X&. Kath. Nieuws- en ü^vertentieblad
voor Noord-Bolland.
No. 34.
Zaterdag- 25 April 1908.
2"° Jaargang-.
FEUILLETON.
Ons Blad*
Jaarvergadering
Schuldig
Buitenland.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Socialistische tucht.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
50 oents per drie maanden franco aan huis Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels50 cent.
Elke regel meer6
Reclames per regel ....15,
van de aandeelhouders der Naamlooze
Vennootschap ONS BLAD, niet op
Donderdag 23 April a s., maar op maan
dag 27 April «8., desavondsten
8 nre precies, in het lokaal van den
heer PROOT.
Punten van behandeling
Jaarverslag en Rekening en Verant
woording.
Verkiezing van een Bestuurslid wegens
periodieke aftreding. (De heer Mr. Kraak
man is herkiesbaar).
Verkiezing van een Commissaris wegens
periodieke aftreding. (De ZeerEerw. Heer
Pastoor Maat stelt zich niet meer her-
De balans, en de winst- en verlies
rekening en de rekening en verantwoor
ding over het afgeloopen jaar met het
verslag daarover van de Commissarissen,
liggen ter inzage op het kantoor der
Vennootschap (art 14 der Statuten).
N.B. Degenen, die hnn recepissen nog
niet hebben ingewisseld tegen aandeelen,
worden verzocht dit alsnog te doen ten
kantore van de „Noorderbank" of van
de Firma MULDER QUAX vóór
23 April, waar zij dan tevens de Sta
tuten kannen bekomen.
Het Bestuur der N. V. Ons Blad
Mr. H. P. M. KRAAKMAN, Pres.
H. KENTER, Secretaris.
J. G. LOTZ, Penningmeester.
Men moet niet te veeleischend zijn
in het geven van beüamingen. 't Is
tegenwoordig zoo moeilijk. Noemt men
iemand Heer, dan zal hij misschien
kwaad zijn dat men geen WelEdele
Heer zegt. Een ander is er misschien
- weer kwaad om, omdat hij geen Heer
wil zijn, hij is geen „uitzuiger" geen
„kapitalist".
Zoo gaat het ook al veelal met de
namen van burger en „boer*. Burger
en burgerlijk heeft iets verachtends voor
velen en anderen willen geen „boer"
wel „landbouwer" zijn.
Men moet in dit opzicht wat toe
gevend wezen, de menschen hebben
soms zulke vreemde begrippen verbon
den aan deze in-zicb goede namen.
De socialisten noemen elkander gaarne
mannenof „arbeiders11Waarom zou
den we bun die liefhebberij niet ver-
Amerikaansche roman uit het Duitsch,
van
OTTO HOECKER,
30)
Maar wat hy zei, kwam slechts uit den
mondzijn geest was elders. Hij kon 't zich
niet langer verhelen, dat de bemoeiingen
van den advocaat en den rechter er op
gericht waren, Ethel te doen bekennen aan
haar achuld echenen ze blijkbaar niet meer
te twijfelen. Hjj wiet wei, dat hij dezen toe
leg niet verijdelen konhij was weerloos,
zoolang men voortging, Ethel eenvoudig als
getuige te behandelen, terwijl ze in werke
lijkheid reeds lang in 't brandpunt der ver
denking zat. Hijj sidderde voor 't oogenblik,
waarop de altyd epottend lachende aankla
ger alle voorgewende hoffelijkheid zou laten
varen, en de ongelukkige de volle zwaarte
der vreeseiijke verdenking meedoogenloos op
de ichoudere zon drnkken. Ach, dat hü zoo
machteloos was Zijn onwrikbaar geloof in
*iin geliefde hielp niets. Zij was de eerste
&>et, noch zon de laatste zün, die, trots haar
onschuld, door afschuwelüke list in 't onge-
luk gestort werd... Hoe kwam toch dat zeld
zame vergif, waardoor Hnntington gedood
*erd, in Ethels woning Slechts een vreese-
vyand kon dezen lagen aanslag gepleegd
waardoor Ethele lot waarschünlük
ging worden,
'Charles W. Phelps l«
De ronkende stem van den deurwaarder
lieP jnlit «en nienwen gatnige op,
oorloven? Maar 't moet tocb 'n beetje
er op lijken. Zij moeten dan door bunne
gedragingen geen reden geven dat over
'n paar jaar de benaming van „man"
en „arbeider* een scheldnaam wordt.
