Zaterdag 29 Februari 1908. TWEEDE BLAD. KALENDER voor de dagen der week. 1 MAART. Allerhanden. De laatste Offers. Neerlands Volkslied. KERKNIEUW S Landbouw,. ONS BLAD. 1 Mrt. Zondag. Quinquagesima. Evangelie: De blinde van Jericlio. Lucas XVIII: 31-43. 2 Maandag. H. Suidbeitus. 3 Dinsdag. H. Cunegundis. 4 Woensdag. Aschdag. Dag van Devotie. 5 Donderdag. H. Fradericus. 6 Vrijdag. Feest van de Doornenkroon Onzes Heeren. 7 Zaterdag. H. ThomaB van Aquino. Zondag Quinquagesima. Eerste Zondag der Maand. Les uit den eersten brief van den H. apostel Paulus aan de Korlnthlërs XIII, 1—13. BroedersAl spreek ik de talen der menscken en der engelen, zoo ik echter de liefde niet heb, ben ik geworden als een geluidgevend metaal of een klin kende schel. En al héb ik de gave der profetie en ken ik alle geheimen en bezit ik alle wetenschap, en al heb ik alle geloof, zoodat ik bergen kan ver zetten, zoo ik echter de liefde niet heb, ben ik niets. En al deel ik al mijne bezittingen uit tot voedsel voor de armen, en al lever ik mijn lichaam over om te branden, zoo ik de liefde niet heb, baat het mij niets. De liefde is lijdzaam, zij is goedertieren de liefde benijdt niet, zij handelt niet onbescheiden, zij is niet opgeblazen, zij is niet eerzuchtig, zij zoekt het hare niet, zij wordt niet toor nig, zij denkt geen kwaad, zij verheugt zich niet over de onrechtvaardigheid, maar verblijdt zich met de waarheid alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij. De liefde ver gaat nimmer. Hetzij profetiën, zij zullen vergaanhetzij talen, zjj zullen ophou den hetzij wetenschap, zij zal te niet gedaan worden. Want wij kennen ten deele en wij profeteren ten deelewan neer nu het volmaakte zal gekomen zijn, zal datgene, wat ten deele is, te niet gaan. Toen ik kind was, sprak ik als een kind, had ik meeningen als een kind toen ik echter man werd, heb ik afgelegd wat des kinds was. Nu zien wij door eenen spiegel in een raadsel maar dan, van aangezicht tot aange- zieht. Nu ken ik ten deele maar dan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben. Nu echter blijven geloof, hoop en liefde deze driedoch de grootste daarvan is de liefde. Evangelie volgens den H. Lucas XVIII, 31-43. Te dien tijde nam Jesus de twaalf apostelen tot Zich en zeide hun ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en alles zal vervuld worden, wat door de profe ten over den Zoon des menschen ge schreven is Want Hij zal overgeleverd worden aan de heidenen, en Hij zal bespot en gegceseld en bespuwd worden en na Hem gegeeseld te hebben, zullen zij Hem dooden en op den derden dag zal Hij verrijzen. Doch zij verstonden niets hiervan, en dit woord was voor hen verborgen, en zij begrepen niet wat er gezegd werd. Het geschiedde nu, toen hij Jericho naderde, dat een blinde aan den weg zat, bedelend. En toen deze de schare hoorde voorbijgaan, vroeg hjj wat dit was. Men zeide hem dan, dat Jesus de Nazarener voorbijging. En Hij riep, zeggendeJesus, Zoon van David, ont ferm U mijner En zij, die vooruitgingen, berispten hem, dat hij zwijgen zou Hg echter riep veel meer Zoon van David, ontferm U mijner! Jesus nu stilstaande gebood hem tot Zich te brengen. En toen hij genaderd was, vroeg Hg hem wat wilt gg dat Ik u doen zal P Hg zeideHeer, dat ik zien moge 1 En Jesus zeide hemword ziendeuw geloof heeft u gezond gemaakt. En oogenblik- kelgk zag hg en, God verheerlgkend, volgde hg hem. En al het volk, dit ziende, gaf lof aan God. VIL Wat ik onlangs las in eene voordracht gehouden te Antwerpen door Mad. de Vreese—Martens, achtte ik wel de moeite waard om te bewaren en aan de lezeressen en lezers van Ons Blad mede te deelen. He noodzakelijkheid van het oprichten van cursussen voor dienstboden en fabrieks meisjes, waarover kort geleden eene onder