Nieuuu
r
OPGESTAAN UITZIJN GRAF
IS DE HEER, ALLELUIA!
Voor Den Helder, Schagen en omgeving
Bureaux:
Het Paaschverhaal
Het Paaschverhaal,
de Paaschviering, de
Paaschbeleving
Onze Paaschviering
Onze Paaschbeleving
LPRIL 1946
"I
a
ÉM
rp ma
lting
m. van
DON-
uur ten
Hoofdredacteur: H. N.
Smits; rayon-redacteur
Fr. Otten; binnenland
p.Sigon.
Abonnementsprijs I 3.40
per kwartaal: 1.20 per
maand, inclusief incasso.
Advertentie-prijs: per
editie 11 ct. p. m.m.;
minimum 1.50, in alle
edities 26 ct. p. m.m.',
minimum 4.
Fam. ber 20 et. p. m.m.;
in alle edities 30 ct.
NoortUiollandsch DacrMad
J Buiten God is
nergens veilig
Vondel
ZATERDAG 20 APRIL 1946
42e JAARGANG - NUMMER 10911
ALKMAARLangestraat
42A tel 2046 (adm.);
2047 (redactie) K 2200
HOORN: Draafsingel 59
tel. 4243 (K 2290) 2 lijnen
DEN HELDER: West
straat 30; tel. K 2230 2182
SCHAGEN: Molenstraat
52 tel 459 (K 2240)
Bankrelatie
Noorderbank
11/EL HEBBEN DE PAASCHKLOKKEN ook'dit jaar nog niet
geluid over ons Noordhollandsche land. Het is zelfs mo
gelijk, dat het op deze Paaschdagen geen stralend lenteweer
zal zijn, maar dat er een laag, grijs wolkendek hangt en dat
er een sterke, felle wind staat. Maar toch is onze gang naar
de kerk op dezen morgen een andere dan gewoonlijk. Onaf
hankelijk van allerlei mogelijke bijkomstige invloeden, die van
buiten af op ons kunnen inwerken, is er in ons binnenste een
gewaarwording, die we anders niet hebben en die aan dezen
Paaschdag heel bijzonder eigen is. Het is Paschen! Maar wat
is dat toch: Paschen? Wat is dat voor wonderbaars, dat we
vandaag in ons ervaren?
Hebt u, op een stil oogenblikje,
dat u met opzet daar nu eens
voor vrij maaKt, wel eens in het
Evangelie gelezen? De Evange
listen hebben van de wonder
volle gebeurtenis der Verrijzenis
van onzen Heer het verhaal ge
schreven en dit is ook voor ons
bestemd Waarom zoudt u dan
ook ditniet eens herlezen? Of
er met meer aandacht eens naar
luisteren, als wij het uit den
mond van den priester of diaken
hooren onder de Ht Mis? Mis
schien hebt u een Missaal, waar
in u het kunt vinden. Het is de
altijd schoone vertelling van
Paschen.
Dien eersten Paaschmorgen
was het heilig graf van onzen
Heer vol heerlijkheid. De nieu
we week was aangebroken na al
de groote. gebeurtenissen, die te
Jeruzalem in de voorafgaande
dagen hadden plaats gegrepen.
Het was dien eersten dag nog
zeer vroeg in den morgen. De
Evangelisten verzuimen niet, al
deze bizonderheden in hun be
schrijving te vermelden, om ons
alles zoo levendig mogelijk voor
te stellen. Nog was het duister
en lag over de natuur de rust
van den slaap.
En dan, ineens, in de stille
geheimzinnigheid van dat sche
merende uur, een hevige scKök
van de aarde, een ongewoon
beven van den grond. Want een
Engel des Heeren daalde af van
den hemel tot naar die plek daar
in den tuin van den edelen,
voornamen man van Arimathea,
die Joseph heette en die den
moed had behouden om tot Je
zus' leerlingen te blijven behoo.
ren, ook toen in de vorige week
de uren moeilijk werden. Want
in zijn eigen nieuw graf, dat hij
zich in den rots had laten uit
houwen, had hij op den avond
van dien droevigen Goeden Vrij
dag het gemartelde Lichaam van
den gestorven Meester met eer
biedige en vrome handen neer.
felegd. Een grooten steen had
ij voor den ingang van het gral
gerold en was toen heengegaan,
met het onzegbare verdriet in
zijn harf, zooals zij van het kerk.
hof terugkeeren, die er hun lief
ste wezen hebben moeten heen
brengen
Daar waar de doode Christus
rustte, kwam de Engel nu nader,
bij. Den grooten steen, die het
graf afsloot, wentelde hii weg en
ging daarop zitten. Dit alles deed
Rij zoo vlug en met zoo groote
zekerheid van handelen, dat zij,
die in opdracht van de Joodsche
opperpriesters en Farizeën het
Êraf bewaakten, opdat Jezus'
ichaam niet door Zijn leerlin
gen ontvoerd zou worden, van
vrees voor hem sidderden en als
dooden werden. Zijn uiterlijk
toch was indrukwekkend: zijn
aangezicht was als de bliksem en
zijn kleed wit als sneeuw.
