R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. Woensdag- 29 Juli 1908. FEUILLETON, No. 61. 2" Jaargang Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Amsterdamsche Brieven. v Eindelijk! Buitenland. ADVERTENTIËN: hi. Uit stormachtige Dagen. BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nnmmers3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. Yan 15 regels30 cent. Elke regel meer6 Reclames per regel15 In mijn eersten brief wees ik er o.a. op, dat het aantal katholieke Raadsleden hier nog veel te klein was. In verband daarmee is er een blijde tijding: de overwinning der onzen bij de stemming der vorige week, waarbij een Roomsche werd gekozen, die behalve door de andere rechtsche partijen, nog gesteund werd door een paar neutrale vereeni- gingen; iets wat tot nu toe slechts zelden is voorgekomen. Dit wijst eeniger- mate op een soort toenadering. Het Roomsche spook schijnt toch wel iets van zijn verschrikkelijkheid te verliezen. Maar: één zwaluw maakt nog geen zomer. We zijn nog lang niet, waar we zijn moeten en dus volhouden is de boodschap. Nog iets anders heeft den laatsten tijd weer veel pennen in beroering ge bracht. Ik bedoel de slooping van de Nieuwe Zijds Kapel. Ik mag bekend veronderstellen, welke herinneringen voor ons aan die Kapel verbonden zijn. Op die plaats n.l. is het wonder gebeurd, waaraan de gedachtenis nog wordt levendig gehouden, door den jaarlijkschen plechtigen omgang van 't Mirakel der Heilige Stede, en waaraan Amsterdam vroeger zeer veel te danken heeft gehad. Nu was die Kapel, sinds lang in handen van de Protestanten, in deerniswaar- digen toestand; en de kenners waren het er niet over eens of restauratie mogelijk zou zijn; in ieder geval zou ze schatten gelds kosten. Op aandrang van verschillende zijden is de slooping eerst voor een tijd opgeschort. Voor de tegenwoordige bezitters was de slooping de eenige oplossing der daarmee samen gaande finantieele kwestie, en afstand aan de Roomschen, die misschien het noodige geld, met steun van het Rijk en anderen, voor restauratie konden vinden, was bij hen absoluut uitgesloten. Over dit laatste nu zijn de Protestant- sche bezitters, vooral de Kerkeraad, die over het lot der Kapel te beslissen had, in 't bijzonder van Roomsche zijde erg hard gevallen. Mij dunkt, eenigszins ten onrechte. Zouden wij ooit te vinden zijn om een onzer kerkgebouwen, om welke reden of onder welke omstandig heden ook, aan andersdenkenden af te staan? Ik geloof van niet. Ook niet om wille der kunst. Want hiermede is in deze zaak wel eenigszins gesold.*) Hoewel niet geheel daarmee instem- Roman uit het Duitsch, van Eerman Hirschfeld, bewerkt voor »ONS BLAD». 15) Een zegevierend lachen gleed over Jean's aangezicht. >U stemt dus toe >Ja, ik stem toered m\j I» •Barones I» riep Marie uit, «vergeet gij, dat gij de bruid van graaf Felix van La Charette zijt Wilt gij de edelste der vrou wen alléén naar het schavot laten gaan »Ik heb met La Charette niets meer te maken», zei Louise, »ik heb niet verlangd, haar lot te deelen». Jean wendde zich tot zyn zuster. •Nu met u», zei hij ruw. •Wee uw hoofd, zoo ik niet te rechter tijd gekomen ware om de vlucht der gravin te verijdelen, waartoe gij haar wildet over halen. Gij zijt een krankzinnige, die mij en u zelf op het schavot wilt brengen. Nog in dit uur keert gij naar La Charette terug, De oude Jean Mathurin, onze bloedverwant, brengt u er heen. Eer wjj drie dagen verder zijn, kom ik met mijn echtgenoote na». Marie's oogen fonkelden van begeestering. •Ik ga niet», riep zij'wellicht gelukt het wij, minstens één slachtoffer van uw ellen dig verraad te redden graaf Felix. Dag en nacht wil ik uitvorschen om zyn aan. komst eerder te ontdekken, dan spionnen en dienaren dit