Ons Blad BIJVOEGSEL FEUILLETON, Schuldig RAADSVERGADERING. TU van Woensdag 29 April 1908. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente, op beden, 29 April, des nam. 2 nur. Afwezig de heerenWanna, Melchers, jnr. Dorbeck en de Wit; de laatste drie met kennisgeving. De Voorzitter opent de vergadering waarna de notulen onveranderd worden vastgesteld. Achtereenvolgens komen in behandeling Mededeelingen a. een schrijven dd. 15 April 11. van Ged. Staten, ten geleide van het goedge keurde suppletoir kohier der straatbelasting, dienst 1907. Voor kennisgeving aangenomen. I. alsvoren, ten geleide van het goedge keurde raadsbesluit van 8 April 11. tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening, groot f215.000. Alsvoren. c. alsvoren, het Proces-verbaal van kas- verificatie op 17 April 11. Alsvoren. d. alsvoren, een adres dd. 7 April 11. van den heer W. Zaadnoordijk, houdende het verzoek hem vergunning te verleenen tot het maken van een uilgang in zijn per ceel Houtlil, wijk B No. 4 op de Kaasmarkt. Wordt gesteld in handen van B. en W. e. alsvoren, een schrijven dd. t4 April van den heer W. Zaadnoordijk, houdende 'nét verzoek om voor de verbouwing van zijn perceel Houttil, wijk B No. 4, onthef ing te verleenen- van het bepaalde bij art. 35 der Bouw- en Woning verordening. Alsvoren. alsvoren, een adres dd. 17 April 11. van L. Top c.s., zich noemende belangheb benden bij een vlug verkeer per tram tusschen Bergen en het Spoorwegstation, houdende het verzoek om het eindpunt van de genoemde tram niet te verplaatsen naar de Korte-Nieuwesloot. Alsvoren. g. alsvoren, een schrijven dd. 4 Apnl lL°van den Directeur der gemeentewerken, betreffende het nemen van een proef met anti-lood. Aangenomen voor kennisgeving. h. alsvoren, een schrijven dd. 22 April II. van Ged. Staten, houdende bericht, dat het raadsbesluit van 8 April 11. tot wijziging van het Reglement van Orde voor de ver gadering van den Raad, door hun college voor kennisgeving is aangenomen. Idem. i. alsvoren, een schrijven dd. 22 April 11. van Ged. Staten, houdende bericht, dat het raadsbesluit van 8 April 11. tot het toekennen van een nader subsidie ten be hoeve van het Stads-ziekenhuis door hun college voor kennisgeving is aangenomen. Idem. alsvoren, een adres van de R. C. Middenstandsvereeniging „De Hanze", de Alkmaarsche Winkeliersvereeniging en de Horlogemakersvereeniging te Alkmaar, hou dende het verzoek om het marktgeld voor de Zaterdagsche markt te willen verhoogen. Dit adres luidt in zijn geheel als volgt Aan den Raad der Gemeente Alkmaar. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, als Bestuursle den houdende in opdracht v. d. Alkmaar sche Winkeliersvereeniging der R. C. Middenstandsvereeniging „De Hanze" en de Horlogemakersvereeniging, allen te Alkmaar, dat zij, gelet op de tijdsomstan digheden eenerzijds, en met het oog op de in strijd met haar oorspronkelijk karakter van „rommelmarkt" steeds meer tot ver koopplaats van courante artikelen zich uitbreidende Zaterdagsche markt op het Hof, anderzijds, de vrijheid meenen te mogen nemen aan Uw Edelachtb. College te verzoeken, het marktgeld voor het stand innemep op genoemde plaats, waar het betreft vreemde kooplieden, handelende in andere koopwaar dan konijnen en pluimvee, naar meer billijk tarief te willen verhoogen, mocht het zijn tot f r.per M5. met een minimum van fi.50 per week; dat zij hun verzoek daartoe baseeren op de volgende overwegingen waar het een feit is van algemeene be kendheid, dat door verschillende omstan digheden van den middenstand dezer dagen meer dan ooit tevoren een bijna boven matige krachtsinspanning wordt vereischt, om te voldoen aan zijn verplichtingen èn jegens clientèle èn jegens leveranciers, mag evenmin uit het oog verloren worden, dat vooral in de laatste jaren die inspanning als het ware