Als de socialisten de mannen bij uit
nemendheid willen zyn, en de leden
der Sociaal Democr. Arrébeiers-partij
de arbeiders, dan moeten ze het er naar
maken. En dat doen ze niet, althans
niet in hun openbare uitingen in Het
Volkop hun „congressen" enz.
'n Beetje gewoon-menscbelijke, bur
gerlijke beleefdheid zou hun geen kwaad
doen. Maar dat willen zij niet„Burger
lijke beleefdheid! Bah. Als mannen
elkaar iets te zeggen hebben, noemen
ze personen en zaken bij bun naam,
en daarmee uit".
Openhartigheid is een goede eigen
schap, en „de waarheid" zeggen is niet
verkeerd, maar dan moet men toch
niet vergeten dat een man, die open
hartig is, toch fatsoenlijk blijven moet,
dat iemand die de waarheid zegt, 1° de
waarheid zeggen moet en 20 de waar
heid haar fatsoen laten.
Anders denkt men onwillekeurig aan
kwajongens, die wel openhartig zijnen
wel de waarheid zeggen, maar wier
eenige mannelijkheid bestaat in het
gebruiken van grove woorden, desnoods
hier en daar met 'n vloek er door, en
die ieder mensch toch als kwajongens
zonder fatsoen blijft aanzien.
Voor dit uiterste dient deS. D. A.P.
zich ook hier te lande in zijn openbare
uiticgen te wachten.
Zie maar eens naar het Congres den
19 April gehouden te Arnhem. Zeker,
er is wel wat vooruitgang. In het ver
slag lezen wij ten minste niet meer
uitdrukkingen als „misselijk gemier"
zooals Troelstra op het vorig Congres,
„misselijk" (van Kol), „een schandaal*
(Gorter), „schandalig" (Duijs), „gelogen"
(interruptie van v. Waarden), een „stel
letje schreeuwleelijkers* (Duijs) uit
drukkingen die door de resp. personen
op het vorig Congres over sommige
punten der werkzaamheid werden ge
bezigd.
Maar toch, het is weer een ruzie
zoeken en ruzie maken geweest, men
leest weer van gezicht „vaal van kwaad
heid", van een nijdig wegloopen van
de spreektribune af. Maar enfin onder
elkaar zijn ze, en ze moeten zelf weten
hoe ze zich onder elkaar het best te
gedragen en te uiten hebben.
Als jongens onder elkaar op straat
vechten, en echt als jongens zonder
Met grooten tegenzin, maar toch vol «pan
ning, wendde Had 't hoofd om naar zün
vroegeren boekhouder. Nu zou hij tenminste
ontdekken waarom deze zün poBt in den
steek had gelaten. Een booze verdenking
had zich in Nad's ziel vastgezet, een ver
denking, die hü nog niet had durven uit
spreken. Hü nam den binnentredende scherp
op, vast besloten, hem zonder genade in
kruisverhoor te nemen, en hem geen enkele
verklaring te schenken.
Een nietig zwak kereltje kwam binnen,
met baardeloos, iet of wat vaal en afgeleefd
lÜkend gelaat, waarin een paar kleine, bru
tale oogjes listig en vroolük over de vettige
wangen heenblikten of ze zeggen wilden
«Wees maar niet bang Ik ben niet beter
dan jullie allemaal
Eventjes echter keken ze zeer onrustig.
«Ik protesteer tegen mün door niets ge
rechtvaardigde gevangenneming riep hü
reeds, voor de rechter er toe gekomen was,
hem een vraag te stellen.
«Ik stel den Staat verantwoordelük voor
elke schade, voor mü uit deze gevangen
neming voortgevloeid of nog voort te vloeien,
en behoud mü al mijn rechten voor<.
«Yoorloopig hebt u hier te antwoorden
als getuige. Als Amerikaansch burger moest
u weten, dat 't algemeen belang gaat boven
't persoonlyk. Ter zake U bent de boek
houder Charles W. Phelps, 43 jaar oud,
weduwnaar, züt in dienst bij advocaat Nad
Whistler...'
«Was by dezen in betrekking', verbeterde
Phelps zeer luid, «verliet die betrekking
echter, daar ze mü niet langer beviel, en
omdat ik juist een som gelds ontvangen had,
die mü in staat stelde, onafhankelük te leven.