vermogenuitschreien zal ik het, voor ieder die hooren wil, dat een ïegeering, die zich mannen tot hare werk mend, kan ik toch begrijpen, wat iemand schreef oyer deze kwestie: of dan het instandhouden en oplappen van oude gebouwen de eerste roeping der kunst is, en of practische, ook finantieele en godsdienstige bezwaren, altijd moeten zwichten voor de almachtige kunst. Yeel meer ken wegen de heilige her innering voor ons aan dat gebouw ver bonden. Maar dat de zwaarte van dit argument, door de Protestanten, onder schat werd, laat zich verklaren. Met dat al blijft het jammer dat er geen oplossing gevonden is. Maar napraten over een fait accompli helpt toch niet. Daarboven had ik het over sollen met kunst. Op een ander gebied gebeurt dit veel meer en met veel noodlottiger gevolgen. Wat er tegenwoordig onder den naam en het voorwendsel van kunst en, vooral den laatsten tijd, ook van wetenschap, aan boek en plaatwerk wordt aangeboden, doet werkelijk de haren te hergen rijzen. Zeer te recht werd dan ook de laatste dagen, van bevoegde zijde, in Be Tijd daartegen geprotesteerd en gewaarschuwd. Alge meen wordt geklaagd over toenemend zedenbederf en criminaliteitmaar, naast het drankmisbruik, schuilt in bovenbedoelde praktijken de grootste schuld daarvan. Wat men in winkels en uitstallingen hier te zien krijgt, maakt vele berichten, in de chronique scandaleus© der dagbladen periodiek vóórkomend, begrijpelijk. Voortdurend protesteeren, het opvolgen van de in bijna alle katholieke dagbladen herhaal delijk geplaatste waarschuwing om niet te koopen in winkels, die dergelijke dingen te koop bieden, is het eenige middel. Daarnaast ware een wettelijk verscherpt toezicht wenschelijk. Mis schien kan onze tegenwoordige regeering mettertijd daarin voorzien. Doch in afwachting daarvan, moeten alle thans voorhanden wapenen worden opgeno men, om paal en perk te stellen aan den vernielenden krijgstocht, die zijn slachtoffers vooral zoekt onder de jeugd. AMSTELODAMENSIS. Amsterdam, 27 Juli '08. Wat onze briefschrijver hier en verder zegt, kunnen wij niet ten volle beamen. Hy vraagt, of wij ooit een onzer kerkgebouwen aan andersdenkenden zonden willen afstaan en wil met deze vraag de houding der tegen woordige bezitters van de N. Z. Kapel blijk baar vergoelijken. De gevallen zijn echter niet geheel gelijk. De Katholieken zullen, afgezien van alle bijomstandigheden, reeds tuigen nitkiest, welke met schandelijken ondank de heiligste verplichtingen beloonen, even slecht is als die mannen zelf». Dreigend hief Jean de vnist tegen zijn zuster op, maar hij verzon spoedig iets beters. •Ik wil u een voorstel doen, zuster», zeide hij, Ga zonder meer terug naar La Charette en ik zal er voor zorgen, dat Felix slechts verbannen en niet zal ter dood gebracht worden». Gij bedriegt mij Jean, ik geloof u niet; uwe beloften zjjn hnichelarij •Ik beloof het n bij bet leven mijner dierbare bruid I Als gunst zal ik aan Robes pierre om genade vragen voor den jeugdigen La Charette en hij zal mij die niet weigeren bljjft gij echter bij uw besluit, hier te blijven, dan is Felix verloren, gij kent mjj, Marie». •Ik ken u, verschrikkelijke man», zei Marie bevend, en er blijft my niets anders over, dan mij te schikken. Het zij zoo Ik ga naar La Charette terug, gij echter, broeder, denk aan uw belofte». N Een andere dag was aangebroken, de dag, waarop Louise de Puisdome, de bloedver wante van het trotsche adellijke geslacht La Charette besluiten zou, een boer als echt genoot te nemen, om haar hoofd voor de bjjl des scherprechters te beveiligen. Zij was alleen in een der prachtige salons van het hotel. Jean had haar even verlaten en haar beloofd binnen enkele uren terug te komen zij had hem vriendelijk ontvan gen, want aan hem dankte zij