No. 62.
Zaterdag1 1 Augustus 1908.
2'"' Jaargang
FEUILLETON i
Buitenland.
R Kath. Nieuws- en. Advertentieblad
voor Moord-Bolland.
ïïit stormachtige Dagen.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
Verschijnt Woensdag en Saterdag,
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËNi
Van 15 regels30 eent.
Elke regel meer8
Reclames per regel......15,
GODSDIilSTWAIEDEIBIIG.
ii.
De vorige maal hebben wij gezien,
hoe in Frankrijk met de geringschatting
van het heilig geloof tegelijk het verval
van den godsdienst en de zegepraal
van het kwaad zich uitbreidt. Nu rest
ons, een blik te werpen op Amerika,
waar, in tegenstelling met het „katho
lieke" Frankrijk, voor een eeuw de
Katholieken nog niet 1 procent der
bevolking uitmaakten.
In het begin der 19de eeuw was het
aantal Katholieken in de Ver. Staten zeer
gering, n.l. 50.000 op de 5.300.000 in
woners. De Puriteinen, de Hollandsche
Gereformeerden, de Kwakers en de
Episcopalen, welke sekten in die tijden
daar het sterkst vertegenwoordigd wa
ren, konden toen lang niet als vrienden
der Katholieken worden beschouwd, en
de wetten der afzonderlijke Staten gaven
den Roomschen dan ook gewoonlijk niet
die vrijheid, waarin de leden van andere
kerkgenootschappen zich mochten ver
heugen. Langzamerhand werd echter
het Protestantisme als staatsgodsdienst
afgeschaft en konden de Katholieken
zich vrij ontwikkelen. En dit deden zij
ook, want na 50 jaren waren de 50.000
Katholieken van 1806 tot drie millioen
vermenigvuldigd, terwijl 33 bisschoppen
en 1800 priesters dit deel van Christus'
kudde moesten verzorgen.
Doch in de laatste 50 jaren is de
wasdom der katholieke Kerk in Amerika
nog veel sneller toegenomen, zoodat de
tegenwoordige toestand, de bijna geheel
katholieke koloniën buiten rekening
gelaten, kan wijzen op 14 aartsbis
schoppen, 89 bisschoppen, ongeveer
15000 priesters en niet minder dan 15
millioen geloovigen onder een gezame-
lijke bevolking van 80 million zielen,
dus ongeveer 19 procent.
Deze ontwikkeling, zooals er nauwe
lijks ergens ter wereld eene is aan te
toonen, moet volgens een katholiek
Amerikaansch blad uit St. Louis, voor
namelijk worden toegeschreven aan den
geest van vrijheidwelke tegenwoordig
in de Vereenigde Staten heerscht. Men
pleegt te zeggen, dat tusschen Kerk en
Staat in dat land absolute scheiding
bestaat. In werkelijkheid is dit ook zoo,
maar men is er den katholieken gods
dienst niet vijandig gezind, men eert
hem. Dit blijkt reeds duidelijk, wanneer
men bedenkt, dat de regeering zekere
oude gebruiken, als de Zondagviering,
Roman uit het Duitsch, van Herman Hirschf eld,
bewerkt voor »ONS BLAD».
16)
Zijn gedachten dwaalden af. Voor zijn
geest rezen overal gestalten op, mannen met
bazeroenen en roode mutsen, vrouwen van
iederen leeftijd, straatdeernen en opgetooide
dames eenigen hadden zelfs hare kinderen
op den arm. Immer dichter werd het ge
drang, Een woest geschreeuw klonk op en
voorspelde den dood.
Het was een loopen en dringen rondom
Relist, dat de arme jongeling als 't ware zijn
verstand verloor en toch was hij aan die
plek gebonden, waar aller oogen opblikten
naar de hooge gesloten ijzeren poorten der
concierge.
Schuchter wendde hij zich tot een ouden
man, die alleen stond en wiens gelaat niet
die woeste vreugd en wreedheid verried,
welke het uiterlijk der meeste om hem staande
personen te kennen gaf.
•Wat gebeurt er hier vroeg hjj zacht.
De oude wierp een wantrouwenden blik
om zich heen, maar niemand had op de
vraag van Felix acht gegeven.
•Vanwaar komt gij, en wie zijt gij, burger,
dat gij niet weet, wat hier gebeuren zal
vroeg hjj op denzelfden toon.
•Het slaat aanstonds twaalf uren, en op
dat uur gaat de kar met veroordeelde aristo
craten naar de guillotine**
Felix knikte zoo onverschilling, als had
!«nand hem een fabeltje verteldhij was
erkent, en sommige rechten van den
godsdienst verzekert en de voorrechten
van den geestelijken stand en het ker
kelijk bezit ongestoord laat voortbestaan.
