Ons Blad BIJVOEGSEL RAADSVERGADERING. van van Zaterdag 31 October 1908. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente, op 28 Oct des nam. 1 uur en des avonds 8 uur. Tegenwoordig alle leden. De voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering onveranderd worden vastgesteld. Achtereenvolgens komen in behandeling Punt i. BeCediging van de nieuw ge kozen leden dezer vergadering, de heeren D. Govers en J. Pot. Ingekomen is een schrij ven van den heer J. Pot, dat hij deze vergadering niet zal bijwonen. Nadat de heer D. Govers de vereischte eeden heeft afgelegd, wordt hij na geluk- wensch van den voorzitter als raadslid geïnstalleerd. Aan de vergadering wordt medegedeeld a. dat is ingekomeneen adres van den agent van politie K. Tij sterman om een grooter uitkeering dan hem is toegekend, tijdens zijne verplichte herhalingsoefeningen. In handen van B. en W. om bericht en raad. b. alsvoren, een adres van C. Erkamp c.s., bewoners en eigenaars van perceelen aan de Egelenburgerlaan, houdende ver zoek om maatregelen te nemen, dat de hooge schuttingen door de Alkmaarsche Exploitatie-Maatschappij vóór hunne wo ningen geplaatst worden weggenomen. Idem. c. alsvoren, een schrijven van de Ged. Staten, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 30 September 11. No. 12, tot overneming in eigendom van een strookje Staatsspoorweg-terrein. Voor kennisgeving aangenomen. d. alsvoren, een schrijven van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken, houdende bericht, dat 's raads besluit van 14 Oct. tot benoeming van Dr. P. C. E. Meerum Tervvogt tot leeraar aan het gymnasium, is goedgekeurd. Idem. Punt 3. Voorstel van de Commissie voor de belastingzaken tot goedkeuring van de rekening der gezondheidscommissie over 1907. De Commissie stelt voor, de rekening en verantwoording goed te keuren in ont vang op f975 en in uitgaaf op f679.05, met een batig saldo van t 295.95, als eersten post van ontvang te verantwoorden op de rekening over 1909. Goedgekeurd. Punt 4. Alsvoren, tot vaststelling der begrooting voor dezelfde commissie, dienst 1909. De Commissie stelt voor, de bijdrage van de gemeente Alkmaar ter bestrijding van de uitgaven der Gezondheids-com missie alhier voor het jaar 1909 te bepalen op f329.05. Goedgekeurd. Punt 5. Alsvoren, de begrooting van de Stads-apotheek, dienst 1909, in ontvang en uitgaaf op f6283, onder toekenning van een toelage uit de gemeentekas van f 4373-6it/i- Goedgekeurd. Punt 6. Alsvoren, de begrooting van het Stads-ziekenhuis, dienst 1909. De Commissie stelt voor, de begrooting voor het Stads-ziekenhuis voor het jaar 1909 in ontvang en uitgaaf vast te stellen op f22925, met toekenning van een sub sidie uit de gemeentekas van f 17356.50. De heer van Buijsen vraagt, waaraan de enorme hoogere uitgaven te wijten zijnï Spr. is niet genoeg op de hoogte van de exploitatie van het stads-ziekenhuis en vraagt daarom, of de exploitatie niet goedkooper kan. De heer v. d. Bosch meent, dat de ta rieven herzien zullen worden. Spr. is sterk voorstander om het peil van het ziekenhuis even hoog te houden, doch spr. acht het wel wenschelijk, dat B. en W. met de regenten eens bespreken, of de tarieven niet gewijzigd kunnen worden. De heer Glinderman meent eveneens dat de uitgaven onrustbarend stijgen en hoopt, dat B. en W. nader met de Regenten zullen onderhandelen. Hierna wordt het voorstel goedgekeurd. Punt 7. Alsvoren, de begrooting voor de gasfabriek, dienst 1909. Het eindcijfer der begrooting bedraagt in ontvang en uitgaaf f243.512. Goedgekeurd. Een adres van den heer Pot, om de concessie voor het hulpspoor langs de Ka naalkade over te dragen aan de N. V. Alkm. telef.- en goederendienst, wordt goedge keurd. Punt 9. Behandeling van de gemeente- begrooting, dienst 1909. Algemeene Beschouwingen. 