R. Rath. Nieuws- es& Advertentieblad voor Poord-Rolland. No. 9. Woensdag- 29 Januari 1908. FEUILLETON i Dienstboden. Schuldig Buitenland. 2"* Jaargang-. Verschijnt Woensdag en Zaterdag. ONS BLAD ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 30 cent. Elke regel meer6 Reclames per regel 15 Zondag, 19 Januari, werd in het Diligentia-gebouw te Amsterdam de vierde jaarvergadering gehouden van den Algemeenen Nederiandschen Dienst- bodenbond en naar aanleiding hiervan een paar opmerkingen. Wij zullen maar aanstonds beginnen met te zeggen, dat ons het streven van dien Bond allesbe halve sympathiek is en dat de dienstbare Kaatjes en Keetjes beter werk konden verrichten dan een „bondsorgaan" redi- geeren, betoogingen houden voor alge meen kiesrecht, afschaffing van nacht arbeid voor bakkers enz. enz. 1 Dergelijke kwesties schijnen ons ter behandeling door dienstboden al heel weinig geschikt en wij gelooven, dat de Ned. Dienst- bodenbond zich met dergelijke kwesties inlaat, meer omdat er 'n rood kleurtje aan is, dan uit innig solidariteitsgevoel. Toch werd op die algemeene ver gadering een punt ter sprake gebracht, dat van meer algemeen belang is en. wijst op wanverhoudingen, welke een dieperen oorsprong hebben, dan men oppervlakkig vaak meent. Zoo verdedigde de afdeeling Amster dam het ijveren voor meer vrijen tijd voor de dienstboden èn voorontwikke ling èn voor ontspanning. Waar vandaan toch dat streven der dienstboden naar meer vrije avonden, meer vrijen tijd? Vroeger was zoo iets onbekend. Toen ging de dienstbode b.v. eens in de maand naar huis en daarmee afgeloopen. Tegen woordig" echter verlangen ze bijna allen haar Zondag vrij en de meesten eischen in de week oök nog „n vrijen avond". Vindt dat streven naar uitzijn en uit gaan nu alléén zijn oorsprong in een meerdere behoefte naar vrijheid van den kant der dienstboden? Of is die zucht naar meerdere vrijheid niet louter, natuurlijk, maar wordt zij stelselmatig aangekweekt? Wij gelooven, dat zoowel het eene als het andere het geval is. Zooals wij in ons artikel over genot zucht opmerkten, is de zucht naar genot in de laatste jaren zeer toegenomen onder alle standen der maatschappij- Deze algemeene strooming had bijgevolg ook haar terugslag op het dienstboden- personeel. Dit zag, vaak meer van nabij dan de meeste anderen, welk een weelde haar patroons zich veroorloofden en ook bij haar liet de prikkel der ge notzucht zich heviger voelen Daarbij komt echter, dat de dienstbode van Amerikaansche roman uit het Duitsch, van OTTO HOECKER, 5) Op een wandeling echter aan het atrand der zee, in den maneschijn, had de vast- beraden Ethel den achuchteren mededinger kortweg met deze woorden aangesproken •Wel, Mr. Whistler, ik moet u zeggen, dat ik iederen flirt haat I Die jonge millio naire aanbidden mij het zyn goedgekleede menschen, maar geen mannen. Het zou jam mer zijn, zoo u hen nadeed. Ik heb mijn knnat lief, ai weet ik ook niet, of ik ze wei genoeg bemin om daarmede mijn geheele leven te vullen misschien kan ik haar lief leeren hebben te gelijk met een man, dien ik kan hoogachten. Denk daar eens over na, Mr. Whistler. Bij gelegenheid kunt u my eens vragen, zoo u daar wat aan geiegen is, hoe ik er over denk<. Natuurlijk hadden deze woorden den jon gen man onbeschrijfelijk gelukkig gemaakt en hem volgens zijn eigen meening en die van al zijn medeaanbidders in een oogwenk in een toestand geplaatst, die niemand had gedacht dat hy ooit zou hebben kunnen bereiken Maar daar stond hij nu te droomen, ter wijl de kostbare oogenblik verstreken 1 Had Ethel niet een paar regeltjes voor