I
1
NÓ. 89.
Woensdag 4 November 1908.
E. EatL Nieuws- en Advertentietolacl
voor Noord-Holland.
1
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
R. K. Universiteit,
Be zestiende Mei.
Buitenland.
2*° Jaargang
-
itbaar, doch
lid cijfer te
nedrag op te
pn post met
ten sterkste
sselvalligheid
iet te debat-
gebracht het
5000 tever-
lomen met 12
r., f54483,21.
ch devergoe-
ioogen en te
de gasprijs
/erhoogd zal
mmer f 6700
worden,
stellen voor,
r in te voeren,
en dat bedrag
an eene ver
band met de
leden wordt
ord de com-
;r in zouden
ig in verband
•nts per strek
zonder dat
den gasprijs
immissie van
11 den Direc-
ing, dat het
:rug te komen
lomen besluit,
•xr is afgeschaft
de gasfabriek
tie tot f 1.20
nder den gas-
I het zich laat
nsten van het
heel niet of
1909 meteen
oeten worden
er toch op te
ooging van de
den gasprijs
et te lang te
tonds in stem-
II de retributie
de retributie
eculeeren zou
kolenprijs.
art zich sterk
De gemeente
r gevaarlijken
k de werklie-
belast.
Pill zegt, dat
■etributie voor
vorden, hij is
zen-retributie.
het voorstel
hetgeen wordt
jen tegen 6.
t f 6700 ver-
post no. 108
aakt hebben,
len gemeente-
ven f 6616.49.
t voor dezen
en.
stellen voor
minderen,
iten het wen-
ost te verlagen
leden deelen
n den post te
rooting eischt,
W., een vrij
e uitgaven. In
:r willen gaan
door de 2de
ïandeling post
3.
80.000.
de gebouwde
gemeentewet
itage niet van
lijk B. en W.
de heer Glin-
op de motor-
nderd worden,
aiotorwet.
niet noodig is.
andhaaft zijn
ïstige controle,
bestaat.
controle toe.
alsnog mede,
maken in de
.elsschool, op
innenl. Zaken,
gingen.
ing gesloten.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kvartaal.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 30 cent.
Elke regel meer6
Reclames per regel 15
Dat de Katholieken in wetenschap bij
andersdenkenden ten achter staan, is
1 een belastering, die in vrijdenkende hoof
den is opgekomen, daar zij bij de ver
breiding van hun „wetenschap", die
f dikwijls tegen Gods geboden en de
[goddelijke openbaring gekant is, altijd
van Katholieke zijde bestrijding onder
vinden maar het valt niet te ontkennen,
dat er onder de Katholieken meer man-
men kunnen gevonden worden, die in
de hoogere wetenschappen uitmunten.
Onder het aantal der hooger ontwik-
'kelde Katholieken vormen de Geeste-
lijken de grootste meerderheid. Wat is
hiervan de reden Voor de studie der
theologie hebben wij, Katholieken van
Nederland, onze eigene scholen, onze
seminarie's, terwijl wij, om ons in andere
faculteiten te bekwamen, genoodzaakt
[zijn onze toevlucht te nemen tot de
openbare Universiteiten. En juist hierin,
meenen wij, en vele anderen met ons,
ligt de oorzaak, dat naar evenredigheid
een te klein aantal Katholieken zich
op hoogere wetenschappen toeleggen
vele ouders hebben er een afschrik van
hun zonen aan die Hooge Scholen te
laten studeeren. Het valt zeker niet te
ontkennen, dat de jonge mannen aan
de tegenwoordige Universiteiten veel
wetenschap opdoen, maar het is toch
steeds een wetenschap, die niet geba
seerd is op ons Katholiek Geloof en
meer dan eens in strijd met onze mee-
ningen, een wetenschap ook, die over
den akker stroomt door beken met
wel eens vergiftigde bestanddeelen voor
Roomsch levenvoorbeelden zijn genoeg
I bekend.
