R. Bath. Nieuws- en AdvertentieMad voor Itfoor^-IIollaiid. No. 67. Woensdag 19 Augustus 1908. 2,Ie Jaargang FEUILLETON: 3S"i Auq. Verschijnt Woensdag en Zaterdag, Buitenland. Uit stormachtige Dagen, ONS LAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAU Hoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN: Van 1—-5 regels 80 cent. Elke regel meer 6 Reclames per regel15 V Een behartigenswaardig woord. Daar wordt in de laatste jaren met veel lust en ijver gewerkt aan de vor ming der jongelingschap. Het werk dei- patronaten baant meer en meer zijn weg. Maar toch nog zoovelen worden er gevonden, die nog hardop durven zeggen: och waarvoor toch zulk een drukte, zulk een drijven: wij in onze jeugd hebben nooit van dat alles ge hoord. Daarom kan het eens nuttig zijn, het oordeel te vernemen van den Bisschop van Munster, hoe deze Kerk vorst oordeelt" over het werk der pa tronaten. Een statistiek dezer Vereenigingen werd in het begin van 1908 gezonden naar Z. D. H. Bisschop Hermann, die daarna het volgende schrijven zond, wat wel der moeite waard is, hier in zijn geheel te worden overgenomen: Munster, 14 Febr. 1908. Uit uw schrijven omtrent den stand der verschillende jongelings-vereenigingen over het jaar 1906—1907 hebben wy tot onze allergrootste blijdschap mogen zien, dat op dit zoo belangrijk terrein, vooral door de jongere geestelijkheid van jaar tot jaar met steeds klimmenden ijver wordt gearbeid. Bovenal verheugt "het ons zoozeer, dat de directeuren dier Vereeni gingen zich zooveel moeite getroosten, de jongens, aanstonds bij bet verlaten der school, Da te gaan, hen Zondagsmiddags bQ elkander te brengen ten einde hen te beschermen, verder te vormen en op te voeden door hun "de~gron&T)o$h'B&teA''vau een echt Christelijk leven in te prenten. Niemand zal het in twijfel trekken, of deze arbeid in de Vereenigingen is .ziel zorg, in den eigenlijken en waren zin van het woord. Dit nieuwe gedeelte der zielzorg moet in onze dagen niet meer achterwege blijven, vooral niet in steden, in plaatsen van industrie, ja zelfs op het platteland kan zij niet meer ontbreken. Wanneer de priesters, in de vaste over tuiging, dat het in onze dagen zoo nood- zakeiyk is, ook op dit arbeidsveld met yver en wyze voorzichtigheid werkzaam zijn, dan is het voor ons tevens een troostvol bewijs, dat zy de hooge gave hunner priesterlijke roeping met vollen ernst begrypen en den arbeid van den priester in geheel zyn volheid uitoefenen. De eeuwige Hoogepriester en groote Vriend der jeugd zal op dezen arbeid met wel gevallen neerzien en het edele, ja soms zware werk, zyn beiooniug niet onthouden. Van ganscber harte geven wy voor de Roman uit hetDuitsch, van Herman Hirscbfeld, bewerkt voor »ON8 BLAD». 21) Twyfeiend schudde de jongeling het hoofd. •Wie waet, wie weet», zeide hy, «mis schien breekt de dag aan, waarop gy my verloochenen zult en den jongeling zonder naam trotsch voorbygaat I O Claire, Claire ging hy verder, »hoe dikwijls heb ik op deze plaats gezeten, wanneer de zon scheen tot op den bodem der zee, en bad ik de zee, mij paarlen te schenken uit de diepte en van de schatten, die daar hangen aan de koraalriffen en op de mosselbanken, maar zy bleef stom in den zonneschyn, stom in den storm der elementen toen ik dezelfde bede tot haar richtte. En rijk, rijk zou ik willen zyn om n, Claire I Dikwyis droom ik ^ien sehoonen droom, waarin ik myn schatten a"«n uw voeten leg en breekt echter de aan, dan is alles vervlogen en ik ben niets dan een arme, verweesde knaap, dien Pierre Gregoire eenmaal naar dit strand van FrankrijVs kust bracht, als een jongen hond, dien men pl' medelijden opneemt om hem niet te lateif omkomen. Wie ben ik, wie zijn myn ouders 7 Ik weet het niet. Moeder Gregoire kan of wil my geen inlichtingen geven en