Et>. BatL Nieuws- ei i^elvertea&tie'bladl
rö@f ifoortE-Bolland.
No. 81.
Woensdag 7 October 1908.
2"e Jaargang
FEUILLETON,
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
De zestiende Mei.
Buitenland.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
60 cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nnmmers 3 cent.
Uitgave van de Naatnl. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels30 cent.
Elke regel meer6
Reclames per regel .15,
Brittannia docet.
Dit mag met recht worden gezegd
van de Engelsche postwet van 1884.
Engeland nl. geeft ons een goed voor
beeld, hoe ook de Regeering, en deze
op de eerste plaats, met succes de he
strijding der pornografie kan ter hand
nemen.
Deze Engelsche postwet geeft nl. een
middel aan de hand, om prentbrief
kaarten met onwelvoegelijke voorstel
lingen en taal te weren.
Niet alleen bezorgt de post ze, niet,
wanneer de aandacht er op valt, maar
de verzenders staan bloot aan gevan
genisstraf tot een jaar toe, en aan boete.
Ziedaar een maatregel, welke de
Regeering, die hem uitvaardigde, tot
eere strekt.
Zooals het met wetten echter méér
gaat, werd den laatsten tijd minder
nauwgezet de hand aan deze wetsbe
paling gehouden.
Ook in Engeland wies de stroom der
pornografie in woord en beeld schrik
barend.
Totdat thans de postmeester-generaal
het Engelsche volk nog eens aan die
wet herinnerd heeft.
Brittannia docet!
En welk een verschil met ons land,
waar aan zekere zijde een storm van
verontwaardiging opging, toen het
ministerie-Kuyper indertijd een post-
wetje voorstelde, waardoor de bestrij
ding der pornografie een grooten steun
zou hebben gekregen.
Dat mocht toen echter niet
Met welk gevolg?
Dat we dieper in den poel der vuil
schrijverij zijn gezonken dan ooit te
voren.
Dat, waar de Rijksregeering belet
werd, de bestrijding der pornografie ter
band te nemen, de Gemeenten zelf
thans, door nood gedwongen, de hand
aan 't werk moeten slaan.
In waarheid: Brittannia docet.
Engeland is ons ten beschamend
voorbeeld
Het woelen der socialisten.
Het is, o zoo gemakkelijk, om alles
af te keuren.
En de socialisten hebben op dit ge
bied hun sporen verdiend; volgens hen
deugt er niets meer in de tegenwoordige
wereld.
Maar zoodra zij geroepen worden om
zelf te regeeren, om zelf te verbeteren
en te veranderen, dan zien zij in, dat
Historiiche Roman uit het Duitscb, van
HERMAN HIR8CHFELD,
bewerkt voor ONS BLAD'.
3)
Daarop gaf hij een teeken, de koetsier
legde de zweep over de paarden, zoodat het
lichte rijtuig in donderenden galop voort
joeg Armande echter lag machteloos in
mijne armen.
Het was een droevige bruiloftsdag, het is
een droevig huwelijk geworden, daar de be
dreiging van mijn medeminnaar als een rots
blok drukt op het hart mijner echtgenoote
en haren vrede en de gezondheid berooft
die bedreiging, Lafont, is de wolk, welke
het geluk van ons huis overschaduwt».
Een zacht kloppen onderbrak zijne woor
den een bediende in eenvoudige livrei ver
scheen op den drempel.
«Mevrouw de gravin., meldde hij, laat
om de tegenwoordigheid van mijnheer den
graaf verzoeken»,
Schuselkol stond aanstonds op. >Ik kom»,
zei hij.
•Biyf gij ondertusschen hier, lieve Lafont;
ik wenschte, dat u de rekeningen van den
houtvester eens nazaagt, die heden ingaan.
Ik hoop u spoedig in het salon der gravin
te begroetenik geloof, dat het beter zou
zijn, uwe reis naar de stad tot morgen vroeg
uit te stellen. Gij zult op verlangen van
Armande onsen zoon bjj zijn oufl jante afhalen,
waar hy reeds eenige dagsfN-ertoeft. Het
(noederhart verlangt naar zijn kind en gij
uwe
het gemakkelijker is af te breken dan
op te bouwen en dat het toch niet
aangaat, om maar enkel rechten te vor
deren en geen plichten te willen hebben.
Dit ondervindt Yiviani, de Fransche
socialist, die minister geworden is, de
socialist, die zijn schandelijk ongeloof
publiek in de Kamers uitkraamt.