hem ach tergelaten Dat deed ze anders toch altijd als zjj hem niet trof, Zijn blik vloog over den lessenaar, Wel heden in geheel andere verhouding leeft met hare patroons dan de dienstbode van vroeger en dit laatste is voor namelijk oorzaak, dat de dienstbode zoo gaarne „vrij"' is. Er bestaat tegenwoordig tusschen patroon en dienstbode veelal geen andere band meer dan die van werkgever en werknemer De dienstbode verricht de huiselijke bezigheden, de patroon betaalt de huur. Dit was vroeger echter geheel anders. Toen was de dienstbode niet alleen dienstbare maar tevens lid van het buisgezin, zooals zulks thans nog bij enkele families het ge al is. De dienstbode van heden mag zich over het algemeen tevreden stellen met een plaatsje in de keuken, waar zij, als het werk klaar is, wat zit te lezen, te mazen of te stoppen. Yan huiselijk verkeer in den familiekring is geen sprake meer, bijgevolg dat de dienst bode zich eenzaam gevoelt, niet tehuis is in het eigen huis. Is het dan wonder, dat die dienstbode, wat zij in huis niet vindt: gezelligheid, aanspraak, familie leven, zoeken gaat buiten, elders? Iedereen heeft op zijn tijd afleiding, ontspanning nqpdig, dus ook de dienst bode en daarom is het zoo verklaarbaar, dat zij aandringen op vrije avondenen vrije dagen. Dat deze toestand echter een ideale is, zal wel niemand beweren, de dienstboden zelf niet en de patroons evenmin. Beiden gevoelen de wanver houding, die er tusschen hen bestaat, waardoor zij tegenover elkaar vreemd blijven. Wat hieraan echter te doen? Er zullen ongetwijfeld-omstandigheden zijn, dat de dienstbode niet geheel als lid van het huisgezin kan worden op genomen, en dat zij dit zelf ook niet zal wenschen, maar dit kunnen toch alle patroons -zijnhartelijk en voor komend voor het dienstdoend personeel zoodat zij zich niet ste6ds laten kennen als den werkgever en gebieder. Met een kleinigheid kan zooveel worden goed gemaakt Yan den anderen kant zal de dienst bode, wanneer zij steeds een goede en voorkomende behandeling ondervindt, zich meer gaan hechten aan haar meesteres of meester, des te nauw gezetter haar plichten waarnemen en ook niet zoo ongeregeld verlangen naar vrijheid en buiten zijn. Zij zal bij een goede behandeling zich meer en meer thuis gevoelen in het huis harer pa troons en tevreden zijn met een gezellig hoekje in dat huis. lagen er enkele brieven, die heden tijdens zjjn afwezigheid waren aangekomen, maar daaronder was geen schrijven van de hand der lieve Ethel. Verstrooid zag hy ze na slechts gewone aangelegenheden, de zaak/be treffende, die morgen vroeg even goed kon den nagezien worden. Er was ook een brief bij van ds bekende goudsmidfirma Tiffany en Co. Toen Nad hem opende viel er een rekening uit over een Venetiaanschen dolk tot een bedrag van 25 dollars. Een ander liefelijk herinneringsbeeld rees nn voor zijn geest op. Voor acht dagen waren zij tegen den avond door de vyfde Avenue- gewandeld om naar de winkels te kijken, waarvoor Ethel altijd zoo'n groote voorliefde had. Zij had den toen ook voor de prachtige, vol juwee- len schitterende uitstalkasten van Tiffany gestaan, en Ethel had bijzonder belang ge steld in een aardig voorwerp, dat aan den gordel naast het jjeldtascbje kon vastgemaakt worden, welk laatste bij het toilet van iedere met den tijd meegaande New Yorksche dame behoorde. Het zag er uit als een slanke, van geciseleerd goudbrons vervaardigde reuk flacon, doch in werkelijkheid was het de greep van een dolk, wiens tweesnijdende kling binnen in den heft door een veer vast gehouden en door een druk daarop uitge trokken kon