wijzeres op de algemeene vergadering van k. K. Ouderwijzere en Onderwijzeressen te Alkmaar het woord voerde, blijkt daaruit ten duidelijkste. Ik ben dus zoo vrij, het voornaamste der voordracht hieronder te laten volgen. Het leven is duur in onze groote steden en oyverheidacentrums en onze werkmans kinderen moeten, zoodra zij twaalf of dertien jaar oud zijn, de lagere school verlaten, om door huDnen arbeid op de fabriek of in het werkhuie het hunne bij te brengen, ten einde de inkomsten van het gezin te verhoogen 't Is nauwelijks twee, drie frank in de week, maar moeder heeft ze noodig en daarvoor wordt de opvoeding en helaas heel dikwijls ook de gezondheid van het kind opgeofferd. Van 6 a 7 uren 's morgens tot 7 a 8 uren 's avonds zijn zij van huis afwezig en dikwijls tot een lastigen arbeid verplicht. Als zij thuis komen, zijn de maaitijden bereid, de kleederen gewasschen en hersteld, meest altijd op eene zeer gebrekkige wijze en door eene onbehendige moeder die ook alles te haren koste heeft moeten leeren maar toch, het huishoudelijk werk is gedaan. En niet enkel de gelegenheid, maar ook zeer dikwijls de ml ontbreekt. Als onze werkmeisjes haren dageljjkschen arbeid ver richt hebben, meenen zij zich van alle andere bezigheden ontslagen. Zij hebben zoo lang en zoo naarstig gewerkt als vader en broeder en zij kennen zich het recht toe dezelfde rust te genieten. Deze meisjes groeien op onwetend en onverschillig voor al wat huiselijke bezigheid betreft en als zij dan later, heel dikwijls op zeer jeugdigen ouderdom, in het huwelijk treden, dau zijn zij geenszins opgeleid om de gewichtige en voor haar bijzonderlijk lastige taak van huishoudster en moeder te vervullen. Hoeveel mannen zijn er niet, die nithuizig worden, omdat aan eigen haard alles vuil en onbehaaglijk is door de onbevoegdheid der vrouwHoeveel anderen werken tevergeefs jaren en jaren met onverdroten ijver en bewonderenswaardige taaiheid, om ten slotte, niettegenstaande zij het geluk hadden een behoorlijk loon te winnen, even arm te blijven als toen zij het huwelijks leven ingingen 't Is dat de geest van huishoudelijkheid en spaarzaamheid niet woont in haar die in het gezin een dubbel ministerie dat van geldwezen en dat van arbeid te besturen heeft. Het is haar niet gegeven geweest te mogen leeren wat in het latere leven haar grootste plicht zou zijn. Hare kindsheid was niet heen, toen zij reeds hare tengere leden moeBt afslooven achter het mekaniek of ais boodschapster langs de straathare jeugd kwam nauw tot bloei, wanneer hare pas ontloken krachten dag aan dag geofferd werden om aan te vullen wat aan vaders ontoereikend loon ontbrak, of om de moeder weduwe te helpen in het onderhoud van hare broertjes en zustertjeszij voelde zich tot het huwelijksleven geroepen en te mid den van den dag aan dag herhaalden afmat- tenden arbeid had zij tijd noch gelegenheid gevonden om eens de hand aan huishoude lijk werk te slaan. Zij trouwde omdat het haar roep was, en zij kende niets of bijna niets van wat zij, als gehuwde vrouw zou te verrichten hebben daarom werd haar gezin een oord dat men liever verloren dan gevonden heeft daarom was het té vergeefs, dat zjj met haren man van den vroegen morgen tot den laten avond werkte en slaafde arm waren j zij 't huwelijksbootje ingestapt, dag aan dag armer, naarmate de last vermeerderde dobberden zjj immer voort, als het ook al niet gebeurde dat de brooze schuit tegen de klippen der levenszee lek geslagen of veibrjjzeld werd. Om U te bewjjzen, hoe ongelooflijk onwe tend en onhandig sommige meisjes zijn, wil ik U twee voorbeelden aanhalen. Een pas gehuwde mandenmaker had van de markt groene kooien medegebrachtdoch thuis gekomen wist zjjne vrouw een fabrieksmeisje niet wat zij er mede moest aanvangen: afkoken? stoven? waarmede? Haar man werd gelast aan de vrouw van zjjnen patroon te vragen, hoe die kooien moesten gereed gemaakt worden. Een meisje van 20 jaar, dat voor de eerste maal een naaiwerk meebracht naar de Huis- houdklas, stak de naald in de stof met de rechter hand en trok ze met de linker uit. 