HET MIRAKEL-VERH Amstelredam's eer ende Opcomen HOE DE OMGANG GROEIDE IN 65 JAAR Nieuw NoordhoIIandsch Dagblad 3 De Amsterdamsche Bagijnhofkapel, middelpunt der devotie van het H. Sacramentsmirakel De intentie Deelnemers kwamen bij duizenden uit de verste hoeken van het land H ZATERDAG 9 MAART 1946 DE HEYLIGE STEDE QE OMMEGANG ter eere van het H. Sacrament van Mirakel van Amsterdam is altijd een „stille" ommegang geweest. Al kwamen er duizenden en nog eens duizenden in groepsver band uit alle deelen van het land, de ommegang zelf was een bede-tocht een pelgrimage van eiken deelnemer afzonderlijk, zonder eenig uiterlijk vertoon van mensch of menigte. Als de hoofdstad haar nachtrust begint, komen de bedevaart gangers naar de Mirakelstad en bij het ontwaken der Amster dammers zijn zij weer naar hun haardsteden teruggekeerd. Nooit is de Stille Omgang bedoeld geweest als een meeting of een manifestatie; noch minder als een demonstratie. In stilte wordt ook het vele werk van voorbereiding door het Amsterdamsche Genootschap verricht. Want dat er aan de ontvangst van een kleine 20.000 ommegan. gers eenige voorbereiding vast zit, dat laat zich begrijpen. Alleen hij die dezer dagen een bezoek bracht aan het stille Ba. tijnhof, werd er aan herinnerd, at in den komenden nacht de Stille Omgang wordt gehouden. De oud-Hollandsche geveltjes van het Hofje werden geïllumi neerd en voor den ingang van de Bagijnhofkapel is een feestelijk baldakijn aangebracht, dat ook des avonds verlicht zal zijn. In de week, die ligt tusschen den eersten en den tweeden Om. gang, zal het intieme Bagijnhof door een fantastische verlichting in een sprookjesoord veranderd zijn. De Heylige Stede Sinds de H. Stede voor de ver. eerders van het H, Sacrament van Mirakel verloren ging, werd de Bagijnhofkerk het middelpunt van deze devotie. Hier bereidde Leonardus Marius, de ijvervoile pastoor van het Bagijnhof, die met zijn bekeerling Vondel de groote ijveraar was van de devo. tie voor het Wonder, de viering voor van het derde eeuwgetij. Op dit devote plekje, temidden van het drukke groote-stadsgewoel, moet Vondel geïnsp.reerc. zijn voor zijn verheven dichtwerk "Altaargeheime nissen": "H.er bloeit de boom des levens, dag aan dag; Hier rust de ziel van 't ijdele bejag." Op dit plekje vindt men alle uren van den dag de vereerders van het Eucharistisch Wonder in stille aan bidding neergeknield voor den Ver borgen God onzer altaren. Hier zijn vele herinneringen aan het H. Sacra, ment van Mirakel; de gebrandschil derde ramen die de beeltenissen te zien geven van Marius en Vondel, en van de Goreumsche martelaren Aerendonck en Van Veghel, die om hun geloof dn den Eucharistischen God den marteldood vonden. Hier herinnert de muurschildering van Der Kinderen aan de luisterrijke processie, zooals die weleer uittrok uit de H. Stede door Amsterdam's straten; hier siert de Maximilïaan- sdhe keizerskroon den troon van den Eucharistischen Koning, als herinne. ring aan den Keizer, die uit dank baarheid voor herkregen gezondheid de H. Stede met groote devotie be zocht "ende seer groote gaven met een danckbaer hart gheoffert" heeft; die ook in 1488 aan de stad Amster dam boven haar wapen de Kroon geschonken heeft. Hier kwam de Amsterdamsche schooljeugd in de sacramenteele vernieuwingsweek, die van 2228 October j.l. ter inleiding van de vie. ring van het zesde eeuwfeest gehou den werd, haar eerbiedige hulde brengen aan het H. Sacrament. Hier wordt de devotie tot het H. Sacrament van Mirakel levendig ge. houden sinds de gewijde grond van de H. Stede aan het bezit der Katho. lieken onttrokken werd. De H Stede! Op de plaats, waar 15 Maart 1345 het Wonder geschiedde, hebben „vuerige herten ende devote personen, 't Huys daer 't ierste miraeckel in gesciet is, doen afbreken en een schoon Capel daar doen timmeren en in de plaets daar di haert ende 't vier, daar 't heilige Sacrament in gevonden is miraculoselick verhouden, een schoon Tabernakel ofte heiiich Sacramentshuys doen maken ende heerlicken ver. ciert, ende met Lofsangen, ende andere