De oude koetsier.
Zaterdag 3 Juli 1909.
TWEEDE blad.
KALENDER
voor de dagen der week.
4 JULI.
Gemengd Nieuws,
ONS BLAD.
4 Juli. Zondag. Feest van het dierbaar
Bloed dee Heeren. Evan
gelie: De rechtvaardigheid
der Farizeérs veroordeeld.
Mattheui V: 20-24
5 Maandag. HH. Bonifacius en Gezellen
Martelaren.
6 Dinsdag. Octaafdag der HH. Apoi
telen Petrus en Paulus.
7 i Woensdag. H. Michaël de Sanctie.
8 Donderdag. H. Elisabeth, Weduwe.
9 Vrijdag. H. Martelaren van Gorcum.
jO Zaterdag. De seven HH. Broeders,
Martelaren.
Vijfde Zondag na Pinksteren.
Eerste Zondag der Maand.
hes uit den eersten brief van den
H. apostel Petrus; III, 8—15.
Veel geliefden! Weest allen eendrachtig
in het gebed, medelijdend, de broeders lief
hebbend, barmhartig, bescheiden, nederig,
geen kwaad met kwaad noch schelden met
schelden vergelden, maar integendeel zegen
sprekend; want hiertoe zijt gij geroepen,
opdat gij zegening als uw erfdeel moogt
bezitten. Want die het leven liefhebben en
goede dagen zien wil, dat hij zijne tong
weerhoude van het kwaad, en dat zijne
lippen geen bedrog spreken; hij wijke af
van het kwade en doe het goede; hijzoe-
ke den vrede en jage dien na! Want de
oogen des Heeren letten op de rechtvaar
digen, en zijne ooren luisteren naar hunne
gebeden; maar het aangezicht des Heeren
is tegen de kwaaddoeners. En wie is er
die u schaden kan, als gij u beijvert voor
het goede? Doch al lijdt gij ook iets óm
wille der gerechtigheid, zalig gij! Vreest
echter voor hunne verschrikking niet en
wordt niet ontsteld; maar heiligt den Heer
Christus in uwe harten.
Evangelie volgens den H. Mattheus;
V, 20-24.
Te dien tijde sprak Jesus tot zijne leer
lingen: indien uwe gerechtigheid die der
schriftgeleerden en Pharizeën niet te boven
gaat, zult gij in het Rijk der hemelen niet
binnengaan.
Gij hebt gehoord dat aan Üe ouden gezegd
is: gij zult niet doodslaan; en hij, die een
doodslag begaat, zal strafbaar zijn voor het
gerecht. Maar Ik zeg u: al wie zich vertoornt
tegen zijnen broeder, zal strafbaar zijn voor
het gerecht; en die tot zijnen broederzegt:
raka! zal strafbaar zijn voor den raad: en
die zegt: gij dwaas! zal strafbaar zijn door
het helsche vuur. Wanneer gij derhalve uw
offer aan het altaar opdraagt, en daar in
dachtig wordt dat uw broeder iets tegen
u heeft, laat uw offer daar voor het al
taar en ga u eerst met uwen broeder ver
zoenen; en dan zult gij uw offer komen
opdragen.
„Achttien negentien twintig..,
ln orde!" Voor het loket van het Cré-
dit-Lyonnais te Parijs telde Roger zijn
twintigste bankbiljet van duizend franks, j
Hij had een buitenkansje gehad; op een j
lot had hij den prijs van 20.000 franks
gekregen.
Roger was rijk, hij had dat geld wel
niet noodig, maar 20.000 franks zijn al
tijd het meenemen waard, en met veel
voldoening stak hij, na den kassier ge
groet te hebben, de bankbiljetten in den
binnenzak van zijn vest.
Roger verliet de Bank, volgde den
boulevard tot aan de Madeleine en sloeg
de Rue Royale in; op den hoek bij het
ministerie van Marine keek hij even tip
djn horloge: vijf minuten voor twaalven.
