II. ISath. Nieuwis- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
o. 30.
Zaterdag1 2 Mei 1908.
2"® Jaargang1.
Alléén
FEUILLETON,
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Ons Blad*
Schuldig
Buitenland.
Attent m 1
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Wonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËNs
Van 16 regels80 oent.
Elke regel meer6
Reclames per regel....15,
In de Maandag 1.1. gehouden verga-
ering van aandeelhouders der Naam-
oze Vennootschap „ONS BLAD" werd
e Rekening en Verantwoording goed-
ekeurd. Besloten werd geen dividend
!t te keeren.
Tot Bestuurslid werd herkozen de
eer Mr. H. P. M. Kraakman en tot
ommissaris werd gekozen de Zeer-
-rwaarde Heer J. A. F. Heijs, Pastoor
er parochie van den H. Dominicus te
lkmaar.
Het Bestuur van „Ons Blad'1.
Onze agent alhier, de heer Jb. BAART,
verhuisd van Verdronkenoord 81
aar Oudegracht 278.
De Administratie.
In het leven van iederen mensch
omen soms oogenblikken voor, dat hij,
oewel meelevend het volle leven van
en dag en staande midden in de
rdsche beslommeringen, zich toch
ëvoelt als een eenzaam kind op den
ngen weg, hulpeloos en bang en geen
itkomst wetend. Dan „ging een lieve
'usie van hem dood", zooals een onzer
oderne dichters het gezongen heeft,
f hij zag zijn idealen in rook weg-
len en als een wicht van wee
rukte hem het leven. In die oogen-
likken voelt de mensch zich alléén,
enzaam en verlaten en hij vindt geen
roost bij de menschen.
Droevige toestand, beklagenswaardig
e mensch, die aldus door het leven
"oet gaanMaar hoe veel meer nog
beklagen is hij, die, geen troost vin
end bij de menschen, dezen ook niet
zoeken weet bij God, Die gezegd
eeft, dat tot Hem moeten komen allen
ie belast zijn en BeladenDe man,
'e gelooft, mag gebukt gaan onder wee,
ij weet toch immer, waar hij zijn
roost kan zoeken en ook vinden, om
et sterkte de lasten des levens te
dragen. De ongeloovige echter kent dien
troost niet en voor hem is het leven
ook niet zelden een hel op aarde.
In zulk een allerdroevigsten toestand
oet zich op het oogenblik wel de heer
Van Vorst bevinden, de man, die het
priesterkleed wegwierp en de monnikspij
uittrok, om zich te scharen in de rijen
Amerikaansche roman uit het Duitscb,
van
OTTO HOEOKER,
82)
'Ik ben met den getuige nog niet klaar
lei Murray, die zijn vermoedens ried. Hij
bad een velletje postpapier in de hand ge
nomen en toonde dit den getuige.
'Hier, dit Bchrijven kwam beden bij den
diBtiictsadvocaat nau de Coroner heeft een
golijkluldende mededeeling ontvangen. Ie u
niiischien de brief en de schrijver bekend
j vroeg Phelps vol angst, nadat hij
nauwelps een vluchtigen blik op het papier
««worpen bad.
'Wat denkt u van mij Houdt u mij
voor een leugenaar 1 Ik weet niets van
deien brief l«
'Goed, ik heb u nu voorloopig geen vragen
te stellen», beaamde de aanklager.
Hij wendde zich vragend tot Nad.
Deze had echter zijn koelbloedigheid terug-
Kregen,
'A vermoed, dat u Mr. Waldon zoudt
willen hooren
De andere knikte bevestigend.
'Dan wil ik eerst de antwoorden van dezen
'euwen getuige afwachten, voor ik mijn
"«gen stel».
aanstonds daarop Ralp Waldon in
Mal geroepen werd, wendde Nad hem
mg toe en lette opzettelijk niet op zijn
Poet. Hij ging zelfs naar zijn plaats bij
terug, om toah maar geen enkele ge-
de
der sociaal-democratie, waar hem onder-
tusschen niet die ontvangst ten deel
viel, welke hij meende, dat hem zou
worden bereid. Dezen sociaal-democraat
moet het leven thans wel zijn als een
zware last; hij moet zich wel voelen
door allen verlaten, geheel alléén, af
gewezen zelfs door degenen, die hij zijn
vrienden wilde noemen.
