R*. Kath. Nieuws- en Advertentieblad
voos» ï'foord-Bolland.
No. 73.
Woensdag 9 September 1908.
FEUILLETON.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Analytisch Verslag
Amsterdamsche Brieven.
Buitenland.
2"" Jaarg-ang1
ADVERTENTIËN:
ïïit stormachtige Dagen.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
Van 15 regels30 cent.
Elke regel meer6
Reclames per regol i 15
Zij die zich met 1 October a.s.
op „ONS BLAD" abonneeren,
ontvangen de tot dien datum ver
schijnende nummers gratis.
De Administratie.
van de vergaderingen der Twesde Kamer,
Met den aanvang van do aanstaande
zitting der Tweede Kamer verschijnt
een analytisch d. w. z. verkort verslag
van hare vergaderingen.
Het verslag verschijnt in den avond
van eiken dag, waarop de Tweede
Kamer vergadert.
De abonnementsprijs bedraagt Een
Gulden per jaar.
Bij bestelling van ten minste honderd
abonnementen te gelijk, bedraagt de
prijs 50 cents per exemplaar.
Teneinde nu onze abonné's te gerie
ven, wenschen wij belangeloos onze
bemiddeling te verleenen, 6n kunnen
zij het Verslag franco per post bekomen
tegen den prijs van 50 cent per jaar,
indien zij hun naam en adres aan onze
Administratie inzenden.
Bij de opga?e moet men het bedrag
van vijftig cents voegen, daar de be
taling vooruit moet geschieden.
Men gelieve het formulier te gebrui
ken, hierachter onder de advertenties
afgedrukt.
Dringend bevelen wij onzen lezers
aan hiervan ruim gebruik te maken.
De Administratie.
IV.
Het boe langer hoe algemeener wor
dend gebruik om in vacantietijd de
drukke stad te ontvluchten en in kalmer
oord wat rust te zoeken, was ook de
reden, dat deze brief wat laat komt.
Hoewel de daar opgedane vacantiege-
dacbten niet speciaal Amsterdamsch
zijn, waag ik het toch ze in mijn brieven
te vermeldenal zijn ze dan van minder
waarde en ook minder enthousiast, als
die van den „grooten" Amsterdamschen
journalist, C. Boissevain, die van zijn
Indische vacantiereis zulke ontzettend
opgeschroefde verslagen de wereld in
zendt, dat men aan zijn ernst zou gaan
twijfelen.
Vacantiegedachten kunnen zeer uit
eenloopend zijn. Als men die massa's
Roman uit het Duitsch, van Herman Hirschfeld,
bewerkt voor «ONS BLAD».
27)
Dat was niet meer de friaeche jongeling
van het eiland, die voor veertien dagen zijn
vaderland verlaten had om de lokstem dea
verleiders te volgen. Aan den onruatigen,
wantrouwenden blik, dien hij van tijd tot
tijd op zijn metgezel wierp, kon men zien,
dat het vlinderatof eener reine, onbedorven
ziel, het argelooze vertrouwen in wereld en
menachen, reeds lang vervlogen was. Ook
Pierre, want deze was de andere wandelaar,
zweeg. Was het het berouw van een hitter
gevoel, dat met den trots kampte of het
voorgevoel der naderende vreugde, eindelijk
zich op hem te kunnen wreken, tegen wien
hij jarenlang een onverzoenlijke vijandschap
gekoesterd had Diep drongen zij over de
gevreesde elfendansplaats verder. Verwarder,
en meer en meer onbegaanbaar werd het
pad, maar nu was het doel bereikt een
vervallen gebouw, door welks gebrekkig dak
en gebroken vensters de stralen der maan
vielen.
Pierre stond voor den ingang stil.
«Hier», zeide hij, is de zetel van het
wraaknemend verbond, zooals wij ons noe
men, Op bepaalde nachten sluipt ieder lid
alleen en onmerkbaar hierheen, ik als uw
aanvoerder ben de laatste. Zij znllen wel
reeds voltallig op de plaats der bijeenkomst
zjndurft gj mij te volgen
De jongeling haaide de schouders op,
menschen ziet, die 's zomers voor korter
of langer tijd, wat men noemt „naar
buiten" gaan, met kinderen en kinder
meisjes, met schrikwekkende koffers en
manden, met paraplu's, parasols en
wandelstokken, waarvan de eerste
den laatsten tijd het meest zal hebben
dienst gedaan dan beklaagt men
dikwijls den huisvader, die ten koste
van zijn zuur verdiende en met moeite
opgespaarde duiten, een vacantiereis
mag maken, waarvan hij misschien af
gemat en overspannen, in plaats van
hersteld en gekalmeerd, terugkomt.
