fEENO
i
R
Grootse tentoonstelling van
gladiolen in Haarlem
De katholieken van Nederland
wensten eigen Kerkorganisatie
loten
LICH
Uit de Pers
Jr VLUG
W VEILIG
fOORDELIG
V. Rijwielen-
fabriek
.m. 9 Aug.
os vacantie
immerman
EENDEN
Wildhandel
mffeur
- BERGEN
Tel.
2429
Enorme vlucht van de bollen-
cultuur in vijftig jaar
LANDGUT
ik-Humor
iet VARIÉTÉ
Prins trouwt met
slagersdochter
Argentijnen waken
in de koude nacht
Middenstands
examens begonnen
Van de Ketel, die nooit
een goede beurt kreeg
EN TOEN DE VRIJHEID KWAM
Maar: van vreemde smetten vrij
De plannen van
Koning Lodewijk
DONDERDAG dl JULI 1952
PAGINA 7
•eet leverbaar
NO BEDUM
I
Mkmaar
VACANXIE
I ALKMAAR
;tuk
Telef. 3888
PRIMA wagen?
)ON 2200
idembenemende
14 jaar
Een vindingrijke firma op Texel heeft een op het strand bij
de Koog staande voormalige Duitse bunker ingericht tot
snelbuffet. Moge het uiterlijk van deze uitspanning niet bijster
fraai zijn, het inwendige van het betonnen gevaarte leent zich
uitstekend tot het bewaren van verfrissende dranken, die er
heerlijk koel blijven, zodat de bunker tenslotte voor de
vacantieganger toch zijn nut heeft.
HONORERING VAN
FONDSAPOTHEKERS
AMSTERDAM, 30 Juli. De
organisaties van Algemene Zie
kenfondsen en de Koninkliike
Nederlandse Maatschappij ter be
vordering der Pharmacie hebben
een thans goedgekeurde overeen
komst gesloten inzake de hono
rering van fondsapothekers. Deze
overeenkomst, welke, met terug
werkende kracht, 1 Januari 1952
in werking is getreden, geldt, be
houdens tussentijdse beëindiging,
tot en met het jaar 1954.
Volgens de tot stand gekomen
regeling betalen de fondsen aan de
apothekers een bedrag van ƒ2.50
per verplicht- en per vrijwillig
verzekerde, op naam van een apo
theker ingeschreven, per jaar: een
vergoeding van 0.212 voor elke
aflevering van geneesmiddelen, en
de kostprijs van de door de apo
theker afgeleverde genees- en ver
bandmiddelen.
LENING AAN DE
„WILLEM SOPHIA"
Bij de Tweede Kamer is een
wetsontwerp ingediend tot goed
keuring van een door de regering
aan de Willem Sophia-mijn ver
strekte lening van zeven en een
half millioen gulden. De Willem
Sophia is hierdoor in de gelegen
heid kolen te ontginnen in Duits
land. Het rentepercentage zal 3.5
procent bedragen.
Op 18 December van het vorig jaar bestond de Nederlandse
Gladiolus-Vereniging veertig jaar. Dat dit jubileum niet onge
merkt voorbij zou gaan, stond bij voorbaat reeds vast, maar
indien de voortekenen niet bedriegen, krijgt de bloemenliefheb
ber naar aanleiding van dat jubileum een feestelijke show
voorgezet, welke hij zich nog lang zal herinneren. Op 1, 2 en 3
Augustus wordt er namelijk in Haarlem een. gladiolen-tentoon
stelling in het Krelagehuïs gehouden, welke in alle opzichten
iets bijzonders belooft te worden.
De inrichting van de expositie
wijkt af van de gebruikelijke.
Het zal in ieder geval geen pak
huis vol bloemen worden. Ver
schillende interieurs zullen in de
grote beurszaal worden aan
gelegd, waarmee men wil trach
ten aan te tonen, welke plaats de
bloem als versiering kan in
nemen. Tegen een achtergrond
van lichtblauw fluweer zal een
vrouwenfiguur geplaatst worden
met een hoogte van zes en een
halve meter; daarboven uit rijst
de opkomende zon. Een podium,
in het midden van de zaal op
gericht, zal toegankelijk zijn voor
het publiek, waardoor men ook
een gezicht óp de tentoonstelling
heeft. De kap van de zaal zal met
groen worden afgedekt, waardoor
de hoogte wordt geminiseerd. De
ruimte, die de tentoonstelling zal
innemen, bedraagt 1200 vierkante
meter. In totaal zullen er 24 in
zenders deelnemen, onder wie
een uit Johannesburg, en het
geheel zal beoordeeld worden
door een jury van 34 leden (17
Nederlanders en 17 buitenlan
ders).
Een goed beeld
De expositie zal een goed beeld
geven van wat er nu in de gla-
diolencultuur gepresteerd wordt.