Vroeger de gezalfde des Heeren, uit
gaande om te verkondigen het evan
gelie der Liefde, thans de volksmenner,
die aanzet tot haat en klassestrijd.
Vroeger de gevierde katholieke volks
redenaar, bij wiens verschijnen alléén
het succes was verzekerd en die de
vergadering electriseerde door zijn be
zielend woord, gelijk wij persoonlijk
meermalen mochten Bijwonen, thans de
man, voor wien de geestelijke overheid
ernstig moet waarschuwen en wiens
redevoeringen de goedgezinde niet zonder
ergernis kan aanhooren. Vroeger de
verkondiger van het woord Gods, thans
de speelpop van het socialistische pro
letariaat 1
Waarlijk, droevig moet het met dien
man gesteld zijn, die ééns zoo hoog
stond, nu zoo diep gevallen is. Gevallen
is door eigen schuld, door hoovaardij
en daarom een afschrikwekkend voor
beeld voor ons allen is geworden.
Droeviger moet het echter nog met
hem gesteld zijn, sinds het jongste
Congres der S. D. A. P. Hoewel hij reeds
lang den rug had toegekeerd aan zijne
Moeder de Heilige Kerk, van Wie hij
alles, ja het hoogste dat er bestaat, het
H. Priesterschap, ontvangen had, was
in hem toch blijven leven een zekere
behoefte aan eene Voorzienigheid, aan
een God, van Wien alles afhangt. En
meer naief dan wetenschappelijk, waagde
hij thans eene poging, om den gods
dienst vereenigbaar te maken met zijn
nieuw ideaal, het socialisme
Helaas ijdele poging; gelijk zoovelen
deze proef mislukte, omdat Geloof en
ongeloof eenvoudig niet met elkaar te
vereenigen zijn, mislukte het ook aan
dézen ongelukkige en daarmede was
zijn laatste ideaal vervlogen
Wat echter deze ontgoocheling des
te bitterder maakt en hem des te dieper
in de ziel heeft moeten schrijnen, indien
tenminste niet è,Ile gevoel bij dezen
man in bruut cynisme is gestold, zal
niet zijn, dat hij van katholieke zijde
op het ijdele der poging werd gewezen,
want juist immers tegenover de Katho
lieken wilde hij de houdbaarheid van
Godsdienst en socialisme aantoonen,
ivmrm»aMMn—wffi—PB
meanschap met zijn vroegeren vriend te
moeten hebben.
Ralph zag er ongunstig uit en reeda de
eerate vragen, welke de Coroner en de aan
klager om beurten hem atelden, veraterkten
dezen indruk.
Hij waa zeer verwonderd, toen men hem
de noodlottige flacon voorhield.
•Natuuriyk ken ik deze fleach. Zij ia van
mij. Ik begrijp niet, hoe ze hier komt»
zijn blik viel op Crout »ik sprak hem
nog voor enkele uren van deze fleach, wilde
ze zelfa aan hem laten zien, doch bad voor
de zooveelate maal mijn aleutela weer eena
verlegd. Dat weet u toch
•Maar hoc ie dat mogelijk viel Murray
bem in de rede.
•Getuige Phelpa beweert, dat hij deze
zelfde fleach reeda vóór twee maanden namena
u aan miea Haatinga gebracht heeft».
Bevreemding aprak uit Phelpa trekken.
Eerst keek hij Phelpa vragend aandan,
tóen deze hem strak aanstaarde en vertrouw-
vol knikte, zagen zijn oogen verder rond en
bleven op Ethel rusten. Hoogrood kleurden
ziju tot dusverre bleeke wangen, toen de
kunstenares zich vol verachting van hem
afwendde. Een onheilspellende uitdrukking
kwam over zijn trekken.
•Gij doet onrecht my te tergen, want ik
denk, dat het in myn macht ia, u onaan
genaamheden te bereiden», bracht hy tus-
achen ziju tanden uit.
•Doch ik versmaad zulke wraak...»
Hy wendde zich tot den naast den stoel
etaanden Phelpa
•Gij moet u vergissen. Ik herinner my
zeer zeker, u voor verscheidene weken een
preparaat voor miss Haatinga te hebben
medegegeven... Jawel mie* Haatinga», her-
maar dit, dat de eigen vrienden, de
partijgenooten zelf, zijne poging hebben
van de hand gewezen, hebben gespot,
luide en in volle vergadering, op het
socialistische Congres, om zijne dwaze
proeve; dit, dat twee der knapste
socialisten, F. van der Goes en Mendels,
de eerste in Het Volk, de andere in de
Tribune, onbarmhartig den staf braken
over de brochure van den heer Yan
Vorst, den ex-pater Coelestinus.