Godtelijke Of. ficien ende diensten behoor, licken doen eeren". Reeds in 1361 wordt deze kapel in een Schepenbrief vermeldt, welke thans in het Bagijnhof be rust. In 1421 door brand vernield en daarna herbouwd, werd de H. Stede in 1452 wederom door het vuur verwoest; dit was op St. Urbanusdag. Toen verbrandde „by na dese halve stede van Amstelredam ende dese Capel verbrande mede, met het Ta bernakel, ende die Mon- strantie bleef ongequetst mette Sacrament, ende die zijden- doeck, die daerom was, bleef ook ongequetst, in 't midst van den brandt, dat meerder mira kel urns, don doe 't Sacrament gevonden worde, in den vie- righen vlamme. Vondel herinnert hieraan in zijn Altaergeheimenissen met de vol gende verzen: ■•Het vratigh vier trompette, o Amsterdammers Den Aemstel toe, hoe Godt in d'Outerlammers Wordt aangebeên daer 't vir.mighste element 't Aerdsheilighdom der Kercke zenght noch schent; Het zy men 't laet de kolek des haerts bevolen: Het zy de vlam uw Koopstadt leit in kolen, Met Godts Kappel, en 't heiligh paeuweljoen; Daer zelf de gloet der zereken, noch den schoen Der burghren blaeckt; waerom zy 't Wonder groeten Eerbiedighlijck, met ongheschoeide voeten, Als Amrams zoon de heiligheit der stê, Daer 't vier in 't bosch het loof geen hinder deê." eer ende opcomeji" genoemd wordt, op luisterrijke wijze ge. vierd worden. Het zal een feest zijn voor de katholieke Amsterdammers, doch de katholieken uit heel Neder, land en ook niet-katholieke*| zullen dit H. Wonder mede komen herdenken. Want al is de H. Stede ver dwenen het Mirakel zelf is de hoofdstad en Amsterdam blijft de eerste en oudste Mirakelstad. Fr. OTTEN van dezen omgang is: „Van God te verkrijgen liefde en vrede bij den wederopbouw van de Maatschappij en ons godsdienstig leven". Na den tweeden brand' werd d'e H. Stede nogmaals herbouwd; in de loae eeuw grensde de hof ervan nog aan het Rofcnwater. Bij de hervor ming geraakte het heiligdom in pro- testantsche handen, om als Nieuwe Zijds Kapel te blijven voortbestaan tot de jaren 1911—1912, toen de katholieken van Amsterdam maar ook vele niet-katholieken, w.o. his torici en kunstenaars pijnlijk ge troffen werden door het bericht dat de kapel zou worden gesloopt. De. Nieuwe Zijds-Kapel, begrensd door Rokin—Enge Kapelsteeg—Kal- verstraat en Wijde Kapelsteeg, eens door "vuerige herten ende devote personen" gesticht als een monument ter eere van het H. Sacrament van Mirakel; werd afgebroken; om te worden vervangen door een rij win- kels en kantoren met vergaderzaal van de Ned. Herv. Kerk in 't midden. Het monument verdween, maar dit vermocht nie* de devotie weg te vagen uit. de harten van de katho lieke Amsterdammers en de katho lieke Nederlanders. De geschiedenis van den Stil len Omgang, die dit jaar voor den 65sten keer gehouden wordt, is er om het te bewijzen. En van 19 tot 23 Juni zal het zesde eeuwfeest van het H. Sacrament van Mirakel, dat „Amsterdams DE OMMEGANG is een stille, onopvallende imi tatie van de pleöhtige Pro. cessie waarvan de geschiede, nis in 1360 reeds melding TT1 H ijkt In de eerste helft der 15de eeuw stond Amsterdam aan de spits der welvarende ste. den en „geen jaarmarkt kon in belangrijkheid halen bij de Sacramentsmarkt. die in den grooten Vasten aan den Aemstel werd gehou. den". Het Mirakeifeest werd een kerkelijk-stedelijk feest en in de processie droegen de vier burgemeesteren den troonhemel boven het Aller. Heiligste. ET JAAR 1578 bracht een ommekeer; na de hervor ming kon er geen sprake meer zijn van plechtige processies. Men maakte nu een heimelijke bede. tocht langs den alouden proces, sieweg, in den vroegen ochtend. Zoo kozen ook de twee Am. sterdammers, - dieUater met anderen de stichters werden van het Gezelschap van den Stillen Omgang in 1881 de vroege morgenuren uit om de toen bijna vergeten route in gebed en me ditatie te volgen. Het waren de Op de vergeelde perkamenten van de eerste druk van de oud- Hollandsche Chronyk, gedrukt in 1517 te Leiden, komt op de pagina's 206 en 207 het verhaal voor van „Een Mirakel van den Heyligen