En vooral de insider moet er
verwonderd over staan, dat deze
cultuur in vijftig jaar zo'n hoge
vlucht heeft genomen. Weliswaar
staat historisch vast, dat de gla
diool reeds een twintigtal eeuwen
bekend is, maar omstreeks 1900
kon men in Nederland toch
slechts van een rommelige cul
tuur spreken.
Uit die rommelige sfeer werd
een gedegen cultuur getrokken
en in dit verband noemen wij de
naam van de Noordwijkse kwe
ker C. P. van Alkemade, die als
winnaar van vele verscheiden
heden het bloeitijdperk van de
Nederlandse gladiolen inluidde.
Ook vele andere kwekers legden
zich op de veredeling toe en
schitterende variëteiten werden
en worden nog in toenemende
mate van Nederland uit over de
gehele wereld verspreid. De bloe
men worden groter en groter, de
vormen worden tot nabij het vol
maakte opgevoerd, de bouw van
de tros aan de stevige stengels
met de sierlijke top voldoet aan
steeds strengere eisen van ele
gance. Mogen er enkele landen
zijn, waar grotere oppervlakten
gladiolen geteeld worden dan in
Nederland, uit ons land komen
toch de meest belangrijke nieuwe
aanwinsten en deze vinden overal
hun weg.
Export mogelijkheden
Hoe deze cultuur van West-
Friesland tot in de Duinstreek
zich in de loop van de laatste
vijftig jaar heeft uitgebreid,
moge blijken uit het feit, dat
een halve eeuw geleden in totaal
vijftig tot honderd hectare in
cultuur was, terwijl dat er nu
ruim tweeduizend zijn.
De export van gladiolen bracht
in 1951 niet minder dan ruim
twintig millioen in kas, en ver-
MUEHLHEIM, 30 Juli.
De kleinzoon van de laatste
koninq van Saksen en de
blonde dochter van een slager
in het Ruhrqebied hebben
plannen aanqekondiqd om dit
weekend in het huwelijk te
t. eden na een romance, die
beqon in een derde klas wa-
qon van een Duitse trein.
Prins Georg Thimo Michael
Wilhelm Maria, de 28-jarige Her
tog van Saksen en zijn toekom
stige bruid Margret Lucas zijn
van plan zich later in Peru te
vestigen en daar een boerderij te
beginnen.
De kleinzoon van koning Fre-
derik August III heeft sinds de
oorlog gewerkt als chauffeur en
tolk en Margret werkt in een
fabriekscantine.
VACANTIE PARTIJBUREAU
K.V.P.
Het Partijbureau der Katho
lieke Volkspartij zal gesloten
zijn in de periode van 2 tot en
met 16 Augustus 1952 Dit bu
reau omvat de volgende dien
sten: het Algemeen Secretariaat
der Partij, het Jongerencommis-
sariaat der K.V.P.de redactie
en administratie van de Ge
meenteraad. het Persoverzicht,
het Kath. Staatkundig Maand
schrift. de Opmars het advies
bureau voor Gemeentepolitiek,
de documentatiedienst, de Cen
trale Propaganda Dienst.
JOHAN KAART MET
„IN PYAMA"
Een avond bij het gezelschap
Johan Kaart doorbrengen bete
kent een avond van daverend
plezier.
Zaterdag- en Zondag a.s. komt
deze groep in het Gulden Vlies
te Alkmaar met het geweldige
succes, de klucht „In Pyama".
waarin Johan Kaart en Johan
Boskamp de hoofdrollen vertol
ken. Naast hen noemen wij
Matthieu van Eijsden, Ingeborg
Winkler. Jan Blaaser, Jopie
Tourniaire Annie Langenaken
e.v.a. De regie is in handen van
Johan Boskamp.
BUENOS AIRES, 30 Juli.
Buenos Aires keert langzamer
hand tot het normale leven terug.
De overheidsdiensten, magazijnen,
restaurants en banken zijn van
daag weer open, maar de offi
ciële rouw duurt voort.
De Argentijnen gaan voort te
defileren langs de baar van Eva
Peron. Gisteravond en vannacht
hebben mensen 14 uur in de kou
staan wachten om toegelaten te
worden en een laatste groet te
brengen aan „de eerste vrouw
des lands".
De bloemisten hebben belang
rijke bestellingen gedaan in Chili,
maar de bloemen zijn nog maar
juist aangekomen of zij zijn weer
uitverkocht.
NEDERLANDS-DUITSE
HANDELSBESPREKINGEN
's GRAVENHAGE, 3<PJuli.
Van 2429 Juli j.l. zijn te 's Gra-
venhage besprekingen gevoerd,
door de krachtens het Nederlands
Duitse handelsverdrag ingestel
de gemengde commissie, over een
aantal problemen verband houden
de met het handelsverkeer tussen
beide landen. In het belang van
de uitbreiding van de wederzijdse
handel werd besloten tot een aan
tal contingentsverhogingen.
