F
Algemeen Nieuws- en Goedkoopst Advertentieblad
"XT O O u
6 Jaarg.
N°. 27.
Hooger Loon.
DE BEDELAAR.
VRIJDAG 10 JULI 1896.
I
Uitgever C. BOON.
Texel en de andere Wadden-Eilanden.
iBpl
FEUILLETON.
Bureau: Groeneplaats N°. 341.
»EN »LR«, TEXEL.
II.
Wij huldigen het goede.
Q&S
a
Groen en Zwart
Texelsch in het hart.
er
die hij
dan
wezen,
den
kan
Advertentiën,
uur.
Bezorging van
Donderdagavond 10
Voor arbeid, dien men mint, staat
men vroeg op. En 't werk is een genot.
Shakespeare.
Abonnementsprijs tot 1 October
Voor Den Burg30 cent.
Voor alle andere plaatsen in Nederland 40 cent.
Buitenland met verhooging der porto’s.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Advertentiën worden naar plaatsruimte
berekend.
Van 1 tot. 5 gewone regels
1 meer
n worden
wezen van
Zijn we
stemmen we
het dagloon gaandeweg en dus voort
durend hooger zal en moet worden,
hooger moet worden, niet door kunst
middelen, niet door protectie, niet door
het uitoefenen van pressie op de werk
gevers, niet door vernietiging van
kapitaal, niet door het onderstboven
NIEUWE TEXELSCHE CIMT
Toen hij vijftien jaar oud was, werden
zijne beide beenen door een rijtuig op
den grooten weg van Varville ver
brijzeld. De bakker uit het dorp had
hem veel brandewijn laten drinken, om
zich met hem te vermaken, alsof de
arme, ouderlooze jongen nog niet onge
lukkig genoeg was. In zijn roes, die
hij op den weg uitsliep, werd hij over
reden.
Sedert dien tijd bedelde hij langs de
wegen en aan de boerenschuren, terwijl
hij op zijne krukken voortstrompelde.
Zijne schouders waren tot aan zijne
ooren opgetrokken en zijn hoofd scheen
tusschen twee bergen ingesloten.
Hij werd als kind in een sloot ge
vonden door den pastoor van Billettes,
op den vooravond van Allerzielen, en
om die reden ontving hij bij den doop
den naam van Nic. Toussaint. Lief
dadige menschen voedden hem op, maar
lieten hem geen onderwijs gevenhij
enz. vóór
Advertentiën van winkeliers, waarvan
de plaatsing driemaal is opgegeven, worden
slechts tweemaal in rekening gebracht.
Dit blad verschijnt voorloopig éénmaal
per week.
BUSLICHTINGEN. Zomerdienst volgens Greenwichtijd (12 uur Greenwich is gelijk 12.20 uur Amsterdamsche
tijd.) Den Burgvoor De Waal, Eierland, De Cocksdorp, Vlieland en Terschelling ’s morg. 7 uur. Voor
Oudeschild, Helder, enz. ’s midd. 1.5. Voor De Waal en Oosterend’s av. 7 uur. Voor Oudeschild, Den Hoorn,
Oosterend, Helder, enz. ’s av. 10.30. Oudeschild: voor Oosterend, Den Hoorn, Den Burg, De Waal, Eierland,’
De Cocksdorp, Vlieland en Terschelling ’s morg. 6.25. Voor Helder, enz. ’s midd. 2 uur. Voor: Den Burg, De
Waal en Oosterend ’s av. 6.45, voor Helder, enz. ’s av. 10.30. Den Hoorn voor geheel Texel, Vlieland,
Terschelling en Helder, enz. 4.45 ’s morg. Oosterend voor geheel Texel, Vlieland, Terschelling, Helder, enz’
’s avonds 9.40. Voor De Waal, Den Burg, Den Hoorn, Oudeschild, Helder, enz. 12 uur. De Waal:’ voor
Eierland, De Cocksdorp, Vlieland, Terschell ng, ’s morg. 7.30. Voor Den Burg, Den Hoorn, Oudeschild, Helder,
enz. 12.45 ’s midd. Voor Oosterend ’sav, 8 uur. Eierland: voor Vlieland, Terschelling, ’s morg. 8.15. Voor
geheel Texel, Helder, enz. ’s midd. 12.5. De Cocksdorp: voor Vlieland, Terschelling, ’s morg. 8.45. Voor
geheel Texel, Helder, enz. ’s midd. 11.30.
