TWEEDE BLAD. Een liberaal pleidooi De laatste Offers. Zaterdag 26 Mei 1908. KALENDER voor de dagen der week. 17 MEI. BLAD. 17 Mei, Zondag. H. Pascbalia Baylon. Evan gelie: De Trooster wordt beloofd. Joann. XVI: 5-14. 18 Maandag. H. Venantine. 19 Dinsdag. H. Petrus Celestinus. 20 Woensdag. H. Bernardinus van Senen. 21 Donderdag. H. Felix van Cantalicie. 22 Vrijdag. H. TTbaldus. 23 Zaterdag. H. Marcus. Vierde Zondag na Paschen. Derde Zondag der Maand. Les uit den eersten brief van den H. apostel JacobusI, 17—21. Veel geliefdenAlle beste gave en allo volmaakt geschenk is van boven en daalt af van den Vader der lichten, bij wien geene verandering is noch schaduw van afwisseling. Want uit vrijen wil heeft Hij ons zijne kinderen gemaakt door het woord der waarheid, opdat wij als eerstelingen zijner schepping zouden zijn. Gij weet het, mijne zeer geliefde broeders I Ieder mensch nu zij vaardig om te hooren, doch traag om te spreken, en traag tot toorn Want de toorn des mans werkt Gods gerechtigheid niet. Legt daarom af alle onreinheid en overvloed van boosheidneemt op in zachtmoedig heid het ingeplante woord, dat uwe zielen kan zalig maken. Evangelie volgens den H. Joannes XVI, 5-14. Te dien tijde sprak Jeeus tot zjjne leerlingenIk ga tot Hem, die Mij gezonden heeft; en niemand uwer vraagt Mjjwaar gaat Gij heen Doch omdat Ik u dit gezegd heb, heeft de droefheid uw hart vervuld. En toch, Ik zeg u de waarheidhet is u nuttig dat Ik heenga want indien lk niet wegga, zal de Para kleet niet tot u komenmaar indien Ik wegga, zal Ik Hem tot u zenden. Als Hij nu gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van rechtvaar digheid en van oordeel. Van zonde namelijk, omdat zij in Mij niet geloofd hebbenen van rechtvaardigheid, omdat Ik tot den Vader ga en gij Mij niet meer zult zien; en van oordeel, omdat de vorst dezer wereld reeds geoordeeld is. Nog veel heb Ik u to zeggen, maar gij kunt het nu niet raden. Doch als die Geest der waarheid gekomen is, zal Hij u alle waarheid lesren. Want Hij zal niet spreken uit Zich zeiven, maar al wat Hij hooren zal, zal Hij spreken, en u verkondigen wat toekomstig is. Hij zal Mij verheerlijken, want van het mijne zal Hij ontvangen en het u verkondigen. Tegen onze gewoonte in, wenschen wij heden, op deze plaats, eene kwestie ter sprake te brengen, welke feitelijk ond6r het plaatselijk nieuws thuis hoort. In onze nummers van 15 en 22 April en 9 Mei jl. kwamen correspondenties voor uit Noord Scharwoude, over eene aldaar op handen zijnde verkiezing voor den gemeenteraad, en waarin betoogd werd, dat het bestuur der liberale kies- vereeniging, hoewel bij eene vorige gelegenheid het goed recht der Katho lieken op een raadszetel erkennende, nu weder begon te draaien en blijkbaar spijt had, die erkenning vroeger te hebben gedaan. Dit werd opgemaakt uit een bericht in de Nieuwe Langedijker Courantwaarin gezegd werd, dat het bericht als zou de liberale kiesvereeni- ging (u bedoelt zeker het bestuur en niet de leden te Noord-Scharwoude zijn woord gegeven hebben om bij de eerst volgende gemeenteraadsverkiezing te Noord-Scharwoude den kath. candidaat te steunen, totaal uit de lucht is ge grepen." Hierop schreef de redacteur van de N. L. C. persoonlijk een uitvoerig antwoord, dat wij echter niet overnamen, wijl het volgens ons zóó geheel om de zaak heendraaide en daarenboven zulke onnoozele gedachte over ons had, dat opname nutteloos plaatsruimte zou vergen. Uit het laatste nummer van de Nieuwe Langendijker Courant blijkt echter, dat de rédacteur over deze be handeling onzerzijds zeer verstoord is! Hij -zegt, als wij zijn stuk niet opnemen, dat wij dan onzen plicht verzaken, de lezers eenzijdig inlichten en slecht on derwijzen. Meer nogl „Op deze wijze voert zij (d. i. Ons Blad) haar lezers Hngs de enge paden van bekrompenheid en eenzijdigheid" Ziet, nu wordt hot ons toch wel