Sacrament tot Amstelredam": het is het oudste authen tieke verhaal in de taal van een ver verleden, die, wanneer men zich even de moeite van een rustige lezing getroost, heel goed verstaanbaar is en om de eenvoudige wijze van uitdrukking ook heel genietbaar; wij laten het hier onverkort volgen. "In 't jaer ons Heren M. III hondert XLV. des Dynsdaghes voer Palmen-Zonnendach, was een siec cranc man leggende in zyn bedde tot Aemstelreöamme, ende begeerde te ontvangen van des Priesters handen dat heylige Sacrament. Die Priester is geco- men omtrent Vespertyt mit ten heyligen Sacramente, ende berech te den siecken man; ende ontvan. gen hebbende; is dye siecke man na der Sonne onderganck een qualicheit ouerghecomen, ende began ten monde ouer te geuen. Die Vrouwen, dye desen siecken man bewaerden, besorclrt wesen- de, om dat hy dat heylige Sacra ment ontvangen hadde; namen een scoen reyn vat, daer sy 't in ontvingen dat hij ouergaf, ende goten 't in een groot vyer, dat daer lach ende brancTe, om des siecken manswille. Een van den Vrouwen die daer des nachts geslapen hadde, als sji opgestaen was, ende haer Kint gecleet hadde, creech si so gro ten coude in alle haer leden, dat si bi dat vyer most gaen sitten, om haar te warmen. Alcïus sit- tende bi den viere, ende dat vyer omroerende, om te bet haer te warmen, sach si middel in 't vyer ene scone witte ende hele hostye, als sy ye haer cfaghen in den han. den des Pryesters hadde ghesien an den Outaer. Die Vrouwe ver- scricte, ende stack haer hant, sonder enighe vernauermissen, in dat vyer, ende nam die hostie in haer hant, sonder haer hant van den vyere te quetsen ofte barnen, ende voelde dat dye hostye cout was, ende leydet van dye ene hant in d'ander. Ebde alsdoen sach si bescheydelyck, dat dye hostye, die te voren wit ende claer was; wonderlick verandert worde in enen anderen formen ende gedaente, als verbrant wesende. Dese Vrouwe worde veruaert, ende riep een ander Vrouwe, die met haer woende in 'selue huys; ende seyde: Siet ick hebbe hier in myn hant dat lichaam ons Heren Jhesu Christi, dat ick mit minen handen ten vyere genomen hebbe, ende si gaft den Vrouwe oec in haer hant. Ende dese Vrouwe ïeyde dat heylighe Sa crament op een cussen, ende be sloten in haer kiste. Een uyr daer na quam die man van den huse te huys; ende si vertelde haren man al datt' er gesciet was. Die man vraechde: Waer si dat Heylige lichaam ons Heren h^dde geleyt? Sy seyde: In myn kiste. Ende hy begeerde te sien. Siende, nam hi dat in zyn hant mit sinen vingeren. Angetast hebbende, docht hem, dat dat heylige Sacra. ment in syn hant sienlyc op ende nede spranc. Dat siend'e, gaf hi zyn Wyf dat heylige Sacrament weder; ende het behilt die littei. ken van den. antasten van des mans-vingeren. Ende die man wart seer veruaert, ende hi ginc, ende gaf 't den Priester te ken nen. Ende vertelde hem al datt'er gesciet was, ende wysden hem daer dat heylige Sacrament, leg gende in der kisten. Die Priester versuchte hem, ende nam dat heylighe Sacrament ende leydet in een doese ende brocht 'et in der kerken al heimeliken, datt'er nie. ment en wiste. Des anderen dages, als die Vrouwe tot haer kiste quam, vant sii daer weder dat heylige Sacra ment op ten doec in der kisten. Ende si ging weder totten Pries ter, ende seidet hem, die welke noch eens quam mit dye doese, ende leydet daer in, ende brocht 'er al heimelic weder in diie Kerke Op ten derden dach quam die Vrouwe weder; ende vant noch weder dat heylige Sacrament in haer kiste op ten doec legghende, op een scoen wyt kussen. Die lyp die Vrouwe weder totten Priester, ende gaf 't hem te kennen. Als dye Priester dat hoerde, docht hy dat God dit Myrakel verkondicht ende openfcaer gemaeckt woude hebben, dede diit verstaan alle Priesteren, Geestelic ende Waer- lic, binnen Amsterdamme, ende si quamen in hair religie, mit crucen ende mit vanen, ter Hey- liger Stede, daer dat heylige Sa crament gheuonden was, end'e brochten 't mit loue, ende mit sangen, mit groter eren; ende waerdicheit in die Proch-Kerke. Die man van deser