R. Kath. Nieuws- en üdvertentielilad voor Moord-Holland. feuilleton! 6 Juni 1908. Pinksteren. Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Schuldig 7 Buitenland. 2*" Jaargang". BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 oents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN: Van 15 regels30 oent. Elke regel meer6 Reclames per regelIS» Zij, die zich met 1 Juli a.s. op ONS BLAD abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. De Administratie. Morgen viert de geheele katholieke wereld wederom een harer grootste geloofsgeheimende nederdaling van den H. Geest over de Apostelen, om dezen troost en sterkte en licht te brengen, vóór zij hun apostolaat zouden beginnen. Pinksteren is het feest, waarop het hooge geheim der H. Drievuldigheid herdacht wordtGod de Vader, God do Zoon en God de H. Geest Terwijl de Vader in zijn Godheid de macht, de hoogheid en majesteit is en de Zoon het woord des Vaders, het leven, de wijsheid en schoonheid, is de H. Geest de liefde en goedheid, de vreugde en blijdschap. Als Godheid zijn Zij één, als drie personen zijn zij wer kelijk van elkander onderscheiden. Een groot geheim, maar geen tegenstrijdig heid. Toen de Heiland zich uit het water van den Jordaan verhief, werd op bij zondere wijze de allerheiligste Drievul digheid geopenbaard. Dö H. Geest daalde, waarneembaar, in de gedaante eener blanke duif op Christus af en eene stem weerklonk„Deze is mijn beminde Zoon, ih wien Ik mijn welbehagen heb." Daar werd dus de H Drievuldigheid duidelijk geopenbaardVader, Zoon en H. Geest, evenals dit ook op den berg Tabor ge schiedde. Wat beteekende echter de zending van den H. Geest, en welke groote genaden werden daardoor aan de mensch- heid medegedeeld? Christus heeft de wereld daarmede niet onbekend gelaten. Herhaaldelijk toch beloofde Christus aan de zijnen, dat Hij hun den H. Geest zou zenden, opdat Deze Christus' werk zou voltooien. Hij noemde de nederdaling van den H. Geest een nieuwen „doop een „bekleed worden met de kracht van boven", eene uitrusting om „te getui gen" voor de geheele wereld, de „ver vulling der belofte des Vaders". Zelfs het begin van Christus' rijk, waarop de apostelen zoo ongeduldig wachtten, had de Heiland met de nederdaling van den H. Geest in verband gebracht. De Hei lige Geest zou verschijnen als de be zegeling aller genaden, als de bekroning van alles, wat God de Zoon gedaan had. Dit is nu de heerlijke beteekenis van de nederdaling des H. Geestes en op den Pinksterdag wordt deze gebeurtenis door geheel de Christenwereld gevierd. De H. Geest kwam waarneembaar, openlijk en plechtig voor de oogen van een ontelbare menigte. Hij kwam onder teekenen, welke zijne goddelijke natuur, zijn persoon, zijne eigenschappen en Amerikaansche roman nit het Dnitach, van OTTO HOEOKEE, 42) Buiten flikkerden reeds de aterren. Het was zeer laat in den avond en bij het zwakke licht der lantaarna waren slecht» enkele menachen te zien, toen de vrijgeaprokenen door een zijpoort het in sombere schaduwen achter hen liggende gerechtegebouw verlieten. Tot aan den drempel hadden zij nog geen woord gesproken. Ethel hield zich innig vaat aan den arm van haar verloofde. Buiten echter trad Balph Waldon plotse ling op hen toe. •Wil je naar mij luisteren, Nad vroeg hij zacht. Zijn gewone koele afgemeten toon van spreken waa geheel verdwenen. Met ontbloot hoofd atond hij vóór hen. Daar de jonge advocaat hem alechta zwij gend zjjn toestemming toeknikte, ging Balph verder de opdracht zijner zending als kracht en voltooiing van het Godsrijk open baarden, Het Jodendom werd door de verkondiging eener nieuwe heilsorde op zijde, gezet, en aan het heidendom, als rijk van den Satan, de strijd aangezegd. De nederdaling van den H. Geest had echter nog eene andere beteekenis, want de