Zijn blik dwaalde even over de Place de
la Concorde, geheel vlak, blinkend wit
mi brandend onder de vreeselijke zomer
zon, Zijn huis was nog ver de Champs-
Elysées door, bij den Triomfboog.
Een fiacre reed Ihtem voorbij; hij riep
den koetsier aan sprong in het rijtuig
en liet zich neervallen op de leeren kus
sens, die opkrulden van de hitte.
Nadat hij zijn adres had opgegeven,
sloeg het paard in een klein, heel klein
drafje, precies draf genoeg, om niet te
kunnen zeggen, dat het stapte.
"ij het instappen had Roger niet naar
rijtuig gekeken. Het was een van
die onmogelijke victoria's, die aan geen
enkele maatschappij toebehooren, ver
veloos, rammelend als oud ijzer en slecht
elkaar gezet; een der lantarens ont-
de andere was met een touwtje
Vastgebonden. Het paard was naar even-
Jgheid. Maar de koetsier had een groo-
j ronden rug, van onderen eindigend
twee slippen van een verschoten li-
j^eii met één knoop, en van boven be-
hótd"k met een grooten verlakt leeren
we in den vorm van een kachelpijp,
ar eenige vlokken witte haren onder
uit kwamen. Naast den dikken koetsier
hing de zweep als een treurende visch-
gaard.
Roger h'ad honger. Zijn vrouw wachtte
hem met het ontbijt, maar hij was geduldig,
in de hoop, dat het paard wel wat vlug
ger zou gaan loopen. Maar dat gebeurde
niet,
„Koetsier, een beetje vlugger", zei hij.
De dikker keerde zich om; er verscheen
een groot, oud, rood gezicht, met een
vriendelijken neus en een grooten, tande-
loozen mond.
„Met die hitte? U wil toch niet, dat
ik mijn paardje doodmaak?"
Zijn stem klonk oprecht en beleefd.
Roger was een van die rijken, die er
niet tegen opzien, met arme menschen
een praatje te maken, en die meenen, dat
in hun gezelschap dikwijls meer te leeren
valt (dan bij de menschen van de wereld,
die allemaal, naar hetzelfde model zijn
gevormd. Het goedig voorkomen van
den koetsier had hem trouwens al ont
wapend.
„Rij dan maar zooals je wilt, als ik
er maar kom."
Tusschen den „bourgeois" en den
koetsier was nu het ijs gebroken; half
omgekeerd op den bok bleef de koetsier
zitten en begon het gesprek.
„Vreeselijk heet vandaag. Een hitte
als in Senegal."
„Ben je daar geweest?'"
„Of ik! ik ben een Bretagner, uit St.
Malo, ik ben matroos geweest."
„En nu koetsier geworden?"
„Sinds 1855. O, die tentoonstelling
van 1855, toen hebben we goede zaken
gemaakt! Die van 'b7 was ook nog goed,
die van '78 niet slecht, maar in '89 ging
het al niet meer en nu..."
„Ik dacht toch..."
„Dat komt van wege de concurrentie,
mijnheer. Te veel omnibussen, jan-ple.
ziers, trams vooral. En nu komt er de
Metropolitaan-spoor ook al bij, en de
automobielen."
„Hoe oud ben je?"
„Ik ga naar de 75, mijnheer."
Roger kreeg medelijdenin de volle
kracht van zijn 35 jaren een gerust en
gelukkig leven leidend, beklaagde hij
dien grijsaard, die nog werken moest.
Zij waren het Rond-Point voorbij, het
paard ging nu; stapvoets om tegen de
hoogte op te komen.
,,'t Is om een zonnesteek te krijgen,"
zei de koetsier na een oogenblik van
stilte.
Hij zette zijn zwaren leeren hoed af,
legde hem naast zich neer op de bank
en begon met een grooten geruiten zak
doek zijn kalen schedel af te drogen,
waarop dikke zweetdroppels parelden.
„Waarom draag je geen strooien hoed?"
vroeg Roger.
„Dat zal ik u zeggen dat doe ik
voor de klanten. Ja; er zijn er, die dat niet
graag hebben. Laatst had ik een mooien
strooien hoed, die mij veel geld gekost
had, een hoed met groote randen, net als
de visschers dragen, iets fijns en; luchtigs.