FAMILIELEDEN VAN
FAROEK TE NAPELS
NAPELS, 30 Juli. Verschil
lende familieleden van ex-koning
Faroek bevonden zich onder een
groot aantal Egyptenaren, die
hier vandaag aan boord van het
Italiaanse schip „Enotria" uit
Alexandrië aankwamen.
De namen van de familieleden
werden niet onmiddellijk bekend
gemaakt. De andere passagiers
waren in hoofdzaak personen die
deel uitmaakten van de konink
lijke huishouding, het leger en de
politie.
wacht wordt, dat dat cijfer over
twintig jaar de vijftig millioen
zal hebben overschreden.
Tot de bloei van deze gladio-
lencultuur heeft ongetwijfeld de
jubilerende Gladiolus-Vereniging
zeer veel bijgedragen. Het zou te
ver voeren het historisch verslag
van de heer J. F. Ch. Dix tot in
details te volgen. Voldoende zij,
dat de vereniging een jaar na de
oprichting in 1912 98 leden
telde en thans bedraagt het
ledental meer dan 1000.
Niet zonder reden organiseert
Gladiolus het komende weekend
haar expositie in het Haarlemse
Krelagehuis. De tentoonstelling
wordt Vrijdagmiddag om twee
uur door burgemeester P. O. F.
M. Cremers geopend.
Gerst niet geboekt
WIERINGERWERF. De land
bouwer C. S. uit Wieringerwerf
heeft met de opgaven van ge
teelde gerst geknoeid, minder op
gegeven dan geteeld werd om
minder in te kunnen leveren. Bij
verstek werd de man daarvoor
tot een boete van f 250 of 2
maanden veroordeeld.
SCHAGEN. Dinsdag werd in
Hotel Igesz te Schagen het monde
linge gedeelte van het examen Al
gemene Handelskennis afgenomen.
Op deze eerste dag verwierven
liefst 57 candidaten hun diploma.
Het zijn: P. A. Baars, Schagen; C.
Bak, Schoorldam; Jb. Bakker,
Oostwoud; W. Bakker, Alkmaar; J.
v. d. Beek, Middenmeer; mej. P. H.
Berkvens, Schagen; P. N. Beste
men, Burgerbrug; J. W. Boontjes,
Schagen; D. Bosch, Den Helder
(met het hoogste aantal punten);
P. Bosma, Slootdorp; A. Bregman,
Julianadorp; H. P. Brugman, Bur
gerbrug; Jac. Brugman, Schager-
brug; J. Bruin, Hoogwoud; M.
Brum, Den Burg, Texel; P. G. Bu
ren, 't Zand; Jac. Daalder, De
Cocksdorp; K. Daalder, Den Hel
der P. Daalder, De Cocksdorp; A.
J. Dantuma, Sijbecarspel; W. den
Das, Heiloo; A. G. Dekker, Waar
land; J. Dekker, St. Maartensbrug;
O. Dekker, Anna Paulowna; W.
Dirkmaat, Hoogwoud; J. P. Doe-
schot. Alkmaar; mej. A. Dros, Den
Burg: M. A. Dunselman, Den Hel
der; F. Geerts, Texel: M. W. de
Graaf, 't Zand: K. de Groote, Bar-
singerhorn; J. de Haan, Broek op
Langedijk; P. v. Heems, Alkmaar:
W. Hendrikx, Den Helder; mej. E.
J. v. Hese, Anna Paulowna; F.
Hoekstra, Alkmaar; mevr. Hoger-
heide—De Graaf, Den Burg; C.
Hoogmoed, Anna Paulowna; mej.
D.H. Hu zing aDen Burg; G. Hui-
sebos, Middenmeer; J. D. Jonker,
u Pan,cras;A. Kamst, Hippolytus-
hoef; C. J. Klare en J. E. Klancke,
Winkel; C. Kleun, Alkmaar; P. G.
Klouwers, Wieringewaard: B. Kok,
Texel; mei. A. Komen, Oudesluis;
J. C. Kool, Oosteland; mej. J. H.
Koopman, 't Zand; H. Hooi], Anna
Paulowna; Jb. Kooij, St. Pancras;
B. A. Koster. Julianadorp; S. A.
Kroone, Schagen; P. N. Kruyer,
Heerhugowaard en Jb. A. K'uin,
Noord-Scharwoude.
Op de tweede dag der examens
voor het Middenstandsdiploma Al
gemene Handelskennis was het in
zaal Igesz zo mogelijk nog bedrij-
viger dan op de eerste dag. Toch
was het aantal geslaagden iets
kleiner, t.w. 53 tegen 57. Helaas
moest weer een aanzienlijk aantal
candidaten worden afgewezen,
t.w. plm. een derde van het totaal'
De geslaagden zijn: W. S. Kuit.
Oostwoud; Jac. Kuiper Wieringer-
waard; W M. Langereis, Wognum;
A. J. Lastdrager, Den Helder; mei.
t ^ey,f.n' Anna Paulowna; D. C
Lont, Wienngen; D. Menkveld, te
Br. op Langedijk: J. C. Met, Win
kel Joh. Meyer, Den Helder; Ch.
