1STEDE,
8BZ8 AfleiSO,
W. M. RIJKS,
en.
mmunie.
Schoonmaak.
Woensdag- 22 April 1908.
2"" Jaargang.
H». l£a,tl&. Mieuws- eia /Ldvertentielblaid
w&&w Noord-Bolland.
ENFABRIEK,
iMlenveiling
ZtSTZEIKLS
ends artikelen,
Hdhrfe.
wefaJmpe
's iïmwi
Wedrennen.
FEUILLETON.
k
S. HALMA.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
jakbrij-Kokerij.
J. SCHOUTEN,
JONKER,
Ons Blad»
Jaarvergadering
Schuldig
Buitenland.
vertentiën.
„de Paus van Rome"
'an ouds bekende
A. v. d BURG.
ixtra prijzen.
(ok en Banketbakker.
misch, Technisch en
emisch Onderzoek.
rsche fabriek van
R: 7. d. Woudestraat 7.
Jriqinal-
Driginal- Ce/Z/fe/l- der-
- en Stalpompen.
billende afmetingen tegen
af f 20.bij den ver
ier voor Nederland
>uw-werktuigen.
LKMAAR, Dijk.
lagt Prijscouranten.
5, goedkoopste en meest
adres op gebied van
jggelijk het alom bekende
evelend,
1 -i'
ONS
BLAD.
NGESTRAAT 95.
en beste adres voor
tokens, Springvsoren- en
andore Matrassen.
NTEN, WIEGEN enz.
amer Ameublementen,
ile zuivering van BED-
KENS en MATRASSEN,
spoedig, degelijk en net.
DEKENS wasschen en
:en 40 ct. k contant,
ind,
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan buis Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
'zonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels30 oent.
Elke regel meerfl
Reolames per regel15.
jrünN" (N.-EL), opWoens-
il, v.m. 9 uur, van extra
staande S3 loe m-
De Directeuren:
C. TUIJNMAN.
A. W. BAKHUIS.
tijd verkrijgbaar.
everen van
ïemen van geheele par-
of zonder servies, beveelt
aan
Scheikundige.
t voordeeligst adres voor
levering van Jalou-
omcherinen, Mar-
z.
elend,
ompen van den tegenwoor-
digsn tijd.
- Geen hout. Geen leer.
izenden in gebruik.
van de aandeelhouders der Naamlooze
Vennootschap ONS BLAD, niet op
Donderdag 23 April a n,, maar op Maan-
ls(f 21 M pril 8,des avonds ten
are precies, in het lokaal van den
heer PROOT.
Ponten van behandeling
Jaarverslag en Rekening en Verant-
woording.
Verkiezing van een Bestuurslid wegens
periodieke aftreding. (De heer Mr. Kraak-
[man is herkiesbaar).
Verkiezing van een Commissaris wegens
Iperiodieke aftreding. (De ZeerEerw. Heer
Pastoor Maat stelt zich niet meer her
kiesbaar).
De balans, en de winst- en verlies
rekening en de rekening en verantwoor
ding over het afgeloopen jaar met het
verslag daarover van de Commissarissen,
liggen ter inzage op het kantoor der
Vennootschap (art. 14 der Statuten).
N.B. Degenen, die hun recepissen nog
Iniet hebben ingewisseld tegen aandeelen,
worden verzocht dit alsnog te doen ten
kantore van de „Noorderbank" of van
Firma MULDER QUAX vóór
April, waar zij dan tevens de Sta
fforten kunnen bekomen.
Bestuur der N. V. Ons Blad,
Ir. H. P. M. KRAAKMAN, Pres.
13. KENTER, Secretaris,
li G. LOTZ, Penningmeester.