Maar nu deze socialist voor de moei
lijke kunst staat van op te bouwen,
nu ziet hij in, dat het toch niet opgaat,
om maar altijd zooveel te eischen, dat
het niet te geven is, en om maar altijd
rechten te willen hebben, zonder aan
plichten te denken.
Ten zeerste trekt dan ook de aandacht
de rede van Yiviani, onlangs te Nantes
gehouden, waarin hij zich zeer ongunstig
uitliet over het onbekookte optreden
van sommige vakvereenigingen.
„Zeer dikwijls", zoo zeide hij, „hooren
wij klachten van de patroons over
sommige heftige vakvereenigingen, die,
hare kracht zoekend in dikke woorden,
in overdrijvingen, eiken avond den hui-
digen maatschappelijken toestand ten
doode doemen, terwijl deze daarbij toch
gezond en krachtig blijft. Deze vereeni-
gingen echter schaden ieder belang en
brengen de zaak, die zij heeten te
dienen, in discrediet".
Sprekende over de staking, zeide hij
„De staking is een gevaarlijk wapen,
dat slechts in de uiterste noodzakelijk
heid gebruikt mag worden. Het is een
werkelijke ramp, wanneer men genood
zaakt is, tot dit middel zijn toevlucht
te nemen. Waar is het, dat de tegen
woordige toestand van de maatschappij
het somtijds noodzakelijk maakt; wij
moeten echter met inspanning van alle
krachten er naar streven, de staking
overbodig te maken".
En de minister besloot zijn rede met
de volgende woorden:
En thans over uwe rechten. Het is
plicht deze te veroveren, ze te
verdedigen en te vermeerderen. Maar
de mensch heeft niet alleen rechten,
hij heeft ook plichten, in de eerste
plaats zijn ambtsplichtwant naar den
man wordt de meening, die hij voor
staat, beoordeelt en vervolgens den
socialen plicht, niet alleen tegenover
zich zelf, de plaats zijner inwoning,
maar tegenover de geheele wereld en
de menschheid, die streeft naar voor
uitgang".
Deze socialist-minister ziet het leven
niet enkel meer van het standpunt der
arbeiders, en begint daarvan andere
denkbeelden te krijgen.
weet, dat ik Alexis aan niemand toevertrouw
dan aan u of mij zelf. Maar voor heden
zou het te laat worden en zie eens, de
hemel betrekt al meer en meer».
•Wanneer het mevrouw de gravin kan
bevredigen, zoo laat mij vrij naar Orleans
rijden. De wegen zijn veilig en goed, ik ben
een bekwaam ruiter en breng Alexis zacht
onder mijn mantel verborgen, bij zijne moe
der», antwoordde Lafont.
Met een vriendeiyk hoofdbnigen dankte de
graaf en verliet de kamer. Hy begaf zich
naar den vleugel van het gebouw, waar zich
de woonkamers van het slot bevonden. De
kamer, wier drempel hjj nu betrad, bood
het beeld der gemoedelijke huiselijkheid. Een
milde warmte kwam hem tegende geur
van frissche bloemen in kunstvolle vazen op
speeltafeltjes stroomde hem tegemoetmol
lige tapijten dempten den treden waar men
het oog ook wendde, overal deed zich sier
lijkheid en goede smaak aan het oog voor,
In een leunstoel van bruin fluweel rustte
de meesteres des huizes, een zachte, kwij
nende gestalte met liefelijke trekken. Maar
het gelaat van Armande Schuselkoi droeg
onmiskenbaar de sporen dier gevreesde ziekte,
die als een worm het lichaam van binnen
verwoest, terwijl dikwijls het uiterlijk schijn
baar nog bloeiend is.
»Zijt gij daar eindelijk, Michael», zei ze
met welluidende stem gij hebt mij zoo lang
alleen gelaten en ik voel mij vandaag weder
zeer zwak».
•Vergeef het me, dierbaarste», hernam de
graaf, >het was niet mijne schuld huishoude
lijke plichten hielden mij terug».
•Ik liet n roepen, Michael, omdat ik u
iets wilde versoeken, een gewichtig verzoek,
Michaelgaarne zou ik mijn jongen terug.
Bij de behandeling van alle sociale
vragen moet men steeds in het oog
houden, dat het algemeen belangen
niet het belang van een enkelen stand
hij zij arbeiders of patroonsstand
den doorslag mag geven.
Dultschland.
De kapitein van Köpenick.
