R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor KoerS-Sollandi No. 71. Woensdag- 2 September 1908. 24e Jaarg-ang- FEUILLETON i Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Buitenland. Uit stormachtige Sagen. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 60 cents per drie maanden franoo aan huis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN t Tan 15 regels30 cent. Elke regel meer6 Reclames per regel 15 Teekenend. Het wil er bij onze tegenstanders niet in, als van geloovigen kant som wijlen verzet wordt aangeteekend tegen sommige tooneelstukken uit zuiver godsdienstige overwegingen. Onbegrijpelijk komt bet hun voor, dat onzerzijds bezwaar wordt ingebracht, zoo haast inhoud of strekking van een tooneelwerk indruischt tegen christelijke zedelijkheidsbegrippen in het algemeen of de christelijke opvatting van de heiligheid des huwelijks e. d. in het bijzonder. 't Is kunst heet het dan dat moet genoeg zijn. Maar nu stonden wij in de kermis- week voor een raadselachtig verschijnsel. De Ned. Tooneelvereeniging bracht Donderdagavond in haar schouwburg tent voor het voetlicht „De Meid" van den talentvollen Heijermans. Zoo weer zinwekkend is dit tooneelwerk, om niet te zeggen walgingwekkend om ruwheid en platheid van taal vooral, dat men er anderzijds geen woorden voor vinden kan om genoegzaam zijne verbazing lucht te geven over deze verspilling van onmiskenbare talenten, gelijk de artiesten van de Ned. Tooneelvereeniging voor de meerderheid zijn, aan een mis lukt product van een geniaal auteur. Dit is wel opmerkelijk. Het schijnt dat men anderzijds toch ook nog wel naar iets anders wil vragen dan naar vernuftig samenstellen en treffende realiteit en juiste karakter uitbeelding en volmaaktheid van spel. Het bewijst eigenlijk nog, dat men zelf niet alles kunst heet wat pakkend het reëele leven weergeeft scherp als een foto, al wordt het ook op onbe rispelijke wijze uitgevoerd. Al wordt aan gene zijde blijkbaar alleen gevraagd, dat men de grenzen van het fatsoen eerbiedige in den grond der zaak doet men wat aan dezen kant telkens weer geschiedt: men verwerpt practisch het onhoud bare: „de kunst om de kunst", even goed als wij het doen. Zoodat ons geen verwijt meer treffen kan, als wij verlangen, dat op het tooneel rekening worde gehouden met de onafwijsbare eischen der christelijke moraal. V Vrouwenkiesrecht. Zooals men weet zijn de socialisten nu voor vrouwenkiesrecht. Een paar Roman uit het Duitsch, van Herman Hirschfeld, bewerkt voor >ONS BLAD». 25) .Het noodlot heeft hem getroffen», ant- woorddet gij met een heimelijk lachje »bij verloor zijn eenigen zoon en erfgenaam. Het kind naderde in een onbewaakt oogenblik den vijver en viel in het waterhet lykje kon men niet vinden, maar den hoed en één schoentje dat men vond, bevestigden, de vreeselijke waarheid.» God heeft recht ge sproken 1 riep ik getroffen 'voorloopig» ant- woorddet gij, >maar de wraak, die ik hem zwoer, voltrek ik zelf, zij zal hem waardig zyn.» »Ik heb ze tot dusverre nog niet vol bracht,» viel Pierre de grootmoeder in de rede. >Jean Rollan leeft als een groot heer op La Charette». 'Gij verliet aanstonds weder het eiland, om tot nw ond bedrp terug te keeren», ging moeder Gregoire verder, >en ik had tijd ge noeg om na te denken over hetgeen gij mij hadt medegedeeld. Lang schemerde het voor mijn oogen als een ondoordringbare duisternis, eindelijk echter werd het dag. Pierre, toen KÜ den knaap naar mg bracht, vond ik Blechts één schoentje aan zijn voeten, het andere ligt aan den oever van den vijver te La Oharette. Toen ik het uitgeputte, half verhongerde kind ontkleedde, vond ik om zijn hals een doek met het wapen der La Charette's er op gestikt, een van die doekjes, die de ongelukkige gravin eens voor den jaar geleden