wat te benauwd om het hart. Waar hier blijkbaar zulk een verlicht liberaal aan het woord is, moet de katholiek wel zwichten. Wij nemen hier daarom alsnog het antwoord van de Nieuwe Langen dijker Courant in zijn geheel op, wijl er om zijn inhoud bij ons absoluut niet het minste bezwaar tegen bestaat Ziehier dan nog eens ons bericht met het antwoord van de N. L. C. Noord-Scharwoude. >Het gedraai begint al. De Nieuwe Langedijker Courant, waarvan de heer J. H. Keizer redacteur-uitgever ia, bevat een berichtje blijkbaar van den redacteur zelf, waarin gezegd wordt, dat het bericht, als zou de liberale kieavereeniging te Noord- Scharwoude zijn woord gegeven hebben om bij de eerstvolgende gemeenteraads verkiezing te Noord-Scharw. den Kath. candidaat te steunen, totaal nit de lucht is gegrepen. Nu moet men weten, dat genoemde heer Keizer tevens voorzitter is van de vooruitstrevende liberale kiea vereeniging en dat hij indertijd een der afgevaardigden was, die met den heer pastoor de gemeenteraadsverkiezing hebben besproken en van welke bijeenkomst een uitvoerig relaas in de Nieuiue Lang. Courant plaats vond. Dat zelfs de zeereerw. heer pastoor met een ingezonden stuk tegen dat verslag is moeten opkomen. En... dat niet het bericht in Ons Blad luidde >de liberale kieavereeniging heeft zijn woord gegeven enz.», maar dat de liberale heeren indertijd de aanspraak der Katho lieken op een raadszetel hebben toege geven. Wat zou men nu van een liberale vereeniging mogen verwachten. Toch zeker, dat zij aan dat rechtvaardigheidsbeginsel uitvoering gaf. Maar nu begint het ge scharrel alweer. In plaats van flinkweg voor den dag te komen, maken ze gebruik van een berichtje, dat geheel verdraaid is. En dat heet dan nog wel vooruitstrevende liberale kiesvereeniging«. Tot zoover ons bericht, waarop de N. L. C. laat volgen Op toevallige wijze werd Donderdag j.l. onze aandacht gevestigd op dit bericht, waarin wij met naam en toenaam worden genoemd. Van welwillende zijde ontvingen wij dit nr. heden ter inzage, en wjj haasten ons onze lezers en belanghebbenden met den inhoud van dit bericht bekend te maken. Breedvoerig hopen wij hierop in ons volgend nr. terug te komen. In ons nr. van 3 Mei plaatsten wij bovenstaande en kondigden wij aan, dat wij in ol nr. van heden breedvoerig hierop zouden terug komen. Wy hebben de nrs. van ons blad van 8 en 12 December 1907 voor ons liggen, en lazen het verslag der algemeene ver gadering van de Liberale Kieavereeniging er nog eens op na en het ingezonden stuk, naar aanleiding van dat verslag, van den Z.Eerw. Heer Willenborg, pastoor te Noordscharwoude, met het antwoord, dat do voorz. der Liberale Kieavereeniging daarop heeft gegeven. Wy vragen»Was de Redactie van Ons Blad met den inhoud van genoemd verBlag en de aangehaalde ingezonden stukken bekend, toen zij aan het boven staande stukje in haar nr. van 22 April plaatsing gaf Wy mogen toch aannemen, dat de Red. van Ons Blad zonder eenig bewijsmateriaal niet tot de plaatsing van bedoeld bericht zon zijn overgegaan. Zou de Red. heusch denken, dat wy op losse gronden hebben tegengesproken, dat er van den kant van het bestuur der Liberale Kieavereeniging eene belofte is gedaan aan de R. Katholieke Kieaveree niging Neen, antwoorden wij de Redactie. De bewijzen daarvoor zijn in ons bezit. Als de Red. meent, dat wy dit deden naar aanleiding van het bericht in Ons Blad, dan vergiet zij zich, want wij wisten niet, dat in Ons Blad een bericht had gestaan, waarin de mededeeling«dat de liberale heeren indertijd de aanspraak der Katholieken op een raadszetel hebben toegegeven.» Van een «verdraaien» van dat bericht is dus geen sprake en het verwijt, dat we met opzet dit hebben willen doen en door «gescharrel» en gedraai» trachten af te komen van eene belofte, langs wegen, geheel in stryd met rechtvaardigheid, eerlijkheid en goeden wil, achten