worden. Het geheel was een kunstige imitatie van het wapen dat vroeger de beruchte Lucretia Borgia bezat, en het trok Ethel des te meer aan, nu zij binnen kort de titelheldin in Donizetti's beroemde opera zou Bpelen. Reeds den volgenden mor gen was de opmerkzame Nad natuurlijk naar Tiffany gesneld, had' het voorwerp gekocht en op den heft ook zyn initialen laten gra- veeren, Nog denzelfden namiddag'had hij Ook zonder een Nederiandschen Dienst- bodenbond dus kan er veel en waar schijnlijk mèèr dan met behulp van den Bondverbeterd worden, indien slechts wordt acht geslagen op een dei- voornaamste christelijke gebodenHeb uw naasten lief gelijk u zelf! Hoe zit dat Zaterdagavond deelde De Tijd mede, dat op een verleden week Woensdag door de Kath. Soc. Actie in Utrecht gehouden vergadering, is besloten, dit jaar geen sociale week te houden. Een voorstel echter, dat van het Centraal Bureau reorganisatie-voorstellen vordert, is aangenomen. Maandagavond is De Tijd op dit be richt teruggekomen en heeft het in zóóverre aangevuld, dat wel tot her vorming besloten is, doch geeD formeel besluit is genomen om dit jaar geen Sociale Week te houden. Het tweede bericht lijkt ons wel wat in tegenspraak met het eerste, waarin absoluut gezegd werd, dat er dit jaar geen Sociale Week zal zijn. Thans komt echter ook Het Centrum met een bericht en zegt, stellige redenen te hebben om aan te nemen, dat het eerste bericht onjuist .is, en dat een besluit, om dit jaar geen Sociale Week te houden, niet is genomen. Is Het Centrum goed ingelicht, dan bestaat het plan de Sociale Week dit jaar in het diocees Haarlem te houden. Ten slotte komt de Limb. Koerier en deelt mede, dat hij van den secretaris van het diocesaan comité der K S. A. in het bisdom Roermond vernam, dat hem van eenig besluit in den eenen of den anderen vorm niets bekend is. Hoe zit dat nu? Krijgen wij nu dit jaar eene Sociale Week of niet? Wij hopen van wel, maar hopen tevens dat ze niet gereorganiseerd zal zijn. Laat de Sociale Week blijven staan op het pijl waarop zij stond, want eene reorganisatie in den geest als b.v. indertijd voorgesteld werd door den Volksbodezou, volgens ons, toch niet veel uithalen. De Sociale Week zal voor den ar beider in 't algemeen, te hoog gaan. Zij moeten eerst onderlegd worden in plaatselijke ontwikkelings-cursussen enz. om daarna met vrucht de Sociale Week te kunnen bijwonen. het geschenk bij Ethel bezorgd. Doch nu was hij waarlijk weer aan het droomen, gelijk Hij immer deed, als hij aan Ethel dacht. Zij had zijn zielsleven zóó ge heel ingenomen, dat zy al zijn zinnen en gedachten beheerschte. Hier lag derhalve geen regel van haar. Wel had zij door Phelps de deur der particuliere kamer laten openen en daar op hem gewacht. Toen Nad nu echter de klink neerdrukte, vond hij de deur gesloten. Ook de lessenaar van den boekhouder, in welks bovenste vak de sleu tel moest liggen, was afgesloten. En het ergste was, dat hij zyn eigen sleutel in zyn particuliere woning had laten liggen I Maar hij kon Ethel toch telefoneeren. Een blik op zijn horloge zei hem, dat het ondertus- echen nagenoeg zes uur geworden was. Als Ethel naar huis gegaan was, moest ze reeds lang thuis zijn. Zij woonde in het voorname hotel Gerard. Enkele oogenblikken later was Nad reeds met de verloofde aangesloten. Hola, liefste, ik ben het, Nad. Kan ik je komen bezoeken 40 Nad, ik zou u zoo gaarne spreken. Ik zal den nachttrein nemen, zoo ik ten minste wegga. Ik ben zeer ongelukkig te moede». De jonge advocaat schrok zeer. •Liefste, je stem klinkt zoo treurighebt ge iets onaangenaams gehad Of ben je boos