moest mr. Troelstra daar niets van hebben; vrouwenkiesrecht zou de reactie in de hand werken, en dat maakte de rekening der socialisten niet, die slechts bevorderen wat hun positie sterkt. Enkele Roomsche bladen, o.a. De Residentiebode en Het Huisgezinvroegen nu, of men hier te doen had met ver andering van tactiek. Mr. Troelstra, die tegenwoordig weer de pen voert in Het Volkantwoordt op die vraag o.a. In onze Nederlandsche party hebben de soc. dem, vrouwen zich eerst de laatste jaren georganiseerd. Tijdens de indiening van ons kiesrechtvoorBtel hebben zjj zich niet laten gelden. Maar in 1906 hebben zy zich met onze Kamerfractie in ver binding gesteld en een nieuwe propaganda voor algemeen vrouwenkiesrecht begonnen, en wel met een vergadering te Amsterdam, waar o.a. Troelstra de zaak besprak in den geest als de Kamerfractie thans heeft besloten. Het Kongres der Partij van dit jaar heeft een resolutie aangenomen in den geest der Stuttgarterresolutie en met volle zeilen kan en moet nn door alle organen der Party op algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen worden aan gestuurd. Volgen dan nog een paar hatelijkheden aan het adres van de Roomschen. We hebben hier dus, merkt De Resi dentiebode op, met pure tactiek te doen. De leider der socialistische fractie wiens woord ter Amsterdamsche verga, dering weinig in overeenstemming was met zijn terzelfder tyd geuite vrees voor reactie vindt zelf de zaak een beetje zonderling en geeft zijn Katholieke vragers zelf in den mond»dat in dezen dus geen leiding is gegeven van boven naar beneden, van de Kamerclub aan de Party, doch van beneden naar boven van de beweging aan hare voorvechters in het Parlement». Mr. Troelstra kan dit niet tegenspreken en tracht zich te redden met een hatelijk heid aan de Katholieke Kamerclub daarbij vergetend hoe ernstig er onder ons naar gestreefd wordt het kiesrecht- vraagstuk tot de best mogelijke oplossing te brengen. Zooveel moeite geeft de socialistische fractie zich niet. Zoo de wind waait, waait haar rokje. 't Is makkelijk, maar ferm is anders. De socialisten zullen 't niet alleen makkelijk, maar ook ferm en winst gevend vinden; wie 't niet met hen eens mocht zijn kijkt natuurlijk door een beslagen bourgeoisbril. eigen zoon gemaakt had en trouw bewaarde, tot het noodlot haar alles ontDam. Pierre Gregoire, het kind van Jean Rollan is niet dood, niet verdronken, een booswicht heeft het weggeroofd en gy zijt die roover »Nu ja, die ben ik», riep Pierre wild, >en ik had mij juist iets voorgenomen, toen op het kasteel La Charette een zoon geboren werd, en Jean Rollan zich op het toppunt van zijn geluk gekomen waande. Het kind was zijn afgod, tegenover den knaap was hij lief en als een lamtwee jaren duurde die heerlijkheid. De knaap werd groot en sterk, en ik meende het uur gekomen. Op zekeren keer sloop ik tegen den middag den tuin van het slot La Charette binnen. Alles was stil en eenzaam, drukkend de hitte. Ik wilde een lid mijner bende spreken, dat, wyl er toevallig niets te doen was, by den tuinier van het kasteel werk gezocht haddaar zag ik aan den rand van den vyver de kinder- meid in diepen slaap tegen een boom geleund zitten en het kind, aan zich zelf overgelaten, een weinig verder van haar af in het gras spelen. Spoedig besloten pak ik den kleine op, doe hem zyn hoed af en een schoentje nit en werp dit in den vijver, vervolgens sloop ik met mijn buit weg en het gelukte mij, zonder eenige hindernis te ontkomen. Wat zon ik echter met den knaap aanvan gen Op mijn strooptochten kon ik hem toch niet met my medenemen. Toen dacht ik aan n, grootmoedermet moeite en zorg nam ik het ongewone ambt van kindermeisje op my, totdat ik met hem gelukkig by u aan landde; nu weet gy alles.» Het oudje zei geen woord, geen