R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Bolland. No. 87. Woensdag 28 October 1908. FEUILLETON. Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Amsterdamsche Brieven. De zestiende Mei. Buitenland. 2"' Jaargang ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN: Van 15 regels30 cent. Elke regel meer6 Reclames per regel15 VIL De geschiedenis van het drievoudig ontslag, waarover ik in mijn vorigen brief schreef, zal vrijwel op een sisser uitloopen. Hoewel het antwoord van den Burgermeester op de interpellatie- Wibaut, nu niet zoo bijzonder schitte rend was, en wel eenigszins tegenviel, is er toch geen quaestie van dat de ontslagenen weer zouden worden aan gesteld. Volgens het advies van Het Volk zullen er nog een paar protest vergaderingen worden gehouden, en dan zal ook dit kabaal weer tot het ver leden behooren. Maar uit het geheele verloop is wel ten duidelijkste gebleken, hoe schrikbarend veel aanhang de sociaal-democratie heeft, juist in de kringen der gemeenteambtenaren. Mis schien kan deze onverkwikkelijke zaak dan nog in zooverre goede gevolgen hebben, dat ook van onze zijde met meer kracht wordt aangestuurd op degelijke christelijke, speciaal katholieke, vereenigingen van ambtenaren, onder wijzers en hiermee gelijkstaanden. Want een gebrek in onze organi sation is nog, dat onder de zoogenaamde meer ontwikkelde klassen, te weinig actie is voor de goede zaak. En toch schuilt hieronder een niet te onder schatten kracht. Speciaal ook onder de onderwijzers, die op de jeugd een zeer grooten invloed ten goede of ten kwade kunnen uitoefenen. Men zou er bijna een argument van kunnen smeden, tegen onze Katholieke Sociale Actie, dat spe ciaal onder de meer geletterden zoo weinig strijders aan onze zijde staan. Het is dan ook meer dan tijd, dat daarop van onze zijde eens gewerkt wordt. Al wordt door velen erkend dat geloof niet in strijd is met wetenschap, meerderen nog zouden tot die erkente nis komen, als er onder de wetenschappe lijke klasse ook meer geloovigen gevon den werden. Maar ieder, die eenigszins met deze lieden op de hoogte is, zal toegeven dat dit percentage nog onge looflijk gering is. Zou de zoo verdienste lijke vereeniging „Geloof en Weten schap" niet meer ingang kunnen vinden in onderwijzerskringen? Als het getij verloopt moet men de bakens verzetten. Een fout van die vereeniging is, dat ze al haar leden, te veel uit dezelfde krin gen recruteert. En een eisch van onzen tijd is juist, in dergelijke vereenigingen uit alle klassen, die eenigszins als wetenschappelijk kunnen gelden, leden Historische Roman uit het Duitsch, van HERMAN HIRSCHFELD, bewerkt voor 'ONS BLAD 9) Toen Alexis een uur daarna zijn eenvou dige woning betrad, lag er een schrijven voor hem voorzien van het hofzegel, dat een lakei in keizerlijke livrei voor hem, had afgegeven. Met bevende hand opende hij het: het hield een bevel in, dat hij den volgenden dag om twaalf uren in de hermitage op audiëntie bij de tsarina moest zijn. De stralen der Russische winterzon pro beerden door het dichtgeschoven vóórhang te dringen van zware, donkerroode zijde, met de kostbaarste kant besetde zware stof spotte 6chter met iedere poging, maar *9 vulden toch het kleine vertrek achter den eenigen, reusachtigen spiegel, met een roodachtig licht, zoodat het er tooverachtig uitzag. Wat slechts de meest verfijnde weelde, de overdadigste rijkdom kon uitvinden, was daar bijeenverzameld vedertapyten, waarin de voet wegzonfcmalachietvazen van niet te schatten waardekroonluchters en spie gels van massief goud. Maar ook de voort brengselen van kunst en litteratuur waren in de grootste meesterstukken aanwezig. Onder de schilderijen, waarmede de met zijde bekleede wanden versierd waren, hor ende men Raphael's meesterhand en het Penseel van Gorregio de namen van Mon- aan te werven. Men duide mij deze vingerwijzing niet euvel. Dat