De koude is nog maar half van de
lucht, of pveral in stations en café's,
aan reclameborden en muurvlakten
noodigen wederom groote plakkaten met
oeste paarden, trainende jockey's en
groote letters de liefhebbers uit om zich
in de wedrennen te verlustigen. En
liefhebbers zijn er steeds! Komen er,
om te genieten van de schoon gevormde
paarden, die in vliegende vaart naast
elkander voortrennen en elkaar voorbij
streven, met hun slanke pooten de
losgetrapte aarde hoog-op werpend
maar nog veel meer worden de courses
bezocht om de gelegenheid, die er bestaat
tot wedden en hierover wenschten wij
wel even te spreken.
Sommigen hebben zich wel eens af
gevraagd: „Is wedden altijd geoorloofd"
niet volgens de staatswetten, anders zou
de politie er wel tusschen komen, maar
Amerikaansche roman uit het Duitsch,
van
OTTO HOEOKER,
Ethel bad zich in den stoel der getuigen
hoog opgericht en mat met vlammenden
blik den aanklager, welke bedremmeld op
de papieren vóór hem neerzag.
'Voor 't oogenblik heb ik verder geen
vragen meer aan de getuige te stellen, na
het verhoor van meerdere getuigen zal ik
haar echter andermaal moeten laten vóór
roepen» zeide hij koel.
'Wat Mr. Whistler betreft, de politie acht
het onnoodig hem nog langer gevangen te
houden, wijl de vermoorde inderdaad aan
vergif is gestorven, dat niet door hem ge
mengd werd, integendeel voor den verdachte
aslf bestemd was.
Die latere doorboring van het reeds ge
storven lichaam met een mes is geen mis
daad in ,jen zjn (jer wet, welke bedoeling
ds dader er ook mede moge gehad hebben.
Hoeveel het er ons ook aan gelegen is, den
ssnvaller in persoon te leeren kennen, en
z'jn beweegredenen na te gaan, heeft volgens
meening de staat toch niet het recht,
erom Mr. Whistler vast te houden. Ik ver
bek den Coroner derhalve de vrijlating des
osschuldigde tegen een zekere borgstelling
te gelasten».
'Daaromtrent zal ik nog een besluit
nemen», de Coroner, en zich tot den
volgens onze Christelijke beginselen?
Wanneer het gaat om „'s Keizers
baard" zooals men 't wal noemt of om
een kleinigheid en louter uit vermaak,
waarom zou het niet mogen? maar
wanneer men, wat bij de wedrennen
meestal het geval is, zijn fortuin geheel
of gedeeltelijk op het spel zet om het
verder met een „wie waagt die wint"
aan het geluk over te laten en er zoo
een geldwinning van zoekt te maken,
dan is dit wedden geheel gelijk aan
dobbelspel en velt het zijn eigen vonnis.
Wanneer men zich dan reeds be
zondigt door het onregelmatig verlangen
naar winst, rijst ook nog de vraag,
hoe de wedders de verplichting van
„hun gezin niet te mogen benadeelen"
kunnen verantwoorden. Want goed
beschouwd moet hij, die aan dezen
hartstocht voedsel geeft, op den duur
groote geldelijke verliezen lijden.
Denk eens: iemand gaat wedden;
hij zal eenig geldelijk voordeel behalen.
Is hij tevreden? Neen, want wij allen
weten bij ondervinding wat Dr. H. J.
A. M. Schaepman zoo juist uitdrukt
„Het verkregene bezit nooit de waarde
van wat men nog krijgen moet*. Hij
wil meer hebben; hij schijnt gelukkig
vandaaghij zal het nog eens wagen
en zet voor een grooter bedrag in...
Hij verliest en zal het verlorene weer
trachten te herwinnen.
Het vonkje is aangeblazen, de harts
tocht vlamt op en dan... wij hebben
voorbeelden bij honderden rondom ons.
Armoede, gebrek in het huisgezin en
twisten, onrechtvaardigheid, wroeging,
wanhoop en zelfmoord, door spel en
weddenschap veroorzaakt, zijn aan de
orde van den dag. „Quidnam mortalia
pectora cogis auri sacra fames!" Virg.
in, 56. Waartoe brengt gij de harten
der menschen, gij vervloekte gelddorst?