H. Geest is tevens de groote uitdeeler der genaden. De H. Geest doorgloeit de soms zoo zwakke mensche- lijke natuur met een eigenaardige kracht. Deze kracht was het, welke den vroeger zoo bangen Petrus voor de menigte deed treden en zeggen „Mannen van Israël, aanhoort deze woorden Jesus van Nazareth, den van God gezonden man, hebt gij door de hand van heidenen gekruisigd en ter dood gebracht; dezen Jesus, die van God beloofd was, hebt gij gekruisigd." In deze kracht ook sprak Stephanus tot zijne machtige vijanden„Gij hardnek- kigen en onbesnedenen van hart, gij wederstaat altoos den Heiligen Geest: gelijk uwe vaderen, zoo ook gij." In deze kracht verklaarde Paulus„Men vervolgt ons, maar wij zijn niet verla ten; men werpt ons neder, maar men richt ons niet ten gronde." In deze kracht verdroegen de apos telen de geeselslagen en „zij gingen blijde van den Hoogen Raad weg, omdat ze waardig bevonden waren, voor den Naam Jesus versmading te lijden." Deze nieuwe kracht nu, door de komst van den H. Geest verkregen, door stroomde de wereld en veranderde het aanschijn der aarde. Christus heeft zijne Kerk gesticht en ingerichtde Heilige Geest heeft ze doen leven en werken. De geschiedenis der Kerk is dan ook de geschiedenis van het werken van den H. Geest. Ziedaar in enkele lijnen de aller grootste beteekenis van het Pinkster feest geschetst. Is het wonder dat onze Moeder de H. Kerk jubelt en feest viert bij de herdenking der nederdaling van den H. Geest? Neen, immers, want door de zegeningen en genaden van den H. Geest werd de Kerk wat zij isde kracht des H. Geestes is het, die haar in stand houdt en haar werken vruchtdragend doet zijn. Daarom heeft de Kerk alle reden tot feestvieren en spoort zij ons, hare kinderen, aan, te deelen in hare geestelijke vreugde. Zij het Pinksterfeest dan voor ons allen een naar waarheid zalig feest en dat ook wij de zegeningen des H. Gees tes ruimschoots mogen ondervinden! Meer politietoezicht. Indien het dit jaar weer moet gaan als andere jaren, dreigt de mooie Alk maarsche Hout met de Pinksterdagen opnieuw het tooneel te worden van schandelijke bandeloosheid, van schaam- telooze brutaliteit. •Het betreft u ook, mies Hastings. Ik had u vervloekt, en gjj waart ook in uw recht, toen u mij voor dubbelzinnig scholdt. Maar ik heb u niet lief gehadik zou nooit een vrouw kunnen liefhebben. Ik koester in mijn hart innige vriendschap... Ja, Nad, in de ure waarop onze wegen zich voor altijd scheiden moeten, laat het mij je nog eens zeggen, dat ik voor jou de trouwe vriend schap van onze jeugd af tot heden toe onver let bewaard heb. Hoe het met mij atond, zag ik eerBt toen jij je hart aan misa Has tings gaaft... U haatte ik niet<, wendde hij zich tot Ethel, maar alleen de vrouw, welke mij de toegenegenheid van dien éénen man dreigde te ontnemen, dien ik aanhing. En die haat maakte mij ziek, hij veranderde mijn zinnen en denken en maakte een ande ren mensch van mij. Vertoornd zei ik in mij zelf Hoe, zal je vriend in de valstrik ken der eerste de beste sirene terechtkomen, die hem tot vrouwendienaar vernedert I... Dit kan u niet treffen, miss Hastings, want u zjjt een uitverkorene onder uw geslacht en toen kende ik u nog niet. •Heden ken ik me zelf niet meer. Maar ik was in de keuze mijner middelen onnaden kend het verwerpelijkBte scheen mij nog goed genoeg, om daarmede den vriend uit het vermeende gevaar te redden. Zoo maakte ik kennis met u, miss Hastings, in de hoop, Er zijn menscben, die meenen, dat met Pinksteren alles geoorloofd is en die er dan ook niet tegen opzien, om hunne driften en hartstochten den vrijen teugel te vieren. Is op andere avonden reeds onze mooie Hout dikwijls het tooneel van schandelijke bandeloosheid, op feestda gen, als nu aanstaande zijn, kan iemand, die zich zelf