toch haar leven. Onverschilligheid en koelheid waren de hoofdtrekken van haar karakter. De ridder alléén om de heiligheid hunner kerkgebouwen deze niet aan andersdenkenden afstaan. Voor andersdenkenden blijkt dit bezwaar niet in die mate te gelden. Daarenboven was de N. Z. Kapel eenmaal een Roomsch kerk gebouw, zoodat in dit bijzondere geval de gelijkstelling allerminst opgaat. Wat dat »sollen« met de kunst betreft, merken wij op, dat de meer of mindere appretiatie van kunstwerken dikwijls geëven- redigd is naar de ontwikkeling en cultivee ring van eigen kunstgevoel en smaak, maar hoe dit ook zij, ontkend kan niet worden, dat den laatsten tijd maar al te veel van het mooie onzer kunstzinnige voorvaderen moét vallen onder den moker der geweldig- prafetische, twintigste eeuwache-burgers. Iets meer liefde voor de kunstvoortbrengselen, ook als het gebouwen betreft, ware daarom wel te wenschen en aprèa tout zjjn wij toch bljj, dat onze briefschrijver, evenzeer als wij, de elooping der Nieuwe Zyds-Kapel betreurt. De Redactie. Wanneer wij tegen de socialisten zeggen, dat zij strijd;' voeren tegen den godsdienst, heet hef; steeds, dat dit onwaar is, want dat'de godsdienst voor hen privaatzaak is. Wijzen wij hen dan op tal van voorbeelden en uitspraken der meest bekende socialisten, dan zeg gen zij immer, dat dit daden en uitingen zijn van bijzondere personen, waarmede de partij, als zoodanig, niets te maken heeft. In het partijprogram immers staat, dat de godsdienst privaat-zaak is! Yele goedgeloovigen liepen hierdoor in de val. Thans is dit echter niet meer mogelijk, indien de menschen slechts goed lezen wat er in het beginsel-program der nieuwe socialistische partij staat, waar mede ons vaderland zal worden verrijkt. Thans predikt men niet meer, dat de godsdienst privaat-zaak is, doch ver klaart openlijk, met hem den strijd te zullen aanbinden. In paragraaf 3 sub 2 van het beginsel program lezen wij nl., dat als middel om in het „bijzonder de stoffelijke be langen der arbeidende klassen en hunne geestelijke en zedelijke verheffing te bevorderen tot de uiterste grenzen, waarbinnen dit onder de bestaande maatschappelijke verhoudingen mogelijk is", zal worden gebruik gemaakt van 2°. Het bestrijden van kerkelijke en andere dogma's, vooral waar deze dienen om de proletariërs en andere misdeelden der maatschappij te doen berusten in hun lot en te doen afzien van krachtige pogin- lijke hoffelijkheid van graaf Eelix, de voor name manieren en de edele neigingen der familie, in wier kring zij tot dusverre leefde, hadden hare bewondering en sympathie niet weten te wekken. In den omtrek was alles stil. Uit de be nedenverdieping klonk het geraas der wach ters naar boven, die zich bü het ontbijt te goed deden aan den edelen wijn, dien de kelder van La Charette sinds lange jaren bevatte. Behalve de wachten, die binnen aan iederen ingang van het gebouw stonden, om zich aanstonds van graaf Felix meester te maken, waren alle bewakers van het hotel in de loge van het portaal bijeengekomen, die tot dusverre den ongelukkigen Bourdone tot verblijf gediend had. Louise gevoelde zich in dat hooge, prach tige vertrek niet te huis. Onwillekeurig doken bloedige beeltenissen voor haar geestesoog op en de eigenaars dezer rijkdommen staarden haar aan en wenkten haar te volgen zij beefde. Haastig zette zij zich voor het kostbare spinet van goud en elpenbeeniedere toon onder hare vingers scheen de kreet te zijn eener beangstigde ziel. Zij trachtte te lezen maar bloedrood schemerden de letters voor hare oogen en zij slingerde het boek ver van zich heen. Eensklaps sprong zij ontsteld op, een ge- ruisch drong tot haar door, het klonk als een haastige mannentred. Het kwam al nader en nader. Louise durfde nauwelijks