feuilleton] i IP 1 r Kilo, iM OUDES, R, EMBER No. 72. Zaterdag 5 September 1908. 2ae Jaargang R. Kath. Miewws- em Advertentieblad voor Moerd-Holland. i i 11 isch en soek. Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Buitenland. Thee, 1/ it I or. 3 gemaakte op eenige lemend ge- arskleeding. A.MGAREN ïoogst betalen. rs aan ;ssie f 4,75. 450. Lam 4.25. 3.75. 2.00. cent. De Zedeleer van het Socialisme. Uit stormachtige Sagen. I t i fi i h r— 8 fi. ad GOUD, ZIL- en BLOEDKO- U bij t, Speoiaal-Arts voor E.G. JAM, MARMELADE en HAYTEMA, in de I HELDER tot A.AR tot DEN 6.34 te Alkmaar, alle tusschen- gratia-bon voor st van postwissel door de Heoren in 55 en 56. landersingel 5c. 1RNING. elen, technische is tarief. iteljer*-Sck0ikuadlg0, ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 60 oents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nnmmers 3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN Van 15 regels Elke regel meer Reclames per regel 6 15 De sociaal-democratie het wordt onophoudelijk bewezen wil niet alleen in maatschappelijke maar ook in de godsdienstige orde alles omverhalen. Volgens de materialistische geschied beschouwing immers worden alle be grippen politieke, maatschappelijke zoowel als godsdienstige afgeleid uit de stoffelijke productie-verhoudingen. Hoog plegen de socialisten op te geven van de nieuwe zedeleer, die de oude vervangen zal. Heel wat beter, edeler, onbaatzuchtiger wordt die nieuwe moraal door hen geacht dan die, welke door het Christendom gepredikt en door de christenen nageleefd wordt. Maar heeft het socialisme wel recht op dezen toon van zelfingenomenheid over het Christendom te richten Bon dig en afdoend antwoord geven op deze belangrijke vraag enkele citaten van socialistische voormannen zelf, waarin zij hunne zedelijksheidsbegrippen heb ben neergelegd. „De opheffing van den godsdienst als het denkbeeldige geluk des volks, is eisch voor een werkelijk geluk", schreef Marx in „Das Kapital". En Bebel in „Die Frau": „Niet de goden scheppen de menschen, maar de menschen de goden en God". „Elke godsdienst is niet meer dan de phantastische weer spiegeling in de menschen hoofden van de machten, die hun dagelijksch bestaan beheérschen", leert Eng9ls weer. Dit klinkt als de vervallenverklaring van den godsdienst. De mensch schept zich zelf een God, legt zich zelf gods dienstplichten op, dus heeft hij ook het recht zich van die plichten ontslagen te rekenen. Maar dan ook hebben de plichten, welke de godsdienst oplegt, geen reden meer van bestaan. Zij ver vallen met den godsdienst zelf, dien zjj veronderstellen. Natuurlijk dient allereerst het Chris tendom ter zijde te worden gesteld, dat zoo tyranniek mogelijk aan zijne vol gelingen strenge eischen van zelfver- lochening stelt. Als Multatuli het Christendom de de groote slavenhouder der menschheid scheldt dan is hij volkomen in overeen stemming met den socialist Diezgen die zegtElke Godsdienst is een dwinge land, maar het Christendom is de ergste van alle dwingelanden". „De mensch, die uitgaat van het geloof in den almachtigen God, zulk Roman uit het Duitsch, van Herman Hirschfeld, bewerkt voor «ONS BLAD«. Het wae twaalf uur. Hooger joegen de golven, heviger beukten zjj tegen het strand. Eerst om twee nar in den morgen keerde de natnnrljjke orde na den vloed terug maar toen reeds, twee uren vóór hg intrad, rolden stroomen water over het strand en vormden machtige waterbergen, immer hooger, immer onstuimiger. Als een gordel omsloten zij elk hnis en wee de werf, wee de palen van het gebonw, die niet sterk genoeg waren, den hevigen aanval weerstand te bieden. Het kleine meisje dat moeder Gregoire's kamer schoonmaakte, kwam binnenmet een enkel kleedingstnk aan stortte ij) zich voor het bed van het oudje. «Vrouw,schreeuwde zij met angstige stem, «vrouw, het water komt, red, red u op het dak Moeder Gregoire schrok op. Zoo goed zij kon, richtte zy zich