R. Kath. Nieuws- en. Advertentieblad
voor Moord-HollandL*
No. 78.
Zaterdag 26 September 1908.
2de Jaargang
FEUILLETONi
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Buitenland.
Aan onze Lezers I
Staat en Armenzorg.
Uit stormachtige Lagen.
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels30 cent.
Elke regel meer6
Reclames per regel..,.15,
Met dit nummer eindigt ons Feuilleton,
zooals onze lezers zien.
In ons volgend nummer zullen wij
beginnen met een nieuwe historische
roman, bewerkt voor „Ons Blad", ge
titeld: DE ZESTIENDE MEI. Deze
roman van den zeer gunstig bekenden
Herman Hirschfeld, heeft in Duitschland
groot succes behaald.
DE REDACTIE.
ii.
De bijzondere liefdadigheid, welke op
de eerste plaats met de armenzorg
belast is, moet onderscheiden worden
in persoonlijke en genootschappelijke
liefdadigheid. Wat de eerste, de per
soonlijke liefdadigheid betreft, welke in
stilte werkt en al zooveel goeds op
stoffelijk en geestelijk gebied heeft tot
stand gebracht, hierbij zou staatsbe
moeiing een zeer ongewenschte tus-
schenkomst zijnmaar aan de tweede,
de genootschappelijke liefdadigheid kan
de Staat veel goed doen en vermag dit
door verschillende middelen. Deze mid
delen zijn: het gemakkelijk toestaan
van rechtspersoonlijkheid aan zulke
genootschappen, het zonder veel be
lemmerende bepalingen verleenen van
subsidie en het bevorderen der samen
werking van verschillende liefdadige
instellingen. Deze samenwerking (geen
samensmelting) is noodig in grootere
plaatsen, waar meerdere zulke instel
lingen worden gevonden, opdat men
elkanders arbeid kenne en waardeere
en vooral opdat door verschillende ge
nootschappen in één huisgezin niet de
zelfde werkzaamheden worden verricht.
Een doeltreffende samenwerking van
liefdadigheids-genootschappen kan wor
den bevorderd door verschillende mid
delen en wel:
le Door het oprichten van een Cen
traal register", d. w. z. een boek, een
lijst of een verzameling van kaarten,
waarin de namen en eenige bijzonder
heden van de door de aangesloten in
stellingen bedeelden worden vermeld.
Zulk een register mag natuurlijk slechts
toegankelijk zijn voor belanghebbenden
en niet méér vermelden dan strikt
noodzakelijk is, opdat onnoodige publi
citeit worde voorkomen.
2e Door het instellen van Armenraden,
Zie Ons Blad, van 29 Augustus j 1.
Roman nit het Duitsch, van Herman Hirschfeld,
bewerkt voor «ONS BLAD«.
32)
Jean Rollan ontwaakte inderdaad uit zijn
bedwelming. De stroeve trekken waren ver
dwenen en zijn blik werd zoo zacht ais men
nog nooit by hem gezien hadzyn verstand
was echter nog beneveld, maar het waren
nu slechts lichte, vroolyke beelden die zyn
geest bezighielden.
«Vergeving», fluisterde hy zacht, «nog
eenmaal dat zoete woord met zyn hemel
schen klank I De booze geesten zyn ver
dreven en nooit meer dwaalt het lijk van
myn zoon weeklagend over myne schuld op
den waterspiegel van den -vy ver te midder
nacht hy komt ale een bode des vredes»,
ging hij verder, den stervenden blik op
Robert gericht, «ik zie hem, blauw ia zyn
oog, blond zyn haar en hij spreekt tot my
tot my, zijn vader, van verzoening... ge
nade...»
>Ik ben by u, ik ben uw zoon, uw
Robert 1» riep de jongeling, zyn vader die
achterover viel in de armen opvangend.
Met wijd geopende oogen staarde Jean
Rollan hem aan, en er gleed een glimlach
over zyn gelaat.
•Robert, myn Ro...«
Het opflikkeren der lichtstraal in den
nacht, die zyn z!nnen omhulde, nam tevens
zyn levenskrachten weghet bKred drong
hem in het hoofd, het zware lichaam zakte
officieels lichamen, waarin vertegen
woordigers van verschillende liefdadige
instellingen zitting hebben, om tot
verbetering der armenzorg, daar ter
stede te beraadslagen.