Over den omgang met andersdenkende
E studenten behoeven wij niets te zeggen,
want het bestaan van Katholieke Stu-
denten-Vereenigingen, die door ieder
j ernstig student met zijn lidmaatschap
worden vereerd, roepen reeds luide, dat
de Katholieke student zich niet kan en
mag aansluiten bij de algemeene clubs,
hoe vroolijk en gezellig deze soms ook
kunnen zijn.
Zulke toestanden doen smachtend
uitzien naar een Katholieke Universi
teit, en zooals wij in ons nummer van
28 October nog mededeelden, is het
initiatief daartoe reeds genomen door
onze hooggeëerde Bisschoppen. Zij heb
ben deze behoefte van het Katholieke
volk gevoeld en willen gaarne daarin
voorzien. Maar zij sporen hun geloovigen
ook aan deze goede zaak met geldelijke
bijdragen te steunen, welke opwekking
de Katholieken, die allen de noodzake
lijkheid dezer instelling begrijpen, zeer
zeker met groote offervaardigheid zullen
beantwoorden.
Maar, rijst onwillekeurig de vraag,
zal de onderneming slagen? Volgens
onze meening is hieraan niet den min
sten twijfel. Waar onze Bisschoppen
voorgaan, waar zij ons aanmoedigen,
waar zij hun krachtige medewerking
verleenen, kan men een onderneming
als deze reeds als half geslaagd be
schouwen.
Ook van den kant der Katholieken
staan de kansen goed, want de Katho
lieke „dompers" hebben altijd de weten
schap bevorderd en zij zullen dit ook
blijven doen, vooral waar het geldt de
wetenschap op Katholieken grondslag.
Oud en jong zal zich beijveren met
geldelijken steun en persoonlijke krach
ten de R. K. Universiteiten en de daar
onderwezen wetenschappen door een
ieder te doen eerbiedigen. Om dit te
zien, behoeft men geen profetischen blik
in de toekomst te werpen, want de
houding der Katholieken in dit opzicht
zegt het reeds duidelijk.
Ook aan mannen, die met de leiding
van het hooger onderwijs belast kunnen
worden, ontbreekt het in Katholiek
Nederland niet.
Maar moge vóór alles God dezen
arbeid zegenen, dan zal de R K. Uni
versiteit bloeien en zal het een der
schoonste bloemen zijn van het Katho
liek Leven.
Een tekort aan begrip?
Er is dezer dagen te Gorinchem een
verkiezing geweest voor den gemeente
raad.
Candidaten waren een vrijzinnige en
een katholiek.
De gekozene was de vrijzinnige.
Tot dusver is er niets bijzonders aan
het geval.
En er zou ook niets bijzonders aan
zijn, indien de liberale N. Gorinchemsche
Ct. het niet oirbaar had geacht een
heel artikel te wijden aan het feit, dat
iemand candidaat is gesteld en aanbe
volen omdat hij katholiek is.
De N. Gor. Ct. is perplex van louter
verbazing.
Een dergelijk geval heeft ze blijkbaar
nog nooit beleefd.
Ofschoon in Nederland verschijnende
en niet in Patagonië, kan zij er niet
bij, dat een katholiek wordt aanbevolen
^Historische Roman uit het Dnitsch, van
HERMAN HIRSCHFELD,
bewerkt voor >ONS BLAD
[11)
«Ik heb van uw avontuur met Gregoro-
j witsch gehoord*, zei de grootvorst minzaam
j «en bovendien heb ik gunstige inlichtingen
over u ontvangen, Gij zijt een plichtgetrouwe
I soldaat en er ligt geen enkele vlek op uw
lieven. Deze avond zal u een grooto schrede
verder op de baan van uw geluk voeren
I mijn verheven grootmoeder mag u zeer goed
lieden. AIb u ooit een vriend noodig mocht
Ihebben, denk dan aan grootvorst Alexander.
[Dappere officieren van dienst zijn, zal mi]
{een vreugde, eene eer wezen*.
«Ik dank uwe keizerlijke hoogheid*, ant-
I woordde Alexis diep geroerd, «en wanneer
|ik een gunst durf verzoeken, zij het deze
laan Ruslands vijanden te mogen toonen,
hoezeer mijn hart verlangt te voldoen aan
mijn diepen eerbied en mijn onuitspreke-
llijken dank ten opzichte van het Russische
^eisershuis*.
