r ii Ii TEXEL. No. St 3 December 1910. G feuilleton. 4 'ifc d fc Gemengde Berichten. Twintigste Jaargang Zaterdag Publicatiën. Onderg. k: J 3] o[s9 1,32 2,36 'J i I 5( 9‘ ‘t Feest van Sint Nicolaas. Eeuwen is het reeds geleden Dat uit ’t Spaansche Vaderland Sint Niklaas een reisje maakte Naar het Nederlandsche strand. Zwarte Piet was aan zijn zijde, En zij maakten velen blijde Met een altoos milde hand. o— Moest in’t eind de Bisschop sterven, Nog waart hier zijn geest [steeds rond. Vijf December blijft voor Neerland. Nog een feestelijke stond. Dan richt S nterklaas zijn schreden, Naar de dorpen en de steden, Toeft weer weldoend op deez’ grond. o— Kinderen gelukkig maken, Is ’t verlangen van den Sint. Daarom is het zoo natuurlijk, Dat hem ieder eert en mint, Weldoen was zijn hoog te streven. Om voor anderen te leven. Daartoe was hij steeds gezind. o— Wirden op Sint Niklaas jaardag leder onzer aange^poord. Om zijn voorbeeld na te streven, spoedig overleed. Te Edam ginggisteravonddeland- bouwer C. Hooijberg met een petroleumlamp in de hooischuur. De lamp viel om, en er ontstond brand. De vlammen werden geblmcht en de brandweer behoefde geen dienst te doen. Het vee was reeds van stal ge haald en in veiligheid gebracht. De Middeïharnissersloep „M. D. 28” kwam Woensdagmiddag te IJmuiden binnen met het treurige bericht, dat de 18-jarige matroosv. D., woonachtig te Middelharnis Maandagmorgeu overboord is geval len en verdronken. De pogingen om hem te redden waren vruchte loos gebleven. P O S T E R IJ E N. LIJST van de aan het postkantoor Den Burg en de daaronder be- hoorende hulpkantoren ter post bezorgde brieven en briefkaarten welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt. 2e Helft der maand Nov. 1910. Jongejuffr. A. Dikker Helder. D. Moojen Paterson, Held. Courant Koningstraat Helder. Oude child, De verzending van slroo uit Eicrland en de Prins» Hendrikpolder is tegenwoordig ver bazend groot. Woensdag st mden met mmder dan 36 wagens te wach ten op de havenkade om gelokt te worden. Thans is vrijwel de geheele visschersvloot bezig met het vangen van garnalen. De vangst is be vredigend doch de prijzen zijn laag, Over de maand November zijn van hier verzonden30 koeien, 32 kalveren, 259 schapen, 98 lammeren, 11 paarden en 127 varkens. Eigen schuld. Nabij Wageningen zou gisteren een jongen op de stoomtram sprin gen, Hij kwam te vallen en werd bewusteloos opgenomen Het jong- mem-ch is met een schedelbreuk naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij Dec. Zondag Maandag Dinsdag Woensd. Donderd, Vrijdag Zaterdag 10 N B. ’s Morgens middernacht tot ’s middags 12 uur. ’s Avonds is de tijd van ’s middags 12 uur tot middernacht. WA 1 ERG El IJ DEN. Kalender der week. o— Opkomst der zon op Maan. 'Vrijdag 9 Dec. Eerste Kwartier. Opkomst. Ondergang. 4 lo,44 ’smg 5,14 ’sav. 6,17 6 is de tijd van gang; b. de jacht op grof wild zal worden gesloten op Dinsdag 31 Januari 1911, met zonsondergang; dat alzoo, op grond van het be paalde bij het eerste lid van art. 27 der aangehaalde wet, het verkoopen, te koop ui stallen en vervoeren van het hierbedoelde klein wild, uiterlijk tot en met 14 Januari 1911 en van grof wild uiterlijk tot en met 14 Februari 1911 zal mogen plaats hebben. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noordholland worden aangeplakt. Haarlem, 28 November 1910. De Commissaris der Koningin voornoemd, VAN DENHOVEN. Texel, den len December 1910. De Burgemeester vnd. HIDD1NGH, Door zijn milden geest bekoord 1 ’t Kroost der armen te gedenken, En ook thans veel go ds te [schenken, Zij de leus in ieder oord W. M. Tz. De Burgemeester brengt ter open bare kennis, dat de volgende bekend making is aangeplakt. De Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, Gele en het besluit van Gedepu teerde Staten dier provincie d.d. 23 dezer no. 5 Gelet op art. 11 der „Jag!wet“ Brengt ter kennis van belang hebbenden, dat in Noordholland a. de jacht or> klein wild, met uitzondering van die op hou‘snippen, ‘zal worden gesloten op Zaterdag naar huis terugmoeten om 't eerst na te zien, of heeft U ’t bijgeval 23. COURANT Reede van Texel. V M de gevangenis gezeten I Dec. Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag 0,01 0,25 0.43 0,58 1,10 4 Dec. 7,52 3,47 Zf n d n 4 i ’smg 9,57 10,32 11,10 11,52 0,15 1,<4 2,03 nam 10,14 10,50 11,31 n n ei i nam 9,49 I 10,06 lg23 0p31 1,24 2,28 i !b” ’smg - 10,24 10,42 11,02 11,44 0,07 0,56 1,55 Voorbereidend Militair Onderricht. Onderzoek ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendheid. De Burgemeester der gemeente Texel brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in het tijdvak van 3 tot en met 14 Januari a,s ten overstaan van eene Militaire Commissie van onderzoek zal plaatsheb ben ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendheid. Aan dit onderzoek mogen deelnemen: 1 o. de lotelingen die in aanmerking komen om in het volgende jaar bij de militie te worden ingelijfd 2o. de tot korte oefening mgehjfde lote lingen in het genot van uitstel van eerste oefening, die hun vroeger verkregen be wijs van voorgeoefendheid wenschen op nieuw te verwerven, ten einde daardoor aanspraak te verkrijgen op verlenging van dit uitstel en 3o. de jongelieden, die het vereischte militair getuigschrift wenschen te ver werven om eene verbintenis te kunnen aangaan bij het Reservekader der Infanterie, der Vesting-Aitiileiie of der Genie. nnminr mi-w ii ii imi i iri-’" 1 1 1 NIEUWE TEXELSE De lotelingen, hiervoren onder lo. ge- i 31 December 1910, met zonsonder- noemd, kunnen bij het onderzoek drieërlei bewijzen van .voorgeoefendheid behalen, te weten het bewijs van militaire bekwaamheid het bewijs van lichamelijke geoefend heid, of het bewijs van militaire bekwaamheid èn lichamelijke geoefendheid. Bedoelde lotelingen die een dezer be wijzen hebben verworven, worden, op hunne aanvrage, ingelijfd bij het korps en geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt zijn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen. Bezitters van het in de derde plaats genoemde bewijs hebben daarbij den voorrang boven hen, die een der beide eerstvermelde bewijzen ver wierven. De houders van het in de derde plaats genoemde bewijs hebben daarenboven aanspraak om vóór anderen in aanmerking te komen voor inlijving tot korte oefening (vier maanden.) Alleen de bewijzen van voorgeoefend heid, die in Januari a.s. zullen worden be haald geven bij de inlijving in het volgend jaar aanspraak op verkregen voorrechten alle vroegere verkregen bewijzen zijn alsdan van onwaarde. De lotelingen, hiervoren onder 2o. ge- i noemd, kunnen bij het onderzoek alleen j verwerven bewijs van militaire bekwaam heid en lichamelijke geoefendheid dit be wijs moet door hen bij de aanvrage om verlenging van uitstel van eerste-oefening worden overgelegd. Zij, die in deze Gemeente woonachtig zijn of verblijf houden en aan het onder zoek, hetwelk zal plaats hebben te Helder in de maand Januari a.s., wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 10 December a s. ter Secretarie der Gemeente aanmelden. Bij de aanmelding moet door hen, die bij de oefening tot veihooging van ’s lands weerbaarheid een „schietbewijs” hebben verkregen, dit bewijs worden overgelegd. Dag en uur waarop, zoomede de loca- liteit, waar het onderzoek, zal plaats hebben zullen op een der laatste twee dagen van het jaar bij publicatie ter algemeene kennis worden gebracht. Texel, den 1 December 1910. De Burgemeester voornoemd, H1DDINGH. Het Vlie. 4 5 6 7 8 9 10 Springtij 18 December. ’s av 7,31 8,48 10.08 11,29 5 11,28 7 8 9 Ik ken niet een Hilda Linge, wel een Bertha Linge, werd hem geant woord. Zonderling klonk ’t hem in de ooren. Hilda had wel aan hare ouders, doch niet aan hem geschreven, dat zij in ’t vreemde land altoos met Bertha werd toegesproken. Onder 't spreken met den knecht naderde een meisje, t zelfde dat on langs de kerstweek in Nederland had doorgebracht. Deze persoon, voegde de Duitsche knecht haar toe, vraagt naar