Dèt moet hem hebben gewond, diep
en ongeneeslijk, dat moet toch wel de
schellen van zijn oogen doen vallen
Alles had hij verlaten, zijn Kerk, zijn
klooster, zijn godsdienst, weggeworpen
had hij zijn priesterkleed en zijn mon
nikspij, niets van wat hij eenmaal lief
had, bezat hij meer en ging zóó, arm
en naakt naar anderen, in de hoop
daar met open armen te worden ont
vangen. En wat kreeg hij terug? Wat
was het antwoord op zijne verwach
tingsvolle vraag: „Ziet Heer, alles
hebben wij verlaten en wij zijn U ge
volgd, wat zal daarvoor ons loon wel
zijn?" Niets anders dan dit, dat Mendels
de brochure van Van Vorst „verderfe
lijke onzin" noemde, onder groote
hilariteit van het Congres en dat Van
der Goes een uitgebreide kritiek schreef,
waarin het heet, dat de brochure van
partijgenoot Van Vorst een standpunt
vertegenwoordigt, dat als geheel ver
ouderd mag worden beschouwd. Van
der Goes zegt het duidelijk en onom
wonden, dat een goed sociaal-democraat
ongodsdienstig zijn moeten ontneemt
alzoo aan den ongelukkig verdwaalde
de laatste illusie, die hem restte, gelijk
eertijds Het Volk de laatste illusie ont
nam aan Dr. van den Brink, toen deze
ijdel meende, dat Z. H. de Paus nog
eens zegenend de handen zou uitstrek
ken over de sociaal democratie.
Alléén staat hij dus de afvallige en
niemand die hem troosten wil 1 Dè,t
werd de straf voor den wederspannige
van geest, het droevige lot van den
hoovaardige.
Welk een ernstige waarschuwing
voor ons, om steeds trouw te blijven
aan onze Moeder de H. Kerk, en ons
nederig te onderwerpen aan hetgeen de
Kerkelijke Overheid ons door hare bis
schoppen en priesters oplegt. Bittere
ontgoochelingen zullen ons dan bespaard
blijven, wij zullen niet zijn als het
eenzame kind op den langen weg, want
moge 's levens leed ons dan al bestor
men, ja zouden onze verwachtingen en
idealen één voor één worden verijdeld,
haalde hy met verheffing van stem, toen de
kunstenares heftig met het hoofd schudde,
•herinner u maar eens. U vereerdet my toen
nog niet met uw vyandschap. U zoudt de
Brfinhilde zingen en toen dacht u by wyze
van samenspraak, dat het Walkurendom ook
uiterlyk aan het publiek zou kenbaar te
maken zijn door een byzonderen glans, die
van uw gelaat uitging...»
Zacht boog zich Nad naar zyn ver
loofde over.
•Ik geloof dat ik het my herinner», zei
hij halfluid.
•Wy zaten in de restauratie van het hotel
Gerard met Mr. Waldon. Ik was het zelfs,
die hem schertsend vroeg, of zyn bekwaam
heid als wereld chemicus daar niet een mid
deltje op kon verzinnen...»
•Jnist zoo, dat was ik heeiemaal reeds
weer vergeten. Nu herinner ik my ook, dat
uw boekhouder my namens Mr. Waldon
werkelijk eens zulk een preparaat bracht.
Maar ik wilde er niets van weten en wierp
de flesch weg».
Zy had zacht gesproken, doch men bad
hare woorden toch verstaan.
•Hm, dat komt echter niet overeen met
uwe opgaaf, Mr. Fhelps», wendde de aan
klager zich tot den vorlgen getuige.
Deze werd vurig.
•Maar als 't u blieft, myne heeren I Ik
weet zeer goed wat ik zeg i
Hy wendde zich met levendige gebaren
tot Ralph.
•TT hebt wellicht zulk een middel willen
sturen, maar n misschien by de keuze der
flesschen vergist I Ik stond er by, toen u de
flacon inpakteik weet zeker, dat er •num
mer 5, Locusta» opstond.