Maar het is nu eenmaal „mode". Men
moet 's zomers naar buiten. Het heet
vacantie, ontspanning, doch is vaak het
tegendeelde familie, de kennissen, de
buurlui echter weten, dat men naar
buiten is geweest, en dat men dat doen
kan, wil heel wat zeggen. Maar jammer
dat velen het doen, die het feitelijk
niet doen kunnen.
Een andere categorievan menschen,
die het wel doen kunnen, wekken
vacantiegedachten van geheel anderen
aard. Zoo eens narekenend wat de
groote lui, die met de geheele familie
soms voor langen tijd naar een chique
badplaats of naar Zwitserland enz, gaan,
in dien tijd uitgeven, komt men tot
sommen, die aan verkwisting doen den
ken. Vooral als men daarnaast bedenkt,
hoevelen er zijn, voor wie vacantie een
ongekend iets is, en men ziet en hoort
wat een ellende en armoede er in een
groote stad geleden wordt.
Wie voor z'n pleizier in Amsterdam
komt, of, de met Baedeker's gewapende
Engelschen, 's zomers onze stad over-
stroomen, om musea en bezienswaar
digheden te bezoeken, vermoedt niet
dat achter de met café's en theaters
bezette pleinen, ook nog enge, donkere
en duffe gangetjes en steegjes zijn, waar
honderden in ongekende ontbering een
ellendig leven slijten. Die proletariërs
naar geest en lichaam, zooals ik ze
zonder overdrijving noemen durf. en
wier aantal men niet onderschatten moet,
vormen een groep van menschen in
onze „wereldstad", die den vroolijken
café-bezoeker, die nog eenigen ernst
bezit, wel eens te denken geven.
Wanneer men 's avonds in de om
geving van het Rembrandplein, het
centrum van vermaak en ontspanning,
die donkere figuren uit de geheimzinnige
steegjes en sloppen naar de helverlichte,
geasphalteerde straten ziet trekken en
op hoeken en bij winkels ziet samen
scholen, en men beschouwt die groepen
»Goed, kom dan I»
Zij gingen het kleine kerkje binnen, dat
sinds lange, lange jaren niet meer in ge
bruik, er treurig uitzag. Vledermuizen flad
derden uit alle hoeken en niesen rond het
altaar was van zijn beeld beroofd, de preek
stoel lag in stukken het gras groeide tus
schen de plavuizen.
Pierre bracht den jongen man voor het
altaar. Hij scheen deze plek zeer goed te
kennen, want zonder aarzelen, ging hij op
een houten blad staan en stampte drie
maal men hoorde men knarsend geluid,
de jonge man voelde zich door zijn aanvoer
der stevig vastgegrepen, en verzonk met hem
in de diepte.
Ka weinige seconden voelde Robert op
nieuw den vasten grondhij zag om zich
heen, en aan zijn blikken vertoonde zich een
gewelfd hol, verlicht met fakkels die tegen
de wanden waren aangebracht en met heur
scherp licht ongeveer acht of tien mannen
verlichtten, die aan een ruw bewerkte tafel
zaten en zich bezig hielden met het ledigen
van groote kruiken wijn. Geen enkel gezicht
onder hen kon den jongen man vertrouwen
inboezemen.
Met een hoera ontvingen zij hun aanvoer
der en diens metgezelzij drongen zich met
de gevulde kroezen om Robert en boden
hem den welkomsdronk aan, waarvan zij,
naar het scheen, zelf reeds al te veel ge
noten hadden.
Robert weigerde alles en ook Pierre wees
de lastige Iuidjes terug.
>Later, later», zei hij'laat hem eerst
den tjd om zich te bezinnen hij zal ver
moeid zijn, ik wil hem naar de slaapkamer
brengendaar kan hij slapen tot de zon
opkomt en wj aan het werk gaan»,
van vrouwen en kinderen, van jongens
en meiden, allen een beeld van armoede
en onbeschaafdheid, men beluistert die
gesprekken, dan wordt men getroffen
door die schrille tegenstelling. En wien
zal het verwonderen, dat men onder
deze paria's der maatschappij, om dien
romanterm eens te bezigen, toestanden
aantreft, die velen ondenkbaar achten
Als ik dat 's avonds gezien heb, en
ik lees daarna in de dagbladen, over al
die mooie plannen tot verfraaiing van
onze stad, plannen, die wellicht milli-
oenen zullen vergen, dan komt bij mij
en ik hoop ook bjj vele anderen
de gedachte op: zou er met dat geld
niet iets practisoher kunnen gedaan
worden, zijn er geen toestanden die
veel harder om voorziening en verbe
tering roepen
Mijn vacantiegedachten eindigen mis-
schien wat pessimistisch; maar men is
niet altijd zijn stemming meester.