Mmneboo, Den Helder: C. P. de
Moei, Schagen; K. Moeyes, St
Maartensbrug; J. Molenaar, Hau-
wert; D Moot, Schagen; N. Mulder,
Groet; J. Naastepad, Hensbroek: S
P. Nieman, Twisk; N. Nierop, Sint
Pancras mej C. B. Th. Oudeians,
Schagen; Joh. A. Overtoom, Wie
ringerwerf; H Piersma, Nieuwe
Niedorp; G. W. Plukker, Schagen-
mej K. Popma, 't Zand; G. T
Kanke, Schagen; A. Rentenaar,
Barsmgerhorn; K. Rezelman, Anna
Paulowna: G. C. Rodts, Den Helder
S. H Roos, Stolpe; G. Ros, 't Zand;
H. W. Rongoor en C. Scheltis, Den
Helder; mej. M. J. Schoen, Ben-
nmgbroek; mej. H. Slikker, Den
Heider; mej. A. C. Slijkerman en
a Slhkerman te 't Zand; mej.
A. M. Sneek. Midwoud; H. R
Spaans, Barsingerhorn; W. J. Stam,
Schagen: J. W. Stroomer, Den Hel
der; mej. G. Strijbis, Br. op Lange
dijk; mej. M. M. Swart, Den Hel-
der; A. Timmermans. Wieringer-
T,nFi: R- Tr?mpi Schagen; mevr.
Tuin--Kwynster, 't Zand; J. Veer
man, Sijbecarspel; mej. T A Ven
ter, Alkmaar; H. Visser en A. Vos.
Den Helder; mej. E. de Vries, Alk-
maar; P. Vroegop, Br. op Lange-
Ihk; H. de Waal, Oudkarspel: J.
C Willig. Bergen; C. B. Zoon, Den
Helder en M. J. Huiberts, Bree-
zand.
VANDAAG moet i!k je
eens iets vertellen van
de ontevreden ketel. Ja, die
ketel was erg uit haar hu
meur, maar daar had ze
ook wel wat reden voor.
Het was een prachtige ko
peren ketel zie je, die kon
blinken als goud, doch
dat dieed zij nu juist niet.
Daarentegen had zij een
paar vegen en vlekken,
waar in lange tijd niet naar
omgekeken was. Och, luis
ter zelf maar eens naar
haar verhaal.
,,'t Is me wat moois",brom
de onze ketel droevig, als
zij in de keuken rondkeek.
„Alles is lekker schoon ge
wassen en ziet er helder uit.
Maar ik? Te vies om met
een tang aan te pakken".
Dat was wel een beetje
overdreven van de ketel,
maar tja, een paar vlekken
had zij toch. „En dan te be
denken", ging de ketel
steeds verder, „dat ik dege
ne ben, die elke dag voor
het warme water zorg.
Zonder mij kan er geen
kommetje en geen kannetje
afgewassen worden en stel
je nu eens voor, dat ik zelf
iedere keer wordt overge
slagen".
De koperen ketel kreeg
nooit antwoord oip deze
klachten. Wat was er ook
op te zeggen? Zij had gelijk,
vonden de andere dingen
in de keuken. Allemaal
kwamen ze aan de beurt
bij de schoonmaak, maar de
ketel die altijd zo ijverig oip
het vuur stond te zingen,
moest maar toe blijven kij
ken. Amper was het' hete
water in de afwasteil ge
goten of de ketèl werd al
weer weggezet, terwijl de
borden, de vorken en de
messen in 't heerlijk schui
mende sop mochten duiken.
Nee, dat was niet-eerlijk en
de dingen in de keuken
hadden er dan ook geen
vrede mee.
TOiBN de ketel weer eens
in droef gepeins was
verzonken, maakten zij een
onooi plannetje. „Weet je
wat?" werd er gefluisterd,
„we gaan de ketel eens ver
rassen. We zorgen, dat er
water gekookt wordt en dat
onze ketel nu ook eens een
badlbeurt krijgt". De ogen
van al de potjes en panne
tjes glinsterden en de grote
keukenklok knipoogde. „Ja,
dus gauw aan de gang" zei
den de wijzers, „het duurt
nog net een half uur voor
wij drie uur aanwijzen en
de keukenmeid weer komt
om theewater op te zetten".
t
beginnen. Alleen de ketel
ontbrak nog
Kijk, daar kwam ze aan.
O, o, wat was ze in haar
nopjes. „Wat een verrassing,
wat een verrassing" zei ze
als maar en met een over
gelukkig gezicht liet zij zich
in de pan met het 'hete wa
ter glijden.
Weer keken alle dingen
in de keuken vol spanning
toe, dat begrijp je. Hoe zou
de ketel worden? Vast en
zeker prachtig. Ze had een
„Dan moet onze ketel klaar
zijn" riep een pannelap,
„want dan moet ze weer in
dienst kunnen treden om
theewater te (koken. Vooruit
jongens, aan de slag!"