Waldon dacht na,
ééne is er, die waakt over ons als hare
kinderen, de H. Kerk blijft en- mèt
haar de troost, die kracht geeft en
levenslust.
V TACTISCH?
Na eerst enkele weken tegen de
Christ.-Historischen en een deel der Anti-
Revolutionairen bestreden te hebben,
begint Dr. Kuyper in De Standaard van
Donderdagavond óók tegen de Katho
lieken te pruttelen en vraagt, na beweerd
te hebben, dat de Anti-Revolutionaire
partij, in weerwil van het Rotterdamsch
incident, sterk staat in haar wel inge
sloten organisatie, en te allen tijde
bereid is zich op haar eigen linies terug
te trekken, of de Coalitie in 1909 kans
ziet, „er zonder ons (de Anti-Bev.) te
komen
Een vrij-onnoozele vraag, dunkt ons.
Maar evenmin als de Coalitie er zonder
de Anti-Rev. komen kan, komt de
Coalitie er zonder de Katholieken.
Daarom moest alle noodelooze prik
keling achterwege blijven.
Of wil de Anti-Revolutionaire partij
er niet meer „komen"?
Dit is echter nog uit niets gebleken
Daarom is het laatste Standaard-
stukje niet het gelukkigste!
Dultachland.
Tegen het utielooie tooneelt -
In Elberfeld Is door een vergadering, be-
Btaande uit de meest verschillende elementen
in een krachtige resolntie geprotesteerd tegen
den Elberfelder Stadsschouwburg, waar stuk
ken worden opgevoerd, die met al wat kuisch
en heilig is spotten.
In de resolutie wordt geprotesteerd tegen
zulke stukken in de eerste plaats, omdat
zedelykheid en kuischheid er op de grofste
wyze door worden gewond en ten tweede
wordt zeer juist tegenover hen, die aan dit
motief geen waarde willen toekennen, betoogd,
dat geesten, die door dergelyke grove zinne
lykheid worden afgestompt en bezoedeld, on-
mogeiyk smaak en vreugde kunnen vinden
in de ware, verheffende en veredelende kunst.
In het protest worden sommige stukken
met name genoemd. Daaronder treffen wy
er ook één, dat onlange in verschillende
plaatsen van ons land werd opgevoerd en
helaas een «uitbundig succes» had.
Ten slotte wordt het gemeentebestuur drin
gend verzocht, de opvoering van al dergelyke
werken te verbieden.
•Wanneer Mr. Phelps zóó zeker van zyn
zaak is, zal het wel zoo zyn. Ik kan anders
moeilyk aannemen, dat ik me aan zulk een
lichtzinnigheid zou hebben schuldig ge
maakt... Zoo ik me niet vergis, schreef ik
op het etiket: Locusta's vuurbetoovering...
•Ik meen byna», voegde hy er nu stel
liger aan toe, >dat ik me toch niet ver
gissen kan».
Vragend gleed zyn blik naar de kunste
nares, en wederom kleurde een donker rood
zyn trekken, toen hij hare minachtende hou
ding waarnam.
•Ik weet het niet», antwoordde Ethel nn
op een vraag van den Coroner.
•Vermoedelyk heb ik de flesch niet eens
uitgepakt, maar haar gelijk ze my gebracht
werd, weggeworpen».
•Aangenomen dat er hier een verwisse
ling in 't spel is, Mr. Waldon hadt u die
in al die weken later niet moeten ont
dekken
Dit gaf de gevraagde toe. En hij voegde
er by, dat hij zich met den inhoud der ver-
giftkast, welke hy uit liefhebbery verzamelde
en die een waarde van duizenden dollars
vertegenwoordigde, gewoonlyk lederen dag
bezighield.
•Natuuriyk vergist gy u, Mr. Phelps»,
voegde hy nu, warmer- wordend er aan toe.
•De etiketten hebt u nauwelijks vier weken
geleden voor my geschreven... Jawel», be
vestigde hy, toen de andere met een gemaakt
lachje ontkende.
«Dat kan ik overigens aanstonds zien, in
geldzaken ben ik zeer stipt».
Hy haalde zyn zakboek te voorschyn,
bladerde daarin an wees toen den Coroner
een post aan.
•Overtuig o T, pi., gisteren was het
Engeland.
Buiten wonen.