Gaat de Staat dan deze handelingen
niet tegen? Er bestaan toch wetten
tegen hazardspelen?
Zeker, zulke wetten zijn er en worden
ook krachtig toegepast, maar de
wedrennen loopen vrij. De heeren be-
stuurderen hebben namelijk een accoord
gesloten, waarbij zeker procent van de
inzetten (de inzetten worden dus nooit
geheel aan de wedders uitbetaald, der
halve moet er altijd verloren worden)
ten goede komt van een door den Staat
ingesteld fonds en onder het wacht
woord, dat er bij het wedden niet alleen
geluk, maar ook veel kennis te pas
komt, kan al wat wedden wil, passeeren.
Maar door allerlei listen en bedrog,
jeugdigen advocaat wendend, voegde hij er
aan toe
'Zoo gy ondertusschen door een derde
eens voor een borg zoudt willen zorgen van
ongeveer tienduizend dollars
'Dat zal niet noodig zijn», antwoordde
Nad, zichtbaar verheugd.
'Mijn te goed bij de Corn Echange Bank
bedraagt nog meer dan die som. Enkele
regeltjes aan den met mij persoonlijk be
vriend zijnden betaalklerk en binnen eenige
uren is bet geld hier».
'Best, schrjjf dan Mr. Whistlereen der
gerechtsdienaren kan uw brief persoonlijk
gaan bezorgen».
Hij wisselde een blik met den hulp
districteadvocaat.
»De eerste getuige is nu John J. Dryden».
Het was een der detectiven die onder
Mr. Keane stonden.
>Ik heb u een mededeeling te doen»,
wendde de Coroner zich tot de jury, toen de
getuige binnengekomen en beëedigd was.
'Hedenmorgen ontving ik, en ook de
districtsadvocaat, een anoniem schrijven,
waarin stond, dat miss Hastings een glazen
fleschje met zilveren sluiting en met bet
opschrift >no. 5 Locusta» op bet etiket, bezat.
In dat fleschje nu zou de voorraad zeld
zaam vergif geweest zijn, waarmede zoowel
bet proeffleschje als de bromzuurflesch in
het kantoor van Whistler vermengd zou
den zijn».
Ethel, die, zonder dat de Coroner er zich
tegen verzet bad, naast baar minnaar was
gaan zitten en een warmen handdruk met
hem gewisseld bad, hief het hoofd op.
>In mijn bezit bracht zij er stame
lend uit.
>Maar ik hoorde nog nooit van zoo'n
door allerlei afspraken en andere oneer
lijkheden, door de onbestendigheid dei-
paarden, wordt alle kennis ijdel. Of zou
men 't kennis noemen, zoo iemand
beweerde, dat men, door bij het dobbel
spel de steenen zus of zoo te leggen,
steeds de meeste oogen werpt, omdat
zulks ééns gebeurd is? 't Zou louter
dwaasheid zijn.
Maar nog een tweede bezwaar is er
tegen de tegenwoordige wedrennen.
Niet tegen de sport al3 zoodanig, want
deze is even aangenaam als boeiend,
maar tegen het houden van deze sport
op Zondag.
Velen verliezen hierdoor niet alleen
den rustdag, maar zij ontheiligen daarbij
ook den dag des Heeren.
Niemand misgunnen we „een goeden
dag" te hebben door wat te kunnen
verdienen, integendeel. Maar wanneer
een „oppasser" of „wachter" of een
ander hierbij betrokken persoon, 's mor
gens na de vroegmis zijn post betrekt,
is de Zondag gevierd en de rustdag
ook; behalve dat hij misschien des
avonds met een daaldertje in zijn zak
nog even een „slokkie* gaat koopen,
om, naar gelang de weersgesteldheid
„wat door te warmen* of „op te fris-
schen". Zoodoende blijft er van den
„goeden dag" niet veel goeds over.