EN ze gingen aan de slag.
De grootste ketel van
de keu'kenplank sprong rin
kelend naar beneden en liep
toen fier op de gootsteen af.
Daar had de 'kraan al op ge
rekend. Zij sloeg een arm
uit, draaide daarmee haar
hoed om en het water
stroomde in de pan. Even
later hees de pan zich weer
naar boven en onder luide
toejuichingen nam hij een
sprong op de kachel. Het
vuur brandde nog goed, zo
dat het water lekker warm
kon worden.
De andere dingen in de
keuken keken met spanning
toe. „Is het haast klaar?"
riepen ze, maar steeds
schudde de pan van nee.
Eindelijk liep hij met een
verhit gezicht van het vuur
af en ging weer op de goot
steen toe. Daar stond de af
wasteil al klaar. „S'jzt" riep
het water, terwijl het spet
terend in de pan liep en
toen kon de vatenkwast ko
men. Die had zich di'k in
gesmeerd met zeep en
brandde van ongeduld om te
lekker sopje en 'een vaten
kwast voor zidh alleen!
MAAR och arm, er ge
beurde niets met de
koperen ketel. Ze behield
haar vlekken en haar ve
gen, hoe hard de vaten
kwast ook boende. „Ik be
grijp er niets van" riep de
kwast, „met de bordjes en
de vorken en messen ben ik
altijd in een wip klaar,
maar wat ik nou toch aan
de hand heb! Ik 'krijg geen
vlekje van de ketel af".
Even heerste er verslagen
heid in de keuken, maar
toen namen ze allemaal een
kloek besluit. „We komen
helpen" werd er geroepen,
„wacht maar even".
Binnen een minuut tjoep-
ten er pannelappen, panne-
sponzen, eierkloppers, zeven
en sodabusjes de afwasteil
in. Een rek met pollepels
wilde ook niet achterblijven
en je kunt het geloven of
niet, maar al spoedig zat er
meer in de afwasteil dan er
aan de 'keukenmuur hing.
Elk ding deed er zijn best
in het warme water maar
hoe er oo'k gepoetst werd,
de arme koperen ketel bleef
'vuil. „Wat een gefriemel"
zuchtte zij ten laatste, „ik
wou, dat er maar een einde
aan kwam".
EN gelukkig, dat einde
kwam. De grote klok
had ongemerkt drie uur
aangewezen en ineens
stond de keukenmeid op de
dTemipel. „Och" riep ze, ter
wijl ze haar handen in el
kaar sloeg. Ze ging met gro
te stappen op de afwasteil
af, doch daar heerste plot
seling grote stilte, dat be
grijp je. „Hoe komt dat
nou?" vroeg de keukenmeid
met boze stem, maar er was
niemand, die antwoord gaf.
Een voor een viste ze alle
dingen uit de afwasteil en
toen zag ze opeens de kope
ren ketel liggen. Ze zag ook
de vlekken en vegen, ja het
leek wel, of ze die nu pas
voor het eerst opmerkte.
„Die ketel mocht eigenlijk
ook wel eens een beurt heb
ben maar niet in het
sop".
De dingen in de keuken
spitsten hun oren en keken
met grote ogen toe. En toen
kregen ze in de gaten, dat
ze de koperen ketel een heel
verkeerde schoonmaakbeurt
hadden gegeven. Het moest
niet met sop, maar met
koperpoets en een paar
flinke doeken.
De keukenmeid wist het
wel en toen ze eenmaal be
zig was, kreeg ze echt ple
zier in het werk. Ze haalde
niet alleen alle vegen en
vlekken weg, maar ze boen
de net zo lang, tot de kope
ren ketel glom als goud!
Toen was onze ketel pas
in haar sas, dat laat zich
denken. Ze straalde van ge
noegen en zodra de keuken
meid weg was, dankte ze
alle dingen in de keuken
heel hartelijk. „Want als
jullie mij niet in de af
wasteil hadden gehaald",
zei ze, „was de keukenmeid
vast niet aan mij begonnen".
Daar moest iedereen haar
gelijk in geven en omdat
alles zo goed gegaan was,
zongen alle dingen in de
keuken vrolijk tot besluit:
„Hiep hiep hoera voor onze
ketel, voor de ketel van
goud!"