2e Sectie, 't Meerendeel der Sectie is van meening, waar de begrooting blijk geeft van een dermate ernstige verbreking van het evenwicht tusschen de normale ontvangsten dezer gemeente, dat dezelve slechts zou zijn te herstellen door het op leggen van belangrijk hoogere, van 'de gemeentenaren niet te vergen lasten, voor de toekomst een groote beperking en be zuiniging van uitgaven tot de allergebie- denste eischen behoort. 3e Sectie. Een der leden merkt op, dat, waar bij de behandeling der begrooting voor 1908 B. en W. door den Raad zijn uitgenoodigd, de verordening op den hoof- delijken omslag aan een herziening te on derwerpen, men had mogen verwachten, dat, waar bij deze begrooting een belang rijke verhooging der inkomsten uit den hoofdelijken omslag in uitzicht wordt ge steld, B. en W. tevens in de Memorie van toelichting hadden te kennen gegeven, welke plannen hunnerzijds dienaangaande te wachten zijn. De wijze toch waarop de verhoogde inkomsten uit den hoofdelijken omslag zullen worden gevonden, zal zeker van invloed zijn op de behandeling der begrooting. Een lid gaf den raad, niet alleen aan B. en W. doch ook aan zijn mederaads leden in het algemeen, voor het dienstjaar 1909 zoo weinig mogelijk voorstellen in te dienen, welke financieele lasten voor de gemeente met zich brengen, onverschillig tot welk eindcijfer de begrooting zal wor den vastgesteld. Memorie van Antwoord van B. en W. Het komt B. en W. voor, dat de ver breking van het evenwicht tusschen de normale ontvangsten en uitgaven geen aan leiding behoeft te geven tot groote onge rustheid, waar die verbreking in hoofdzaak het gevolg is van in 1907 tusschentijds toegestane gelden, zooals reeds in de me morie van toelichting is vermeld. Dienten gevolge was het batig slot van dat dienstjaar belangrijk lager dan over vorige dienstjaren, waarvan de dienst voor 1909 de moeilijk heden zou ondervinden. Het evenwicht moest worden hersteld door verschillende ontvangst-posten te verhoogen. B. en W. hebben den Raad toegezegd te zullen overwegen of eene andere regeling van den hoofdelijken omslag mogelijk en gewenscht is. Vóór de vaststelling van het kohier 1909 hopen zij daaraan uitvoering te hebben gegeven, zoodanig dat bedoeld kohier volgens de eventueele nieuwe ver ordening kan worden opgemaakt. Het komt hen intusschen voor, dat al zou de vigee- rende verordening geene wijziging ouder gaan, door eene verhooging van den post hoofdelijken omslag op de beste wijze de billijkheid wordt betracht als tot versterking der middelen moet worden overgegaan. Met genoegen constateeren B. en W., dat een lid der 3e Sectie niet alleen het dagelijksch bestuur doch terecht den ge- heelen Raad verantwoordelijk stelt voor de in de laatste jaren gedane uitgaven. Met de opmerking zal zooveel mogelijk rekening kunnen worden gehouden. B. en W. meenen aan de algemeene be schouwingen de volgende opmerking te moeten toevoegen. In den dienst van 1908 zal als buiten gewone ontvangst verantwoord worden de rente van de door de gemeente voor den bouw van het gemeente-slachthuis opge nomen gelden, welke rente door het slacht huis, als drukkende op zijne bouwrekening, aan de gemeente behoort te worden ver goed. Bij de vaststelling van het bedrag der leening voor deze inrichting is op deze rentevergoeding gerekend. Immers was in het cijfer van f245.000 gerekend op een rentevergoeding van f 5000. Nader zal worden berekend, welk bedrag door het slachtthuis aan rente voor de verstrekte kapitalen gedurende den bouw, alzoo tot 1 April 1908, aan de gemeente zal moeten worden betaald. Reeds thans kan echter worden medegedeeld, dat het cijfer van t 5000 zal worden overschreden. Waar nu het saldo der rekening van 1907 is ver minderd tengevolge van de bedoelde rente betaling, zal het regelmatig zijn, dat de vergoeding daarvan worde opgenomen