- - 25 cent.
Iedere regel meer5 cent.
Bij abonnement belangrijke reductie.
OMNIBUSDIENSTEN (plaatselijke tijd): van Deu Burg, Oudeschild ’s morg. 3.45 en 7, ’s midd 115 Van
Oudeschild naar Den Burg bij aankomst der „Ada van Holland". Van Oosterend over De Waai, Den Burg
naar Oudeschild ’s midd. 12.30. Van Oudeschild in omgekeerde richting ’s midd. na aankomst der
„Ada van Holland".
Stoomboot „ADA VAN HOLLAND". Vertrekt dagelijks van Texel: 4.30 en 8.’s morg. en 2.15’s nam
Vertrek van Nieuwediep 6.en 9.30 ’s morg. en 6.15 ’s nam.
Stoombootdienst GEBR. ZUR MUHLEN. Vertrek van Nieuwediep 7 uur ’s morg. en 11 uur ’s avonds
Vertrek van Amsterdam 9.15 ’s morg. en 4.30 ’s midd. (Amsterdamsche tijd).
VERTREK DER TREINEN (Greenwichtijd). Van Helder: voorm. 5.28, 6.46, 8.46, nam. 12.34, 3 16 7 29
Donderdags voorm. 9.40 loopt een raarkttrein tot Schagen. AANKOMST DER TREINENvoorm’ 8.28
nam. 12.08, 5.22, 7.20, 9 58 en 11.43. Donderdags voorm. 7.23 komt een trein aan van Uitgeest; Vrijd'ags
en Zi.terdags nam. 3.54 een van Alkmaar, in aansluiting met den trein AmsterdamAlkmaar.
was aan zijn lot overgelaten. Hij werd
een zwerveling en wist niets beters te
doen dan zijn hand tot bedelen uit te
strekken.
Eertijds gaf de barones d’Avary hem
een soort van stroonestje om in te
slapen, naast het kippenhok in de schuur,
die aan het kasteel grensdehij was
er zeker van, altijd een stuk brood en
een glas water in de keuken te vinden.
Dikwijls ontving hij daar eenige zilver
stukjes, die de oude dame hem van uit
haar balkon of uit een der vensters
van haar kamer toewierp.
Nu was zij dood.
In de dorpen gaf men hem weinig.
Men kende hem te goed, men was hem
moe sedert veertig jaar zag men hem
van stap tot stap zijn misvormd lichaam
op zijn houten beenen voortslepen. Toch
wilde hij niet weggaan, daar hij niets
anders op de wereld kende dan dit stuk
gronds, deze dertien of veertien hutten,
waar hij zijn ellendig leven had door
gebracht. Hij had zijne bedeltochten
tot op zekere grenzen beperkt en zou
die niet overschrijden.
Hij wist niet of de wereld zich nog
verder uitstrekte dan achter de boomen,
die zijn gezicht belemmerden. Hij vroeg
het zich zelven niet af. Als de boeren,
wien het verveelde hem altijd langs
hunne velden en slooten te zien gaan,
hem toeriepen Waarom gaat gij niet
in de andere dorpen bedelen dan
werpen der bestaande orde van zaken,
niet door ruwe kracht en geweld, niet
door revolutie, maar door den eenvou-
digen, natuurlijken gang van zaken.
Steeds meer en meer wordt er toch
naar gestreefd om door flinke besparing
van productiekosten het maatschappelijk
kapitaal te vermeerderen.
Zijn de kosten van voortbrenging
gering, dan is immers het loon ook
hooger geworden, omdat voor hetzelfde
geld eene grootere hoeveelheid pro
ducten kan bekomen worden.
Laten we ten overvloede dit nog door
een voorbeeld staven.
In zeker gezin, het was en is nog
vrij talrijk, werd acht a tien jaren
geleden per maand een baal meel van
50 kilogram verbruikt. liet meel werd
toen ingekocht voor f 12 per baal.