Hilda Linge; ik heb hem gezegd, dat wij nier wel een Berth t Linge hebben op de melkerij. Gehad, hernam’t meisje in A outers landszaal; zij is plotseling heenge gaan gisteren en ik geloof dat Hilda en Bertha Linge een en dezelfde zijn. Die Hilda moet verleden jaar wegens diefstal in hebben Ja, maar onschuldig, voegde Wouter haar toe. Dan moet dit pas uitgekomen zijn maar ik begrijp niet, waarom zij dan zoo plotseling haar biezen, heeft ge pakt als zij onschuldig is. Omdat toch geen mensch ’t gelooft, antwoordde de jonge boer, ontstemd dat ook hier Hilda overlast werd aangedaan wegens de ondergane straf en niet minder uit zijn humeur, dat het voorwerp zijner liefde niet door hem kon worden begroet. Gij zegt, ving Wouter weer aan, dat Bertha of Hilda gisteren deze plaats heeft verlaten. Kunt ge mij ook zeggen waarheen Ja, ze wilde naar Nederland terug; ze sprak van een ouden oom die daar ergens moet wonen nabij de hofstede „de Zwaluw” waar men haar ’t laatst heeft weggestuurd. Ook zeker al omdat zij in de ge vangenis heeft gezeten Dit geloof ik wel, een andere reden heb ik althans niet gehoord ’t Is een mooie wereld, viel Wouter bitter uit; wat de een vertrapt en verguist, veracht een ander nog dieper. Er is geen werk waaraan iedereen liever schijnt mee te doen Ja, dat is nu eenmaal zoomaar als gij ’t meisje wenscht te spieken, zult gij naar je land moeten terug- keeren. Wouter begreep, dat hem onder de gegeven omstandigheden geene andere keuze restte. Hij groette vluchtig en vertrok vanwaar nij gekomen was, in de stille hoop, Hilda nu bij den oud-oom te zullen ontmoeten. Den volgenden dag kwam hij er weer aan, maar zijne teleurstelling was onuitsprekelijk, toen hij moest vernemen, dat de oude man Hilda in ’t geheel niet had gezien en dat hij evenmin iets van haar had gehoord. Zou zij dan wellicht naar huis zijn doorgereisd (Wordt vervolgd.) JACHT. „Dat weet ik wel uit mijn hoofd,” hernam de oude man. „Hilda is aan de molkerei Freundschat bei Miden,” „O, ja,” nu herinner ik ’t mij toch,” sprak Wouter, op een toon alsof hij werkelijk den oom niet eeii beetje gefopt had. Nu hij eenmaal wist, waar hij zijn liefste op aarde zou kunnen wt erzien besloot hij maar zoo spoedig mogelijk af te reizen. Nog denzelfden dag kwam hij aan de grenzen, overnachtte nog op vaderlandschen grond en ging met den eersten tiein den volgenden dag verder. Hoe klopte 't hart hem on stuimig in de borst als hij er aan dacht welke oogen zijn Hilda zou opzetten, w anneer hij daar eensklaps onverwacht voor haar zou staan. De trein scheen hem te kruipen hoe snel hij ook langs zijn ijzeren baan mocht voortsnellen. Eerst tegen den avond bereikte hij ’t oord, waar hij haar hoopte te ontmoeten, aan wie hij voortdurend dacht en naar wie hij zoo sterk verlangde. Hilda, fluisterde hij en meende dan reeds in hare nabijheid te zijn. Daar landde hij aan op de molkerei Fi eundschaft. Daar zag hij een melkknecht, wien hij maar dadelijk aansprak. In ge broken Duitsch vroeg Wouter naar Hilda Linge. „Ik had ook plan naar Duitsch- land te gaan,” zei Wouter weer; „als U soms iets aan uw nichtje te zeggen hebt, wil ik graag uw groeten overbrengen.' O,” dat vind ik best heel best en als Hilda eens weer in 't land komt, zeg dat ze dan niet moet veizuiinen ook oom Jacob op te zoeken. Ik vind ’teen lief, zacht kind en van de beschuldiging wegens dief stal mag ieder denken wat hij wil; maar aan haar schuld heb ik nooit geloofd. Let maar op, dat ’t vroeg of laat wel zal uit komen. Dat geve de hemel, liet Wouter er op volgen. Na nog wat over verschillende dingen gepraat te hebben, moest Wouter met Hilda’s oom diens kleine bezitting, door hem boerderij ge- heeten, bezichtigen. Bij 't heengaan tastte de jongen boer in den zak en deed toen of hij iets miste. „Zoek U wat vroeg de oude oom. „Ja, ik had ’t adres van Hilda in’ mijn zak gestoken en nu ben ik ’t kwijt," veinsde hij„nu zal ik

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Texelsche Courant | 1910 | | pagina 1