'Wis weet, hoe spoedig dit geschiedt*,
zei Alexander lachend, terwijl hij zich om-
J wendde en naar de ingangdenr der hoofdzaal
%mg, waardoor de zoo juist met pauken en
omzetten aangekondigde stoet der keizerin
xwam, Katharina maakte haren gewonen
lom gang (j00r ryen ,jer hovelingen, die
f fiV&an ^en 8rond bogen. De bevoorrechte
mot ordeteekens en briljanten over-
n' "chreed naast de beerscheres, Katharina
zag er opgeruimd en jeugdig uiteen wit
fluweelen kleed, met gouden borduurwerk
bezet, sleepte in langzame golving over den
grond, terwijl de daarover geslagen hofmantel
van blauwe zware zijde, welken zij gewoon
lijk na den omgang afdeed, door pages ge
dragen werd. Voor ieder bad zij een groet,
hier en daar werd een woord van gunBt ge
sproken Lafont echter, ofschoon de blik
der keizerin welwillend op hem gericht was,
mocht zich niet in zulk een bevoorrechting
verheugen. Hij verlangde ze ook niet, want
onder Katharine's gevolg had hij Feodora
Orlowitsch gezien en de oogen van het jonge
meisje straalden hem een heele wereld van
geluk tegen.
Doch het eene uur verliep na het andere
en niemand bekommerde zich om hemde
keizerin sprak hem geen enkel woord toe in
de kleine zaal, waar zij in den kring harer
vertrouwelingen toefde. Daar waren de gravin
Branicka en Fotocki, graaf Leon Narischkin,
de hofnar, die als een wandelende mars
kramer zijn zakken vol allerhande snuisterijen
had, die hij tegen hooge prijzen aan de keizerin
verkocht. Ook graaf Oobenzl, de Oostenrijk-
sche gezant, was aanwezig. Deze laatste had
het bijzonder ongeluk, dat bijna aan ieder
schitterend feest, dat hij in zijn paleis aan
richtte, het bericht kwam van een door
Oostenrijk verloren slag tegen de Franschen
onder Bonaparte, zoodat de keizerin deze
grap maakte, dat de gezant het schoonste
feest moest bewaren voor den dag, waarop
het Fransche leger Weenen zou binnen
rukken.
Men gaf het sein om aan tafel te gaan.
De fijnste spijzen werden in de eetzaal van
keizerin Katharina opgediend.
zy zelf dineerde met een klein uitgelezen
omdat hij katholiek is, d. w. z. omdat
hij een zeker stel beginselen huldigt.
Nu moet men vooral niet denken,
dat de N. Gor. Ct. kort van begrip is.
Volstrekt niet.
Zoo kan zij best begrijpen, dat men
in een gemeenteraad verschillend denkt
over gemeentelijke of particuliere ex
ploitatie eener waterleiding, over het
al dan niet verzetten der markten op
Paasch- en Pinkstermaandag.
Maar vraagt zij wat heeft daar
mee de belijdenis van de katholieke of
de gereformeerde kerk te maken?
Boven het begrip der N. Gor. Ct.
schijnt te gaan, dat uit het belijden
eener kerkleer kan voortvloeien een stel
beginselen, welke ook richtsnoer zijn
voor het politiek-sociale leven.
Voor de N. Gor. Ct. schijnt bij het
stellen van candidaten enkel de maat
staf der geschiktheid te gelden. Althans
zij schrijft: „Stel iemand candidaat,
omdat hij daarvoor de geschikte man
is; en is dit laatste het geval, wat
doet het er dan toe naar welke kerk
en of hij naar een kerk gaat
De practische conclusie, hieruit te
trekken, is, dat de geschikte candidaten
voornamelijk gevonden worden onder
hen, die niet naar de kerk gaan.