't Is ongeloofljjk en toch waar. Geheel de werkersstand lijdt onder dat gebrek aan huishoudelijke keunis bjj de jongere arbeidersvrouw. En daarom is het dat de Huishoudscholen en Huishoudklassen zulke heerlijke inrichtingen zijn zjj schenken aan de toekomende huisvrouwen gelegenheid zich zelve en haar gezin al den last, al bet leed te sparen, die wjj hierboven in enkele woorden trachtten te schetsen. SNUFFELAAR. A... 25 Febr. '08. XVIII. De soldaat, die op eens alles begreep, stiet een woesten smartkreet uit. Hjj wilde spreken, maar de woorden bestierven hem op de lippen en slechts met de grootste moeite kon hjj uitbrengen«Wanneer en hoe heeft men haar weggevoerd «Dezen nacht, zonder dat Servia er iets van bemerkt heeft. Toen uwe moeder heden morgen ontwaakte, riep zij tevergeefs om Antonia, zjj heeft haar overal gezocht, maar heeft haar niet mogen wedervinden.< Flavianns greep krampachtig naar het zwaard aan zjjne zijde en rukte het uit de schede woeste toorn gloeide er in zijne oogen. Hij wendde zich naar de deur en zeide nog met balfverstikste stem «Ik zal haar weten te wreken I» «Zoon van een martelaar, hebt gij recht om over wraak te spreken riep de jonk vrouw, terwijl zij zich in de deur plaatste om bem den uitgang te beletten. Flavianus stond daar voor baar, stil, onbewegeljjk, Btom. De smart bad hem Sylvia'B tegenwoordigheid doen vergeten, hij zag haar aan, zijn toorn bedaarde langzaam. «Wat wilt gij toch vroeg de patricische op gebiedenden toon. «Ik wil Antonia uit de handen van haar tyrannen bevrijden of zelf sterven, als ik baar roover terneder geslagen heb.< «Mag zoo dan een christen handelen Maxentius is keizer en als zoodanig voor u ongenaakbaar. Daarenboven hoe groot ook zjjn misdaad wezen moge, zoo gjj hem naar het leven staat, wordt gjj uit de gemeente der christenen gestooten. Men mag geen kwaad met kwaad vergelden, maar moet de wraak overlaten aan den rechtvaardigen en almachtigen God. Hoed n toch een besluit te nemen in het hevigste van den toorn, wacht tot het uur van rust en overgeving komen zal.< Deze edele woorden hadden het hart van den soldaat getroffen. Hij richtte zijn blikken op de edele jonkvrouw het berouwde hem, dat hjj zich door zijn toorn bad laten wegslepen. «Vergeef mij, o mjjn God neder- gedrukt door de zware beproeving die Gij mij hebt toegezonden, zou ik in staat ge weest zjjn Uwe heilige geboden te overtreden. Moet Antonia om haar geloof sterven, sleept mén haar naar den scherprechter of naar het amphitheater, ik zat Maxentius zegenen maar de gedachte, dat zij in de banden is van zulk een slechten en wreeden tyran... I O, ik moet haar bevrjjden..., doe ik niets voor haar, ik ben het zwaard niet waardig, dat aan mijn zijde hangt. Ik zal Maxentius niet dooden, maar ik zal hem zeggen. «Bjj het eerste woord, dat gjj zeggen zult, heb gjj reeds uw leven verbeurd», onderbrak hem de jonkvrouw. «Goed, dan sterf ik ten minste met het bewustzijn mijn plicht gedaan te hebben en mijn kameraden zullen aan mij deEken, wan neer zjj ten strijde moeten trekken voor een mensch, die de zusters zijner soldaten rooft I Ik zal ontdekken, waar Antonia gevangen zit, misschien smacht het arme kind in een diepen, duisteren kerker, misschien roept zjj mij ter hulp I» Bjj deze laatste woorden van den soldaat begon Sylvia nadenkend te wordeneen vermoeden rees op in haar hart. Na eenige oogenblikken stilzwijgens zeide zij, voor de eerste maal den jongen soldaat bij zjjn