R. Kath. Nieuws- en üdirerteutieblad
No. 57.
Woensdag- 15 Juli 1908.
FEUILLETON,
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Amsterdamsche Brieven.
Buitenland.
2"' Jaargang-
wm&w Meerd-Holla^nd.
Uit stormachtige Dagen.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon Nö. 266.
ADVERTENTIËN:
Tan 15 regels30 cent.
Elke regel meer6
Reclames per regel.....15,
n.
Na het meer algemeene, de vorige
maal over onze stad meegedeeld, wil
ilt nu een blik werpen op het katholieke
leven in onze hoofdstad. Wel niemand
zal het tegenspreken, dat de Katholieken
hier hoe langer hoe meer beginnen mee
te tellen, en dus langzamerhand de
plaats gaan innemen welke hun, het
zielental in aanmerking genomen, toe
komt. Men meene echter niet dat dit
laatste al bereikt is. Nog veel te klein
b.v. is het aantal katholieke raadsleden,
en in 't algemeen treden wij in het
pubüeke leven nog te weinig op den
voorgrond, waarvan echter voor een
groot gedeelte de schuld aan ons zeiven
ligt, waarover wellicht later nog wel
eens.
Doch wat het meer innerlijke katholiek
leven betreft, geloof ik, dat onze stad
aan de spits staat van de "steden in
het Noorden. Een zeer groot aantal
katholieke werklieden-vereenigingen,
meest vereenigd in den R. K. Volksbond,
steunen den arbeider in den vaak moei
lijken strijd om het bestaan, vrijwaren
hem voor den verderfelijken invloed der
socialistische ideeën en houden hem
buiten de zoogenaamde neutrale vak
beweging. De jongeren zijn vereenigd
in patronaten en gezellenvereenigingen
en worden zoo opgeleid tot de strijders
der toekomst, voldoende wetenschappe
lijk onderlegd engodsdienstigontwikkeld.
DeMiddenstandsvereeniging op Room-
schen grondslag is nog in de kinder
jaren, doch onder de wakkere leiding
van mannen als Dr. Nouwens, zal ook
deze weldra een eervolle plaats innemen.
En dan bezit Amsterdam in zijn bij
zonder bloeiende vereeniging .Geloof
en Wetenschap" en de daaraan ver
honden, aan alle mogelijke eischen vol
doende R. K. Leesbibliotheek, een
oefenschool voor de meer ontwikkelden,
zooals bijna geen enkele plaats in ons
land die kan aanwijzen. Den weldadigen
invloed die van die stichting, onder de
uiterst bekwame leiding van Pater
Hendrichs S. J., uitgaat, kan men niet
licht overschatten.
En daarnaast de niet minder bloeiende
vereeniging der R. K. Studenten, die
alleen meer leden telt dan al de andere
Roomsche Studentenvereenigingen in
ons land te zamen, wat wel bewijst
dat onze stad voor de Roomsche stu
denten een bijzondere aantrekkings-
Roman uit het Dnitsch, van Herman Hirschfeld,
bewerkt voor «ONS BLAD».
11)
Geen hand verroerde zich. Moeder Gregoire
waa niet bemind, maar toch waagde het
niemand, zich aan haar te vergrijpenhet
bijgeloof hield de lieden geboeid bovendien
nam een andere gebeurtenis hun opmerk
zaamheid in bealag.
Ademloos kwam een vrouw de dorpsstraat
ingerend.
•Zij komenschreeuwde zij, «de woeste
Laroche is bij hen, zij vermoorden ons allen
Onder luide kreten stormden de vrouwen
naar hare hutten, eenige moedige mannen
riepen elkaar toe, zich met geweld tegen de
ongevraagde gasten te verzetten, doch zij
waren in de minderheidde meesten dach
ten slechts aan hun leven en eigendom en
in het oogenblik van het dreigend gevaar
overwon bij hen de aangeboren menschelijke
zwakheid.
>Leve de republiek I» klonk het eerst
schuchter, toen immer luider en nu ver
hieven enkele stemmen reeds brutaal den
roep «Leve Jean Rollan I Jean Rollan zal
ons beschermen l«
Het lawaai in 't dorp drong door tot in
het kasteel. Lise triomfeerde, Marie echter,
doodsbleek en stom, zond uit het diepste
harer ziel gebeden op tot den schenker van
het lot. Niet voor de verraden personen
Meen smeekte zij, ook om den verrader
weende haar hart, al moesten hare oogen
kracht bezit. Yoor een groot deel is
dit ook te danken aan de aantrekkelijke
en beminde figuur van onzen Roomschen
hoogleeraar, Pater de Groot, die kennis
en kracht geeft aan de goede zaak van
zijn studenten.