on der de inkomsten van het jaar 1909. Zoo dra het juiste rentecijfer tot 1 April 1.1. bekend zal zijn, zal worden voorgesteld het geheele bedrag aan den dienst van 1909 ten goede te doen komen, voor zoover daarmede het bedrag der ontvangst van de leening ad f 250.000, zijnde bij een koers van 98'/, p/0 f246.250, niet wordt overschreden. De rente verschuldigd sinds 1 April 1908 behoort te worden opgenomen onder de ontvangsten van 1908, waaruit zij betaald is, en te drukken op de exploitatierekening van het slachthuis over dat jaar. De voorzitter noemt tal van cijfers om de heeren, die zich zoo ongerust maakten over de gespannen begrooting, eenigszins tot kalmte te brengen. De geciteerde cijfers bewijzen, volgens spr., dat de toestand niet ongezond is, doch dat de hoogere uitgaven meer te wijten zijn aan bijzondere uitgaven en buitengewone omstandigheden. De toestand der gemeente is inderdaad niet zoo ernstig als het sommigen voorkomt. De heer Glinderman meent, dat de heeren zich niet ongegrond ongerust heb ben gemaakt, waarom anders het nazien van de rekening van het slachthuis door de wethouders. Het is niet noodig, dat de Raad alle credieten voor noodzakelijke uit gaven aan B. en ,W. zal weigeren, doch voorzichtig zijn, blijft de boodschap. De voorzitter zegt, dat hij den Raad geen sirenenzang wil voorzingen. De heer Glinderman gelooft zulks gaarne, doch alle kleintjes maken één groote en daarom dringt spr. nogmaals aan op be zuiniging. Er zijn tal van uitgaven gedaan, die hadden kunnen worden uitgesteld. De heer de Groot stelt den Raad voor, om zich bij de begrooting dit jaar eens te houden aan hetgeen bij deze begrooting wordt vastgesteld. Spr. hoopt, dat er niet veel uitgaven buiten deze begrooting zullen worden gedaan. Wanneer de zaken niet zeer urgent zijn, dan stelle men ze uit tot de volgende begrooting en spr. hoopt hierbij op de medewerking van alle leden en ook van B. en W. Wij moeten zorgen dat de menschen hier blijven en wij moeten ze bovendien ook trekken. De heer Uitenbosch, een paar cijfers der begrooting besprekend, komt nog eens terug op de vorige raadszitting, waar spr. bij art. 2 der verord. voor de onderwijzers, niet meer het woord verkreeg. Waren toen de cijfers bekend geweest, die thans in de be grooting staan, dan ware de discussie toen wellicht heropend. Spr. vindt het eigen aardig, dat B. en W. wel lieten doorsche meren de Rijksbijdrage voor het H. O. en niet voor het L. O. De voorzitter begint met te zeggen, dat het zonder eenige bedoeling gedaan is. Spr. geeft toe, dat het misschien beter ge weest was, indien ook achter de posten L. O. de cijfers waren toegevoegd} echter is dit achterwege gebleven, wijl spr. niet kon vermoeden, dat hierop aanmerking zou worden gemaakt, en omdat anders alles veel te uitvoerig zou zijn geworden. Ove rigens meent spr. dat de onderwijzers niet onbillijk zijn behandeld. De heer Uitenbosch komt, met het oog op de zeer gespannen begrooting, terug op hetgeen indertijd door spr. en zijn partij genoot Melchers in zake den H. O. gezegd is. Spr. had gaarne een schema van B. en W. ge had, om te zien wat zij met den H. O. denken te doen. Spr. hoopt dat er meerdere progressie komt. Nu zijn er wel gemeenten, waar zelfs absoluut geen progressie is, b.v. Haarlem, doch spr. meent, dat de gemeente dan weer een stap in de goede richting achteruit zal gaan en waar de gemeente reeds vroeger progressief belasting is gaan heffen, hoopt spr., dat ook thans andermaal de belasting-heffing progressief zal worden geregeld. De heer van Buijsen meent, dat de groóte agiessie der uitgaven iedereen moet treffen en nu is het de vraag of de bloei der gemeente daarmede verband houdt. Verschillende posten werden verhoogd om dat het noodzakelijk was, doch in 't vervolg dient men in het oog te houden, in welke