3e Door het vervaardigen van een
register van liefdadige instellingen, ook
gestichten enz. om zoowel voor parti
culiere personen als voor vereenigingen
tot vraagbaak te dienen, waarin men
tot de kennis kan komen, welke in
stellingen zich deze of gene bepaalde
soort van armen bijzonder aantrekt.
Om practisch nut af te werpen, moet
zulk een vraagbaak volledig, steeds
goed bijgehouden en tegen een geringen
prijs verkrijgbaar zijn. Om het hereiken
van deze middelen gemakkelijk te ma
ken, kan de Staat natuurlijk der bij
zondere liefdadigheid op uitstekende
wijze hulp bieden.
Het toezicht van Staatswege op een
of ander onderdeel der bijzondere armen
zorg komt echter over het algemeen
onwenschelijk voor, wijl hierdoor het
eigenaardig karakter der liefdadigheid
voor het grootste gedeelte teloorgaat;
alleen dan, wanneer ernstige misbruiken
zijn te vreezen, wat gelukkig zelden
voorkomt, zou de Staat met eenig goed
gevolg toezicht kunnen uitoefenenzoo
is het Staatstoezicht op het beheer van
stichtingen, welke niet onder controle
van kerkgenootschappen zijn gesteld,
zeker aan te bevelen.
In ons eerste artikel hebben wij reeds
gezien, dat de openbare, de Staats
armenzorg slechts mag aanvullen, wan
neer de bijzondere liefdadigheid niet
toereikend is, maar onze armenwet
toont zich hierbij wat Al te beperkend.
Zij bepaalt n.l.. dat het burgelijk be
stuur geen onderstand aan armen mag
verleenen, dan wanneer het verzekerd
is, „dat zij dien niet van kerkelijke of
bijzondere instellingen van weldadigheid
kunnen erlangen en dan slechts bij
volstrekte onvermijdelijkheid".
Het zou zeker wenschelijk zijn, zoo
de openbare armenzorg overbodig ware,
doch door ondervinding heeft men ge
leerd, dat, hoewel de bijzondere liefda
digheid het grootste aandeel in den
onderstand neemt, toch de ondersteu
ning van Staat en Gemeente lang niet
kan worden gemist. Maar wie zal de
armenzorg op zich moeten nemen, de
Staat, Provincie of Gemeente en wie
zal ze bekostigen Het laatste gedeelte
dezer vraag zullen we in het volgend
artikel bespreken, nu, welk lichaam
met de feitelijke armenzorg moet wor
den belast.
ineen... een beroerte had Rollan getroffen,
ala lijk hield Robert zyn vader in zyn
armen,
Pierre naderde het ïyk.
«Gy hebt een grootere vordering op dezen
man dan ik, graaf Felix», zeide hy ernatig
«waarmede hij my bedreigde, dat heeft hy
u miadaan, en toch hebt gij hem vergeven.
Ik moet u bewonderen, al kan ik u niet
hegrijpen maar ik geloof, dat er boven een
gerechtigheid leeft, die daar verzoent en
recht apreekt, zonder dat onze aterfelijke
handen in haren wil behoeven in te grypen.
Zeg myn broeder Louis vaarwel van my»,
ging hij verder, «ik ga in de oerwouden der
nieuwe wereld mijn leven ala jager eindigen
Wie van mijn bondgenooten zich hij my wil
aansluiten, kan mij vergezellen. Gij echter,
Robert Rollan, gij zult ala de echtgenoot der
dochter van den laateten La Charette, ala
alotheer regeeren maak goed, wat uw vader
verkeerds gedaan heeft, en leert uwe kin
deren goed te zijn en menschelyk tegen hun
onderdanen, opdat in de nre van het grootste
gevaar ook voor hen een Pierre Gregoire
gevonden worde, die toegevendheid en mil-
dadigheid, die men hem beweea, met het
redden van een leven vergeldt.
«En nu op naar bet licht. Op de treden
van het altaar zult u het lijk van Jean Rollan
zorgvuldig neergelegd vinden belooft mij,
hem vóór den avond niet naar het kaateel
te laten halen tot zoolang, wanneer geen
menschenvoet de eenzaamheid dezer p'aate
verstoort, hebben wij tyd, alle goederen uit
onze schuilplaats te verwijderen en ona in
alle richtingen te verstrooien. Leeft wel,
Robert Rollan, leeft wel, graaf Felix...
nimmer zie ik u weder
Wordt de openbare armenzorg aan
het Rijk overgelaten, dan kan het niet
anders of een groot aantal beambten
moet worden benoemd voor de alsdan
zéér uitvoerige administratie; ook zal
de Staat bij het verleenen van onder
stand voor de op verschillende plaatsen
zoo uiteenloopende toestanden slechts
algemeene bepalingen kunnen treffen.