Tegenwoordig betaalt men voor zulk
een baal meel slechts f 7 zoodat in dat
huisgezin per jaar 12 <trtó:.l f5 —f60
op het gebruik van meel wordt uitge
wonnen, terwijl dezelfde hoeveelheid
wordt genoten als voorheen.
Het is dus evengoed alsof het loon
van den huisvader met f60 per jaar is
verhoogd.
Wij gaven hier een voorbeeld, aan
de werkelijkheid ontleend, dat trouwens
overal kan nagegaan worden. Stellig
zou bij coöperatie van velen op de aan
schaffing van levensbehoeften het loon
op die wijze nog meer verhoogd worden.
Ook dit begrijpen onze werklieden
thans beter dan vroeger. Talrijk zijn
reeds de winkelvereenigingen, die in
Nederland bestaan.
Wij wezen in ons voorbeeld slechts
op de verhooging, die het loon onder
ging door het goedkooper worden van
een enkel artikel uit de verslagen van
winkelvereenigingen kan ons voorbeeld
met vele vermeerderd worden.
antwoordde hij niet en verwijderde zich.
Dan werd hij door een onzekere vrees
voor het onbekende bevangen, door een
vrees, slechts aan den arme bekend,
die duizenden dingen ducht, zooals
nieuwe gezichten, beleedigingen, achter
dochtige blikken van menschen, die hem
niet kennen en de gendarmen, die twee
aan twee de wegen doorkruisen en die
hem, uit angst, in de struiken of achter
de hoopen keisteenen deden wegschuilen.
Zoodra als hij ze in de verte bespeurde,
als hij- hun uniform in de zon zag
blinken, dan verborg hij zich achter
het eerste het beste voorwerp in zijne
nabijheid. Hij liet zich als een zak van
zijne krukken vallen, kroop als een bal
in elkaar, maakte zich heel klein en
onzichtbaar, spitste zijne ooren en bleef
roerloos liggen. Zijne grauwe lompen
vormden als het ware een geheel met
den grond. Toch had hij nooit iets
met hen te doen gehad, maar dat zat
hem in het bloed, als hadde hij die
vrees en slimheid overgenomen van
zijne ouders, die hij nooit gekend had.
Hij had geen schuilplaats, geen dak,
geen onderkomen. Des winters zoowel
als des zomers sliep hij overal, hij sloop
in de schuren en in ds stallen met eene
buitengewone vlugheid. Voordat men
zijne tegenwoordigheid bemerkt had,
wist hij zich uit de voeten te maken.
Hij had eene bijzondere kracht in zijne
armen en 1
den werkman hem niet alleen, maar
ook den werkgevers en alle andere
leden der samenleving voordeel biedt
door meerdere voortbrenging, die ten
gevolge heeft dat voor eene zelfde som
meer dan vroeger kan geruild worden,
daar draagt de werkman al de schade
van een laag loon alleen, terwijl hij
van de voordeelen niets meer profiteert
dan ieder ander.
Als bijv, een fabrikant aan het loon
voor ’t verkrijgen van grondstoffen uit
den vreemde, voor renten van zijn
kapitaal, voor kosten van onderhoud
zijner gebouwen en machines een
onevenredig deel der vrucht van den
arbeid moet afstaan om te kunnen
concurreeren, of neemt uit zelfzucht,
dan blijft er voor het aandeel van de
vrucht van den arbeid voor den werk
man een te klein deel over en de voor
deelen der goedkoopere productie wegen
in de verste verte niet op tegen de
schade van het lagere loon, op die
wijze veroorzaakt.
Als het loon van de werklieden in
ons land laag is, kan het loon der
werklieden, die meewerken tot de ver
schaffing der van elders komende grond
stoffen, hoog zijn en het nadeel is dan
aan de zijde onzer werklieden.
Biedt dus een laag loon ook voordeel
aan de werklieden, een hoog dagloon
is alleen in alle opzichten voor hen
voordeelig, mits de productiekosten er
niet door toenemen.
