R. KatL Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
No. 92. Zaterdag- 14 November 1908. 2"* Jaargang
FEUILLETON.
Buitenland.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Vervroegde Winkelsluiting,
De zestiende Mei»
ONS BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
50 oenta per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENT1ËN t
Van 15 regels80 oent.
Elke regel meer6
Reclames per regel 15
lichte étalage klanten te lokken, terwijl
des zomers bij den laat invallenden
schemer het effect van kunstlicht heel
wat minder is.
Ook op de verwarming der winkels
in den winter zal veel worden uitge
wonnen in het koude seizoen, dat bier
in Nederland gewoonlijk nog al lang
duurt. Daarenboven eiscbt een winkel
gewoonlijk meer verwarming daneenig
ander vertrek, daar iedere bezoeker
steeds een flinke dosis al te frissche
lucht van buiten medebrengt
Dit zijn dus al direct eenige econo
mische voordeelen van de vervroegde
sluiting en nu moge deze vermindering
van onkosten niet steeds bijzonder groot
zijn, het is toch een vaste verdienste,
terwijl de verkoop van artikelen gedu
rende dien tijd en dus ook de winst
als onzeker in de lucht hangt.
Men behoeft ook niet te vreezen, dat
men door vervroegde sluiting zijn clien
tèle zal verhezen, zoo tenminste het
bepaalde sluitingsuur algemeen wordt
gehandhaafd immers bij de concurren
ten zal bet publiek evenmin terecht
kunnen en zich dus wel genoodzaakt
zien op een meer gelegen tijd zijn
inkoopen te doen.
Doch ook nog uit een ander oogpunt
wordt door velen verlangend naar ver
vroegde winkelsluiting uitgezien. Hoe
weinig toch geniet iemand, die een druk
beklante zaak heeft, van het huiselijk
familieleven, wanneer hij tot tien, soms
elf uur, achter de toonbank moet staan,
om met kortere of langere tusschen-
poozen zijn klanten te bedienen? Zou
ook voor hem en zijn gezin de sluiting
om negen uur niet een heerlijke uit
komst zijn
De vervroegde winkelsluiting blijkt
dus niet alleen een economische, maar
ook wel degelijk een sociale verbetering
voor den winkelier.
Doch de vervroegde winkelsluiting is
ook een sociale verbetering voor den
winkelbediende, die na zijn dagtaak
er toch ook wel recht op heeft, om
een paar uren vrijheid en rust te kun
nen genieten, waardoor ook voor zeer
velen het gezellig familieleven wordt
bevorderd, wat dikwijls het hoogste
loon is hier op aarde voor een afmat-
tenden arbeid. Een gepaste rust brengt
meerhet geeft ook hernieuwde krach
ten naar lichaam en geest en een ge
zonden werklust om de eentonige taak
des anderen daags weer met opgewekt
heid te aanvaarden en wat van niet
weinig belang is voor den patroon
ze ook met nauwgezetheid te vervullen.
Yele werkelijke voordeelen, zoowel
voor den winkelier als voor den bediende,
zijn dus aan een algemeen doorgevoerde
vervroegde winkelsluiting verbonden, en
bovengenoemde voordeelen gelden ook
zeker voor elke branche van bet win-
keliersbedrijf.
Een enkel bezwaar meenen we tegen
de vervroegde winkelsluiting te hooren
inbrengen, n.l dat bet kooplustige
publiek niet tot op het laatste oogenblik
van den dag aan zijn vaak wat al te
buitensporig verlangen zal kunnen vol
doen. Wij voor ons meenen, dat dit
toch geen overwegend bezwaar kan zijn,
om zich te verzetten tegen een actie,
waardoor de winkels in veler belang
een paar uur eerder zouden gesloten
worden en het publiek de bevrediging
van zijn verlangens eenigen tijd zal
moeten uitstellen. Ja, in zekeren zin
ligt hierin nog eenige opvoedende kracht
voor het publiek, om niet altijd terstond
aan zijn nukken te voldoen.
Toch wil het bij al dat goede en
schoone met de vervroegde winkelslui
ting in ons land maar niet te best
vlotten, getuigen de plaatsen, welke wij
boven noemden. Het eenige middel tot
doorvoering van een zoo nuttige zaak
is daarom, dat de gemeentebesturen,
of nog beter de regeering maatre
gelen neemt, om eene wettelijke alge-
meene vervroegde winkelsluiting in te
voeren, want het particuliere initiatief
blijkt niet voldoende te zijn.