Van tijd tot tijd dringen nog nagalmen
door van de tragi comedie, waarin schoen
maker Voigt op zoo onnavolgbare wijze de
hoofdrol vervulde.
De ex kapitein, die thans in Leipzig schijnt
te vertoeven, heeft verklaard, dat er veel
onzin over hem geschreven is. De geldin
zamelingen te zijnen bate hebben maar 2400
mark opgebracht, en ook heeft hy geen
reuzen-erfenis van een dame gekregenwel
heeft men hem een jaarljjksche rente van
100 mark geschonken, maar die hangt van
den wil van een nog levend persoon af, en
kan lederen dag ophouden.
Te Boedapest heeft Voigt overhoop gelegen
met zijn impressario, omdat de man er op
stond, dat de ex-kapitein in 't publiek zou
optreden, ofschoon dit bij contract was bui
tengesloten. Toen zijn verblijfplaats in die
stad bekend werd, kwam er een gansche
zwerm theater-directeuren op hem aanvliegen,
maar nooit wil Voigt zich op een tooneel
vertoonen, omdat hij dus doende de overheid,
die hem zoo mooi behandeld had, in 't ge
zicht zou slaan.
Verder vertelde de schoenmaker, dat men
hem reeds de onmogelijkste voorstellen had
gedaan. Ook had men hem aangeraden, toen
een schoenwinkel te openen. Maar, zegt Voigt,
dan komen er wèl honderden om den kapi
tein van Köpenick aan te staren maar
niet om wat te koopen. Wat hij nu doen
gaat weet hij nog niet precies. Hij wacht
maar af, tot er iemand hem een aannemelijk
en zaakkundig voorstel doet, waar niets van
reclame inkomt.
Frankrijk.
De zaligverklaring van Jeanne d'Arc.
Het decreet der zaligverklaring van Jeanne
d'Arc zal in de maand April aanstaande
afgekondigd worden. Da datum van den
feestdag der zalige Fransche heldin zou vast
gesteld worden op 8 Mei.
Bijgevolg zou Jeanne d'Arc voor de eerste
maal op de altaren aangeroepen worden den
8 Mei 1909.
Het gebruik wil dat de feestdag van een
heilige of van een gelukzalige gevierd wordt,
't zij op den herdenkdag van een lnlgterrijk
wonder door zijn voorspraak verkregen, 't zij
hebben, dien ik bij tante achterliet. Ik had
het verzoek van den markies niet moeten
inwilligen, ik ben niet gerust, vóór ik hem
weer in mijn armen heb».
•Lafont zal naar de stad rijden, wanneer
gij het verlangt», antwoordde de graaf;
•maar zouden we deze zaak niet tot morgen
uitstellen Wij krijgen een stormigen nacht».
Juist deze gedachte is het, die mij zoo
beangstigt, ik sterf van angst. Michael, ik
bid het u, zend niet Lafont naar Orleans
een beter ruiter dan gij is er niet te vinden
alléén onder uwe hoede weet ik mijn kind
veilig, rijd gij naar de stad en breng Alexis
voor my mede».
•Armande I»
De fijne blanke hand der gravin trok den
echtgenoot dichter naar haar toe. «Laat u
overhalen Michael, gij geeft mij de rust terug.
Ik had een verschrikkelijken droom, toen ik
tijdens uwe afwezigheid, een oogenblikje
sluimerde. Slechts wanneer ik mijn kind zie,
kan ik dien droom vergeten».
Zonder haar echtgenoot tijd tot antwoor
den te gunnen, ging zy levendig verder
•Ik droomde, dat ik onzen Alexis zag in
de armen van een man, dien ik niet kan
noemen zonder te sidderenhij had hem
vóór zich op een zwart ros en stormde met
hem heen door den nacht. Maar ik zag op
het lichte kleed van het kind een vlek, die
bloedrood doorschemerde Michael, wiens
bloed was het
Zij hield bevende in en bracht haar zak
doek aan den mond met rood schuim ge
kleurd trok zy hem terug.
Schuselkoi verbleekte. De inhoud van het
zoo even ontvangen achryven stond voor syn
geest.
•Ik zal aanstonds mijn paard laten gade-
op den verjaardag van zyn marteldood. Men
weet dat de marteling van Jeanne d'Arc plaats
had op den 30 Mei. Z. H. Paus Pius X wil
door op dien regel een uitzondering te maken
en den feestdag van Jeanne d'Arc te vieren
op den verjaardag der inneming van Orle
ans, aan de plechtigheid terzelfder tijd een
•Franech nationaal» en een >godsdienstig<
karakter geven.