een weinig op en trok de gordijn van het venster terug. Een schrik- keljjk schouwspel vertoonde zich daar. Aan den horizont joegen de wolken wild en woest achter elkaar aan, terwjjl nu en dan de matte maan een bleeken schijn op de aarde wierpzoover het oog reikte, niets dan water, water. Het was reeds tot in de onderste verdieping der huizen doorgedrongen, alleen de bovenverdieping stak nog, zooveel men kon zien, boven den vloed nithier en daar dreef reeds een licht voorwerp, door een mensch is geen bruikbaar lid onzer tegenwoordige maatschappij". Wij gods dienstloze democraten moeten met kennis en wil in' theorie en in praktijk daadkrachtige bestrijders der lamvrome godzalige onderdanigheid zijn". Wat is het eerste en hoofdzakelijke gevolg der afzwering van het geloof in God en van den Christelijken eeredienst zooals zij hier in ruwe termen gefor muleerd staat Dat aan de zedeleer haar innerlijk dwingend karakter wordt ontnomen. De Tien Geboden, niét alleen op de steenen tafelen van Mozes, maar ook in alle menschenharten geschreven, ont- leenen hun sanctie aan het geweten, en het geweten aan God. Maar als God gelochend wordt, welk hooger plicht besef kan den mensch dan nopen, wet ten na te leven, die van stoffelijke productieverhoudingen afhankelijk zijn? Zelfbehoud of het algemeen welzijn der samenleving zouden nog spoorslagen kunnen wezen om het goede te doen en het kwade te laten, indien de er varing niet leerde, dat men zonder moraal dikwijls gemakkelijker verder komt dan met moraal en indien het egoïsme en de bedorven menschennatuur niet sterker spraken dan de naasten liefde en de daarmee gepaard gaande zelfverloochening. „Yoor dengeen, die zich op atheïstisch standpunt plaatst zegt pater Cathrein terecht blijft nog maar één gebod bestaanDoe, wat uw lust u ingeeft, en zorg slechts voorzich tig genoeg t6 zijn om aan de politiewet te ontsnappen. Dit klemt in de sociaal democratische theorie te meer, daar deze van een eeuwige vergelding niets weten wil. Ieder mensch wil nu eenmaal ge lukkig zijn tot eiken prijs. Als men hem echter de hoop ontneemt op een beter leven aan gene zijde des grafs, met welk recht kan men hem dan wei geren, zijn geluk op aarde te zoeken, en wel op de wijze, die hem het meest aanstaat, mèt de moraal of tegen de moraal, al naar de omstandigheden het vorderen Dat bij zulk een opzet van eenig gezag geen sprake kan wezen, vloeit hieruit van zelf voort. „Wij zijn tegen alle gezag, of het dan een hemelsch of een aardsch is", riep Bebel immers in den Rijksdag uit. Een teugelloos egoïsme, dat is dus de grondslag en het hoofdbeginsel der sociaal democratische zedeleer Het is duidelijk, dat ook in deze theorie geen sprake kan wezen van het geweld van het indringende water mee gesleurd, op den plas en spoedig daarop vernam men het eigenaardig kermen en kreunen der beangstigde vronwenhet ver- derfbrengende water drong reeds door voegen en spleten binnen. «Waar is Robert?» schreeuwde moeder Gregoire, «om Gods wii, hy ligt in diepen slaap en beneden is zijn kamer I< «Ach was hy nu maar hier,» klaagde het meisje, «ik was reeds in zyn kamer, maar syn bed is onaangeroerd, hy is nergens te vinden wij zyn verloren, •Robert weg?» Meer dan het dreigende gevaar deed het verdwynen van den jongeling het bloed in de aderen verstyven. «Almachtige God, hy is verloren, hier en hiernamaals I» •Red u, vrouw I» klaagde het meisje, «red u, het water dringt reeds de kamer binnen hoor, hoe het buiten brult en tiert.» Het lamme oudje poogde zich op te rich ten, maar kermend zonk ze terug. «Ik kan niet,» fluisterde zij, «laat my hier sterven.» «Ik zal trachten u te helpen,» zei het jonge meisje beslist«moge God my by staan.» Met inspanning van al hare kracht on dersteunde zy het oudje en sleepte ze naar boven de trappen op, die naar het dak voerden. Het hnis daverde en schudde onder hun voeten. Stoot na stoot beukte het water er tegen. Zoo