Pierre heeft sedert achttien jaren geen voet meer op dit eiland gezet. Moeder Gregoire spreekt niet gaarne over hem, het schynt, dat hij haar leed berokkent, en ik durf dat door myn vragen niet ver- Baarom beschouw ik my als een verdere vruchtbaarheid van uwen arbeid onzen bissthoppelijken zegen. t HERMANN. Welnu, wie nog niet begonnen is, sla spoedig de handen aan het werk en talme niet langer; de oogst is groot doch de arbeiders zijn nog weinig. Een „Truc". Curieus en leerrijk tevens is hetgeen de Romeinsche correspondent der N. Bott. Grt. onlangs over een misdadigers- truc schrijft: Met een kleine truc hebben de misda digers voor een tijd de politie en het ge recht by den neus genomen. In de klasse der boosdoeners had men opgemerkt, dat de collega's, die aan epileptische aanvallen leden, een zachtere behandeling voor de heeren rechters en gezworenen ondervon den. Het is niet uitgemaakt of zij den invloed van de leerstellingen van Lombroso op die clementie bemerkt hebben. Het feit zelf ontging hun niet en zij bestudeerden de epilepsie in de uiterlijke verschijnselen. Het ging natuurlijk in alle stilte, met die geheimzinnigheid, welke «l'uomo delin quents» gewoon is toe te passen. Binnen een jaar vermeerderde het aantal gevallen van epilepsie schrikbarend. Er kon geen schavuit van eenige beteekenis gevat wor den of hy viel in krampen op den grond en deelde welgemikte trappen aan de agen ten uit. Juist op het oogenblik, dat dezen hem zijn bekomst terug wilden geven, ver toonden zich de verschynselenbreed® - randen van schuim om de lippen. Het in den dienst verhard gemoed werd week. wc?" IAD ATI (TP. ginnen de misdadigere ook meer en meer den ontoerekenbare te spelen. Zij houden zich heel of half „gek" en trachten aldus de welverdiende straf te ontgaan. - Of het getal groot is van hen, die hierin slagen, valt natuurlijk moeilijk na te gaan. Maar dat velen gestoorde geestver mogens simuleerën, staat vast. Haastig trekken zij partij van een „nieuwen koers" in de rechtspleging. En bovenstaand verhaal bewijst maar al te zeer, dat zij met hun listig gedoe tal van malen dupes kunnen maken. De Italiaansche „truc" is ook voor ons land een waarschuwing. 'JJC ui,3u£0rifel'1beid jbtfafaa .rarmt ,j lukkige zieke, een sujet om te demonstree- ren. Voor het gerecht kwam de groote uitvoering, met al de verschijnselen in den meest acuten staat. Het spelletje heeft eenigen tyd geduurd eer men bemerkte, dat de heeren misdadigers zich om den mond dik met zeep insmeerden, die iu geval van nood rijkelyk schuim koe ,eve- ren. Op de school van de agentua werd er een college over gegeven, de kranten maakten de truc met het «zeepje» bekend. Bij den tegenwoordigen stand van de po- litie-wetenschap loopt een arrestant, die zeep gebruikt, een leelyke kans, dat hy veroordeeld wordt. Men onderkent het echte schuim van hun schuim. Wie er het ergst aan toe zyn? De ware epilepticiI Er ligt in dit relaas een les opgesloten, die ook ten onzent behartiging verdient. Nu het al meer en meer gewoonte wordt grootere en kleinere delinquenten buiten vervolging te stellen, omdat zij „ontoerekenbaar" worden geacht, be- zaadkorrel, dien een woeste wind naar een vreemd land droeg en die, tot boom opge groeid, zich niet thuis gevoelt onder de plan ten, die hem omringen hij verlangt naar zyn broeders, doch waar die te vinden In vreemden gronden schoten zijn wortels, en duisterde niet een milde wind als een groet uit het vaderland, door zijn blaren, groetten hem niet de troostende zonnestralen, by zou verdorren en wegsterven. Gij, Olaire, zijt mijne zon». Het jonge meisje antwoordde niets, sprake loos reikte zij Robert de band. Een kleine eilandbewoonster, clie het zware werk voor moeder Gregoire verrichtte, kwam juist uit het huis. Het was een