Een gruwel.
De anti clericale Fransche regeering dnrft
nog al wat aan op allerlei gebied, dat ia
genoegzaam bekend. Doch haar laatste maat
regel is zoo ergeriyk en weerzinwekkend, dat
geen mensch, die fatsoen bezit, hij zy dan
katholiek of Godloochenaar, dien maatregel
zal durven goedkeuren.
De Fransche regeering erkent nameiyk
officieel de •vrije liefde», moedigt die aan
en ondersteunt die met het geld der belasting
betalers.
Naast de regelmatig uitbetaalde toelagen
aan wettig gehuwde vrouwen van soldaten,
kent het gouvernement nu ook toelagen aan
de bijzitten toe en formuleert dan de man
daten ala volgt: «Mejuffer X..., gezellin
van den soldaat Z...<
Gasthuisnonnen en kloosterzusters worden
verjaagd en behandeld als gemeene ttraat
loopsters vrouwen die onzedelijk samenleven
met soldaten, krijgen toelagen van het gou
vernement...
Is dat geen gruwel, die om wraak roept?
Engeland.
Minder treinen.
Volgens de winterdienstregeling op de
Engelsche spoorwegen zyn er, volgens een
telegram, een achthonderd treinen vervallen,
tengevolge van de samenwerking tusschen
de maatschappijen. Dat zal opruiming onder
het personeel en beroering geven I
Een argument voor staatsexploitatie
Zweden.
Een koninklijk woord.
De nieuwe koning Gustaaf van Zweden
liet dezer dagen een proclamatie tot zyn
volk uitgaan, die in deze dagen eenig in
haar soort heeten moet. Daarin zegt Zyne
Majesteit: >Er is een algemeen verbreide
onverschilligheid voor Christus; zelfs kan
men lasteringen hooren. Niemand onzer kan
zeggeD, dat by met woord en daad zoo
ernstig tegen den Booze gestreden, voor
waarheid en recht getnigd heeft, dat hij voor
die heerschende zonden geen verantwoording
draagt; en zwaar is de verantwoording voor
een volk, dat de reddende genade Gods
verwerpt. Men zoekt vele veranderingen en
verbeteringen; de gewichtigste verandering,
de noodwendigste verbetering zou een alge-
meene bekeering tot God zijn.
•Maar ofschoon zich tegen het Evangelie
len», zei hy opstaande binnen enkele uren
zult gy uw zoon omhelzen. De verpleegster
kan morgen per rytuig nakomen».
Gij zijt goed en edel als altijd», zei de
gravin met de uitdrukking der innigste liefde.
•God zegene u, dierbare man, en late
alle bloemen des geluka op uw levenspad
bloeien 1»
TWEEDE HOOFDSTUK.
De herfststorm giert over woud en veld,
De hoornen sidderen en buigen kreunend
hunne kronen. Angstig verbergen zich de
vogels voor de knallende geweerschoten en
bevreesd vliegen de woudbewoners uit hnnne
legers en de vroeger zoo rnstige woudbeek
stroomt schuimend en bruisend over hare
oevers, een graf voor al het levende, dat in
haar maalstroom te recht komt.
Zóó raast de machtige storm in het woud,
waardoor een smal zijpad, den straatweg
doorsnydend, een veel korteren weg biedt
dan de straat, van het slot Ormond naar
Orleans. Alleen het razen van den storm,
het bruisen van de woudbeek is wyd en
zijd waarneembaargeen spoor van eenig
levend wezenwie waagde het ook, zich
aan zulk een onweer prijs te geven
En toch, daar sluipt iets voort als de
voorzichtige tred van een man. Een diep
verborgen gestalte breekt zich baan door het
struikgewas. Een hoed met breede omgesla
gen randen verbergt zijn gelaat, een donkere
mantel omhult zijn gestalte en de loop van
een pistool schittert zacht, als de storm de
slippen des mantels terugslaat.
•Een helsch weertje», mompelde de nacht
wandelaar, jnist goed voor moord en wraak.