Amsterdam, 4 Sept. '08.
AM6TELODAMENSIS.
Duitschland.
Over ééne maand, den 1 October van dit
jaar, komt in Duitschland een nieuwe wet,
of eigenljk een wijziging van de reeds be
staande, maar een zeer belangrjke wijziging
in kracht, waarbij voortaan leerlingen in een
vak of ambacht slechts zullen mogen opge
leid worden door meestere, die ook werkeljk
meesters zjn en daarvan blijk hebben gegeven
door aflegging van hei Ineesterexamen.
Frankrijk.
Eet socialisten congres.
De socialisten in Frankrjk zijn heftig in
beweging. Dat is ook wel te begrjpen, want
de heeren zullen binnen eenige dagen te
Toulouse congres houden. En dat is gewoon-
lijk wel in staat om de gemoederen op te
zweepen en tot kookhitte te brengen. Te
meer, daar heel wat punten op 't programma
staan, die men gewoonlijk met den veelzeg-
genden titel van voetangels en klemmen
versiert.
Geheel de actie van het Fransche socia
lisme, de geheele politiek, de houding tegen
over de syndicaten en de 'burgerlijke demo
craten» zullen ter sprake komen. De geheele
partj zal als *t ware aan eene herziening
worden onderworpen. Wat verstaat men eigen-
Ijk door de verovering der openbare macht
vraagt o.a. 6en afdeeling. Men schjnt dus
zelfs een tipje te willen opheffen van den
sluier, die het Luilekkerland van den toekomst
staat voor profane oogen verborgen houdt.
Hj nam Robert's koude hand en bracht
hem naar een soort kamer, die geriefelijk
was ingericht, en een bed van vellen noodde
waarljk tot slapen uit.
>Doe alsof gj thuis waart», zei Pierre,
>als het tjd is, zal ik u wekken».
Voor den eersten keer opende de jonge-
lifig zijn mondh j hield z jn metgezel
terug.
«Blijf, Pierre», sprak hj, »en antwoord
mij. De mannen die gij mj als uitvoerders
eener gerechte zaak afschildert, en onder
wie ik er eenigen van de manning van het
schip herken, dat ons hierheen voerde, boe
zemen mij geen vertrouwen in. Pierre, Pierre,
zoo gij mj bedrogen, zoo...»
'Geen vrees, mjn jongen», onderbrak hem
Pierre lachend»al zijn het ook ruwe boreteD,
zj zijn toch trouwgj behoeft met hen
geen gemeenschap te hebben, als gij vol
brengt, waarvoor gj mij naar La Oharette
gevolgd hebt. 's Morgens vroeg gaat Jean
Rollan gewoonlijk met eenige lieden het
bosch in, om den stand van het hout te
bezichtigen. Daar zullen wij hem overvallen
en dan naar hier voerende rest zal dan
wel volgen. Klopt u het hart niet sneller b j
de gedachte, den man in uwe macht te
weten, die alle ellende over La Oharette ge
bracht heeft, die uwe eigen ouders aan het
schavot overleverde vroeg hij bespiedend.
De jonge man zuchtte.
•Pierre, denkt gj aan uwe belofte
vroeg hj>er mag geen bloed vergoten
worden I»
»Ik denk eraan», antwoordde Pierre ruw
'doch we hebben nu genoeg gebabbeld. Gj
hebt rust en ik versterking noodig. Begeef
u ter ruste, droom van uw eiliand en La
Oharette. Goeden nacht I»
Vooral de oppositie der reformisten zal
de discussies geducht gezouten ter tafel doen
verschjuen.
Over 't algemeen durven wj dus gerust
van 't congres voorspellen, dat 't alles wel
precies als bij ons zal gaan.
'n Anti-clericale komkommer.
Sedert eenige dagen deed een bericht over
de pelgrims voor Lourdes de rondte in de
anti-clericale pers, dat wel geschikt om haar
van genengt te doen likkebaarden.