Zoo werkt dus de Staat, zonder be
paalde betrekkingen tot de Kerk, mee
tot haar welzijn en dat harer geloovigen.
Een nog jong feit geeft getuigenis
van deze goede gezindheid. Het bisdom
van New-York vierde het eeuwfeest van
zijn vestiging. Wij hebben zoo juist
gezien, dat er wel reden was, om zich
te verheugen en feest te vieren na zulk
een ontwikkeling in dezen betrekkelijk
korten tijd. Een ieder betuigde dan ook
zijn sympathie; prachtige processie's
trokken door de straten en honderd
duizenden toeschouwers verdrongen zich
in de deuren, op de trottoirs en op de
daken der omliggende huizen, terwijl
aan de toejuichingen geen einde scheen
te komen. Bij de vele f6licitatie's ont
ving men ook de gelukwenschen van
president Roosevelt, die zeide, zich te
vereenigen met den jubel der Katho
lieken en de gebeden vroeg voor het
welzijn des lands. Het meest waar-
deerend is echter zijn getuigenis aan
kardinaal Logue, waarin hij verklaarde,
dat „de beste burgers der Vereenigde
Staten de katholieke priesters Zijn".
Aan zulk een uitspraak behoeven
wij niets toe te voegen, want dit enkele
gezegde van een om zijn wijsheid en
billijkheid zoo geëerd man, die buiten
onze Kerk staat, spreekt duidelijker en
krachtiger dan een geheel boek vol
redeneeringen.
Daarnaast staan de tallooze bakee-
ringen als krachtige bewijzen van gods
dienst-waardeering.
Voortdurend maken de bladen mel
ding van personen, die tot den katho
lieken godsdienst overgaan en van wie
het zoo goed als vaststaat, dat zij zich
bekeeren uit overtuiging. Onder hen
bevinden zich ook vele geleerden, kun
stenaars en andere personen van naam
en aanzien, terwijl nog voor enkele
weken ook op deze plaats werd bericht,
dat meer dan twintig Episcopaalsche
geestelijken onderwezen werden,om in de
katholieke Kerk te worden opgenomen,
van wie enkelen zich naar seminarie's
zouden begeven om voor katholiek
priester te studeeren.
In Amerika dus groote godsdienst-
waardeering, in Frankrijk verwaarloo-
zing, ja vervolging van den godsdienst.
Scherp is het contrast tusschen deze
beide groote rijken, beide met een
wereldgeschiedenis, beide om hun macht
HUI IIIB I III H II IIWBCT»
zóó overweldigd en afgestompt door hetgeen
hij had ondervonden, dat zijne opgewonden
heid het hoogste toppunt, de verbijstering,
bereikt had.
Ook bij staarde als in een droom naar
den ingang en zag naar de zonnestralen, die
op de deuren speelden. Hij dacht dat hjj
krankzinnig zou worden en luid zou moeten
lachen over het kluchtspel voor zyn oogen.
Maar neen, hij mocht niet lachenhij mocht
niet krankzinnig wordenhij moest zijn
moeder redden I
'Twaalf uur sloeg het van den naasten
toren. Onwillekeurig telden de lippen van
den jongen man den slag na. De ijzeren
deuren knarsten op hare hengsels, een ver
wachtingsvol stilzwijgen heerschte onder de
menigte voor de poort.
De trommen weerklonken. Achter een
groep gewapende burgers, die de voor- en
achterhoede van den stoet vormden, kwam
de noodlottige wagen die de voor de guillo
tine bestemde slachtoffers naar de plaats der
terechtstelling bracht. Er waren slechts vrou
wen op, allen in witte kleederen, het haar
onder een diep overgetrokken muts verbor
gen. Zóó ernstig, zóó waardig zagen zij er
uit, zóó opgeruimd waren hare gelaatstrek
ken hoewel met den dood voor oogen, dat
iedere ruwe borst week werd.
Strak staarde de jongeling naar den nood-
lottigen wagenzijn blik was nu op deze
dan op gene gevestigd. Hoevelen harer kende
hij, hoe menige gestalte, die nu het doods
kleed aan had, had hjj in de salons der
aristocratie gezien in met bloemen bestikte
japonnen, stralend van briljanten I
Maar eensklaps werd hjj zoo wit als
een ljjk.