Het Evangelie zegt ons verder
niet, hoe en op welke wijze onze
Heer verrees; het toont alleen
het voldongen feit van de Ver
rijzenis. De eigenlijke gebeurte
nis van de Verrijzenis zelf is niet
beschreven Wanneer na het op
komen van de zon de Vrouwen
met de kostbare specerijen, die
zij bereid hebben, bij het graf
komen, vinden zij het Lichaam
van den Heer Jezuj niet meer.
Ook later Petrus en Joannes niet.
Het graf was leeg. Maar Enge
len omgeven het en stellen de
verschrikte en in de war ge
brachte Vrouwen gerust: „Waar
om zoekt gij onder de dooden
Dengene die leeft? Hij is niet
hier, maar Hij is verrezen." En
in haar hart voegt zich bij het
gevoelen van vrees en verbazing
over al dit wonderlijke een blijd
schap, die steeds grooter zal wor
den. De heerlijkheid van Jezus'
heilig graf gaat zich al meer en
meer aan haar openbaren en op
haar beurt gaan zij er de blijde
boodschap van brengen aan haar
broeders, Jezus'
Apostelen
leerlingen en
Ook aan ons, die nu, negentien
eeuwen later leven, brengen de
eerste Vrouwen van het heilig
graf, Maria van Magdala, en de
andere Maria, de moeder van
Jacobus, en Salome, vandaag de
goede tijding van de Verrijzenis
van onzen Heer. Nog altijd im
mers is Jezus' heilig graf vol
heerlijkheid Ook voor ons.
De woorden toch, die wij op
Paaschmorgen in het Evangelie
hooren, zijn vol diepe beteeke.
nis: „Weest niet verwonderd. Gij
zoekt Jezus van Nazareth, den
gekruiste. Hij is verrezen, Hij is
niet hier. Ziet hier de plaats,
waar men Hem had neergelegd."
Ja, waarlijk, Jezus was niet
meer daar, waar men Hem op
Goeden Vrijdagavond als een
doode te rusten nad gelegd. Toen
immers was Hij overgeleverd om
wille van onze ongerechtigheden,
zal later zijn leerling "Paulus lee.
ren, maar nu, met Paschen, is
Hij ten leven opgewekt om wille
van onze rechtvaardigmaking.
Zeker, het is de Passie, dat is
het Lijden en de Dood van Jezus
en zij alleen, die de zonden van
ons, menschen, uitboet en ons
de vergiffenis er van verkrijgt.
Maar de verdiensten van dit ver.
lossingsoffer worden over ons
uitgestort slechts in vereeniging
met de Verrijzenis van onzen
Heer en als gevolg van Zijn op
standing uit de dooden. De Pas
sie wischt onze fouten uit, maar
de Verrijzenis rechtvaardigt ons
en daarom zijn beide onafschei
delijk van elkander en zijn zij
ten nauwste onderling vereemgd
en verbonden. Christus móést
verrijzen, wilden wij, die in Hem
gelooven, ook werkelijk, in posi
tieven zin deelachtig worden aan
het goddelijk leven, waarvan Hij
in Zijn heilige Menschheid de
bemiddelaar is. Hij móést waar
maken, wat Hij iri de zaal van
het Laatste Avondmaal had ge
zegd: „Ik leef, en ook gij zult
leven"
Goddeliik-grootsch heeft Hij
woord gehouden. Dat is de
heils-beteekenis van 's Heeren
Verrijzenis, dat Hij door Zijn
glorie-volle opstanding üit de
dooden ons het leven mede
deelt. Zoo zegt het de Paasch-
prefatie: „Onzen dood heeft
Hij door te sterven vernietigd
en het leven door te verrij
zen hersteld, hernieuwd, te
ruggeschonken". Dit is de kern
van het Paasch-mvsterie: het
is het feest van den „Dux vi-
tae, den Leidsman ten leven"
die gestorven was en nu. le
vend, verheerlijkt, over alle
tijden en plaatsen en geslach
ten. over een ieder van ons
afzonderlijk heerscht. Wie za
lig wil worden, kan dit niet
dan tenzij door Hem.
Uit de volheid van Zijn leven
moeten wij allen ontvangen.