Het is de oude liberale leer, die
tegenwoordig nog wel toegepast, maar
zelden meer zoo in het openbaar bele
den wordt als de N. Gor. Ct. dat doet,
zegt Het Huisgezin terecht.
België.
Vlaatnsche Katholiekendag.
Het »Hbl. van Antwerpen* schrijft
«Wij vernemen, dat er ernstig spraak is
toekomende jaar, ter gelegenheid van 't 25
jarig aanblijven van de Katholieke Regeering,
een algemeenen Vlaamschen Katholiekendag
in te richten.
«Vroeger was reeds meermalen hierover
spraak. Maar van een en anderen kant is het
plan om eenen algemeenen Katholiekendag
in te richten nog niet begraven, en zelfs
moeten de afgevaardigden van de Katholieke
kringen daarover nu eenen wensch uit
drukken.
«Moest de algemeene Katholiekendag tot
stand komen, er ware misschien wel middel
om zich met de Vlamingen te verstaan, maar
dan natuurlijk I moeten de rechten
van de Vlamingen volledig gehandhaafd
worden*.
Het ware inderdaad te wenschen, dat men
gezelschap op een estrade, vanwaar zij de
geheele groote ruimte kon overzien.
De tsarina scheen buitengewoon vroolijk,
zjj scheen zelfs met prinses Feodora te
schertsen, wier gelaat bij de woorden der
keizerin straalde van geluk.
En toen rees de tsarina op. Hoop opge
richt stond de majestueuze gestalte, fonke
lend van het geschitter der diamanten. Een
doodscha stilte heerschte in de geheele zaal.
«Dat de officieren van mijn leger vol
trouw het rijk en zijn keizerin zijn toege
daan* nam zij het woord «meer dan
eens heb ik daar bewjjzen van ontvangen
maar het doet mij groot genoegen, dat zich
nu een bijzondere gelegenheid aanbiedt, om
een ridderlijke daad te beloonen van iemand,
die, de uniform der keizerin dragend, met
zijn bloed voor de eer zijner meesteres op
komt en haar naam voor beschimping be
hoedt. Luitenant Alexis Lafont, u onder
scheidend zoowel in den dienst als door een
edel karakter, kom naderbij*.
De jonge officier stond sidderend op. Hij
voelde dat aller blikken op hem gevestigd
waren, maar hij zag niets dan het gratie
volle gelaat der keizerin en achter Katharina,
de trekken van Feodora.
Doch zonderling op dit oogenblik, nu
hij vóór de keizerin stond, meende hij een
lichte stuiptrekking op het gelaat van Katha
rina te bemerken hare hand greep naar het
hart, als wilde zij een smart onderdrukken
«Alexis Lafont*, nam zij na een pauze
weder het woord en een lichte beving der
stem was merkbaar «met den degen in
de hand hebt gij de beschimpingen tegen
de keizerin van Rusland gewroken. En zoo
wij u nu eeren en verheffen, gelooven wij
ons geheele officierskorps een eer te bewijzen.
tot dit laatste kon gerakeD. Want éénheid
maakt macht.
Dultschland. v
Godsdienst en Socialisme.
In het Pruisische Hnis van Afgevaardig
den heeft zich een voorval afgespeeld, dat
vóór de intrede der sociaal-democraten in
deze deftige vergadering wel ondenkbaar ge
weest was. Een spreker, een der socialisten,
hield een redevoering, waarin hy de Kerk
bespotte. Dat kwetste de andere leden, die
den redenaar door interrupties begonnen te
hinderen. De president, von Kröcher, verloor
zijn tot dusver onverstoorbare kalmte en
riep den spreker eenige malen achtereen tot
de orde.- Toen deze echter niet afliet van
zyn spotternyen, maakte de voorzitter ge
bruik van zyn recht om de vergadering te
vrageD, of zy den redenaar nog langer wilde
aanhooren. De Kamer antwoordde ontkennend
en de socialist moest de tribnne verlaten
hij pakte zyn papieren samen en verliet het
spreekgestoelte met den uitroep«Los van
de Kerk!*
Frankrijk.
Bekeeringen op 't sterfbed.