richting men de begrooting zal drijven. B. en W. zijn zeer optimistisch, doch spr. meent, dat er een wanverhouding bestaat tusschen den bloei van Alkmaar en den groei der uitgaven. Noodzakelijke uitgaven moeten natuurlijk gedaan worden, doch al wat niet strikt noodzakelijk is, moet men laten vervallen. De onvoorziene uitgaven worden dit jaar wederom veel hooger ge raamd dan het vorige jaar, hetgeen spr. onnoodig acht. Wat betreft het voorzien in het tekort, meent spr., dat, waar reeds een belangrijke progressie in de belasting bestaat, bij grootere progressie deze sterk zal drukken op de hoogere kapitalen, met het gevolg dat de meergegoeden de gemeente gaan verlaten, hetgeen zeker niet is in het belang der gemeente. Spr. wijst op Breda, Delft enz. Ook hier zal dit het gevolg zijn. De Heilosche straatweg zal bevolkt worden en de gegoeden gaan zoodoende Alkmaar uit. Spr. zal zeker niet stemmen tegen de noodige uitgavenechter alles wat comfort is, kan achterwege blijven. Alkmaar is nog steeds een kleinere gemeente en kan dan ook meer missen. In dit verband wijst spr. op het voorstel om een veegmachine aan te schaffen. Dergelijke uitgaven nu acht spr. onnoodig en ziet in het voteeren van dergelijke uitgaven uitbreiding van andere uitgaven. De voorzitter komt op tegen de opmer king van den heer van Buijsen, dat de post onvoorziene uitgaven niet steunt op goede motieven. Het zal blijken, dat dit wel het geval is. Wat het aanschaffen der veegma chine betreft, gelooft spr. dat dergelijke uitgave geen bezwaar oplevert, en na on derzoek door B. en W., bv. te Arnhem, voldoen de veegmachines aldaar uitstekend. De heer Zaadnoordijk is het eens met hetgeen de heer van Buijsen heeft opgemerkt omtrent de begrooting in het algemeen. Sprekende over den vergelijkenden staat, aan de begrooting toegevoegd, meent spr. dat men in 't vervolg zeer voorzichtig moet zijn met het noteeren van posten. Ten slotte verzocht spr. in het vervolg tevens een overzicht der inkomsten. Den heer Uitenbosch komt het vreemd voor, dat thans een der heeren spreekt vóór schrapping van posten, terwijl deze in de sectie diezelfde posten mede op de begroo ting heeft gebracht. Wanneer men thans allerlei posten gaat schrappen, komt men later te staan voor het voteeren van allerlei posten. Wat betreft den post voor onvoor ziene uitgaven, meent spr. dat deze moet worden aangenomen gelijk B. en W. hem voorstellen, daar verschillende werken op uitvoering wachten. De heer v. d. Bosch wijst er op, dat op den vergelijkenden staat tal van posten voorkomen, die noodzakelijk moeten worden gevoteerd en zoo komt spr. tot de con clusie, dat men voorzichtig moet zijn met het schrappen van posten. Alles wat nu uitgesteld wordt, komt het volgende jaar terug. Wanneer spr. dus dit jaar zal zijn voor schrapping van enkele posten, dan doet spr. zulks, omdat de tijdsomstandig heden thans algemeen zoo slecht zijn. De heer van Buijsen begrijpt niet, hoe B. en W. zoo optimistisch zijn kunnen en spr. gaat niet met hen mede. Verder be sprekend, wat de heer Uitenbosch tegen den heer de Groot opmerkte, komt spr. de houding van den heer de Groot zeer begrijpelijk voor, daar deze als vakman natuurlijk kan zijn voor verbetering van verschillende werken, doch als raadslid uitstel wenschelijker acht. De heer Glinderman is niet tegen pro gressieve belasting, maar evenmin is spr. er voor om steeds progressief te werk te gaan, daar dit niet in 't belang der gemeente is. Bovendien acht spr. progressie nog niet noodig. Wat de reinheid der straten betreft, meent spr. dat Alkmaar de vergelijking met andere plaatsen gerust doorstaan kan. De voorzitter geeft nog eene mededeeling aan den heer Uitenbosch, waarna de be grooting artikelsgewijze wordt behandeld. Uitgaven. Nos. 6174. Goedgekeurd. Volgn. 