respecteert, met goed fatsoen 's avonds niet door den Hout wandelen. Zoo was het vorige jaren tenminste. Moet dat echter zoo blijven? Zou de gemeente zich niet geroepen achten om paal en perk te stellen aan die lage uitspattingen? Uitspattingen, die anderen in hun eergevoel kwetsen, onschuldige kinderen want ook over dag schamen de brutalen zich niet misschien voor altijd zedelijk bederven. Wij kunnen niet aannemen, dat ons gemeentebestuur, onze politie, daaraan geen einde zouden willen maken. Dit kimnen zij, indien er méér politietoezicht komt. Op dagen als de komende, moet een sterke politiemacht in de naaste om geving van Alkmaar patrouilleeren. De uitgelatenen moeten zien en weten, dat er streng zal worden gesurveilleerd, dan zijn wij ervan overtuigd, dat veel schan delijkheden achterwege zullen blijven. Ernstig geven wij de openbare macht daarom in overweging, op de Pinkster dagen dubbel scherp toe te zien. Daarom moet er komen meer politie toezicht in den Hout en ook in de naaste omgeving daarvan. Eerst dèm zal veel kwaad voorkomen worden, eerst dkn ook zal de Hout voor de zeer vele goedgezinden een plaats zijn van gezellige uitspanning. De drank. Zonder eenige commentaar nemen wij hier ter plaatse het volgende bericht op Een man, die nogal sterken drank ge bruikte, viel by bet verlaten van een café te Eemnes bewusteloos neer. Op een kruiwagen bracht men hem naar huis, waar hij spoedig overleed. Dergelijke berichten spreken luide voor zich zelf. Frankrijk. Een griezelig ongeluk. Volgens den Matin is er te Cherbourg aan boord van een onderzeesche boot een griezelig ongeluk gebeurd. Terwijl de boot onder water was, barstte door een verkeer den handgreep van een der opvarenden een hok met Baamgeperste lucht. Den ongeluk kige werd de schedel geopend, en de saam- geperste lucht, die als een wervelstorm in het klein werkte, leegde hem het hoofd. Bloedig arbeidsconflict. Vigneux, een dorp omstreeks twintig kilo meters van Parijs, is dezer dagen het tooneel dat mijn millioenen u gewillig zouden maken. Ik herbaal het, geen genegenheid dreef mij tot u, ik wilde alleen slechts aan Nad de wankelmoedigheid der vrouw bewijzen. U wees mij verachtelijk terug, u scholdt mij uit voor een valschen, verraderlijken vriend, maar ik was nog altijd te zeer in mijn hart verstijfd, om helder te kunnen zien. Toen kwam Huntington Whistler mij in den weg, of liever die Phelps was het, dien 'k uit lou ter medelijden mij had aangetrokken. Deze vertelde mij het eerste, dat hij door Hun tington de geheimen van uw leven kende, miss Hastings...' Zij waren dieper achter een vooruitsprin genden, kolossalen, steenen pilaar gaan staan. Bondom hen was het nacht en toch hield Balph Waldon de handen voor de oogen, om de blikken der anderen niet te behoeven te ontmoeten. •Wat toen kwam, weet u immers. Het komt mij begrijpelijk voor, als gij u nu vol verachting van mij afwendt. Ik heb slecht met u, slecht ook met den vriend gehandeld, dien ik behulpzaam wilde zijn... Hoe pijnlijk het echter is, zich vervolgd te zien, en te weten dat men zonder bescherming en weer loos aan de nukken van anderen is over gegeven... O, het waren verschrikkelijke urenl Hoe grepen die vangarmen van den schurk mij aan, hoe verwarde dat net van geweest van een bloedige botsing tusschen werkstakers en gendarmen. Beeds sinds het begin van Mei staken werklieden in de zanderijen, omdat de werk gevers weigerden, hun loon tot 70 centimen per uur te verhoogen. Naarmate de hulpmiddelen der Btakers uitgeput raken, neemt hun verbittering toe, en zoo kwam het Dinsdag tot een uitbarsting toen de werkgevers trachtten, in een der zanderijen vreemde arbeiders te doen werken. In den namiddag trok een paar met zand beladen karren door het dorp Montgeron, onder geleide van een paar