Van den godsdienstzin van Neerland's
hoofdstad getuigen ook de meer dan
vijf en twintig kerken, waaronder ju
weeltjes van bouwkunst, verkondigend
de vrijgevigheid der Katholieken en de
hooge vlucht der Roomsche bouwkunde.
En als bewijs dat de van oudsher be
kende weldadigheid nog onverzwakt
bestaat, kunnen wij wijzen op het Onze
Lieve Trouwen-Gasthuis, dat is ingericht
volgens alle eischen van wetenschap en
moderne ziekenverpleging en dat door
geloofsgenooten en andersdenkenden als
een model-inrichting wordt geroemd.
Overeenkomstig de ruime opvatting van
onzen godsdienst wordt daar niet ge
vraagd naar godsdienst, maar worden
aan iederen zieke, onverschillig van
welke richting, dezelfde zorgen besteed
door onze Zusters van liefde, die on
overtroffen verpleegsters. Dan zou ik
nog kunnen opnoemen een gansche rij
van instellingen ten bate van zieken,
armen en ouden van dagen. Niet te
vergeten voorts het verbazende aantal
katholieke inrichtingen van onderwijs.
Van af het a b c en de beginselen van
lezen, schrijven en rekenen tot aan het
eindexamen Gymnasium is het gansche
onderwijs op zuiver Roomschen grond
slag vertegenwoordigd. Schatten gelds
kost deze practische strijd togen het
neutrale en godsdienstlooze onderwijs,
maar toch is het goed gezien van onze
voormannen, om onze scholen, koste
wat het koste, te handhaven en uitte
breiden, want daarin ligt onze toekom
stige kracht.
AM8TEL0DAMENSIS.
Amsterdam, 13 Juli '08.
Contante betaling.
Dezer dagen lazen we in een onzer
bladen een niet alledaagsche dankbe
tuiging.
Een verzekerde was namelijk zóó
tevreden over de spoedige uitkeering
van de hem toekomende schadevergoe
ding, dat hij de maatschappij daarvoor
door een advertentie zijnen dank bracht.
Zeker zéér vriendelijkmisschien wel
wat overdreven, wat reclame-achtig.
't Was toch niet meer dan billijk,
dat de verzekeringmaatschappij hem
terstond uitbetaalde
Maar 't is toch beter zulke getuige-
ook droog blijven.
Een uur later heerschte in de feestzaal
van het kasteel La Charette, waar bij vroo-
lijke gelegenheden zich de bloem des Fran-
schen adels zoo dikwijls verzameld had, waar
geestige scherts en kunst gevierd werden,
een woest drinkgelag.
Be beeltenissen des konings en der koningin,
die meesterlijk uitgevoerd in vergulde lijsten
de eerepiaats in het salon hadden ingenomen,
brandden nu onder het gejuich der aanwezi
gen in den haard. Aan de tafel zaten echter
mannen met woest uiterlijk, die onder elkaar
klonken op de vrijheid en broederschap, tot
dat de werking der zware wijnen hun oogen
sloot. Lise, de nicht van Laroche, die met
Jean en burger Le Pourzel de eereplaats aan
de tafel innam, deed goed mee aan de smul
partij. Marie daarentegen, die haar broeder
insgelijks had willen dwingen aan te zitten,
luisterde in een schuilhoek scherp toe, angstig
ieder woord, iedere bedreiging opvangend,
die omtrent het lot der familie La Charette
over de lippen der dronkaards kwam. Zy
hoorde dat morgen vroeg het archief en de
geheime kasten zouden geopend worden en
dat Jean zelf zich met de bewijsstukken van
hoogverraad naar Parijs zou begeven en tevens
persoonlijk van plan waa, het verblijf der
gravin en van haar zoon, die dan wel van
Grenoble zou zyn teruggekeerd, aan het ge-
rechtshof der revolutie te verraden. Men
toastte op de guillotine en klonk op het
welzijn der kopstukken van het schrikbewind,
Marat, Robespierre en Danton. En de mor
gen begon grys en somber aan te lichten,
toen de laatste der waardige gasten naar bed
waggelde en het stil werd in het oude Ven-
deërslot, stil beneden in het dorp, waar
woeste dronken troepen in de hutten der
nissen te lezen, dan dat men, wat zoo
dikwijls gebeurt, moet hooren van „ten
achter zijn met betalen", niet zoozeer
van maatschappijen, als wel van parti
culiere personen.