op me, omdat ik zoo Iaat thuis kwam Ik meende eerst je bij het verlaten van het huis gezien te hebben, riep je ook, maar kon mij door de groote menigte niet ver staanbaar maken». •Nad, waar denk je aanHoe zou ik boos op je kunnen zijn, liefste. Maar ik ben zoo treurig, zoo erg opgewonden. Ik Met belangstelling zien wij natuurlijk nadere berichten tegemoet, en met ons ongetwijfeld allen, die iets voelen voor katholieke sociale ontwikkeling. Nette heeren. Ons werden een paar nummers toe gestuurd van De Vrije Socialistsociaal- anarchistisch orgaan, onder redactie van F. Domela Nieuwenhuis. In elk dezer blaadjes komt een stuk voor over de Katholieke Kerk, zóó hatelijk en leugenachtig, zóó aarts-dom en godslasterlijk, dat wij onmogelijk den inhoud van dat schrijfsel kunnen weer geven. Wel echter kunnen wij een bloem- lezingkje van scheldwoorden verzame len, opdat de lezer meteen wete, hoe fatsoenlijk de heeren zijn, dierichteren over de Katholieke Kerk en hare be dienaren 1 In het eene stuk dan, weten de heeren te vertellen, dat de stoel van Petrus waggelt en alle middelen wor den gebezigd om „dat waggelend ge stoelte van den eertijds zoo machtigen godsagent (met een kleine g) „den paus" voor inzakken te trachten te vrijwaren Verder beweren de al wetenden dat wij, Katholieken, de wanden onzer kamers alléén mogen sieren met „op z'n Zondags aangekleede heilige vaders, met dweepzieke gezichten, voorzien van puntbaardjes" enz. enz. Onze ijverige geestelijkheid wordt leugenachtig betitold als „een vadsige, luie priesterkaste", terwijl zij er van overtuigd zijn, dat bijgeloof en vrees nog zoo welig tieren, „vergiftigd als de hersenen zijn door den verpestenden adem van dén godsdienst". Ziedaar den „vrijen" socialist-god loochenaar, leugenaar en lasteraar, zich „vrij' noemend, doch in waarheid be- heerscht door het domste fanatisme en geregeerd door den felsten papenhaat. En hij zou willen poseeren als de brenger van een nieuw leven, eene nieuwe maatschappij Gelukkig dat de Katholieke gods dienst tegen dergelijke „aanvallen" be stand is, wat zou het er anders aller ellendigst uitzien! kan het je hier niet zeggenkom als je blieft by me». •Ik ylieg schatje. In minder dan tien minnten ben ik bij je. Ik moet nu eerst het kantoor laten sluiten... Maar zeg eens, heb je Mr. Phelps ergens heengezonden Heelemaal niet. Hy was niet daar, toen ik bij je kwam. Ik stond er nog over ver wonderd». >'t Doet niets, liefste. Slnit nu af I Ik neem een rijtuig en ben aanstonds by je». Hij hing de hoorbuis weder op. Ethels woorden maakten hem ODgerust. Onwille keurig dacht hy weder aan het verdriet, dat by straks op haar gelaat meende te bespeu ren hij had zich dui niet vergist I Daarom nu maar vlug op weg hij kon het oogen blik niet afwachten dat hij bij haar zou zijn en haar troosten. Maar wat deed hij nn met zijn kantoor 1 Dit kon 's nachts toch niet open bljjven. Toen de advocaat de deur opende, zag hy een der zwarte bediendeD, die den vloer schoonmaakte en vertelde hem het geval. »'t Is al goed. Ik maak het, Sir». De bediende liep naar een kast in den muur en haalde er enkele werktuigen uit te voorschijn. Hy sloeg een paar krammen in de deur en met een hangslot werd het kantoor gesloten. Den sleutel gaf hij aan Nad. •Zoo veilig als een brandkast, Sir», be toogde hij en vertrok zijn breeden mond van het eene oor tot het andere, toen de advocaat bem eenige geldstukken in de eel tige vuist stopte. Onder in de hal stond de heer des huizes. »Nog zoo laat, Mr. Whistler Bijna zes uur •Ik had nog werk». Nad zei dit, in de hoop spoedig van den