Vrouwen, dye syn Wyf verboden hadde dese Miraculen te openbaren ende nie. rr\ends te zeggen, sittende II da gen hie na bi den vyer, hebbende een ionc Kint op syn scoot, be rispende syn Wyf, dat dese din gen doet haer in 't licht gecomen waren, ende geopenbaert, te-r- stont dat Kint dat hi sittende hadde op syn scoot, is eenmaal vreselic bes;eet geworden mit dat vallende tuel, ende noch terstond twemael after een, ende worde seer ende vreselic gequelt, ter tyt dat die man ende syn Wyf, doer raet ende ingeuen haerre vrienden, beloofden te versoeken dat waerde heylige Sacrament, mit haer offerhande in der Kerc. ken, wollen ende baruoets. Daer. na geschieden vele grote Miracu len, van siecten, van onrechte geuangen, ende veel andere, die lang zijn te scriuen." eigenlijke stichters, de heer J. J. Lousbergh en zijn vriend C. A. J Elsenburg, uit wier initiatief de Omgang, waaraan tlhans vele duizenden deelnemen, gegroeid is De eerstvolgende jaren waren het nog maar enkele vrome Am. sterdammers, die zich bij de ini tiatiefnemers aansloten; er werd voor deze stille devotie geen reclame gemaakt; dat is ook later nooit het geval geweest. In het jaar 1887 bedroeg het aantal deelnemers 100; in 1888 reeds 500. Na den ommegang werd voor de deelnemers in de Bagijnhofkerk een H. Mis opge dragen. Te voet naar de H. Stede Onder de 750 personen, die in 1892 aan den Omgang deelna men, waren 19 Haarlemmers en een man uit Purmerend, die te voet naar de H. Stede gegaan waren, om den Stilten Omme. gang te houden. En zoo groeide de devotie; in 1895 telde men een 1000 deel nemers; in 1896 kwamen er 170 deelnemers uit Haarlem en het volgend jaar zag de eerste groepsgewijze deelname uit Pur merend. De volgende jaren kwa men ook de Volendammers, Edammers en Zaankanters, de Alkmaarders en West-Friezen en in alle parochies van het bisdom werden successievelijk afdeelin. gen opgericht van het Gezelschap van den Stillen Omgang. Het aantal deelnemers begon in de duizenden te loopen en zij kwa men uit de verste hoeken van het land met extra treinen, trams en bussen, per boot, in rijwielclub-verband en te voet. Doch het karakter bleef be waard; er werd geen demonstra. tie van gemaakt; en elke poging, om den omgang als reclame-mid del te gebruiken, werd door het Hoofdbestuur tegengegaan. De Stille Omgang houdt niet alleen de gedachtenis aan de luister, rijke processie levendig, doch ook aan de stille persoonlijke devotie van de jaren na de her. vorming. Het zijn wel vele dui zenden, die de omgang maken, doch iedere deelnemer doet het voor zich, in eigen gebed en me. ditiatie verdiept. Dat neemt niet weg, dat de nachtelijke ommegang, waarbij in onafgebroken rijen de mannen langs den ouden processieweg trekken, op buitenstaanders in druk maakt. Een vriend van ons hij is niet Katholiek werd eens in zoo'n nacht met zijn auto opgehouden; er kwam geen eind aan de stoet en aan zijn wach. ten, maar de onafzienbare stoet imponeerde hem. „Het was, om bang van te worden" zei hij óns later. Maar hij begreep niet, waar het om ging; n.l om de be. lijdenis van een geloof in den Eucharistischen God. In 1928 was de deelname zóó toegenomen, dat besloten werd de deelnemers over twee Zonda. gen te verdeelen. De laatste vijf jaar moest de georganiseerde omgang, tenge. volge van de maatregelen van den bezetter achterwege blijven. Wel maakten velen tijdens den speciale bidweek, die in de Amsterdamsche parochies werd gehouden en besloten werd met een plechtig Lof in de St. Willi- brorduskerk. individueel en on. opgemerkt den ommegang, zoo wel mannen als vrouwen. Maar dit jaar, het jaar van het zesde eeuwfeest, wordt de Stille Omgang weer in eere her. steld. Uit het initiatief van die twee Amsterdammers in 1881 is deze massale deelname gegroeid. Is 't geen heerlijk mirakel op zich?! Het is een nieuw wonder, dat als zoovele andere het Heilig Wonder bevestigde, dat 15 Maart 1345 plaats vond en waarvan wij straks het zesde eeuwfeest gaan vieren, Fr. O.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad, editie Schagen | 1946 | | pagina 3