Maar vooral ook de wedders, zij zijn
meestal niet „indachtig den Sabbatdag
te heiligen", zij ontheiligen hem en
brengen den Zondag liever in angstige
spanning door, dan in kalme rast en
in den dienst van God.
Dat alles is verkeerd en onchristelijk
en daarom is het jammer, dat ook in
onze streken de wedrennen werden
binnengehaald.
V TEEKSNEN DES TIJDS,
Wij spreken druk over de ontvolking
van Frankrijk.
Maar zien wij in ons eigen land rond,
dringt zich dan niet de gedachte op:
Wij zelf gaan denzelfden kant uit?
Raadpleegt men de geboortecijfers van
onze 15 grootste steden, over de laatste
25 jaren, dan bekomt men allerdroevigste
resultaten.
Zondert men Tilburg en den Bosch
uit, waar het geboortecijfer klom en
Maastricht, waar het gelijk bleef, dan
moet helaas worden geconstateerd, dat
het cijfer der geboorten in onze grootste
steden geleidelijk afnam.
Wat een gruwelijke misdaden toe
passing van misdadige praktijken
fleschje, laat staan, dat ik het bezat».
De Coroner maakte echter een afwerend
gebaar.
>De getuige aal later gelegenheid hebbeD,
zich ter dezer zake te uiten. Nu is het haar
niet geoorloofd een der getuigen in de rede
te vallen».
Hij wendde zich toen verder tot de ge
zworenen, op wie evenals op alle aanwezi
gen in de zaal, deze mededeeling een diepen
indruk gemaakt had.
'Daarop werd een huiszoeking by de dame
ingesteld... Getuige Dryden 1 U z|jt heden
morgen naar de woning van miss Hastings
geweest
'Jawel. Detective James M. Eustis was
by mij. Het kamermeisje van miss Hastings
deed open en verklaarde ons, dat haar mees
teres voor ongeveer een uur in gezelschap
van een man was weggereden. In het eerst
wilde zy ons niet binnenlaten, zij gaf echter
haar tegenstand op, toen wy haar het bevel
tot een huisonderzoek lieten zien. Zy is ook
zonder eenige moeite hierheen gevolgd. Zij
wacht nu buiten in de zaal der getuigen.
'Goed. En wat vondt gy nu in de woning
'Ons bevel luidde, een nauwkeurig om
schreven kristallen fleschje met zilveren slui
ting en met een wit poeder er in, in beslag
te nemen. Wy behoefden niet lacg te zoe
ken, en vonden in de toiletkamer der lady
onder allerlei flescbjes en doozen op een
aankleedtafel het omschreven fleschje. Op de
voorzijde staat een etiket met »no. 5 Locu
sta» er op en het is ongeveer voor twee
derden gevuld met een witachtig poeder».
Luidlooze stilte was op deze verklaring
in de zaal gevolgd. Ethel stond met doods,
bleek gezicht op, hare trekken wild ver.
trokketj en te vergeef? naar woorden zoekend,
vertegenwoordigen deze statistische cij
fers
Gelukkig zijn de toestanden op het
platteland minder ernstig. Maar als bet
in de steden met de zedelijkheidbegrip
pen achteruitgaat, blijft het platteland
niet lang voor dat bederf bewaard.
Daarom is het zaak voor alle wel-
denkenden, niet te staren op Frankrijk
alleen, maar ook het oog geopend te
houden voor de zedelijke kwalen van
bet eigen vaderland en van de eigen
omgeving.
Doch er moet meer gedaan worden.
De ziekte kennen is niet genoeg.
Waar gevaar voor besmetting dreigt,
dienen voorbehoedsmaatregelen toege
past te worden.
En daartoe is allereerst noodig, dat
bedoelde afschuwelijke praktijken met
haren waren naam worden aangeduid,
overal waar hierover vergoelijkend
wordt gesproken als gold het de meest
eenvoudige zaak der wereld. Er mochten
er zijn, die de zware verantwoordelijk
heid niet beseffen, welke zij op zich
laden.