Nu, een bediende kwam mij roepen aan
het station om voor te komen in de Rue
Moncey. Ik rij voor; een dametje wacht
aan de deur, maar zoodra ze mij ziet, zegt
ze tegen den bediende: „Wat is dat nu Jo
seph, een koetsier met een strooien hoed!
Dien Wil ik niet, ga een anderen halen."
Ik kreeg vijftien stuivers, maar mocht
niet rijden."
„Nu, je hebt niet te klagen," lachte Ro
ger, „als je zoo vijf of zes klanten per
dag hadt, verdiende je geld zonder je paard
te vermoeien."
De oude koetsier vatte zijn aardig
heid niet, maar zette langzaam den hoed
weer op
„Neen, zie je, je moet de klanten altijd
gerieven."
V
Roger kreeg nog meer sympathie voor
dien goeden, ouden man.
„Maar op uw leeftijd heb je toch wel
iets bespaard. Je kan toch niet aan 't
werken blijven." De koetsier keerde zich
nog meer om.
„Of ik gespaard heb, mijnheer? Dat ge
loof ik. Ik heb mijn leven lang hard ge
werkt en zuinig geweest. Maar zie je, als
men niet gelukkig is! En ik ben nooit ge
lukkig geweest...: Vijftien duizend franks,
mijnheer, al mijn spaarpenningen, tot den
laatsten stuiver toe verloren in de Panama
zaak. Nu zeggen ze wel, ik had het geld an
ders en secuurder moeten plaatsen en met
minder rente tevreden zijn. Ja, dat is gemak
kelijk als men rijk is en veel geld heeft;
maar als men arm is, maakt men zooveel
mogelijk van zijn geld... Ik was toen aloud,
mijn spaarduiten waren weg en ik moest
koetsier blijven. Ik heb bij de Maatschap
pijen en bij groote stalhouders gediend,
maar eindelijk was ik te hoog op jaren
en werd overal bedankt. Ik ben nu bij
een kleinen rijtuigverhuurder en verdien
precies den kost."
„Ben je getrouwd?"
„Mijn vrouw is tien jaar dood, zij
was naaister op Montmartre. Een kind
gehad, een meisje, ook dood/'
„Dus ben je heel alleen?"
„Heel alleen, dat is ook niet altijd even
plezierig. Maar wat kan men er aan
doen, als Ket geluk je niet meeloopt...
Maar hemel, wat is het heet vandaag,
om dood te gaan."
Opnieuw zette hij zijn hoed af en
veegde met den zakdoek langs zijn voor
hoofd.
De victoria sloeg nu de Rue de Pres-
bourg in. Roger keek om zich heen.
Overal was leven en bedrijvigheid;
menschen die pakken droegen of wagens
voortduwden. Ter hoogte van de Rue
Bercy was een troep stratenmakers aan
het houtplaveisel bezig, op den hoek der
Rue de Presbourg waren op een stelling
eenige metselaars aan een verblindend
witten muur aan 't werken. Het was
een tooneel van menschelijke bedrijvig-
heid, d4e bij die hitte een kwelling, bijna
een gevaar werd.
Door zijn geboorte was R. van die bedrij
vigheid slechts een kalme toeschouwer,
hij hoefde zich niet moe te maken, geen
gevaar te loopenin de kussens van
het rijtuig liggend, ging hij de arbeiders
voorbij, en als hij thuis kwam, wacht
ten hem een goed ontbijt, verkoelende
dranken en een rustig zitje in een fris-
sche zaal.
Roger maakte bij zichzelf die verge
lijking en dacht aan het harde lot van
zoovelen, wier arbeid hij gadesloeg. Niet
het minst had hij meelijden met zijn
ouden koetsier, die voor den kost nog
werken -moest.
Het rijtuig stond voor zijn huis stil.
Roger stapte uit en tastte in zijn porte-
monnaie om hem een flinke fooi te ge
ven. Maar kon hij niet meer voor hem
doen.