verwyt tegen haar kleinkind drong over hare lippen, maar haar uitgeteerd gelaat deed zien wat er in haar binnenste omging, Wie volgt. De Amsterdamsche correspondent van Patrimonium sprak onlangs over Chris telijke patroons en verhaalde van zulk een patroon, een schilder, die Zaterdags zijn werkvolk uitbetaalde. Daarbij zou zich het volgende hebben voorgedaan: 't Wordt Zaterdagmiddag. Dan komen de knechts één voor één binnen om hunne >centen». Die zyn weekgeld heeft ontvangen gaat heen en de baas roept 'Wie volgt Nn is 't Zaterdagmiddag. Eén voor één komen de knechts binnen. Ook een bejaarde knecht komt in 't kantoor. 'Dat is vandaag 50 jaar, dat ik hier bent» 'Zoo Jonge, jonge, waar biyft die tijd 1 wie volgt De Maasbode neemt dit verhaal als uit gangspunt voor een artikeltje en zegt, dat helaas ook bij Christelijke patroons wel eens de ware verhouding tot den arbeider zoek is: De invloed der liberale economie-leer, die patroon en werkman als elkanders gelijken naast elkander plaatste en van de verbittering, gezaaid door de klassen- strijd-prediking der sociaal-democratie, die beiden .tegenover elkander stelde, heeft evenzeer aan de zijde der patroons als aan den kant der arbeiders slacht offers gemaakt. Bovenstaand stukje is de droeve illustratie van dit feit. Het blad acht het droevig dat de verkeerde verhoudingen zoo dikwerf mede schuld van de patroons zijn. Het zij verre van ons met de socia listen te beweren, dat alle „patroons" dien veel beteekenenden naam ten schande zijn, maar te ontkennen valt toch niet, dat velen het treurig bedrijf dezer ontevredenheids-predikers door hun houding ten opzichte van hunne werklieden in de hand werken. Mocht het zijn, dat men althans van christelijke zijde daaraan niet mede deed! De ondervinding leert helaas anders. En toch, geen duurzame verbetering der maatschappelijke misstanden is te verhopen, wanneer niet de geest des Christendoms de verhouding tusschen patroon en arbeider beheerscht. Niet in verscherping der klassen tegenstelling maar in wederzijdsche toe nadering ligt het behoud der maatschappij Volkomen juist. Als de geest des Christendoms de sociale verhoudingen beheerschte, waren we van de sociale ellende af. >En nu?» vroeg zy na een lange pauze, opnieuw den scherpen blik op haar neef richtend. >Nu...< Pierre zweeg verstrooid, het scheen of het oudje in zyn ziel kon lezen. »Nu zyt gy gekomen, Pierre,» ging moeder Gregoire verder, terwyl zij op ieder woord den nadruk legde, >om de wraak te vol trekken, die gij in het voorgevoel van dit oogenblik achtien jaren hebt uitgesteld. Ik ken n, Pierre,» zei ze heftig, »uwe betui gingen van het tegendeel zyn nutteloos, niet voor niets komt gij naar het eiland. Gy wilt Robert met u medenemen als een willig werktuig in uwe hand. Wie weet, met welke sprookjes gy de licht ontvlambare phantasie des jongelings vervult, en gy wilt zyn hand gebruiken om de wraak te voltrekken, die gij eens aan zijn vader gezworen hebt.» >Wat denkt gy van my, grootmoeder I» riep Pierre verschrokken, >ik...« Uitgeput door de ongewone krachtsin spanning en opgewondenheid zonk het ondje op hare legerstede terug. 'Wacht u, Pierre,» zeide zij zacht, »in 's hemels raadbeschikklng in te grypenhij verzoent den haat der ouders met de liefde der kinderen. Robert bemint Claire van La Charette en wordt door haar bemind.» 'Wilt gy misschien, dat ik, als een rouw moedige zal heengaan en aan myn doodsvijand zijn zoon terugbrengen riep Pierre. 