wy op deze wijze voldoende weerlegd. Wij laten het nu aan het oordeel van de Red. van Ons Blad over, de vraag te beslissen, wie in dezen nu het meest heeft «gescharreld» en «gedraaid». Waarom acht ge het gewensoht, zou den wij der Redactie willen vragen, die wij voor dit bericht verantwoordelijk stellen, te schrijven, «dat zelfs de Zeereerw. heer pastoor met een ingezon den stuk tegen dat verslag (van de ge houden conferentie Red. N. L. Crt.) is moeten opkomen Is de Red. op de hoogte van het ant woord, dat wi] daarop gaven of heeft alleen dat ingezonden stuk voor haar gezag Twee dingen zijn bier mogelijk Of zij laat zich eenzijdig inlichten, bf zij hecht geen waarde aan hetgeen van onze zijde wordt gezegd en geschreven. In het eerste geval is een onderzoek naar de bronnen, door welke zy zich laat inlichten, ge- wenscht ot zij zegt ons op den man af, dat zij redenen heeft aan onze waar heidszin en oprechtheid te twijfelen in welk geval zij zulks met bewijzen zal trachten te staven daarvan hoViden wij ons natuurlijk overtuigd 1 Het geheele insinueerende stukje ademt een wantrouwen waarover wij verbaasd staan. Want van wantrouwen getuigt het slot«wat zon men nu van eene liberale vereeniging mogen verwachten enz.» Toen zij dit schreef, was wellicht het schriftelijk ontslag van het afgetreden raadslid nog niet eens ingediend en hoe wel het bestuur der kiesvereeniging er nog niet aan dacht te vergaderen, werd toen al verondersteld, dat door «gescharrel» en «gedraai» een katholiek uit den Raad moet worden geweerd, 't Is toch kras. Wy dachten hier byna aan het spreek woord van «de waard en zijn gasten». Wy hebben nog één verzoek. Gaarne zullen wij met de Redactie van Ons Blad in dezen van gedachten wisselen, doch wij hopen, ingeval genoemde Redactie op dit schryven ingaat, dat zy zoo vriende lijk zal zijn het in zyn geheel op te nemen. Wij zullen dit eveneens doen en zoo blijven onze lezers volkomen van alles op de hoogte en ddérom is het te doen. J. H. KEIZER, Red. N. L. Ct. Nu hopen wij, dat de booze bui van den heer Keizer over zal zijn, en ons rest alléén, de vragen te beantwoorden, welke de N. L. C. ons meende te mogen stellen. Boven merkten wij reeds op, dat de N. L. C. zülk een onnoozele gedachte van ons moet hebben, dat wij het oor spronkelijk niet de moeite waard achtten, op. zijn geschrijf in te gaan. De eerste vraag, die de N. L. C ons nl. stelt is, of de Redactie van Ons Blad met den inhoud van het verslag der Lib. Kiesvereeniging en het ingezonden stuk van pastoor Willenborg bekend was, toen wij aan het stukje van 22 April (zie boven) plaatsing gavenMaar, redactie van de N. L. G.ziet u de katholieke pers voor zóó dom aan, dat zij zich niet eerst geheel op de hoogte der zaak stelt, alvorens daarover te schrijven? Dat pleit dan niet voor uwe liberale verlichtheid! Wij kenden de kwestie door en door. Op 8 en 12 Dec. 1907 bevatte de N. L. C. het bewuste verslag en Ingezonden Stuk, 13 Dec. hadden wij beiden in ons bezit en den zelfden avond schreven wij een hoofd- artikeltje over „Liberale Verkiezings praktijken", dat Zaterdag 14 December gepubliceerd werd en dat wij, wijl de N. L. C. hiervan blijkbaar geen jota weet, maar eens ia zijn geheel zullen laten volgen: Liberale verkiezingspraktijken. Voor de zooveelete maal zyn wy thans weer eens getuige van het feit, hoe de liberalen, wanneer het Katholieken geldt, hunne «liberaliteit», waar zij zoo groot op gaan, in praktyk brengen 1 Daar het een feit uit onze naaste om geving betreft, zal het des te meer pakken en wenschen wy bet van deze plaats te bespreken. Door overiyden is te Noord Scharwoude een vacature voor den gemeenteraad ont staan. Daar tot dusver de Katholieken nog niet in den Raad waren vertegen woordigd, stelden dezen pogingen in het werk een Katholiek te zien candidaat gesteld en vroegen daarom eene conferentie aan met de