In zijn binnenzak voelde hij het pak
bankbiljetten, dat hij zoo even ontvan
gen had. Waar zou hij dat geld voor
gebruiken? Een deel er van zou hij be
leggen en de rest voor zich of voor zijn
vrouw besteden voor een of andere kost
bare en overtollige liefhebberij. En zoo
veel anderen leden gebrek. Als zij jong
waren, konden zij nog werken, maar die
arme, oude koetsier! Wat een verschil
met hem!
Die gedachten gingen Roger door het
hoofd, hij aarzelde niet meer: hij stak
zijn portemonnaie weer weg en haalde
uit zijn binnenzak een biljet van 1000
franks.
„Dat is voor u, mijn beste man. Houd
het maar heelemaal, want je zal toch
niet terug kunnen geven."
De oude; koetsier keek hem verbaasd,
verwonderd aan.
„Mijnheer...: mijnheer..."
„Neem maar aan, 't is voor u."
De oude man spalkte zijn oogen open,
zijn gelaat was "rooder, bevend stak hij
zijn hand naar het bankbiljet uit.
Opeens was het verrassing, was
het van de warmte werd hij 'paars en
blauw, daarna doodsbleek; de woorden be
stierven op zijn lippen, de zweep ontsnapte
aan zijn handen en hij v'iel voorover op
het spatbord van het rijtuig.
„Koetsier!... koetsier!"
De bedienden van Roger en eenige voor
bijgangers droegen hem een naburige apo
theek binnen; maar vergeefs beproefde
men ihem bij te brengen, de man was dood.
Zooals hij geyegd had; had het geluk
nooit met hem meegeloopen.
Beestachtige mishandeling. Toen zekere
B. en E. van Osch naar Brechem huis.
waarts keerden, werden zij onderweg over
vallen, vermoedelijk door een paar wraak
zuchtige vijanden, die hen met messen te
l(jf gingen. Het gelukte aan K. om onge
deerd te ontvluchten, doch B. werd zooda
nig mishandeld, dat hij per hondenkar naar
huis moest gebracht worden. De ontboden
geneesheer behandelde niet minder dan ne
gen, waaronder drie zeer ernstige, messteken
De politie is de daders op het spoor.
Gevecht. Aan de grenzen bij Dinxperlo,
heelt tusschen Duitschers uit SuJerwick en
Hollanders nit Dinxperlo een ernstig gevecht
plaats gehad. De eersten die het feest van
den Krieger-Verein vierden, werden door de
Hollandsohe belhamels bemoeilijkt. De Duit
tchers namen hooivorken schoppen enz. en
hielden daarmee een klopjacht op de Hollan
ders, waarvan eeDigen gewond en kermen
de van pijn op de vlucht werden gedreven.
De hitte in Amerika. Er heerecht nog
steeds een bovenmatige temperatuur door
het geheele land. Woensdag bezweken te New
York 7, te Philadelphia 9, te Chicago 10
personen. Te New-York vielen bovendien nog
38 personen flauw.
In den Senaat was de hitte ondraaglijk.
De leden trokken hnn jas uit en de heer
Etkins gaf het voorbeeld door boord en das
af te werpen.
President Xaft gaf een diner aan de leden
van het Kabinet en 'n aantal Senatoren.
Wegens de temperatuur had het diner op
het dak van het Witte Huis plaats.
Bij de Fransche marine zjjn rare din
gen te constateeren.
Uit Lorient wordt aan verschillende bla
den gemeld, dat er een »9er ontevreden stem
ming heewcht onder de bemanning van de
schepen van hat Noorder eskader, daar op
enkele schepen aan de manschappen onvol
doende en zelfs gedeeltelijk bedorven rant
soenen zjjn gegeven. De bemanniDg van bet
pantserschip «Marseillaise» moet 24 uur
lang geweigerd hebben te eten. De opperbe
velhebber van het gansehe eskader heeft
een onderzoek bevolen.