In aauniüicing hiérmecia nemen w\j hier
een bericht over, dat dezer dagen in de pers
circuleerde en dat aldus luidt
De Vereeniging voor vervroegde winkel
sluiting te 's Gravenbage heelt aan de
Nederlandsche hoogieeraren in bet Staats
recht hun meening gevraagd over de vraag
of do gemeenteraden bevoegd zyn verorde
ningen vast to stollen in zake de vervroegde
winkelsluiting.
De professoren mr. D. van Blom te Delft
mr, dr. A. A. H. Struycken te Amsterdam;
jhr. mr. W. J. M. van Eijsinga te Groningen
mr. J. de Louter te Utrecht, mr. H. Krabbe
te Leiden -m de afgetreden hoogleeraar
staatsraad mr. J. Oppenheim beantwoordden
de vraag bevestigend.
Prof. mr. D. P. D. Pabins te Amsterdam,
schrijft dat zijn antwoord niet eenvoudig ja
of neen kan zijn.
Als het langdurig geopend zyn van de
winkels aanleiding gaf tot misstanden op
straat, zou wellicht eene verordening geacht
kunnen worden in 't belang der gemeente-
Zooals men zich uit een vroeger drie-
starretje zal herinneren, is 1 November
j.l. te Berlijn en hare voorsteden een
politie verordening in werking getreden,
waarbij een algemeene winkelsluiting
om 8 uur 's avonds is voorgeschreven.
Berlijn is echter niet de eenige stad in
Duitschland waar een vervroegde win
kelsluiting is ingevoerd, want, vóór een
half jaar ongeveer, werd in het Kath.
Soc. Wbl. nog medegedeeld, dat toen
reeds in 346 steden de 8 uur sluiting
bestond, en dit waren steden van allerlei
grootte en aard en in allerlei deelen
des lands gelegen, waaruit men al aan
stonds ziet, dat de mogelijkheid van
vervroegde sluiting niet van den aard,
grootte en ligging der plaatsen afhan
kelijk is, maar wel van de algemeene
actie der belanghebbenden en de mede
werking der overheid.
Deze noodzakelijke vereischten schij
nen echter bij ons grootendeels te ont
breken. Ook in ons land zijn reeds
verscheidene pogingen tot vervroegde
sluiting aangewend,men denke slechts
aan Amsterdam, Weesp, Baarn, Maas
tricht enz. waarvan de goederesul
taten nog steeds op zich hebben laten
wachten, omdat enkele winkeliers en
voornamelijk sigarenwinkels en banket
bakker er niet mede accoord gingen.
Wij voor ons vinden hierin iets
onbegrijpelijks, daar toch de voordeelen
van vervroegde sluiting verre tegen de
a&tteelen opwegen. Als tenminste van
nadeelen kan worden gesproken 1
Een direct voordeel, dat elke winke
lier bij vervroegde sluiting heeft, is de
besparing op de verlichting en, gedurende
een groot gedeelte van het jaar, ook
op de verwarming. Het eerste, de be
sparing van licht (ook een der zwaarste
argumenten welke de voorstanders der
invoering van Midden-Europeeschen tijd
aanvoerden) is zeker voor de winkeliers
zeer belangrijk. Bijna nergens wordt
zooveel zorg aan de verlichting besteed
als in de winkels en uitstalkasten,
opdat de artikelen toch maar een zoo
goed mogelijken indruk maken op het
publiek. Er zijn zelfs winkels, waar de
étalage ook nimmer zoo goed uitkomt
als bij kunstlicht. Dit kan evenwel
geen bezwaar zijn tegen vervroegde
sluiting, daar bij een 9 uur sluiting,
waarom het in Nederland voornamelijk
gaat, des winters nog heel wat tijd
overblijft, om door een schitterend ver-
Historische Roman uit het Dnitsch, van
HERMAN HIRSOHFELD,
bewerkt voor «OAS DLAD».
14)
«Myn wil staat vast», antwoordde Paul
kortaf, «door deze inlassching verstik ik
elke kiem van andere gedachten dan die der
militaire discipline en den hoogsten eerbied
voor den wil van den tsaar».
Buiten zich zelf, wierp Alexander zich
voor de voeten van den keizer, zijn vader.
«Majesteit, deze wil komt niet voort nit
uw eigen hart, dat goed en rechtvaardig is.
Wee hem, die u dezen raad in het oor ge
fluisterd heeft 1 Onderzoek en overleg I Het
ongehoorde dezer handelwijze, de achteruit
zetting van verdienstvolle officiereu, dit bevel
zal een revolutie in geheel.