Dan blijkt nog de groote noodzake
lijkheid, bij onze actie voorop te stellen de
bevordering van het godsdienstig leven.
Allereerst hebben wij noodig men
schen, die roomsch zijn in den goeden zin.
Menschen, die zelf den godsdienst kennen
welken zij heeten te belijden.
Die de volle beteekenis beseffen zoo
wel van Goddelijke als van Kerkelijke
geboden.
Voor wie de naleving dier geboden
de heiligste levensplicht is.
Niet van de meeste doch van alle.
Van het derde der Tien Geboden zoo
goed als van het eerste, van het vijfde
niet minder dan van welk ander gebod
ook.
Frankrijk.
Een teekenend geval
wordt uit Par|js gemeld.
Daar zit gevangen wegens bedrog, bankier
Rochette. Maar hy zit al heel raar gevangen.
Den geheelen dag brengt hij buiten de
gevangenis door, hij werkt, ontvangt be
zoeken, doet allerlei zaken af, maar keert
's avonds naar het huis van bewaring terug.
Hij wordt voortdurend vergezeld door twee
ambtenaren in politiek, maar de verhouding
tot deze heeren is van zoo vriendschappe-
lyken aard, dat zij geregeld als gasten van
Rochette aan diens copieuse maaltijden deel
De coroner liet haar echter niet aan 't woord
komen.
>Ik herhaal, u zult alles, wat u te zeg
gen hebt, later nog tijdig genoeg kunnen
aanbrengen I» vermaande h|j.
'Stoor nu den loop van het onderzoek
niet, of u noodzaakt mij, andere maatregelen
te nemen».
Hy wendde zich weder tot den getuige.
'Wat geschiedde er mat het in beslag
genomen fleschje
>Na onze aankomst hier leverden wij het
kamermeisje in de getuigenzaal af. Vervol
gens begaven w|j ons op bevel van den
dietrictsadvocaat naar de onderzoekkamer er
naast en lieten de chemische samenstelling
door een proef onderzoeken. Daarop gingen
wij weder naar de getuigenzaal terug. Ik
hield het fleschje tot ik opgeroepen werd
bij my... hier is het».
Daarbij overhandigde hij ouder ademlooze
spanning der toehoorenden het kristallen
fleschje aan den Coroner.
De nu opgeroepen detective James M. Eustis
bevestigde op alle punten de uitspraken van
z|jn collega. Toen daarop de gerechtelijke
scheikundige in de zaal werd geroepen, kon
deze eveneens een beslissende verklaring
afleggen. Hij had een analytisch onderzoek
ingesteld, en meende met besliste zekerheid
te kunnen getuigen, dat de inhoud der in
beslag genomen flesch gelijk was aan het
vergif der twee andere flesschen, waarvan
in demaag des vermoorde, duidelijk kenbare
sporen aanwezig waren geweest.
Onder het algemeen zwijgen der vergade
ring werd Ethel wederom als getuige opge
roepen. Te vergeefs trachtte haar verloofde
zich er tegen te verzetten hij moest de half
in onmacht gevallen Ethel naar den stoel
nemen en daarbij het genot van een goede
flesch Bordeaux blijkbaar niet versmaden.
Deze mededeeling klinkt zeer zonderling
en men zou geneigd z|jn aan de waarheid
ervan te twijfelen, wanneer het niet vast
stond, dat twee berichtgevers Rochette ge
durende twee dagen lang voortdurend zijn
gevolgd en al zyn doen en laten zijn nagegaan.
En waarom dit alles?
Omdat... ziet u, een paar Kamerleden...
ziet u, het beter vinden, dat de heer Rochette...
nu ja, meer eten dan praten zal.
Zóó gaat het in het land, waar de grond-
Blagen het van recht zijn verrot.
Engeland.
Onvoldoende rust.