verzwaard wordt door het telkens stijgen van noodzakelijke echter niet meerdere winst opleverende exploitatie uitgaven, waarbij het steeds hooger worden van bijdragen in rijks- en gemeente-belas- tingen niet nalaat weerstand te bieden aan dien druk nog moeilijker te maken. Elke verlichting ten dien opzichte, hoe gering ook, te verkrijgen, de middenstand is het aan zich zelf verplicht daar naar te streven. Indien dan de Alkmaarsche ge organiseerde middenstand eendeels zich ziet toebedeeld met "de verplichting een groot deel der lasten op zich te nemen, daar meent hij anderdeels te mogen ver zoeken aan Üw Ed.Achtb. College ook een billijk gedeelte dier lasten te willen over brengen op de schouders van hen, die wel de lusten en voordeelen hier des Zaterdags op het Hof komen genieten, doch niet noemenswaard mede bijdragen aan het geen de gemeentekas jaarlijks ons aan offers gebied af te dragen. Te meer meenen ondergeteekenden, dat hun verzoek op billijke gronden berust, daar, op tijden des jaars en urén des daags, waarop het groote deel van Alkmaars mid denstand het beste in de gelegenheid kan zijn hun bedrijf winstgevend uit te oefenen (des Zaterdagsochtends), de concurrentie van buiten zich al meer en meer ontwik kelt tot schade van de ingezetenen, zonder dat daardoor eenig beduidend bedrag in de gemeentekas vloeit. Alzoo aanschouwt men hier toename van uitgaven en stijging van belastingen, daarenboven afname van plattelandsche clientèle, ook verscherpte concurrentie, welke laatste door het luttele geheven 'marktgeld krachtdadig bevorderd wordt en door den middenstand uit zich zelf niet is te keeren. Daarom verzoekt di Alkmaarsche nering doende middenstand Uw Edelacht. College beleefd zijn hierboven uitgesproken wensch in ernstige overweging te willen nemen, opdat bij gunstig onthaal daarvan een einde moge worden gemaakt aan een onwille keurige en zeer zeker niet bedoelde be voorrechting van vreemdelingen boven ingezetenen van Alkmaar. 't Welk doende enz. Namens Alkmaarsche Winkeliers vereeniging A. FORTUIN, Voorz. JOH. WYDEMAN, Secr. Namens R. C. Middenstands-ver- eeniging „De Hanze" J. H. JACOBSE, Voorz. J. M. ENDEL, Secr. Namens de Horlogemakers-ver- eeniging T. v. d. KLEI, Voorzitter. C. KAINDL, Secr. De heer Uitenbosch meent, dat B. en W. beter over de zaak zullen kunnen oordeelen, indien zij weten, hoe dit adres is tot stand gekomen. Spr. deelt daarop mede, dat er bij de vereenigingen zelf weinig belang stelling was toen het werd opgesteld, en dat het zelfs niet met algemeene stemmen werd aangenomen. De heer Fortuin vindt de inleiding van den heer Uitenbosch zeer vreemd. De aan loop van den vorigen spr. is niet alleen niet coulant, maar zelfs verdachtmakend. Alle leden zijn gevraagd en juist zij die niet zijn gekomen, waren degenen die vertrou wen stellen in hunne besturen, integenstel- ling met de partij van den heer Uitenbosch. Verder vraagt spr. voorlezing van het De Voorzitter zegt, dat het niet de be doeling van hem is, om dit adres te ver donkeremanen of het minder te waardeeren. Spr. wil het gaarne aan de pers afstaan, dan kunnen allen het hedenavond nog lezen. De heer Fortuin stelt er prijs, op, dat het in den Raad wordt voorgelezen, en wel juist omdat de heer Uitenbosch.de zaak nu heeft verdacht gemaakt. De heer Uitenbosch heeft niets verdacht willen maken, maar alléén willen zeggen, dat de belangstelling bij de middenstanders zoo groot niet is. De heer v. d. Bosch zal niet op deze kwestie ingaan, maar vraagt meer toezicht op hetgeen de personen dikwijls zeggen tot aanprijzing hunner waar. Dikwijls worden daar uitdrukkingen gebezigd, die kwetsend zijn voor het publiek, en spr. hoopt, dat met zijne opmerking rekening worde ge houden. Punt 2. Voorloopige vaststelling van het Plan van uitbreiding der gemeente. Wordt van de agenda afgevoerd. Punt 