Wit als een lijk, strekte Paul zjjn hand
uit naar den geknielde, zóó gebiedend, dat
Alexander verstomde.
•Wie spreekt van revolutie
Zijn oog richtte zich onwillekeurig naar
de bseltenis van Peter III, zijn vadereen
zenuwachtig schokken voer door zijn lichaam.
Deemoedig stond Alexander op.
•Wat ik gedaan heb, majesteit, kwam niet
vs»rt nit een neiging om den wil van myn
heer en vader te wederstreven», zei hij
•mijn opmerking was het verzoek van een
gehoorzamen zoon, een trouw onderdaan, en
ik maak ze ondergeschikt aan het hoogere
Inzicht van uwe majesteit».
Hy maakte een diepe buiging en ver
liet het keizerlijke kabinet.
•Zijne majesteit hield zich als altijd uit
stekend», fluisterde Gregorowitsch tot den
commissaris van politie, maar hy deed dat
zóó duidelijk, dat de keizer het goed ver
staan kon.
Paul wendde zich tot zijn adjudantnog
altijd dreven die donkere wolken op zijn
voorhoofd.
•Ik vertrouw op u, Gregorowitsch», zeide
hij ernstig ik heb u vergeven, wat ik bij
weinigen geduld zou hebben, daar ik meende,
dat gij een trouwe, onomkoopbare dienaar
van mij zijt, Doch wee u, mocht eens de
dag aanbreken, die mij met onweerlegbare
bewijzen het tegendeel zou doen leeren ken
nen dan zal myn gramschap u verpletteren,
geiyk myn gunst u heeft verheven. En nu
wil ik u de ukase dicteeren, die aanstonds
aan het ministerie van oorlog moet over
handigd worden, om zoo spoedig mogeljjk
uitgevoerd te worden.
In de huiskamer van het vorstelijk paleis
Orlowitsch zaten vader en dochter. Feodora's
anders zoo opgewekt, liefelijk gelaat, was
bleek en de matte oogen droegen de sporen
van vergotene tranen. Ook de vorst zag er
niet opgeruimd uit.
•Is dan alles te vergeefs, mijn vader
vroeg zij.
•De wil des keizers verbreekt door een
machtspreuk den band tusschen mij en
Alexis
•Zelfs Alexander heeft te vergeefs ge
smeekt», antwoordde de vorst.
•Het schijnt, dat tsaar Paal een ander
om uwe hand wil laten dingen, iemand die
door ham begunstigd wordt».
•Maar ik laat niet over my beschikken,
als over een willooze koopwaar I» riep
Feodora vertoornd.
•En ook gij, mijn vader, gij zult het
niet duider), gij zult uw kind redden nietwaar?»
•Ik vermag niets», antwoordde de vorst
somber.
•Alles, wat ik bezit, de geheele erfenis
uwer moeder, kan de tsaar met één woord
ons afnemen een weigering nit uw of myn
mond maakt ons tot bedelaars».
•Mag ik wel kiezen, rijk te blijven of
eeuwig de herinnering aan hem met mij
rond te dragen Als een vloek zon zij op
my drukken, en iedere vreugde in het leven
verbitteren, ieder geluk, dat my de hemel
nog zou kunnen geven. O myn vader, myn
vader, behoed my voor die herinnering I»
De blik van den vorst werd meer en
meer somber, immer starender zyn oog.
•Ja herinneringen zijn bitter», zei hy
halfluide voor zich uit, als sprak hy tegen
zich zelf, en toch, in den stroom des tyde
leert men vergeten, men moet leeren ver
geten...»
Verschrokken sloeg Feodora den arm om
den hals van haar vader.
•Vergeving vader, wanneer ik uwe droeve
stemming heb gaande gemaakt, zeide zy met
een gemaakt lachje >ik zal trachten vroo-
lyk te zyn, ik zal aan u een voorbeeld
nemen, want ongetwyfeld hebt ook n een
droeve herinnering te verdoven, die dikwyis,
ik zie het wél, donkere schaduwen over uw
leven werpt».
•Ja kind, een droevige, emarteiyke her
innering», antwoordde de vorst.
•De vloek eener stervende rust op my,
en God weet h6t, ik heb dien vloek niet
verdiend, ik heb niet...».
huishouding te zyn, en niet met eenige
bepaling van hooger gezag in stryd te wezen.
In de hedendaagsche actie voor een door 't
pnblieke gezag vastgesteld sluitingsuur is z. i.
echter van zoodanig motief niets te vinden.