'Wanneer gij toch vermoeddet, dat de onbekende knaap de zoon van Jean Rollan was, waarom gaaft gij zelf hem dan niet aan zyn ouders terug 'Wijl ik in deze beschikking Gods hand erkende. Onder Jean Rollan's leiding, met het voorbeeld ven een onmeedpogenden Dultschland. De Duitsche Katholiekendag en de confessioneele vrede. Dr. Andreas Jansen had wel geiyk, toen hij in zyn rede op den jongsten Katholieken dag van Dusseldorf deed uitkomen, dat de wijze, waarop in Nederland Katholieken en Protestanten samenleven door de Duitschers ten voorbeeld mag worden genomen. Hoezeer daar de dweepzieke papenhaat velen nog in 't bloed zit, ia weer gebleken uit sommige uitingen in de onkatholieke pers naar aanleiding van den jongsten Katholieken dag, die tot dergeiyke uitvallen toch zeker allerminst aanleiding gegeven heeft. Zeer terecht mocht de Oberbiirgermeister van Dnsseldorf op den begroetingsavond als een kenmerk van de Duitsche Katholieken dagen aanvoeren, dat daar nog nooit een onaangenaam woord tegen andersdenkenden gevallen was. En hij mocht dan ook veilig zeggen, dat zelfs een zuiver evangelische stad zulk een vergadering veilig binnen haar muren zou kunnen begroeten. De Dusseldorfsche Katholiekendag heeft zeker zijn woorden niet gelogenstraft, integen deel ze schitterend bevestigd. En toch wordt de vreedzame vergadering van onkatholieke zijde thans als een moed willige storing van den confessioneelen vrede voorgesteld. Hoe is dat mogeUjk? Men luistere hoe de 'Harnb. Nachrichten» dit klaarspelen. 'Het slimste is», schrijft dat blad, dat het feit alleen der Katholiekendagen den confessioneelen vrede honderdmaal meer af breuk doet, dan alle afzonderlijke vijandelijk heden sameD. Waartoe is het noodig, altyd weer opnienw en met feestelijk vertoon het land toe te roepen, dat men van zijn geloof geen afstand doen, maar het tot den laatsten ademtocht verdedigen zal Daar hebben we het. De Katholiekendagen mogen nog zulk een vreedzaam verloop heb ben, toch zyn ze een storing van den con fessioneelen vrede alleen door het feit, dat zij gehouden worden. Zelfs de 'Reichsbote», die toch voor posi tief christeiyk en conservatief wil doorgaan, stelt zich hlykhaar op dat standpunt. Op de heerlijke woorden van de gemeen- schappeiyke taak aller beiyders van Christus' godheid antwoordt hy met de even vriende lijke als geestige opmerking, dat de Dussel- dorfer geest dezelfde is, die eens bij de ket terverbrandingen heeft voorgezeten. Boven dien verwijt hy den Duitschen katholieken proselietenmakerij, valschen man voor oogen, met zyn leer in het hart, zou de knaap bedorven zyn ge worden hier midden in de zee, in de ruwe lucht, die het lichaam echter staalt evenals den geest, groeide hy fiiech en bloeiend op. En gij zult zyn jonge leven niet vergiftigen,» onderbrak zy zich zelf. 'Ik heb geen rust, zoolang ik u hier op het eiland ziegy zoudt er maar mede spotten, als ik u met mijn vloek dreigde. Ach, ik zelf was vroeger misschien niet beter dan maar dit ééne verzoek ik u toch, Pierre, ik, de oude grootmoeder, verzoek u verlaat het eiland, opdat ik van den grooten angst bevrijd worde, die my neerdrukt.» Pierre lachte. >Ik beloof het u, grootmoeder,» zeide hij, 'mijn tijd is zeer beperkt. Zoodra het donker geworden is, haalt my de boot af en brengt my naar het schip.» Het oudje knikte, een straal van vreugde gleed over de verschrompelde trekken. >En gy belooft my ook niet te trachten Robert te bewegen om met u mede te gaan Wederom speelde een glimlach om de lippen van Pierre. >Ik beloof het u,< zeide hy, >meer zelfs ik geef u myn woord, dat ik tot het oogen blik van myn vertrek uw lieveling niet zonder getuigen wil spreken. Zyt gy nu tevreden Het oudje reikte hem de magere hand toe. >Ik ben het,» zeide zy, >laat ons afscheid nemen, Pierre. Misschien slaap ik wel ais gy gereed staat om te vertrekken, en iedere stoornis moet ik met langdurige slapeloos heid hoeten. Het was nacht geworden. De slaap was nit den hemel gedaald en liet zich met Let welniet de leiders en aanstokers der Losvan-Rome-beweging in Oostenryk of de vereenigingen tot 'evangelisatie» der Duitsche of der Poolsche Katholieken maken zich aan vredestorende propaganda schuldig, maar juist het Catholicisme wordt van proselietenmakery beticht, ofschoon het niet den minsten tegen hanger voor genoemde protestantsche instel lingen kan aanwijzen. Het helpt dus niets hoe het Catholicisme het ook aanlegt, het wordt altyd veroordeeld. Het felst uitte zich wel in dien geest de nationaal liberale 'Dusseldorfer Ztg.» in een 'Nachwort zum Katholikentage». 