3. Voorstel van B. en W. om aan den heer P. Bijl, als beschikking op zijn adres met betrekking tot zijne aanvrage om twee woningen te mogen bouwen aan den Bergerweg, te berichten, dat er geen grond bestaat om de bezwaren van den adressant in nadere overweging te nemen en dat door eene inwilliging van het verzoek om twee woningen te mogen bouwen aan den Ber gerweg, op een terrein ten kadaster bekend Gemeente Alkmaar in Sectie C No. 14, strijd zou ontstaan met art. 29 der Bouw en Woningverordening. De heer Vonk vindt het beroep van B. en W. op art. 29 wel wat vreemd. De heer v. d. Peen de Lille zegt, dat adressant in een eigenaardige positie is gekomen. Door toepassing van art. 29 al. 3 zou het terrein als bouwterrein waardeloos worden en dat vindt spr. wel wat hard. De Voormttcr erkent dit laatste, doch meent, dat er geen uitkomen aan is. Met tal van anderen is dit evenzeer het geval. De heer Uitenbosch gaat niet mede met het voorstel van* B en W. De heer Van Leeuwen heeft indertijd zeer gevaarlijk gebouwd; hij heeft gebouwd achter een ander zijn terreinen spr. meent, dat de heer van Leeuwen thans geen beroep te doen heeft op den Raad. De Voorzitter merkt op, dat de perceelen van Van Leeuwen in dezelfde lijn staan als de andere zich daar bevindende ge bouwen. De heer Uitenbosch meent, dat er dan vroeger een gebrek aan toezicht "bij de bouwpolitie geweest is. De heer Vonk hechtevenmin eenige waarde aan het adres Van Leeuwen en nu spr. het kaartje nog eens gezien heeft, merkt spr. op, dat het geen belendende perceelen in den zin van art. 29 zijn. De heer v. d. Feen zegt, dat de rooilijn van de gebouwen van Van Leeuwen niet dezelfde is als die der andere gebouwen. De heer Boelmans ter Spill merkt eerst op, dat het adres niet van invloed is ge weest op het advies van B. en W. Verder acht spr. dat geen vergunning moet ver leend worden, daar het indruischt tegen alle nieuwere opvattingen van den tegen- woordigen tijd. De toegang van Bergen naar Alkmaar moet daar zoo breed mogelijk blijven, en wordt het verzoek toegestaan, dan is verbreeding daar ter plaatse, geheel onmogelijk. De heer Uitenbosch meent, dat geen redenen mogen gelden om dit terrein met tertijd voor een prijsje te kunnen krijgen. Dat dan de gemeente royaal zij en daar al die terreinen koope. De heer Zaadnoordijk sluit zich bij de opmerking van den heer Uitenbosch aan. De heer Meienbrink zegt, dat de ge meente toch het. recht heeft om aan te wijzen hoe de eigenaar daar heeft te bou wen en daarom ziet spr. er geen bezwaar in, om adressants adres in te willigen. De heer Boelmans ter Spill ziet geen onbillijkheid in de weigeringmen heeft zich eenvoudig te houden aan de verorde ning. De heer van Buijsen gaat mede met het voorstel van B. en W. en meent dat er van art. 29 geen andere uitleg is te geven. Hierop wordt het voorstel van B. enW. in stemming gebracht en verworpen met 7 tegen 6 stemmen. Vóór stemden de heeren: Boelmans ter Spill, van Buijsen, de Lange, Luiting, Me ienbrink en v. d. Bosch. Punt 4. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van eene verordening tot het vestigen van bouwverbod Deze verordening luidt Het is verboden gebouwen te bouwen of te herbouwen op de gronden tusschen de Kennemersingelgracht, de Hoevervaart, den Westerweg en de Lindenlaan, bedoeld in 's raadsbesluit van 3 September 1907, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij besluit van 18 September d.a.v. No. 126, voor zooveel deze gronden voor den aanleg van een straat, een gracht of een plein bestemd zijn en op de bij voornoemd raadsbesluit be- hoorende teekening nader zijn aangewezen. Overtreding van dit verbod wordt gestraft met geldboete van ten hoogste i 300.ot hechtenis van ten hoogste twee maanden. Conform voorstel B. en W. wordt be sloten. Punt 5. Voorstel van B. en W. tot benoeming