Maar het hoogere loon, dat den
werkman wordt toegestaan, hij moet er
recht op hebben en dat recht moet zich
gronden op bekwaamheid, ijver, ge
schiktheid en billijkheid.
Ter wille van den arbeider, omdat
hij arbeider is, mag het loon niet ver
hoogd worden, want alle menschen
behalve de leegloopers zijn arbeiders.
een hongerige maag. Toch begaf hij
zich op weg.
Het was in December, een koude
wind loeide over de velden en in de
dorre takken der boomen en de wolken
dreven onheilspellend door elkaar. De
verminkte ging langzaam, hij leunde
dan op de eene en dan op de andere
kruk en sleepte met inspanning zijne
in lompen gehulde voeten voort. Van
tijd tot tijd zette hij zich aan den
slootkant neder en rustte eenige minuten
uit. De honger maakte zich van hem
meester en hij gevoelde eene vreeselijke
verlatenheid in zijne ziel. Slechts eene
gedachte bezielde hemeten, maar hij
wist niet door welk middel.
Gedurende de drie uren, die hij
noodig had om den weg af te leggen,
peinsde hij er over.
De eerste boer, dien hij ontmoette
en waaraan hij een aalmoes vroeg,
antwoordde hem
Ben je er nog, luiaard, zullen
wij dan nooit van je ontslagen worden
En Klok ging verder. Van deur tot
deur snauwde men hem af, zonder
hem iets te geven. Evenwel ver
volgde hij geduldig en halsstarrig
zijne rondte. Hij haalde geen stuiver op.
Toen ging hij de pachthoeven be
zoeken. De regen viel met stroomen
neer en hij was zoo uitgeput, dat hij
zijne krukken bijna niet meer kon op
heffen. Overal joeg men hem weg.
De toepassing, die men van de stoom
kracht op de werktuigen maakte, de
uitvinding van talloos vele grootere en
kleinere werktuigen of machines, waar
door de nijverheid een geheel nieuw
tijdperk intrad, bleef niet zonder ge
volgen voor de talrijke klasse, die in
het verrichten van groven handenarbeid
een middel van bestaan vondt.
Men heeft getracht de vraag te
beantwoorden, Welk verband er bestaat
tusschen te laag dagloon en voort
durende armoede in de maatschappij.
Wij wijzen er hier nog eens in het
bijzonder op, hoe juist de staathuis
houdkunde, bij velen nog schier geheel
onbekend, het is, die het belang van
den werkman wil behartigen, door het
opsporen van de natuurlijke oorzaken
en wetten, die de toestanden beheer-
schen en hoe wenschelijk het is voor
de werklieden, zich met die wetenschap
in te laten.
De aanhangers van het socialisme
achten het noodzakelijk, dat er eene
algeheele nieuwe regeling van den
maatschappelijken arbeid plaats hebbe
en dat deze zoodanig geschiedt, dat de
invloed van het kapitaal sterk afneemt,
waardoor dan vanzelf den werkman een
hooger dagloon zou geworden.
Intusschen dienen we op te merken,
dat we de waarde van een dagloon niet
alleen beoordeelen naar de hoegrootheid
der som in guldens of in andere munt
uitgedrukt.
Wel degelijk komt daarbij in aan
merking hoeveel benoodigdheden men
zich voor dat loon kan aanschaffen en
Sedert twee dagen had hij niet ge
geten. Niemand gaf hem meer iets.
Op het laatst wilde men niets meer
van hem weten. De boerinnen riepen
hem van uit hare deuren toe
Wil je wel eens weggaan, luiaard,
het is pas drie dagen geleden, dat ik
je nog een stuk brood heb gegeven.
En hij mompelde in zichzelven, ging
naar het naburige huis en ontving er
hetzelfde bescheid. De vrouwen ver
klaarden dan van deur tot deur, dat
men dien nietsdoener toch niet het
geheele jaar kon voeden.
Evenwel had de nietsdoener eiken
dag behoefte aan eten.