'Kort geleden», zoo schryft zy, >werd het woord van het protestantsche keizerdom nit onbevoegden mond nog weer eens sterk onderstreept, wy zyn over dat woord en zyn gedachtenkring heen. In het nieuwe ryk is plaats voor Protestanten en Katholieken en voor hun eendrachtig samenwonen. Maar in één punt heeft het overigens verouderde woord recht in de onuitroeibare tegen stelling van den Duitschen staat tegen Rome en de Roomsche machtaanspraken. In het bewuetzijn van deze tegenstelling is het Ryk gegrondvest, en in het gevoel van deze tegen stelling heeft zik ook aanstonds na zyne grond vesting een Roomsche partij opgedaan». Dat hebben de Duitsche Katholieken nu voor hun geestdriftige betuiging van trouw aan Keizer en Ryk op den Katholiekendag I Frankrijk. Beelden uit de vervolging. Combes laat weer eens iets van sich hooren. Hy heeft als voorzitter van den algemeenen raad van het departement Cha- rante Inférieure een gelukwensch aan den minister president eene politieke demonstratie genoemd en deze niet willen toelaten. En dat ie dezelfde Combes, die als premier de politieke demonstraties der algemeene raden juist in de mode gebracht heeft en met groote zelfgenoegzaamheid duizenden geluk- wenschen van niet politieke lichamen in ontvangst genomen heeft. Da onlogische houding van Combes is natuuriyk een nieuw bewijs voor de vyandschap tusschen beide minister presidenten. Combes schjjnt trouwens zelfs zyn verleden vergeten te hebben, alleen om der regeering den voet dwars te zetten; hij heeft den algemeenen raad in een on dersteuning van 1500 francs voor een door geestelyke zusters geleid 'reddingshuis in La Rochelle doen toestemmen. Wanneer hij echter weer aan het roer zou kunnen komen, zou ook hier wel meer het spreekwoord bewaarheid worden, dat spreekt van 'n vos, z'n haren en z'n streken. Overigens 'knltuurkampt» men maar lustig verder. Zoo zyn b.v. de zusters van Cham- pigny (Seine) verbannen. Hunne 'misdaad» zachten vleugelslag op de aarde neder. Ook op het eiland was hy gekomen. Vrede, stilte overal op het eiland, zelfs moeder Gregoire had de oogen gesloten. Buiten echter, in de elementen sliep men niet. Reeds den gehee- len dag was de zee gestegen en woelig, en als bang voor den wind, die ie beroerde, brandden de golven tegen het strand. Het had elf uur geslagenhet was pikdonker. Aan den hemel joegen de wolken in wilde vaartde sterren waren reeds lang verdwenen. Spookachtig, door den wind voortgestuwd, gleed een schip over de golven der Noord zee en verwyderde zich van het eiland. Als de vliegende Hollander, vry van alle banden, schoot het over de watervlakte, nu eens zich hoog opheffend in wilden trots, dan weder aanstonds in de diepte zinkend als een overwonnen vyand. Aan het etuur stond een jongelingzyn blond haar golfde op den wind. >Er komt een storm opzetten 1» zei hy zacht, >en ik ben niet by u, die myn hart zoo onuitsprekelijk liefheeft, ik kan u niet voor het gevaar beveiligen. God zy u gena dig en ook my 1 Het berouw over zyn overijlde daad kwam in den nacht boven en beroerde zyn gemoed, maar nu was het te laat. Geiyk het schip, dat hem en Pierre droeg, door storm en golven zyn weg baande, zoo moest ook hy voorwaarts, er was geen terugkeeren voor hem nog mogeiyk. (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1