gendarmen. Daar komt men tweehonderd stakers tegen, die de karrevoerders aanvallen, de tuigen door snijden en den inhoud der karren in een greppel storten. De twee gendarmen worden tamelijk ruw behandeld. Middelerwijl komt een troep van omstreeks twintig gendarmen in het dorp. Een hunner herkent een van de voornaamste aanvallers van. de eerste botsinger wordt bevel gegeven hem te arresteeren en ondanks het verzet zijner mak kers, wordt hij gegrepen. Dit vernemen de stakers, die in een naburige zaal vergaderen, en weldra stroomt een menigte van driehon derd menschen toe. Dezen werpen zich op de gendarmen en er ontstaat een hevig ge vecht, waarin laatstgenoemden danig klop krijgen. Daar wordt een schot gehoord, ge volgd door een tweede en ten slotte door een onderhouden vuur. Nu breekt de menigte en gaat loopen. Een twaalftal der strijders lag tegen den grond. Een der stakers was dood", een ander die een schot in de longen had, Btervende drie hadden ernstige en twee lichtere won den. Aan de zijde der gendarmen waren er tien min of meer ernstig gekwetst en moes ten naar het hospitaal vervoerd worden. In verren omtrek heeft dit treurige geval groote ontsteltenis teweeggebracht. De gen darmen verzekerden, dat zij in de lucht ge schoten hadden, maar van de vijf en twintig kogels hebben er toch zeven geraakt. De bedreigingen eener beslist optredende menigte van drie honderd personen deed hen uit zelfverdediging naar de vuurwapens grijpen. Zola naar het Panthéon. Woensdagochtend is het stoffelijk overschot van Zola te 8 uur naar het Panthéon overgebracht. Er hadden betoogingen plaats van voor- en tegenstanders, zonder dat daar bij iets van ernstigen aard voorviel. By het einde der plechtigheid werd door een man een revolverschot gelost op majoor Dreyfus. Deze werd gewond aan de pols. Een oplichterij is ontdekt te Parijs, waar van levensverzekeringmaatschappijen slacht offers werden. De methode was, gezonde personen door den geneeeheer der maatschap pij te laten onderzoeken en de polis te doen stellen ten name van 'minwaardige levens', zooals de meer prachtische dan kiesche naam luidt. Dan werd een weinig premie betaald en zeer veel aan verzekerd kapitaal opge streken. Er is ook een dokter bij de zaak betrokken, zekere dr. Lacombe, wien door de schavuiten opgedragen was, op de verze- leugens ook mij, gezwegen nog van de jury, tot ik ten laatste mij koortsachtig afvroeg, of er misschien ook iets van waar was, wat die Phelps tegen mij inbracht, en toch alles waren schurkenstreken, er was geen woord van waar, Nad IEn toen sprong jij in de bres, Nad, en overwon den schurk I En ook gij, miss Hastings, ook gij, als een engel Gods, maakte den armen schurk niet alleen het sterven licht, gij maaktet ook zijn tong los, dwong hem de waarheid te zeggen om mijnentwil, ofschoon ik toch uw vjjand was... Miss Hastings, het doet pijn, daar te moeten staan als een ontmaskerde misdadiger, maar het zij dan zoo. Ik heb mijn spel verloren en als ik nu voortaan eenzaam moet leven, is het mijn eigen schuld. Ik scheid van u met het bewustzijn, dat door uwe liefde Nad gelukkiger zal zijn, dan ik hem met mijn trouwste vriendschap had kunnen maken... En vergeef mij nu, dat ik u gestoord heb...' In den vormelijken toon terugvallend, wilde hij zich met een diepe buiging ver wijderen. Doch toen voelde hij ook reeds de hand van Ethel in de zijne, en hoorde haar zacht vragen •Willen wij geen vrienden zijn, Balph Waldon Uw mannelijke open taal heeft het laatste grijntje bitterheid weggenomen. Ik kan u weder hoogachten, nu ik weet, wat kerden het oog te houden en als zij stierven, een certificaat op te stellen, dat bij de maat schappij geen achterdocht kon wekken. De moord te Parijs. Omtrent den dubbelen moord, in den nacht van Zaterdag op Zondag te Parijs