In de Octobermaand 1808 was er een kleine bijeenkomst van
priesters uitgeschreven in het Friese stadje Workum. „Het is
goed, om van tijd tot tijd in deze moeilijkheden met elkaar
van gedachten te wisselen", zo had pastoor A. Gerritsen 1800
1815) in zijn uitnodigingsbrief gezegd, „en daar mijn
gezondheidstoestand veel te wensen overlaat, verzoek ik U
naar mijn huis te komen." En van alle plaatsen uit de Zuid
westhoek waren de priesters naar Workum gekomen: ze
wisten immers dat pastoor Gerritsen een gulle gastheer was,
maar dat was het niet alleen: er was in de laatste maanden
zo veel gebeurd, dat men nodig eens met elkaar praten moest.
vallen, om hun plannen uit te wer
ken", zo merkte de stille pastoor
van Hemelum, H. C. van Heeck
(17961826) op, „de Jansenisten
zullen zich verzetten. Zij hebben
al lang een eigen kerkelijke orga
nisatie en hebben drie bisschop
pen: van Utrecht, Haarlem en De
venter. Allicht stellen zij' aan de
koning voor, om hun bisschoppen
maar te nemen." „Dat is al ge
beurd", zeide pastoor Gerritsen,
„vanuit Holland kreeg ik laatst
een priester bij mij en die had een
paar vlugschriftjes meegenomen
van de Jansenistische pastoor Mar-
tinus Glasbergen uit Den Helder,
die onder de schuilnaam Ireneus
kwam vertellen, dat nu de tijd ge
komen was voor katholieken en
Jansenisten, om weer samen te
gaan. En hij deed dat zo brutaal,
want zonder meer moesten wij al
heel erg blij zijn, dat we met de
Jansenisten mee konden doen en
onder het bestuur van hun bis
schoppen mochten komen."
„De koning zal wel wijzer we
zen", antwoordde pastoor v. Heeck,
„hjj moet, zoals men het mij heeft
medegedeeld, niet veel van de
Jansenisten hebben." „Zeker", zo
merkte pastoor Gerritsen op,
„maar vergeet niet. dat zij ondanks
hun klein aantal is hun kerkje
niet geslonken tot een 20.000 le
den? veel in de melk te brok
kelen hebben, omdat zij over veel
kapitaal beschikken. Maar toch
Want er was voor de katholieken
een hoopvolle tijd aangebroken. In
Juli 1806 was de broer van de
Franse keizer Lodewijk Napoleon
tot koning van Holland aangesteld.
De koning was een rechtvaardig
man, met een nobel karakter en
een getrouw zoon van de katholie
ke kerk.
Al heel spoedig openbaarden de
voornaamste priesters van de Hol
landse zending met vertrouwelijke
openhartigheid aan de vorst hun
lijden en strijden uit de schuilker
kentijd en zij verzochten hem zijn
bemiddeling te willen geven voor
de opbouw van een eigen kerkor
ganisatie. De goede koning was
direct bereid om ten volle mee te
werken en na enige besprekingen
was er een commissie benoemd op
8 Augustus 1808, om de organisatie
van de Hollandse kerk te bestude
ren. De voornaamste leden waren
pastoor Muller van Deventer en
pastoor Lexius van 't Kalf (Zaan
dam).
Wat de commissie
wil doen
Er was hier en daar al iets uit
gelekt over de plannen, die deze
commissie wilde maken en onder
de geestelijkheid was dit het ge
ek
.1 .ge
nelissen uit Sneek, die pas in
sprek van de dag. „Ik heb gehoord"
zo vertelde de jonge kapelaan Cor-
Friesland was gekomen, „dat men
vier bisdommen wil oprichten, nl.
Utrecht, Deventer. Den Bosch en
Groningen. Onder dit laatste bis
dom, dat de departementen Fries
land, Groningen, Drente en Oost-
friesland omvat, zullen wij vallen."
„Als je het mij vraagt," zeide pas
toor Fleutman van Blauwhuis-
Sensmeer (17821810), „vind ik
die regeling wel wat kostbaar. Wij
kunnen in deze streken niet meer
dan 30.000 katholieken opbrengen
en dat is te kort voor een bisdom.
Ik begrijp heel goed, dat wij hier
in het Noorden wel 'n eigen kerk
regeling willen hebben al te
gemakkelijk plakt men ons maar
aan het Hollandse departement
vast maar dit kan toch niet."
Moeilijkheden met de
Jansenisten
„Het zal de commissie niet mee-
zie ik niet veel gevaar: zolang pas
toor Muller uit Deventer er wat in
te vertellen heeft, worden alle
Jansenistische voorstellen ter zijde
geschoven."
Salaris van de geestelijkheid
„De kwestie is niet zo eenvoudig
op te lossen als die van onze sala
riëring". zo merkte kapelaan Cor-
nelissen op. „Men heeft mij ver
teld, dat mijn oude aartspriester
N. Pas van Salland, u weet wel de
pastoor van Raalte, op zijn eerste
audiëntie bij koning Lodewijk on
omwonden heeft gezegd, dat de sa
lariskwestie moest worden gere
geld. Zie hier heb ik de Post van
de Nederrhijn, die het volgende
opnam: „In zijn toespraak zeide de
aartspriester: Wij vleyen ons, dat
het Zyne majesteit gratieuselyk
moge behagen om in 't onderhoud
van R. C. pastoren, pastoryen en
noodwendigheden tot den gods
dienst in gelykheid met die der ge
reformeerden goedgunstig te be
schikken. Pastoor Pas had wel wat
te hoog gemikt, maar de koning
had naar hem geluisterd. Wy kry-
gen nu tenminste een toelage.