De noodlottige wagen ging hem heel dicht
en grootheid door andere landen geëer
biedigd. Uiterlijk hebben zij veel punten
van overeenkomst, maar in do waar
deering en derhalve in den bloei van
den godsdienst loopen zij verre uiteen
en naar 't schijnt, om hierin nooit weer
tot elkaar te naderen. Of zal Frankrijk
zijn blinddoek afrukken en terugkeeren
op zijn pad?
Laten wij hopen dat dit gebeurt. Dat
het zich spiegele aan Amerika en dat
van den huidigen toestand van Frankrijk
niets meer overblijve, dan een nuttige
les voor een ieder.
Dultschland.
Een offer van haar roeping.
Duitsche bladen melden, dat uit de Stille
Zuidzee in het huis der Missiezusters te
Steyl het bericht is ontvangen, volgens het
welk Zuster Deogratias (Francieca Simonis)
bij gelegenheid van een tocht op zee den
dood heeft gevonden in de golven. Zij bevond
zich in een boot met twee medezusters en
een aantal kinderendeze boot werd door
de branding omgeworpen. De kinderen kon
den zich redden of werden gered, doch
Zuster Deogratias kon men slechts als lijk
uit het water halen.
De omgekomene was geboren te Maletatt,
in het diocees Trier, den 31en October 1872,
legde in 1894 op 10 Mei het examen af als
onderwijzeres, waarop zij 7 jaar op verschil
lende plaatsen als onderwijzeres werkzaam
was. Den 23en November 1901 trad zij in
het klooster ta Steyl.
Na geprofest te zijn werd zjj den 18en
Juli 1905 naar de Missie van Duitsch Nieuw-
Guinea gezonden, waar zjj zich met liefde,
ijver en goed gevolg wijdde aan de opvoeding
der Papoea-kinderen en stierf als slachtoffer
van haar roeping.
Frankrijk.
God bescherme Frankrijk*.
Tijdens zijn verblijf te Kopenhagen heeft
president Fallières ook een bezoek gebracht
aan het groote museum van beeldhouwwer
ken. In de afdeeling van moderne Fransche
sculptuur vestigde de directeur Jacohsen de
bijzondere aandacht van zijn hoogen bezoeker
op een beeldhouwwerk van Mercie, voorstel
lende een apotheose van Frankrijk, >Ik bad
op het voetütuk van dit kunstwerk zeide
de heer Jacobsen de woorden willen doen
aanbrengen>God beschermd Frankrijk.'
Maar ik heb er geen toestemming voor kun
nen krijgen men gaf voor, dat achter dit
devies, dat in onze harten gegrift is, politiek
zou kunnen gezocht worden. Daarom prijkt
voorbij en nu zag hij iets, dat het bloed in
zijn aderen deed stollen. Verdiept in het
lezen van een kerkboek, zat op den hoek
der bank een hooge gestalte met sneeuwwit
haar, met. milde en toch edele trekken
en Felix kende die gestalte, kende die
trekken.
Mijne moeder! Mijne...»
Zijn weegeklaag verstikte onder de hand
van den ouden man met het goedaardige
gelaat, die hem voorheen geantwoord en
scherp opgenomen had.
De betreurenswaardige viel in zijn armen,
en hij geraakte geheel van zinnen, terwijl de
wagen, waarop zijn moeder zat, zich verder
en verder verwy derde.
Gravin La Charette had in hare diepe
aandacht niets vernomen. Zonder een blik
op de om haar dringende menigte te wer
pen, las zij verder die laatste kelk zou
haar gespaard blijven.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Twee maanden waren voorbggegaan. Krach
tig bloeide de lente in 't land. Maar aan
den politieken hemel van Frankrijk wilde
het helaas geen lente worden I Ook het hoofd
der koningin was gevallen onder de ruste-
looze bijl der guillotine en het schrikbewind
duurde nog even bloedig voort. Ook op La
Charette groeide en ontkiemde alleswat
bekommert zich de kringloop der natuur om
menschenhaat en menschenleed I In den
grond, waarop de krijgsfurie woedde, rijpt
het koreD, bloeien bonte bloemen.
In het huisje, dat broeder en zuster fiollan
eenmaal gemeenschappeigk bewoond hadden,
leefde nu Marie alleen. Haar broeder troonde
als heer en meester op het kasteel La Cha
rette aan de zijde zijner gemalin. Het jonge
hot nu op da linten van dezen lauwerkrans,
die ik aan den voet van het monument heb
nedergelegd.
En de heer Jacohsen toonde den verbluften
president der Fransche Republiek een grooten
krans, op do linten waarvan in gouden let
ters h6t devies te lezen stond, dat van de
Fransche munten is verdwenen iDieu pro
tege la France, God bescherme Frankrijk».
Engeland.
