het jaar", zo begroette hij dë club. „Ik schuif wat naar de haard. Toen ik in de gang mijn jas uittrok, boorde ik U druk praten over de maatregelen van onze koning. Ze ker, ik moet het bekennen: we kunnen niet dankbar genoeg zijn voor wat hij voor ons doet. Maar ik kan het niet helpen, met het hele gedoe van kerkorganisatie kan ik maar matig sympathiseren. Het is mij te Frans." Allen zwegen even. Zij kenden de afkeer van deze Belgische Lim burger voor Frankrijk. Rustig had hij twee jaar in Venlo wijsbegeerte gedoceerd en hoopte daar te blij ven. Maar de zegevierende Franse legers, die de Limburgse gewesten .waren binnengedrongen, hadden de Minderbroeders verjaagd. Na veel omzwervingen was hij in F riesland terechtgekomen, maar had altijd nog een heilige schrik voor de Fransen. „Wat pastoor van Engelen daar heeft gezegd," zo verbrak pastoor Gerritsen de stilte, ..heeft ons eigenlijk diep getroffen. We hebben allen grootste ver wachtingen van het bewind van onze kooning, maar ondanks het feit, dat hij zeer goed voor ons is, blijft hij toch maar een vreemde. En krijgen wij nu door zijn toe doen onze bisschoppen terug, dan kunnen wij niet onverdeeld blij zijn, want wij willen allen van vreemde smetten vrij zijn." Allen moesten uiteindelijk het standpunt van pastoor vari Enge len beamen en zij besloten in hun staties vurig te bidden voor de be vrijding van eigen land en voor een herstel van de kerkelijke orga nisatie in een vrii Nederland. Moeilijkheden met de Franse keizer maakten het voor koning Lodewijk onmogelijk om zijn plan nen ten uitvoer te brengen. Toen hij in 1810 gedwongen werd om af te treden, had hij nog niets in die richting kunnen doen en hoewel de geestelijkheid zeer veel sympa thie had voor het optreden van deze nobele vorst, waren zij blij, dat er niets was gebeurd: want vanuit Frankrijk mocht de kerke lijke organisatie niet aan ons wor den opgedrongen. (Handboekje voor de zaken der R.K. Eredienst 1848; Volksalmanak voor Nederl. Katholieken 1868, blz. 123 vlgg.; W. Bilderdük: Ge schiedenis des Vaderlands, Amsterdam 1839, deel XII). B. VOETS, Kapelaan. De stand van de onderwijzers Op 20 Mei 1951 is door het Verbondsbestuur van het Katho lieke Onderwij zersverbond een commissie „Standsorganisaties" benoemd om na te gaan of het voor de katholieke onderwijzer nut heeft bij een standsorgani satie te gaan en welke die dan zou moeten zijn. Naar het Katho lieke Schoolblad mededeelt heeft deze commissie reeds een voorlo pig rapport samengesteld. In de discussies voorafgaande aan de opstelling daarvan is het vraag stuk standsorganisaties danig on derzocht en uit de gestelde vra gen is wel gebleken, dat de standsorganisaties, die een her kerstening van het buitenkerke lijke maatschappelijke leven" be ogen, nog niet geheel zijn wat ze moeten zijn in verband althans met hun doel. Men kent ze: de St Adelbertsvereniging, de Alge mene Katholieke Werkgeversver eniging, de Ned. Katholieke Mid denstandsbond, de Kath. Nederl. Boeren- en Tuindersbond en de Kath. Arbeidersbeweging. Het rapport laat al doorschemeren, dat dit eigenlijk niet dadelijk standen zijn, dat er eigenlijk rangstanden zijin die door deze nogal beroepsmatige indelingen heen lopen en die de mensen om vatten, die in het bezit zijn van eenzelfde cultuur- en bescha vingspeil. Het rapport moet ech ter een antwoord geven en het stelt dan vast, dat de katholieke onderwijzer behoort bij de werk- nemende middenstand en dat er geen plaats is voor een aparte onderwijzende middenstand. „Het Binnenhof" zegt, dat dit een voor zichtig antwoord is. Er zijn lan den en niet de minste waar de onderwijzer reeds door zijn opleiding tot de academisch ge- vormden zou behoren en dus in een vereniging als Sint Adelberts- vereniging terecht zou komen. In ons land is dit echter niet het ge val. En de commissie