Slechte kanonnen, bedorven kruit, ondeug
delijke granaten, tekorten aan ammunitie,
shcht voedsel prettige toestanden I
Ongeluk. Woensdagnamiddag is een werk
man nit Amsterdam bij het verrichten van
herstellingswerken aan een pnt der gistfa
briek te Diemen door it stortend puin ver
oiigelukt. Zijn schedel werd verpletten!, en
enkele oogenblikken later overleed hij. Het
lijk werd naar Amtterdam vervoerd.
Luchtvaartkunde. Het eerstd in België
vervaardigde bestuurbare luchttchip >La Bel-
g'que< heeft bij Boitzfort, ten oosten van
Brursel, zijn eerste geslaagde proefvaart ge
daan. Het bleef ongeveer 45 minuten in de
lucht, voerde verschillende bewegingen uit
die zijn bestuuibaarheid bewezen en keerde
met gemak in de hal terug. De ballon is
halfstijf 60 M. lang, heeft een inhoud van
2800 kub. M. en heeft twee motoren, elk
van 60 p. kr. De bouwmeester heet Gold
schmidt.
- De senaat van de Parijsche nniversi
siteit heeft aanzienlijke bedragen ontvangen
voor de stichting van een leerschool in de
luchtscheepvaartkunde.
De bekende mlllionair en aeronaut Henri
Deutsch gaf 500.000 fr. en een rente van
15 000 fr., terwijl de heer Vasil Zaharoff
700000 fr. schonk.
Een ongeluk. Toen de le afdeeling van
het le regiment veldartillerie uit Utrecht
onder commando van den luitenant kolonel
I. Franqois, N ij kerk binnentrok om daar te
worden ingekwartierd op de reis naar de
legerplaats van Oldebroek, had een stuk-
rfjder het ongeluk op twee plaatsen zijn
betn te breken tusschen het wiel van het
stuk, waarop hij gezeten was. Per raderbaar
werd de man naar het ziekenhuis overgebracht.
Een slechte daad. In de hooilanden
van den veehouder O. v. d. Hem te Wijt-
gaard (Fr.) heeft men al een heel slecht
stuk uitgehaald. Men heeft daar spijkers
en stekeldraad in den grond gestoken, zoo
dat zoowel de messen der maaimachines als
de zeisen der maaiers al spoedig geheel
waardeloos waren en het gras er niet af
te snijden was. De dader is nog niet ge
vonden.
De parapluie. Er zijn vele middelen om
te voorkomen, dat men zijn parapluie inden
trein laat liggen. Maar ach, dat er vele
middelen zijn, het geeft grond aan het ver
moeden, dat er niet één afdoend middel is.
Weten we er niet allen van mee te praten?
Laatst echter rjeisden we met iemand,
die een onfeilbaar middel scheen gevonden
te hebben. Hij had zijn parapluie vlak naast
zich in het net gehangen, Keek hij naar
rechts de parapluie aaide zacht zijn rech
terwang; keek hij naar links, de parapluie
klopte vermanend tegen zijn achterhoofd;
boog hij zich voorover, kfe parapluie tikte
herinnerend tegen zijn neus; leunde hij ach
terover, zij schommelde veelzeggend voor
zijn oogen pa...ra.......plu; had hij willen
opstaan de parapluie zou hem hebben tegen
gehouden.
Het scheen inderdaad een oplossing, zij
het dan alleen voor haakparapluies. Maar
er gebeurde iets onverwachts.
De reiziger dus ontslagen van zijn pa-
rapluie-zorg, had rustig en stil kunnen zit
ten. Maar hij zat niet stil. Plotseling kwel
de hem een andere zorg. Waar was zijn
hoed? Naast zich, in het net of Imisschien
op zijn hoofd? Hij moest zekerheid hebben
zou even voelen.
De Wand ging onderzoekend omhoog.
Doch de hand deed meer. De parapluie
was in haar schommelingen juist naar voren
gekomen. De hand raakte van onderen de
taas, lichtte de parapluie op, de haak schoot
uit het net en de parapluie buitelde met
een cirkelzwaai door het open raampje op
den spoordijk!