Hieruit blijkt reeds duidelijk, dat
staatsarmenzorg duur en uiteraard
slechts gebrekkig kan zijn. Ook zal bij
rijksregeling de sympathie der burgers
voor de liefdadigheid verdwijnen, daar
de armenzorg zoo goed als buiten hen
omgaat. Dezelfde bezwaren, ofschoon
in eenigszins geringere mate, bestaan
ook tegen provinciale armenzorg, waar
om men gemakkelijk zal toegeven, dat
gemeentelijke armenzorg, waarhij deze
gebreken grootendeels zijn opgeheven,
de meest geschikte regeling aanbiedt.
Moet nu de Gemeente overigens ge
heel vrij blijven in haar verzorging der
armen, of zal zij aan wettelijke bepa
lingen worden gebonden? Wijl armen
zorg niet alleen een gemeentebelang,
doch ook rijksbelang is, zal de Staat
voor een doeltreffende regeling moeten
zorgen, om zoo groot mogelijk practisch
nut te bereiken en de misbruiken te
voorkomenechter mogen zulke wetten
natuurlijk niet in de vele bijzondere
gevallen door bindende algemeene be
palingen mogen voorzien. Hoe verder
felijk dit zou, leert ons de geschiedenis
van het Engelsche armwezen, doch
hierover en nog eènige andere bijzon
derheden in het slotartikel.
Frankrijk.
Vreeselijk uiteinde.
Treffend is het uiteinde van sommige
Fransche beeldenstormers. Vorige week maakte
een meester metselaar door twee revolver
schoten een einde aan zyn leven.
De zelfmoordenaar was een berucht ge
loofshater twee jaar geleden had hij de taak
op zich genomen de krniebeelden der gemeente
Sainte-Florine te verwyderenen met een
woest genot sloeg hy de beenen en armen
der crucifixen stuk, hakte hy het lichaam
tot stukken.
God ontnam hem het gebiuik zijner beenen.
Hy verlamde ze.
En eenige maanden geleden deed de zoon
van den Ghristushater een val en brak den
ruggegraat.
Nieuwe ramp.
De Fransche marine, die in den laatsten
In naamlooze spanning, die nu eens zich
oploste in den vreeselijksten twijfel dan weder
in de zaligste hoop, wachtte Louise, de echt-
genoote van Jean Rollan, in hare kamer.
Zy had den opzichter en den knecht, die
den vermiste in het bosch vergezeld hadden,
aanstonds bevolen te zwygen doch het ge
rucht van hetgeen er gebeurd was, had zich
niet heelemaal laten onderdrukken en er
heerschte een zekere onrast en angst op het
kasteeldit gold niet zoozeer het lot van
den meester, die zich in 't geheel niet de
liefde zyner onderhoorigen had weten te
verwerven, dan wel de vrees voor de nade
ring der beruchte bende. Daar opende zich
de deur der kamer en haastig stormde Louise
op den Ingang toe... Felix La Charette
stond op den drempel.
Ontsteld ging zij achteruit.
«Gy, Felix... en alleen? Zoo is hetgeen
wij vreesden en dat gij verhinderen wildet,
tcch geschied? Jean Rollan, myn gemaal...»
«Hy stfet voor God», antwoordde Felix
ernstig«geen menschenhand maakte mid
den in den nacht van den waanzin een
einde aan zijn leven, de eeuwige rechter zelf
riep hem voor »yn troon, moge hy hem ge
nadig zyn I»
«Weeuen kan ik niet om hem», zeide
Lonise, «maar myn gebed om genade wil ik
tot den Allerhoogste opzenden, die zelf immers
de genade en het erbarmen is».
Zyn stcffelyk overschot zullen wij van
nacht uit de borchkapel hierheen brengen»,
ging Felix verder, «du echter in den vollen
xonceschyn breng ik u een levende in huis,
wiens ziel rein en Onbedorven is, als de
gouden hemelstralen daarboven, en die ge
louterd is door zware beproeving en gestaald
tijd nog al eens door rampen is geteisterd,
is opnieuw door een zwaren siag getroffen.
Aau boord van de kruiser «Latouche
Trèville», die schietoefeningen hield voor
Salins d'Hyères in de nabijheid van Toulon,
is tydens de oefeningen van de leerlingen
kanonniers een kanon gesprougen. [Het was
een kanon van 191 m.M. in den achtertoren
opgesteld.