Ik stond juist in beraad, voor landbouwbe-
kieschkeurigheid elkaar fooien met voor
werpen, die men op de straat vindt,
dan mo'et men daar niet tusschen komen.
Maar loopen ze samen, om menschen
die buiten en boven hen staan, te
gooien, dan is men toch altijd geneigd
ze even bij de ooren te nemen en te
zeggen „dat mag niet, vlegel", 't Helpt
wel niet, maar 't kan misschien een
waarschuwing zijn voor anderen.
Daarom kunnen we er ook weinig
van zeggen als Yan Vorst (vroeger
pater Coelestinus) minder aangenaam
bejegend wordt op het Congres. Hij had
moeten weten wat hem te wachten
stond, toen hij naar het socialisme over
liep. Maar als over andere personen,
die buiten en boven hen staan, met
minachting (om maar niet meer te
zeggen) gesproken wordt, dan wil men
daar toch wel eens wat van zeggen.
Nooit zijn de socialisten erg kiesch-
keurig in hun beoordeeling der vorsten.
Denk maar eens aan de benamingen,
die Het Volk (13 Dec. 1907) bezigde bij
de gelegenheid van het bezoek van
Keizer Wilhelm: „Keizerlijke klink
klank", „vorstelijke zetbazen op de
koningstronen". Dit is voorloopig vol
doende.
En nu weer op het Congres van 19
April. Daar wordt den socialistischen
Kamerleden nog weer eens verweten,
dat zij een voetval hadden gedaan voor
het Koningsschap, omdat ze de toe
spraak van den voorzitter over den
moord van Portugal s Koning staande
aanhoorden.
Dat was natuurlijk*1 weleen zwaar
verwijt voor de vertegenwoordigers van
de socialisten. Daarom is Schaper daar
uitdrukkelijk tegen opgekomen. Ze
hadden deze toespraak wel staande aan
gehoord ja; maar ze konden op hun
zetels den voorzitter niet verstaan,
daarom waren zij, zooals gewoonlijk
opgestaan en hadden zich om den zetel
van den voorzitter geschaard. Ze wisten
niet wat hij te vertellen had, anders
hadden ze het niet gedaan.
Of er geapplaudiseerd werd, weten wij
niet. 'tZou waarachtig jammer geweest
zijn als dat niet gebeurde. Een rouwbeklag
bij den moord van een Koning! 'tZou
natuurlijk een schande zijn voor de
S. D. A. P. maar waarschijnlijk ook...
voor de Koninklijke Familie van Por
tugal. Immers in rouwbeklag mag men
ook zijn eischen stellen.
Maar uit deze verklaring blijkt weer
eens 'n keer meer, dat de socialistische
mannen, een mannenhart hebben en
langen naar Cuba te vertrekken en stel den
Staat nogmaals uitdrukkefijk verantwoorde
lijk voor alle schade, verloren winst enz.'
«Goed. Wanneer verliet ge uw betrek
king
«Ik ging lunchen en keerde niet terug'.
«TT sloot de buitendeur niet af
«Neen. Er kon dan immers niemand
binnen
«Hadt ge Mr. Whistler van uw voor
nemen verwittigd
Phelps wierp een vluchtigen blik in' de
richting waar Nad zat, maar keek onmid-
dellyk weer Btrak naar de tafel des rechters.
«Ik was aan geen opzegging gehouden.
De man heeft me eigenlük nog een halve
week salaris te betalen, maar ik schenk hem
dat geld', sprak hü met een grootmoedige
handbeweging.
«Nu, 't was in eik geval uw plicht, 't
kantoor te bewaken, en uw plotseling deser-
teeren is des te opvallender, wijl Mr. Whistler
u, door u te benoemen, voor gebrek gevrij
waard heeft. Wy' zijn echter niet hier, om
de moreele zyde uwer handelwüze te beoor-
deeleu, maar 't is u bekend, dat op 't door
u verlaten kantoor, en nog voor den terug
keer van Mr. Whistler, diens neef vergiftigd
is. Onder zulke omstandigheden lükt uw
plotseling vertrek nog meer opvallend'.
«Toe, hoe lükt 't dan
Phelps oogen keken nog brutaler dan ge
woonlijk. «Zou u niet liever alle duistere
aanduidingen achterwege laten Ik heb
strenge begrippen van eer, Sirhet zou me
zeker niet zwaar vallen, een jury te vinden,
die myu aanklacht wegens eerroof recht zou
laten wedervaren. Dat de neef van dien man
daar<, hü sehokte met de schouders in de
richting, waar Nad zat, zonder daarbj) om
wel op de rechte plaats.