Zonder een cent of een korstje brood
op te halen, had hij Saint-Hilaire,
Varville en Billettes doorloopen. Er
bleef hem geen hoop meer over, dan
naar Tournelles te gaan, maar dat was
kroop op zijne vuisten voort. 2 mijlen ver en hij was moe en had
Zijn de productiekosten aanzienlijk,
.1 moet vanzelf het loon gering
d. w. z. voor het loon, dat in
vorm van geld wordt uitbetaald,
men zich slechts weinig producten
aanschaffen.
Op tweeërlei wijze stijgt dus door
vermeerdering van het kapitaal bet loon
van den werkman. Die vermeerdering
maakt de voortbrenging minder kostbaar
en doet den arbeid daardoor op een
voudige, natuurlijke wijze toenemen en
hoe meer er gearbeid wordt, des te
grooter aandeel van de vruchten van
den arbeid aan loon uitbetaald wordt.
Hoe scherp veroordeelt dus ook in
het belang van den werkman de staat
huishoudkunde het vernielen en ver
nietigen van kapitaal
Nu meene niemand dat een laag I
dagloon het ideaal van den werkman
moet wezen het tegendepl moet juist
zijn streven zijn.
En zeer te recht.
Want al is het waar, dat, wanneer
men voor een lager dagloon dan vroeger
evenveel of zelfs meer kan koopen of
ruilen dan toen het loon eigenlijk ver
hoogd is, dan blijft het nog de vraag,
of dat loon evenredig is met de ver
leende diensten en of anderen, die
gelijke diensten aan de voortbrenging
der producten verleenden, ook hooger
dagloon ontvingen en ook of het ver
tegenwoordigt de som der benoodigde
artikelen, die de werkman ter billijke
bevrediging zijner behoeften noodig
heeft.
Het is waar, die behoeften, hoewel
ze ter eener zijde begrensd zijn, zijn
zeer rekbaar. Men kan zich behoeften
scheppen, die hoogst nadeelig zijn en
wier vervulling met onheil dreigt, ja,
zelfs met geheelen ondergangmaar
waar de voortbrengende diensten van
a—»i—MiMMBaamHeanH
Hij verborg zich somtijds vier of vijf
dagen in een paardenstal, zonder ze te
verlaten, en at dan zijn levensbehoeften
op, die hij meegebracht had.
Hij leefde als de dieren in het woud
te midden der menschen, zonder iemand
te kennen, zonder iemand te beminnen.
Hij wekte bij de boeren een soort van
onverschillige minachting en gelatene
geduldigheid op. Men had hem den
bijnaam van „Klok" gegeven, omdat
hij tusschen zijne krukken hing als een
klok tusschen haar „portants".
Ingezonden stukken moeten steeds onderteekend
zijn en worden als advertentie geplaatst.
dan valt het terstond in het oog, dat
bij vermeerderde productie, bij het goed
kooper worden der producten, voor een
lager loon evenveel of meer kan ge
kocht worden als vroeger voor een
hooger loon het geval was.
Kan men voor een lager dagloon
meer koopen, meer genieten, dan vroeger
voor een hooger, dan is het lager dag
loon verkieselijker.
Het dagloon is toch in werkelijkheid
niets anders dan het aandeel van den
arbeider in de gezamenlijke vrucht van
den arbeid, een bedongen aandeel,
waarbij de bekwaamheid, de ijver en
geschiktheid des arbeiders tot maatstaf
dienen of moeten dienen.
Zoo behoort het te zijn.
In den vorm van geld wordt dat
dagloon uitgekeerd, maar dat is voor
den arbeider eene onverschillige zaak,
eene bijzaak en niets meer.
Het dagloon vertegenwoordigt voor
hem de som van al die benoodigdheden,
welke hij er voor kan bekomen of
ruilen en die hij en de zijnen behoeven
voor hun levensonderhoud.
Het is dus niet eens de hoofdvraag
hoeveel guldens of andere muntstukken
vertegenwoordigt het loon van den
werkman, maarhoe groot is de
hoeveelheid producten, die hij zich voor
zijn loon, zijn aandeel van de vruchten
des arbeids kan aanschaffen.
Ziedaar wat een diepere blik op het
het dagloon ons leert.
het nu daaromtrent eens,
ook gereedelijk toe, dat
durend hooger zal