Den 15en October 1.1. 's nachts gebeurde
er te Shrewsbury een spoorwegongeluk. Een
trein met reizigers ontspoorde 18 menschen
kwamen er bij om 't leven (o. a. machinist
en stoker), 31 werden er zwaar, 30 licht
gewond. Ozerste Yorke, inspecteur van spoor
wegen, heeft een verslag uitgebracht van
zijn onderzoek naar de oorzaak van de ramp.
Dit alle getuigenissen en aanwijzingen maakt
het rapport uit, dat de weg in orde was,
dat machinist en stoker niet dronken waren,
dat de trein veel te hard door de bocht
reed, waar hij ontspoorde, en dat de beste
verklaring van 't ongeval is, dat de machi
nist (en stoker) sliep. De machinist had den
heel en vorigen nacht dienst gedaanof h|]
overdag had geslapen hy had er wel tijd.
toe was niet gebleken. Gelijk uit het
getuigenis van verscheiden machinisten en
oud machinisten bleek, komt dat slapen, of
dommelen van den machinist op de loco
motief niet zelden voor. Het rapport komt
tot de slotsom, dat de machinisten niet twee
nachten achter elkaar dienst moesten doen.
Italië.
Een tiveede Paus.
De Duitsche beeldhouwer Limburg werkt
ep het oogenblik in het Vaticaan aan een
buste des H. Vaders. In verband hiermede
heeft zich, naar een Duitsch blad vertelt, de
volgende koddige geschiedenis voorgedaan
Ter vergemakkelijking van zyn arbeid, had
de kunstenaar een kamerdienaar van den
Paus in kleeren van Z. H. gestoken. Als nu
de kamerdienaar een tjjd lang de plaats van
zijn heer ingenomen en'modelgestaan had,
ging plotseling de deur open en Pius X
bleef hoogst verbaasd op den drempel staan
niet voorbereid op de verschijning van een
•tweeden Paus». Beiden staarden elkander
een oogenblik aan en barstten toen in een
onbedaarlijk gelaeh uit, waarmede alle aam
wezigen hartelijk instemden.
Dit kleine trekje bewijst meer dan lange
vertoogen den eenvoudigen vrooljjken aard
des H. Vaders.
begeleiden.
>Dat is te veel zuchtte de kunstenares,
'Men wil myn ondergang. De een of andere
vyand moet die noodlottige flesch myn woning
hebben binnengesmokkeld... ik weet van ver
gif totaal niets afl»
'Zoudt u misschien de detectiven niet
meteen van die laffe daad willen beschuldi
gen vroeg de hulpdistrictsadvocaat onder
goedkeurend gemompel der aanwezigen op
wie de opgewonden woorden van Ethel een
merkbaren ongunstigen indruk hadden ge
maakt.
>U kunt natuurlijk weer niet vermoedeü,
wie u deze poets kan gespeeld hebben ZoU
't op bet laatst niet die fameuze plaatsver
vangster z|jn, die onder uw naam stal, zich
huwde en ook veroordeelen liet
Ethel hield het gelaat in beide handen
verborgen.
»Uw vragen zyn overbodig, mijnheer
zuchtte zij toen.
>Ik heb nooit... zoover ik weet nooit in
mijn leven gif ook slechts gezien, laat staan
in m|jn bezit gehad. Hoe dat fleschje daar
een rilling ging over haar lichaam in
mijn slaapkamer kon verzeild raken, begrjjp
ik niet. Wellicht kan Annie, myn dienst
meisje, hieromtrent uitkomst geven. Meer
weet ik niet te zeggen I
Een wenk van den Coroner gaf haar te
kennen, den getuigenstoel te verlaten.
Toen zij dit wilde doen, begon zy te wan
kelen zij tuimelde en zou gevallen z|jn,
zoo Nad's krachtige arm haar b|] het neder-
zinken niet had opgevangen. Duizend lieve
woordjes haar toefluisterend, vergezelde hij
haar nu naar den zetel die naast z|jn eigen
stoel stond.
(Wordt vervolgd.)
J
i
gsSi