Vooruitstrevend Liberale Kiesvereeniging te Noordscharwoude. Op deze byeenkomst verdedigde de Z.Eerw. heer Pastoor bet goed recht op een Katholiek lid in den Raad le om bet getal Katholieken in die gemeente, 2e omdat het eene vacature gold en dus niemand van zijn zetel werd afgestooten, 3e omdat de Katholieken slechts één zetel vragen, hoewel zy er rechtens meer mogen hebben, 4e omdat het wenschelyk is een Katholiek in den Raad te hebben, indien er Katholieke belangen in den Raad moeten besproken worden en 5e omdat één Katholiek lid toch wel geen schade aan de anderen zal doen. Wat antwoordde de voorzitter der Libe rale Kiesvereeniging op deze klemmende argumenten Volgens een verslag in een plaatselijk blad, zei de voorzitter, dat de Lib. Kies vereeniging reeds een voorloopige groslijst van drie leden had opgemaakt en dat van alle drie de antwoorden reeds waren ingekomen, dat het dus niet aanging, zooals de Z.E. heer Pastoor nog voorstelde, vóór de algemeene vergadering een andere groslijst op te maken of er een vierden candidaat aan toe te voegen. Wat is achteraf nu echter gebleken? Dit, dat de voorzitter der Vooruitstr. Lib. Kiesvereeniging, toen de conferentie met de Kath. Kiesvereeniging plaats had, reeds wist, dat een der voorloopige candi- daten de voorloopige candidatuur niet aan nam I Wat ware nu gemakkelijker geweest, indien men strikt eeriyk te werk had willen gaan en indien het den liberalen van Noord-Scharwoude werkelyk ernst is met hun beweren, dat de Katholieken aldaar recht hebben op een raadszetel, wat ware gemakkelijker geweest, dan aanstonds een Katholiek te candideeren Dit iB echter niet gebeurd, en wat nog een vreemder licht op hun zgn. «libera liteit» werpt, is dit, dat op bedoelde conferentie totaal verzwegen is, dat een der candidaten de voorloopige candidatuur niet wenschte aan te nemen Wat te denken van zulk een handelwijze Waar blyft de Vooruitstrevend Liberale Kiesvereeniging van Noord-Scharwoude thans met haar «liberaliteit» Wat moet men er van gelooven als die kiesveree niging zegt het goed recht der Katholieken te zullen erkennen Zal het bij een volgende vacature niet precies betzelfde gaan als thans In welk bespottelyk daglicht komt na dit alles ook te Btaan het gezegde van den voorzitter der Lib. Kiesvereeniging, dat hij teleurgesteld is, in een Ingezonden Stuk van den Z.Eerw. Heer Pastoor te moeten lezen, dat hij (de president) zou hebben getracht een verbod uit te lokken om daardoor eiken weg tot gemeenschap pelijk overleg by gemeenteraadsverkiezin gen af te snyden I Och nee, dat is de bedoeling van den president der Lib. Kiesvereeniging heele- maal niet geweest I Hij bad zelfs heel gaarne een Katholiek gecandideerd 1 Welzeker, doch waarom moest hy dan vragen, of het Bestuur met anderen voeling mocht houden en waarom die teleurstelling over het schrijven van den Z.Eerw. Heer pastoor, die toch heeft geschreven: «waarlijk, als ik den President niet beter kende, dan zou ik denken, dat hy hier een verbod wilde uitlokken, om zich daarachter in het vervolg te kunnen dekken Weet gy, wat wij ervau denken Dit, dat het excuseeren van den pre sident hier blijkt te zijn e6n accuseeren, anders had hij er over moeten zwijgen. Doch genoeg. Genoeg om te doen zien, hoe de liberalen, als het in hun kraam te pas komt, hunne «liberaliteit» opvatten. Bij hen geldt nog altyd do leuze: Ieder voor zich zelf en God voor odb allen I Noord Scharwoude bevestigt zulks voor den zooveelsten keer. De Nieuwe Langendijker Courant zal nu wel tot het besef gekomen zijn, dat wij heel best zelfs op de hoogte waren, maar wij hebben tevens ontdekt, dat de N. L. C. zelf vreemdeling was in het journalistiek Jeruzalem. Men ver- onderstelle in het vervolg dus niet te spoedig, dat de tegenpartij, zelfs al is deze katholiek, niet op de hoogte zou zijn! Men bespaart zich zelf daarmede leelijke flaters. En