Te Londen staan thans 20.000 huizen leeg,
en dat ie niet alleen een gevolg van het
dolle boawen der laatste jaren, maar ook
van de verminderde aanvraag. De verbeterde
commnnicatiemiddelen brengen het publiek
zoo snel en gemakkeiyk buiten, dat velen
zich liever in de voorsteden vestigen en dage-
lyks heen en weer reizen, wat niet duur ia
en niet veel tyd neemt.
Te Manchester, Birmingham en andere
groote steden neemt men dergelyke verschyn-
selen waar. Het gevolg is, dat op talryke
plaatsen in Engeland tuinsteden in aanleg
verryzen. En die nauwere aanraking met de
levende natuur is allesbehalve een ramp.
Italië.
De aanranding der Seminaristen.
Met de Schotsche Seminaristen, die onlange
by Albano werden aangerand en gewond,
gaat het gelukkig veel beter. De H. Vader
laat geregeld informeeren naar hun welstand,
die niet weinig dank aan hun krachtig
Schotsch gestel dagelyks toeneemt.
De Etna.
De beruchte en gevreesde vulkaan op
Sicilië, de Etna, is weer aan het werken.
Een telegram uit Catania meldt: De tempe
ratuur is aanzieniyk gedaald. De Etna, met
sneeuw bedekt, stoot zwarten rook en stee-
nen uit, hetgeen gepaard gaat met het ge
luid van ontploffingen. De bevolking uit da
nabunrtschap is ongerust. Een aschregen
bracht schade aan het veld toe.
Te Mineo werd een zeer krachtige ontplof
fing gevolgd door de uitwerping van wit
gloeiende massa's.
De eerste uitbarsting der Etna, waarvan
de geschiedenis gewag maakt, had plaats In
het jaar 476 vóór Christus,
De heiligschennis te Rome.
De rechtbank te Weenen heeft eene straf
vordering ingesteld tegen prof. dr. Eeilbogen,
wegens smaad van den katholieken godsdienst,
en eenige prelaten van het pauselijk hof, die
by de heiligschennis in de Sixtyneche kapel
tegenwoordig waren, verzocht om getuigenis
te komen afleggen.
Ook de zoon van graaf Goluchowski, oud
minister van Buitenlandsche Zaken, die op
Paaschmorgen ook communiceerde, heeft ver
klaard, zelf te hebben gezien, dat een der
twee Joodsche dames de H. Species uit haren
mond verwijderde en op den grond wierp,
't Is ongehoordDe H. Vader moet erover
geweend hebben.
Amerika.
Moord op een priester.
Uit St. Paulo in Brazilië komt -— geiyk
wij Woensdag reeds in het kort gemeld heb
ben 't bericht over een afschuwelyke
juist vier weken geleden, daar staan tien
dollars aan Phelps voor giftkastetiketten ge
noteerd. Ik herinner my nu ook zeer juist,
dat ik de kast eerst voor enkele dagen aan
een vriend heb laten zien. Dan had ik ook
aanstonds moeten bemerken dat er een kolf
ontbrak, en zeker nummer vyf, dat als de
grootste zeldzaamheid te beschouwen is.
Als ik zoo juist de flacon niet vóór me
gezien had, zou ik zelfs aan een dwaling
gelooven. Ik zou er op gezworen hebben,
dat zy vandaag nog in de kast was... Hoe
dwaas, Mr. Crout, dat ik van te voren den
sleutel verlegd had, andera hadden wy ons
aanstonds kunnen overtuigen«,-
•Nu, dat is niet erg», meende Murray
droogjes.
Sergeant Keane was reeds eenigen tyd in
de zaal verschenen en had zich op fluiste
renden toon met den openbaren aanklager
onderhouden. Op een handgebaar van den
laatste verschenen nu in de zaal twee stevige
politieagenten, die een meubelstuk mede-
sleepten en op de tafel van den Coroner
plaatsen. Tot zyn groote bevreemding moest
Ralph in het nieuwe bewysstuk zyn eigene
muurkast herkennen.
Op al zyn protesteeren trok de districts
advocaat minachtend met de schouders.
•Gij kunt u beklagen, als deze beschik
king u niet gelegen komt», zeide hy droogjes
en sneed de toornige onderbreking van Waldon
af met het bevel, dat de getuige de kast
zou openen.
Wordt vsrvolgd).