Ten achter zijn bij den slager, den
bakker, den kruidenier, den manufac-
turier, kortom bij een ieder, die hun
iets geleverd heeft.
Sommigen van hen ontvangen eens
in de week of eens in de maand hun
loon, en hun is het daarom niet kwalijk
te nemen, dat zij tegen het einde van
dien termijn iets moeten „laten staan"
tot den volgenden keer.
Echter er zijn er ook, en onder hen
vele gegoeden, die zonder eenige moei
lijkheid terstond bij levering hun schuld
zouden kunnen afdoen, maar om allerlei
ongegronde redenen de betaling nog wat
uitstellen.
Zij denken er wellicht niet aan, dat
zij daardoor den winkelier groote schade
toebrengen. Hij toch zal, door zoo „goed"
te zijn van te borgen, wijl hij niet
anders kan, wel zijn klanten, maar
slecht zijn geld binnen krijgen.
Zijn geld, waarop hij toch het volste
recht heeft en wat hij nooclig heeft,
om zich zelf en zijn huisgezin en zijn
zaak in stand te houden.
Dit euvel is werkelijk grooter, dan
men wel denkt en'drukt in onzen tijd
loodzwaar op den neringdoenden mid
denstand.
Late men dit toch inzien en den bloei
van den middenstand helpen bevorderen
door op tijd te betalen, iets wat buiten
dien ook reeds onze plicht is.
België.
Graaf de Mérode. f
Uit Brussel wordt het overlijden gemeld
van den^ president van den Senaat, graaf
Henri de Mérode, markies van Westerloo.
Hij was den 28sten December 1856 te
Parys uit het oud-adelijk geslacht der Mérode's
geboren. In zijn openbaar leven maakte hij
zich jegens de Katholieke staatspartij zèèr
verdienstelijko.m. trad hij op als minister
van buitenlandsche zaken. Sedert jaren was
hij reeds president van den Senaat.
Frankrijk.
De neutraliteitder school.
De afgevaardigde abbé Gayraud heeft aan
het onderwijs comité der Kamer een schrij
ven gericht, waarin hij de nieuwe voorstellen
van minister Doumergue over de verant
woordelijkheid der onderwijzers en de rech-
hoeren hun slemppartijen gevierd hadden,
gelijk hun aanvoerders op den zetel der
heeren.
De hartstochten rustten voor eenige uren,
maar de dankbaarheid en vroomheid waakten.
In hare kamer lag Marie Rollan op de knieën
en bad vurig tot God, om haar de kracht
te verleenen voor het groote werk, dat zj)
zich voorgenomen had en dat de zwakke
krachten van een meisje bijna te boven ging.
Gesterkt door het gebed, hulde Marie zich
vastberaden in een warmen mantel, Btak hare
spaarpenningen bij zich, schreef haastig eenige
regels aan Jean en bracht die geluidloos
sluipend in de slaapkamer haars broeders en
verliet eindelijk door een zijpoort het kasteel.
Om tien uur des voormiddags werd Jean
Rollan wakker. De helle dag sloeg verblin
dend door de gesloten blinden zijner kamer
en hij haastte zich, het bed te verlaten, of
schoon hij vermoeden kon, dat zijn gasten
van den vorigen avond nog in diepe rust
waren hij wilde echter laten zien, dat plicht
bij hem boven alle gemakzucht ging, en
nieuwe lauweren in het oog van burger Le
Pourzel verwerven, die zich den vertrouwden
vriend van den almachtigen Danton noemde.
Hij was bijna geheel aangekleed, toen zijn
oog op den brief van Marie vielhaastig
vloog hij over de weinige regels.
Zijn gelaat nam voor een oogenblik de
uitdrukking van den grimmigsten haat aan
ware Marie in zijn nabijheid geweest, zij zou
niet zeker zijn geweest van baar leven.
Na enkele oogenblikken scheen zijn toorn
bedaard te zijn.
«Die ellendige verraadster», mompelde hij,
«zij verdient, dat ik haar als koningsgezinde
aangeef en met eigen hand aan het schavot
overlever; maar zy blijft altyd mjjn zuster
ten der huisvaders scherp critiseert. Deze
brief is in zijne klare, duidelijke taal een
merkwaardig document voor de Fransche
cultuurkamp politiek, Abbé Gayraud zet uit-
voerig uiteen, waarom de Katholieken door
de onder wijs wetgeving worden gehinderd.