Neen, er schijnt toch niet een afdoend vei
lig middel te bestaan tegen het vergeten
van een parapluie in den trein.
Maiitreln ontspoord. Dinsdagmorgen te
ca. half elf is de mailtrein No-. 83 D, van
de lijn Weenen—(Dresden—Vlissingen, cor-
respondeerende op de dagboot Vlissingen—
Queenborough nabij het station Qoes ont
spoord.
De oorzaak van deze ontsporing is de
volgende: Eenige telegraaf werklieden kwa
men met een lorrie naar hier gereden. Zij
verkeerden in de meening dat de bovenbe
doelde trein reeds was gepasseerd. Deze
liep evenwel boven op de lorrie. Van de
eerste loco-motief ontspoorden de achter
wielen, de tweede locomotief werd van de
lijn gedrongen, zoodat de stukken uit de
lijn sprongen en de houten dwarsleggers
aan splinters sloegen. Gelukkig kwamen geen
persoonlijke ongelukken voor. De wagens,
waarin zich de passagiers bevonden, bleven
ongedeerd. De passagiers werden met een
volgende boemeltrein No. 339 naar Vlissin
gen gebracht, waarschijnlijk nog intijds om
de dagboot te halen. Tegen de werklieden
is proces verbaal opgemaakt.
>Standard< lamp. «Eindelijk Is dan toch
eene rijwiellamp geconstrueerd, welke alle
bestaande overtreft in lichtsterkte, eenvou
digheid in behandeling ien soliditeit. Na jaren
lang streven is het de firma Gebrs. SLUIJ-
TER, Grossiers in Rijwielen, Naaimachines
en Onderdeden, gelukt, de Generale Ver
tegenwoordiging voor Nederland en Kolo
niën te bemachtigen der „The Standard"
lamp, eene lamp welke uitmunt boven de
bestaande lampen, wat betreft model af
werking en soliditeit, en mag (in den wa
ren zin des woords) een vooruitgang in
de Rijwielindustrie genoemd worden. De bo
vengenoemde lamp js .van zulyer koper ver-
vaardige! en 'door bekwame Ingenieurs ge
construeerd, en zijn de fouten, welke zich
bij andere merken voordoen, geheel weg
genomen. De behandeling is zeer eenvou
dig, het lichteffect zoo verrassend, dat wij
de „The Standard" lamp ten zeerste aan
H.H. Wielrijders kunnen aanbevelen. Ons
werd tevens nog medegedeeld, dat elke
lamp beproefd wordt, vóór zij de fabriek
verlaat, terwijl zij verpakt is in cartonnen
doos, waarbij ingesloten een certificaat van
echtheid, voorzien van wettig gedeponeerd
handelsmerk. Wij moeten er tevens nog
op attent maken, dat elke lamp ten volle
is gegarandeerd, mits zij voorzien is van
bovengenoemd certificaat. De „The Stan
dard" Rijwiel en Rijtuiglantaarn is bij alle
H.H. Smeden en Rijwielhandelaren verkrijg
baar of bij de Firma Gebr. Sluijter, Alk
maar.
Verschillende attesten van groote tevre
denheid ter inzage.
Automobilisme. Een door dr. Hum
Aronson gestuurde automobiel is Dinsdag
avond, tegen middernacht, in het Grunewald
bij Berlijn in een bocht tegen een paar
boomen gereden. De passagiers werden uit
den wagen geslingerd; de 75-jarige Evelie
Aronson ten de 28-jarige Helene Lowenstein,
uit Lemberg, vonden daarbij den dood. Dr.
Aronson en een derde dame zijn licht ge
wond.
Ongelukken. Te Neubreieach in den El-
zas, zijn drie schooljongens op ongelukkige
wijze om 't -leven gekomen. Een groote meu
belwagen reed door de Neubreisacher ves-
ingpoort; uit de tegenovergestelde richting
kwamen schoolkinderen, die met een onder
wijzer een uitstapje gingen doen. Vijf jon
gens trachtten tusschen den wagen en de
ijzeren poort door te glippen; drie hunner
werden voor de oogen van hun onderwij
zer en mede-scholieren dood gedrukt.