ik alle respect heb voor ons onovertroffen „Geloof en Wetenschap" heb ik ook reeds vroeger getuigd. Een verblijdend feit in ons Roomsche leven in de hoofdstad is de pas met eenige plechtigheid aangevangen werk zaamheden tot den bouw van een nieuwe kerk, de Rozenkranskerk. De namen der architecten, Cuypers en Stuyt, spre ken er borg voor, dat het nieuwe kerk gebouw een waardige plaats zal innemen onder de vele reeds bestaande. Blijkens de oritwerpteekeningen zal het dan ook een sieraad zijn voor de mooie buurt waar de kerk verrijzen zal- Meer dan opgeschroefde vergaderingen en rede voeringen, getuigen zulke werken, die van onze zijde tot stand komen, van intens katholiek leven. Een ander luid sprekend getuigenis hiervan is ook de prachtige nieuwe vleugel van het Onze Lieve Vrouwe-Gasthuis, dat thans een der eerste plaatsen inneemt onder zijn gelijken. Een vleiend testimonium is nog dezer dagen aan het bestuur vau deze inrichting uitgereikt. Zooals mis schien bekend is, heeft De Telegraaf een uitgebreide enquête ingesteld naar de melkqualiteit hier ter stede van inrichtingen en slijters. Hierbij kwam ook ter sprake de levering der voedings middelen aan zieken- en gasthuizen. Aan de stedelijke inrichtingen liet dit zeer veel te wenschen over. Buiten gewoon gunstig stak hiertegen af de voeding in het Roomsche Gasthuis en de Armenhuizen, die dan ook veel hoo- gere prijzen besteden. Wei is dit tee kenend, daar toch bij deze particuliere inrichtingen, alles uit particuliere bij dragen en fondsen moet worden be kostigd en anders alle stedelijk werk gewoonlijk grootscheeps gaat. Hieruit blijkt wel, dat het bestuur van die inrichtingen in goede handen is, en dat onze inrichting niet ten onrechte haar goeden naam heeft. Laat dit voor hen, die het doen kunnen, een aansporing zijn, deze werken van kracht dadige christelijke liefde voortdurend te blijven steunen. AMSTELODAMENSXS. Amsterdam, 26 Oct. 1908. Frankrijk. Een vermaning aan de krantenlezers. Verscheidene Franeche bisschoppen hebben tesquieu en Laharpe schitterden op de banden der kleine bibliotheek, die op een kunstig uitgesneden voetetuk van rozenhout rustte. Vóór de schrijftafel, waarvan de benoodigd- heden van massief goud waren, zat in een met purper fluweel overtrokken en met den keizerlijken kroon bekroonden, vergulden leunstoel een tamelijk zwaarlijvige dame, met eenigszins hoog gekleurd maar nochtans voor naam uiterlijk. Een kleed van zwarte zjjde omruiscbte haar. Het rijke, donkerblonde haar, in mooien eenvoud gedragen, toonde geen enkel spoor van den grijzen ouderdom en toch was die dame, ofschoon men haar nauwelijks op vijftig jaren zou schatten, midden in de zestig. En deze dame was Eatharina II, de tsarina van Rusland. De grijze, flikkerende oogen der heer- scheres keken met verontwaardiging in het gelaat van een man, die in eenvoudige uniform van het grootvoretelijk garderegiment, in zeer eerbiedige houding naast haar stoel stond. Hij kon zoo ongeveer veertig jaren oud zijn. He natuur had dezen man stief moederlijk bedacht en hem een uiterlijk ge geven, dat onwillekeurig afstuitte. Klein van gestalte, met een donkere tint, weinig haren, kleine oogen en met een nauwelijks zicht baren neus, maakte hij een schril contrast met de waardigheid en majesteit, die zich bij Katharina's verschijning voordeed. En toch zou ook hij eenmaal een kroon dragen, want hij was de zoon en troonopvolger der keizerin, kroonprins Fanl. «NeeD, zeg ik antwoordde de keizerin heftig en de blanke band sloeg met de gouden pen op het blad der schrijftafel, «geen genade voor den ellendeling I Nog heden zal ik een krijgsraad benoemen, in een herderlijk schrijven op steun voor de Katholieke pers aangedrongen. Merkwaardig is het schrijven van Mgr. Pechenard van Soissons. Heze bisschop schrijft>Onze ge zindheid tegenover de journalisten geeft van weinig welwillendheid