van een onderwijzer aan de 4e gemeenteschool. De voordracht luidt 1. J. Ott, onderwijzer aan de 2e ge meenteschool te Alkmaar 2. D. van den Berg, onderwijzer aan de ze gemeenteschool te Alkmaar3. J. Miedema, onderwijzer te Zuid-Scharwoude. rukte hem het leven. In die oogen- tolikken voelt de mensch zich alléén, enzaam en verlaten en hij vindt geen roost bij de menschen. Droevige toestand, beklagenswaardig e mensch, die aldus door het leven oet gaan! Maar hoe veel meer nog te beklagen is hij, die, geen troost vin dend bij de menschen, dezen ook niet te zoeken weet bij God, Die gezegd eeft, dat tot Hem moeten komen allen ie belast zijn en BeladenDe man, die gelooft, mag gebukt gaan onder wee, üij weet toch immer, waar hij zijn troost kan zoeken en ook yinden, om met sterkte de lasten des levens te Kragen. De ongeloovige echter kent dien [troost niet en voor hem is het leven [dan ook niet zelden een hel op aarde. In zulk een allerdroevigsten toestand moet zich op het oogenblik wel de heer IVan Vorst bevinden, de man, die het [priesterkleed wegwierp en de monnikspij [uittrok, om zich te scharen in de rijen Amorikaaiische roman uit het Duitscb, van OTTO HOECKER, rik ben met den getuige nog niet klaars Izei Murray, die zijn vermoeden» ried. Hij had een velletje postpapier in de hand ge nomen en toonde dit den getuige. •Hier, dit schrijven kwam heden bij den dletridsadvocaat aan de Coroner heeft een gelijkluidende mededeeling ontvangen. Ia u misschien de brief en de schrijver bekend?» 'Mjj vroeg Phelps vol angst, nadat hij nauwelijks een vluchtigen blik op bet papier geworpen had. 'Wat denkt u van mij Houdt u mij voor een leugenaar Ik weet niets van dezen brief l« 'Goed, ik heb u nu voorloopig geen vragen ®eer te stellen», beaamde de aanklager. Hij wendde zich vragend tot Nad. Deze had echter zijn koelbloedigheid terug kregen. 'Ik vermoed, dat u Mr. Waldon zoudt vblen hooren De andere knikte bevestigend. 'Dan wil ik eerst de antwoorden van dezen meuwen getuige afwachten, voor ik mijn 'ragen stei«. Toen aanstonds daarop Ralp Waldon in 6 W>1 geroepen werd, wendde Nad hem en mg toe en lette opzettelijk niet op zijn groet. Hy ging zelfs naar zijn plaats bij hal terug, 0m toah maar geen enkele ge- H. Priesterschap, ontvangen had, was in hem toch blijven leven een zekere behoefte aan eene Voorzienigheid, aan een God, van Wien alles afhangt. En meer naïef dan wetenschappelijk, waagde hij thans eene poging, om den gods dienst vereenigbaar te maken met zijn nieuw ideaal, het socialisme! Helaas ijdele poging; gelijk zoovelen deze proef mislukte, omdat Geloof en ongeloof eenvoudig niet met elkaar te vereenigen zijn, mislukte het ook aan dézen ongelukkige en daarmede was zijn laatste ideaal vervlogen Wat echter deze ontgoocheling des te bitterder maakt en hem des te dieper in de ziel heeft moeten schrijnen, indien tenminste niet Mie gevoel bij dezen man in bruut cynisme is gestold, zal niet zijn, dat hij van katholieke zijde op het ijdele der poging werd gewezen, want juist immers tegenover de Katho lieken wilde hij de houdbaarheid van Godsdienst en socialisme aantoonen, meenschap met zijn vroegeren vriend te moeten hebben. Ralph zag er ongunstig uit en reeds de eerste vragen, welke de Coroner en de aan klager om beurten hem stelden, versterkten dezen indruk. Hy was zeer verwonderd, toen men hem de noodlottige flacon voorhield. 