75. Onderhoud en aankoop van meubelen voor die gebouwen of vertrekken, waar deze geen gemeente-eigendom zijn. Voor aanschaffing van een nieuwe kachel met pijpen in de vergaderkamer van B. en W. met fioo en een nieuw tafelkleed van groen laken voor de Polderkamer met f57 verhoogd; in het geheel geraamd op f 457. B. en W. meenen, dat bij een onderzoek in loco de leden zich zullen kunnen over tuigen van de noodzakelijkheid der aan schaffing van een nieuw tafelkleed. De heer de Groot meent, dat men moet uitgaan van een zeker beginsel. Er zijn verschillende categorieën. Het tafelkleed is alléén wat verkleurd en het kan nog wel 10 jaren liggen. Hierna wordt in stemming gebrachtvoor of tegen een tafelkleed. Mef 9 tegen 7 stemmen wordt de post met f 57 verminderd. Tegen het tafelkleed waren de heeren de Groot, Glinderman, Fortuin, v. d. Feen de Lille, Wanna, van Buijsen, Dorbeck, Zaadnoordijk en Melerabrink, Nos. 7680. Goedgekeurd. Volgn. 81. Kosten van abonnement op het staatsblad, provinciaal blad, vak- en dagbladen, f 130. 2e Sectie. Voorgesteld wordt het bedrag op fioo te brengen, daar de meerdere aan schaffing van bladen niet gebleken is. B. en W. deelen mede, dat voor de vak bladen en tijdschriften, welke door B. en W. noodig worden geacht, een bedrag van f70 voldoende is. De heer van Buijsen is voor verlaging van dezen post. De heer Uitenbosch pleit voor het hebben eener leeskamer. Verleden jaar is daarvan de wenschelijkheid reeds betoogd en het niet hebben daarvan is misschien wel het hoofdmotief, waarom er zoo weinig na vraag naar de vakbladen was. De heer van Buijseti ziet niet in, dat alles wat voor B. en W. op dezen post wordt aangeschaft, niet voor de leden zou zijn. Hierna wordt deze post op f 79 terug gebracht. Volgn. 8184. Kosten voor aankoop van boekwerken, fno. 3e Sectie. Vier leden wenschen den post onder volgnummer 81 terug te brengen op f 70 en dien onder volgnummer 84 te brengen op een bedrag van f50; de beide andere leden verklaren zich voor hand having der oorspronkelijke cijfers. Ook op dezen post wordt een bedrag van f 50 door B. en W. voldoende geacht voor de door hen benoodigde boekwerken. Teruggebracht op f 50. Nos. 82 en 83, 8589. Goedgekeurd. Volgn. 90. Kosten van de Waag, f 9828.20. 2e Sectie. Vele leden der Sectie betoo- gen de wenschelijkheid, dat het telegraaf kantoor uit het waaggebouw worde ver wijderd, vooral ook met het oog op brandgevaar. B. en W. geven de uitgesproken wen schelijkheid toe. Ter zake wordt reeds een onderzoek ingesteld. Men is daarmede nog niet zoover gevorderd, dat de resultaten daarvan aan den Raad kunnen worden overgelegd. De heer van Buijsen vraagt, of het tele graafkantoor niet kan worden vereenigd met andere kantoren. De voorzitter meent, dat over deze kwestie hier niet kan worden gesproken. B. en W. zeggen den Raad echter een onderzoek toe. Nos. 9198. Goedgekeurd. Volgn. 99. Jaarwedden van de opzich ters over gemeentewerken, klokkenluiders, klokkenisten en uurwerkmakers, f7750. ie Sectie. Kan deze post niet vermin derd worden in verband eervol ontslag aan de Vries en Schulte Nordholt? 2e Sectie. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de post van fnoo van den opzichter de Vries als nieuw salaris van den 2 en opzichter verminderd zal moeten worden met f400, zoodat 't totaal van dien post wordt f 7350. 3e Sectie. De Sectie is van meening, dat tengevolge van de vervanging van den eersten opzichter de Vries door Tromp het bedrag van den post onder dit volgnummer met f400 kan worden verminderd. B. en W. houden de opmerkingen van de secties voor juist. Deze post kan thans met f400 verminderd worden. Toen de begrooting door B. en W. werd opgemaakt, waren de toestanden intusschen anders en was eene lagere raming niet mogelijk. Goedgekeurd. No. 100. Goedgekeurd. Volgn. 