Dultschland. Loodvergiftiging. Hoe gewetenloos sommigen uit winstbejag of gemakzucht met de gezondheid hunner medemenschen spelen, is in Brunswyk weer eens gebleken. Sedert ongeveer twee jaren heerschte te Negenhom en in de omliggende plaatsen een raadselachtige, zeer langdurige en pijniyke ziekte, waarvan men de oorzaak maar niet ontdekken kon. Heele gezinnen werden ziek en men vermeed hun huizen, omdat men er niet achter wist te komeD, waarin de ziekte haren oorsprong had. De "dokters wisten geen raad erop. In het ziekenhuis te Holzminden heeft men nu eindelyk in de uitwerpselen van een patiënt sporen van lood gevonden, en by een verder onderzoek bleek, dat de oorzaak van de vergiftiging in een molen gezocht moest worden. De molenaar had namelijk by het herstellen van zijne molensteenen, lood gebruikt. De zieken kregen allen hun meel uit dien molen. Mensohen, die hun meel van elders hadden, waren dan ook gezond gebleven.! Keizer Wilhelm. y Keizer Wilhelm ie Maandag 49 jaar ge worden. Het is de twintigste verjaardag, dien hij als Duitsch Keizer viert. Een vadermoordenaar f Eenige dagen geleden was bij Berlijn de houtvester Schwarzenstein uit een hinderlaag doodgeechoten. Het onderzoek naar den moordenaar heeft een zeer dramatischen keer genomen Schwarzenstein's eigen zoon, een jongen van twee-en-twintig jaar, die een betrekking had bij een houthandelaar, is onder zware verdenking in hechtenis geno men. Hij heeft nog niet bekend, maar alles getuigt tegen hem. Het derde geweer van den houtvester was kort na den moord verdwenen, maar stond Vrydag weer plotse ling op zijn gewone plaats. Verder deed de jonge man tegenstrijdige mededeelingen over een verstuiking van zijn enkel. Hy lag dikwijls met zyn vader overhoop, nadat bij met wissels geknoeid had. Het spoor van den moordenaar iiep van de hinderlaag aan den rand van het bosch langs een voetpad naar de Müggelsee. De honden van de politie, die dat spoor volgden, kwamen ook aan een voor in een braak liggend veld, waar de moordenaar biykbaar met zijn voet in gestruikeld was. Van daar snuffelden zy voort tot zij voor het huis van den houtvester bleven staan. Een van man af te komen, die een zwak had voor een gemoedelyk praatje. Juist kwam er een broadwaycar voorby. Vlug sprong bij er op. Eenige minuten later was het hotel Gerard bereikt. Heel gedien stig opende de zwaTte portier het glazen deurtje en de heer betrad de witmarmeren voorhal. TWEEDE HOOFDSTUK. Mollige tapyten, waar de voet in weg zonk langs de wanden, half verborgen ach ter tropische gewassen, gemakkelyke stoelen en zetels met naar de mode gekieede hee ren er in in de lucht die voorname par- fumgeur, die de nabijheid van dames ver raadt, schaduwen van den schemer buiten, hebben geen invloed op den heiflikkerenden gloed der electrische lampjes, die door ver nuftig aangebrachte spiegels als tot in het oneindige weerkaatst worden. Voor den in gang der verschillende >parlors< zyn de zware gordijnen weggeslagen waarheen de blik zich ook wendtoveral kokette zy. den tapijten, fijne menbels, echte bronzen op de schoorsteenmantels, tegen de wanden schilderijen van beroemde meestere, die ondanks hun pronkerige lijsten tot hun voile recht komen, evenals de geparfumeerde dames, die meestal in keurige lichte avond toiletten hier en daar in kleine groepjes samenkomen, zich bekoorlijk in schommel stoelen wiegen of in boeiende lectuur ver diept zijn. Achteloos gleed de blik van den binnen komende over dit milieu van verfijnd ge notsleven, hetgeen hij dageiyks aanschouwde. (Wordt vervolgd,)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1