blondharig kind met roode wangen, in de dracht der eilandbewoonsters, in een roodgestreepten rok, die de blauwe wollen kousan niet ver borg en een Hjfje dat hier en daar met zilverdraad bestikt was. «Moeder Gregoire heeft de juffrouw hoo- ren spreken en wenscht u te zien», zei het kind. Claire stond op. «Ik kom», zeide zy, en tot Robert ging sij verder «Mijn vader wil met u spreken, Robert, ik geloof dat hy met u over uwe toekomst wil spreken. Myn ouders komen nog bij moeder Gregoire, wilt gy ze daar opwachten «O zoo gaarne I» riep Robert. «Ik vereer elk woord uit den mond van uw goeden vader en uw zachte moeder is voor mij het zinnebeeld der vrouwelykheid». «Ja, myn ouders zyn beste menscben»,: riep Olaire«boe geduldig dragen zij hun lot, ver van het vaderland te moeten leven I Doch ik mag niet langer hier biyven, anders De Toekomst?-Staat. In De Klok, het socialistisch weekblad van Van der Zwaag en Havers, no. van 81 Juli 1.1., staat te lezen: Een andere weg moet ingeslagen worden I Zal de socialistische samenleving inder daad na eeuwen misschien I komen, dan is noodig, dat inden menschelyken geest 'n revolutie p seats heeft, die hun (hem zal doen herbaren worden dan moet door directen economischen opbouw eener vrije maatschappij het kapitalistische stelsel vervangen worden». Van groot vertrouwen in de socialis tische beloften getuigt deze uiting niet. „Zal de socialistische samenleving INDERDAAD... komen"... En als hij komt, dan „NA EEU WEN"... Ér blijken toch nog socialistische woordvoerders te zijn, zegt de Limb. K., die gezond verstand genoeg hebben, om zeiven niet sterk te gelooven in de gouden toekomstbeelden, die het socia lisme voorspiegelt, en moed genoeg, om voor deze hunne meening uit te komen. hierop was een bestuursonderzoek vanwege de provinciale overheden gevolgd. De rechter Nayoit de Termicourt, die ook de onregelmatigheden in bestuurszaken te Antwerpen en te Brussel onderzoekt, houdt zich nu te Schaerbeok eveneens met het rechterlijk onderzoek bazig. Huiszoekingen werden gelijktijdig gedaan in de woningen van de schepenen van open bare werken en twee gemeentsbeambten, En overal hebban de magistraten boeken en papieren in beslag genomen. Reeds den dag te voren had in eene an dere gemeente eene huiszoeking plaats gehad bij een vroegeien schepen. De klacht zou uitgaan van een afgewezen aannemer. Er zyn boeken in beslag genomen, melding makende van sommen, toegekend aan 7 per sonen, slechts met naamletters aangeduid, onder welke men noemt een schepen, een ingenieur en een beambte van het provin ciaal beheer. Onder deze zeven personen was een over eenkomst gesloten 55 ten honderd van de winsten op de aanneming onder elkaar te verdeelen. Ieder deelgenoot had een photo van deze geschreven overeenkomst, doch het is den onderzoeksmagistraat niet mogeiyk geweest, deze te ontdekken. De aannemer, by wien de boeken in beslag zyn genomen, werd door den magistraat met onmiddellijke aanhouding bedreigd, indien hij niet de beteekenis aangaf van de naam letters. Na een droevig famiiietooneel besloot hij te bekennen. En bij was het, die het bestaan van de verschillende exemplaren van de gesloten overeenkomst vermeldde. Volgens de XZe siècle is het de gewezen schenen van -T»^"»an. Zaterdaeayond 1.1 I ue ^-P-A.