101. Onderhoud van huizen, torens, poorten en dergelijken, f3056.30. 2e Sectie. Verschillende leden vragen of de voltooiing van het hek bij de ge meente-reiniging zoo noodzakelijk is, dat dit niet een jaar zou kunnen uitgesteld worden en of de vernieuwing van de ooste lijke goot van de graanmarkt met „lood" niet te vervangen is door „zink". 3e Sectie. De meerderheid van de leden is van meening, dat het vernieuwen van het hek bij de gemeente-reiniging langs den weg naar Akersloot nog een jaar kan worden uitgesteld en de post van f 252 dus geheel kan vervallen; één der leden acht echter uitstel van dit werk niet ge wenscht. Bovendien werd door één der leden de vraag gesteld, of het vernieuwen met lood van de oostelijke goot der graan markt en van een zakgootje ook tot een volgend jaar zou kunnen wachten. B. en W. merken hierbij op, dat het hek bij het terrein van den gemeente-reinigings dienst slecht is en zeer duur in onderhoud wordt. Alle goten van de Korenbeurs, behalve de twee te vernieuwen goten zijn van lood. Het zakgootje moet vernieuwd worden of zal eene zeer kostbare herstelling moeten ondergaan. De oostelijke goot zou te veel aan reparatie kosten; daar de Directeur der gemeentewerken kans ziet haar nog een jaar in den bestaanden toestand te onderhouden, zouden de hiervoor aange vraagde gelden kunnen worden bespaard. De heer de Groot sprekende over het hek, meent dat er niet voorgesteld is, het hek in drie achtereenvolgende jaren te voltooien. Het hek is niet van dien aard, dat het nog dit jaar moet worden hersteld. Het kan nog wel drie jaren staan en daarom is het gewenscht, nu dezen post te bezuinigen. De vootzitier meent, dat het hek te veel kostte aan onderhoud, zoodat het duurder was dan een vernieuwing. Echter verheugt het spr. dat het hek nog goed is. De heer van Buijsen meent, dat alleen de houtplank niet in orde was. Wanneer het een particuliere afscheiding was, zou het zeker niet hersteld - worden. De voorzitter meent, dat het geen juiste economie is, wat geld te besparen, om meer uit te geven aan reparatie. Spr. meent, dat men dergelijke kleinigheden wel aan het beleid van B. en W. kan overlaten. Alsnu komt in stemming de vernieuwing van het laatste gedeelte van het hek. Met 9 stemmen tegen 7 wordt de post met f252 verminderd. Verder goedgekeurd. No, io2. Goedgekeurd. Volgn. 103. Onderhoud straten en plei nen, f15977- ie Sectie. De Sectie stelt voor den post van f2200 tot verbetering van hetKenne- merpark te schrappen. 2e Sectie. De uitgaaf voor de beharding van den weg in het Kennemerpark ad f2200 wordt onnoodig geacht; zoo ook de vernieuwing der bestrating langs de west zijde van de Lindengracht ad f781. 3e. Sectie. Wat betreft de verlegging en gedeeltelijke vernieuwing der bestrating van het Verdronkenoord van de St. Annastraat af tot de vischmarkt, achten vier leden het voldoende, wanneer voorloopig hier ver betering wordt aangebracht uit het gewoon onderhoud en oordeelen daarvoor een be drag van f180 voldoende; de beide andere leden echter verklaren zich voor uitvoering, zooals in de begrooting is omschreven. Omtrent de beharding van het Kenne merpark van de Zilverstraat af tot de Baanstraat is de Sectie van meening, dat dit werk nog niet noodzakelijk is en wenscht daarom den post f2200 geheel van de begrooting te verwijderen. Een der leden maakt, wat de bestratingen in deze gemeente betreft, de opmerking, dat naar zijn meening, de ondergrond zonder noodzakelijkheid in den regel te diep wordt omgewerkt. De verstrating van het Zeglis is volgens het oordeel van de Sectie ook voor uitstel vatbaar; ook hier zou men, door uit het ge woon onderhoud verbetering aan te brengen, tijdelijk den toestand voldoende kunnen maken; men meent daarvoor een bedrag van f 190 te moeten beschikbaar stellen. De vernieuwing der bestrating langs de westzijde van de