naam noemend «Flavianus, een geheime, innerlijke etem doet mjj vermoeden, waar uwe zuster gevan gen zitvertrouw mij, mijDe nasporiDgen zullen waarschijnlijk eerder met goed gevolg bekroond worden dan de uwe. Dezen avond nog zal ik rekenschap eischen over den roof van uw zuster van een man, aan wien men mijn hand beloofd heeft. Hij zal mjj de waarheid niet verzwijgen.» «Zijt gjj dan verloofd vroeg de soldaat. «NeeD, dat ben ik niet,» antwoordde Syl via «men heeft mijn hand toegezegd aan een man, wiens echtgenoote ik nooit wor den zal.» Een straal van vreugde verhelderde het gelaat van Flavianus niet dat hij zelf eenige verwachting koesterde, hij waagde het zelfs niet er aan te denken -, maar hjj ondervond een zeker beklemmend gevoel, toen hjj meende, dat Sylvia verloofd was, want nie mand hield hij voor waardig en edel genoeg om haar te bezitten. «Beloof mjj nu», begon Sylvia weder, «in tegenwoordigheid van uwe goede moeder, en bij de gedachtenis aan uw edelen vader, dat gjj uw leven niet nutteloos in gevaar zult brengen, want daardoor zult gij het lot van uwe zuster slechts wreeder maken. Ik herhaal het nogmaals, vertrouw op mij en elagen mijn plannen, dan zal mijn tusschen- komBt van grooter gevolgen zjjn, dan gjj wel vermoedt.» «Ik beloof u alles, maar laat mjj toch spoedig weten, waar mijn zuster zich bevindt. «Zoodra ik het weet zal ik u terstond daarvan tijding brengen», verklaarde Sylvia. Dan wendde zjj zich tot de oude vrouw, die in 't geheel geen deel genomen had aan het gesprek, sprak haar nogmaals moed in en beloofde haar een harer slavinnen te zenden, om haar voortdurend gezelschap te houden. Flavianus betuigde Sylvia zjjn oprechten dank en vergezelde haar tot aan de deur der woning op den drempel bleef bjj nog lang staan, met zjjn blikken de jonkvrouw volgend. Toen zij uit het gezicht verdwenen was, werden smart en toorn weer levendig in zijn zielmet bet uiterste geweld bedwong hij zich zelveu en spoedde zich naar Servia, om zjjn goede moeder te troosten en moed in te spreken... «Dio, gelooft gjj niet dat Maxentius Anto nia heeft laten opsluiten in die geheime kamer van ons paleis vroeg Sylvia aan haar begeleider. «Dit is mjjn vaste overtuiging», antwoordde de slaaf. «Wat zoudt gjj my raden te doen «Als gjj den sleutel van die geheime kamer maar vinden kondt dan zou ik u wel spoedig zeggen hoe de zaken Btaan.» «Dat is geen gemakkelijke taak maar wat deert het mjj ook dien sleutel zal en moet ik vinden. Ik Bidder bjj de gedachte, dat in het huis van mijn vader een jonkvrouw, een zoo onschuldig en heilig kind, haar bloed vergieten moet. In die geheime kamer, ik twijfel er niet meer aan, raadpleegt Maxentius de godenmjjn paleis is een tooDêol van schandelijke gruwelen geworden, ik zal er met mijne moeder over spreken, zjj zal mij wel willen helpen om Antonia te redden.» «Misschien zal Maxentius zoo wreed niet zjjn het arme kind te dooden, hernam de Aethiopiër. Sylvia schudde bet hoofd en vervolgde zwjjgend haar weg. In den zuilengang van haar paleis gekomen bemerkte zij Aurelius, die het paleis verlaten wilde. Hij ging op zijde om haar door te laten. De patricische zag hem vriendelijk lachend aan, hetgeen Aurelius zeer verwonderde, daar hij na het gebeurde van gisteren haar ten uiterste vertoornd meende. «Gij moet u wel gelukkig gevoelen», sprak Sylvia hem aan, «uw doel eindelijk bereikt te hebben ik kom uit het buis van het arme kind men heeft haar hedennacht uit hare woning geroofd.» «Bij aïle goden», riep Aurelius nit, «Ik zweer u, dat ik daartoe niet medegewerkt heb.» Zulk een onbeschaamde lengen wekte opnieuw Sylvia's toorn zij was er vast van overtuigd, dat geheel de ontvoering het werk van Aurelius geweest was zij verborg echter hare verachting en vervolgde «Eerst