Een nieuive oud katholieke bisschop.
Op 28 April 11. werd een zekere A. H.
Mathew in de St. Gertrudiskerk der Janse
nisten te Utrecht, tot oud katholiek bisschop
voor Engeland gewijd, door den aartsbisschop
Gul van Utrecht en de bisschoppen Spit
van Deventer, Van Thiel van Haarlem en
Demmel van Bon. Zeventien Jansenistische
priesters en 16 leeken hadden hem tot hun
bisschop verkozen.
Nu zijn er in den laatsten tijd in »The
Lamp», een Anglicaansch blad, verscheidene
beschouwingen en artikelen verscheo, getee-
kend >LIandaff».
Voor hen, die er belang in stellen, diene,
dat deze Llandaff niemand anders is dan de
bovenbedoelde A. H. Mathew, die beweert,
de j u r s hertog van Llandaff te zijn, ofschoon
de Engelsche regeering de wettigheid van
deze aanspraak volstrekt niet erkent.
De nieuwe Jansenistische bisschop dan
voor Engeland was aanvankelijk Anglikaan,
ging later over tot den Roomsch-Katholieken
godsdienst en werd priester gewijd, nog later
keerde hy echter het Katholicisme weder
den rug toe, werd een volslagen ongeloovige
en trad in het huwelijk.
Na eenigen tyd beweerde hij opnieuw het
Roomsch-Katholieko geloof te hebben omhelsd,
en legde zich als katholiek apologist toe op
letterkundigen arbeid.
Maar voor iemand die reeds éénmaal van
zyn geloof is afgevallen, schijnt een herval
bgzonder gemakkelijk. Althans de man heeft
er geen bezwaar in gezien zich nu maar weer
tot hst microscopische kuddeke der Janse
nisten te wenden, die men waarlijk wel
geen geluk kan wenschen met de keuze van
zulk een windwijzerachtig karakteren
zich tot Jansenistisch bisschop voor Engeland
te laten doopen.
Toch leest men in een artikel in •The
Lamp», onderteekend«Llandaff, Chelsfield
Kent; Aug. 1903» het volgende over schisma
Schisma heteekent een scheuring of een
verdeeling of een afwgking. Het beduidt dus
een splitsing der geesten onder de Christenen,
en wordt als zoodanig streng veroordeeld
door den H. Paulus. Maar een ernstigere
scheuring is die, welke een uitwendige
scheiding veroorzaakt van de zichtbare één
heid der Kerk. In zijn »Summa« beschrijft
meisje echter gruwde ervan, de kamers te
betreden, welke haar aan die dierbare familie
herinnerden, waaraan zij slechts onder gebed
en tranen kon denken. Niet éénmaal had zij
de woning der La Charette's betredenzij
leefde stil en eenzaam, alleen met hare her
inneringen.
Ook Jean scheen zijn zuster vergeten te
hebben. Hy was nu een welgesteld man. De
nyd riep hem wel achter zijn rug na, dat
hy zich een gedeelte van het vermogen der
grafelijke familie wederrechteigk had toege-
eigend, maar iedereen vreesde zijn invloed,
want een enkele aanwijzing van hem bij de
machtigen in de hoofdstad, leidde ten verderf.
Het werd reeds avond, toen er aan Marie's
deur geklopt werd. Het jonge meisje stond
van achter haar spinnewiel op, om open te
makenonwillekeurig week zij terug, haar
broeder Jean stond vóór haar.
•Zijt gij bang van mij vroeg hij vrien-
delyker dan hij anders gewoon was.
•Ben ik dan zoo verechrikkeigk
•Moet gij dat nog vragen», antwoordde
het meisje, >gij, de onrechtvaardige bezitter
van La Charette
Zwijg, meisje, dat zijn dingen waar gij
geen verstand van hebtwat gebeurd is,
moest gebeuren, anders ware ik nooit ge
lukkig geworden».
•Gelukkig herhaalde Marie, »en zijt gg
gelukkig
Jean wierp zich op een stoel.
»Ik meen van ja ben ik niet gehuwd,
niet rgk en gevreesd Zeker, ik weet wel,
dat Louise alleen uit angst mg bare hand
reikte, en dat zg mij in het diepste harer
ziel verafschuwtmaar om 't even ik
heb mijn wil doorgezet. Slechts één ding is
er dat mg hindert en ongerust maakt. Pierre
de H. Thomas van Aquine de schismatieken
aldus
•Schismatieken zyn die personen, welke
uit eigen vrijen wil zich onttrekken aan de
eenheid der Kerk. Deze eenheid bestaat in
de vereeniging der leden onderling en van
al de leden met het hoofd. Dit hoofd is
Christus, Wiens vertegenwoordiger op aarde
de Paus van Rome is.»