Door de ontploffing zyn niet minder dan
13 personen gedood, van wie er nog twee
worden vermist en twee personen doodeiyk
gewond. Tot dusver weigerde men nog ver
dere verklaringen over de ramp te geven.
Italië.
Zaligverklaring van Pius IX.
Wij hebben reeds vroeger gemeld, dat te
Rome een aanvang is gemaakt met het proces
voor de zaligverklaring van paus Pius IX.
Wij kunnen hier nog bijvoegen, dat de voor
bereidende werkzaamheden tot dit proces be
gonnen zijn te Imola, het diocees van de
Romagna, dat door den toekomstigen paus
bestuurd werd gedurende de veertien jaren,
voorafgaande aan zijn verheffing op den Stoel
van den H. Petrus in 1846.
Overeenkomstig de bevelen van paus Pius X
van dertien maanden geleden, heeft een onder
zoek plaats gehad van alle gedrukte of ge
schreven werken, toegeschreven aan kardinaal
Maslaï Ferretti, gedurende zijn verblijf te
Imola en het geding voor zijn zaligverklaring
is saamgevat onder twaalf rubrieken.
Soortgelijke onderzoeken zullen gedaan
worden op alle andere plaatBen, waar hy
werkzaam is geweest, zooals te Spoleto, van
waar hy overgeplaatst werd naar Imola, en
te Sinigaglia, zyn geboortep'aats.
Sedert Pius V, een tijdgenoot der Engel
sche koningin Elizabeth, is geen enkele Paus
meer heilig verklaard, terwijl men voor dat
tijdstip nogmaals drie eeuwen moet terug
gaan om in paus Celestinus V den laateten
gecanoniseerden Opperpriester te ontmoeten.
Ongetwyfeld spreidde paus Pius IX te
Imola die heiligheid van levenswandel ten
toon, waartoe onze paus Pius X in zyn laatste
•Exhortatio ad Clerum» met zooveel aandrang
aanspoort, en waarvan Hy zelf het beste
voorbeeld is.
Een journalist uit Venetië, Saceardo, die
sedert twintig jaar het vertrouwen van den
H. Vader geniet, is dezer dagen door den
Paus in audiëntie ontvangen. Hy zegt daar
over
«De Paus geeft den indruk van een man
in den vollen bloei van zyn leven. Zyn
witte haren uitgezonderd, zou men niet zeg
gen, dat 73 jaren op zyn schouders drukken.
Het hoof-I rechtop, vlugge tred, heldere blik,
vol leven, een vlugge, steeds werkende gesst,
en een merkwaardig geheugen, dat een der
voornaamste karaktertrekken is van den Paus.
tegen verdere gevaren uw zoon breng ik
u, Louise Rollan. Maar open niet alleen voor
hem uwe moederarmen, ook myn kind, myn
Claire, wil aandeel hebben in uwe liefde s
zy zijn elkander waard, waard om in liefde
te vereenigen wat waanzin en tegenspoed
scheidde».
Hy wierp de deur der aangrenzende kamer
open en een slanke jongeling, stralend van
geluk, stortte zich in de armen der vrouw.
«Mijne moeder 1»
«Myn zoon
Met de oogen vol tranen, zag Felix door
het hooge boogvenster naar den blauwen
hemel op slechts één klein wit wolkje kwam
aandryven en stond nu stil, als wilde het in
de kamer zien, op zóóveel geluk, en dit
boodschappen aau de bewoners der zaligheid.
«Justine de La Charette», zei Felix zacht,
«mijne edele, opgeofferde moeder, gy zyt
dicht bij my, ik voel het, en gy zyt over
my, uw zoon, tevreden».
Eenvoudig, maar waardig werd Jean Rollan
hegraven. Vrome priesters baden voor *9n
ziel en voor hem gold de verzooningsspreuk
op het marmeren kruis, dat zich verhief op
de plaats, waar eens moeder Gregoire's hut
gestaan had, en den bodem bedekte, die
langs den geheimen gang naar de bosch
kapel voerde.
Op La Charette echter leefde de kleine
familie in stil geluk, door geen ongevallen
gestoord, totdat de dood schakel na schakel
uit den ketting lichtte, die in trouwe ver-
eeniging gesmeed wasnog heden echter
leeft hun aandenken voort bij de bewoners
van den omtrek, voort by c|e kleinkinderen,
De Paus ontplooit zijn kracht zonder zich
sehijnbaar te vermoeien in den loop van
zijn werkzame dagen, die vaak van vyf uren
des morgens duren tot laat in den" avond.