Onze hemelsche Heer Jezus
maakt ons, Zijn ledematen, die
nog op deze aarde vertoeven,
deelachtig aan Zijn verheerlijkt
Verrijzenisleven door het Sacra,
menteele Offer van de H. Eucha
ristie. waarin wij, zooals de
De Bergensche kunste
naar Jaap Min beeldde
voor ons de Paaschge-
dachte uit in deze teeke-
ning, geïnspireerd door de
woorden van den evan
gelist Mattheus 28, 1-7.
r\E VROME VROUWEN kwamen by het aanbreken van den
dag bij het graf. Plotseling daalde een Engel des Heeren
van den hemel neer, wentelde den steen af en ging er op zit
ten. Zijn verschijning was gelijk aan den bliksem, de wach
ters geraakten buiten zichzélf van angst, maar de Engel zeide
tot de Vrouwen: Weest niet bevreesd, gij zoekt Jezus, die
gekruisigd is, Hij is niet meer hier, want Hij is verrezen,
zooals Hij gezegd heeft. Komt en ziet de plaats, waar men
den Heer gelegd heeft. Hij gaat weer voor U uit naar Galilea.
De dubbele omvang van dit
nummer is toegestaan wegens het
kleine formaat, waarmee wij ge
regeld verschijnen.
A.s. Maandag, Tweeden Paasch.
dag, verschijnt onze krant niet.
Liturgie ons na de Consecratie
dóet bidden, niet alleen indach.
tig zijn Zijn zoo heilbrengende
Passie, maar ook Zijn Verrijze
nis uit de onderwereld.
Zoo zijn wij dan vandaag, op
dit Paaschfeest van nu, in de
H. Mis op dezen Paasch
morgen, op dit oogenblik
van heden, na zooveel voor.
bije lange eeuwen, betrok
ken bij het Mysterie van 's
Heeren Verrijzenis. Wij on
dervinden de kracht van Zijn
heilbrengende Opstanding.
Zij is, zoo zegt het Secreta-
gebed van de Paaschmis, een
„genezende kracht, 'n heils
kracht voor de eeuwigheid".
De viering van de Paasch-
mysteries, zooals die ge
schiedt in het H. Misoffer, is
door de werking van aen
Heer Zelf een geneesmiddel,
dat onze zieke natuur ge
schikt maakt, om 't eeuwige,
goddelijke leven in zich op
te nemen.
Beseffen wij goed wat dit wil
zeggen? Onze Paaschmis, onze
Paaschcommunie brengt ons in
aanraking met den verrezen
Christus. Hij, de verheerlijkte
God-Mensch, doet in onze ziel het
goddelijk leven, dat eeuwig is,
uit Hemzelf, die er voor ons de
bron van is, overstroomen. Ons
Doopsel, onze Paaschbiecht'heeft
ons doen sterven aan de zonde,
onze H. Mis op Paaschmorgen,
waaronder wij communiceeren,
doet ons tezamen met Christus
verrijzen tot een nieuw leven
Hoe dat metterdaad moet blij
ken? In het Epistel van Paasch.
Zondag vinden wij de practische
aanwijzing. Wat in ons tot de
oude zuurdeesem behoort, moet
verdwijnen, moet weg. Laat een
ieder van ons bij zichzelf maar
nagaan, wat in zijn doen en laten
gezuiverd moet worden. En dat
ij dan schoonmaak bij zichzelf
houde en zijn eigen tuintje
wiede. Er valt altijd wel wat op
te knappen Ons Missaal geeft
ons eiken keer wel aan, welk
het bizondere puntje is, dat onze
aandacht vraagt. Wie met de H.
Kerk in haar Liturgie het Chris
tus-mysterie zoo goed mogelijk
tracht te beleven, zal er voor zijn
ziel wel bij varen.
Want de H. Kerk laat het
niet bij enke opwekkingen
en slagwoorde., alleen. Zij is
méér dan opvoedster Zij is
vooral en bovenal Moeder,
d.w.z. zij geeft ons het leven
en de kracht zelf, waardoor
wij in staat zijn, ons Doop.
se! d.i. ons betrokken-zijn
in het mysterie van Christus'
Dood en Verrijzenis, te be
leven Zij voedt ons met de
Paaschgeheimen, waarin God
Zelf ons den Geest van Zijn
liefde, den Heiligen Geest
van Christus instort, die ons
er toe dringt om eensgezind
te zijn onder elkander Daf
is de aanwijzing, die de Li
turgie ons in het Gebed na
de Communie op Paschen
geeft.
Paschen is het feest van onze
gemeenschap met Christus, van
onze gemeenschap onder elkan.
der als broeders en zusters in
Christus, van onze eenheid in
Hem Want wij allen deelen in
Zijjn verheerlijkt Verrijzenis,
leven. Wanneer we ons bewust
maken hetgeen God in ons doet
door het werk zelf van Zijn
Sacramenten, van de H. Eucha
ristie, dan nemen we gaarne ter
harte wat de Engel tot de Vrou.
wen zegt in het Evangelie: „Gaat
en zegt aan Zijn leerlingen, d.i,
aan ons, dat Hij u, d.i. ons, vóór.
gaat naar Galilea, naar de H.
Mis. Daar, in het H. Misoffer,
zult gij Hem zien, zooals Hij ge.
zegd heeft
P. AUGUSTINUS