Lindengracht wenscht de Sectie voorloopig achterwege te laten. B. en W.' deelen hieromtrent mede r De directeur der gemeentewerken advi seert ter zake als volgt „De beharding van den weg in het Ken nemerpark is voor uitstel vatbaar". „De bestrating langs de westzijde van de Lindengracht is beslist noodig. Nu kost het onderhoud veel moeite en komen er voor een deel bijna tot puin gereden straat gaten, dan zou tusschentijds crediet moeten worden aangevraagd". „De opmerking omtrent het te diep om werken van den ondergrond is juist. Ik ben zelf daartegen en kom er steeds tegen op. Hier en daar is het echter noodig, b.v. als voor oude keien zwaardere keien in de plaats komen". „Als het Zeglis hersteld moet worden en dat wordt noodig kan zulks zon der materiaal niet geschieden; men ver- mindere de klinkers zoo 't moet met 20000, maar de post zal moeten blijven, wil men de Reiniging niet in ongerief brengen door een slechten weg". B. en W. sluiten zich bij de beschou wingen van den directeur der gemeente werken aan. De heer de Groot meent, dat f 190 vol doende is voor de bestrating. Er liggen aan de Werf een aantal keien uit de Lan- gestraat en spr. meent, dat deze zeer goed gebruikt kunnen worden voor de verstrating van het Zeglis. Wijl verschillende straten toch vernieuwd moeten worden, kan men de steenen, die daar uitkomen, best gebrui ken voor de bestrating der Lindengracht. De voorzitter waarschuwt voor al die bezuinigingsvoorstellen van den heer de Groot en meent o.a. dat de steenen der Mient niet meer gebruikt kunnen worden. De heer de Groot zegt, dat hij zeer nauwkeurig de Mient heeft bekeken en verzekert dat er een zeer groot aantal stee nen nog goed bruikbaar zijn. De heer Uitenbosch meent, dat de heer de Groot zijn plicht als lid der commissie van bijstand niet zoo goed heeft waarge nomen als zijn raadslidmaatschap. De voorzitter meent eveneens, dat de heer de Groot krachtiger in de commissie van bijstand had kunnen uitkomen. De heer Glinderman zegt, dat zulks mo gelijk kan zijn, maar spr. protesteert tegen de uitdrukking van den heer Uitenbosch, als zou de heer de Groot de belangen der gemeente niet behartigd hehben. De heer de Groot repliceerend, zegt, dat vroeger zelfs wel eens meer werd gegeven dan B. en W. toestonden. Echter, wij hebben nooit geweten wat voor geld wij hadden en daarom geeft de commissie objectief zijn bevinding. Daardoor komt het, dat men in den Raad anders kan adviseeren dan in de commissie. De heer Govers pleit voor verbetering van den Koningsweg (Paardensteeg) daar deze zeer slecht is. Wanneer het niet op de gewone werken van dit jaar kan voor komen, dat het dan een volgende jaar geschiede. De voorzitter zegt, dat in het onderhoud dier straat wel zal worden voorzien. De heer Govers herhaalt, dat de Ko ningsweg hoogst gevaarlijk is om te berijden. De heer Uitenbosch meent dat de grond daar nog te los is, zoodat verzakking voor loopig nog voor zal komen. De heer v. d. Bosch vraagt, of de heer de Groot kan verzekeren, dat er nog een aantal steenen der Mient bruikbaar zullen blijken. De heer de Groot verzekert znlks. De f2200 van het Kennemerpark wor den geschrapt. Hierna komt in stemming 0111 den post Lindengracht te verminderen met f781. Met op 2 na algemeene stemmen ver minderd. Tegen waren de heeren Uiten bosch en de Wit. In stemming wordt gebracht het voorstel van sectie 3 om dezen post te verminderen met f600. Aangenomen met 13 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren: Uitenbosch, de Lange en de Wit. Verder wordt voorgesteld de bestrating van het Zeglis te verminderen met f600. De heer de Groot stelt nader voor om dien post te verminderen met f300. Aangenomen zonder stemming. Hierna wordt de vergadering verdaagd tot des avonds 8 uur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 7