Als het op sterven aankomt, komt geluk
kig menig godsdiensthater tot inkeer. Hen
medebroeder van Combes nit zyne minister-
periode, Maruéjouls, ex minister van Publieke
Werken is christelijk afgestorven.
Als lid van het ministerie-Combes, hechtte
hij zijn goedkeuring aan de wetten tegen de
Congregaties en aan de officieele Scheiding
van Kerk en Staat.
Als zoodanig kwam hy in den ban en
werd buiten de Kerk gesloten.
Maar Maruéjonls werd zwaar ziek en zijn
eerste werk was om wederopname te smeeken
in den schoot der Kerk.
De Kerk vergaf den schuldigeaan dezes
sterfbed stond een priester door Mgr. Gaily
gezonden, om aan den voormaligen kerkver-
volger den zwaren gang naar de eeuwigheid
te vergemakkelijken.
Ook te Tresnay, in het departement van
de Sarthe, is een geruchtmakend sterfbed
geweest. Daar was een der heftigste antl-
clericalen, Augusts Cheminais, die zich be
keerde. Hy ook vroeg met volle bewustzijn
om een priester. Deze kwam, hoorde de
biecht van den zwaar zieke en hoorde dezen
ook plechtig als zijn wil te kennen geven,
dat de begrafenis godsdienstig zou zyn.
Anti clericale willekeur.
Geen bijzondere scholen meer, is niet
alleen het wachtwoord in Frankrijk, maar
ook in de koloniën, alhoewel de wet ze
toelaat, mits ze niet gehouden worden door
kloosterlingen.
Maar aan de wet stoort zich een anti-
clericaal niet. Op de eilanden Saint Pierre
Gy hebt uwe oogen op een hoog doel
gerichtwy zullen trachtten, u den weg te
banen om te slagen en benoemen--.*
Katharina verstomde. Haar gelaat, dat
onder het spreken bloedrood geworden was,
werd zoo bleek als een ïyk. Snel sprong
vorst Snbow toe«Om Godswil, hare majes
teit is niet wel
Zwaar ademhalend leunde Katharina op
zyn arm.
«Het is niets vorst, bracht zy met moeite
er uit«een kleine flauwte van het vele
lachen om de grappen van Narischkin.
Breng my naar myn kabinetmyne dames
moeten myvergezellen dat men nu onge
stoord doorfeeste, wellicht kom ik nog
terug*.
En zich tot den als aan den grond vast-
genagelden Alexis wendend, zeide zij haastig
«Tot morgen vervoeg u by Snbow
uwe benoeming zal...*
Een inwendige kramp had haar aangegre
pen zij brak hare woorden af en verliet,
op Subow's arm leunend, de zaal.
Als een donkere wolk breidde zich deze
ongesteldheid der keizerin over het gezel
schap in de schitterende zaal uit. Ingevolge
het bevel van Katharina bleef men nog
byeen, maar tevergeefs hoopte men en
Feodora en Alexis ongetwijfeld meer dan
alle anderen op de terngkomst der keizerin.
Men vernam, dat zij zich beter gevoelde,
maar rust noodig had en zich in hare par-
-ticuliere vertrekken had teruggetrokken. Dat
was het teeken om heen te gaan. In korten
tijd waren de prachtvolle zalen leeg. Ver
vlogen was alle glans, gedoofd de kaarsen,
gedoofd het schitteren der briljanten, ver
stomd het lachen en schateren dat zoo even
de ruimte nog vulde een beeld der ver-
en Miguela hadden 689 vaders en moeders
aangevraagd, een bijzondere school te mogen
laten openen en de administrateur der eilan
den, voor alleenheerscher spelend, weigert
vergunning te geven. Daar er geen enkele
reden was om het verzoek af te slaan, wer
den bereids onderwyzers aangenomen door
de belanghebbenden de onderwijzers kwamen
aan, niet anders denkend dan dadelijk te
beginnen met onderwys te geven, want ze
hadden alle vereischten, ze waren leeken, ze
hadden alle mogeiyke bewijzen van bekwaam
heid, van paedagogische geschiktheid enz.
enz. En toen alles in orde was om de vurig
gewenschte school te openen, liet de admi
nistrateur eenvoudig een veto hooren.