Jammer genoeg, maakt 't EU. v. Antw.
aan de anti clericale visioenen een einde.
0v6r de bedoelde historie sclirjft 't RU.
nameljk 't volgende
'Sedert eenige dagen doet in de liberale
gazetten een kwakkel de ronde aan welke
de Eclair de l'Est de vleugels afsnijdt.
In dato 27 Augustus was uit Nancy ge
meld, dat daar een zieke pelgrim zou in
den trein worden gebracht. Bedienden gingen
hem halen met een draagbaar, op welke zj
hem met uiterst veel voorzorgen neerlegden.
Toen droegen zij hem over den spoorweg.
Daar kwam een inspecteur naar hen toe,
roepend haast u, want de trein van Metz
komt.
De zieke, dit hoorend, richtte zich eens
klaps op, Bprong van de berrie en liep wat
hij loopen kon naar den trein, waar hj vóór
de dragers aankwam.
De reizigers hebben hartelijk gelachen
over die vlucht en er is geen twijfel of deze
zieke zal genezen de miraculeuze grot bin
nentreden.
De 3000 personen, zegt hooger genoemd
blad, de aanwezige dagbladreporters van alle
klenr, kunnen oordeelen over da goede trouw
van dat nieuwske, nog dommer dan boos
aardig. Het ongeluk is dat de pelgrims in
den trein stapten op eene zjlijn, naast het
voetpad der postpakketten, op 25 meters van
de plaats waar de treinen van Metz passee-
ren, en ze dus over geen enkel spoor moesten.
Meer terechtwijzing is er niet noodig, maar
de liberale bladen zullen zich wel wachten
ze op te nemen en hunne lezers zullen eens
te meer overtuigd zjn van de kwade trouw
der klerikalen. 't Is proper
Onze Antwerpsche collega heeft wel gel jk.
Indien de anti clericale pers niet aan hare
lezers iederen dag een smakeljk pasteitje,
goed gekruid met »papen<- of 'fijnen» haat
kan voortzetten, is 't met haar crediet gedaan.
Bevordering van groote gezinnen.
In de Fransche gemeente Vallabrègues
stelde de burgemeester aan den raad voor,
aan onvermogende hoofden van gezinnen, die
ten minste vier kinderen hebben, waarvan
de oudste, hetzij jongen of meisje, nog geen
14 jaar oud is, een uitkeering van 5 fr. per
maand uit te betalen. De uitkeering zou wor-
Met deze woorden wilde hij Robert ver
laten, maar deze liet hem niet los.
Pierre», zei hij met smeekende stem,
vertel mj van mjn ouders».
«Morgen», antwoordde Pierre ontwjkend.
'Vertel mij van mjn oudere, Pierre», ging
Robert met meer aandrang verder, »al is
het ook alléén om mij afkeer en haat tegen
Jean Rollan in te storten. Laat mj open
hartig zijn, Pierre», beantwoordde hj diens
steeds stjgende verwondering. 'Wel kreeg
ik op het eerste oogenblik afschuw voor den
verdelger van het edele gravengeslacht,
koesterde ik haat tegen dengene, die, zooals
gj zegt, mjn eigen ouders in den dood
zondmaar nu, sinds ik mj bij u heb aan
gesloten, nu bevangt een ongewone vrees
mjn ziel, alsof een verschrikkeljke misdaad
op m j drukteeen ongekend mede! jden
voel ik met hem, dien ik haten en verach
ten moest».
H j hield op, en wendde zich af om voor
den ruwen kerel met steenen hart de tranen
te verbergen, die onwillekeurig aan zjn oogen
ontsprongen.
Sprakeloos stond Pierre vóór hem. Op
zijn gelaat was zeer groote zenuwachtigheid
te lezeD, doch hj vermande xich.
«Wat uitgemaakt is, wordt nagekomen 1»
riep hj woest, «ik heb uwe belofte. Slaap
de afmatting maakt u week en flauwhartig
voor vandaag niets meer, tot morgen»
Hij jlde van de plaats weg. Robert wierp
zich op zjn bed en sliep eenige uren een
vasten slaapwel schrikte h j nu en dan
op bj het leven dat de braspartij in het
grootere vertrek maakte. De wijn had de
tongen ontbonden en de jongeling hoorde
daden en handelingen vertellen door bent-
genooten volbracht, die hem het bloed op
den verstrekt voor elk kind boven de drie.