scheen het mjj toe, dat de schoon heid van dat kind het hart des keizers betooverd had thanB weet ik, dat ik mij vergist heb, een verschrikkelijk lot wacht haargelooft gjj dat zij spoedig sterven moet «Nog niet I Men moet wachten tot den eersten Octoberdat uitstellen mishaagt Maxentius ten zeerste, want Gonstantijn nadert met reuzenschreden, en hjj wil alvorens ten strijde te trekken, in de ingewanden van dat kind da toekomst lezen en zien of er zegen rusten zal op zijne wapenen. Reeds lang heeft hjj gezocht naar een jonkvrouw, die juist op den eersten October haar zes tiende levensjaar bereikt dit samenvallen wordt door den ritus aldus geëischt nu heeft hjj eindelijk den zoolang gezoebten schat gevonden.» Dit antwoord van Aurelius vervulde Sylvia met afgrjjzen, hare haren rezen te berge een weinig terugtredend, gaf zij haar ge dachten den vrijen loop en zeide «Een reeks van dagen scheidt ons nog van den eersten October. In dien tijd kan er nog veel gebeuren, en slechts een wenk van den almachtigen God, die op den troon des hemels zetelt, is noodig, om te verstoren wat menschen beramen... Breng mijne woor-. den aan den keizer over en zeg hem dat Constantijn Rome nadert.» Na deze woorden keerde Sylvia den patriciër den rug toe, die nu, maar te laat, zjjn praatzucht vervloekte. De ongewone vriendeljjkheid van Sylvia had hem bedrogen het glimlachen der jonkvrouw, die hem haatte, had zijn sluw heid ten schande gemaakt. Hij begaf zich naar het paleis des keizers, vast besloten, met alle mogelijke middelen zjjn huwelijk met Sylvia te bespoedigen, want het al te spoedig naderen van Constantjjn mocht al zjjn plannen eenB in duigen werpen. (Wordt vervolgd) Wien Neerlandsch bloed in d'adren vloeit, Wien 't hart klopt, fier en vrij, Wie voor zjjn volk van liefde gloeit Yerheff' den zang als wij. Hij roem' met allen, welgezind, Den onverbreekb'ren band, Die hier Oranje en Neerland bindt Vorstin en Vaderland, Bescherm, o God, bewaak den grond, Waarop onze adem gaat De plek, waar onze wieg op stond, Wellicht ons sterfuur slaat. Wjj smeekeu van Uw Vaderhand, Met blijden Kinderzin Behoud het lieve Vaderland En onze Koningin I Ook stijg' voor Haren Prins Gemaal Een bêe ten hemel heen BIjjv' onz' Oranje Koningin Met Prins en volk steeds een. Ja, zelfs in tijden, droef en bang, Weerklink' aan allen kant Bewaar de Koningin en Prins En volk en Vaderland. Zwaagdyk. Ohr. J. VRUCHT. Lourdes. O. L. Vrouw van Lourdes sprak bjj hare derde Verschjjning op 18 Februari 1858 tot Bernadette de woorden Ik wensch hier een grooten toeloop te zien I Zouden wjj in 1908 bij het Gouden Jubelfeest der verschijningen achter hljjven Op, naar Lourdes en aan de Onbevlekte onze kinderlijke hulde gebracht I Het Nederlandsch Comité tot regeling van Bedevaarten roept U op, zich bjj hen aan te sluiten 5—13 Augustue 1908, ter Jubilé- Bedevaart naar Lourdes en de Basiliek van het H. Hart te Parijs. Kosten van reis, hotels, rijtuigen alles inbegrepen Eerste klas spoor met eerste klas hotel f 135.— Tweede 110.— Derde tweede - 80.— Het Oomlté PresidentZeereerw. Heer A. F. Snidgeest, pastoor Egmond aan-Zee, N.-H. Directeur Charles Kieckens, Eere-kamerheer van Z. H., Bredasclieweg 501, Tilburg. Bestuursleden Zeereerw. Heer J. Th. Boo nekamp, pastoor Ooltgensplaats, Overflakkee, G. L. Derksen, Tilburg. Oorrespondenten van het Comité Weleerw. Heer Th. J. Gielen, kapelaan, Amsteldjjk 36, Amsterdam. J. P. Brogtrop, Bergen op Zoom. St. Gregorius-Vereeniging. Tot voorzitter van het Diocesaan Bestuur der St. Gregoriusvereeniging in het Bisdom Haarlem (vacature Mgr. M. J. A. Lans z.g.) is benoemd de zeereerw. heer W. P. H. Jansen, pastoor te Beemster, en tot lid en penningmeester de zeereerw. heer J. J. de Graaf, pastoor te Enkhuizen. Mond- en