gepleegd, zie ons nummer van Woensdag, wordt nader gemeld dat de portretschilder Adolphe Stein- heil beroemd en rijk en de huisvriend van president Felix Faure was, zijn schoonmoeder, mevr. Japy, de schoonzuster van een gene raal, voormalig Senaatslid, en zijn vrouw, wier wonden weinig gevaarlijk zijn, een Parisienne, vermaard om haar schoonheid. Steinheil was eigenaar van het huis in het slop Bonsin, op de tweede verdieping waarvan hjj zijn atelier had, naast dat van zijn zwager, den beeldhouwer Bonnaud. Het echtpaar Steinheil zou Zaterdagavond 6 uur naar Meudon gaan, waar zjjn dochter Martha met de dienstbode vertoefde, maar zag te 5 uur van dat plan af, omdat mevr. Japy plotseling ongesteld was geworden. Tegen 10 uur was de huisknecht naar bed gegaan, en toen deze den volgenden ochtend opstond kwam hij tot de ontdekking van het drama, dat zich in den nacht bad afgespeeld. Mevrouw S. lag met de handen en voeten gebonden aan de ijzeren stijlen van haar ledikant. Mevrouw Japy was met een touw gewurgd, terwjjl haar mond vol watten was gestopt. Het lijk van den heer S. lag op den drempel zijner kamer, eveneens met een touw om den hals. Terstond riep de knecht om hulp en maakte hij de touwen van mevr. S. los, die spoedig tot bewustzijn kwam. Zij verklaarde, toen zij half ingeslapen was, te zijn opgeschrikt door drie groote kerels, die haar polsen vastgrepen, en een vrouw, die bevelen gaf en om geld vroeg. De ongelukkige antwoordde daarop, half dood van schrik, dat de sleutels overal op de kasten zaten. Daarop raadde de vrouw met 't rosse haar: >Maar keel dat schaap toch ze zou kunnen spreken'. Gelukkig bepaalden de inbrekers zich er toe, baar met touwen te omsnoeren; daarop duwden zij haar een prop watten in den mond, bevestigden het nachthemd over haar hoofd aan de stijlen van 't Engelsche ledi kant, en begaven zich, na alle kasten te hebben nagezocht, in het daarnaast gelegen vertrek waar toen de moord plaats had. Verder weet zij van niets. Dat niemand van buiten iets verdachts heeft gezien, wordt hieraan toegeschreven, dat tot Vrijdagnacht in het slop aan het riool ie gewerkt, terwjjl zich daar ook een drukkerjj bevindt, waar des Zaterdagsnachts gewerkt is. Juweelen hebben de moordenaars niet gevondenme vrouw 8. had die met het oog op de slecht befaamde buurt uit de etuis genomen en elders geborgen. Italië. Een onverdacht oordeel. Zeven Italiaansche liberale Kamer-afgevaar digden, zoo meldt een particulier telegram van de Köln. Volkszeitung uit Bome, werden onlangs met de pelgrims uit Piëmont, ter gelegenheid der wijding van den bisschop van Aosta, door Z. H. den Paus ontvangen. u bij uwe handelwijze heeft geleid. Uw vriendschap voor Nad treft mi), het is iets heiligs die vriendentrouw en daar ik onzen Nad ook liefheb, zouden wij ons dan niet in dien trouw vereenigen 7 Kan de zon van geluk ons beider weg niet bestralen ter wille van Nad, Mr. Waldon Want ik weet, hjj is ook zeer gehecht aan u, en uw verlies ging hem zeer ter harte.' Balph Waldon nam de hem toegestoken hand aan en boog er zich sprakeloos over. Toen richtte hij zich op en zag haar recht in de oogen. •Miss Ethel,' en zijn stem beefde van nauweljjks ingehouden ontroering >uw lieve woorden zijn reeds de zonneschijn. Helder glanst hij op onzen weg. Uw vriend schap moet ik eerst verdienen, maar van dezen oogenblik hebt u een vriend in mjj, die u even trouw zal aanhangen, als hij u vroeger bitter gehaat heeft...' •En tusschen ons bljjft alles bjj het oude, hé ouwe jongen?' vroeg Nad hartelijk en reikte hem de hand. Toen kwam er een siddering over Balph Waldon, en de anders zoo correcte, zelf bewuste man viel op de open straat den vriend der jeugd om den hals en weende aan zijne borst. EINDE. - 'M

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1