adem halen. Daar ging de portière open en doods bleek stortte Felix La Charette gekleed als een revolutionair in het salon zyn blik viel op Lonise. •Eindelijk», riep hij, >God zij dank, einde lijk vind ik u I Wat is er gebeurd Uit gen, om zich betere levensvoorwaarden en hun toekomende rechten te veroveren. De dogma's der Kerk zullen dus worden bestreden, waardoor de oorlog aan den godsdienst verklaard is. Geen privaat-zaak is dus de gods dienst meer, neen, het beginsel der nieuwe socialistische partij brengt mede, den godsdienst te bestrijden Yoor deze openhartigheid zijn wij de Heeren zeer dankbaar en te gelegener tijd hopen wij er nog eens gebruik van te maken. Intusschen zien onze lezers nü reeds, wat het zeggen wil, als een socialist beweert, dat hij den godsdienst als privaatzaak beschouwd. Wel laat, maar toch eindelijk blijkt die bewering logen, ook volgens de socialisten Dultschland. Een nationale gift voor graaf Zeppelin. De gemeenteraad van Spandau heeft het initiatief genomen tot het bijeenbrengen van een nationale gift van het Duitsche volk voor graaf Zeppelin, den uitvinder der bekende luchtschepen. Het college wenscht, dat in alle Duitsche gemeenten 10 pfenning (6 cents) per hoofd door de bevolking worden bijeen gebracht, hetgeen te zamen een bedrag zal geven van zes en een half millioen mark. Dit bedrag zal besteed worden aan den bouw van luchtschepen en de voortzetting der pogingen met bestuurbare ballons op groote schaal. Frankrijk. Jubel op den jubeldag. Merkwaardig is het feit, wat het Parijsche dagblad de Univers verhaalt, n.l. dat op den 16den Juli 1.1., den 50sten gedenkdag van de laatste verschijning te Lourdes, een tref fend wonder zou zijn geschied. Op dien dag waren 50000 geloovigen ter beevaart naar Lourdes gekomen en deze allen bevonden zich in een gemoedstoestand van gespannen verwachting. Dien avond zou als buitengewoon feit des avonds te half zes een H. Mis worden opgedragen en wat was natuurlijker dan dat op de plaats, waar zoo dikwijls God Zyn almacht openbaart, een bovennatuurlijk zegel op de bijzondere gebeurtenis werd verwacht. Welnu, er heeft zich dien avond een gebeurtenis voorgedaan, die naar alle klaar blijkelijkheid den naam van wonderbaar verdient. Een katholieke onderwijzeres, mej. Léonie Lévêque, dochter van een apotheker te Lamballe, sinds een jaar ernstig ziek, in Bourdone's loge klinkt wild gejuich, vreemde mannen zag ik door de vensters loeren, waar zy slempartijen houden I Ik kwam door een zijdeur, een geheimen ingang, mij van mijn jeugd af bekend ik ijl naar de galerij en klop, het parool gevend bij de muur de deur blijft gesloten, angst foltert mij, ik ijl door de zaal alles doodsch, alles leeg. Nu echter vind ik u, en waar gij zijt, is ongetwijfeld ook mijn dierbare moeder. Hoe verlangt mijn hart, haar in mijn armen te drukken I» Louise had zich afgewend, de grootste vrees toekende zich in hare trekken .af. Wan neer Jean haar eens met haren vroegeren verloofde overraste wanneer men eens ver moedde, dat zy een banneling, een aristo craat in hare kamer herbergde...» •Vlucht, graaf, zeide zy gehaast, »om Godswil vlucht, uwe aanwezigheid brengt dood en gevaar. Niets niets heb ik met u te maken». Als versteend bleef Felix staan. •Groote God», stamelde hy, waak of droom ik Is dat Louise de Puisdome, mijne bruid, die zóó tot my spreekt, die my verloochent in bet paleis mijner voorvaderen, die mij van zich afstoot •Ik smeek, ik bezweer u, Felix», drong Louise aan, ga, ik wil - niet met u sterven wellicht is nu de vlucht nog mogelijk, hier mag men niet vinden». De jonge man greep naar zyn voorhoofd. Een gedachte kwam voor zijn geest. Hij ijlde op Lonise toe, en haar strak in de oogen ziende, vroeg hij •Louise, ik bezweer u bij alle