klauwzeer. De Holl. Mij. van Landbouw heeft Woens dag te Amsterdam in algem. vergadering een motie aangenomen, waarin wordt te kennen gegeven dat de regeeringsmaatregelen tot nu toe tegen de mond- en klauwzeer genomen als ontoereikend moeten beschouwd worden, en waarbij der regeering verzocht wordt, afdoende maatregelen te treffen. Hooi- en stroolnvoer verboden. Uit Londen wordt gemeld, d.d. 25 Febr.t In het Lagerhuis deelde de secretaris van den Landbouw Raad, Strachey mede, dat, met het oog op het onlangs in den omtrek van Edinburg uitgebroken mond- en klauw zeer onder het vee, hetwelk wordt toege schreven aan hesmet hooi, de Raad den invoer van hooi en stroo uit sommige landen ten gebruike voor het vee, zal verbieden. Voor andere doeleinden zal het slechtB onder bepaalde voorwaarden ingevoerd mogen worden. Nederland komt onder de genoemde landen niet voor. Gevaarlijk serum. Men meldt aan De Tel. Door den heer prof. Ritzema Bos is onlangs op een vergadering van verschillende land- houwvereenigingen, aan den Langendijk en omstreken, de aandacht gevestigd op het Rijksserum, ter verdelging van ratten, welke alhier zooveel schade aan de groentenvelden aanrichten, en tot wier bestrijding honderden guldens worden uitgegeven. Er werd daarbij verzekerd, dat het geen gevaar voor besmet ting bij de menschen oplevert. Op een schrifteljjk ingesteld onderzoek, door den burgemeester van Oud-Karspel, den heer Kroon, is evenwel door het Staats toezicht op de volksgezondheid geantwoord, dat het bedoelde middel bacillen bevat, die hij den mensch ziekteverschijnselen kunnen teweeg brengen, die doen denken aan Febris typhoïdea. Alle voorzichtigheid wordt dan ook te dien opzichte aangeraden. ALKMAAR. Parochie van den H. Laurentius. Zondag 's morgens 7 en 81/J uur stille HH. Missen; 10 uur gezongen Hoogmis; 's middags 2 uur Catechismus3 uur Vespers's avonds 6 uur Lof met Predi katie ter opening van de maand Maart, toegewijd aan den H. Jozef. Maandag 's avonds 7 uur Congregatie der H. Maagd. D i n d a g 's morgens 8Vs uur stille Maand stond voor Martinus Njjssen. Woensdag 's morgens 7 en 8V2 uur stille H.H, Missen 10 uur gezongen H. Mis voor de H H. Missen wjjding en uitdee- ling der Asche 's avonds 7 uur Lof ter eere van den H. Jozef. Donderdag 's morgens 7 uur uitstelling van het Allerb. Sacrament en 't Heilig Bloed van Mirakel tot na de gezongen H. Mis van 9 nur, die wordt opgedragen voor de leden van het Broederschap van het Allerh. Sacrament der gedurige aan bidding 's avonds 7 uur Lof met Medi tatie over het Ljjdeu des Heeren. V r ij d a g 's morgens 8 uur gezongen H. Mis voor de leden van het Gen. van het H. Hart van Jesus 's avonds 7 uur Lof ter eere van 't Allerh. Hart van Jesus, Zaterdag 's morgeus 9 uur H. Mis voor de leden van de Broederschap 't Onbevl. Hart van Maria voor de bekeering der zondaren. Parochie van den H. Dominions. Zondag 's morgens 6, 71/, en 9 uur stille H.H. Missen; lO'/j uur Hoogmis;'smidd. 2 en 31/i uur Catechismus 3 uur Ves pers 's avonds 5 uur Congregatie. Maandag 's morgens 7 uur uitvaart voor Johannes van der Molen als lid der H. Familie9 nur gez. uitvaart voor Maria Roskam, geb. de Wit. Dinsdag 's morgenB 9 uur gez. jaargetij voor Theodoras Schoen 's avonds 6 uur gelegenheid om te Biechten7 unr Lof. Woensdag, Aschdag, tevens 5 de der zeven Woensdagen die het feest van denH. Joseph voorafgaan, 's morgens 9 uur gezongen H. Mis na de diensten uitdeeling der Asch- kruisjes 's avonds 7 uur Congregatie. Donderdag 's avonds van 5—6 uur ge legenheid om te biechten. V r jj d a g, le Vrjjdag der maand, bijzonder toegewjjd aan 't H. Hart, 'e morgens 9 uur gez. H. Mis's avonds 7 uur Lof met Kruisweg. Zaterdag 's avonds 7 uur Lof

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 5