De droom eener «neutraliteit» der school
op confessioneel gebied houdt er geen reke
ning mede, dat het Katholicisme nu eenmaal
geen levenlooze godsdienst zonder lichaam
en bloed is. De Katholieken bezitten een
dogma, een geordenden godsdienst. De Kerk
met haar leerambt, hare Sacramenten, hare
hiërarchie moet volgens goddelijke ordening
dit alles steunen en tezamenhouden. Wan
neer nu de onderwijzers in hun onderwijs
of in hunne schoolboeken eene tegenover
gestelde meening verkondigen, dan bestaat
de grootst mogeiyke tegenspraak tusschen de
wetten des lands en het geweten der Katho
lieken en zij, die gelooven, als Christen een
kind voor zulke leerstellingen te moeten be
waren, worden gestraft. Zal men nu de
bisschoppen en de geestelijken vervolgen, die
den Katholieken de besluiten der kerkelijke
overheid mededeelen en de ouders en kin-
deren van de H. Communie uitsluiten, omdat
zij de religieuse gehoorzaamheid hebben ge
schonden Wat wordt dan van het beginsel
der gewetensvrijheid en confessioneele neutra
liteit 1 De Fransche maatschappij, schrijft
abbé Gayraud, maakt eene vreeselijke moreele
crisis doorde religieuse twisten kunnen
deze crisis slechts verergeren. Is het dan
geen burgerplicht, alles te vermijden, wat de
onrust nog zou kunnen vermeerderen
Zóó spreekt de taal van het gezond ver
stand. Maar de Fransche seetarissen worden
beheerscht door den haat. En waar haat
regeert, verdwijnt het gezond verstand.
Een straatgevecht.
Te Toulon is Vrijdagavond een straatge
vecht uitgebroken onder een troepje visschers,
aan een van de kaden, waar het zwart van
menschen liep. Ze vochten niet met de vuist,
maar met revolvers en Bchoten er maar op
los. Er zijn tusschen de 40 en 50 schoten
gelost. De menschen stoven uit elkaar, en
er is dan ook niemand van de voorbijgan
gers gewond, en naar het schijnt hebben de
vechtende visschers elkaar ook niet geraakt.
Weldra kwam een sterke politiemacht op
zetten. Toen de visschers bemerkten, dat zij
bedreigd werden met gevangenneming, zetten
zy het op een loopen. Het merkwaardige is,
dat alle acht, waarvan de een den ander
zooeven nog overhoop wilde schieten, plotse
ling, tegenover den gemeenschappelijken vijand,
vrienden in nood werden. Zij sprongen in
een bootje en roeiden met alle macht om
aan boord te komen van hun schuiten. Wel
dra was de stoomsloep van de politie de
en in de laatste ure is het toch goed, dat
men iemand op de wereld heeft, die voor
u bidt, wanneer er werkehjk gerechtigheid
en vergelding onder de sterren bestaat. Ik
zal haar sparen, doch nog heden moet er
gehandeld worden, nog heden
Haastig verliet hij, den brief wegstekend,
zyn kamer en betrad den corridor des kaeteels.
De eerste, die hem ontmoette, was Lise. Een
rood fluweelen kleed uit de garderobe der
gravin golfde in lange plooien achter haar
aan en deed hare gestalte nog ongunstiger
uitkomen het strakke, glanslooze haar had
zij met tal van blauwe veeren getooid. Zóó
plaatste zij zich voor Jean.
«Beval ik u zoo, burger Rollan vroeg
zij zelfbehagelijk.
«Burger Le Pourzel gaf mij permissie de
garderobe der aristocratische dames te openen,
en ik behoefde daarvoor eerst niet uw trot-
sche zuster Marie lief aau te sprekenmaar
waar ia zij Het wordt tyd, meen ik, dat
zy zich met de gasten van het kasteel be
moeien gaat».
Jean haatte de nicht van Laroche als een
giftige pad, doch hij verborg zyn afkeer onder
een vriendelijk lachje.
«Gij ziet er uit, als waart gij de gravin
zelf, Lise», zei hij, terwyi het hatelyke meisje
van vreugde gloeide;-«nu eerst komen de
kostbare stoffen tot haar volle recht. Naar
Marie zou ik echter maar niet zoeken een
groot geheim staat met hare verdwijning in
verbanddoch houd my nu niet langer op,
ik moet met burger Le Pourzel en met uw
oom spreken».