„Wat ge een toelage noemt", zo
bracht pastoor Fleutman in 't mid
den, „ge kunt er nauwelijks uw
toebak van kopen!" „Blauwhuis is
weer op de centen", lachte van
Heeck en het zou een aardig woor
denspel geworden zijn tussen deze
herders, die elkander nog al graag
mochten plagen, als op dat ogen
blik pastoor van Engelen O.F.M.
(1804—1840) uit Bolsward niet
was binnengekomen.
De mening van de
meeste priesters
„Het is al koud in deze tijd van
het jaar", zo begroette hij dë club.
„Ik schuif wat naar de haard. Toen
ik in de gang mijn jas uittrok,
boorde ik U druk praten over de
maatregelen van onze koning. Ze
ker, ik moet het bekennen: we
kunnen niet dankbar genoeg zijn
voor wat hij voor ons doet. Maar
ik kan het niet helpen, met het
hele gedoe van kerkorganisatie
kan ik maar matig sympathiseren.
Het is mij te Frans."
Allen zwegen even. Zij kenden
de afkeer van deze Belgische Lim
burger voor Frankrijk. Rustig had
hij twee jaar in Venlo wijsbegeerte
gedoceerd en hoopte daar te blij
ven. Maar de zegevierende Franse
legers, die de Limburgse gewesten
.waren binnengedrongen, hadden
de Minderbroeders verjaagd. Na
veel omzwervingen was hij in
F riesland terechtgekomen, maar
had altijd nog een heilige schrik
voor de Fransen. „Wat pastoor van
Engelen daar heeft gezegd," zo
verbrak pastoor Gerritsen de stilte,
..heeft ons eigenlijk diep getroffen.
We hebben allen grootste ver
wachtingen van het bewind van
onze kooning, maar ondanks het
feit, dat hij zeer goed voor ons is,
blijft hij toch maar een vreemde.
En krijgen wij nu door zijn toe
doen onze bisschoppen terug, dan
kunnen wij niet onverdeeld blij
zijn, want wij willen allen van
vreemde smetten vrij zijn."
Allen moesten uiteindelijk het
standpunt van pastoor vari Enge
len beamen en zij besloten in hun
staties vurig te bidden voor de be
vrijding van eigen land en voor
een herstel van de kerkelijke orga
nisatie in een vrii Nederland.
Moeilijkheden met de Franse
keizer maakten het voor koning
Lodewijk onmogelijk om zijn plan
nen ten uitvoer te brengen. Toen
hij in 1810 gedwongen werd om af
te treden, had hij nog niets in die
richting kunnen doen en hoewel
de geestelijkheid zeer veel sympa
thie had voor het optreden van
deze nobele vorst, waren zij blij,
dat er niets was gebeurd: want
vanuit Frankrijk mocht de kerke
lijke organisatie niet aan ons wor
den opgedrongen.
(Handboekje voor de zaken
der R.K. Eredienst 1848;
Volksalmanak voor Nederl.
Katholieken 1868, blz. 123
vlgg.; W. Bilderdük: Ge
schiedenis des Vaderlands,
Amsterdam 1839, deel XII).
B. VOETS, Kapelaan.
De stand van de
onderwijzers
Op 20 Mei 1951 is door het
Verbondsbestuur van het Katho
lieke Onderwij zersverbond een
commissie „Standsorganisaties"
benoemd om na te gaan of het
voor de katholieke onderwijzer
nut heeft bij een standsorgani
satie te gaan en welke die dan
zou moeten zijn. Naar het Katho
lieke Schoolblad mededeelt heeft
deze commissie reeds een voorlo
pig rapport samengesteld. In de
discussies voorafgaande aan de
opstelling daarvan is het vraag
stuk standsorganisaties danig on
derzocht en uit de gestelde vra
gen is wel gebleken, dat de
standsorganisaties, die een her
kerstening van het buitenkerke
lijke maatschappelijke leven" be
ogen, nog niet geheel zijn wat ze
moeten zijn in verband althans
met hun doel. Men kent ze: de
St Adelbertsvereniging, de Alge
mene Katholieke Werkgeversver
eniging, de Ned. Katholieke Mid
denstandsbond, de Kath. Nederl.