hield daar rekening mee. De commissie zag tevens het belang in, dat de on derwijzers zich als stand niet apart groeperen. En dat getuigt van een juist inzicht. Er zijn tal van onderwijzers, die in 't maat schappelijk leven buiten de school een belangrijke plaats innemen, maar toch schuilt er in 't school leven in het algemeen het gevaar, dat men teveel buiten dat maat schappelijke leven komt te staan en één der opgaven der school is toch op dit leven voor te berei den. Ook hierom kan dit rapport, dat bedoeld is ter discussie, van grote betekenis worden. De positie van Europa Sedert 1948 hebben zich in Europa verschillende organisaties gevormd, die zich met de een wording van Europa bezig hou den. De Unie van Europese Fede ralisten is de grootste en actiefste onder de zes. die zich in de Euro pese Beweging bundelden. Haar aanhangers vindt men onder alle democratische richtingen. In Ne derland vindt men ook vele fede ralisten, maar zo merkt „De Gel derlander" op ,de belangstelling in katholieke kring kan groter zijn. De socialisten zijn terzake veel actiever, en niet alleen in Nederland. Dit kan ongezonde verhoudingen geven, en dat is niet in het belang van de bittere noodzaak tot meer eenheid in Europa, terwille van de vrijheid, vrede en sociale gerechtigheid. Men bedenke, dat de integratie van Europa geen kwestie van machtsverhoudingen alleen is. Er zitten duizend-en-een facetten aan vast, die evenzovele redenen vormen om de strijd aan te bin den tegen de verdeeldheid van het avondland. Naar aanleiding van de persconferentie in Italië, waaraan ook onze verslaggever een beschouwing wijdde, herin nert „De Gelderlander" aan een opmerking van Alfred Mozer, Nederlands lid van het uitvoe rend comité der Europese Unie, die het aldus zeide: Driehonderd millioen Europeanen leven in angst voor tweehonderd millioen Russen en zij laten zich door honderdvijftig millioen Amerika nen voeden, was zijn even wrang als typerend bescheid. Het pijn lijke'is, dat wij Europeanen ons onvoldoende inspannen om ons aan deze weinig benijdenswaar dige en weiig eervolle positie te ontworstelen. De angst mag uiteraard allerminst een drijfveer voor aaneensluiting zijn, maar de gedachte aan onze zo duur her wonnen vrijheid en aan de idee dat een krachtig en machtig Europa van het grootste gewicht voor de wereldvrede is, mogen wij evenmin verwerpen. Eva Perón Het bloemenmeisje in Shaws „Pygmalion" werd met onberis pelijk Engels, straf ingescherpte manieren en mooie japonnen een dame van de grote wereld, maar zij ervoer er spoedig dat de gren zen, die zij had willen overschrij den, haar nog altijd buitensloten. Eva Duarte, tweeöe-rangsartiste, werd Peróns „bloemenmeisje" en als vrouw van de dictator kon zij in Argentinië alles maken en breken. Omhoog gekomen uit nederige staat ging haar zorg uit naar de onterfden, maar zij be greep niet dat deze slechts zich zelf bevrijden konden en geens zins door'de reclamerijke liefda digheid van een dictatuur konden worden geholpen. Haar vroege dood heeft haar behoed voor des illusie op dit punt. Dit is de visie van het „Vrije Volk", dat schrijft: Wel heeft zij ruimschoots on dervonden dat zelfs de allerhoog ste positie in een dictatuur on voldoende is om de grenzen te overschijden, waarvoor ook het bloemenmeisje moest blijven staan. De officierskaste, die haar man niet missen kon, heeft haar 't leven zuur gemaakt. Zij die de vrijheid liefhadden moesten haar als vrouw van de dictator bestrij den. Ondanks „goede daden" en nog meer goede bedoelingen, een mislukt leven. Wie een volk de vrijheid onthoudt kan het niets goeds geven. Geslaagd SPIERDIJK. De heer W. P. M. Stol. onderwijzer aan de R.K. jon gensschool alhier, slaagde te Haar lem voor het B-gedeelte van de hoofdacte. tmèm

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1952 | | pagina 7