Een weduwe, wier oudste zoon nog geen 14
jaar is, zou voor al haar kinderen behalve
de oudste, die uitkeering ontvangen. Zoodra
in een gezin, waarvan verschillende kinderen
recht hebben op de uitkeering, de oudste
zoon 15 jaar wordt, vervalt de uitkeering
voor één kind. Hun, die eigenaar zjn van
een huis, zou men eerst wat kunnen geven
voor de kinderen boven het vierde.
In zjn toelichting wijst de voorsteller er
op, dat hoofden van talrjke gezinnen, die
slechts van hun dagloon moeten leven, even
zeer recht op hulp hebben als arme oude
lieden.
De gemeenteraad vond in het voorstel de
uitdrukking van de gevoelens van sociale
solidariteit, die door de ware vrienden van
de democratie worden gekoesterd en meende,
dat de ontvolking van het land erdoor zou
worden tegengegaan en het schoolbezoek
bevorderd. Het college stelde dus een bedrag
van 500 fr. beschikbaar en bepaalde, dat de
uitkeering niet wordt gegeven, als het kind
niet tot zjn 13e jaar de school bezoekt.
Italië.
De kardinalen Yamutelli van Nederiandsche
afkomst.
In het H. College zitten twee broeders,
nl. Vincent en Serafino Vannutelli. In een
correspondentie uit Rome in den Tijd lezen
wij nu, dat deze kardinalen van Nederiandsche
afkomst zijn. De correspondent schrjft
Een weinig bekende, maar niet onaardige
bjzonderheid is het, dat de beide kardinalen
Vannutelli, de gebroeders Vincenzo en Sera-
flno, van Nederiandsche afkomst zjn. Lang
geleden heeft een hunner voorvaderen, die
eigenljk Van Oetel heette, zich te Genzano
bij Rome gevestigd en daar een bloeiende
familie gevestigd, die vooral met wjnbonw
tot hoogen welstand geraakte. De naam Van
Oetel werd veritalianiseerd tot Vannutelli.
Maar de familie herinnert zich haar Neder
iandsche afkomst nog zeer goed en gaat er
zelfs groot op.
De tijdelijke macht des Pausen.
Mgr. Bourne, aartsbisschop van Westmin
ster en primaat van Engeland, heeft aan de
Westminster Gazette de volgende verklaring
gedaan
«Het is van het grootste gewicht voor de
Katholieken van de geheele wereld, dat het
Hoofd der Kerk een volstrekte onafhanke
lijkheid geniet in de uitoefening van Zjn
Herderschap. Daarom is het noodig, dat Hj
niet de onderdaan is van den een of ande
ren wereldljken souverein, want de belangen
van dezen souverein kunnen met zjn geeste
lijke macht in botsing komen».
Wat de Italiaansche garantie-wet betreft,
heeft Mgr. Bourne verklaard dat de Katho
de wangen dreven, zich in zulk gezelschap
te bevinden. Hj wilde het vertrek verlaten
om naar Pierre te snellen, maar de deur
was gesloten en men hoorde zijn kloppen
niet, totdat het stiller en stiller werd en de
slaap de dronken kerels overmande. Maar
ook hem zelf overviel opnieuw de vermoeid
heid met onweerstaanbare krachtlichaam
en geest waren verlamd en andermaal sloten
zich zijn oogen, ondanks zjn kampen tegen
den slaap.
Toen hij ontwaakte, drong een zwak
schemerlicht in het onderaardsche rnim
dat was de dag, die buiten ongetwjfeld in
zjn volle pracht straalde.
Rondom hem was het zoo stil als in een
graf, Hj wilde de deur openmaken, doch
zj was nog altijd gesloten, maar tnsschen
een spleet stak een beschreven briefje
van Pierre's hand.
«Wj zijn op de vangst uit», las hj
«binnen een uur hopen wj Jean Rollan in
ons midden te zien, heb tot zóólang geduld.
De nis naast uw bed bevat wijn en brood:
drink op het welslagen der gerechte wraak I»
In den tuin van het kasteel La Oharette
zat een man in een groenen ljfrok met
gouden knoopen versierdde witte groote
das en het overhemd, waar brillante knoopjes
uitstaken, waren met kostbare kant bezet
een zware gouden ketting schommelde op
het blauwfluweelen vest en toch wees
niets in de geheele verschjning van den
drager dezer kostbaarheden aan, dat voor
naamheid zich met den rjkdom paarde.
(Wordt vervolgd)^