Boeren- en Tuindersbond en de
Kath. Arbeidersbeweging. Het
rapport laat al doorschemeren,
dat dit eigenlijk niet dadelijk
standen zijn, dat er eigenlijk
rangstanden zijin die door deze
nogal beroepsmatige indelingen
heen lopen en die de mensen om
vatten, die in het bezit zijn van
eenzelfde cultuur- en bescha
vingspeil. Het rapport moet ech
ter een antwoord geven en het
stelt dan vast, dat de katholieke
onderwijzer behoort bij de werk-
nemende middenstand en dat er
geen plaats is voor een aparte
onderwijzende middenstand. „Het
Binnenhof" zegt, dat dit een voor
zichtig antwoord is. Er zijn lan
den en niet de minste waar
de onderwijzer reeds door zijn
opleiding tot de academisch ge-
vormden zou behoren en dus in
een vereniging als Sint Adelberts-
vereniging terecht zou komen. In
ons land is dit echter niet het ge
val. En de commissie hield daar
rekening mee. De commissie zag
tevens het belang in, dat de on
derwijzers zich als stand niet
apart groeperen. En dat getuigt
van een juist inzicht. Er zijn tal
van onderwijzers, die in 't maat
schappelijk leven buiten de school
een belangrijke plaats innemen,
maar toch schuilt er in 't school
leven in het algemeen het gevaar,
dat men teveel buiten dat maat
schappelijke leven komt te staan
en één der opgaven der school is
toch op dit leven voor te berei
den. Ook hierom kan dit rapport,
dat bedoeld is ter discussie, van
grote betekenis worden.
De positie van Europa
Sedert 1948 hebben zich in
Europa verschillende organisaties
gevormd, die zich met de een
wording van Europa bezig hou
den. De Unie van Europese Fede
ralisten is de grootste en actiefste
onder de zes. die zich in de Euro
pese Beweging bundelden. Haar
aanhangers vindt men onder alle
democratische richtingen. In Ne
derland vindt men ook vele fede
ralisten, maar zo merkt „De Gel
derlander" op ,de belangstelling
in katholieke kring kan groter
zijn. De socialisten zijn terzake
veel actiever, en niet alleen in
Nederland. Dit kan ongezonde
verhoudingen geven, en dat is
niet in het belang van de bittere
noodzaak tot meer eenheid in
Europa, terwille van de vrijheid,
vrede en sociale gerechtigheid.
Men bedenke, dat de integratie
van Europa geen kwestie van
machtsverhoudingen alleen is. Er
zitten duizend-en-een facetten
aan vast, die evenzovele redenen
vormen om de strijd aan te bin
den tegen de verdeeldheid van
het avondland. Naar aanleiding
van de persconferentie in Italië,
waaraan ook onze verslaggever
een beschouwing wijdde, herin
nert „De Gelderlander" aan een
opmerking van Alfred Mozer,
Nederlands lid van het uitvoe
rend comité der Europese Unie,
die het aldus zeide: Driehonderd
millioen Europeanen leven in
angst voor tweehonderd millioen
Russen en zij laten zich door
honderdvijftig millioen Amerika
nen voeden, was zijn even wrang
als typerend bescheid. Het pijn
lijke'is, dat wij Europeanen ons
onvoldoende inspannen om ons
aan deze weinig benijdenswaar
dige en weiig eervolle positie
te ontworstelen. De angst mag
uiteraard allerminst een drijfveer
voor aaneensluiting zijn, maar de
gedachte aan onze zo duur her
wonnen vrijheid en aan de idee
dat een krachtig en machtig
Europa van het grootste gewicht
voor de wereldvrede is, mogen
wij evenmin verwerpen.
Eva Perón
Het bloemenmeisje in Shaws
„Pygmalion" werd met onberis
pelijk Engels, straf ingescherpte
manieren en mooie japonnen een
dame van de grote wereld, maar
zij ervoer er spoedig dat de gren
zen, die zij had willen overschrij
den, haar nog altijd buitensloten.
Eva Duarte, tweeöe-rangsartiste,
werd Peróns „bloemenmeisje" en
als vrouw van de dictator kon zij
in Argentinië alles maken en
breken. Omhoog gekomen uit
nederige staat ging haar zorg uit
naar de onterfden, maar zij be
greep niet dat deze slechts zich
zelf bevrijden konden en geens
zins door'de reclamerijke liefda
digheid van een dictatuur konden
worden geholpen. Haar vroege
dood heeft haar behoed voor des
illusie op dit punt. Dit is de visie
van het „Vrije Volk", dat schrijft:
Wel heeft zij ruimschoots on
dervonden dat zelfs de allerhoog
ste positie in een dictatuur on
voldoende is om de grenzen te
overschijden, waarvoor ook het
bloemenmeisje moest blijven
staan. De officierskaste, die haar
man niet missen kon, heeft haar
't leven zuur gemaakt. Zij die de
vrijheid liefhadden moesten haar
als vrouw van de dictator bestrij
den. Ondanks „goede daden" en
nog meer goede bedoelingen, een
mislukt leven. Wie een volk de
vrijheid onthoudt kan het niets
goeds geven.
Geslaagd
SPIERDIJK. De heer W. P. M.
Stol. onderwijzer aan de R.K. jon
gensschool alhier, slaagde te Haar
lem voor het B-gedeelte van de
hoofdacte.
tmèm