Men houde wel in het oog, dat Llandaff
en Mathew dezelfde personen zgn I Het moet
dan ook met de Jansenisten wel treurig
gesteld zijn, als zij voor hun bisschoppen
niets beters kunnen vinden
Zestig mijnwerkers in een brandende schacht.
Een vreeseigken nacht hebben in het
Engelsche kolenbekken 60 arbeiders door
gebracht. In de mgn Hinghhouse, nabij
Auchinleck, brak kort voor het afdalen van
de nachtploeg, brand uit in het gedeelte,
waar de kolen gezeefd worden. De vlammen
sloegen hoog op en 60 mijnwerkers, die In
een diepar gelegen galerg aan den arbeid
waren, zagen zich den uitgang afgesneden.
Allen waren genoodzaakt den nacht in de
diepte door te brengen, van alle gemeen
schap met de bovenwereld afgesloten. Eerst
na een krachtsinspanning, die 22 uren duurde,
gelukte het, het vernielend element meester
te worden, dat een schade van f 300.000
heeft aangericht. Spoedig werd toen verbin
ding met de afgesloten mgnwerkers verkre
gen. In den namiddag bracht men de eerste
geredden boven. Zg waren bewusteloos van
de slechte lucht, die zij hadden ingeademd,
maar verder waren zg ongedeerd Een menigte
menschen verdrong zich om de plaats, waar
de mijnwerkers worden afgelaten en opge
haald. Toen de eerste geredden aankwamen
en daarbg tevens het bericht vernomen werd
•allen gered», ging uit die menigte een oor-
verdoovend gejuich op.
Tegen de souvenir jacht.
Te Londen heeft het seizoen voor souvenir-
jagers zijn hoogtepunt bereikt en iederen dag
opnieuw moeten de eigenaars der voorname
Engelsche hotels zich schikken in het feit,
dat met elke vertrekkende Amerikaansche
familie tevens een zilveren lepel of zoo iets
dergelijks verdwgnt.
Het verzamelen van souvenirs, de epide
mische ziekte onder reizende Amerikanen,
komt den heeren hoteliers zoo duur te staan,
dat ze en grand comité zgn gaan peinzen
over een geschikt surrogaat, dat de aandacht
der gasten van de kostbare tafelvoorwerpen
zou afleiden. Zoo wordt in een der Londen-
sche hotels den gasten een sierlijk bewerkt
nikkelen ijslepeltje als souvenir aangeboden.
Op den steel prijkt duidelijk zichtbaar tus
schen bloemen en ornamenten het woord
•Londen».
Gregoire, de kleinzoon der oude heks, zwoer
mg wraak en ik ken hem, hg houdt zgn
eed. Sinds eenigen tyd wordt de omtrek
door een bende onveilig gemaakt, die met
gewapende hand op roof uitgaat. Niemand
kan haren schuilhoek ontdekken, niemand
weet, waar zij haren buit verbergt. Als Pierre
eens onder die mannen was, en zg het waag
den, tot op La Charette door te dringen I
Doch hierover wilde ik niet met u spreken»,
onderbrak hg zich zelf»wat mg tot u voert,
gaat u zelf aan».
•Mij vroeg Marie verbaasd.
•Binnen drie dagen hebben wij, geigk leder
jaar, in 't dorp La Charette ons rozenfeest,
om den terugkeer der lente feesteigk te vieren.
De regeering staat er erg op, dat het met
allen mogelijken luister plaats vinde en ik
ben aangesteld, om voor het noodige zorg
te dragen».
•En wat gaat mg dat aan 7» vroeg Marie.
•Wanneer gg feesten durft geven, terwgi
de zoon en erfgenaam van het huis La Cha
rette als een verlatene, een beroofde in den
vreemde vertoeft, dat moet gg zelf maar
verantwoorden, doch laat mg alsjeblief buiten
uwe plannen».
•En toch zgt gy een der hoofdpersonen
van het feest», meende Jean.
•Gg zult u herinneren, dat het gebruike-
lyk is, een rozenkoningin te kiezen, die in
triomf door het dorp gevoerd wordt. Men
kiest hiervoor het zedigste en wijste meisje
der gemeente uit en zoo'n uitverkorene mag
daar heur geheele leven trotsch op zgn. U,
Marie Rollan, heeft de gemeente in geheime
vergadering tot rozenkoningin uitgeroepen, en
weldra zullen de dorpsmeisjes hier zijn, om
u die eer te boodschappen».
Wordt vervolgd),