Doch aan deze verklaring moest nog
'n hatelijkheid worden toegevoegd. De
daad van de socialistische Kamerleden
verdient dus volgens Schaper geen
afkeuring.
Maar wat naar zijn meening, wel af
keuring verdient, is, dat een bekend
Marxist, meermalen candidaat voor den
Haagechen gemeenteraad, de Koningin f 25
vroeg en deze ook kreeg, om naar de
Veluwe te kunnen gaan tot herstel zijner
gezondheid. (Teekenen van afkeuring).
Stemmen Noem den naam.
«Namen noem ik nooit, zegt Schaper,
maar wel weet ik, dat zulk een lid vroe
ger de partü zou zün uitgegooid (applaus).
Als men ons dus verwijt een voetval voor
een dooden Koning, dan is dit veel erger,
nl. een voetval voor een levende Koningin
(applaus).
Nadat Van Kol nog eenige opmerkin
gen tot zün verdediging had gemaakt,
antwoordde zekere De Visser nit Den Haag
op het door Schaper gesprokene. Hy deelde
mede, dat hy de persoon was, dien Scha
per op het oog had, die van de Koningin
f 25 ontvangen zou hebben voor de kosten
van zün herstel. Uitvoerig schetste spre
ker zyn zenuwachtigeu toestand van bet
vorige jaar, toen eenige partügenooten,
waaronder ook zün docter, noodzakelük
achtten zijn uitzending naar Soeren. Toen
het tezelfder nre bleek dat het bedrag,
noodig voor de uitzending, niet büeen was,
dwongen eenige partijgenooten hem er toe,
een verzoekschrift aan de Koningin te
teekenen.
Hy verklaarde uitdrukkelük, dat hij in
normale positie dit stuk nooit geteekend
zon hebben, en keurde het ten zeerste af,
dat Schaper deze private zaak op het
congres ter sprake heeft gebracht.
Er ontstond na deze verklaring een
hevig tumult. Verscheidene afgevaardigden
vroegen het woord.
Schaper ontkende, dat de kwestie-De
Visser een persoonlüke zaak zou zün. «Laat
men De Visser in staat stellen, de Koningin
binnen acht dagen het geld terug te zen
den. Het geldt hier een zaak van eer
voor de partij'. (Applaus).
Aldus het verslag van het Centrum.
Die voetval voor een levende KoniDgin
is voor een socialist dan ook om te
brullen van verontwaardiging. Waar
deering voor een liefdedaad van onze
Koningin is er natuurlijk geen grein.
Maar men mag van Haar dan ook wel
vooronderstellen dat Zij, wanneer Zij
aan zulke mannensteun geeft, geen
dankbaarheid verwacht.
te zien «op 't kantoor gestorven is, heb
ik in de kranten gelezenReken maar uit,
't is om 5 uur 's namiddags geweest, terwijl
ik om 12 uur 's namiddags 't kantoor ver
laten heb, om er nooit meer terug te kee-
ren en...«
«Dat klopt niet', wierp de jonge aankla
ger er tusschen. Hü had in een akte ge
bladerd, hief nu het hoofd op, en keek
Phelps scherp aan.
>U bent later nog na één uur, ja zelfs
nog na 2 uur op 't kantoor geweest'.
«Wie is de man, die mü een leugenaar
durft te noemen vroeg de getuige met
een brutaal gezicht. «Laat 't u gezegd zün,
dat zelfs een officier van jnstitie mü niet
ongestraft beleedigen zal. Ik ben een vrye
burger van dit land, ja, dat ben ik I'
«Daarin hebt ge u echter vergist en een
onwaarheid gezegd'.
«Mynheer zijn gryze haarkuif, die
zeer knnstig over den kalen schedel gekamd
was, kreeg 't haast te kwaad. »U gelooft
me niet U beschuldigt my van leugen
Maar de man is nog niet geboren, die mij
ongestraft beleedigen kan I Noem mü een
naam, münheerik zal de jury...'
«All right, Sir«, viel Murray in. «Voor
loopig hebt u meer redenen, pogingen te
doen een andere jury te ontgaan, die hier
in 't gerechtshof zitting pleegt te houden'.