Nooit een oogenblik verpoozing en het won-
deriyke is, dat zijn gelaat geen enkel spoor
draagt van vermoeidheid».
In zijn onderhoud met Saceardo sprak
Pius X voornamelijk over het modernisme
en «den g6est van ongehoorzaamheid, die
maar al te zeer waait over zekere katholieke
groepen, zelfs tot in da rangen der Italiaan
sche geestelijkheid».
«De zaken van Frankrijk zija droevig,
maar deze zijn nog veel droeviger,» zei de
Paus.
«Men ziet,» zei Pius X verder, «dikwijls
perssnen, die zich de steunpilaren van het
Catholicisme noemen, terwyl zij zich durven
vertoonen in tweedracht met den Plaatsbe
kleeder van Christus, den eenen en waar-
achtigen schatbewaarder van de leer en de
katholieke practijk».
Spanje.
De Carlisten en de Spaansche regeering.
Van verschillende zyden wordt er in de
Spaansche bladen op gewezen, dat de Car
listen in den Jaataten tijd weder een opmer
kelijke activiteit aan den dag leggen, zoon at
men zich afvraagt, waarin de oorzaak van
deze herleving van energie eigenlijk gezocht
moet worden.
Da «El Universo» van Madrid beweert,
dat de toeneming van het anti clericale ge
vaar, de Carlietische beweging nieuw leven
instort, overeenkomstig het reeds meermalen
waargenomen verschijnsel, dat de Carlisten
het krachtigst op den voorgrond traden, wan
neer de godsdienst in Spanje werd aangevallen.
Tijdens de regeering van koningin Isabella
II werden hun pogingen om het bewind te
heroveren tamelijk gemakkeiyk onderdrukt,
maar in 1869 baarde hun optreden allerwege
de grootste onrust. Duizenden vrijwilligers
schaarden zich toen onder het vaandel van
Don Carlos, ten gevolge van de uitdryviDg
der Jezoïten en andere geestelijke Orden,
het beslag leggen op de eigendommen der
kerken, van de 'ontbinding der H. Vincentlus-
vereeniging, van de invoering van het bur
gerlijk huwelijk, van de vervolging der bis
schoppen en pries! ers en van het afbreken
der reiatiën met den H. Stoel. Het Carlisme
verdween als 't ware weer van het toonee),
zoodra Senor Canoras een meer verzoenende
politiek volgde jegens de Kork, de geestelijke
Orden weer toeliet in Spanje, en nieuwe
reiatiën aanknoopte met den H. Stoel.
«El Universo» is van oordeel, dat het Car
lisme opnieuw een ernstig gevaar voor de
eenheid der natie zou worden, wanneer het
anti clericalisme meer veld won in Spanje.
die zich beijveren, de deugden waardig te zijp,
die hun grootouders hun hebben nagelaten.
Ook de stam van Louise Gregoire leeft
nog heden op de eilanden der Noordzee.
Graaf Felix, die reeds op La Charette woonde,
gaf den braven zeeman, die by zijn terugkeer
uit verre landen het eigendom zijner groot
moeder ala een prooi der golven terugvond,
zijn eigen huis, dat hem met de zynen zoo
lang geborgen en dat de stervende moeder
Gregoire tot laatste toevluchtsoord ver
strekt had.
Van Pierre en zijn bondgenooten kwamen
geen berichten meer. Ook den woesten
Laroche en zijn nicht Lise hadden de stormen
der revolutie weggevaagd, zonder een spoor
van hen achter te laten. De mannen, die in
dien hangen tyd in den loop van het lot
durfden ingrijpen, behooren allen tot de ge
schiedenis. Zij heeft recht gesproken en hun
namen aan het nageslacht overgeleverd j
slechts éénen heeft zy vergeten, den grooten
Le Pourzel die zich Danton's vriend noemde,
'ofschoon deze hem nauwelijks van aanzien
kende. Zullen wy da tydkroniek eren ver
beteren, door den weetgiarigen lezer mede te
deelen, wat uit het miskende politieke genie,
dat met moeite aan de guillotine ontsnapte,
geworden is
De muse toornt, maar wy wagen het.
Zyn loophaan eindigde, xooals zy begonnen
was, als schoorsteenveger in het paleis der
Tuilerieën, Sie transit gloria mundi.
EINDE,