heiligen, één vraag. Waar is mijn moeder, waar de trouwe Bourdone •Laat my met rust, ik weet niets», fiuls< haar hoofd geopereerd door een neus-specia- liteit tot zeven maal toe, waarvan drie keer onder bedwelming, was enkele dagen te voren naar Lourdes gekomen. Ze had een certificaat van dr. Chevallier te Mans, waarin werd aangegeven, dat geen behandeling thans mogelijk scheen wegens de plaatselijke gesteldheid der kwaal en de zeer verzwakte algemeene gezondheid. Zij kwam met zwaar verbonden hoofd te Lourdes aan haar wond droeg, en men ver wijderde zich van haar om den reuk, die van haar uitging. Tegen zes uur des avonds, gedurende de pontificale H. Mis, hield plotseling de pyn op, er trad een sterke verbetering in, die den volgenden dag nog veel verder was gegaan en toen zij zich aan het constatee- ringsbureau aanmeldde, scheen zy volkomen genezen. De wetenschap wordt weer eens voor de zware taak gesteld, verklaring te geven van een genezing, die zy moeilijk verklaren kan dan door te verklaren, dat andere dan natuur lijke oorzaken daarbij hebben meegewerkt. Door de Univers wordt erop gewezen en ook deze opmerking is treffend, dat de ge- nezene juist een katholieke onderwijzeres was, een dier dappere vrouwen, die niettegenstaande de moeilijkheden, haar door de vijandschap der overheid en de onverschilligheid der menigte berokkend, den strijd volhouden, den kamp op leven en dóód om de ziel van het kind... heeft O. L. Vrouw in Léonie Lévêque al haar mede-strijdsters en mede- lijdsters willen aanmoedigen? Twee kerkdiefstallen. In Bort, een stadje in Oorrèze, hebben de dieven zich in de kerk laten opsluiten en zijn er 's nachts weer uitgebroken, mede- nemende vier kelken, een monstrans van groote waarde enz. Te Aubazine, eveneens in Corrèze, hebben dieven een oude relikwie- kast, die men een f 15,000 waard acht, be- nevens andere kostbaarheden gestolen. Portugal. Kunstschatten vernield. Te Punta Delgada, op de Azoren, is een prachtige kerk verbrand. Het bedehuis, toe gewijd aan den H. Vincentius, was de rijkste Portugeesche kerk, die er bestaat, wereldbe roemd door de kunstschatten, die er verzameld waren. Heerlijk gouden vaatwerk, kostbare tapijten, schilderwerk en beeldhouwwerk van groote, oude meesters, alles is door het vuur vernield. Zwitserland. Een tunnelramp. Vrijdagmorgen te 3 uur had een ernstig ongeluk plaats in den Lötschbergtunnel. Door een ontploffing geraakte een massa Bteen en terde het jonge meisje met zwakke stem. •Louise I» Vaster greep hij haar bij de armen, zoodat zij byna ineenzakte. •Louise, waar is mfln moeder •In de gevangenis 1» klonk het antwoord als een zucht.' •En gij zyt hier De jonge man begon wild te lachen, het was een lach der vertwijfeling. Sidderend drukte Louise de handen voor haar gelaat, zij vreesde zyn blik. Maar zy had geen reden om schrik te hebben. Als een schaduw, zonder haar nog iets te vragen, was Felix uit de kamer ver dwenen. De vreeseiyke oogenblikken des wederziens had Louise doorstaan, zy wist het, dit was een laatste wederzien geweest, doch zy dacht daar verder niet over na. Gelukkig kwam Felix uit zyn paleis en stormde naar dë gevangenis der concierge. Hij wist wel dat zyn hoofd het grootste ge vaar liep, zoodra men hem in zyn verklee ding herkende, maar onweerstaanbaar werd hy naar de plaats gedreven, waar zijn ge- heele ziel aanhing. Wist hy zelf wel, wat hij daar wilde gaan doen Niemand, die daar niet thuishoorde, durfde een voet binnen zetten, geen groet, geen woord der liefde voor de gevangenen, maar hij zag tenminste de muren waarachter zyn geliefde moeder verzuchttehij was nu dicht by haar, wel licht kon hij een gesprek met de gevangen bewaarders aanknoopen, wellicht (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1