«Mijnheer
«Och wat, Mr. Phelps. U hebt geen reden,
zoo groot te doen. Wü kennen mekaar immers
nog van voor twee jaar Of niet Gister
evenwel heeft deze jury uit 't verslag van
den zwarten Hallknecht vernomen, dat deze
zich dnidelük herinnert, n kort voor of na
twee unr het voor Mr. Whistler bestemde
proefpakket met 't nieuwe brnlspoeder over-
Het doet wel eigenaardig aan, dat
het vragen van die f 25 onderstand door
een particulier socialist aan de Koningin
niet meer als privaatzaak maar als
partij zaak wordt behandeld, en dat men
er zelfs over spreekt om die f 25 terug
te geven ^spreken" alleen, want terug
geven zal man wel niet, 't is ook maar
om het woord te doen) als over een
zaak van eer voor de partij.
't Verwondert ons nog, dat ze de
huwelijksaffaire van mr. Troelstra (die
'n andere vrouw nam, ongeveer 'n maand
na de scheiding van zijn eerste vrouw)
nog langer als privaatzaak beschouwen
en nog niet als partijzaak bespreken.
Daar zou werkelijk wel iets voor de
eer van de party te doen zijn geweest.
Mr. Mendels klaagt er over dat er
te strenge tucht heerscht in de socia
listische partij, hij vergeve het ons als
we, na zulke uitlatingen, het niet met
hem eens zijn.
H. M. v. d. B., Pr.
België.
Een Matigheidscongres.
Te Brugge werd den 20 April j.l. met
een groote vergadering een congres van
matigheidsgenootschappen geopend in de
lokalen van het Gilde der Ambachten. Er
waren meer dan 2000 toehoordersop de
eerste rangen zaten de bisschop van Brugge,
de gouverneur, de burgemeester, talryke
geestelyken en veel onderwijzers.
D. van Steenkiste, voorzitter van den
West-Vlaamschen bond der matigheidskringen,
hield de openingsrede.
Hü gaf een overzicht van de West-Vlaam-
sche bewegiDg der matigheid, en verklaarde,
dat de bond thans 224 aangeslotene kringen
telt.
Frankrijk.
Gewelddadige uitzetting.
De pastoor van Dieue (dep. Meuse) is
met geweld van wapenen nit zün pastorie
verdreven geworden. De gemeenteraad had
hem tot viermaal toe kosteloos het gebrnlk
van de pastorie toegestaan, doch evemoo-
vele malen bad de prefect dit beslnit ver
nietigd.
Tenslotte was men het eens geworden
voor een huur vau zestig francs. De onder
prefect vond deze huur te weinig, waarop
de gemeenteraad nogmaals besloot de pastorie
kosteloos in bruikleen af te staan. Nu werd
den pastoor door een commissaris aangezegd
de woning te verlaten, en toen hij geen
gevolg gaf aan dezen eisch, ging men er
handigd te hebben. Hü weet 't nog zeer
goed, U niet
«Wie kan ook alle bagatellen onthouden 1
't Ie onmogelijk welnu, dan ging ik eerst
tegen twee uur van 't kantoor. Dat is alles.
Heeft u me soms nog wat te vragen
Hy maakte zich gereed den getnigestoel
te verlaten.
«Zitten blüvenl' riep de aanklager scher
per. «Wat hebt u met het pakket gedaan
«Ik heb 't op de echryftafel gelegd van
Mr. Whistler in zün privaatkantoor
«En dit wae altyd gesloten I Heeft Mr,
Whistler by zün weggaan u dan niet nadrukke
lijk bevolen, 't goed te sluiten, daar hü «elf
zün sleutelbos vergeten had Hebt u daarna
dan weer gesloten
«Ik weet er niets meer van«, luidde weer
't hooghartige antwoord. «Ik heb echter
geen reden, Mr. Whistler van lengens te
verdenken'.
«Zulke praatjes kunt ge gevoegly'k sparen.
In den regel kunnen menschen, die iets te
verbergen hebben, zich niets meer herinneren
van wat zelfs pas voor kort is voorgevallen.
U moet toch zeker nog weten, of de denr
van het privaatkantoor open of dicht was,
toen u 't pakje daar neerlei'.
Phelps streek zich als verstrooid door
de haren.
«Ik geloof, dat ik 't nn weetja, de deur
was door mij gesloten, en ik heb ze open
gemaakt met den sleutel, die altüd in mün
lessenaar lag. Of ik ze weer gesloten heb 1
Dat weet ik niet meer, maar ik geloof
van niet'.
(Wordt vervolgd,)