Met deze woorden klopte hy aan de kamer
van den Paryschen commissaris, die uit zijn
morgenslaap opschrikte. Hij had gedroomd
dat hy de beheerscher van Frankrijk was,
roeiers op de hielen. De visschers wilden
zich niet laten vangen en boden weerstand,
zoodat de politie zich genoodzaakt zag, de
roeiboot tot zinken te brengen. Daarop vischte
de politie zeven van de acht vechtersbazen
op. De achtste wist al zwemmend te ont
komen, terwyi de politie met harpoenen de
drenkelingen opvischte. Twee van hen wer
den door de haken gewond.
De politie heeft veel moeite gehad, de
aan de kade saamgestroomde menigte te ver
hinderen, dat zy de visschers te lijf ging.
Italië.
De Pans gevangen.
Alweer is dat jaariyks terugkeerend bericht
verschenen, dat de Paus weldra naar zyn
zomerverblijf te Castel-Gandolfo zal gaan.
Een leugenachtig bericht is het. Pius X kan
en wil Rome niet verlaten.
Leo XIII heeft het voetspoor van Pius IX
gevolgd en diens protest voortgezet tegen
de overweldiging der Kerkelijke Staten. En
Pius X is weder in die zelfde lijn voortge
gaan. Bij zyn troonsbestijging heeft hy daarvan
kennis gegeven aan alle vreemde mogend
heden, maar niet aan het hof van Savoye.
Hy heeft ook gehandhaafd het verbod voor
Katholieke Vorsten om het Quirinaal te
bezoeken.
De correspondent van de Libre Parole
schreef dezer dagen
Het wereldlijk bezit van den Paus is
sedert 1870 verminderd tot het Vaticaansche
paleis en de omringende tuinen en het kas-
teel Castel-Gandolfo. Deze bezitting geniet
niet de extraterritoriteit en de Paus is in
dit opzicht minder beschermd dan de gezanten
bij den H. Stoel geaccrediteerd.
De kostbare verzamelingen van het Vati-
caan zijn door de waarborgenwet tot nationaal
eigendom verklaard en de Paus is er alleen
de bewaarder van.
Geniet de Paue wel onschendbaarheid,
daar men nog niet eens het lichaam van
Pius IX heeft kunnen bewaren voor de
grofste beleedigingen
De Italiaansche regeering, die verklaart
den Paus niet te willen krenken in zyn
rechten, pretendeert al degenen te kunnen
vervolgen in rechten, die van den Paus
afhankelijk zijn en hen verantwoordelyk te
kunnen stellen voor handelingen, die zy
verrichten op last des Pausen.
Bovendien, die beruchte waarborgenwet
kan verzwaard, ja geheel veranderd en afge
schaft worden door elke meerderheid in de
Kamers, die daartoe lust krygt.
De Romeinsche advocaat Jean Berthelet
heeft in zyn werk El Papa futuro, dat zeer
goedgunstig gezind is voor het Quirinaal,
geschreven
«Velen beweren, dat niets den Paus ver
en dat het geheele koningsvolk zich voor
hem neerboog en riepHeil den grooten
Le Pourzel
Plotseling echter was achter hem een
schavot opgerezen, een byl blonk in de zon,
spotlachend wendden zij zich af, die zooeven
nog voor hem in 't stof lagen, en nu naderde
de beul met zijn knechten.
Jnist klopte Jean's sterke hand.
«Genade I» Bchreeuwde de groote volks
man hem tegen, «ik ben onschuldig 1»
«Burger Le Pourzel, gij droomt», riep Jean,
«word eens wakker, wy moeten iets gewich
tigs uitvoeren vandaag».
De kleine man wreef zich de oogen uit
en haalde diep adem.
«Goddank I het was een droom», zeide
hij«nog heerscht de republiek en Le
Pourzel is nog altyd de vriend van den
grooten Danton. Wat stoort gij mijne rust,
burger Rollan Ik heb ze noodig na de
vermoeienissen van gister».
«Ik moet», nam Jean het woord, «aan
stonds naar Parijs ijlen, zoodra wij ons heb
ben meester gemaakt van den inhoud der
geheime kast in het archief. Ik herinner my
plotseling, dat de gravin eens te kennen
heeft gegeven, dat zij middelen bezat om
zeker uit Parijs te ontsnappen, wanneer de
samenzwering ten gunste der koningin nutte
loos zou zijn of hare schuilplaats gevaar zou
loopenhet is daarom beter, dat wij den
vogel in zyn nest vangen. Tot meerdere
zekerheid heb ik mijn zuster overgehaald,
naar Parys te gaan om onder voorwendsel
eener waarschuwing de vlucht der aristocra
ten uit de hoofdstad zóólang tegen te houden,
tot ik zelf ben aangekomen»,
(Wordt vervolgd)»