Gy zult bevriezen, myn schat, gij zult naar
nw warme nestje terugverlangen en spoedig
van Christus veel vyandschap openbaart,
toch zien wy dat hetzelve ook in onzen tyd
in ons vaderland en ook in de Heidenwereld
gezegende vruchten oplevert. Gelijk kiem-
krachtige zaadkorrels over de wateren ge
dragen worden en aan vreemde kusten ont
kiemen, zoo komt het Evangelie tot de
Heidenwereld. Ook wij hebben deel aan dit
werk; het wordt door ons ten uitvoer ge
bracht met de waarheid en de liefde, die
bewyzen dat het ons een zaak des harten
is, onzen medemenschen in dat vreemde land
de gaven te brengen, die wij zeiven als de
parel van groote waarde hoog houden.»
Japan.
De Japanners groeienI
De flinke kleine Japanneesjes worden
grooter. Ook de staat wenscht eene verlen
ging van de lichaamslengte zijner onderdanen.
Voor 15 jaren wekte een bevelschrift van
den Mikado in Europa groot gelachde
keizer was niet tevreden met de grootte zijner
onderdanen en onderteekende een decreet,
waarby het in Japan gebruikeiyke hurken
verboden wordt als zynde niet bevorderlijk
voor het groeien der beenen. Reeds toen
wezen velen er op dat militaire overwegin
gen aan dezen maatregel ten grondslag lagen
en nu bevestigen de nieuwe metingen, dat
de Mikado zich in zyne berekeningen niet
heeft vergist.
Men heeft namelijk vastgesteld, dat inder
daad in de laatste 15 jaren de lichaamslengte
der Japanners gemiddeld grooter geworden
ishet tegenwoordige geslacht is 5 milli
meter langer, zy groeien op bevel van den
Mikado en wanneer 't zoo voortgaat dan
zullen zy naar een Fransch blad uitge
rekend heeft over 200 jaren de lengte
der beroemde Fommersche grenadieren be
reikt hebben I
Turkije.
Een oorlog op handen f
Uit Sofia komt het bericht, dat Bnlgarye
zich 5 October 1.1. tot onafhankeiyk koninkrijk
heeft geproclameerd. Deze plechtigheid ge
schiedde in de hoofdstad van het oude
Bulgaarsche rijk Tirnovo.
Bulgarije is, zooals men weet, een consti-
tutioneele monarchie onder suzereiniteit der
Porte. Sinds 1393 was het een Turksche
provincie. Eerst de Russisch Turksche oorlog
van 1877/78 bracht bevrijding by het verdrag
van San Stefano. In 1879 werd prins Alexan
der van Battenberg als Alexander I door de
nationale vergadering tot Vorst verheven.
De vereeniging met OoBt-Roemelië gaf in 1885
aanleiding tot den voor de Bulgaren voor-
deeligen oorlog met Servië. Ten gevolge van
een staatsgreep der Russisch-gezinde partij
trad vorst Alexander den 7en September
1886 af. Den 7en Jnii 1887 koos de natio-
1 i s
er in zyn, meester Lafont. Ik zal het n be
taald zetten, dat ik ter wille van u als een
hond zonder meester verjaagd benbetalen
zult gy me alle woede, alle gramschap, die
ik om u verkropt hebbetalen de uren, die
ik hier op u in nacht en storm wachtte.
Reken er op, deftige ruiter, dat gy niet zult
terugkeeren 1»
Rinkelend sloeg by tegen zyn vuurwapen
en ging vervolgens achter een eeuwenouden
beuk staan, achter welks stam zelfs op klaar
lichten dag zich gemakkeiyk een man ver
bergen kon en dus hoeveel te meer in een
donkeren, grijzen stormnacht I
Onbewegelijk als de tijger zijn prooi
beloerend stond hy daarduivelsch fon
kelde zyn oog.
Rondom zich de stiyd der elementen en
in hun midden blinde hartstocht en gedachten
aan moord in een menschenhart.
Uit de verte kwam er geruchtop een
vurig ros rende een ruiter door het woud.
Den dikken, met pels bezetten mantel, had
hy tot aan den hals dichtgeknoopt, de muts
diep over het voorhoofd getrokken en vóór
zich hield hy een voorwerp, in een pels
mantel gehuld dat op die manier meer geleek
op een pak goederen dan op een levend
wezen. Maar uit d8 pelsmuts kwam een lief
kindergezichtje te voorschyn, welks groote,
blauwe oogen onverschrokken naar het razen
van den storm keken.
•Vooruit, myn trouwe ros», fluisterde de
ruiter met streelende stem en het verstandige
paard begon nog harder te draven.
•Wat zal Armande zich ongerust maken»,
ging hij in zich zelf verder, >maar spoedig
zal ik by haar zijn en haar dankbare blik
zal mij beloonen, spoedig...»
(Wordt vervolgd).