^Siè eene klacht naai^orne'!a provinciaal bestuur zou hebbsn gezonder^ omdat zijn deel, de 15 pet. die hem toe kwam, en die eene som van 100.000 fr. uitmaakten, niet werden uitbetaald. Hij had dengene, die hem de som moest uitbetalen, met een proces gedreigd, indien hy niet zijne verplichtingen nakwam. Dultschland. Katholiekendag. Voor de 55ste keer komen de Duitsche België. Een vreemde historie wordt uit België bericht, een geval dat dreigt te worden een groot «schandaal» en tegelijk een oorzaak van polemiek tusschen rechts en links. De Patriote schrijft nu daarover Katholieke raadsleden hadden in openbare zitting reeds op zekere onregelmatigheden bij de aanbesteding van werken gewezen en kon moeder Gregoire wel eens ongeduldig worden». Zy ging haastig het huis binnen en kwam in de eenige verdieping, waar zich de kamer der oude vrouw bevond. Dit vertrek was wel klein en eenvoudig, maar hoogst zinde- lyk. De muren en het houtwerk onder de vensters met de kleine in lood gezette ramen waren volgens het gebruik van het land rood en blauw geverfd de zware, ijzeren kist in den hoek droeg blinkend keukengerief en da bank tegen den langsten wand, de stoelen en de tafel waren van beschilderd hout ver vaardigd. Tegenover het geopende venster met het uitzicht op de zee, stond het bad, waar moe der Gregoire op rustte. Zij was die sterke vrouw niet meer, die vroeger de bewoners van La Charette vrees aanjoeg, de koene begeleidster van den smokkelaarals een tengere oude vrouw met matte, slappe trek ken lag zij op haar bed, alleen de oogen keken nog even frisch en doordringend als voor twintig jaren. «Bent gy daar, kind vroeg zij, het jonge meisje vriendelijk aanziende«ik hoorde u beneden met Robert spreken, ja, ja, dat jonge volkje heeft veel te vertellen en de oude lui kunnen maar wachten». «Niet boos zijn, moeder Gregoire I «Hoe komt gij daarop?» meende het oudje die heden goed geluimd was naar scheen «Robert is een goede jongen, die het wel verdient dat men hem vriendelijk aanspreekt, en u is hij van ganscher harte toegedaan». «En had ik hem reeds niet lief als den besten en trouwsten vriend», riep het jonge meisje, «ik zou hem liefhebben, wyl hy uw pleegzoon is en ik u en de uwen zooveel dank schuldig ben, Door de Gregoire's Katholieken in jaarvergadering bijeen. Thans valt aan Dusseldorp, de mooie stad der kunst, aan den RyD, de eer te beurt. Dit congres, waaraan uit alle streken van het «grosze Deutsche Vaterland» de steeds trouwe leden deelnemen, krygt een bijzonder cachet door de viering van het Gouden Jubilé des Pausen. Overweldigend was op den eersten dag de feestoptocht der werklieden vereenigingen en het défilé voor den Kardinaal Aartsbisschop van Keulen. Een onafzienbare ry honderde en hon- myn vader vertelde het meer dan eens werd hy uit doodsgevaar gered, gij naamt den vluchteling in uw huis op, totdat ook de dame, aan wie by zijn bart geschonken had, uit het rijk der verschrikking veilig was aangekomen. In Hamburg zegende de priester hun huwelyk in en hier op het eiland be gonneu zy met het weinige, dat myn vader uit den maalstroom der revolutie gered had, een nieuw, stil, gelukkig leven». «Ja, ja, dat is lang geleden», zei moeder Gregoire nadenkend, «en achttien jaren, sinds Pierre my Robert bracht, achttien jaren. Hij wilde om dezen tyd terugkeeren, geve God, dat ik zoo lang nog leve». «Welk een gedachte I» riep het jonge meisje, «gy zult nog lang leven, moeder Gregoire, gy zult Pierre terugzien en ook uw zoon Louis het kan toch niet anders». Het oudje schudde het grijze hoofd. «Ik weet niet», zei ze toen, «maar ik heb dikwijls zulke vreemde voorgevoelens van een naderend einde. Mijn Louis zal nooit meer van het pad der gerechtigheid afwijken, maar Pierre wat is er van hem gewor den Zoo zelden hoor ik in mijn eenzaam heid iets van hem, en als hy komt met welk doel Zij hield in en staarde peinzend voor zich heen. Diepe stilte heerschte in de kamer en het klateren, als Robert een schepel water in de zee terugwierp, drong tot de twee boven door. «Moeder Gregoire», zei Claire eindelijk, «kent gy Robert's afkomst De oude schrok op, «Hoe komt gij op Robert vroeg zy. «wyi ik beneden daarover met bem sprak», antwoordde Olaire; «het maakt hem soo derde en honderde banieren in alle moge- iyke kleuren