wat nu de kwestie zelf betreft, zijn wij door de Nieuwe Langendijker Courant hoegenaamd niet overtuigd, dat de Liberale Kiesvereeniging bij de a.s. gemeenteraadsverkiezing eerlijker zal handelen dan de vorige maal- Het recht der Katholieken op een raadszetel te Noord-Scharwoude heeft het bestuur der liberale kiesvereeniging bij monde van zijn president zelf erkend. De redacteur der N. L. C. beroemt er zich in zijn antwoord op het Ingezonden Stuk van pastoor Willenborg zelfs op, dat door zijne „verdediging een paar artikels in het reglement zijn gekomen, die den weg openstellen, dat door de Vooruit strevend liberale Kiesvereeniging ook een R. K. vertegenwoordiger voor het lidmaatschap van den raad kan worden geproclameerd", maar waarom dan nu wij nemen aan, zonder eenige kennis te hebben gehad van ons bericht plotseling in diezelfde Nieuwe Langen dijker Courant her nieuwtje, dat het bericht, als zou de liberale kiesvereeni ging te Noord Scharwoude haar woord gegeven hebben om bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezing te N.-Schar- woude den kath. candidaat te steunen, totaal uit de lucht is gegrepen Waarom toch zulk een schijnbaar argeloos, maar in werkelijkheid zeer tendentieus bericht in die N. L. C. Van tweeën een: ofwel het betee- kende niets, óf het heeft groote betee- kenis. Het eerste geval durven wij van dg N. L. C. niet veronderstellen, in het tweede geval hadden wij alle recht het zaakje te wantrouwen, gezien de fraaie handelwijze der zgn. „liberale" kies vereeniging bij de vorige gelegenheid Toen erkende men het „goed recht" der katholieken op een raadszetel, er waren nog slechts drie voorloopige can didaten, van wie één voor die voorloopige candidatuur bedankte, maar dit werd verzwegen en géén kath. werd door de liberalen gesteldMet zulk een voor beeld voor oogen, moeten de Katholieken het zaakje toch wel gaan wantrouwen. Zelf zijn ze daar de schuld niet van en wij laten aan de Nieuwe Langendijker Courant dit uit te maken gaarne over. Waar die Redactie echter zoo onnoozel was te veronderstellen, dat wij geen kennis droegen van alle ter zake die nende stukken, terwijl is gebleken, dat juist de N. L. C. zélf dit verwijt moet treffen, verwachten wij van hare scherp zinnigheid in dezen niet veel en zullen wij maar kalm afwachten wat de „liberalen" te Noord-Scharwoude zullen doen Alléén met het verslag der liberale kiesvereeniging en het naschrift op het Ingezonden Stuk van pastoor W. pleit de kiesvereeniging zich niet vrij. Dat alles waren slechts woorden, woorden en hoe wij daarover dachten en denken, heeft de Redactie van de N. L. C. uit ons boven nog eens afgedrukte artikeltje Liberale Verkiezingspractijkenu kunnen zien. Dat artikeltje werd door ons ge schreven onmiddellijk (immers 13 Dec.) na het uitkomen van het antwoord der N. L. C. op het stuk van pastoor W. Vijf maanden geleden reeds kenden wij dus de kwestie en de indruk, dien wij toen van het liberale „gedraai" hebben gekregen, is ons steeds bijgebleven tot den huidigen dag. Woorden kunnen derhalve de libera liteit der „liberale" kiesvereeniging niet meer reddenwij verwachten daden. Wanneer de liberale kiesvereeniging metterdaad zich als „liberaal" wil laten zien, dan proclameere zij bij de ophan den zijnde raadsverkiezing te Noord- Scharwoude, den katholieken candidaat ook tot hdè,r candidaat en brenge hem met vlag en wimpel erdoor! Dèn eerst zullen de Katholieken in de liberaliteit der liberale kiesvereeniging gaan geloo ven, dan eerst ook zal de liberale kies vereeniging hare eer gered hebben, welke zij den vorigen keer leelijk verspeelde, door niet den katholieken candidaat te steunen, wiens goed recht zij zelf eerst erkend hadden Het liberale pleidooi, dat de N. L. Ct. thans voor de liberale kiesvereeniging gehouden heeft en de pleidooien, welke zij misschien nog houden zal, laten ons koud en