'Natuuriyk ken ik dese flesch. Zij is van my. Ik begrijp niet, boa 2e hier komt» zyn blik viel op Crout rik sprak hem nog voor enkele uren van deze flesch, wilde ze zelfs aan hem laten zien, doch had voor de zooveelste maal myn sleutels weer eens verlegd, Dat weet u toch •Maar hoc is dat mogeiyk viel Murray hem in de rede. •Getuige Phelps beweert, dat hij deze zelfde flesch reeds vóór twee maanden namens u aan miss Hastings gebracht heeft». Bevreemding sprak uit Phelps trekken. Eerst keek hij Phelps vragend aandan, toen deze hem strak aanstaarde en vertrouw- vol knikte, zagen zyn oogen verder rond en bleven op Ethel rusten. Hoogrood kleurden zyn tot dusverre bleeke wangen, toen de kunstenares zich vol verachting van hem afwendde. Een onheilspellende uitdrukking kwam over zijn trekken. >Gy doet onrecht my te tergen, want ik denk, dat het in myn macht is, u onaan genaamheden te bereiden», bracht hy tus schen zyn tanden uit. 'Doch ik versmaad zulke wraak...» Hy wendde zich tot den naast den stoel staanden Phelps »Gy moet u vergissen. Ik herinner my zeer zeker, n voor verscheidene weken een preparaat voor miss Hastings te hebben medegegeven... Jawel miee Hastings», her- alzoo aan den ongelukkig verdwaalde de laatste illusie, die hem restte, gelijk eertijds Het Volk de laatste illusie ont nam aan Dr. van den Brink, toen deze ijdel meende, dat Z. H. de Paus nog eens zegenend de handen zou uitstrek ken over de sociaal democratie. Alléén staat hij dus de afvallige en niemand die hem troosten wilD&t werd de straf voor den wederspannige van geest, het droevige lot van den hoovaardige. Welk een ernstige waarschuwing voor ons, om steeds trouw te blijven aan onze Moeder de H. Kerk, en ons nederig te onderwerpen aan hetgeen de Kerkelijke Overheid ons door hare bis schoppen en priesters oplegt. Bittere ontgoochelingen zullen ons dan bespaard blijven, wij zullen niet zijn als het eenzame kind op den langen weg, want moge 's levens leed ons dan al bestor men, ja zouden onze verwachtingen en idealen één voor één worden verijdeld, haalde hy met verheffing van stem, toen de kunstenares heftig met het hoofd schudde, •herinner u maar eens. D vereerdet my toen nog niet met uw vyandschap. IJ zoudt de Brttnhilde zingen - en toen dacht u by wyze van samenspraak, dat het Walkurendom ook uiterlijk aan het publiek zou kenbaar te maken zijn door een byionderen glans, die van uw gelaat uitging...» Zacht boog zich Nad naar zyn ver loofde over. >Ik geloof dat ik het my herinner», zei hy halfluid. »Wy zaten in de restauratie van het hotel Gerard met Mr. Waldon. Ik was het zelfs, die hem schertsend vroeg, of zyn bekwaam heid als wereld chemicus daar niet een mid deltje op kon verzinnen...» •Juist zoo, dat was ik heelemaal reeds weer vergeten. Nu herinner ik my ook, dat uw boekhouder my namens Mr. Waldon werkelijk eens zulk een preparaat bracht. Maar ik wilde er niets van weten en wierp de flesch weg». Zy had zacht geeproken, doch men had hare woorden toch verstaan. >Hm, dat komt echter niet overeen met uwe opgaaf, Mr. Phelpswendde de aan klager zich tot den vorigen getuige. Deze werd vurig. 'Maar als 't u blieft, myne heeren 1 Ik weet zeer goed wat ik zeg I Hy wendde zich met levendige gebaren tot Ralph. >U hebt wellicht zulk een middel willen sturen, maar n misschien by de keuze der flesschen vergist I Ik stond er by, toen u de flacon Inpakteik weet zeker, dat er 'num mer 5, Locust»» opstond, Waldon daeht na, In Elberfeld is door een vergadering, be staande uit de meest verschillende elementen in een krachtige resolutie geprotesteerd tegen den Eiber f elder Stadsschouwburg, waar stuk ken worden opgevoerd, die met al wat kuisch en heilig is spotten. In de resolutie wordt geprotesteerd tegen zulke stukken in de eerste plaats, omdat zedelykheid en kuischheid er op de grofste wijze door worden gewond en ten tweede wordt zeer juist tegenover hen, die aan dit motief geen waarde willen toekennen, betoogd, dat geesten, die door dergelijke grove zinne lykheid worden afgestompt en bezoedeld, on- mogeiyk smaak en vreugde kunnen vinden in de ware, verheffende en veredelende kunst. In het protest worden sommige stukken met name genoemd. Daaronder treffen wy er ook één, dat onlange in verschillende plaatsen van ons land werd opgevoerd en helaas een 'uitbundig succes» had. Ten slotte wordt het gemeentebestuur drin gend verzocht, de opvoering van al dergeiyke werken te verbieden. 