blijk. Wij maken ons boos om eene kleinigheid w9 bedanken voor het blad, wij zoeken voortdurend en in de kleinste dingen onze eigen meening tegenover die van het blad to stellen, alsof de pers geroepen was, ieders meening weer te geven. Waarom verlangt men verder van de redac teuren eene soort onfeilbaarheid? Daar zij lederen dag over de Ioopende gebeurtenissen schrijven, de meest verscheidene en van elkander verwijderde terreinen moeten be handelen, zijn vergissingen toch onvermijde lijk. Ik geloof, dat juist hier welwillendheid geboden is, want voor wie nemen de journa listen hunne inspannende werkzaamheid, met eindelooze lasten en moeilijkheden ter hand? Is het niet voor ons en ons belang Engeland. Hoe zij zicli den lijd verdrijven. In een Engelsch tijdschrift verhaalt een der medewerkers van allerlei excentrieke feesten der «upper ten* en beschrijft daarbij ook een «gondeldiner*, dat in Londen plaats vond. Op 'n mooien middag om vier uur kwam een heer by den directeur van het Savoy- hotel en vertelde, dat hij den volgenden avond aan eenige vrienden een kleinen feest maaltijd zou willen aanbieden't moest ech ter iets buitengewoons zijn, iets origineels, een diner in een ballon of zoo iets. De directeur dacht even ns en stelde dan den klant een gondeldiner v ar, waarbij de deel nemers in een heueeh' ."gondel zonden wor den bediend, in eene Yenetiaansche omgeving met werkelijk water en zwanen, die zich op de golven wiegden. Hst voorstel werd aangenomen en het diner op acht uur 'e avonds van den volgenden dag vastgesteld. De groote hal van het Savoy- hotel werd nu het tooneel van eene koorts achtige bedrijvigheid. Ingenieurs zorgden voor het water en lieten den stroom drie voet hoog stijgen. Inderhaast werden lichte gondels gebouwd de kellners in Venetiaansche kleedij gestoken en geoefend in de kunst, om de lichte gondels te besturen en daarbij elegant te bedienen. Het menu bevatte natuurlijk de meest uitgelezen finesses van keuken en kelder. Op den middag van den volgenden dag was de hal in een bekoorlijk stukje Venetië, veranderd, als uitgesneden uit het Canal grande* en zyne omgeving. De blauwe hemel van Italië lachte in getrouwe nabootsing van boven neer en handige decoratieschilders hadden een schitterend panorama ontworpen dien gjj, voor den vorm, moogt presideeren maar probeer niet belemmerend in te grypen op zjjn uitspraak. Dat ik de bede mijns zoons gaarne verhoor, heb ik u bi] den eersten misstap van luitenant Gregorowitsch bewezen, maar dezen keer is mijn wil onverzettelijk*. «Uwe majesteit kent mijn gehoorzaamheid, antwoordde Paul, «maar toch waag ik het voor Gregorowitsch te spreken. Zijn schuld is groot, maar hij is jong en was in opge wonden toestand en hij is een mijner beste officieren*. »0, is het al weer die onzalige soldaten- hartstocht 1* riep Katharina uit. »A1 beleedigt men weerlooze vrouwen, al schendt men de majesteit, de moeder wat kan dit den grootvorst troonopvolger schelen, zoo men slechts een goed soldaat is I O Paul, Paul, wat zal er van Rusland worden, dat Ik u groot en machtig nalaat, dat ik als uit een tragen bloedsomloop, tot een snellere bruising gebracht heb Een militaire staat, waar stok en knoet regeeren, waar de wet door den degen gerepresenteerd wordt, waar...* •Vergiffenis majesteit*, onderbrak haar de grootvorst gelaten'ieder mensch heeft een bijzondere voorliefde voor het een of ander, en hoe meer vreugde hij ontberen moet, des te meer geeft hij daar zich aan over. En God weet het, aan vreugden was mijn leven niet rijk 1 De geringste hoveling koestert zich in de afstraling der gunst van de groote tsarinahaar zoon leeft eenzaam, als een banneling, in Gatschina*. Het gelaat der keizerin nam een wee moedige uitdrukking aan. »Gjj zyt onbillijk, Paul*, zeide zjj >zjjt gij het zelf niet, die u een kluizenaar maakt Verzocht ik u niet, u by het hof