ver het oog reikte één golvende zee. En het bulderen der wilde zee overstemde het instorten der lichtgebouwde huizen. Oreral water, overal groot gevaar. Eisten en wiegen, bedden en balken dreven er rond. Een half dak dreef voorbyop de balken zaten twee echtelieden, die elkander ouderlijk gezag, dat weer God veronder stelt en van God zijn hooge beteekenis ontvangt. Dat gezag, gaat in de socia listische samenleving op de gemeen schap over, die de opvoeding der kin deren verzorgt. Gevolgelijk is het niet noodig dat ouders heel hun leven blij ven samenleven, en is de onoplosbaar heid van het huwelijk een dwaasheid. Yoor het christelijk huwelijk treedt het stelsel der vrije liefde in de plaats. De leiders der sociaal-democraten ver kondigen dan ook de vrije liefde in al haar bandeloosheid. „Het huwelijk aldus Bebel in Die Frau is eene private overeenkomst. Niemand heeft daarvan aan derden rekenschap te geven. Stuiten twee menschen, die een huwe lijk hebben gesloten, op onverdraagzaam heid, teleurstelling of afkeer, dan ge biedt de moraal het onnatuurlijk en daarom onzedelijk geworden contract te verbreken". Nog sterker uitdrukkingen, die wij echter uit eerbied yoor sommige lezers liever niet aanhalen, maken het nog meer duidelijk dan het bovenstaande, wat er van de zedelijkheid terecht moet komen, indien ooit de socialistische tendenzen verwezenlijk zouden worden. De samenleving der menschen zou kort weg van die der dieren niet meer ver schillen. De schaamteloosheid zou treden in de rechten van het eerbare. Aan de bewering van sommige socia listen, dat in een socialistischen staat, waar het privaatbezit is opgeheven, onrechtvaardigheid diefstal niet kan voorkomen, mag men zelfs geen woor den verspillen. Het is toch al te naïef om aan te nemen dat menschen die er geen zede leer op na houden, plotseling al hun hartstochten zullen beheerschen en de gelegenheid zullen laten voorbijgaan om te handelen naar believen. Integendeel als het sociaal-democra tisch beginsel ten opzichte van de zede leer consequent wordt toegepast zal er niets meer heilig zijn noch huwelijk, noch eed, noch rechtvaardigheid, noch zedelijkheid, noch zelfs naastenliefde. De zedeleer van het socialisme naar hare waarde beoordeeld is niet anders en niet beter dan een stelsel, dat alle slechte neigingen zoo van het individu als van de gemeenschap wil rechtvaar digen en beschermen. Zelfzucht en dierlijkheid ziedaar waar toe het leidt. Zoo diep verontzedelijkend is dit stelsel, dat elke vergelijking met de reine veredelende zedeleer van het stevig vasthielden en hun klachten vereenig- den zy gingen een wissen dood te gemoet. Het ondje scheen als afgestompt, terwyi het meisje luid jammerde. «Robert met Pierre, wee, wee I» mompelde de gryze vrouw voor zich heen. Daar kwam als een dansende notendop, een boot door de golven aanzetten en tl achtte het huis van moeder Gregoire te naderen twee roeiers zaten er in, ferme, stevige eilandbewoners, en aan het roer stond Felix La Charette. Reeds dachten de koene redders hun doel bereikt te hebben, toen het vlak vóór hen kraakte en dreunde. Een kreet van ontzet ting klonk uit den mond der gestaalde mannen, toen zy zagen, hoe de eene zijde van het huis naar hen overhelde, steeds meer en meereen gillende angstkreet sneed door de lucht, toen stortte de muren in, bruisend sloegen de golven er overheen. «Groote God!» riep Felix, «het is te vergeefs I» «Neen,» riep een der schippers, «zie toch, Heer, daar drijft iets.» Hy boog zich voorover en haalde een lichaam nit het water op. Het was de oude Gregoire, die zich uit instinct in het oogen- blik dat het gevaar het hoogst gestegen was, aan een der balken had vastgeklampt en daarmede wegdreef. Het meisje echter was reddeloos verloren een jong frisch leven werd door de onpeilbare diepte verslonden. Moeder Gregoire sloeg de oopen op. «Laat my sterven,» zeide zij toonloos, «ik mag niet leven.» «Neen, gy