Gemeenlijk zit daarachter het streven om
den arbeidsduur der bedienden te verkorten.
Een regeling daaryan bij gemeenteiyke ver
ordening acht prof. Fabius reeds uit technisch
oogpunt verkeerd, omdat bepalingen tegen
overmatigen arbeidsduur voor zoover zy ge-
wenacht zyn, veeleer in een arbeidswet thuis
behooren.
Het verhand met de gemeentehuishouding
acht prof. Fabius ook ver te zoeken, wanneer
de regeling wordt verdedigd met het motief
dat er winkeliers zyn, die wenschen te
slniten, maar hiertoe niet durven overgaan
zoolang anderen niet hetzelfde doen nit vrees
van nadeel te zullen ïyden, of met het motief
dat men de winkeliers tegen zich zeiven
heeft te beschermen.
In het eerste geval dwingt men eenvoudig
den een te levep, zooals de ander dit be
geert te doenin het andere geval gaat
men eenvoudig over tot de regeling van der
menschen particuliere levenswijze.
Echter zoo eindigt prof. Fabina
behoort noch het een noch het ander by
gemeenlelyke verordeningen, en evenmin by
eene wet te geschieden.
Van den nitslag van dit onderzoek beeft
de vereeniging by adres mededeeling gedaan
aan den gemeenteraad ter ondersteuning van
haar verzoek om een vervroegd sluitingsuur
vast te stellen.
Het rapport is voorts toegezonden aan de
leden der Tweede Kamer, van den Baad, der
K. v. K. en der Kamers van Arbeid, zoomede
aan patroons- en bediendenvereenigingen.
Duitschland.
Een mijnramp.
In de myn Radbod in Westphalen, toe-
behoorende aan de Trierer Mijnmaatschappij,
had Woensdagnacht een vreeseiyke myngas-
outploffing plaats. 400 man waren in de
mijn. 60 zwaar gewonden zijn reeds gevonden,
men vreest dat er 150 verloren zullen zyn.
Donderdagmiddag 12 nur had men reeds 27
dooden gevonden. Er zitten nog rnim 300
man in den mynpnt. Het lykt niet mogeiyk,
hen te redden. Uit de omliggende dorpen
en van verder, nit Werne, Gelsenkirchen
enz., zyn reddingsploegen aangekomen.
De ontploffing is even voor vieren gebeurd.
De slag was zeer hevig. De mynbrand breidt
zich nog steeds uit. De redders moesten
hun werk wegens het gevaar staken, en in
De deur ging open en lnitenant Lafont
werd aangekondigd.
Hy kwam in de hoogste opgewondenheid
binnen.
•Om Godswil, Alexis I» riep Feodora, »wat
is er met u gebeurd?»
Ook de vorst stond ontsteld op.
•Ik heb myn dienst verlaten», zei Alexis
met schorre stem.
•Ik volg het voorbeeld van honderden
gelykgezinde kameraden. Het gerucht dat
sedert een paar dagen onder het leger liep,
wordt bevestigdde keizer heeft de officieren
van zyn garde-regiment nit Gatschina by
ons korps ingeiyfd, heeft, daar zy hnn rang
blijven behouden, voor ons het vooruitzicht
op bevordering verydeld een vriend van
Gregorowitsch is mijn superienr geworden.»
•Arme Alexis!» zei Feodora op een toon
van het innigste medelijden, >hoe moet n,
met uw eergevoel, met uw militairen yver
deze onverdiende achteruitzetting krenken i
Doch bedaar, met vele edelen deelt gy dit lot.»
«Doch dit is nog niet alles,» riep Alexis.
«De ukase des keizers lnidt o ik kan xe
niet herhalen.»
Met bevende hand haalde hy een papier
te voorschyn en gaf het den vorst, die het
openvouwde. Het was de bekende nkase,
welke Orlowitsch met lnider stem voorlas.
Eén byzin echter sloeg hy over, dat iedere
officier, die weigerde onder de nieuwe ver
houdingen verder te dienen, verplicht was,
wilde hij niet voor straf naar Siberië ge
zonden worden, uiterlyk binnen drie dagen
de hoofd- en residentiestad te verlaten en
zich naar zyn geboorteplaats te begeven.
De vorst liet het blad vallen.
«Maar dat is onmogeiyk I» riep hy,
BUtorisQh.
hun plaats gingen brandweermannen aan
den slag.
Engeland.
De eerste burgemeetteres.