Aardschokken. Donderdagmorgen te half
zeven werden te Reggio di Calabria twee
krachtige schokken met golvende beweging
gemeld, die vergezeld waren van onderaardsch
gerommel. De verontruste bevolking verliet
de barakken. Enkele gescheurde muren
stortten in.
Ook te Messina werden de schokken
waargenomen. Deze duurden 8 seconden.
Talrijke muren vielen omver en de bevol
king vluchtte verschrikt op straat. Persoon
lijke ongelukken vielen niet voor.
Te Santa Cecilia is een hnis ingestort.
Een vrouw en kind zijn onder het pnin
bedolven en er dood onder uit gehaald. Er
zijn 12 schokken opgeteekend.
Ook te Lissabon en Tunis zjjn schokken
waargenomen. In de haven van Tunis werd
een vloedgolf veroorzaakt.
Een woeste stier. Een stier nit Heere
waarden zou te Tiel geleverd worden. Aan
-bet' veer te TVsmel werd het dier eensklaps
woest, nam een der twee geleiders op de
horens en wierp hem enkele meters verder
de straat afde andere wist den stoot nog
te ontspringen.
Veiligheidshalve werd het dier toen aan
een boom vastgebondendoch nu werd het
zóó woeBt, dat men genoodzaakt was hem
dood te schieten.
Speclclubs. Een aantal bewoners van
den Gevers Deyaootweg te Scheveningen
hebben zich tot B. en W. gewend met een
klacht over rustverstoring burengerucht e.
d. als gevolg van de daar gevestigde speel-
clubs.
Onweer, tijdens een hevig onweer, dat
over de gemeente Havelte trok, werd aldaar
de buisleiding hij het pompstation der Mep-
peler waterleiding getroffen. Het gevolg was,
dat eensklaps te Meppel de toevoer van
water' stilstond. (Z. CD
Te Lopik werd de arbeider Hoogen-
doorn, die tjjöena een onweersbui voor den
regen achter een hooischelf giog schuilen,
door den bliksem gedood.
Te Mydrecht werd eene koe van den
veehouder J. van Veen door het hemelvuur
doodgeslagen.
Welke taal is dit? Uit een zeep-reola-
me biljet
»De vorm, het gewicht, de toestand, even
zoo haraliteit en reuh veranderen zelfs na
een oplewaren van jaren nich. By gebrnik
is deze zeep byzonder zacht, gast voloss
schuins, op ent de poren en ecreiydert alle
onzuiverheden der huid teruyl zy de huid
frisch en flnacel achtig maaht. Om namaah
te voor hamen werdt reycht op de naam
der firma en het mat acht te geven<.
Dichterlijke afslager. De heer Job. Taal,
die, naar gemsld werd, deze week onder tal
rijke blijken van belangstelling zijn 40 jarig
jubileum als afslager der visch te Bcheveningen,
herdacht, heeft gisteravond voor een over-
groote schare in de Nieuwe Kerk in de
Duinstraat een berijmd verbaal nitgesproken
van zijn lotgevallen en ervaringen in dien ver
vlogen tijdkring.
Bedelaar. In de Italiaansche stad Savona
werd dezer dagen een onde straatbedelaar
gearresteerd. Toen zjjn zakken doorzocht wer
den, vond men op hem een bedrag van
100.000 francs in geld, bankpapier en effecten
Het is bekend dat, vooral in Bome, de bede
laars bij de kerken groote sommen «verdienen»
Een spookhuis. Te Echteld, een dorpje
nabij Tiel, worden in de woning van zekeren
B. aldaar nu reeds sedert een achttal dagen
s'nachts allerlei geluiden gehoord. Waar
ze vandaan komsn heeft men tot nu toe
niet kunnen uitvinden. Van alle zijden, zelfs
uit Botterdam, komen de menschen naar
Echteld om met eigen ooren de geluiden te
beluisteren. Thans heeft de politie zich in
de zaak gemengd en zal de oorsprong van
dit spoken wel spoedig aan het licht worden
gebracht.