aan te dat alle schoonheden der koningin van de Adria afbeeldde. Voor nog de arbeiders met den aanleg van het electrisch licht gereed waren, begonnen reeds de bloemendecorateurs hun werk. Voor versiering had men anje lieren uitgekozen, niets dan anjelieren, in alle bloemenwinkels werden zij opgekocht en stegen spoedig in prys. Alleen aan bloemen werd meer dan duizend galden uitgegeven. Om acht uur verschenen gastheer en ge- noodigden en dineerden in een schommelen den gondel onder een baldakyn van anjelieren, 't Grapje kostte 60.000 galden. Wat moeten dat 'n gelukkige menschen zijn I Of tóch niet?... Italië. 'Laat de kleinen tot mij komen'. Het is hier algemeen bekend, schryft •Vox Urbis*, een medewerker van het te Rome verschynend blad Home, dat by pauselijke audiënties het jonge volkje altijd de byzondere aandacht trekt van den Heili gen Vader. Niet zelden blijft de Paus stilstaan by een kleinen knaap of meisje om met groote min zaamheid met hen te spreken. Nog niet lang geleden zagen wy bij een dergeiyke gelegen heid een kleinen knaap van nauweiyks acht jaren, die, de linkerhand van den Paus vasthoudend, hem door de geheele zaal ver gezelde en met van-vreugde glanzende oogen naar Hem opkeek, wanneer hij het woord richtte tot een der aanwezige, nedergeknielde pelgrims. Toen ZH. door overdrukke werkzaamheden genoodzaakt was te breken met zyne ge woonte om des Zondags in den namiddag in de «Cortile della Pigna* voor een gehoor van duizenden te preeken over het Evangelie van den Zondag, liet de Paus, in de plaats daarvan, nu en dan de jongens en meisjes van Rome, die dat jaar hun Eerste H. Communie hadden gedaan, in het Vaticaan bij zich komen, om hun medailles ten ge schenke te gevenbij zulke gelegenheden schynt de H. Vader zich opnieuw jong te gevoelen, onderhoudt zich op harteiyken toon met hen, ondervraagt hen over hetgeen zij te huis en op school geleerd gebben, en zegent hen met vaderiyke teederheid. Nog niet lang geleden werd een klein jongetje, het zoontje van eene familie uit Dublin, door zyn moeder en grootmoeder naar het Vaticaan medegenomen. De knaap was zeer net gekleed en men had hem vooraf ingeprent wat hij te doen had, wanneer hy in de tegenwoordigheid van Z. H. zou wor den toegelaten hij moest driemaal eene kniebuiging maken en vervolgens den ring van Z. H. kussen, wanneer hem dit toege laten werd hij moest niet bang zyn, masr braaf, oplettend en gehoorzaam. Zoo waren slniten Uw onaangenaam uiterlijk, uwe luimen, uwe eigenzinnigheden deden u ech ter opgeruimde kringen ontvlieden, gij waart een wolk by zonneschijn*. >üw hofkringen vervelen my wierp Paul wrevelig er tnsschen. »Ik liet n deelnemen aan staatszaken*, ging de keizerin verder, >maar gij behan- deldet diplomatieke stukken met den degen in plaats van met de pen, en verwardet de binnenlandiche met de buitenlandsche poli tiek. Ik zond n op reis, maar het buitenland beviel u niet. Gij waandet u overal achter uitgezet aan slaafsche vereering gewoon, die ik haat, verlangdet gij deze op al uwe schre den te ontmoeten, en toen gij u in nwe verwachting bedrogen zaagt, bracht gy niets anders mee terug dan booze herinneringen en geheimen wrok*. >En waarlijk, daar heb ik mijn reden voor I* riep Paul«doch neen, ik wil niet onrechtvaardig zyn één herinnering bleef in mijn ziel voortleven, als een liefeHjk beeld, en zoo dikwyis ik aan het egoisme en de laagheid der menschen denk, verzoent deze my weer met hen en stemt mij zacht en mild*. »Ik verheug my over iedere teedere op welling bij afijn zoon Paul*, zei de keizerin «wilt gij my vertellen, wat gij ondervon den hebt «Het zal zoo ongeveer zestien jaren ge leden zijn, sinds ik mij te Parye bevond*, begon de grootvorst. «Door nieuwsgierigheid gedreven, het volksleven van het moderne Babyion te leeren kennen, verliet ik op zekeren morgen, in eenvoudige dracht en zonder begeleiding, mijn