nemen wij niet au serieux. Daar wij thans alle vragen van den heer Keizer hebben beantwoord, wen schen wij op onze beurt ook wel eens een paar vragen aan dien heer te stellen le. Gij beroept er u op, dat het be richt, als zou de liberale kiesvereeniging haar woord gegeven hebben om bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezing te Noord Scharwoude den Katholieken candidaat te steunen, totaal uit de lucht is gegrepen... Zoudt u nu hier de kies vereeniging als zoodanig bedoelen, dan heeft u volkomen gelijk, wijl deze er niet was en dus niets kon beloven. Maar geef ons nu eens een antwoord hierop, welk verschil er bestaat tus- schen de belofte van het bestuur om een Kath. candidaat te steunen, of de belofte van het erkende recht der katho lieken op een zetel te zullen verdedigen 2e. Welke bewijzen heeft u in han den, dat u zulk een belofte niet ge daan hebt XXVIII. tSlot). Deze woorden gingen sla een bliksemstraal door de legioenen van Maxentius. De talrijke christen soldaten, die zooeven nog met ou- tembaren moed streden voor hun keizer, allen lieten de wapenen zinken, wierpen zich op de knieën, en één kreet uit duizende monden steeg naar omhoog «Liever sterven, dan te stryden tegen het kruis.» Maxentius had dien kreet gehoord. Hij zag de christen soldaten de wapenen nederwerpenthans wist hij zich verloren. De heidensche cohorten verloron den moed, zy weigerden te gehoorzamen en wierpen de wapenen weg. Maxentius wilde nog een laatste pogiDg beproeven om de orde te herstellen en zijn soldaten opnieuw tegen den vijand te ver eenigen. Met woord en teekenB riep hy zijn legioenen op ten strydalles te vergeefs een panische schrik had zich meester ge maakt van zijn leger, dat weldra aan alle zijden doorbroken, in de grootste verwarring de vlucht Dam. Een verechrikkelyk schouw spel bood thans het slagveld aan de massa's vluchtelingen, die de dreigende wapenen van Oonstantijn's begeesterde troepen trachtten te ontkomen, stortten zich vooruit over de lichamen der gewonden en stervenden. Vol vertwijfeling keerde ook Maxentius zijn paard in de richting der rivier, hopende achter den Tiber lijfsbehoud te zullen vinden bonzend eloeg zyn hart tegen zyn borst, terwyl een bloedig schuim zijn lippen be dekte geheel zijn gestalte was verechrikkelyk om aan te zien. Buiten adem en afgemat bereikte hy ein delijk den Tiberhy stortte zich in wilden angst op de schipbrug, die reeds met vluch telingen zwaar beladen was. Op het oogenhlik toen Maxentius ongeveer op het midden der brug gekomen was, scheen geheel de menigte te wankelen, een door merg en been drin gende angstkreet steeg ten hemel. De brug brak onder den ongehoord zwaren last, dien zy te dragen had, en de keizer en de gansche menigte stortten in den Tiber en vonden er den dood. Het leger van Maxentius was vernietigd, de tiran van Rome had den dood in de golven gevonden en het Labarum, het kruis van Christus, trok aan het hoofd der legi oenen naar de Eeuwige Stad, De nieuwe standaard, welke het groote offer op Golgotha voorstelde, trok de muren binnen der stad, die de Koningin en de heerscheresse der wereld genoemd werd. Het bloed der marte laren en het woord des Evangelies hadden thans voor alle volgende eeuwen de over winning behaald. Vier uren na den strijd verlieten de drie vrouwen, die alleen in de verlaten leger plaats waren achtergebleven, hare tent welk een tooneel ontrolde zich aan hare oogen 1 De vlakte was bedekt met lijken, de bodem door bloed gedrenkt, de frissche avondwind droeg bet gekerm en het gereutel der stervenden naar de plaats, waar zy stonden. «Laat ons spoedig dit oord verlaten en terugkeeren naar de villa», zeide Antonia onder tranen, tcrwyi zy haar gelaat met hare handen bedekte om dit bloedtooneel niet langer te aanschouwen. «O, laat ons spoedig henengaan, thans

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 5