'Wanneer Mr. Phelps zóó zeker van zyn zaak is, zal het wel zoo zyn. Ik kan anderB moeilyk aannemen, dat ik me aan zulk een lichtzinnigheid zou hebben schuldig ge maakt... Zoo ik me niet vergis, schreef ik op het etiket: Locusta's vuurbetoovering... »Ik meen byna», voegde hy er nu stel liger aan toe, 'dat ik me toch niet ver gissen kan». Vragend gleed zyn blik naar de kunste nares, en wederom kleurde een donker rood zyn trekken, toen hy hare minachtende hou ding waarnam. »Ik weet het niet», antwoordde Ethel nu op een vraag van den Coroner. 'Vermoedelyk heb ik de flesch niet eens uitgepakt, maar haar gelijk ze my gebracht werd, weggeworpen». 'Aangenomen dat er hier een verwisse ling in 't spel is, Mr. Waldon hadt u die in al die weken later niet moeten ont dekken Dit gaf de gevraagde toe. En hij voegde er by, dat hij zich met den inhoud der ver- giftkast, welke hy uit liefhebberij verzamelde en die een waarde van duizenden dollars vertegenwoordigde, gewoonlyk iederen dag bezighield. 'Natuuriyk vergist gy u, Mr. Phelps voegde hy nu, warmer wordend er aan toe. >De etiketten hebt u nauweiyks vier weken geleden voor my geschreven... Jawel», be vestigde hy, toen de andere met een gemaakt lachje ontkende. «Dat kan ik overigens aanstonds zien, in geldzaken ben ik zeer stipt». Hy haalde zyn zakboek te voorschyn, bladerde daarin en wees toen den Coroner •en post Mn. 'Overtuig u s, v, pi., gisteren wm het uo uinfloa a. De eerste uitbarsting der Etna, waarvan de geschiedenis gewag maakt, had plaats in het jaar 476 vóór Christus. De heiligschennis te Rome. De rechtbank te Weenen heeft eene straf vordering ingesteld tegen prof. dr. Feilbogen, wegens smaad van den katholieken godsdienst, en eenige prelaten van het pauselijk hof, die by de heiligschennis in de Sixtyneche kapel tegenwoordig waren, verzocht om getuigenl* te komen afleggen. Ook de zoon van graaf Goluchowski, oud minister van Buitenlandsche Zaken, die op Paaschmorgen ook communiceerde, heeft ver klaard, zelf te hebben gezien, dat een der twee Joodsche dames de H, Species uit haren mond verwijderde en op den grond wierp, 't Is ongehoordDe H. Vader moet erover geweend hebben. Amerika. Moord op een priester. Uit St. Paulo in Brazilië komt geiyk wij Woensdag reeds in het kort gemeld heb ben 't bericht over een afschuwelyke juist vier weken geleden, daar staan tien dollars aan Phelps voor giftkastetiketten ge noteerd. Ik herinner my nu ook zeer juist, dat ik de kast eerst voor enkele dagen aan een vriend heb laten zien. Dan had ik ook aanstonds moeten bemerken dat er een kolf ontbrak, en zeker nummer vyf, dat als de grootste zeldzaamheid te beschouwen is. Als ik zoo juist de flacon niet vóór me gezien had, zou ik zelfs aan een dwaling gelooven. Ik zou er op gezworen hebben, dat zy vandaag nog in de kast was... Hoe dwaas, Mr. Crout, dat ik van te voren den sleutel verlegd had, anders hadden wy ons aanstonds kunnen overtuigen».- »Nu, dat is niet erg», meende Murray droogjes. Sergeant Keane was reeds eenigen tyd in de zaal verschenen en had zich op fluiste renden toon met den openbaren aanklager onderhouden. Op een handgebaar van den laatste verschenen nu in de zaal twee stevige politieagenten, die een meubelstuk mede sleepten en op de tafel van den Coroner plaatsen. Tot zyn groote bevreemding moest Ralph in het nieuwe bewijsstuk zyn eigent muurkast herkennen. Op al zyn proteBteeren trok de districts- advocaat minachtend met de schouders. »Gy kunt u beklagen, als deze beschik king u niet gelegen komt», zeide hy droogjes en sneed de toornige onderbreking van Waldon af met het hevel, dat de getuige de kast zou openen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 5