hotel en mengde mij onder de menigte. Ongeveer een half uur had ik gewandeld, dus de beste maatregelen getroffen en om alle vergissingen te voorkomen werd nog een laatste «groote repetitie* gehouden In het hotel, alvorens men zich naar het Vaticaan begaf: de grootmoeder plaatste zich in een hoek van het vertrek, de kleine kwam bin nen, maakte achtereenvolgens drie kniebui gingen, kuste de hand der oude dame en verwijderde zich toen. In het Vaticaan en in de tegenwoordig heid des Pausen toegelaten, bracht hy er de eerste kniebuiging uitstekend af. Maar toen hij de tweede zou maken en zyn hoofd ophief, zag hy plotseling de blanke gestalte van Z. H. met uitgestrekte armen en een vaderiyken glimlach op het edele gelaat, op slechts eenige stappen voor hem uitnu vergat de kleine opeens alle lessen van zyn ouders, dacht niet meer aan kniebuigingen en snelde met opgeheven armen op den H. Vader toe, alsof hij gekust moest worden. Dit gebeurde werkelijk, en niet alleen dit, maar de H. Vader droeg hem over naar zijn zetel, waar hij een kostbaar gouden medaille voor den kleine uitkoos welke in de familie van den knaap ongetwyfeld als een hooggewaardeerd aandenken zal bewaard biyven. Spanje. Het Spaansche Koningspaar te Barcelona. Koningin Victoria heeft Zaterdag te Bar celona haar verjaardag gevierd. Des morgens was de pontificale Hoogmis in de kathedraal waarheen de vorstelijke personen zich te voet begaven, zoo mogelijk met meer geestdrift toegejuicht dan de vorige dagen. Daarna had een groote receptie plaats. Op dien- zelfden dag werd koning Alfonso volgens oud gebruik benoemd tot lid van het metro- politaan kapittel. Zyne Majesteit nam deel aan een vergadering van dit kerkelijke lichaam en was daarbij gezeten in den stoel, waarop Karei V eens het kapittel der orde van het Gulden Vlies heeft gepresideerd. Rusland. Russische rechtvaardigheid. De Katholieke priester van Kiwlischki in Wilna moest, wegens het houden eener processie zonder vergunning, honderd roebel boete betalen. Daar hij geen geld bezat, zamelden de leden der gemeente kopeke voor kopeke byeen, waarna de geesteiyke den zak met kopergeld, die natuurHjk van een respectabel gewicht was, naar de politie bracht. Over deze ongewone wyze van betaling ontstond verschil van meening tueschen de politie ambtenaren en den geestelijke en het gevolg was, dat de geesteiyke veroordeeld werd tot het betalen van een nieuwe boete van twee honderd roebel. De gemeente wil baren zielzorger niet in toen een troep werklieden mij zingend, uit een herberg tegemoet kwam. Zij zagen zeker dat ik een buiterlander was, en besloten met my wat pret te hebbenik werd omringd en men waagde het mijn hooge persoon aan te raken en op een onbetameiyke manier te schertsen met den troonopvolger van Rusland*. Katharina kon een lachje niet onder drukken. «Maar gij wildet ook het volksleven leeren kennen, Paul*. «Myn bloed begon te koken*, ging Paul voorthad ik myn degen by mij gehad, bloed zou er gevloeid zyn na had ik slechts myn stok en waarlijk, ik heb hem niet slecht gebruikt*. «Dus een echte volksklopparty zonder etiquette*, merkte Katharina op. «Maar de eerste slag, dien ik een der ruwe klanten gaf, was het sein tot een alge- meenen aanval op mijn persoon de meer derheid was natuurlijk in haar voordeel. Ik verdedigde my zoo goed ik kon, maar ik zou het onderspit hebben gedolven ware er niet onverwachts hulp voor mij komen op- «In den vorm der wacht natuurhjk vroeg Katharina. «Neen, majesteit, in de gedaante van een Hinken, ongeveer zesjarigen knaap, die zich onbevreesd tusschen de wilde kerels drong en als beschermend zyne armen uitbreidde. ««Doet hem niets, gy goede lieden*zei hij met klare, emeekende stem, ik heb van uit myn woning gezien dat gij het waart, die den stryd zijt begonnenzoovelen tegen één schaamt u I* (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1