zyt gered en zult nog vreugde in uw leven krygen,» riep Felix«ik breng u in myn huis, dat door zyn ligging be schermd en sterk genoeg is, om het water Christendom is buitengesloten. Alleen geestelijk verblinden kunnen zich dan ook laten bedriegen door de aanbeveling van hun stelsel welke de socialisten in verregaande verwaandheid telkens weer durven uitspreken. De afschuwelijke verwijtingen, welke de partijgenooten elkander in en buiten de jaarlijbsche Congresdagen naar het hoofd slingeren bewijzen voldingend, tot welke immoreele praktijken hunne zedeleer hen voert en welke „edele" menschen de sociaal-democratische zede leer in staat is te vormen. Frankrijk. Een sensationeele genezing te Lonrdes. Bij de genadegrot te Lourdes heeft dezer dagen een wonderbare genezing plaats gehad. Een meisje, Ernestine Guilieteau geheeten, afkomstig uit Saint Denis in Gatine, was met de bedevaart van Poitou naar Lonrdes gekomen. Gedurende vyf jaar was zij te Lourdes gefeest als ziekenoppaster, maar thans was zij te Lourdes gekomen met een dood6lijke ziekte. Zy leed aan tubelculeuse buikvlieeontsteking en zeven geneesheereu hadden haar geheel opgegeven. Zy wilde edelmoedig God het offer van haar leven brengen, toen zy in haar binnenste een inwendige stem hoorde, die haar zei naar Lourdes te gaan. Haar ouders en vrienden stelden haar de onmogelijkheid van een zoo lange reis voor oogen, maar niets kon haar weerhouden en den 24en Augustus kwam zij in een ziekewagentje voor de Massa- biellagrot. Het arme meisje, dat byna dertig jaar oud is, woog precies 24 kilo, of 48 pond. Tusschen haar 22e en 24e jaar verloor zy 74 pond aan gewicht I Toen het meisje, een spookbeeld geiyk, niet meer zynde dan een geraamte, voor de grot van Lourdes lag, waanden alle menschen haar dood. Zy zag of hoorde niets van hetgeen om haar ge beurde. Zij werd weer naar bet gasthuis gereden zonder dat zy zich dit bewust was. Het leven was zoo goed als gevloden. Den 28 Aug. wilde zy opnieuw naar de grot ge dragen worden, doch de geneesheer verzette er zich tegen, dat men een stervende naar de grot overbracht. Zy weigerde de H. Communie, die men haar in het gasthuis wilde toedienen, by de grot wilde zij den Heer van leven en dood ontvangen. Zy werd er heengedragen en kwam er aan, op het oogeDblik, dat de bisschop van Poitou de H. Mis opdroeg en de pelgrims aanspoorde, den Hemel geweld aan te doen, weerstand te bieden. daar zyt gij veilig. En zie, het grootste gevaar is voorbyde wind wordt reeds zwakker, de zee kalmer.» Overgroote zwakte verhinderde de oude vrouw te antwoordenmet gesloten oogen lag zy in de boot, die nu gemakkelyker zich door de golven een weg baaDde en naar het huis van den graaf stevende, dat door syn hoogere ligging en stevige structuur een der veiligste huizen van het eiland was. De meeste bewoners waren op hun vaartuigen hierheen gevluchteen drukke beweging heerschte in de enge ruimte waarin Claire en haar moeder de nachteiyke gasten lichameiyk en geeste- lijk sterkten, zooveel in hnn vermogen was. Claire stiet een luiden kreet uit, toen de mannen de lamme gryze vrouw in de kamer droegen. •Waar is Robert?» riep zij gejaagd, «groote God, wat is er van Robert geworden «Vrees niets, kind,» haastte de heer des huizes zich te antwoorden, «hy is goed ver zorgd. Gisterenavond, toen gy reeds inslui- merdet, was hy nog hier, om afscheid te nemen.» «Afscheid?» riep Claire, terwyi zy ver bleekte «heeft hij het eiland verlaten «Voor korten tyd, naar hy verteldehy ging met Pierre het raadsel zyner afkomst oplossen en keert dan terug naar zyn vrienden.» «Met Pierre De grootste angst sprak nit dien kreet van Claire, de waarschuwing van moeder Gregoire viel haar op 't hart. «Met Pierre!» klonk de stem der lamme als een zwakke echo. Allen snelden op haar toe, met moeite wees zy de omstaanders terug. De dood lag reeds op haar gelaat te lezen, hare stem klonk geProken en nauwe- ïyks