Naar redenen en vertoogen luisterde de
almachtige mynheer nietadvies vragen aan
den Raad van onderwys, zooals gebruikeiyk
is, weigerde hy kortafalles wat de admi
nistrateur antwoordde op de verzoeken en
aanvragen der 689 hoofden van gezinnen
was, dat hij, de administrateur der eilanden,
niet de noodzakelijkheid eener byzondere
school inzag.
Engeland.
Zoo de ouden zongen...
Een bezorgd vader klaagt er in een En-
gelsch blad over, dat het kwaad van het
spelen en wedden ook al de Engelsche
schooljeugd heeft aangetast. Hij kreeg een
briefje van zijn schoolgaanden zoon in handen,
waarop stond «Wie een shilling waagt, kan
15 shillings winnen*. Dat briefje gaf hem
te denken, en hy gaf zich de moeite, een
uitgebreid onderzoek in te stellen. Daaruit
bleek hem, dat op byna alle jongensscholen
in Londen veel wordt gewed; de jongens
meenen, dat een echte jongen», net als groote
menschen wedden moet. Er zijn jongens, die
een soort bookmakerskantoor houden, tele-
giammen van de renbanen krijgen en stelsel
matig hun medescholieren uitplnnderen. Ook
op andere wijze wordt er veel gewed en
verder spelen de jongens veel poker.
Portugal.
Een ontroerend incident.
Eenige dagen geleden vereerde de jonge
koning Manuel een groot schoolfeest in het
Oranjepark te Lissabon met zijn tegenwoor
digheid. Elf duizend kinderen van lagere
en middelbare scholen namen er aan deel.
Daarenboven woonde buiten het gereserveerde
gedeelte voor de kinderen een groot publiek,
hoofdzakelijk bestaande uit de ouders en
bloedverwanten der kleinen, de plechtigheid bij.
Terwijl de prijsuitdeeling plaats had, na
derde ook een meisje van 14 jaar, om uit
de handen van den koning een diploma te
ontvangen. Doch by hem gekomen barstte
zij in weenen en snikken uit. Door den ko
ning ondervraagd over de oorzaak van haar
gankelijkheid van het aardsche, een zwijgen
van den dood.
Van den dood 1 Daar kwam hy aan
vliegen op de vleugelen van den nacht, de
donkere, droomerige engel, voor wien noch
hut noch keizerpaleis beveiligd ishij valt
neder op aarde, neder op het gebouw uit
marmer en goud opgetrokkenhy passeert
de geharnaste wachtenwat baat hnn het
blinkende wapen tegen den onzichtbaren
albedwinger Hy zweeft door zalen, gevuld
met alles, wat de lusten der menschen maar
bevredigen kanvoorby sluimerende pages,
voor by slaapdronkene kamermeisjeshy
dringt door vertrekken met yzeren deuren
en fluweelen portières, immer verder, immer
verderen nu licht hij het voorhang van
rood fluweel op, dat van den hemel van een
ledikant afgolft. Een vrouwelijke gestalte in
zijde en kant rust op het satijnen kussen.
Hy drukt een kuB op haar voorhoofd
en zacht ruischen zijne vleugelen zacht
want de keizerin slaapt...
De nieuwe dag brak aanmen schreef
den 4den November 1796.
Zonder te klagen over eenige ongesteld
heid had Katharina haar legerstede verlateD
na den levée had zij aan vorst 8ubcw een
audiëntie toegestaan, doch had hem reeds
na weinige minuten laten vertrekken, om
ongestoord te werken.
Tegen elf uur placht de kamerdienaar der
keizerin, Zachariaa Konstantinowitsch, zon
der bevel haar kabinet te betredeD, om haar
zooals gewoonlijk een kop chocolade te bren
gen. Ook nu wilde hij zyn plicht vervullen,
maar vond Katharina niet daar.
(Wordt vervolgd,)
m
m
mi
f
I
-c- V y -