Maandag hebben in Engeland en Wales
de gemeenteraden den burgemeester voor het
volgende jaar gekozen, en by die gelegen,
heid is de eerste Engelsche bnrgemeesteres
benoemd, een mevrouw Garrett Anderson
te Aldebnrgh, een dorp of stadje van een
2500 inwoners in Suffolk.
Mevrouw Anderson, een weduwe van nn
72 jaar oud, is omtrent 1865 te Parys in
de geneeskunde gepromoveerd, en heeft ge-
rnimen tyd in Engeland de geneesknndige
praktyk uitgeoefend. AI dertig jaar geleden
yverde zy met vuur voor het vrouwenkies-
recht. Zy is een zuster van mevr. Faweett.
Met deze heeft zy, tijdens den Boerenoorlog,
gezeten in de commissie van Engelsche
vrouwen nitgezonden om verslag nit te bren
gen over de vrouwenkampen, waarin geiyk
men weet goed in de 20 000 Boerenvronwen
en kinderen zyn omgekomen. Het verslag
was over het geheel gunstig.
Denemarken.
Andri's lijk gevonden.
Voor een vyftal jaren ondernam, zooals
men zich misschien wel herinneren zal, ds
Noordpool reiziger André het vermetele plan
om te trachten in een ballon de Noordpool
te bereiken. Na zyn vertrek hoorde men
zoo goed als niets meer van hem. Alleen
werd verleden jaar, of 't jaar daarvoor,
beweerd, dat men stukken van zijn ballon
gevonden had.
Door sommigen werd echter nog steeds
de hoop gekoesterd, dat André in leven zyn
zon en misschien onder de Eskimo's of
Groenlanders leefde.
Een telegram uit Kopenhagen maakt no
echter aan al die fantastische voorstellingen
een einde. Het graf van André is gevonden.
Kapitein Storm, van den Deenschen
schoener «Juga», bericht nl. dat kapitein
Ghalker, van het Amerikaansche schip
«Pelops», op een landreis door het noorde
lijke gedeelte van Labrador, niet ver van de
knst van kaap Mngora, een eenvondig kruis
met den naam Andrée heeft gevonden.
Onder het kruis bevond zich in de aarde
een lijk, benevens een kistje met papieren.
Waar de beide metgezellen van Andrée zyn
gebleven, is niet bekend. De papieren in
het kistje zullen hieromtrent waarschyniyk
opheldering kannen geven.
Italië.
Koninklijke missie bij Z. S. den Pans.
De Paus ontving Woensdag de byzondere
zending, welke de gelukwenschen van de
Koningin der Nederlanden overbrengt ter
gelegenheid van zijn jubilé. De missie werd
«Yele officieren zijn nit Petersburg zelf
hoe kunnen zy nu de residentie verlaten, om,
geiyk de nkase zegt, naar hnis te gaan?»
«Zij moeten op den straatweg van het
groote Russische ryk maar een geboorte
plaats zoeken», zei de jonge officier bitter,
«maar ik ga niet heen, gebeure wat wil.
En het onheil, dat my trof, zebynt nog
niet groot genoegzoo even ontving ik
een brief van myn pleegvader, Lafontzyn
vnrig verlangen naar my liet hem geen rast;
alleen, zonder familie, zonder vrienden en
aan niets gebonden, heeft hy Parys reeds
verlaten, om eenige weken by my te komen
doorbrengen. En hoe zal hy zyn pleegzo'on
aantreffen als hy de armen naar hem uit
strekt Neen, neen», riep de jonge officier
heftig, «ik ga niet nit Petersburg, ik kan
niet gaan».
«En toch znlt gy u moeten verwyderen»,
zei de vorst zeer ernstig.
«Gy kent de gestrengheid des keizers
moet Feodora van angst om n, sterven
«Ik kan Feodora niet verlaten», ant
woordde Alexis vol vertwyfeling, «en biyven,
myn eer als militair, mijn gevoel van eigen
waarde opofferen Neen Lafont zon zich
over my schamen, en ook ik zelf zon het
moeten doen, zoo ik bleef».
«De adjudant des keizers, majjor Gre
gorowitsch, met een opdracht van tyne
majesteit», kondigde een bediende aan.
Ontsteld zagen de beide jonge lieden
elkander aanzelfs de vorst kon zyn ont
roering niet verbergen.
«Breng den heer in 't blauwe zalon, ik
kom aanstonds».
«Het kan niet veel goeds zyn, wat die
man ons brengt», zei Alexia.
(Wordt vervolgd.)