met soms zeer mooi borduur- en brocaatwerk, stak frisch en opgewekt af tegen het stemmige groen van boschjes en boomen. Onafzienbaar was die ry van banieren, onafzienbaar, eindeloos ook de stoet zelf. In gesloten gelederen trokken zy daar voorby, de mannen des arbeids, met opgewekte ge zichten en veerkrachtige echreden. Het eene muziekkorps was nog niet voorby of het andere volgde reeds. Bijna zeventig muziek korpsen trokken mede en onder de tonen van al die vroolijke en opgewekte muziek marcheerde het leger van den arbeid krach tig en welgemoed voorby. Vóór het slot en de tribnne gekomen, werden de banieren ge bogen ten hoofschen groet aan den kardinaal aartsbisschop en een krachtig hoera steeg voortdurend de lucht in. Kardinaal Fischer, die aanhoudend boog en met de hand groette, scheen hoogst voldaan over het hem geboden schouwspel en was zeer opgewekt. En al maar door trok de stoet, geen einde was te zien de ry der banieren scheen eindeloos. Links en rechts waren reeds honderde verdwenen en steeds kwamen zij by tien tallen onder het groene bladerdak als in een galerij van groen en boomen aangedragen. Het aautal der defileerende mannen leek -A onbegrensd. In dichte drommen trokken zy voorbij, onophoudelijk, compagnie na com pagnie, batailion na bataillon, regiment na regiment met hun aanvoerde», de besturen en adviseurs. Ruim vijftig duizend man telde de etoet. Denk u daar eene even invijftig duizend man. rijke provinciestad dat is ongeveer zee maal.., de heele S. D. A. P. van Nederland I Ruim vyftig duizend man trokken daar voorbij een machtig heirleger van den arbeid dat optrekt, de vaan dee Kruiees in top, ter overwinning I De indruk, dien zulk een stoet maakt, is dan ook gewoon onbeschryfeiyk. Zelfs de overdrijvende Duiteche» konden maar één woord vinden«groszartig» in den super latief. Nooit zag Diisaeldorf zulk een stoet, de heele Rynprovincie misschien nietl Da moreele invloed, die van zulk een ontzagiyk grootsche demonstratie uitgaat, ie niet te onderschatten. Wat men dan ook moge denken of zeg gen, iedereen meet erkennen, dat een demon stratie als deze door geen party in Doitsch- land zou kunnen worden tot stand gebracht. Het was een éénig onbeschrynyk indruk wekkend schouwspel. Eindelyk, na byna anderhalf nur kwam ongelukkig, niets van zyn ouders te weten. Heeft Pierre u niets toevertrouwd «Niets», antwoordde de oude byna ruw, «ik heb niets dan gissingen en vermoedens en daarom vooral hecht ik nog aan het leven, totdat ik Pierre weer gezien heb. Mocht echter» en zij ging fluisterend verder «mocht de wil des hemels mijn oogen vroe ger sluiten, waak gy dan over hem met al de macht, die gij over hem hebt». «Moeder Gregoire I» riep Claire en zy kreeg een-kleur, «Niet zonder reden noemde men my een heke», zei moeder Gregoire met een flauw lachje, «ik lees in gelaat en ziel. «Behoed hem voor Pierre», ging zy verder, verlies hem niet uit het oogmocht gy het eiland verlaten, laat hem u dan zweren, dat hy zich niet aan Pierre verbinde, zyn geest ia licht ontvlamd, de verleiding is sterk en het noodlot is blind», eindigde zij somber. «Ik beloof het u U riep het jonge meisje plechtig, «moge God my de kracht daarvoor verleenen 1 De komst eener eenvoudig gekleeds dame maakte een einde aan 't geaprek. «Myn moeder!» riep Claire, terwyl zy op stond en de bezoekster tegemoet snelde, die door de oude Gregoire allerhartelijkst werd welkom geheeten. Het was de echtgenoote van graaf Feli -' La Charetteop het eiland kende men beid slechts onder den naam «Charette». Hf dochter Claire was nu even oud als Marie Rollan, toen men deze tot rozenkoningin van het dorp La Charette gekozen had, (Wordt vervolgd! f 3 i. "9 D. or en omme- NE te «\and °oat- ren, raat,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1