hoorbaar. •Felix La Charette.., hy alleen,» fluig» om een wonder te verkrygen. Op het oogen* blik, dat Ernestine de H. Communie werd gereikt, hoorde zy een stem, die haar zei «sta op En plotseling stond het geraamte op van zijn draagbaar, gezond, genezen I Het afgewerkte wonder, het wonder van het gouden jubilé was verkregen I Na de processie met het H. Sacrament, die des avonds plaats had, verscheen het geraamte van Ernestine voor het bureau der constataties, waar haar met de dokters vijf bisschoppen wachtten. Dokter Boissarie, gewoonlijk zoo gereserveerd, aarzelde niet uit te roepen «Dat is geen genezing, het is een opstanding!» Veelbelovende jeugd. Te Béziers is het zevende congres geweest der «Jeunesses laïques» of godsdienstlooze vereenigingen voor de jengd. Op een congres worden wenschen kenbaar gemaakt, verlan gens uitgesproken en dat der «Jeunesaei laïques» heeft de volgende motie aangenomen «Geen goddelijke zedenleer meer in de schoolmen schrappe in de leerboeken het kapittel handelend over de plichten jegens God.» Dus eerst schaffe men God af. Vervolgens komt het vaderland aan de beurt Men leze «Geen militaire voorbereiding meer in de scholen en in de repnblikeinsche vereeni- gingen.» Van bescherming van den eigendom, van het kapitaal, van den bedreigden werkgever, willen van «Jeunesses laïques» ook niets meer weten. Ten minste de motie luidt verder «Het leger mag niet tusschenbeide komen by de conflicten tusschen kapitaal en arbeid.» Vervolgens verlangt het opgroeiend Frank- n]k: «Afschaffing der wet Falloux, en monopolie en kosteloosheid van het heele onderwys.» Oostenrljk-Hongarijë. De Slavische Katholiekendag. Het vierde congres der Slavische katho lieken is Vrydag 11. te Praag geopend. De voorzitter, dr. Hruban, hield de ope ningsrede, nadat kardinaal vorst aartsbisschop vrijheer von Skrbensky de talryke aanwezigen had toegesproken. Zaterdagmorgen had de feestefijke optocht der deelnemers plaats. Aan den stoet namen meer dan 13.000 personen, leden van 170 katholieke vereenigingen en organisaties met 40 vaandels deel. Daarop werd in de dom kerk eene plechtige H. Mis door den kardi naal opgedragen. 's Middags hadden in verschillende zalen vergaderingen der voornaamste katholieke vereenigingen plaats, 's Avonds werd in het nationale theater eene feestvoorstelling gege ven, die ook door de geesteiykheid werd bygewoond. terde zy, «spoedig... voor ik sterf... een geheim...» Men haastte zich om den wensoh der stervende te vervullen, de aanwezigen ver lieten de kamer. Dicht naderde Felix moeder Gregoire. •Wy zijn alleen,» zeide hy zacht. Het oudje neigde het hoofd. «Red den knaap,» hygde ze, «voorkom een verschrikkelyke daad; Pierre heeft my bedrogen, heeft hem ontvoerd. Robert is de zoon van Jean Rollan en myn kleinkind wil hem gebruiken als werktuig tegen den eigen...» Een gereutel drong nit de borst der ster vende, hare oogen staarden verglaasd, «God zij myn arme ziel genadig!» klonk het als een zucht. Nog een beweging, een trek en het onrustige leven der eilanddochter was geein- digd. Zacht drukte Felix haar de oogen toe, en ging vervolgens in de zykamer, Hy was buitengewoon aangedaan. «Zy leeft daarboven 1» zeide hy tot de eiland bewoners, «moge God haar een milde rechter zyn. Laat ons bidden voor de afgestorvene.» ACHTSTE HOOFDSTUK. Het sloeg zeven uur op den toren van het kasteel La Charette, toen twee mannen in boerenkleeding in den avond door het bosch wandelden. Zy vermeden de publieke wegen en zochten de meest ongebaande paden op, kampend met het dichte struikgewas, dat hun schreden trachtte te verhinderen. Het maan licht, dat slechts spaarzaam door het dichte loof der boomen drong, liet de bleekheid van den jongste der nachteiyke wandelaars nog opval lender nitkomen. Geen woord, geen gelold drong over de stevig toegenepen lippen. (Wordt vervetyU< J (i .r :k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1